iver Joden gesproken (of gezwegen)
)e ene archiefkast van La Prénsa
Europa werpt Canada terug op Amerika
Marmotten
in de
najaarszon
jpositiekrant van Nicaragua is kritisch gebleven
SDAG 17 OKTOBER 1979
TROUW/KWARTET H 11
Sfriijj
Willem Zuidema
ZelJ
Laat
issen
it zinvol of nodig in het geschiedonderwijs, bij aardrijks-
le, maatschappijleer, godsdienstonderwijs, Engels, of wat
ook, het jodendom te bespreken? Of aandacht te schen-
aan joodse geschiedenis? Dat was een van de centrale
:n waarmee een aantal schoolboekonderzoekers en men-
«juit verschillende vakwetenschappen uit Duitsland, Neder-
en Amerika drie dagen op hun jaarlijkse congres in
burg bezig zijn geweest.
om 1
tan)
s hf
tusse
ing
ti aft.
peric
Het hangt onmiddellijk samen
erke e achterliggende vraag: waar-
waartoe geef je eigenlijk onder-
Als dat alleen maar is om de
>id biren een aantal wetentjes of
iondf gheden bij te brengen, dan kan
daar n hoogste een kwestie van volle-
ien i d ziJn men geschiedenis
ïe op dsdienst ook nog aandacht be-
eleic aan jodendom of joodse ge-
lenis Maar gaat het om meer,
het waarom, de motivatie,
n tafel komen. Wat wil je
en? Wat zijn je leerdoelen? Als
voorbeeld verdraagzaamheid
ankweken. kun je dat dan niet
goed of beter aan de hand van
over zigeuners of Turkse gast-
Jers
iterop
rland loopt wat de bezinning op
raagstuk en het onderzoek op
ebled aardig achterop. Hoe dat
Moeilijk te zeggen. Misschien
ranuit onze nationale deugd:
moegzaamheid. Wat Nederland
Joden betreft zit het toch alle-
wel goed! We hebben onze gou-
teuw, en omdat we toen goed
de Joden waren, werden we rijk
end. Dat verschillende kleinere
ütere onderzoeken rondom de
ling van de tv-serie Holocaust
itooond hebben dat er bij oude-
i jongeren een geweldig gat zit
d kennis ten aanzien van joden-
en joodse geschiedenis, maakt
naar weinig mensen onrustig.
leine werkgroep van mensen die
lee al enkele jaren bezig zijn,
vorig jaar bij de Vrije Universi-
e Amsterdam een ondereoeks-
tel ingediend. Het is te hopen
aarover een gunstige beslissing
nen wordt, zodat Nederland in
itemationale samenspel op dit
n niet helemaal in de achterste
•ren terecht komt. Jaren gele
er in het Franse taalgebied van
ia en Amerika al vergelijkend
zoek verricht naar de samen-
van wat men leert en de (ook
eke) houding die men later aan-
tegenover andersgeaarde en
sdenkende mensen (Joden, ne-
protestanten, enz.), met soms
Kende resultaten. In de Vere-
Staten wordt er hard aan ge-
En koploper in Europa is
tland, waar de motor van het
zoek en de samenwerking tus-
allerlei instellingen, de ook in
tland welbekende prof. dr Heinz
lers uit Duisburg is.
onderzoekingen die in verschil
lende landen tot nu toe verricht zijn,
komen een paar dingen naar voren.
Eigenlijk even zovele vragen: Wat
zijn je leerdoelen, je methoden, je
taalgebruik en je themata?
Leerdoel kan bij voorbeeld zijn: het
aankweken van verdraagzaamheid,
onbevooroordeeldheid, weerbaarheid
tegen manipulatie (ook door de le
raar), opkomen voor mensenrechten
waar vergrijpen tegen de menselijke
waardigheid gesignaleerd worden, ge
voeligheid voor het moment dat dis
criminatie begint.
Die leerdoelen lijken op het eerste
gezicht niet specifiek te zijn voor het
onderricht met betrekking tot het
jodendom, maar ze geven wel aan dat
onderwijs op de toekomst gericht is.
Specifiek wordt het als je gaat ont
dekken hoezeer verleden en heden
een les zijn voor de toekomst en hoe
zeer Joodse en Europese geschiedenis
met elkaar verweven zijn, en het in
zicht daarin broodnoodzakelijk is om
iets van het heden te begrijpen. Maar
de Joodse geschiedenis blijkt dan
ook veel meer te zijn dan een ideeën-
of godsdienstgeschiedenis. Daartoe is
het vaak teruggebracht. Dat is wel
griezelig, want de concrete ioodse
mensen die met die ideeën en voor
stellingen geleefd hebben, raken dan
wel uit gezicht. Waar ze dan opduiken
in de geschiedenis, weten we niet
goed raad met hen.
Methode
In het onderzoek is al een aantal
merkwaardige waarnemingen ge
daan. Bij voorbeeld: wanneer in het
geschiedenisonderwijs Joden zo hier
en daar voorkomen laat ons zeg
gen: aan het begin van onze jaartel
ling. in verband met de stichting van
het christendom, in de middeleeuwen
naar aanleiding van de jodenvervol
gingen, en in onze tijd (Holocaust en
de Staat Israël) wordt bij de leer
ling onbewust het beeld levend ge
houden van de wandelende Jood, die,
vervloekt, rond moet zwerven tot het
einde der tijden en dan hier en daar
opduikt. Daarom is het methodisch
belangrijk de leerlingen te laten zien
dat de joodse geschiedenis een onon
derbroken geheel is, en niet alleen
maar een geschiedenis van vervol
ging en martelaarschap.
Er is een groot verschil tussen Joodse
Geschiedenis en geschiedenis van de
joods-christelijke betrekkingen. Die
laatste is inderdaad één van vervol
ging en discriminatie. Joodse ge-
yj. Willem van Oran-
f je verkoopt zijn
kostbaarheden
-1 om aan geld te ko-
men voor de strijd
tegen Spanje. Het
is een tekening
van illustrator C.
Jetses uit „Uit
vroeger eeuwen"
(de tekening is
overgenomen uit
„Helden aan de
wand" van Jac
queline Burgers,
uitg. Fibula-Van
Dishoeck, Haar
lem). De tekenaar
laat er geen twij
fel over bestaan
wat de kopers
zijn: Joden.
schiedenis is er één van culturele
bloeiperioden die elkaar afwisselen,
soms tijdelijk een terugval, maar dan
weer vitaal herstel. Factor in dat ge
heel zijn dan ook de vervolgingen.
Maar hoe kun je dat in een school
boek verwerkelijken?
De ruimte in een schoolboek is be
perkt: je kunt niet alles vertellen. Een
aanpak die wel zinvol lijkt is bijvoor
beeld een aparte paragraaf waarin de
joodse geschiedenis als een „conti
nuum", een ononderbroken gebeuren
wordt geschilderd, waar dan in de
rest van het boek naar verwezen kan
worden. In ieder geval moet altijd
duidelijk blijken dat joodse geschie
denis en onze vaderlandse of Europe
se geschiedenis in al hun onderschei
denheid, met elkaar verstrengeld
zijn.
Taal
Ook de taal waarin Je schrijft is van
belang. Wanneer een schoolboek-
auteur in een hoofdstukje over gas
tarbeiders ineens SDreekt over waar
devolle en waarucloze mensen
zoals ik in Duitsland onder ogen
kreeg ook al is dat met de beste
bedoelingen, krijg je een schok: dat is
nazi-idioom. Zo praat je niet over
mensen. Dat is taal die moet voorko
men in een stuk over de Tweede twe-
reldoorlog, niet bij andere perioden.
Dat lijkt misschien een beetje letter-
zifterij. Maar wie de functie van taal
in totalitaire regimes bestudeerd
heeft, weet dat taal een machtig mid
del kan zijn tot directe en indirecte
manipulatie. Leer de kinderen een
bepaalde manier van spreken aan en
je leert ze op een bepaalde manier
denken.
Over de thema's die aan de orde
kunnen (moeten?) komen zal men
zich nog verder moeten beraden: voor
elk soort leerboek zal dat anders
liggen.
Op de schoolboekconferentie in Duis
burg bracht prof. dr. Adriaan Brede-
ro. „mediaevist" van de Vrije Univer
siteit. nog een ander punt onder de
aandacht; het begrip actualiteit. Wat
is dat? Geeft dat de tijd aan die
tussen het gebeurde en nu verstreken
is? Dan zijn de middeleeuwen niet erg
actueel.
Zo denken blijkbaar veel schoolboek
auteurs erover. Bredero liet daarte
genover zien hoe in de middeleeuwen,
naarmate de maatschappij uniformer
werd, er minder plaats was voor an
dersdenkenden: ketters en joden.
Theologisch gezien was het bestaan
van het jodendom na Christus onlo
gisch. Toch had men ze nodig: om die
karweitjes op te knappen die christe
nen op straffe van verdoemenis niet
mochten en waar kerk en vorst toch
behoefte aan hadden: geldhandel. Er
was toch niets aan hen verloren: ze
waren al verdoemd. Maar als er moei
lijkheden rezen en ze minder nodig
waren, of wat dan ook, werden ze
uitgewezen, of vervolgd en uitge
moord. Zijn die dingen niet hoogst
actueel? Als achtergrond van veel
wat nu nog altijd gebeurt, maar ook
als les van de geschiedenis: zo gebeu
ren de dingen! Bij ons met ..vreemde
lingen". en onder totalitaire regimes
met lastige groepen.
Kritisch lezen
Nog een ding moet mij van het hart;
in de werkgroep voor politieke vor
ming werd iets gezegd dat mij bijzon
der trof. Als je de leerlingen in een
studieboek of -map een bloemlezing
van teksten voorschotelt, laten dat
dan geen korte fragmentjes zijn. Die
zijn misschien makkelijk te lezen.
Maar ze geven de leerling makkelijk
de indruk dat hij gemanipuleerd
wordt: waarom deze en geen andere
stukjes? Laat ze maar langere tek
sten lezen, bijvoorbeeld een rede van
Hitier. Probeer ze daarbij zomin mo
gelijk te sturen. Laat ze die maar
kritisch lezen en beoordelen. Mis
schien komen ze aanvankelijk wel tot
verkeerde conclusies. Daar kan dan
daarna over gepraat worden. Op die
manier heb je een kans dat ze een
kritische zin ontwikkelen, die hen la
ter in de maatschappij minder mani
puleerbaar maakt
Het is te hopen dat het onderzoek in
Nederland binnen niet al te lange tijd
van de grond komt. Zweden staat te
popelen om te beginnen. Zelfs in het
kleine Luxemburg is men aan voorbe
reidingen bezig.
Drs Willem Zuidema is studiesecre
taris voor jood-christelijke aangele
genheden van de gereformeerde ker
ken in Nederland.
Knabbelende marmot
ten zitten in de ochtend
zon in de Wallische Al
pen bij het Zwitserse
Saas Fee. Als binnen
kort de eerste sneeuw
valt, zullen de diertjes
zich in hun holen terug
trekken voor hun maan
den durende winter
slaap.
Wlm Jansen
>rensa. het Nicaraguaanse dagblad dat tijdens het bewind
Somoza een felle campagne voerde tegen de dictator, is
leuw in de oppositie gegaan. Niet omdat de krant het niet
i is met het beleid van de sandinisten, maar om een
tische steun" aan de regering te geven, zoals directeur
Ier Chamorro het omschrijft.
ijd, dat kranten, radio en televi-
oor het sandinistische leger vol
waren gelijkgeschakeld heeft
lts kort geduurd. Een maand na
verwinning van de opstandelin-
kondigde de regerende junta een
we perswet af. die volledige vrij-
van meningsuiting garandeerde,
de afkondiging van deze wet
ht slechts Barricada, het officiële
an van het leger, verschijnen om
(gering de kans te geven de pers
aanhangers van de gevluchte dic-
r te zuiveren. Barricada wordt nu
"ukt op de persen van de opgehe-
krant Novedades, die eigendom
8omoza was en dan ook alleen
regeringsstandpunt uitdroeg. In
aaide mate geldt dat nu ook voor
ricada, dat In de onderkop ver-
dt: „Officieel orgaan van het San-
atlsch Front".
verbod op publikatie in de eerste
maand na de revolutie trof niet alleen
de media die eigendom waren ge
weest van Somoza. Ook het inder
haast opgerichte uiterst linkse dag
blad El Pueblo kreeg een verschij
ningsverbod, omdat het de bevolking
probeerde te verdelen, aldus de offi
ciële lezing. De krant was met name
nogal van leer getrokken tegen het
opnemen van gematigde figuren in de
regering. Na de afkondiging van de
perswet mocht El Pueblo weer ver
schijnen, maar het heeft nog maar
weinig lezers.
De wet, die precies een maand na de
revolutie van kracht werd. garan
deert met zoveel woorden volledige
vrijheid voor alle media. Er volgt ech
ter wel onmiddellijk een beperking
op: de verworvenheden van de revo
lutie mogen niet in gevaar worden
gebracht. Ook eist de wet dat „kriti
sche commentaren op de regering op
bouwend zijn en net als al het
andere nieuwe gebaseerd op con
troleerbare feiten".
Advertenties van drank en sigaret
ten, pornografie en het misbruiken
van de vrouw als seksueel object ln
advertenties zijn verboden. Al deze
beperkingen laten nogal wat ruimte
over voor uiteenlopende interpreta
ties, maar tot nu toe is er nog tegen
geen enkele krant of radiostation op
getreden.
Inmiddels zijn ook de meeste radio
stations. die voor de revolutie com
mercieel opereerden, weer ln de lucht.
Zelfs de regeringszender radio Sandi-
no, die in het begin slechts revolutio
naire liederen en droge teksten van
decreten uitzond, ziet zich nu ge
dwongen de programma's te larderen
met discomuziek uit de film Saturday
Night Fever van de Bee Gees om de
concurrentie met de andere stations
aan te kunnen. Voor de val van Somo
za is de Amerikaanse popcultuur er
zo ingestampt, dat het ondenkbaar is
dat de jeugd van Nicaragua bereid
zou zijn genoegen te nemen met de
beperkte keuze aan revolutionaire ge
zangen. Ook het officiële televisiesta
tion (er zijn er twee in Nicaragua)
doet de laatste tijd wat meer ver
strooiing in de uitzendingen.
La Prensa heeft na de revolutie nooit
een verschijningsverbod gekregen. In
tegendeel, na de belangrijke rol die
de krant had gespeeld in het verzet
tegen de regering van Somoza, was de
vermoorde directeur, Pedro Joaquin
Chamorro, een van de helden van de
revolutie geworden. Hij werd ander
half jaar voor de val van het regime
op straat doodgeschoten, nadat zijn
krant een grote campagne was be
gonnen tegen de handel in menselijk
bloed, waarvan de opbrengsten voor
een groot deel naar Somoza gingen.
La Prensa kon echter niet direct na
de omverwerping van het regime ver
schijnen, omdat de Nationale Garde
nog op het laatste moment ln een
wraakactie alle gebouwen van de
krant heeft vernietigd. Volgens chef
redacteur Mario Allaro was het een
gerichte actie van een divisie tanks,
die tot vlak voor de krant reed en het
vuur opende. Drie uur lang heeft de
beschieting geduurd en het enige wat
er over bleef was de voorgevel en het
roestende geraamte van de uitge
brande persen.
De redactie zit nu ln een houten
noodlokaaltje achter de ruïnes. Een
paar houten tafels, één archiefkast,
een vijftal schrijfmachines en een
borstbeeld van de vermoorde direc
teur vormen de inventaris van het
lokaal. De tekst wordt iedere avond
naar het tachtig kilometer verder ge
legen Leon gebracht, waar verouder
de persen er tien uur over doen om de
oplage van 80.000 kranten te druk
ken, bijna 20.000 meer dan tijdens
Somoza.
Gezwollen taal
La Prensa ziet er nu heel anders uit
dan voor de sandinistische overwin
ning. De redacteuren schuwen de ge
zwollen revolutionaire taal niet in
hun artikelen. De eerste weken van
verschijning stonden er dagelijks
tientallen foto's van „helden van de
revolutie" in en uitgebreide verslagen
van de heldhaftige strijd die de sandi
nisten hebben gestreden. Maar daar
naast heeft Javier Chamorro, de
broer van de vermoorde directeur, de
oude lijn van het protesteren tegen
misstanden weer opgepakt.
Zo verschijnen er artikelen waarin
het onrechtmatig in beslag nemen
van eigendommen door de Comité's
voor de Defensie van de Revolutie, de
voormalige militia's, aan de kaak
wordt gesteld. Ook is La Prensa niet
bang te waarschuwen voor de drei
gende bureaucratie en kregen sommi
ge regeringsfunctionarissen het ver
wijt te horen dat ze zichzelf blijkbaar
De kapot geschoten persen van La Prensa
te belangrijk vinden om werk aan
ondergeschikten te delegeren, waar
door veel vertraging ontstaat.
Deze kritische houding betekent niet
dat La Prensa tegen het beleid van de
huidige regering is. „Wij proberen ons
onafhankelijk op te stellen en de re
gering krijgt onze kritische steun",
aldus Chamorro. die zegt blij te zijn
met de nieuwe perswet. „Wij steunen
de revolutie en zullen daarom de han
delingen van de regering zeer kritisch
blijven volgen", legt hij uit. Hij heeft
nog nooit iets gemerkt van enige
vorm van censuur of pressie van de
sandinistische regering.
Ten tijde van Somoza bestond de
gevreesde Zwarte Code, die het moge
lijk maakte berichten, die „schade
lijk zijn voor de publieke orde" te
beboeten met bedragen van duizen
den dollars. Nu ondervinden ook bui
tenlandse journalisten geen enkele
druk of controle meer van de Nicara
guaanse regering.
or J. J. Moskau
gaat zoals ze is gekomen, stil en onopvallend. De eerste klas
grafenis vindt in zo beperkt mogelijke kring plaats. Niemand, zo lijkt
t, is in staat tot meer'dan een paar verplichte tranen.
te betreuren is het mislukken want
wat nu gebeurt te noemen van een
Wdese buitenlandse politiek, die de bui-
•porige afhankelijkheid van de Verenig-
Btaten wilde terugdringen. Men ging zich
Oe eerste plaats richten op de vermeende
toers in Europa en Japan maar tien jaar
net hoopvolle begin wacht dit beleid mat
Pathetisch wegkwijnend op het snel na-
tnde einde.
Mhousiasme
politiek werd onder het misschien te
Kasteloze etiket „derde mogelijkheid"
de man gebracht. Die term deed de
Prekspartners meer denken aan termijn-
Wel voor goederen dan aan de vertwijfel-
Poging van Ottawa om zich te ontworste-
1 aan de beklemmende druk van de veel-
"tige banden en betrekkingen met de
Khtlge zuiderbuur. In de plaats van de
mogelijkheid" zal naar verwachting
nieuw stelsel komen dat de economi-
en machtspolitieke kloof tussen Euro-
en Amerika alleen maar kan verbreden.
Canada's nieuwe premier Joe Clark heeft de
discussie over een nieuwe vrijhandelszone
met de VS al vrijgegeven en aan beide
zijden van „de langste vreedzame grens ter
wereld" weten al mensen hun enthousiasme
nauwelijks te bedwingen. Senator Edward
Kennedy denkt er met genoegen aan en de
Califomische gouverneur Jerry Brown, die
net als Kennedy aspiraties heeft voor het
presidentschap van de VS, kan zijn voor
pret ook nauwelijks verbergen
In het Amerikaanse Congres zijn er enthou
siastelingen. die er bij president Carter op
aan dringen een topconferentie te beleggen.
Een gemeenschappelijke Noordamerikaan-
se markt zou zowel voor Canadezen als voor
Mexicanen het einde betekenen van een
zelfstandig beleid. Bovendien zou er een
hoofdstuk mee worden afgesloten van de
Amerikaanse geschiedenis, dat model
stond voor een goed nabuurschap van auto
nome staten, waarvan de beide zwakkeren
bij tijd en wijle een matigende invloed
hadden op Washington. En dat kwam niet
alleen heel Noord-Amerika ten goede.
Een minister-president van een van de Ca
nadese provincies die onlangs de Bondsre
publiek bezocht, ontkent de trek naar het
meer op elkaar afstemmen van het beleid
en doet het huidige debat over een vrijhan
delszone af als een periodiek terugkerende
zaak waaraan men geen bijzondere beteke
nis moet toekennen. Maar ambtgenoot Joe
Clark in Ottawa schijnt een andere mening
toegedaan te zijn. Onder invloed van de
gesprekken op de topconferentie in Tokio
van afgelopen zómer verklaarde hij over
duidelijk dat zo'n discussie volstrekt realis
tisch zou zijn. „Sinds de invoering van de
„derde mogelijkheid" is onze afhankelijk
heid van de VS daadwerkelijk toege
nomen"
De poging bijvoorbeeld om door een raam
overeenkomst met zowel de Europese Ge
meenschap als met Japan het stuur om te
gooien ls daarna grotendeels mislukt. Daar
om, aldus Clark zou men de andere moge
lijkheden opnieuw moeten bekijken „Wij
zijn, daar ben ik zeker van. volwassen ge
noeg om onze belangen met betrekking tot
de VS objectief te beoordelen."
Ontnuchtering
De nieuwe meer op de V8 georiënteerde
opvattingen van Ottawa worden door de
voor Canada slechts beperkte resultaten
van de Toklo-ronde bepaald. De delegatie
leider bij de GATT-onderhandelingen (over
de wereldhandel) Rodney Grey heelt in
deze periode met scherpe woorden zijn gro
te ontnuchtering tot uitdrukking gebracht.
De EG en Japan zijn geen van tweeën
werkelijk ingegaan op de Canadese argu
menten. En de VS hebben zich slechts daar
flexibel getoond waar het Washington
„licht viel" toegeeflijk te zijn. Grey hield de
bureaucraten van de EG voor dat „zij de
regels van GATT negeren, omzeilen en naar
believen veranderen zotfra deze regels op
enigerlei wijze de speelruimte van de EG
beperken bij vraagstukken, waarvan de EG
meent dat zij bij het creëren van een nleaw
Europees imperium van pas kunnen ko
men." Voor Grey was de Tokloronde „hot
begin van het einde" van een wereld-
handelsordé. waarin Canada gedijen kan
Als een van de zeven grootste westerse
industrielanden ls Canada beperkt door
een binnenlandse markt van nog geen 25
miljoen inwoners in voor- en tegenspoed
afhankelijk van zijn slagvaardigheid in de
handel met het buitenland. Als men een
voorbeeld zou zoeken dat symptomatisch is
voor de nieuwe verhoudingen dan kan dat
meteen worden gevonden ln de gunning
door de Argentijnse regering van de bouw
van een kerncentrale aan de KWU. Als een
van de eerste drie kernmachten naast de
VS en Groot-Brittannië heeft Canada een
eigen reactorstelsel ontwikkeld dat gebruik
maakt van natuurlijk uranium en zwaar
water en dit stelsel met succes aan het
buitenland verkocht.
In Buenos Aires vochten Canadezen en
Westduitsers tot het laatst op een zeker niet
steeds zuivere manier om de nieuwe op
dracht. In ieder geval waren er duidelijke
Canadese protesten nodig om de bondsre
gering ln Bonn ten minste bij de veillg-
heidsafspraken met de Argentijnse militai
ren te herinneren aan de regels van het spel
De afloop van de wedstrijd moet ledereen
duidelijk hebben gemaakt dat men voorlo
pig niet kan overgaan tot het gewone zaken
doen.
Agressief
De vrijhandelsdiscussie in Noord-Amerika
en de daarmee gepaard gaande beslissingen
over markten en grondstoffen wordt door
het agressieve opdringen van Europese be
langen op de traditionele Noordamerikaan-
se markten wezenlijk versterkt. De Canade
zen weten zich nog goed te herinneren hoe
de EG reageerde op het leveringsverbod
voor uranium van 1977 Europees Commis
saris Guido Brunner. in normale omstan
digheden een voorbeeld van redelijkheid,
verstoutte zich tot dreigementen aan het
adres van Ottawa, dat daar gevoelig voor
bleek.
De overlegmogelijkheden tussen de EG en
Canada, die door de raamovereenkomst
van 1976 zijn geschapen, zijn zo weet men
in Canadese diplomatieke kringen over
het algemeen deugdelijk gebleken. Dit
heeft „aan de dingen zoals ze zijn nleu.
veranderd De Westduitse minister van eco
nomische zaken graaf Lambsdorff klaagde
weliswaar „dat de grote doorbraak er nog
niet is", maar de president van het West
duitse Verbond voor Industrie Rolf Roden-
stock ziet daarentegen vooralsnog geen re
den tot klagen. Dezer dagen schreef hij: „De
realistische beoordeling van de actuele eco
nomische situatie heeft er toe geleid dat de
wens van Canada om de economische ban
den met Europa aan te halen tot nu toe
zonder resultaat is gebleven
Deze „realistische beoordeling" van van
kracht overvloeiende Europeanen heeft de
wisselstand bij de Noordamerikanen niet
wezenlijk veranderd. Een staatssecretaris
in Bonn. die ter gelegenheid van een ont
vangst door de Canadese ambassadeur
rechtstreeks op dit onderwerp werd aange
sproken. verwees de Canadezen naar zich
zelf Bondskanselier Helmut Schmidt had
vorig Jaar naar aanleiding van de topconfe
rentie in Bonn nog gesproken van de nood
zaak van „een sterk Canada' dat men nodig
had in „de gemeenschappelijke poging de
wereld vreedzamer en menselijker te ma
ken Maar het lukte de kanselier slechts
enkele maanden later ln zijn nieuwjaarsre
de de deelname van Canada aan deze top
conferentie te „vergeten".