Toneel is als het goed is een
projecteren van het leven'
Hiërogliefen
Frus*Primeur!
IW PROBLEEM OOK HET ONZE
198.
Dan Remmelts viert ook gouden jubileum niet
viDAG 15 OKTOBER 1979
VARIA
TROUW/KWARTET
a
Joan Rem
its houdt niet van jubile-
Vandaar dat hij geen en-
drukte heeft gemaakt
het feit dat hij deze
and een halve eeuw toneel-
Ier is. „Ik heb er zelfs geen
asje met mijn vrouw op
ronken," zegt hij lachend.
>r jubilea heb ik geen gevoel,
t gehad. Ik zie het als een soort
ime maken voor jezelf, vooral in
'ak. Vroeger toen ze al met twaalf
en half jaar begonnen te jubileren
het misschien nog enige zin. Dan
je jubileren in je eigen gezel-
p. samen met mensen met wie je
eel lang optrok. Dat gaat tegen-
rdig niet meer, omdat je na je 65e
meer vast geëngageerd kan wor-
Jubileren met het spelen van een
ndere bijzondere rol heb ik even-
ooit zien zitten. De goede uitzon-
hgen daargelaten zijn jubileum-
4n voor de betrokkenen meestal
glansrollen. Door de nadruk die
wordt gelegd heeft men zoveel
pere dingen aan het hoofd, dat er
r het goed spelen van zo'n rol te
nig aandacht is."
n Remmelts doet al is hij 74 jaar
regelmatig van zich horen. Op
ogenblik speelt hij in Ira Levin's
lier „Moordkuil", die tot eind ok
er in het Nieuwe de la Mar-theater
Amsterdam te zien is en daarna
acht maanden het land in gaat.
n is er een advocaat in. „Het is
ir een kleine rol. in de tweede
t. maar al is het eigenlijk heel
eduidend, toch leuk om te doen.
ïoef echt niet meer van die grote
en te hebben. Ik heb er in mijn
tn zoveel gehad, en achteraf moet
zeggen dat kleine rollen net zo
trekkelijk kunnen zijn. Op die
rollen staar Je Je vaak blind,
ir mij is het alleen nog belangrijk
ig te blijven op dit terrein."
Joan Remmelts .te oud voor Hamlet
ëtje Puck
begon met „Pietje Puck" bij het
itadtoneel in 1929, het jaar dat
het diploma van de toneel-
iol in zijn zak kon steken. Zoals
'vaak gaat, zagen vader en moeder
jnmelts dat niet zo zitten. „Vader,
procuratiehouder was bij een
ehandel in Zwolle, de stad waar ik
I geboren en opgegroeid, had lie-
—i gezien dat ik Engels of iets derge-
!s was gaan studeren en moeder
|d dat als ik dan toch beslist het
iel op wilde, ik maar moest gaan
en. Dat was tenminste een net
Niet dat zij afwijzend stonden
opzichte van het toneel. Al heel
namen ze mijn vijf jaar oudere
r en mij mee naar de schouw-
Daar zag ik figuren als Riek
per en Eduard Verkade optreden.
:ade als Hamlet maakte helemaal
>e indruk op me. Het was in die
dat het verlangen in me groeide
het toneel op te gaan." Min of
t kregen vader en moeder Rem
dus een broodje van eigen deeg.
ik Joan op een oktoberrrüddag in
huis aan de Amsterdamse Van
derodestraat vraag wat hem in
toneel zo aantrok zegt hij: „To-
geeft aanknopingspunten voor
heleboel dingen. Het is net als
het schrijven van een boek. Het
at op het formuleren aan. het naar
ten brengen van de dingen. Toneel
ls het goed is ëen projecteren van
leven. Het is een voorhouden van
spiegel, waarin andere mensen
bzelf en situaties herkennen. Het is
het brengen van een uitgedacht
■haal om iets te propageren, van-
Br dat aile politiek volgens mij
W eel-vijandig is. Hoewel voor de
log had je bij de Volksbühne in
lijn prachtige acteurs en actrices
die in politieke stukken speelden. Het
was je reinste propaganda. Het deed
niet onder voor een of andere afschu
welijke Ster-reclame van tegenwoor
dig. maar wat ze deden was toch
interessant om te zien, omdat het
zulke schitterende acteurs en actrices
waren."
Flauwekul
Joan strijkt over zijn grijze haardos.
Het lijkt alsof hij, gezeten in zijn met
groen velours beklede oortjesstoel
naast de antieke kachel die nu als
decor fungeert voor een groot veld-
boeket, in gepeins is verzonken.
Ineens veert hij op en zegt: „Dat er in
toneel een boodschap moet zitten
vind ik flauwekul. Tegenwoordig
moeten er recepten inzitten vindt
men. Het is een typisch Hollands idee
dat je er iets van mee naar huis moet
kunnen nemen. Er zit nu zo veel
kunstmatigs in het toneel. Het moet
een sterk eenzijdig effect hebben,
zegt men maar dat is niet het boeien
de van toneel. Ze kappen in dingen,
ontwikkelingen worden niet ge
volgd."
Joan zwijgt even en zegt dan fel, „Ze
noemen alles tegenwoordig toneel."
Daarmee wil hij niet zeggen dat hij
elke poging tot verandering afwijst.
Integendeel. Vernieuwen blijft nodig.
Je moet niet blijven hangen aan een
bepaalde vorm, die je goed vindt.
Maar het is altijd moeilijk voor een
mens iets dat hij heeft opgebouwd los
te laten. Er zijn zoveel veranderingen
tegelijkertijd gekomen. Daardoor is
een chaotische toestand ontstaan. De
wereld lijdt aan stress en daar lijdt
het toneel ook onder. Het schijnt in
de wereld nu eenmaal niet harmo
nisch te kunnen. Vandaar die revolu
tie. waarbij altijd hoge waarden wor
den weggegooid, die later, soms pas
na honderd jaar. helemaal opnieuw
ontdekt moeten worden. Daar moet
je je niet al te grote zorgen over
maken. Het belangrijkste is het be
houd van het leven zelf."
Generatiekloof
Veel van de problemen die er nu
bestaan zijn volgens Joan Remmelts
te wijten aan de generatiekloof.
„Daarom ben ik me bij het ouder
worden steeds meer gaan verdiepen.
Die generatiekloof is er overal. Je ziet
het ook in het dierenrijk, waar de
moeder-dieren hun jongen op een ge
geven moment afstoten. Wij doen
daar heel zielig over, maar het is
nodig. Zo'n jong die moet zelf zijn
weg in het leven zoeken. Het afzetten
van jongeren tegen ouderen is een
zich verzetten tegen de dogmatiek
van de oudere generatie. Daar heb ik
zelf vroeger ook aan meegedaan. Je
dacht toen dat het idealistisch was
ouderen bekrompen te noemen, ze uit
te schelden voor ouwe sokken. Later
ga je daar wel anders over denken. Je
ziet dan dat het te maken heeft met
een levensfase, dat die ouderen niet
anders kunnen en dat je ze daarom de
ruimte moet laten bezig te zijn."
Als ik Joan vraag of het toneel hem
heeft gebracht wat hij er destijds van
verwachtte, zegt hij: „Al ziet de we
reld er soms wat onherbergzaam uit,
toch is het gekke, dat de laatste veer
tig jaar ontzaglijk veel dingen waar
van ik eens heb gezegd dat ze zouden
moeten gebeuren, maar waarvan ik
tevens dacht dat het nooit zou kun
nen, tóch zijn gebeurd. Ik zou daarom
verschrikkelijk tevreden moeten zijn
met de gang van zaken. Maar er zijn
(foto: Dirk Ketting)
tevens de bijverschijnselen en die
zijn minder leuk. Die bijverschijnse
len maken ontzettend veel dingen
onmogelijk of zijn er oorzaak van dat
zaken verkeerd worden beoordeeld.
Men doet tegenwoordig of het bij het
toneel gaat om vrijetijdsbesteding.
Overal worden ethische vlaggetjes op
gezet. Of het allemaal op zijn pootjes
terecht zal komen? Als je naar de
voorbeelden die de bijbel geeft kijkt,
mag Je dat wel aannemen. Er zijn
tijden dat de essentie van het leven in.
heel andere dingen gaat liggen. Welke
kant het ook opgaat met het toneel is
daarom geloof ik niet zo belangrijk."
Alle facetten
Wat zijn persoonlijke opstelling ten
opzichte van toneel betreft zegt Joan:
„Ik ben mijn hele leven gefascineerd
geweest door het toneel, en als ik zeg
toneel dan bedoel ik alle facetten van
toneel, al zijn er bepaalde vormen die
ik niet prettig vind, soms zelfs afschu
welijk." Wat Joan duidelijk heeft er
varen is dat toneelspelers „kwetsbare
mensen" zijn. „Zij zitten in de kwets
bare hoek omdat zij zich bewegen op
een gebied dat duidelijk geen stoffe
lijke realiteit meer is."
Joan Remmelts heeft vele rollen ge
had. Er zijn, dat geeft hij grif toe. ook
rollen aan zijn neus voorbij gegaan
die hij graag had willen spelen.
„Hamlet zou ik dolgraag gestalte
hebben willen geven, maar het is daar
hoe dan ook nooit van gekomen. Nu
ben ik er te oud voor geworden. Ham
let was een jonge man. Ik zou Hamlet
nog wel eens willen regisseren. Maar
daar zit niemand denk ik op te wach
ten. Er zijn op het ogenblik zoveel
jonge regisseurs, dat zij mij daar echt
niet meer bij nodig hebben."
door Mink van Rijsdijk
Noemde men de naam van Sadat, dan dacht ik automa
tisch aan Egypte. Omgekeerd was dat niet het geval, zei
iemand Egypte, dan versprongen mijn gedachten naar
eeuwen geleden. Dan hoorde ik weer de oude bijbelver
halen en zag ik Mozes in zijn biezen mandje, die gered
door die aardige prinses die in de Nijl kwam baden.
Allerlei verbleekte plaatjes kregen weer kleur, de
hardvochtige farao, de tien plagen, tichelstenen, de
uittocht en dan vooral de veertig jaar op weg naar het
beloofde land.
Wat wist ik verder van Egypte? Niet veel eigenlijk.
Hiërogliefen, piramiden, sfinxen en vaag iets over de
Koptische kerk, nou ja en de Assouan-dam. Voor de
rest wist ik eigenlijk niet zo goed wat ik me voor moest
stellen bij een land dat voor het grootste gedeelte uit
woestijn bestaat en leeft bij de gratie van één levensa
der: de Nijl.
Nu na een bezoek van drie weken weet ik er
trouwens nog niets van. Aanvankelijk liet ik mij tempel
in tempel uit voeren, deed verplichte nummertjes
museum en koningsgraven en tuurde me kleurenblind
op spijkerschrift. De oud-Egyptische kunst was name
lijk een grote witte plek in mijn bestaan, maar omdat ik
mij in hoogst cultureel gezelschap door het land zou
begeven, mikte ik op verheffing uit mijn geringe staat.
Het hoge woord moet er maar acuut uit, hoe jammer
ook, ik vertrok als cultuurbarbaar en ben in dezelfde
deplorabele situatie, beneden Amsterdams peil dus,
weergekeerd. Of het nou ging om de gigantische
beelden van Ramses II die de man ter meerdere glorie
van zichzelf liet vervaardigen of om de piramide van
farao Cheops er ging nergens in mijn binnenste iets
trillen. Ik voelde er niets anders bij dan een zwak
„sjonge sjonge, wat moet dat zwoegen zijn geweest
onder de koperen ploert". Ik zag en voelde er geen
echte mensen bij, alles bleef steen, om het even of het
rose graniet of albast was. Als ik prenten zie uit de
Pruikentijd, gloeit er diep in me toch nog iets van
verbondenheid en verwantschap met die ijdeltuiten van
toen, maar de valse baarden en pruiken van die oude
Egyptenaren brengen niets van affiniteit teweeg.
In eerste instantie gaf ik „de farao van de Israëlieten"
gemakshalve daar de schuld van, want het nare karak
tertje van die tiran zit via de bijbelgeschiedenis gebei
teld in mijn geest. Deze naïeve instelling was natuurlijk
niet vol te houden, want er zijn ook heel vriendelijke
heersers geweest. Vervolgens toog ik serieus ten strijde
tegen mijn culturele armoede.
Het was ook te gek en te beschamend. Daar stonden
dan mensen, bij wie ik per ongeluk tijdelijk hoorde te
smullen van jewelste bij een schemerig muurtje vol
hiërogliefen in een duizenden jaren oude graftombe en
ik vond het alleen leuk er even langs te lopen. Hoe ik
mijn best ook deed, de dode Ramsessen en Toetmosis-
sen kregen mij niet over de streep naar genieten. Ten
slotte ging ik denken dat er diverse steekjes aan me los
zaten. Gelukkig zat er nog iemand op mijn barbaarse
golflengte en als we elkaar dan beleden dat de farao's
ons bijkans de neus uitkwamen, luchtte dat enorm op.
Helemaal blij en tevreden werden we pas als we weer op
de boot waren waarmee we de Nijl afzakten.
Toetanchamon en Nefertete zaliger nagedachtenis
zijn niet in staat geweest mij werkelijk tc bekoren en dat
spijt me oprecht, maar gelukkig was daar dan de Nijl
met de vruchtbare groenstroken langs de oevers zo
onovertroffen mooi, zo vol beloften tegen de brandende
en dorre woestijn aan dat mijn ogen niet verzadigd
konden raken.
Natuurlijk zullen ze in Egypte problemen krijgen met
vervuiling van het Nijlwater, want zoals de prinses die
Mozes vond zich waste in de rivier, zo gebeurde dat
onveranderd iedere dag. De Nijl is niet alleen een grote
tobbe waar de bevolking induikt, ook een open riool,
een permanente wasmachine en leverancier voor potjes
mintthee, maar zo mooi en boeiend en bovendien zo
afwisselend van landschap dat ik zelfs Ramses II zijn
prollerige ijdelheid kon vergeven.
Wat me op zulke momenten binnenpretjes opleverde
was de groep. Ze zagen de dadelpalmen nauwelijks,
noch het wuivende groene suikerriet en de waterhalen
de vrouwen met de kruiken op het hoofd hielden hen
niet zo bezig. Ze deden hun ogen dicht om slapende
bruin te worden, nog nadromend over weet ik welk oud
kunststuk. Anderen gingen scrabbelen, heel intensief en
fanatiek, ze lieten zich niet afleiden door dravende witte
ezeltjes en kolonies reizigers. Waar ik maar mee zeggen
wil dat ik niet de enige was bij wie een steekje los was.
Echt leer!
Fabelachtig
mooi jack van
varkensvelours.
Im. bont voering.
Tricot boord en
manchetten.
Tabak. Normale
prijs 250.-
t/m a.s.
zaterdag
Onder redactie van
mevrouw J. Wentink-Frumau
en mr J. J. Wentink
Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM
Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst In waarden
van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken.
Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd.
Hjcties van heel oude vakmensen
Jr paardeharen matrassen: Graag
ik de namen van onze abonnee
larp (87) uit Enschede noemen en
van de heer Nunnikhoven uit Go-
chem van wie ik veronderstel dat
van die leeftijd of daarom-
^it zal zijn. De heer S. vertelde dat
lang geleden zelf nog paardeharen
Itrassen had gemaakt. Van stevig
Itrastijk werd een kant van de ma
ks vervaardigd en voorzien van de
Kanten, zodat er een soort bak op
Olj tafel lag. Daarop kwam schape-
(1, dan verschillende lagen paarde-
dan weer schapewol en dan
Jam het bovendek, dat met de hand
i de opstaande zijden werd ge
lid. Het noppen was ook een flink
jwei. Deze matrassen waren wel
k de gegoede mensen. De gewone
h sliep op stromatrassen, al of niet
«zien van een veren zak daarbo-
op. Hierna kwamen de kapokma-
ssen. precies als de haarmatras
veel goedkoper. Tot het jaar
heeft de heer S. nog regelmatig
atrassen bijgevuld en gerevi-
Het verhaal van de heer N was
anders De vulling van de zware
en met spiraalveren was ook iets
rs Bovenop de met touw vastge-
spiralen kwam jute en daarop
k of wolvlokken Met het woord
ig had hij enige moeite Als lood
•aar was een betere uitdrukking
t Bij zulke oude vaklieden
je tenminste te horen hoe het
:elijk was met die matrassen (tot
verontschuldiging worde aange-
1. dat ik zelf paardehaar uitslui-
meemaakte als manen en staart
Izittend aan het edele rijdier,
iar ook als vulling van een stoelzit
ting, lang geleden. Een lezeres schreef
dat ze nog zo'n matras in gebruik
had. De tijd had er danig mee ge
stoeid en de tijk was versleten. Met
grote steken heeft ze er onderdekens
aan vastgenaaid en het geheel gehuld
in een grote hoes van de stof, waar
van men vroeger schorten maakte
voor werk op het land. Tegenwoordig
zijn er denims te over voor zulke
zaken.
VRAAG: Een poos geleden kochten
wij een antieke kristallen karaf, met
stop. De karaf was van binnen wat
dof en we probeerden die aanslag met
water te verwijderen, maar nu blijven
de droppels van binnen hangen.
Soms lijkt alles droog, maar de aan
slag komt terug zodra de karaf geslo
ten is.
ANTWOORD: Wij zelf hebben een
dergelijk probleem opgelost door de
wijnkan(kristal) te reinigen met een
combinatie van zand en azijn. Ande
ren gebruiken lauw water met ge
stampte eierschalen, of koffiedik of
theeblaren. Daarmee verdwijnt de
kalkaanslag in elk geval. Met die
druppeltjes hebben we ook getobt.
Tenslotte heb ik de karaf met wat
alcohol omgespoeld en toen onderste
boven ergens in een hoek gezet. Daar
na werd de stop er weer opgezet en
het kristal helder. Maar het is natuur
lijk onnozel om zoiets uitsluitend
voor de pronk neer te zetten. Bij
bijzondere gelegenheden wordt dus
„de" kristallen kan gebruikt en dan
begint het proces opnieuw
VRAAG: We moeten weer beginnen
met de voorbereidingen voor de ker
stavonden-verhalen, kerstspel, enz.,
maar waar kunnen we die vinden?
ANTWOORD: In de eerste plaats
gaat u eens neuzen in uw eigen ge
meentelijke bibliotheek en daar
vraagt u de assistente u op weg te
helpen. In de bladen van de vrouwen
organisaties wordt vaak een bepaald
kerstspel, voor dit jaar nieuw aange
kondigd. Ook zoudt u in de eerstvol
gende vergadering wel eens een
ideeënbus op de bestuurstafel kun
nen zetten.
VRAAG: of liever opmerking: Nu en
dan gebruikt u het woord copy in uw
rubriek en daarmee bedoelt u de
tekst van uw antwoorden, die be
stemd is voor de zetterij. Het woord
hiervoor is echter kopij (het enige
echte Hollandse woord hiervoor). Uw
woord is het Engelse copy-duplicaat.
(zoveel copies-zoveel exemplaren).
Het woord kopij wordt op drie manle
ren gebruikt: 1. kopij, gezet uit onder
kast (kleine letters), 2. KOPIJ-gezet
in kapitalen. Dit is niet bedoeld als
betweterij, maar ik vermoed, dat heel
veel mensen dit niet weten.
DANKBAAR ANTWOORD: Als ik
het laatste woord wilde hebben zou ik
antwoorden: Met Staring (het Kame
leon) zou ik zeggen: Elk had gelijk en
elk had het mis. Als ik brieven en
antwoorden van en aan mijn scriben
ten overneem- is het copy, maar voor
de redactie ls het kopij. Het zou niet
eerlijk zijn, want ik wist het echt niet
en velen mèt mij evenmin.
VRAAG over thuis gekookt of ge
stoomd roggebrood
ANTWOORD: Roggebrood wordt ge
bakken van grof gemalen of gebroken
rogge, zonder gist. Door de lange bak
tijd krijgt roggebrood de donkere
kleur en de zoete smaak (omzetting
van zetmeel in suiker). Bereiding: a 11
warm water en 60 gr zout bij gedeel
ten door 3 kg gebroken rogge werken
tot een stijf deeg. In rechthoekig mo
del vormen en gedurende lange tijd
(gemiddeld 13 uur) zachtjes in de
oven laten bakken; b 2 eieren glad
roeren met 60 gr basterdsuiker, l'A dl
water en 1 theelepel zout toevoegen
en 500 gr fijngemalen rogge. In een
met geklaarde boter ingevet cakeblik
doet men het deeg. Goed egaal ver
spreid is dan 2/3 van de vorm gevuld.
Afdekken met een plaatje en au bain
marie 3'/» uur aan de kook houden.
Daarna 1'/: uur in de oven verder gaat
laten worden. Na enige bekoeling uit
de vorm storten. In volkomen koude
staat tot dunne plakjes snijden. U
moet uw eigen conclusie maar trek
ken: 13 uur oven voor het eerste re
cept en het tweede liegt er ook niet
om zuinigheid met energie is ande
re koek.
VRAAG: Wanneer stond het artikel
over, „Annie E" in de krant. Wie
schreef het boek en waar werd het
uitgegeven?
ANTWOORD: Op 16 Juli *79 schreef
Leo Kleyn het artikel: „Geruchtma
kende strafzaak tegen Annie E. ont
rafeld". Vooroordelen aan de kaak
gesteld. Die vooroordelen staan in
het boek van Toni Boumans Wtm
Kayzer. Het boek heet: De zaak An
nie E., prijs 19,50. Uitgeverij Bert
Bakker. Amsterdam.
VRAAG: Verleden jaar vroegen we
een recept voor echte pepernoten. Uw
recept was echter niet goed. Het wer
den kruidnootjes (wel lekker, maar
het was niet de bedoeling). Wilt u nog
eens zoeken voor ons, want het zal
weer gauw Sint Nicolaas zijn.
ANTWOORD: Een vriendelijke bak
kersvrouw bood me een echte peper
noot aan. Heel aardig, maar het re
cept kreeg ik er niet bij. Het voorlich
tingbureau voor de voeding dook in
de Culinaire Encyclopedie en kwam
met het volgende recept: 100 gr boter
of margarine, 125 gr bruine basterd
suiker, 2 theelepels (afgestreken) spe
culaaskruiden, 1 mespunt zout. Roe
ren tot een zalfje (wat een heerlijk
recept om met jonge kinderen te be
kokstoven) Toevoegen: 250 gr zelfr.
bakmeel, 4 eetlepels melk. Kneden
tot een goed deeg. 1 2 uur in de
koelkast laten opstijven. Maak kleine
balletjes of snijd er stukjes van. Bak
ken op het beboterde en bestoven
bakblik in een iets voorverwarmde
oven, 15 minuten op 160
Reacties van abonnees op roestplek
jes: Roestjager kost ƒ2,25 en is pri
ma. evenals „Bagro".
VRAAG: Al geruime tijd is in mijn
bezit een koperen kruisje: Van boven
een ovale (liggende) ring waar een
bandje of lint doorheen gehaald kan
worden. Op de horizontale arm het
nummer 8940 en op de vertikale daar
onder, dwars gegraveerd Ps 55-57
Misschien is dit kruis voor iemand
van waarde het zal wel een kamp-
of oorlogsherinnering zijn.
ANTWOORD: We zullen gaarne be
langhebbenden uw adres geven.
REACTIE en aanvulling op het bles-
lookverhaal: Ik vries groeiiv Kruiden
in een plastic zakje een paar uur in.
Als alles bevroren is, uit de vriezer
halen, met de deegrol bewerken tot
alles verpulverd is. Dan in potjes met
schroefdeksel doen. Het tijdrovende
fijnhakken is dan niet nodig. Buiten
de allernormaalste kruiden, die ik zelf
in tuin of bloempotten heb, pluk ik de
rest in de kruidenpluktuin, die Alp
hen aan den Rijn rijk is. Die tuin is
een groot succes. Misschien een idee
voor andere plaatsen.
VRAAG: Bij de Vereniging Oud-Ede
bestaat grote belangstelling voor een
Industrieel produkt van de in 1930
opgeheven fabriek, de Edese Machi
nefabriek v/h Henneman. Als specia
liteit werd daar vervaardigd een ge
patenteerde koffiebrander, Eureka
In verschillende afmetingen maar
alle met gelijk brander-, meng- en
reinigingssysteem.
ANTWOORD: Dit ls echt een vraag
voor mensen, die nog leven in de tijd
van de „najaarsuithaal". Als u daar
bij iets vindt, waar u verder zelf niets
aan heeft, omdat u niet weet wat voor
een apparaat het ls. en daar staat de
naam Eureka (ik heb het gevonden)
op. dan is de kans groot dat u met
deze vondst de Vereniging Oud-Ede,
die graag een redelijke vergoeding wil
betalen, een groot plezier doet.
DE OMSLAG VOOR HET LIED
BOEK VOOR DE KERKEN: Nu dat
mag wel eens met een hoofdletter in
de krant. Ik dacht, dat er wel reacties
zouden komen, maar de belangstel
ling is overweldigend: de eerste dag
94. de volgende 13 enz., enz. Met aan
vragen van een tot vier patronen,
gezellige briefjes erbij, soms nog
„problemen" enfin: Er is een oud ver
haal van een knecht van een tove
naar, die zijn bezem aan het waterha
len had gezet, maar toen dat waterha
len tot overstromingen leidde, was hij
het toverwoord vergeten, dat nodig
was om de bezem weer in z'n hoekje
te krijgen. Nu, ik begrijp dat die
knaap paniekerig werd. In elk geval
bleken er heel aardige mensen te zijn,
die ons hielpen met de fotocopieën.
De meeste a an vraagsters hadden be
grepen, dat het betrof: een keuze ma
ken, dan wel meervoudig betalen.
Waar dat niet het geval was, namen
we de eerste van het verlanglijstje. Er
waren ook aanvragen, die naar Am
sterdam waren gestuurd. Dat is na
tuurlijk niet de bedoeling. Ook voor
mevr. van Beuzekom is deze belang
stelling een verheugende zaak.
In verband met de besognes van de
afgelopen week het volgende: Er
kwam een noodkreet uit het bijkan
toor Parkstraat. Den Haag: Wilt u zo
gauw mogelijk de Schweltzer-spullen
komen halen, want we kunnen bijna
niet meer uit de voeten. Alle pakken
en zakken staan nu bij ons in de gang
tot er gelegenheid ls naar Deventer te
gaan. Het kan heel even duren voor u
een briefje van mij over uw zwachtels
krijgt en dat moet u niet onbeleefd of
onhartelijk vinden. Het werk gaat
door u helpt daar geweldig bij en dat
ls het belangrijkste.