3roene spiritualiteit ragen aan CDA en PvdA Hèt NIVV heeft geen mening over kernwapens PRISMA ALMANAK J979 ogezegd Hoe zat het ook weer in1978? dat zoeken we op in Een misverstand de wereld uit AG 19 OKTOBbH iy/9 TROUWKWARTET P 13 RHS 15 ir Guus van Hemert 21 september stond op deze plek de krant een artikel waarin s Bouma ons de reacties deelde die in hem opkwamen iet lezen van een boek dat „Het >ne geloof" heet en de jhiedenis van het vegetarisme ihrijft (door Jane Barkas, enschappelijke Uitgeverij iterdam 1978). Zijn reacties zijn gunstig. Hoewel Bouma zelf fcariër is. vindt hij in de hiedenis van het vegetarisme ^ktisch niets dat hem aantrekt. lagoras mag daarop een Kjndering vormen maar een Htheid als Mahatma Gandhi ziet Hls een triest dieptepunt. Hma's bezwaar ligt in de ^Ktiviteit van de motivering. Hds wordt er uitgegaan van een He minachting voor het aardse W chamelijke, overal vindt hij een entrische wereldmij ding. Het ne geloof maakt daarom op een irreële, onaardse en enselijke indruk. Het is istisch, d.w.z. er wordt een iding aangebracht tussen ds" en „geestelijk", i blijft Bouma vegetariër. Want indt dat er in onze tijd betere even te vinden zijn. Het nieuwe ne geloof, zegt hij, is niet O osthuma: „De gewoonte om bij laamgeving van kinderen af te en van de tradities, getuigt van identiteitszwakte in de huidige enleving" (V.U. Amsterdam) Lever: Het geloof dat de we grede door middel van wapens larborgd kan blijven, is een van afgoderij" (V.U.-Amster- ilthof: „Het verschil in identi- ussen de meeste radio- en t.v.- amma's van de grootste Ne- ndse omroeporganisaties is subtiel als het verschillen tus- anti-zionisme en anti-semitis- (V.U.-Amsterdam) Bithof: De kleuterschool is ook leerschool" (V.U.-Amsterdam) 'raagman: „De uitspraak dat )lan economisch niet haalbaar gt vaak meer over de ideeën de spreker dan over de waarde het plan. (T.H. Delft) raagman: „Als gevolg van de ïikkelingen' in de voetbalsport en de kranteverslagen op ïdagochtend de indruk, dat .portjournalist een oorlogsver ever is, die in zijn vrije tijd lalwedstrijden bezoekt." (T.H.- 1. Wortel: „Diverse technische ïpen zijn door de ontwikkelin- ip het gebied van gereedschap- in van cosmetica zeer geschikt rden voor vrouwen." (T.H.- egocentrisch maar sociaal: het wil een betere verdeling van het voedsel onder de mensen. Ten tweede is het aards en lichamelijk, het gaat niet uit van dualistische minachting voor het materiële maar juist van eerbied en hoogschatting ervoor. En ten derde kan het juist daardoor op een vitale manier alle goede dingen beamen en genieten. Deze gedachten zijn de moeite waard om eens op verder te gaan. Ze maken een gebied bespreekbaar waar onbewuste visies doorwerken. Er is namelijk ook in de christelijke ascese iets heel subtiels aan de hand juist op het gebied van de motivering van soberheid. Als ik nu Bouma's gedachte weer oppak, zou ik die niet alleen over het vegetarisme willen laten gaan, maar over heel het onderwerp van versobering en nieuwe levensstijl willen uitstrekken. Hoe overwin je het dualisme? In strikte zin betekent dualisme dat de ziel als gebied van het goed en het lichaam als domein van het kwaad gezien wordt. Een echt dualisme heeft het christendom nooit gekend. Al van de vroegste eeuwen heeft het tegenover gnostieke stromingen uitdrukkelijk en sterk de waarde van het lichaam verdedigd. Maar de praktijk bracht het toch vaak binnen. Het komt te voorschijn uit de menselijke natuur. De onstabiliteit van gezondheid, eros, fortuin riep er gewoon om, je daar wantrouwend tegenover te plaatsen, je er niet op te verlaten, er bovenuit te komen. Temeer omdat die aardse en lichamelijke waarden een aantrekkingskracht kunnen hebben die iemand afhoudt van een doel dat hij als goed erkend heeft. Ze kunnen verwoestend zijn voor grotere liefde, ontbindend voor een bredere solidariteit. Het werd dus een kunst om dat aardse en lichamelijke, ook wanneer men het niet als slecht zag, op zijn eigen plaats te zetten. En hoe gauw gaan mensen dan dualistisch en materie-verdoemend te werk. Toch werden er in de christelijke ascese ook wijzer oplossingen gevonden. Ik denk nu vooral aan de nobele theorie van het „zoveel als", een visie die veel dankt aan stoïcijnse filosofen. Zij zegt: gebruik het aardse niet meer en niet minder dan nodig is voor een rechtvaardig leven. Je moeter dus een wezenlijke onverschilligheid tegenover hebben. Ze zijn betrekkelijk en beschouw ze als zodanig. Je moet dus niet liever rijk zijn dan arm. „Onverschillig" betekent in dit verband dus „vrij". Vrij tegenover alles wat het doel niet is. Wees arm van geest. Zodat je de dingen künt missen als dat dienstig blijkt (het is waarschijnlijk dat in Matteus 5:3 de woorden „van geest" door de gemeente toegevoegd zijn met het oog op deze levenshouding). Dit alles is een prima weg tot soberheid en bevat zo'n menselijk en christelijk gehalte dat hij voor tallozen dynamiek in hun bestaan gebracht heeft. En toch valt er ook een andere motivering voor een sober leven voor te stellen. Je kunt je indenken dat iemand wél gefascineerd wordt door het aardse, dat iemand het wereldse niet louter als middelen kan zien, maar of het nu mensen, dieren of dingen zijn als eerbied-wekkend in zichzelf. Iemand die de wereld zo beschouwt is niet onverschillig, niet vrij. Hij wordt getrokken, is gehecht. En juist déérom maakt hij spaarzaam en eerbiedig gebruik van de dingen. De motivering wordt dus omgedraaid. Hoe ziet dat er nu in de praktijk uit? Daar kun je soms de paradox tonen dat de geestelijk onthechte man zich een rijke levensstijl aanmeet. Je treft hem goed voorzien van goede sigaren in een snelle auto. want zo voelt hij zich het lekkerst om zijn werk voor anderen optimaal te doen. Eerst neemt hij nog wel eens lifters mee,maar nnnrmate meer tot hem doordringt dat hij daar niet voor verzekerd is, laat hij dat achterwege. Kortom, hij raakt, onthecht en wel, verstrikt in heel het patroon van de industriële samenleving. Zie daartegenover degene die niet onthecht is, niet vrij, rr. .ar gebonden door banden van eerbied en liefde, ook voor dingen en dieren. Het kan zijn dat hij juist daardoor wel een soberder stijl ontwikkelt. Niet dus omdat hij de aardse dingen minacht. Niet eens alleen omdat het onrecht is dat de goederen zó ongelijk verdeeld worden dit laatste is wel het voornaamste, meest christelijke, ook meest socialistische motief maar omdat een eenvoudiger gebruik ook weer recht doet aan de dingen en je eigen lichaam. Het geeft kans nuances te zien, dieper in dingen door te dringen, relaties recht te doen. Het sluit aan bij een harmonie waarvoor wij gemaakt zijn. Iemand kiest dus fiets of trein niet alleen omdat het beter is maar ook omdat het rijker is: hij ziet meer aardige en nare mensen in ongedwongen nabijheid zonder glas, hij voelt de wind in zijn haren, de kou in zijn vingers, het bloed in zijn lijf Het klinkt allemaal wel erg braaf. En als je naar de glanzende ogen van de quiz-echtpaartjes kijkt die hun prijzen uitzoeken, ga je volkomen twijfelen of het wel waar is. Wat hier beschreven wordt is vaak echt een „uitgestelde bevrediging", één die pas op den duur 2ijn waarde bewijst. In een wereld waar de commercie geheel gericht is op directe bevrediging (op je twaalfde jaar roken, op je achttiende een auto) maakt het een wat bespottelijke indruk. Waarbij nog komt dat van socialistische zijde zo'n uitgestelde bevrediging soms als een typisch burgerlijk verschijnsel, een praktijk van welvarende beschaafde mensen wordt afgedaan. Maar misschien zfjn we wel zulk soort mensen en moeten wij dan daar de kwaliteit van waarmaken: onszelf en onze kinderen leren om sober en wijs om te gaan met de materie die ons in zo overvloedige mate toestroomt. Leren dat een vierplts gastoestel met goede voedingsgewoonten beter is dan een volautomatisch fornuis met een dom menu, en samen vaten wassen tienmaal meer voorstelt dan een vaatwasmachine. Versobering uit vreugde om de aarde. Toch houdt zij ook iets tegen de haren instrijkend, iets van achteruitgang! Tegenstrijdige gevoelens! Een merkwaardige uitdrukking van die tegenstrijdigheid, die ambivalentie vind je in het zevende hoofdstuk van Jesaja. Bij de dreigende Assyrische invasie wordt een teken beloofd: de geboorte van een koningskind. Dit kind heeft een zeer positieve naam: God met ons. Het is een voorteken van de Messias. Maar tegelijk wordt er iets bij gezegd waarvan het niet duidelijk is of het heil of onheil betekent: gestremde melk en honing zal hij eten. Het wil zeggen: in een vernield land, overwoekerd door distels, blijven alleen wat koeien lopen en in een boomstronk vindt men wat honing: het land teruggebracht tot armoede. Maar tegelijk zijn melk en honing een godenspijs, voedsel van het beloofde land, herinnering aan het prille begin. De woorden duiden zodoende tegelijk op achteruitgang en op vreugde. In Israël kwamen deze door een ramp. Bij ons zal het wel niet anders gebeuren. Maar het zou prachtig zijn als wij zonder uiteenstorting de weg zouden vinden naar wat wij iedere dag proberen: onze auto kwijt te raken. Ria Beckers ïns de algemene beschouwin- leeft de PPR-fractie de Kamer aagd uit te spreken dat zij geen we kernwapens op Nederlands dgebied wenst én geen moder- 'I ing van het kernwapenarse- in Europa. Het zal sommigen opgevallen dat deze motie na in de publiciteit geheel on- water verdween. De discussie te zich toe op een PvdA- en een •motie die slechts gingen over esluitvormingsprocedure: res- evelijk „geen besluit tot mo- isering vóór Salt-II is geratifi- I" en: „geen besluit vóór we wat er met Salt-II gaat ge en". iev< >1 F' d n i [rote partijen hadden alle re- om het debat over de moderni- lg van de NAVO-kernwapens ten proceduredebat te verkla- Zowel PvdA als CDA hebben mmers moeilijk om als fractie tot een standpunt te komen. Onbe grijpelijk is echter dat bijna alle journalisten hen daarin zijn ge volgd en dat niemand duidelijk heeft gemaakt welk spel hier op nieuw dreigt te worden gespeeld. Onbegrijpelijk, omdat iedereen weet hoe intens de kernbewape ning in ons land in en buiten de kerken in discussie is. Tijdens het Kamerdebat over de 572 nieuwe kernraketten met mid delgroot bereik, drong zich sterk de vergelijking op met het debat over de levering van verrijkt uranium aan Brazilië. Het kabinet bleef toen zeggen: we hebben ons niet onvoorwaardelijk gebonden, maar we moeten blijven meedoen om in vloed te houden. De Kamer ging daar uiteindelijk in mee, tot er geen „terug" meer mogelijk was. Een jaar later stelt het kabinet rustig vast, dat er voorlopig geen 'internationaal akkoord over het vreedzaam gebruik van kernener gie zal worden bereikt. En geen Kamer die het nog vraagt daaruit de consequenties te trekken. Een soortgelijke gang van zaken begint zich ook nu af te tekenen. De minis ter-president zegt: we mogen ons niet buitenspel zetten bij de be sluitvorming binnen de NAVO, we zullen ons niet onvoorwaardelijk binden, we gaan met de bondgeno ten het aanbod van de heer Brezn- jew bestuderen en de besluitvor ming in de NAVO gaat gewoon door. Onze vragen aan de minister-presi dent én aan CDA en PvdA zijn: Hoe kan Nederland zich buiten spel zetten, als is bepaald dat be sluiten binnen de NAVO unaniem moeten zijn? Betekent dat niet dat elk land het recht heeft een besluit tegen te houden? Betekent dat niet dat Nederland met een duidelijk afwijkende houding van het begin tot het einde invloed heeft? Waarom beroept Nederland zich ook in dit stadium op overleg met de bondgenoten? Als bijna alle bondgenoten vooruitlopend op de besluitvorming laten weten dat zij geen bezwaar hebben tegen nieuwe kernwapens op hun grondgebied, waarom laten wij dan niet min stens horen dat wij wél bezwaren hebben? Als Bonn zelf naar Mos kou reist om opheldering te vragen over de rede van Breznjew, waar om volgen wij dat voorbeeld dan niet en waarom gaan wij voor onze informatie in zo'n hoogst belangrij ke zaak af op anderen, die boven dien positief staan tegenover de modernisering? Waarom laten wij nu al met zo veel woorden weten dat wij ons wél voorwaardelijk willen binden? Hoe voorkomen wij straks dat pro- duktie in beginsel en invoering in beginsel vanzelf leidt tot definitie ve invoering? Iedereen weet toch dat dat niet meer tegen te houden zal zijn? Wijzend op de ervaringen met het URENCO-debat, hebben wij de Ka mer met de meeste klem gevraagd het niet te laten bij moties die de besluitvorming regelen, maar bo vendien tijdig de inhoudelijke uit spraak te doen dat Nederland deze modernisering niet wil. Dat moet de NAVO-partners gewoon duide lijk zijn. Ik ga er daarbij van uit dat velen binnen het CDA en de PvdA tegen elke uitbreiding van de kernbewapening zijn. Oppassen is voor hen geboden. Een te sterke koppeling van het moderniserings- besluit aan Salt-II, zoals beide mo ties die maken, is levensgevaarlijk. Zo wordt de publieke opinie rijp gemaakt voor de gedachte dat een besluit tot modernisering moet volgen als Salt-II eenmaal is gera tificeerd. De PPR-fractie besloot, gezien de wijze waarop de discussie verliep, de motie nog even aan te houden en haar binnen enkele weken in stem ming te laten brengen. Ik hoop van harte dat de Kamer de. NAVO-partners duidelijk zal ma ken hoe talloze mensen in Neder land over de voortgaande bewape ningswedloop denken. Aan de diepgaande discussie hierover mag ADVERTENTIE Alfabetisch overzicht van gebeurtenissen, personen, enz. Weekkroniek, Sportuitslagen. 272 bladzijden. 153 landenkaartjes bij boek- en tijdschriftenhandel. f7,90 door S. Rozemond en J. G. Slccama Tijmen van 't Foort vindt (Trouw 12/10 1979) dat een onlangs door het NTVV (Nederlands Instituut voor Vredesvraagstuk ken) uitgegeven boekje te kort schiet als betrouwbare gids in de kernwapendiscussie. Het gaat hier om een overzicht van argumenten gegroepeerd rond twintig aspecten van nucleaire afschrikking. Het valt niet mee het iedereen naar de zin te maken, al geeft Van 't Foort te kennen dat zijn bezwaar niet alle behandelde punten geldt. Laat hij overi gens maar eens een tweede inleiding in dit vraagstuk noemen die de leek bij benadering evenveel facetten laat zien. We durven dat zelf zo te stellen juist omdat in de „Twintig discussiepunten" ruim gebruik is gemaakt van opinies geuit door anderen zoals de vredesbeweging. geen onrecht worden gedaan. Wij hebben hier een unieke kans en een grote verantwoordelijkheid. Ne derland is misschien het enige land in West-Europa waar christen-de mocraten en socialisten elkaar zou den kunnen vinden op de doelstel ling: geen nieuwe kernwapens meer erbij. Dat zou zelfs een keer punt kunnen betekenen in de ge schiedenis van de bewapenings wedloop. (Mevrouw Beckers is voorzitter PPR-fractie Tweede Kamer). Dat wij tegen bedoeld artikel opko men heeft evenwel een andere re den. Van 't Foort doet het namelijk voorkomen alsof het NIVV zich met dit boekje opnieuw stelt achter de officiële afschrikkingsstrategie. Hierin nu zitten maar liefst drie foute observaties. Ten eerste kent uiteraard een instelling als het NIVV niet een collectieve mening. Ten tweede hebben wij beiden, zijn de degenen die vanuit het NIW de' afgelopen jaren het uitvoerigst over nucleaire afschrikkingen hebben geschreven, er nooit een geheim van gemaakt dat het officiële denken ons steeds ernstiger verontrust. En ten derde bevat het boekje in kwes tie meer punten van kritiek op de geldende strategische koers dan Van 't Foort blijk geeft er zelf te kennen. Op elk van deze drie rechtzettingen nog een korte toelichting. Dat een staf van mensen met heel verschillende wetenschappelijke en politieke achtergrond niet te zamen één mening huldigt over wat we verder met de sombere wapenont wikkeling aan moeten spreekt van zelf, net zo goed als de Groningse polemologen een staalkaart van op vattingen vertegenwoordigen zon der dit alle dagen te etaleren. Mag het soms? Om een actueel voor beeld bij de kop te nemen. Over vervanging van kernwapens voor de lange afstand in Europa hebben vijf stafleden van het NIVV een mening geventileerd. Eén was er al bij voor baat tegen en vier anderen vonden elkaar in de criteria dat het moest blijven bij een min of meer symbo lisch aantal en bij echt onkwetsbare systemen. Voor ons belden telt daarbij zwaar dat het uit geen enkel oogpunt (noch humaniteit, noch af schrikking, noch relativering van de waarde van kernwapenbezit) baat wanneer aan de overkant de indruk postvat dat de Sowjet-Unie als nu cleaire reus die aan de touwtjes trekt zorgvuldig buiten schot wordt gelaten en dat alle middelen in West-Europa staan gericht op grondgebied als dat van de Polen die noch kernwapens hebben, noch zeggenschap, noch de sympathie van Moskou. Mocht straks aan die twee voornoemde criteria niet zijn voldaan (en daar ziet het volgens de krant naar uit) dan zal binnen het NIVV ook op dit punt wellicht nog grotere verscheidenheid van me ning optreden. Wat onze houding tegenover de heersende denktrant betreft, we hebben menigmaal verkondigd dat degenen die in het Westen de lakens uitdelen niet zozeer geïnteresseerd blijken in afschrikking en wapenbe heersing als wel in het tegendeel daarvan, te weten het openen van steeds meer opties op daadwerke lijk wapengebrulk. Lang voor het neutronendebat signaleerden we in regeringsstukken twijfelachtige passages over de mogelijkheid dat onze samenleving zich van een nu cleair conflict zou weten te herstel len. Juist angst voor oorlog had de geesten rijp moeten maken voor een netwerk van stringente maatre gelen in het vlak van de wapenbe heersing. Wat daarentegen in feite gebeurt slaat vrijwel elke hoop de bodem in. De recente rede van Kis singer in Brussel was daar het zo veelste teken van, evenals de Weste lijke aarzeling te erkennen dat de rede van Breznjew in Berlijn (uit welke motieven en met welk krachtsvertoon dan ook) elementen bevatte waar lang naar was uitge zien: een aanbod tot beperking van onaangekondigde troepenverplaat singen ook buiten oefenverband en uitdunning van de pantsersterkte in voorste lijn. Ook voor het opsporen van valse elementen in het offlciéle denken achten wij het nodig alle aspecten van het kernwapenvraagstuk eer lijk en helder in beeld te brengen. De gedachtenvorming in ons land werd evenzeer vertroebeld doordat de regering afschrikking en wapen- verfijning steeds door elkaar haalde als doordat de vredesbeweging haar bezwaren tegen afschrikking en te gen wapenvertijning onontwarbaar dooreen liet lopen. Voorstanders van een neutronenwapen of van een Eurostrategische balans maken hier misbruik van met hun preten tie tegemoet te komen aan de hoofdzorg der ethici, te weten dat de schepping zou vergaan. Zeker, ook de synodale handreiking van de Hervormde Kerk bevat nu heel wat over de voorwendels bij de wapen wedloop. Daar is echter weer de keerzijde wat onderbelicht. Welis waar kan men er tussen de regels lezen dat afzien van kernwapens mogelijk de kans op een conventionele krachtmeting zou verhogen, die strijd dan volgens de trend wel eens honderden miljoenen do den zou kunnen eisen, halverwege zo'n oorlog in een muip van rijd alsnog kernwapens zouden kunnen worden aange maakt. Maar dat staat er allemaal erg ver stopt en een poging tot vergelijking van gevaren blijft achterwege. Van de drie zojuist genoemde kwade kansen vinden we in de elndbalans slechts nog een enkel woord terug: „kleerscheuren." Volgens de handreiking vallen de risico's van gehoorzaamheid aan de Heer nu eenmaal niet te wegen. Zo zijn we weer terug bij de Vredes- krant 1978 van het IKV waar het heette: „Wat de prijs zal zijn weet niemand. Misschien is het maar goed dat Je dat niet van te voren weet." Werden we het nu maar met z'n allen over het volgende eens: geen discussiestuk deugt als er niet min stens in voorkomt: verwijderen van kernwapens, te beginnen bij Nederland kan volgens menigeen veeleer uitlopen op: ver spreiding van kernwapens, te begin nen bij Bonn. de richtpreclsie opvoeren van kernwapens ten getale van een complete strijdmacht draagt in ve ler ogen meer kenmerken van oor logshantering dan van oorlogsvoor koming, in brede kring geldt dreigen met massavernietiging, op een massa vernietiging zelf na, als het onmen selijkste wat er bestaat, een modeme nlet-nuclealre oor log tussen de supermachten zou volgens velen nauwelijks méér van Europa overlaten dan een regionale kernoorlog zou doen. Daar is niet alles mee gezegd en het NIVV-boekje bevat nog allerlei an ders. Van 't Foort had er graag nog meer willen aantreffen over de ge dachte van volkseenheid in een stel sel van sociale verdediging. Daar over heeft het NIVV ettelijke publi caties het licht doen zien, maar het is wel een hoofdstuk apart. In een eerder dit jaar verschenen rapport van de werkgroep militaris me van de Raad van Kerken wordt het IKV in veiligheidszaken tegelijk uitgeroepen tot voorhoede en tot hoedster over een open discussie. Soms zoals bij het lezen van de tegenwoordige Vredeskranten of van een polemiek door Van 't Foort krijgt men de Indruk dat die twee hoedanigheden maar moeilijk sa mengaan. Gelukkig zijn er mensen, zowel aan de top als aan de basis van het IKV, die ons boekje een aanwinst vinden. Waarom ook niet? Het zou een teken van zwakte of van dwingelandij zijn om mensen een brede oriëntatie te misgunnen. Elke weg die zich voor West-Europa aftekent lijkt meer potentiële nade len op te leveren dan pluspunten. Toch zal ieder een keus moeten doen, liefst niet in den blinde maar voorzover dat kan willens en we tens. En welke richting het ook op gaat, niemand zal gerust mogen zijn op de afloop. (S. Rozemond en J. G. Slccama zijn respectievelijk adjunct-directeur en stafmedewerker van het Neder lands Instituut voor Vredesvraag stukken).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15