llevrouw Ridderbos-De Rooij leemt afscheid van de „Unie" Herinnering bij een tapijtje Uit brieven van lezers Wet gestencilde brieven heb ik nooit gewerkt' WDAG 29 OKTOBER 1979 VARIA TROUW/KWARTET 7 bstr Fred Lemmers ^STERDAM Mevrouw s M. Ridderbos-De Rooij g®t, nadat ze me heeft be- •"Jet, een roodkleurig boek .slorschijn, waarop in sler- rgouden letters het woord :eptie staat. „Wilt u ons tenboek even tekenen?", jigt ze terwijl ze het album •p op tafel legt naast een "jmstuk met afgetakelde Sa's: een overblijfsel van veertigjarige bruiloft van echtpaar Ridderbos. Als pijn naam schrijf onder die. Hannie van Leeuwen, ver- mevrouw Ridderbos: dit boek zijn we begon- toen we in 1950 naar Am- ^Idam kwamen. Dat is leuk f later als we uitgepraat eitn, zeiden mijn man en ik >n elkaar." j*4et ziet er niet naar uit dat het sover zal komen. Van Breestraat Amsterdam-Zuid heeft nog veel weg van een bijenkorf, de laatste vijftien jaar, toen tuw Ridderbos de stuwende fit achter de jaarlijkse Uniecol- a<! was, zijn er wereldwijde contac- elgelegd. Binnenkort worden de :s%is verzet. Op 17 november at „tante Wil", zoals mevrouw lerbos in de wandeling heet, in °%ht afscheid als secretaresse van aflaad van beheer van de Unie "fel en Evangelie. Dat betekent N-feij voortaan niet meer met de lishisatie van de Unie-collecte is rMt. Voorlopig blijft zij echter ach- -4e schermen doorwerken als se- Iresse van de afdeling buiten- Het huis, waarin eens de bij enten gevreesde VU-dogmaticus ïssor Valentijn Hepp woonde, i zodoende voorlopig een intema- lal centrum. Dat huis is een ver- op zichzelf, dat mevr. Ridderbos even kwijt wil. „Deze kamer was het heiligdom van Hepp. Nie- liet hij er toe. Op de deuren zware lipssloten. Alles was heel ir geschilderd, zelfs het plafondi onker geworden van het vele van de professor. In het kamer- nam hij tentamens af. man is daar ook nog bij hem 't%r het mes geweest. Toen wij hier ken hebben we als reactie alles (cht laten schilderen." Wil Rld- was zelf vertrouwd met de d van de professoren. Als jong- siian elf kinderen ging zij in Leiden Icijnen studeren. Mevrouw Ridderbos-de Rooij meer dan een gift uit een spaarpot (foto: Dirk Kettlnf) dicijnen belangstelling ging eigenlijk Baar de theologie, maar de kans daar als vrouw van gerefor- *^de huize later in de praktijk iets zou kunnen doen was destijds zo dat ik maar voor de medicijnen Ik hoopte daarmee in een of r kinderziekenhuis te kunnen werken. Die jaren in Leiden n niet gemakkelijk. Dat meisjes cijnen studeerden was destijds een grote bijzonderheid. Een van hoogleraren, professor Piet van loeven, deed zelfs alsof ze niet inden. „Als meisjes studeren, n ze als jongens zijn", betoogde daarom sprak hij ons aan met: heren." laar hield zij het uit in Leiden.' nam Nico Ridderbos haar als kantsvrouw mee naar zijn eerste ente, het Drentse Tweede Ex- nond, een reuze overgang voor tadsmeisje. „Het was een lang- ct dorp, van zo'n zeven kilome- )mmetjes maken kon je er niet. noest of de ene kant uit of de re en altijd langs dezelfde weg Je leefde er in een glazen huis iets kon je onopgemerkt doen. il ik nooit vergeten hoe ik op een ochtend terecht kwam tussen een groep loslopende koeien. Ik vond dat niet zo leuk. Ik ben van mijn fiets gestapt en voorzichtig onder langs de weg naar een rustiger plekje gelopen. Maar 's avonds wist het hele dorp dat mevrouw van de dominee bang was voor koeien. Toch was het daar een heel prettige tijd. Het waren erg har telijke mensen. Van vielen hielden ze niet. .Dominee moet maar denken als hij niks hoort, dan is het goed', was een van de eerste adviezen die mijn man kreeg." Na de pastories in Voor burg, en Amersfoort kwam Amster dam, waar Nice Ridderbos hoogle raar werd. „In het begin voelde ik me hier erg ongelukkig. Als dominees vrouw had ik me erg op mijn plaats gevoeld. Bij dat werk kon ik mijn man terzijde staan. Dat moet ook als het goed is. Je bouwt samen aan een gemeente. In Amsterdam miste ik het directe contact met de mensen." Maar dat veranderde al gauw, toen mevrouw Ridderbos presidente voor Noord-Holland en in 1958 landelijk presidente werd van de Bond van Gereformeerde Vrouwenverenigin gen iü Nederland. In de tien jaar dat zij leiding gaf wist zij veel veranderin gen door te voeren. Dienstgroepen „Toen ik kwam waren die vrouwenverenigingen verlengstuk ken van de meisjesverenigingen. Het was heel sterk een bond om de bond. Wij hebben er dienstgroepen voor de kerk van gemaakt, op die manier gewerkt aan een stuk bewustwording bij de gereformeerde vrouwen. Dat kun je emancipatie noemen, maar dan op een rustige manier. Ik houd er niet van te schreeuwen. Het is heel goed dat vrouwen voor hun rechten opkomen. Mensen met dezelfde capa citeiten moeten dezelfde mogelijkhe den hebben, of ze nu man of vrouw zijn, maar het is onzin te zeggen dat er geen verschil is tussen mannen en vrouwen." Mevrouw Ridderbos slaag de er in de gereformeerde vrouwen een breder gezichtsveld te geven. Dat kwam sterk naar voren in de acties die de bond hield ten behoeve van projecten ver van huis. Een inzame ling voor het christelijk onderwijs in Canada, die heel spontaan ontstond, werd gevolgd door een actie voor christelijke scholen in België en Frankrijk. Het was in die tijd dat mevrouw Ridderbos met de Uniecol lectie in aanraking kwam, het begrip dat ook na de gelijkschakeling van het christelijk en neutraal onderwijs in 1920 in Nederland was blijven be staan. De baten werden gebruikt voor het plaatselijk werk. Er werden meestal luxe dingen van betaald va riërend van het schilderen van het huis van het schoolhoofd tot een schoolreisje en de aanschaf van een nieuwe bandrecorder. De vraag kwam bij me op en ook bij mannen als professor Verkuyl en zendingspre dikant ds Richters: kan dat zo door gaan in deze veranderende tijd nu er over de grenzen bij het christelijk onderwijs zo veel nood is. Ik zal nooit vergeten hoe ze me aankeken toen ik op de jaarvergadering van de Unie in 1964 in K en W in Utrecht mijn twij fels naar voren bracht. Dat ik daar was als vrouw was al een unicum. Op die vergaderingen kwamen nooit vrouwen. Wat ik zei was in hun ogen niets anders dan revolutie." De nieuwe inzichten waren echter niet langer tegen te houden. De Unie collecte zou voortaan vooral de derde wereld ten goede komen! Mevrouw Ridderbos, die in haar leven wel meer heilige huisje had ingetrapt liet, na bij de Unie de zaken overhoop te hebben gehaald, de mensen niet met de brokken zitten. „Ik heb aangebo den mijn schouders onder dat klusje te willen zetten. Zo ben ik in dit werk terecht gekomen. Voordien wist ik van dat christelijk onderwijs eigen lijk niets af. Dat was natuurlijk heel slecht van mij, maar ja, de zaak lag niet anders. Toen professor Waterink eens bij ons was zei hij: „Die jonge dominees weten niets van CNS, GSV en CVO. Nou daar had hij gelijk in! Mijn man en ik hebben beiden maar gezwegen om onze onkunde niet te tonen." Mevrouw Ridderbos heeft haar handen laten wapperen voor de Uniecollecte. „Vroeger bij ons thuis kwamen als de Uniecollecte werd ge houden de spaarpotten op tafel en moesten wij kinderen allemaal een financieel offertje brengen. Die Unie collecte leefde sterk bij mijn ouders. Niet zo maar waren vader en moeder, die in 1894 naar Amerika emigreer den, zes later weer naar Nederland teruggekeerd omdat ze hun kinderen in Iowa geen christelijk onderwijs konden laten geven. Zakelijk was het vader voor de wind gegaan. Hij had .een grote farm opgebouwd. Toch ver brandde hij zijn schepen achter zich voor zijn idealen. Hij werd bakker in Alphen aan de Rijn. Later heb ik wel eens tegen mijn zusters gezegd: Jullie kwamen er met een gift uit Jullie spaarpotten vanaf. Het heeft mij wel wat meer gekost dan een gift uit een spaarpot! Ik had het idee dat ik bij die vrouwenverenigingen hard had gewerkt, maar dat is niet te vergelij ken met dit werk. Wat daar allemaal aan vast zit daar hebben de meeste mensen geen idee van. Misschien heb ik dit werk wel te ernstig genomen. Zo heb ik altijd gehecht aan persoon lijke contacten. Met gestencilde brie-, ven heb ik nooit gewerkt. Ik heb nu eenmaal een verschrikkelijke afkeer van computers. Die zullen wel nodig zijn, maar niet in mijn tijd." Niet geloofwaardig De opbrengst van de Uniecollecte Is de laatste tijd flink gestegen." Vorig jaar hebben we viereneenhalf miljoen gulden opgehaald. Dat is veel geld, maar ik denk wel eens, wat is dat nu in verhouding tot hetgeen wij aan onze scholen uitgeven. Een school voor voortgezet onderwijs komt hier al gauw op tien miljoen gulden. Als mensen uit de ontwikkelingslanden hier komen kijken zijn wij als christe nen niet geloofwaardig meer. Als je weet dat in Indonesië onderwijzers op christelijke scholen een salaris ont vangen dat het derde is van wat hun collega's op overheidsscholen in han den krijgen en als je dan ziet met welk een grote toewijding zij voor dit hongerloontje hun werk doen! Zij moeten er nog voor vechten. Eigen lijk ben ik jaloers op die mensen omdat zij veel meer dan wij hun ver trouwen op God stellen. Wij vinden alles vanzelfsprekend, menen dat we overal recht op hebben. De Voorzie nigheid hebben we aan de kant gezet." Het is daarom dat mevrouw Rid derbos er al lang voor pleit in Neder land het nieuwe schooljaar met bid stonden te laten beginnen. In het feestprogramma rondom haar af scheid is op haar uitdrukkelijke wens als afzonderlijk onderdeel een voor bede voor het christelijk onderwijs opgenomen. Door haar optreden heeft mevrouw Ridderbos de naam gekregen niet ge makkelijk, zelfs lastig te zijn. „Ja. dat weet ik en ik heb dat niet prettig gevonden. Door mijn bezig zijn in een mannenmaatschappij heb ik me vaak agressiever moeten opstellen dan ik eigenlijk wilde." door Mink van Rijsdijk Het zal niemand verbazen dat ik geen enkel bezwaar heb tegen een vrouw als Farao. Dat Hatsjepsoet na wat trammelant met twee halfbroers de heerschappij over Egypte kreeg, heeft dan ook mijn opperste instemming. Tijdens haar regeringsperiode leefde men vreedzaam en gelukkig rondom de Nijl en dat is zelfs drieduizend jaar na dato nog een fijne gedachte. Ik mag die Hatsjepsoet dan ook wel, maar om nou 's morgens om vijf uur voor haar op te staan nee, dat ging me te ver. Bovendien had ik al zoveel zuilen en pilaren gezien, dat die twee obelisken die zij ter herinne ring aan haar vader, de zonnegod Amon, uit rose graniet had laten hakken, me maar matig interesseerden. Daar om zei ik tegen haar: „Gegroet o goede en edele Hatsjepsoet, het is me bekend dat de relaties met uw broers en uw echtgenoot niet zo riant waren en helaas voldoe ik ook niet bar goed aan uw verwachtingen, want ik kom niet naar uw zuilen kijken, ik houd het voor gezien, het Egypte van nu trekt mij van u af." (Dat ik bovendien erg sceptisch stond tegenover de zonnecultus uit haar dagen, zei ik maar niet. De Nederlandse weerberichten waren toch al zo belabberd en je weet het tenslotte maar nooit Glimlachtend gaf ze me te kennen dat ze me begreep. Het spijbelen overtrof de meest avontuurlijke jeugdher innering. Maar wat wil je, in gezelschap van een gelijkstemde vriendin kan zo'n actie natuurlijk niet mislukken. We stootten direct door naar het hart van het stadje Luksor. In de smalle straatjes met aan weerskan ten winkeltjes sommige zijn niet veel groter dan een flinke bedstee snoven we de geur op die „Midden- Oosten" heet. Het is een penetrante melange van fruit, frituur, urine, specerijen, armoede, ezels, parfum en brood, die hangt in het geluidsdecor van schetterende Arabische muziek. We probeerden alle gastvrije vrien delijkheid van neringdoenden en straatventers op een afstand te houden en we waren dan ook erg verbaasd tenslotte toch ergens binnen te belanden. Een allerliefst meisje van een jaar of dertien installeerde ons op een bank, die bedekt was met een kleed van kameelhaar. Ze dribbelde en danste voor ons heen en weer en spreidde het ene tapijt na het andere voor ons op de vloer uit. Maar we waren helemaal niet van plan een kleed te kopen, we wilden dat absoluut niet. „Nee, natuurlijk niet," beaamde ze slim, „maar alleen kijken is toch ook leuk. Nog beter is om eerst een kop thee te drinken." Ze schreeuwde ergens een opdracht heen. verdween en kwam weer vlug terug met verrukkelijke mintthee. Terwijl wij genietend dronken, bleef zij de bceldigste tapijten voor ons uitstallen. Natuurlijk lukte het met haar handel, we waren als was in haar handjes. Ze was heel pienter, ontwapenend en erg lief. Aan de muur van het winkeltje, tussen de volgeladen planken, hing een grote plaat van moeder Maria en het kind Jezus. Beiden waren lelieblank met rose fondant konen. Ze keken met onwezenlijk blauwe ogen op ons neer. Goudglanzend blond haar hing golvend langs beide gezichten. Moeder Maria was mollig en duidelijk van goede huize en haar weldoorvoede kind zat zoet in rijkeluis kleren te pronken. Ze leerden me in ieder geval dat we bij een Koptische familie te gast waren. Bij de tweede ronde thee praatten we met het meisje over christenen en moslims, over geloof en de kerk. Ondanks wat taaistoringen over en weer, hadden we het erg goed met elkaar. Later bracht ze ons weg en hielp ze onze inkopen dragen. Klein en schamel, maar dapper en trots liep ze naast ons. Haar donkere ogen keken voldaan, ze had goede zaken gedaan. In de zon leek haar zwarte haar bijna blauw. De enige schaduw op deze volmaakte ochtend was de plaat van Maria met haar onnatuurlijke engelen-baby. Wie zou toch ooit op de gedachte zijn gekomen om van een joods kind een Europeaan te maken? Kernwapens Deze rubriek is uitsluitend bestemd voor korte reacties op in deze krant gelezen berichten, artikelen en commentaren, en niet voor open brieven, gedichten, oproepen of reacties op advertenties (deze laatste dienen tot de directie gencht te worden). De redactie behoudt zich het recht van bekorting voor Hierover of over het niet plaatsen (meestal door ruimtegebrek) kunnen wij helaas niet corresponde ren. Brieven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw. Postbus 859,1000 AW Amsterdam. Bij publikatie worden naam en woonplaats van de schrijver vermeld. Olieboycot Blijkens het redactioneel commen taar van 23 oktober is Trouw er voor beducht, dat Nederland alleen zou komen te staan bij een olieboycot tegen Zuid-Afrika. Dit behoeft ons land er echter niet van te weerhouden een pioniersrol te vervullen, aldus Trouw. Hierbij zouden we het volgen den willen opmerken. 1) Er bestaat al een internationaal olie-embargo, al jaren geleden bepleit door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De meeste olie producerende landen passen dit em bargo toe. Het wegvallen van Iran als de voornaamste olleleverancier van Zuid-Afrika plaatste dit land voor moeilijkheden. Wanneer Nederland haar bescheiden uitvoer van oliepro- dukten naar Zuid-Afrika zou verbie den. zou daardoor de internationale boycot worden versterkt. 2) De Noorse regering heeft aan de maatschappij die olie wint in het Noorse deel van het Noordzee plat verboden olie te leveren aan Zuid- Afrika. Dit komt neer op een onoffici eel embargo door een westers land. Zo alleen zou Nederland dus niet ko men te staan. 3. Trouw wijst erop dat de westerse landen grote economische belangen in Zuid-Afrika hebben en dat zij daar om zullen kiezen voor voortzetting van olieleveranties. Maar het westen zal ons inziens toch rekening moeten gaan houden met de wensen van vele olieproducerende landen. Nigeria heeft onlangs de belangen van het olieconcern B.P. genaast omdat dit concern in ruil voor het Noordzee olie. olie uit andere landen aan Zuid-Afri ka wilde leveren. 4) Bij een effectief olie-embargo zal Zuid-Afrika haar voorraad moeten aanspreken, thans opgeslagen in oude mijnen. Een effectief embargo zal derhalve blank Zuid-Afrika niet onmiddellijk op de knieën dwingen, maar men zal genoodzaakt worden tot reëel overleg met de onderdrukte zwarte meerderheid in Zuid-Afrika. In het C.D.A. hebben zich de volgen de organen verklaard voor aanslui ting van Nederland bij het bestaande olie-embargo: a) het buitenland orgaan van het C.D.A. b) het dagelijks bestuur van de K.V.P. c) het bestuur van de A.R.P. d) de C.D.A.-Jongeren Wij vertrouwen er daarom op dat de C.'D.A.-fractie zich in belangrijke mate zal uitspreken voor een olie embargo tegen Zuid-Afrika. Ten slot te willen we onze warme waardering uitspreken voor Hans de Boer, die op het oliecongres van het Komitee Zuid Afrika het C.D.A. op een voortreffelij ke en indrukwekkende wijze heeft vertegenwoordigd. Cor Groenendijk Voorzitter van de werkgroep Kairos. Sportboycot (7) Om Zuid-Afrika te treffen worden volgend jaar gehandicapten uit dat land niet toegelaten tot de spelen voor hen in Nederland. Maar daarme de worden niet de machthebbers uit dat land getroffen, maar ongelukki- gen. Dat daaraan ook mensen uit het CDA medewerken is voor mij onbe grijpelijk! Vooral van hen mag mede lijden en medeleven worden ver wacht met misdeelden. Waar is hun christelijke bewogenheid? Utrecht a. Witsel Tijdens zijn toespraak in Amersfoort gaf minister Scholten blijk de woor den van Jezus: „Oorlogen en geruch ten van oorlogen" te kennen. Reke ning houden met de mogelijkheid van een volgende oorlog betekent voor hem waarschijnlijk: Zorgen dat Je mee kunt doen, met gebruikma king van het allernieuwste dat de vemietiglngstechniek heeft voortge bracht. Dat het CDA van lieverlede aan een kabinetscrisis de voorkeur geeft boven de invoering van nieuwe kernwapens, betreurt minister Schol ten. Zijn collega Wiegel achtte gelijk tijdig de aftrekbaarheid van de hypo theekrente wel een kabinetscrisis waard. Zou het kabinet nu werkelijk het voordelig bewonen van een dure woning belangrijker achten dan de voorbereiding van een wereldcata-_ strofe? Natuurlijk werd tijdens de toespraak in Amersfoort het begrip „wapenbeheersing" gebruikt. Dat de wapens ons allang beheersen, een le vensgevaarlijke óverheersing, werd verzwegen. Onze overheid heeft enke le jaren geleden de veiligheid van de burgers trachten te vergroten door veillgheidsgordels in auto's verplicht te stellen. Een zinvolle maatregel, ook al is de kans op een ernstige botsing tijdens een autorit kleiner dan één op honderdduizend. Hoe groot is de kans dat de wapenrace eindigt in een catastrofale botsing? Eén op tien, één op vijf of misschien zelfs één op één? Rotterdam A. P. dc Winter Antisemitisme In de Kleine Krant van 23 oktober schrijft u in het artikel Antisemitis- me: de kinderen van rabbijn Soeten- dorp krijgen op schooi grapjes te ho- I ren die niet leuk meer zijn. GRAPJES?? Op de speelplaats stond op schommel en wip geschreven: voor Joden verboden. Op de vraag van het (10-jarlg) meisje: „Weet Je wel wat een Jood is?" was het antwoord: „Joden horen thuis in het gashuis." Zei u GRAPJES?? Deze zomer las ik op een deur gekalkt: doodt de Joden!! en ik waande me weer in de oorlogs-. Jaren God zij de wereld genadig waarin de kinderen niet wordt geleerd dat om gaan met anderen geen grap is. maar een kwestie van leven of dood. Den Haag S. van der Hert-Bronkhorst Onder redactie van mevrouw J. Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM Voorburg. Per vraag een gulden In postzegels, het liefst In waarden van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd. deling over toezending van de )nen voor de omslag van het boek: Binnen 2'/: week waren we de eerste oplage van ongeveer Jcemplaren heen. Er ligt nog een stelletje bestellingen te wachten trdere behandeling, maar we ver- len dat die niet lang achterwege ijven. Dat hangt af van de moge eden, die een zeer hulpvaardige, iendelljke man op een kerkelijk au, tussen zijn eigen werk door, vinden. In elk geval worden de ssen van te voren geschreven en gelegd. Ik hoop, dat allen, die hertrouwen ons vroegen, één of patronen te zenden, hiermee alng willen houden. Gelukkig er slechts één geval van een f, die verontwaardigd was omdat ar „bestelling niet van de ene op ndere dag werd uitgevoerd. Een trking. die gemaakt werd: „Die zijn twee aan twee gelijk", en we even weerleggen. De ont- «ter van het patroon, heeft heel ilijk voor het grote patroon voor geven stof te gebruiken van tien en per centimeter. Voor het klei- patroon bedraagt dat twaalf dra per centimeter. Het klinkt niet zo g, maar eerst tellen en dan blijkt verbodigheid var. rellen. Denk lieve mensen, dat we spijt heb- van een misschien wat ondoor- t aanbod, want de meeste brie- beginnen met een persoonlijke ff en eindigen met een vriende lijk woord aan krant of rubriek, plus goede wensen. VRAAG de vragenstelster heeft haar adres niet vermeld): Wij hebben mos- terdplanten in de tuin. De bladeren ervan gebruiken we regelmatig, maai we zouden van het zaad ook mosterd willen maken. ANTWOORD (geput uit herinne ring): Het zaad „stoten". Dit gebeur de bij ons met een oelekan, een grof stenen vijzel met dito rolsteen. Ver mengen met een gelijke hoeveelheid goede kerriepoeder en met goede kruidenazijn (die is heel eenvoudig samen te stellen met behulp van tuin kruiden). Vervolgens even roerende aan de kook brengen, tot het mengsel zalfachtig is. Berenkali terlaloe pedis nja' (misschien is het wel erg heet, mevrouw) zou onze goede Ima gezegd hebben, en dat kwam dan meestal wel uit. REACTIES van lezers: Heel wat bel lers en schrijvers hebben zich gewen teld in het „bad van Marie". Er was een verwijzing naar een oud Frans kookboek, dat genoemd was naar de keukenprinses: la bonne Marie. Het is natuurlijk zeer wel mogelijk dat die Marie gebruik maakte van de bedoel de methode. Iets verder van onze keuken is de verklaring die, met klei ne verschillen door onze lezers gevon den werden in etymologische en an dere handboeken: Marie kan een ver wijzing zijn naar Mirjam, de zuster van Mozes. aan wie geheime alchimis- tische krachten werden toegeschre ven. In de vierde eeuw leefde te Alexandrië Mariae Hebraeae, een van de vier bekende vrouwen-alchimisten uit die tijd. Zij zou de uitvindster zijn van de „Kaulnos Marias", ook wel „balneum Mariae" genaamd een in strument dat omstreeks de 14de eeuw in de huidige betekenis in de Franse taal werd vastgelegd als „bain Ma rie". Die Hebreeuwse Maria geldt ook als de uitvindster van de „karotakis", een hermetisch vat, waarin metaal aan de invloed van bepaalde dampen kon worden blootgesteld. Wat het laatste betreft: Vraagt u mij niet hoe dat precies in z'n werk gaat: Wat ik op dat gebied meemaakte, resulteerde altijd in grote knallen, gegil en scher ven. Zo'n sausje met twee pannetjes kan er mee door, maar alsjeblieft niet te veel scheikunde in mijn keuken; VRAAG Vanmorgen zag ik bij de drogist zogenaamde alternatieve si garetten, waarbij onder andere h** woord ginseng gebruikt won I.ant u mij zeggen of daar op -nigerlei wijze nog schadelijke best ddelen in zitten. Voor :<*llig' siga retje vond ik reo ANTWOORD: Aan (i betekf v ,m de naam Ginseng hebben we een pi ar maanden geleden een antwoord ge wijd en komen daar nu niet op terug. Het ging toen over het gebruik van Ginseng als modepanacee, zoals dat in de Consumentengids werd gesig naleerd. ANTWOORD: op Kandeelrecept: Enige tijd geleden vroeg een aan staande grootmoeder ons om een kandeelrecept. Als reactie op ons ant woord ontvingen we een aankondi ging van de geboorte van Susanne de Hartog en de mededeling dat het een goed recept was. Gefeliciteerd, ou ders en grootouders van Susanne. Reactie op „Ketelsteen": Maak het niet te Ingewikkeld met al dat azijn en zoutgedoe." Wij gebruiken een ou derwets ketelsteensponsje dat we zo'n tien Jaar geleden kochten, een soort staalwolknoedeltje. Het zou weer een probleem kunnen worden waar dat te koop was, als het nog ergens te koop zou zijn, maar een andere huisvrouw is gelukkig met haar gewone glazen stuiter in haar waterketel (Opmerking van mijn kant: Dat zal dan toch wel een ketel oeten zijn. waarbij de stuiter niet teg^. met het kokende water in de theepot terecht komt, want dat lijkt me niet igevaarlijk). VRAAf >ez "T.-.u i-^n wij, toen we in t .tserland met een groepje mensen :n een bergtreintje zaten, een prachtig edelhert, compleet met een dito gewei, met twee van z'n vrouwen een paar kilometer heel vrolijk over een vrij kaal terrein met het treintje meerennen. Als ouderwetse gerefor meerde broeders en zusters zaten we direct midden in een dispuut, waarbij het onderwerp was: Dat hijgende hert, dat schreeuwt en die moede hinde, die smacht naar water hoe zit dat nou? We vonden de opmer king: dat hert ligt ons beter, vooral als je zo'n beest ln het wild ziet ren nen, niet zakelijk. ANTWOORD: Dit was nu een vraag, die we konden deponeren' op het bu reau van onze meest gewaardeerde medewerker. U haalt daar wel een hele boel mee onderste boven aan. dikke boeken. Wat de bewerking be treft: De toevoeging „der jacht ontko men" is ontstaan in een tijd, dat het logisch was, dat op elk levend en opeetbaar dier al of niet clandestien gejaagd werd en komt niet in hand schriften voor. De Statenvertaling spreekt van een mannelijk dier. In het Hebreeuwse handschrift is dat een ram, een steenbok of iets derge lijks. In de rabbinische geschriften (rondom de geboorte van Christus) leest men het woord schreeuwen. Maar in dezelfde Hebreeuwse bijbel uitgave van Kittel wordt ook wel ge wezen op de mogelijkheid van een vrouwelijk hert. In de Septuaginta werd zonder aantekeningen of varia ties gebruik gemaakt van het vrouwe lijke lidwoord. Aangezien het Griekse woord elaphos zowel de naam is van het vrouwelijke als van het mannelij ke dier, maakt zo'n lidwoordje het dan wel gemakkelijk. De vertaling van de Septuaginta werd ongeveer 170 voor Christus, volgens de legende door zeventig geleerden uit het He breeuws in het Grieks uitgevoerd. De Griekse tekst van de evangeliën grijpt vaak maar niet altijd terug naar de Septuaginta. De Statenverta ling grijpt terug naar de Hebreeuwse tekst, zoals Kittel dat ook doet met toevoeging van bovengenoemde noot. BIJ Buber vinden we een „lech- zende" hinde. Onze medewerker noemt zich, hiermee het voorbeeld volgend van de theoloog uit een vori ge generatie A. Steketee, een tiro, een ongeoefend soldaat in de blijde we tenschap. Eigenlijk Jammer dat dat kleine lldwoordje er staat, want ln diezelfde psalm zou plaats kunnen zijn voor beide mogelijkheden. VRAAG: Er bestaat een lang geleden verschenen boekje: Moeder worden zonder vrees. Wie schreef het? ANTWOORD: Er bestaan twee boek jes. ongeveer met dezelfde tekst: Een' Zwitsers, geschreven door dr Thomas Rust: Die natürllche Geburt in het Nederlands Moederschap zonder vrees (uitgave P. Vink, Antwerpen) en dat van dr M. Read, vertaald door het echtpaar Schmidt Ledeboer: Moeder worden zonder vrees uitgave Schel- tema en Holkema. Waarschijnlijk zijn deze boekjes, als ze uitverkocht ijn, nog wel ergens ln een bibliotheek te vinden. Als het nog nodig zou zijn, zou het lezen een aanvulling kunnen zijn op de voorlichtingslessen, die een aanstaande moeder op het bureau van haar kruisvereniging volgt en de daarbij behorende zwangerschaps- gymnastieklessen meemaakt. Het voordeel van deze voorlichtingsles- •sen en uren is het persoonlijk con tact, dat voor leder weer anders zal uitvallen. VRAAG: Bestaat er ook een zwem school in Nederland, waar Je de angst voor het water afleert, die een belem mering kan zijn om te leren zwemmen? ANTWOORD: Het is Jammer, dat wij niet weten of dit een vraag is ten behoeve van een oudere, die de dupe was van een misselijk grapje, terwijl hij of zij vroeger zwemles kreeg ln klasseverband (ik weet daar nog wel van mee te praten). Betreft het een kind, dan kunnen we wel vertrouwen hebben. Het systeem. Jongere kinde ren angst voor het water kwijt te laten raken (of te voorkomen dat ze die angst krijgen) is. ze vrij lang. al spelend te laten wennen aan dat wa ter. Voor moeders, die graag direct resultaten willen zien. kan dat wel eens veel tijd vergen, maar de kinde- ren die spelend leren vinden het toch - wel een heel prettige les. Het zwem men voor kleine baby's is weer een onderwerp apart. Wij verwijzen naar de bespreking van het Karl Dlem- rapport in de rubriek van Loes Smit van 4 september 1979 onder de kop: ,3aby zwemt naar beter leven".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 7