COMPUTERS "-4 Mijn werk is uitgehold Deze pagina werd samengesteld door Fan Sllothaak. De illustratie is van Flarc Terstroet De computer, vriend of vijand? In ieder geval een apparaat dat onderwerp van menige dis- lussie is. Automatisering kost banen. In de ndustrie nemen robots mensenwerk over en ook in de administratieve sector wordt veel ichrijf- en rekenwerk de mens uit handen renomen. Maar de computer schépt ook verk. De fabrieken die het elektronische wonder naken hebben heel wat mensen in dienst. Dan zijn er nog de mensen die ermee moeten verken, de computerdeskundigen, de pro grammeurs, reparateurs, de tussenhandel. Dp dit moment is er nog geen goed inzicht te crijgen in de vraag of de balans op de arbeids- narkt erg negatief zal doorslaan of dat het illemaal meevalt. ntussen is de automatisering aan haar on- tuitbare opmars begonnen. In deze over gangsfase doemt de vraag op: hoe ervaart de individuele mens het werken ermee. Dat is niet in een paar woorden te zeggen. Aan de ene kant hoor je optimistische geluiden over aangenamer worden van het werk: minder rompslomp, snel en efficiënt, betrouwbaar, in bepaalde gevallen het overnemen van vuil werk door een robot. Anderen ervaren de computer als bedreigend. Niet alleen omdat hij banen bedreigt, maar met op de achter grond toch ook ergens onzekerheid met het onbekende, de angst van: gaat dat koude rekenwonder mijn leven beheersen. De com puter noodzaakt vaak tot andere organisatie en herwaardering van functies. Dat kan je baan uithollen en vereenzaming meebrengen. Het elektronische schepsel kan ook net dkt stukje van jouw werk overnemen dat enige allure aan de baan geeft. De computer gaat het verantwoordelijke deel van je taak over nemen. Wat voor jou overblijft is het verlenen van wat hand- en spandiensten aan de com puter. Het zijn niet alleen ouderen die moeite met de overschakeling hebben. Een personeelschef van een groot bedrijf zei ons het tegendeel te hebben ervaren: De ouderen die het proces vroeger met de hand uitvoerden hebben een overzicht van het geheel. Juist de jongeren knappen af. Zij morrelen wat aan een toetsen- paneel en zien wat op een beeldscherm zonder iets te weten van het verdere proces en hoe hun handeling leidt tot een eindprodukt. Dat gebrek aan inzicht blijkt heel onbevredigend te zijn. Organisatie, de keus van het systeem en de plaats van de individuele werknemer daarin bepalen voor een groot deel hoe de werkers de automatisering opvangen. Hier ligt een taak voor de bedrijfsleiding; in het belang van de werknemers maar ook van de onderneming. Want uiteindelijk is het altijd nog de mens die de computer bedient. Op deze pagina staan twee reacties van men sen die de invloed van de computer hebben ervaren. Eén is negatief, de ander positief. Het enige wat op dit moment zeker is: de automatisering rukt nog verder op. De toe komst zal antwoord geven op de vraag: De computer, vriend of vijand? 0 0 0 0 0 2 I] U U It I' "8 „Zo'n computer is een belangrijke collega, die je bedient, waar je mee werkt, met veel meer mo gelijkheden dan wan neer er een man naast je zou zitten." Dit zegt de heer J. Possel, adminis trateur bij de N V. Water leidingmaatschappij voor de provincie Gro ningen (Waprog). De heer Possel, inmiddels hoofd van de afdeling verbrui kers-administratie, werkt al vanaf het begin in 1930 bij de Waprog. Hij ervaart de auto matisering als een groot voor deel, zowel voor het personeel als naar de klanten toe. „De jongste bediende kan de knop indrukken en de klant alle ge wenste informatie geven over arieven, eventuele achter stand in betaling en nog veel meer". Ook de technische gege- Ivens over de aansluitingen zit- |ten in de computer. Het is niet meer nodig om eerst allerlei ?egevens in dossiers te raad plegen. Er worden minder fou- ken óm alle gegevens van een klant op het beeldscherm te projecteren. Veranderingen van gegevens kun je ook via het toetsenbord doorgeven en de computer zorgt wel dat het in orde komt. Vroeger werden er nog bedra gen met de pen op bijvoorbeeld postgirokaarten ingevuld en moest er rekenwerk op formu lieren woTden verricht. „Als je al die 135.000 abonnees nog kwitanties moest schrijven, kon je het werk niet meer doen met zeventien man, zoals nu." aldus de heer Possel. Er zou dan inderdaad werk voor méér mensen zijn. Maar Possel vindt dat betrekkelijk. „Eigenlijk verplaats je het werk, want er vinden nu duizenden mensen werk in de automatisering, pro grammeurs. tephnici, compu terdeskundigen en noem maar op". Elk systeem heeft zijn* na delen. maar de mens heeft al tijd ai gezocht naar mogelijk heden om menselijk werk an ders te laten doen. Een groot voordeel vindt Pos sel ook dat de jongste bediende volwaardig mee kan draaien. ten gemaakt. Je hoeft ook niet bang te zijn dat een ander net de kaart heeft gelicht die jij ook nodig hebt. Het hele perso neel is dankzij de computer volledig ingelicht. Bovendien kun je met deze grote collega dingen doen die anders niet zouden kunnen. Betere statisti sche gegevens verstrekken bij voorbeeld. De computer vraagt ook niet of het moeilijk is, hij doet het gewoon. De Waprog begon al vroeg met wat je een voorloper van auto matisering kunt noemen. Bij de start, nu bijna vijftig jaar geleden, werd al een machine met ponsplaatjes voor de adressering aangeschaft. Na de oorlog werd met vijf andere streek-waterleidingbedrijven een computercentrum gesticht In Zwolle. Het ging allemaal nog niet zo effieënt als tegen woordig. De gegevens tussen Zwolle en Groningen moesten nog verzonden worden. Veel administratief werk werd nog met de hand gedaan. In 1976 werd de volledige auto matisering ingevoerd die de Waprog nu heeft (ook weer sa men met de vijf andere streek- waterbedrijven en het compu terhart in Zwolle). Doordat niet meer de huiseigenaar als enige klant gold, maar^elke verbrui ker als zodanig werd aange merkt, verdubbelde het aantal abonnees tot rond de 130.000. Er werd gekozen voor het sys teem van de tele processing. De zes bedrijven kregen beeld- 4 achermen en toetsenpanelen die rechtstreeks aangesloten werden op Zwolle en men hoeft maar op die knoppen te druk- delsfl1 Hij kan hetzelfde doen als een oudere collega. Of dat voor zo'n oudere niet juist frustrerend is? „Ach, het is maar net wat voor instelling je hebt. Ikzelf heb er mijn leven lang naar gestreeft adequaat te kunnen werken. Ik streef nu voor de jongeren hetzelfde na. riet werk is niet meer ingedeeld in werk voor enerzijds de chef en anderzijds de ondergeschikte. Daardoor krijg je een betere, gemoedelijker verstandhou ding". Overigens blijft ervaring toch wel een rol spelen. Possel: „Je hebt nog wel verschil in moeilijkheidsgraad. Het is niet zo dat de computer èlles doet. De mens is degene die bepaalt wat erin komt. Dan speelt erva ring weer wel een rol. Je geeft dus aan wat je in zo'n compu ter wilt opslaan aan gegevens, maar dan is het weer een ander een programmeur die de computer daar geschikt voor maakt. "Bij een geautomati seerd systeem moet je niet uit sluiten dat het om een „gefa briceerd intellect" gaat. Dat proces blijf je als mens wel beheersen. „De computer is een wezen dat 's nachts slaapt en niets weet. 's Morgens moet je hem laden met een pro gramma." De heer Possel ziet het meer als een evolutie dan een revolutie. De schepping is geweest en de evolutie gaat door. Dat houdt een hele reeks ontwikkelingen in. waarin de automatisering ook past. „Onze klanten zeg gen: wat is dat waterbedrijf klein. .De service is bevredi gend. Het personeel voelt zich capabel om gegevens te ver strekken. Wat wil je nog meer?" 1 1 1 1 11 1 1 1 2mm2 2 2 2 2 2 2|2 2 2 2 2 2 2 2 2 2|2 2 2 „Gisteravond heb ik ge huild. U mag dat best weten. Gehuild omdat-ik niet weet wat ik moet doen". Jan (33) zegt dit aan het slot van ons ge sprek. Hij vraagt zijn naam maar liever niet voluit in de krant te zet ten. Ook de zaak waar hij werkt hoeft niet te worden genoemd. Jan vindt dat de computer zijn werk heeft uitgehold. Vroeger kwam er nogal wat denk- en rekenwerk te pas aan zijn werk in het magazijn van een groot handel. Dat gedeelte is nu ech ter verhuisd naar het kantoor, waar de computer er Verder wel weg mee weet. Wat overbleef is wat kaal magazljnwerk. Je hoeft niet meer te werken met bestelkaarten. je hoeft niet meer te zorgen dat alles ge smeerd loopt, dat fouten wor den voorkomen of hersteld. Het gaat allemaal vanzelf, au tomatisch, daar zorgt de com puter wel voor. Wat overbleef is zorgen dat bestelde goederen Daar sta je dan. Je hebt de handelsavondschool gedaan, je diploma magazijnmeester gehaald. Solliciteren behoort tot de mogelijkheden, maar er is geen perspectief. Om accpe- tabel magazljnwerk te doen. zal Jan naar een ander lands deel moeten verhulzen. In het noorden, waar hij nu woont, is geen perspectief. Maar boven dien is het vertrouwen weg. Stel dat je een andere baan krijgt, wanneer slaat de auto matisering dan ook daar toe? „Ze zeggen: Je mag blij wezen dat je werk hebt". Ook financieel heeft Jan geen perspectief meer. Alle promo tiekansen zijn weg. Vroeger wa ren er verschillende salaris groepen. Daarvan is er nu één overgebleven. Je kunt niet meer hogerop, of Je er nu voor geleerd hebt of niet. En of Je je best doet of niet, maakt ook niets uit. Je zou al een witte raaf moeten zijn met een kans je dat Je nog eens een keer op kantoor terecht komt. „Zoals het er nu voorstaat, is mijn vooruitzicht dat ik nog dertig Jaar zo verder moet. tot mijn op een lopende band terecht komen. Ruim tien jaar heeft Jan er gewerkt. De bedoenerige acti- viteiten van acht man perso neel in de magazijnen die moesten zorgen dat de drop, de wijn, de chemicaliën, de ge neesmiddelen, cosmetica, slaapzakken en wat al niet op tijd bij de detaillist, arts, zie kenhuis, drogist of dierenarts kwamen, zijn teruggebracht tot het opvolgen van wat op drachten die op een computer- kaart staan. Je leest wat er moet zijn en Je zet het op een lopende band. „Alle verant woordelijkheid is weg, overge heveld naar het kantoor en de computer", zegt Jan. Het vroegere systeem was om slachtiger, geeft hij toe. Maar wat blijft er van je over als mens. „Al Je verantwoordelijk heid is weg. Je wordt een stel gedresseerde apen. Ik begin nu te begrijpen waarom er zoveel buitenlandse werknemers hier komen. Niet omdat de Neder lander niet wil werken. Maar gewoon omdat het werk dat na de automatisering overblijft door de goedkoopste en volko men ongeschoolde werknemers kan worden gedaan De werk gever wil zich er zelf door ver rijken en dat gelukt hem via de automatisering Volgens Jan is het einde nog niet in zicht. Het uitgeklede magazljnwerk kan nu worden gedaan door vier man, tegen vroeger acht. En er zijn al plan nen voor een verdere toekomst, althans daar wordt aan ge dacht Hoeveel zijn er dan nog nodig? Eén man misschien? pensioen". Jan zegt er nog wat tegen aan te hikken en er nu wel een beetje over heen te zijn, maar dat lijkt meer om zichzelf wat gerust te praten, want in één adem voegt hij eraan toe: „Ze zeggen dat Je ermee moet leren leven. Nou. dat leer Je nooit." Dat hij financieel geen per spectief heeft en geen promotie kansen is wel erg, maar toch niet het ergste. „Het ergst is dat ze Je alle verantwoordelijk heid hebben afgenomen. En het gevoel: waar heb ik nu ei genlijk voor geleerd?" 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 HnnsjinoMSBVaa 111111111 II 7 77 777777 777 3 3 3 1 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 8 6 6 0 0 6 6 6 0 6 6 6 11 111 111 8 8 8 8 8 9 9 0 9 a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 21