rans portret van
drie Victoriaanse zusters
Smakelijk thriller
vertier in oude trant
Vreemdeling gevangen
in eenzaamheidscirkel
vonturen in de marge
an de criminaliteit
sc
¥i
soeurs Brontë
The lady Vanishes
Dckers'
fc
Instant pictures
Prolongaties en reprises
Goeie wijn hoeft niet duur te zijn.
Tenminste niet
bij de slijter-wijnhandelaar!
FILM
TROUW/KWARTET P 11 - RHS 13"
door W. Wielek-Berg
In het Victoriaanse Engeland een jonge vrouw zijn van goede, maar onbemiddelde huize,
bedeeld met hartstocht en intellect doch niet met opvallende schoonheid: ziedaar een lot dat
je je ergste vijandin niet zou toewensen.
Dergelijke meisjes vielen tussen alle
stoelen, een huwelijk kwam nauwe
lijks in aanmerking omdat intelligen
tie een welhaast even grote handicap
vormde als gebrek aan geld, de enige
mogelijkheden waren: huissloof wor
den, zolang een van van de ouders
nog leefde of als gouvernante in
dienst treden bij een rijke familie.
Daar werden ze door het personeel
niet aanvaard, ze werden uitgesloten
van de warmte van de keuken omdat
ze bij hun werkgevers aan tafel moch
ten eten, maar de echtelieden, mits
gaders de kinderen, beschouwden
hen als meer of minder nuttige voor
werpen zonder inhoud, waar je best
eens een trap tegen mocht geven als
het zo uitkwam. Voegt men daarbij
ziekte, vroege dood van vele familie
leden, angst en zorg om een begaafde
broer die zichzelf te gronde richtte en
een landschap zo verlaten als de
„moors" van Yorkshire, dan heb je
een kleine hel waarvan de verschrik
king niet mag worden onderschat.
pe gezusters Brontë, Charlotte, Emi
ly en Anne, dochters van een domi-,
nee, leefden in zo'n hel en hun be-'
staan zou onopgemerkt zijn gebleven
als ze niet hadden geschreven. Door
hun boeken is hun korte leven (ze
stierven respectievelijk op hun ne-
gen-en-dertigste, dertigste en negen-
en-twintigste, allemaal aan tubercu
lose, waarschijnlijk verwekt door ont
bering, kou en slecht eten op de kost
school die twee andere zusters van
het gezin al op veel vroegere leeftijd
de dood indreef) legendarisch gewor
den. Voer voor psychologen, marxis
ten, sociologen en feministen.
Van de drie zusters was Emily de
geheimzinnigste en de geniaalste:
haar „Wuthering Heights", een bijna
anarchistisch meesterwek vol toorn
en passie, bleek voor de toekomst
geschreven: critici en lezers uit haar
tijd wezen het af. De romans van
Anne sloegen wel aan, maar ze stiérf
te jong om van de erkenning te genie
ten en haar boeken zijn nu bijna
vergeten. Charlotte was de enige die
iets van de roem proefde: haar „Jane
Eyre" werd wat wij een best-seller
noemen. Zij was ook de enige die niet
als maagd stierf, ze trouwde met de
hulppredikant van haar vader, doch
mocht de geboorte van haar kind niet
beleven.
Het huishouden van dominee Brontë
was een vrouwenhuishouden, dat
draaide om een man: de broer, Bran-
well, die zijn artistieke beloftes niet
waar maakte en, verteerd door drank
en opium, op zijn een-en-dertigste
stierf.
Leven en werk van de Brontë's maak
te Curtis Bernhardt een geromanti
seerde biografie: er zijn drie adapta
ties van „Wuthering Heights" (in 1939
van William Wyler, in 1950 van Luis
Buftruel, in 1970 van Robert Furst) en
niet minder dan zes van „Jane Eyre"
(1913, 1915, 1921, 1934, 1943, en 1972).
Nu heeft de Fransman André Téchiné
hun leven ongetwijfeld naar beste
weten en geweten, op het doek ge
bracht en daarbij zowel gebruik ge
maakt van de biografieën die ove r-
hen zijn verschenen als van hun boe
ken (hij gaf in de dialogen, voorzover
mogelijk, de voorkeur aan de
boeken).
Uit angst voor melodramatiek, die
zich bij zo'n onderwerp als het ware
opdringt en waarschijnlijk ook uit
respect voor de drie zusters schilder
de hij de drie vrouwenportretten, ge
groepeerd rond de ongelukkige broer
Branwell (Pascal Greggory) in koele
tinten. Bij Branwells zuippartijen
wordt niet geschreeuwd en gevloekt,
bij de veelvuldige sterfbedden wor
den geen handen gewrongen, er valt
zelfs geen traan: onbewogen, trots en
koppig wordt het lot geaccepteerd.
Dezelfde koelheid wordt toegemeten
aan het landschap, dat geen decor
vormt maar ook als hoofdpersoon op
treedt: het is zeer kaal, zeer desolaat,
maar zeker niet romantisch wild en
woest. Een soort vervreemding treedt
op en die past ook wel bij die vreemde
levens, geleden in een verre, vreemde
tijd die Téchiné als het ware voor
onze ocen laat stollen.
Men kan de regisseur misschien al
leen verwijten, dat hij te weinig heelt
laten doorschemeren van de verwar
de, onzalige, onvervulde en daarom
bijna troebele erotiek die in de boe
ken van Charlotte en Anne zindert
onder het keurige, aan de tijd aange
paste oppervlak (Emily's „Wuthering
Heights" onttrekt zich aan dergelijke
beschouwingen).
Voor de hoofdrollen heeft hij de
bloem van de Franse actrices geko
men: Isabelle Adjani als de schuwe,
fiere, kinderlijke en mannelijke, on
bereikbare Emily; Marie-France Pi-
sier als Charlotte, de meest „wereld
se" van de drie, de enige die weg wil;
Isabelle Huppert als de lieve Anne,
een verschijning op de achtergrond
die altijd aanwezig is.
Charlotte heeft hij postuum geschon
ken wat ze niet bezat toen ze nog
leefde, wat ze het meest begeerde,
waar ze alles voor had willen geven:
schoonheid. Iets te veel van het goe
de: men kan zich nauwelijks voorstel
len dat een vrouw met het uiterlijk
van Marie-France Pisier geen sprank
je wederliefde opwekt bij het voor
werp van haar hartstocht, de direc
teur van een kostschool in Brussel, en
zo muisachtig onopgemerkt blijft als
ze, op het toppunt van haar roem, de
opera bezoekt. Maar een onaantrek
kelijke vrouw te laten uitbeelden
door een onaantrekkelijke actrice
vereist een moed, die slechts heel
weinig regisseurs kunnen opbrengen.
Amsterdam-Alhambra 1; Utrecht-
Studio; Groningen-Movies.
belle Adjani, Isabelle Huppert en Marie-France Pisier in „Les Soeurs Brontë.
emouth in „Rockers"
D. Ouwendijk
O]
Ball.
.ken! daardoor straalt de film een
Ivangenheld uit, zoals je in pole-
°k tiende films met en over kleurlin-
Tijwel nooit zult aantreffen.
n wi itme van de film wordt geheel en
klfepaald door de muziek. Jamai-
muziek met een klankkleur,
Ho eheel en al past bij de originele
rnte opsmuk, waarmee de men
ie de muziek ten gehore brengen
op dansen gekleed gaan. Naar
'erhaal genomen is de film een
avonturen film: avonturen in de
e van de criminaliteit. Maar een
Penaliteit, waar zoveel ironie in is
;d, dat zij eerder lijkt op een
antwoord op tekortkomingen
(Jamaicaanse) samenleving dan
ï^3ivervalste misdadigheid.
ilangrijkste persoon in de film is
fes y Wallace, een gezocht drummer
door W. Wielek-Berg
'k Zou liegen als ik zei, dat ik me nog veel herinnerde van Hitchcocks „The Lady Vanishes"
(gemaakt in 1938, maar in Nederland na de oorlog hervertoond). Als ik aan die film denk zie ik
het gezicht van een oud, broos dametje; een woord, geschreven op de beslagen ruit van een
treincoupé; twee zeer Engelse heren die alles met een ironisch oog bekijken en een soort
wedstrijd in understatement schijnen te houden.
Dat is vrijwel alles en het maakt het
des te gemakkelijker om de nieuwe
„The Lady Vanishes" van Anthony
Page (toch wel met Hitchcok verbon
den: zijn scenarioschrijver, George
Axelrod, baseerde zijn script op dat
van zijn voorgangers Frank Launder
en Sidney Gilliat) op zijn eigen meri
tes te beoordelen. Die zijn voor dit
thriller-genre niet gering. Om te be
ginnen is de kern van de plot (gehaald
uit Ethel Lina White's roman „The
wheel spins") ijzersterk. We komen
het gegeven in allerlei versies tegen:
onder meer in het beroemde verhaal
over de vrouw die tijdens de grote
tentoonstelling in een Parijs hotel
aan een besmettelijke ziekte sterft en
wier dood om commotie, verlies van
klandizie en misschien zelfs paniek te
voorkomen, voor iedereen geheim
wordt gehouden.
In „The Lady Vanishes" is het motief
van de verdwijning niet ziekte maar
politiek, doch dat maakt weinig uit:
een vrouw is plotseling weg, iedereen
doet alsof zij nooit heeft bestaan, een
koppige zoekster waant zich tenslot
te dronken, hysterisch of gek omdat
ze bij elke nasporing op een muur van
onbegrip stuit.
„The Lady Vanishes" speelt in een
trein, die in het eind van de jaren
dertig een aantal voornamelijk En
gelse en door oponthoud en nazi-ver
toon geïrriteerde passagiers uit Beie
ren over de grens moet brengen. De
vrouw die verdwijnt is een Engelse
gouvernante, degene die haar zoekt
een Amerikaanse wildebras, rijk ge
worden door een aantal huwelijken
maar lang zo losbandig niet als de
geruchten willen en haar helper (het
duurt lang voor hij overtuigd is van
haar gelijk, maar dan gaat hij ook
door roeien en ramen) een Ameri
kaanse fotograaf van „Life". Om hen
heen wemelt het van ondoorzichtige
type's: sommige sinister, andere echt
of schijnbaar argeloos, praktisch alle
maal in het bezit van het een of
andere geheim. De film is wat rijker,
wat overdadiger dan zijn klassieke
voorbeeld (dat weet ik nog wel) maar
actie en intrige worden niet opgeof
ferd aan uiterlijk vertoon. Elke secon
de valt er wel iets te beleven: perso
nen verschuiven hun masker of wer
pen het af, met de trein worden aller
lei machinaties uitgevoerd, op een
onverwacht ogenblik waait er een be
langrijk bewijsstuk langs het raam.
Het spel is voortreffelijk: Cybill Shep
herd, de dolle Amerikaanse, tijdens
de gehele reis meer ont- dan verhuld
door een smetteloos witte avondjurk,
straalt zoveel charme uit dat zij ver
tedering en sympathie wekt; Angela
Lansbury als het dametje uit de titel
weet geraffineerde accenten in haar
rol te leggen zodat wij het moeten
betreuren dat zij gedurende een groot
deel van de film te zien noch te horen
is; Elliot Gould als de fotograaf is een
waardige partner van Cybill Shep
herd en het is telkens weer een genot
Cybill Shepherd in „The Lady Vanishes1
om te kijken en te luisteren naar Ian
Carmichael en Arthur Lowe als de
keurige cricket-fanatici, die van al
dat gedoe alleen maar bijna de zenu
wen krijgen, omdat ze bang zijn niet
op tijd te zullen arriveren voor een
belangrijke wedstrijd.
Van harte aanbevolen aan een ieder
die houdt van een smakelijke, span
nende thriller op de oude, beproefde
leest geschoeid.
Amsterdam-Tuschinski 2; Utrecht-
Springhaver,
opvallende aan de film „Rockers" is niet in de eerste
dat zij een Jamaicaanse film is, zich afspelend op
lica met Jamaicaanse acteurs, d.w.z. kleurlingen. Het
lende is vooral, dat de maker van de film, Ted Bafalou-
werkend met kleurlingen kennelijk geen moment er aan
Bedacht, om in te gaan op enige kleurlingen problema-
bij de vele volkse bandjes, een aardi
ge praatjesmaker, met de bijnaam
Horsemouth. Jamaica is, zoals men in
vroegere films al heeft kunnen zien,
een land waar muziek een tweede
levensbehoefte schijnt te zijn. Armoe
wordt weggedanst en -gemusiceerd in
syncopische maar harmonieuze en
melodieuze wijsjes. Hierop inspelend
probeert Horsemouth aan de kost te
komen door massale verkoop van
grammofoonplaten. Het lukt hem
niet zo best, zodat hij zijn drummer-
functie weer moet opvatten en zo in
conflict komt met Jamaica's „Baby-
Ion" het slang-woord voor Jamai
ca's weinig scrupuleuze establish
ment. Dat conflict krijgt een geestige
wending. Dat de film overrompelend
goed zou zijn, kan ik niet zeggen.
Maar het animerend kleurrijke ritme
van de film, in mensen, achterbuur
ten in situaties, laat je als kijker toch
niet onberoerd.
Amsterdam-City 3;
door D. Ouwendijk
Interessant van opzet en knap in uitwerking is George Schoutens tweede speelfilm „Instant
pictures". De film geeft precies wat zij in de titel belooft, niet meer maar ook niet minder:
momentopnamen. Geen dorre situatie-opnamen, maar „betrappingen" van mensen, in min Of
meer spontane reacties. In die betrappingen liggen zowel de kracht als de zwakheid van
Schoutens film.
Kees Wientjes als vreemdèling in „Instant Pictures".
Ehe der Maria Braun Met de
ddelen van het melodrama
igt Rainer Werner Fassbinder
-«for tot de kern van het Wirt-
laftswunder. Een prachtige titel-
van Hanna Schygulla. De gehele
*k in Alhambra 2 en Tuschinski
Amsterdam; Studio, Groningen;
mbrandt 2, Utrecht; Cineac 2,
'n Haag.
Enfants du Paradis Franse
'ergreen" uit 1944 van Marcel
mé met Jean-Louis Barrault, Ar
ty en Pierre Brasseur. De gehele
feek in de Movies, Amsterdam.
ravamo tanto amati Uitsteken
film over liefde, politiek en film
fer
in het na-oorlogse Italië van Ettore
Scola. De gehele week in Cinema,
Deventer.
Préparez vos mouchoirs Prachtige
Franse satirische comedie van Ber-
trand Blier. De gehele week in Cine-
center, Amsterdam.
La Femme qui pleure Regisseur
Jacques Doillon ziet de aloude drie
hoeksverhouding in een nieuw licht.
De gehel week in De Uitkijk, Am
sterdam.
Herfstsonate Klassieke film van
Ingmar Bergman met Ingrid Berg
man en Liv Ullman in de hoofdrol
len. De gehele week in Diana, Assen
en 't Voorhuys, Emmeloord.
De Klompenboom Prachtige pasto
rale over Italiaans boerenleven aan
het eind van de vorige eeuw van
regisseur Ermanno Olmi. De gehele
week in Camera, Tilburg.
Les petites Fugues De Zwitserse
regisseur Yves Yersin toont zich een
meester in de eenvoud in deze film
over een oude boerenknecht die op
zijn brommer de vrijheid verkent.
De gehele week in Filmhuis, Breda;
't Hoogt, Utrecht; 't Venser, Rotter
dam; Movies, Amsterdam.
Dillinger is dood De beste film van
Marco Ferreri over een man die uit
verveling een moord begaat. 21 okt.
Filmhuis, Katwijk aan Zee.
Het Zout der Aarde Zeer geënga
geerde film uit ae jaren vijftig over
een mijnstaking in New Mexico die
het eerste kleine stapje betekent
voor de vrouwenemancipatie, ge
maakt door Herbert Biberman, 22
t.e.m. 26 okt. Kennemer Vormings
centrum; 24 okt. V. C. Joice, Boxtel.
In een interview, afgedrukt in de fes
tivalkrant van Het Vrije Circuit ter
gelegenheid van zijn „festival '79"
met achttien uur lang Nederlandse
films (19-20 oktober) heeft Schou
ten o.m. gezegd:
„Je vindt sommige personen interes
sant en die wil je in je film een rol
laten spelen, terwijl je probeert een
bepaalde visie te laten zien over
situaties en dingen, die je waarneemt
bij andere mensen, die bewust in deze
tijd leven. En daqr probeer je een zo
gunstig mogelijke vorm voor te vin
den. Ik ben geen schrijver, al zie
ik het allemaal wel voor me. Maar ik
spreek een filmtaal en als je dat op
papier zet, dan ontstaat er een beeld,
waarvan ik zelf weet, dat het uitein
delijk heel anders zou worden. Het
zou prettiger zijn als ik een goed
scenarioschrijver had, die het ook in
de juiste taal wist om te zetten."
De juiste taal. Dat is niet alleen de
taal van de gesproken dialoog, maar
ook de samenhangende taal van een
dramatiek: de taal die stuwing geeft
aan het woordgebruik, terwijl het
woordgebruik weer een eigen stuwing
aan het beeld geeft. Het zwak van
Schoutens film is, dat de uit de beel
den voortkomende stuwing in het
woordgebruik duidelijk verpaupert.
Het gaat niet om de psychologische
onmacht van de figuren, zich in woor
den te uiten. Het is de onmacht van
de filmmaker om zijn beelden aan te
vullen met een trefzekere, dramati
sche inhoud van het woord.
Een vreemdeling, die Victor heet en
met een Deense woonbus door Neder
land rijdt, besteedt zijn tijd aan het
maken van moment-opnamen van
mensen, die hij in schrikhoudingen
betrapt (hij doet dat door ontbran
dende voetzoekers achter hen te wer
pen). Dit vreemde gedoe wordt opge
merkt door een Jonge vrouw, die zich
bijzonder tot de man voelt aange
trokken en aparte foto's van hem wil
hebben. Onder invloed van een mys
terieus bij hem doorwerkende
nieuwsgierigheid gaat de vreemde
ling op de wensen van de vrouw in.
Maar hij vat al weerzin op, zodra hij
eraan begint. Het leidt tot tamelijk
wrede, denigrerende foto's. Behalve
deze vrouw een lege mensevorm
is er een taxichauffeuse, die de
vreemdeling op zijn bizarre tocht
volgt en een warm gevoel voor hem
opvat. Het loopt allemaal op niets uit.
De kracht van Schoutens film schuilt
in de constante aandacht voor de
fotograferende man. Zijn doen en la
ten schept een niet gewilde leegte om
hem heen, zodat hij met al zijn
stugge arrogantie het middelpunt
wordt van een eenzaamheidscirkel,
waar niet meer uit te komen is. In
deze zin wordt de man een symbool
van de zinloosheid van menseleven,
dat de moment-opname ais enige uit
weg ziet. En er in vastloopt. De
vreemdeling is de mens, op een reis
zonder stilstand of uitzicht.
Instant Pictures Kijkhuis Den
Haag
ADVERTENTIE