iver Joden gesproken (of gezwegen) )e ene archiefkast van La Prénsa Europa werpt Canada terug op Amerika Marmotten in de najaarszon jpositiekrant van Nicaragua is kritisch gebleven SDAG 17 OKTOBER 1979 TROUW/KWARTET H 11 Sfriijj Willem Zuidema ZelJ Laat issen it zinvol of nodig in het geschiedonderwijs, bij aardrijks- le, maatschappijleer, godsdienstonderwijs, Engels, of wat ook, het jodendom te bespreken? Of aandacht te schen- aan joodse geschiedenis? Dat was een van de centrale :n waarmee een aantal schoolboekonderzoekers en men- «juit verschillende vakwetenschappen uit Duitsland, Neder- en Amerika drie dagen op hun jaarlijkse congres in burg bezig zijn geweest. om 1 tan) s hf tusse ing ti aft. peric Het hangt onmiddellijk samen erke e achterliggende vraag: waar- waartoe geef je eigenlijk onder- Als dat alleen maar is om de >id biren een aantal wetentjes of iondf gheden bij te brengen, dan kan daar n hoogste een kwestie van volle- ien i d ziJn men geschiedenis ïe op dsdienst ook nog aandacht be- eleic aan jodendom of joodse ge- lenis Maar gaat het om meer, het waarom, de motivatie, n tafel komen. Wat wil je en? Wat zijn je leerdoelen? Als voorbeeld verdraagzaamheid ankweken. kun je dat dan niet goed of beter aan de hand van over zigeuners of Turkse gast- Jers iterop rland loopt wat de bezinning op raagstuk en het onderzoek op ebled aardig achterop. Hoe dat Moeilijk te zeggen. Misschien ranuit onze nationale deugd: moegzaamheid. Wat Nederland Joden betreft zit het toch alle- wel goed! We hebben onze gou- teuw, en omdat we toen goed de Joden waren, werden we rijk end. Dat verschillende kleinere ütere onderzoeken rondom de ling van de tv-serie Holocaust itooond hebben dat er bij oude- i jongeren een geweldig gat zit d kennis ten aanzien van joden- en joodse geschiedenis, maakt naar weinig mensen onrustig. leine werkgroep van mensen die lee al enkele jaren bezig zijn, vorig jaar bij de Vrije Universi- e Amsterdam een ondereoeks- tel ingediend. Het is te hopen aarover een gunstige beslissing nen wordt, zodat Nederland in itemationale samenspel op dit n niet helemaal in de achterste •ren terecht komt. Jaren gele er in het Franse taalgebied van ia en Amerika al vergelijkend zoek verricht naar de samen- van wat men leert en de (ook eke) houding die men later aan- tegenover andersgeaarde en sdenkende mensen (Joden, ne- protestanten, enz.), met soms Kende resultaten. In de Vere- Staten wordt er hard aan ge- En koploper in Europa is tland, waar de motor van het zoek en de samenwerking tus- allerlei instellingen, de ook in tland welbekende prof. dr Heinz lers uit Duisburg is. onderzoekingen die in verschil lende landen tot nu toe verricht zijn, komen een paar dingen naar voren. Eigenlijk even zovele vragen: Wat zijn je leerdoelen, je methoden, je taalgebruik en je themata? Leerdoel kan bij voorbeeld zijn: het aankweken van verdraagzaamheid, onbevooroordeeldheid, weerbaarheid tegen manipulatie (ook door de le raar), opkomen voor mensenrechten waar vergrijpen tegen de menselijke waardigheid gesignaleerd worden, ge voeligheid voor het moment dat dis criminatie begint. Die leerdoelen lijken op het eerste gezicht niet specifiek te zijn voor het onderricht met betrekking tot het jodendom, maar ze geven wel aan dat onderwijs op de toekomst gericht is. Specifiek wordt het als je gaat ont dekken hoezeer verleden en heden een les zijn voor de toekomst en hoe zeer Joodse en Europese geschiedenis met elkaar verweven zijn, en het in zicht daarin broodnoodzakelijk is om iets van het heden te begrijpen. Maar de Joodse geschiedenis blijkt dan ook veel meer te zijn dan een ideeën- of godsdienstgeschiedenis. Daartoe is het vaak teruggebracht. Dat is wel griezelig, want de concrete ioodse mensen die met die ideeën en voor stellingen geleefd hebben, raken dan wel uit gezicht. Waar ze dan opduiken in de geschiedenis, weten we niet goed raad met hen. Methode In het onderzoek is al een aantal merkwaardige waarnemingen ge daan. Bij voorbeeld: wanneer in het geschiedenisonderwijs Joden zo hier en daar voorkomen laat ons zeg gen: aan het begin van onze jaartel ling. in verband met de stichting van het christendom, in de middeleeuwen naar aanleiding van de jodenvervol gingen, en in onze tijd (Holocaust en de Staat Israël) wordt bij de leer ling onbewust het beeld levend ge houden van de wandelende Jood, die, vervloekt, rond moet zwerven tot het einde der tijden en dan hier en daar opduikt. Daarom is het methodisch belangrijk de leerlingen te laten zien dat de joodse geschiedenis een onon derbroken geheel is, en niet alleen maar een geschiedenis van vervol ging en martelaarschap. Er is een groot verschil tussen Joodse Geschiedenis en geschiedenis van de joods-christelijke betrekkingen. Die laatste is inderdaad één van vervol ging en discriminatie. Joodse ge- yj. Willem van Oran- f je verkoopt zijn kostbaarheden -1 om aan geld te ko- men voor de strijd tegen Spanje. Het is een tekening van illustrator C. Jetses uit „Uit vroeger eeuwen" (de tekening is overgenomen uit „Helden aan de wand" van Jac queline Burgers, uitg. Fibula-Van Dishoeck, Haar lem). De tekenaar laat er geen twij fel over bestaan wat de kopers zijn: Joden. schiedenis is er één van culturele bloeiperioden die elkaar afwisselen, soms tijdelijk een terugval, maar dan weer vitaal herstel. Factor in dat ge heel zijn dan ook de vervolgingen. Maar hoe kun je dat in een school boek verwerkelijken? De ruimte in een schoolboek is be perkt: je kunt niet alles vertellen. Een aanpak die wel zinvol lijkt is bijvoor beeld een aparte paragraaf waarin de joodse geschiedenis als een „conti nuum", een ononderbroken gebeuren wordt geschilderd, waar dan in de rest van het boek naar verwezen kan worden. In ieder geval moet altijd duidelijk blijken dat joodse geschie denis en onze vaderlandse of Europe se geschiedenis in al hun onderschei denheid, met elkaar verstrengeld zijn. Taal Ook de taal waarin Je schrijft is van belang. Wanneer een schoolboek- auteur in een hoofdstukje over gas tarbeiders ineens SDreekt over waar devolle en waarucloze mensen zoals ik in Duitsland onder ogen kreeg ook al is dat met de beste bedoelingen, krijg je een schok: dat is nazi-idioom. Zo praat je niet over mensen. Dat is taal die moet voorko men in een stuk over de Tweede twe- reldoorlog, niet bij andere perioden. Dat lijkt misschien een beetje letter- zifterij. Maar wie de functie van taal in totalitaire regimes bestudeerd heeft, weet dat taal een machtig mid del kan zijn tot directe en indirecte manipulatie. Leer de kinderen een bepaalde manier van spreken aan en je leert ze op een bepaalde manier denken. Over de thema's die aan de orde kunnen (moeten?) komen zal men zich nog verder moeten beraden: voor elk soort leerboek zal dat anders liggen. Op de schoolboekconferentie in Duis burg bracht prof. dr. Adriaan Brede- ro. „mediaevist" van de Vrije Univer siteit. nog een ander punt onder de aandacht; het begrip actualiteit. Wat is dat? Geeft dat de tijd aan die tussen het gebeurde en nu verstreken is? Dan zijn de middeleeuwen niet erg actueel. Zo denken blijkbaar veel schoolboek auteurs erover. Bredero liet daarte genover zien hoe in de middeleeuwen, naarmate de maatschappij uniformer werd, er minder plaats was voor an dersdenkenden: ketters en joden. Theologisch gezien was het bestaan van het jodendom na Christus onlo gisch. Toch had men ze nodig: om die karweitjes op te knappen die christe nen op straffe van verdoemenis niet mochten en waar kerk en vorst toch behoefte aan hadden: geldhandel. Er was toch niets aan hen verloren: ze waren al verdoemd. Maar als er moei lijkheden rezen en ze minder nodig waren, of wat dan ook, werden ze uitgewezen, of vervolgd en uitge moord. Zijn die dingen niet hoogst actueel? Als achtergrond van veel wat nu nog altijd gebeurt, maar ook als les van de geschiedenis: zo gebeu ren de dingen! Bij ons met ..vreemde lingen". en onder totalitaire regimes met lastige groepen. Kritisch lezen Nog een ding moet mij van het hart; in de werkgroep voor politieke vor ming werd iets gezegd dat mij bijzon der trof. Als je de leerlingen in een studieboek of -map een bloemlezing van teksten voorschotelt, laten dat dan geen korte fragmentjes zijn. Die zijn misschien makkelijk te lezen. Maar ze geven de leerling makkelijk de indruk dat hij gemanipuleerd wordt: waarom deze en geen andere stukjes? Laat ze maar langere tek sten lezen, bijvoorbeeld een rede van Hitier. Probeer ze daarbij zomin mo gelijk te sturen. Laat ze die maar kritisch lezen en beoordelen. Mis schien komen ze aanvankelijk wel tot verkeerde conclusies. Daar kan dan daarna over gepraat worden. Op die manier heb je een kans dat ze een kritische zin ontwikkelen, die hen la ter in de maatschappij minder mani puleerbaar maakt Het is te hopen dat het onderzoek in Nederland binnen niet al te lange tijd van de grond komt. Zweden staat te popelen om te beginnen. Zelfs in het kleine Luxemburg is men aan voorbe reidingen bezig. Drs Willem Zuidema is studiesecre taris voor jood-christelijke aangele genheden van de gereformeerde ker ken in Nederland. Knabbelende marmot ten zitten in de ochtend zon in de Wallische Al pen bij het Zwitserse Saas Fee. Als binnen kort de eerste sneeuw valt, zullen de diertjes zich in hun holen terug trekken voor hun maan den durende winter slaap. Wlm Jansen >rensa. het Nicaraguaanse dagblad dat tijdens het bewind Somoza een felle campagne voerde tegen de dictator, is leuw in de oppositie gegaan. Niet omdat de krant het niet i is met het beleid van de sandinisten, maar om een tische steun" aan de regering te geven, zoals directeur Ier Chamorro het omschrijft. ijd, dat kranten, radio en televi- oor het sandinistische leger vol waren gelijkgeschakeld heeft lts kort geduurd. Een maand na verwinning van de opstandelin- kondigde de regerende junta een we perswet af. die volledige vrij- van meningsuiting garandeerde, de afkondiging van deze wet ht slechts Barricada, het officiële an van het leger, verschijnen om (gering de kans te geven de pers aanhangers van de gevluchte dic- r te zuiveren. Barricada wordt nu "ukt op de persen van de opgehe- krant Novedades, die eigendom 8omoza was en dan ook alleen regeringsstandpunt uitdroeg. In aaide mate geldt dat nu ook voor ricada, dat In de onderkop ver- dt: „Officieel orgaan van het San- atlsch Front". verbod op publikatie in de eerste maand na de revolutie trof niet alleen de media die eigendom waren ge weest van Somoza. Ook het inder haast opgerichte uiterst linkse dag blad El Pueblo kreeg een verschij ningsverbod, omdat het de bevolking probeerde te verdelen, aldus de offi ciële lezing. De krant was met name nogal van leer getrokken tegen het opnemen van gematigde figuren in de regering. Na de afkondiging van de perswet mocht El Pueblo weer ver schijnen, maar het heeft nog maar weinig lezers. De wet, die precies een maand na de revolutie van kracht werd. garan deert met zoveel woorden volledige vrijheid voor alle media. Er volgt ech ter wel onmiddellijk een beperking op: de verworvenheden van de revo lutie mogen niet in gevaar worden gebracht. Ook eist de wet dat „kriti sche commentaren op de regering op bouwend zijn en net als al het andere nieuwe gebaseerd op con troleerbare feiten". Advertenties van drank en sigaret ten, pornografie en het misbruiken van de vrouw als seksueel object ln advertenties zijn verboden. Al deze beperkingen laten nogal wat ruimte over voor uiteenlopende interpreta ties, maar tot nu toe is er nog tegen geen enkele krant of radiostation op getreden. Inmiddels zijn ook de meeste radio stations. die voor de revolutie com mercieel opereerden, weer ln de lucht. Zelfs de regeringszender radio Sandi- no, die in het begin slechts revolutio naire liederen en droge teksten van decreten uitzond, ziet zich nu ge dwongen de programma's te larderen met discomuziek uit de film Saturday Night Fever van de Bee Gees om de concurrentie met de andere stations aan te kunnen. Voor de val van Somo za is de Amerikaanse popcultuur er zo ingestampt, dat het ondenkbaar is dat de jeugd van Nicaragua bereid zou zijn genoegen te nemen met de beperkte keuze aan revolutionaire ge zangen. Ook het officiële televisiesta tion (er zijn er twee in Nicaragua) doet de laatste tijd wat meer ver strooiing in de uitzendingen. La Prensa heeft na de revolutie nooit een verschijningsverbod gekregen. In tegendeel, na de belangrijke rol die de krant had gespeeld in het verzet tegen de regering van Somoza, was de vermoorde directeur, Pedro Joaquin Chamorro, een van de helden van de revolutie geworden. Hij werd ander half jaar voor de val van het regime op straat doodgeschoten, nadat zijn krant een grote campagne was be gonnen tegen de handel in menselijk bloed, waarvan de opbrengsten voor een groot deel naar Somoza gingen. La Prensa kon echter niet direct na de omverwerping van het regime ver schijnen, omdat de Nationale Garde nog op het laatste moment ln een wraakactie alle gebouwen van de krant heeft vernietigd. Volgens chef redacteur Mario Allaro was het een gerichte actie van een divisie tanks, die tot vlak voor de krant reed en het vuur opende. Drie uur lang heeft de beschieting geduurd en het enige wat er over bleef was de voorgevel en het roestende geraamte van de uitge brande persen. De redactie zit nu ln een houten noodlokaaltje achter de ruïnes. Een paar houten tafels, één archiefkast, een vijftal schrijfmachines en een borstbeeld van de vermoorde direc teur vormen de inventaris van het lokaal. De tekst wordt iedere avond naar het tachtig kilometer verder ge legen Leon gebracht, waar verouder de persen er tien uur over doen om de oplage van 80.000 kranten te druk ken, bijna 20.000 meer dan tijdens Somoza. Gezwollen taal La Prensa ziet er nu heel anders uit dan voor de sandinistische overwin ning. De redacteuren schuwen de ge zwollen revolutionaire taal niet in hun artikelen. De eerste weken van verschijning stonden er dagelijks tientallen foto's van „helden van de revolutie" in en uitgebreide verslagen van de heldhaftige strijd die de sandi nisten hebben gestreden. Maar daar naast heeft Javier Chamorro, de broer van de vermoorde directeur, de oude lijn van het protesteren tegen misstanden weer opgepakt. Zo verschijnen er artikelen waarin het onrechtmatig in beslag nemen van eigendommen door de Comité's voor de Defensie van de Revolutie, de voormalige militia's, aan de kaak wordt gesteld. Ook is La Prensa niet bang te waarschuwen voor de drei gende bureaucratie en kregen sommi ge regeringsfunctionarissen het ver wijt te horen dat ze zichzelf blijkbaar De kapot geschoten persen van La Prensa te belangrijk vinden om werk aan ondergeschikten te delegeren, waar door veel vertraging ontstaat. Deze kritische houding betekent niet dat La Prensa tegen het beleid van de huidige regering is. „Wij proberen ons onafhankelijk op te stellen en de re gering krijgt onze kritische steun", aldus Chamorro. die zegt blij te zijn met de nieuwe perswet. „Wij steunen de revolutie en zullen daarom de han delingen van de regering zeer kritisch blijven volgen", legt hij uit. Hij heeft nog nooit iets gemerkt van enige vorm van censuur of pressie van de sandinistische regering. Ten tijde van Somoza bestond de gevreesde Zwarte Code, die het moge lijk maakte berichten, die „schade lijk zijn voor de publieke orde" te beboeten met bedragen van duizen den dollars. Nu ondervinden ook bui tenlandse journalisten geen enkele druk of controle meer van de Nicara guaanse regering. or J. J. Moskau gaat zoals ze is gekomen, stil en onopvallend. De eerste klas grafenis vindt in zo beperkt mogelijke kring plaats. Niemand, zo lijkt t, is in staat tot meer'dan een paar verplichte tranen. te betreuren is het mislukken want wat nu gebeurt te noemen van een Wdese buitenlandse politiek, die de bui- •porige afhankelijkheid van de Verenig- Btaten wilde terugdringen. Men ging zich Oe eerste plaats richten op de vermeende toers in Europa en Japan maar tien jaar net hoopvolle begin wacht dit beleid mat Pathetisch wegkwijnend op het snel na- tnde einde. Mhousiasme politiek werd onder het misschien te Kasteloze etiket „derde mogelijkheid" de man gebracht. Die term deed de Prekspartners meer denken aan termijn- Wel voor goederen dan aan de vertwijfel- Poging van Ottawa om zich te ontworste- 1 aan de beklemmende druk van de veel- "tige banden en betrekkingen met de Khtlge zuiderbuur. In de plaats van de mogelijkheid" zal naar verwachting nieuw stelsel komen dat de economi- en machtspolitieke kloof tussen Euro- en Amerika alleen maar kan verbreden. Canada's nieuwe premier Joe Clark heeft de discussie over een nieuwe vrijhandelszone met de VS al vrijgegeven en aan beide zijden van „de langste vreedzame grens ter wereld" weten al mensen hun enthousiasme nauwelijks te bedwingen. Senator Edward Kennedy denkt er met genoegen aan en de Califomische gouverneur Jerry Brown, die net als Kennedy aspiraties heeft voor het presidentschap van de VS, kan zijn voor pret ook nauwelijks verbergen In het Amerikaanse Congres zijn er enthou siastelingen. die er bij president Carter op aan dringen een topconferentie te beleggen. Een gemeenschappelijke Noordamerikaan- se markt zou zowel voor Canadezen als voor Mexicanen het einde betekenen van een zelfstandig beleid. Bovendien zou er een hoofdstuk mee worden afgesloten van de Amerikaanse geschiedenis, dat model stond voor een goed nabuurschap van auto nome staten, waarvan de beide zwakkeren bij tijd en wijle een matigende invloed hadden op Washington. En dat kwam niet alleen heel Noord-Amerika ten goede. Een minister-president van een van de Ca nadese provincies die onlangs de Bondsre publiek bezocht, ontkent de trek naar het meer op elkaar afstemmen van het beleid en doet het huidige debat over een vrijhan delszone af als een periodiek terugkerende zaak waaraan men geen bijzondere beteke nis moet toekennen. Maar ambtgenoot Joe Clark in Ottawa schijnt een andere mening toegedaan te zijn. Onder invloed van de gesprekken op de topconferentie in Tokio van afgelopen zómer verklaarde hij over duidelijk dat zo'n discussie volstrekt realis tisch zou zijn. „Sinds de invoering van de „derde mogelijkheid" is onze afhankelijk heid van de VS daadwerkelijk toege nomen" De poging bijvoorbeeld om door een raam overeenkomst met zowel de Europese Ge meenschap als met Japan het stuur om te gooien ls daarna grotendeels mislukt. Daar om, aldus Clark zou men de andere moge lijkheden opnieuw moeten bekijken „Wij zijn, daar ben ik zeker van. volwassen ge noeg om onze belangen met betrekking tot de VS objectief te beoordelen." Ontnuchtering De nieuwe meer op de V8 georiënteerde opvattingen van Ottawa worden door de voor Canada slechts beperkte resultaten van de Toklo-ronde bepaald. De delegatie leider bij de GATT-onderhandelingen (over de wereldhandel) Rodney Grey heelt in deze periode met scherpe woorden zijn gro te ontnuchtering tot uitdrukking gebracht. De EG en Japan zijn geen van tweeën werkelijk ingegaan op de Canadese argu menten. En de VS hebben zich slechts daar flexibel getoond waar het Washington „licht viel" toegeeflijk te zijn. Grey hield de bureaucraten van de EG voor dat „zij de regels van GATT negeren, omzeilen en naar believen veranderen zotfra deze regels op enigerlei wijze de speelruimte van de EG beperken bij vraagstukken, waarvan de EG meent dat zij bij het creëren van een nleaw Europees imperium van pas kunnen ko men." Voor Grey was de Tokloronde „hot begin van het einde" van een wereld- handelsordé. waarin Canada gedijen kan Als een van de zeven grootste westerse industrielanden ls Canada beperkt door een binnenlandse markt van nog geen 25 miljoen inwoners in voor- en tegenspoed afhankelijk van zijn slagvaardigheid in de handel met het buitenland. Als men een voorbeeld zou zoeken dat symptomatisch is voor de nieuwe verhoudingen dan kan dat meteen worden gevonden ln de gunning door de Argentijnse regering van de bouw van een kerncentrale aan de KWU. Als een van de eerste drie kernmachten naast de VS en Groot-Brittannië heeft Canada een eigen reactorstelsel ontwikkeld dat gebruik maakt van natuurlijk uranium en zwaar water en dit stelsel met succes aan het buitenland verkocht. In Buenos Aires vochten Canadezen en Westduitsers tot het laatst op een zeker niet steeds zuivere manier om de nieuwe op dracht. In ieder geval waren er duidelijke Canadese protesten nodig om de bondsre gering ln Bonn ten minste bij de veillg- heidsafspraken met de Argentijnse militai ren te herinneren aan de regels van het spel De afloop van de wedstrijd moet ledereen duidelijk hebben gemaakt dat men voorlo pig niet kan overgaan tot het gewone zaken doen. Agressief De vrijhandelsdiscussie in Noord-Amerika en de daarmee gepaard gaande beslissingen over markten en grondstoffen wordt door het agressieve opdringen van Europese be langen op de traditionele Noordamerikaan- se markten wezenlijk versterkt. De Canade zen weten zich nog goed te herinneren hoe de EG reageerde op het leveringsverbod voor uranium van 1977 Europees Commis saris Guido Brunner. in normale omstan digheden een voorbeeld van redelijkheid, verstoutte zich tot dreigementen aan het adres van Ottawa, dat daar gevoelig voor bleek. De overlegmogelijkheden tussen de EG en Canada, die door de raamovereenkomst van 1976 zijn geschapen, zijn zo weet men in Canadese diplomatieke kringen over het algemeen deugdelijk gebleken. Dit heeft „aan de dingen zoals ze zijn nleu. veranderd De Westduitse minister van eco nomische zaken graaf Lambsdorff klaagde weliswaar „dat de grote doorbraak er nog niet is", maar de president van het West duitse Verbond voor Industrie Rolf Roden- stock ziet daarentegen vooralsnog geen re den tot klagen. Dezer dagen schreef hij: „De realistische beoordeling van de actuele eco nomische situatie heeft er toe geleid dat de wens van Canada om de economische ban den met Europa aan te halen tot nu toe zonder resultaat is gebleven Deze „realistische beoordeling" van van kracht overvloeiende Europeanen heeft de wisselstand bij de Noordamerikanen niet wezenlijk veranderd. Een staatssecretaris in Bonn. die ter gelegenheid van een ont vangst door de Canadese ambassadeur rechtstreeks op dit onderwerp werd aange sproken. verwees de Canadezen naar zich zelf Bondskanselier Helmut Schmidt had vorig Jaar naar aanleiding van de topconfe rentie in Bonn nog gesproken van de nood zaak van „een sterk Canada' dat men nodig had in „de gemeenschappelijke poging de wereld vreedzamer en menselijker te ma ken Maar het lukte de kanselier slechts enkele maanden later ln zijn nieuwjaarsre de de deelname van Canada aan deze top conferentie te „vergeten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 11