Toneel is als het goed is een projecteren van het leven' Hiërogliefen Frus*Primeur! IW PROBLEEM OOK HET ONZE 198. Dan Remmelts viert ook gouden jubileum niet viDAG 15 OKTOBER 1979 VARIA TROUW/KWARTET a Joan Rem its houdt niet van jubile- Vandaar dat hij geen en- drukte heeft gemaakt het feit dat hij deze and een halve eeuw toneel- Ier is. „Ik heb er zelfs geen asje met mijn vrouw op ronken," zegt hij lachend. >r jubilea heb ik geen gevoel, t gehad. Ik zie het als een soort ime maken voor jezelf, vooral in 'ak. Vroeger toen ze al met twaalf en half jaar begonnen te jubileren het misschien nog enige zin. Dan je jubileren in je eigen gezel- p. samen met mensen met wie je eel lang optrok. Dat gaat tegen- rdig niet meer, omdat je na je 65e meer vast geëngageerd kan wor- Jubileren met het spelen van een ndere bijzondere rol heb ik even- ooit zien zitten. De goede uitzon- hgen daargelaten zijn jubileum- 4n voor de betrokkenen meestal glansrollen. Door de nadruk die wordt gelegd heeft men zoveel pere dingen aan het hoofd, dat er r het goed spelen van zo'n rol te nig aandacht is." n Remmelts doet al is hij 74 jaar regelmatig van zich horen. Op ogenblik speelt hij in Ira Levin's lier „Moordkuil", die tot eind ok er in het Nieuwe de la Mar-theater Amsterdam te zien is en daarna acht maanden het land in gaat. n is er een advocaat in. „Het is ir een kleine rol. in de tweede t. maar al is het eigenlijk heel eduidend, toch leuk om te doen. ïoef echt niet meer van die grote en te hebben. Ik heb er in mijn tn zoveel gehad, en achteraf moet zeggen dat kleine rollen net zo trekkelijk kunnen zijn. Op die rollen staar Je Je vaak blind, ir mij is het alleen nog belangrijk ig te blijven op dit terrein." Joan Remmelts .te oud voor Hamlet ëtje Puck begon met „Pietje Puck" bij het itadtoneel in 1929, het jaar dat het diploma van de toneel- iol in zijn zak kon steken. Zoals 'vaak gaat, zagen vader en moeder jnmelts dat niet zo zitten. „Vader, procuratiehouder was bij een ehandel in Zwolle, de stad waar ik I geboren en opgegroeid, had lie- —i gezien dat ik Engels of iets derge- !s was gaan studeren en moeder |d dat als ik dan toch beslist het iel op wilde, ik maar moest gaan en. Dat was tenminste een net Niet dat zij afwijzend stonden opzichte van het toneel. Al heel namen ze mijn vijf jaar oudere r en mij mee naar de schouw- Daar zag ik figuren als Riek per en Eduard Verkade optreden. :ade als Hamlet maakte helemaal >e indruk op me. Het was in die dat het verlangen in me groeide het toneel op te gaan." Min of t kregen vader en moeder Rem dus een broodje van eigen deeg. ik Joan op een oktoberrrüddag in huis aan de Amsterdamse Van derodestraat vraag wat hem in toneel zo aantrok zegt hij: „To- geeft aanknopingspunten voor heleboel dingen. Het is net als het schrijven van een boek. Het at op het formuleren aan. het naar ten brengen van de dingen. Toneel ls het goed is ëen projecteren van leven. Het is een voorhouden van spiegel, waarin andere mensen bzelf en situaties herkennen. Het is het brengen van een uitgedacht ■haal om iets te propageren, van- Br dat aile politiek volgens mij W eel-vijandig is. Hoewel voor de log had je bij de Volksbühne in lijn prachtige acteurs en actrices die in politieke stukken speelden. Het was je reinste propaganda. Het deed niet onder voor een of andere afschu welijke Ster-reclame van tegenwoor dig. maar wat ze deden was toch interessant om te zien, omdat het zulke schitterende acteurs en actrices waren." Flauwekul Joan strijkt over zijn grijze haardos. Het lijkt alsof hij, gezeten in zijn met groen velours beklede oortjesstoel naast de antieke kachel die nu als decor fungeert voor een groot veld- boeket, in gepeins is verzonken. Ineens veert hij op en zegt: „Dat er in toneel een boodschap moet zitten vind ik flauwekul. Tegenwoordig moeten er recepten inzitten vindt men. Het is een typisch Hollands idee dat je er iets van mee naar huis moet kunnen nemen. Er zit nu zo veel kunstmatigs in het toneel. Het moet een sterk eenzijdig effect hebben, zegt men maar dat is niet het boeien de van toneel. Ze kappen in dingen, ontwikkelingen worden niet ge volgd." Joan zwijgt even en zegt dan fel, „Ze noemen alles tegenwoordig toneel." Daarmee wil hij niet zeggen dat hij elke poging tot verandering afwijst. Integendeel. Vernieuwen blijft nodig. Je moet niet blijven hangen aan een bepaalde vorm, die je goed vindt. Maar het is altijd moeilijk voor een mens iets dat hij heeft opgebouwd los te laten. Er zijn zoveel veranderingen tegelijkertijd gekomen. Daardoor is een chaotische toestand ontstaan. De wereld lijdt aan stress en daar lijdt het toneel ook onder. Het schijnt in de wereld nu eenmaal niet harmo nisch te kunnen. Vandaar die revolu tie. waarbij altijd hoge waarden wor den weggegooid, die later, soms pas na honderd jaar. helemaal opnieuw ontdekt moeten worden. Daar moet je je niet al te grote zorgen over maken. Het belangrijkste is het be houd van het leven zelf." Generatiekloof Veel van de problemen die er nu bestaan zijn volgens Joan Remmelts te wijten aan de generatiekloof. „Daarom ben ik me bij het ouder worden steeds meer gaan verdiepen. Die generatiekloof is er overal. Je ziet het ook in het dierenrijk, waar de moeder-dieren hun jongen op een ge geven moment afstoten. Wij doen daar heel zielig over, maar het is nodig. Zo'n jong die moet zelf zijn weg in het leven zoeken. Het afzetten van jongeren tegen ouderen is een zich verzetten tegen de dogmatiek van de oudere generatie. Daar heb ik zelf vroeger ook aan meegedaan. Je dacht toen dat het idealistisch was ouderen bekrompen te noemen, ze uit te schelden voor ouwe sokken. Later ga je daar wel anders over denken. Je ziet dan dat het te maken heeft met een levensfase, dat die ouderen niet anders kunnen en dat je ze daarom de ruimte moet laten bezig te zijn." Als ik Joan vraag of het toneel hem heeft gebracht wat hij er destijds van verwachtte, zegt hij: „Al ziet de we reld er soms wat onherbergzaam uit, toch is het gekke, dat de laatste veer tig jaar ontzaglijk veel dingen waar van ik eens heb gezegd dat ze zouden moeten gebeuren, maar waarvan ik tevens dacht dat het nooit zou kun nen, tóch zijn gebeurd. Ik zou daarom verschrikkelijk tevreden moeten zijn met de gang van zaken. Maar er zijn (foto: Dirk Ketting) tevens de bijverschijnselen en die zijn minder leuk. Die bijverschijnse len maken ontzettend veel dingen onmogelijk of zijn er oorzaak van dat zaken verkeerd worden beoordeeld. Men doet tegenwoordig of het bij het toneel gaat om vrijetijdsbesteding. Overal worden ethische vlaggetjes op gezet. Of het allemaal op zijn pootjes terecht zal komen? Als je naar de voorbeelden die de bijbel geeft kijkt, mag Je dat wel aannemen. Er zijn tijden dat de essentie van het leven in. heel andere dingen gaat liggen. Welke kant het ook opgaat met het toneel is daarom geloof ik niet zo belangrijk." Alle facetten Wat zijn persoonlijke opstelling ten opzichte van toneel betreft zegt Joan: „Ik ben mijn hele leven gefascineerd geweest door het toneel, en als ik zeg toneel dan bedoel ik alle facetten van toneel, al zijn er bepaalde vormen die ik niet prettig vind, soms zelfs afschu welijk." Wat Joan duidelijk heeft er varen is dat toneelspelers „kwetsbare mensen" zijn. „Zij zitten in de kwets bare hoek omdat zij zich bewegen op een gebied dat duidelijk geen stoffe lijke realiteit meer is." Joan Remmelts heeft vele rollen ge had. Er zijn, dat geeft hij grif toe. ook rollen aan zijn neus voorbij gegaan die hij graag had willen spelen. „Hamlet zou ik dolgraag gestalte hebben willen geven, maar het is daar hoe dan ook nooit van gekomen. Nu ben ik er te oud voor geworden. Ham let was een jonge man. Ik zou Hamlet nog wel eens willen regisseren. Maar daar zit niemand denk ik op te wach ten. Er zijn op het ogenblik zoveel jonge regisseurs, dat zij mij daar echt niet meer bij nodig hebben." door Mink van Rijsdijk Noemde men de naam van Sadat, dan dacht ik automa tisch aan Egypte. Omgekeerd was dat niet het geval, zei iemand Egypte, dan versprongen mijn gedachten naar eeuwen geleden. Dan hoorde ik weer de oude bijbelver halen en zag ik Mozes in zijn biezen mandje, die gered door die aardige prinses die in de Nijl kwam baden. Allerlei verbleekte plaatjes kregen weer kleur, de hardvochtige farao, de tien plagen, tichelstenen, de uittocht en dan vooral de veertig jaar op weg naar het beloofde land. Wat wist ik verder van Egypte? Niet veel eigenlijk. Hiërogliefen, piramiden, sfinxen en vaag iets over de Koptische kerk, nou ja en de Assouan-dam. Voor de rest wist ik eigenlijk niet zo goed wat ik me voor moest stellen bij een land dat voor het grootste gedeelte uit woestijn bestaat en leeft bij de gratie van één levensa der: de Nijl. Nu na een bezoek van drie weken weet ik er trouwens nog niets van. Aanvankelijk liet ik mij tempel in tempel uit voeren, deed verplichte nummertjes museum en koningsgraven en tuurde me kleurenblind op spijkerschrift. De oud-Egyptische kunst was name lijk een grote witte plek in mijn bestaan, maar omdat ik mij in hoogst cultureel gezelschap door het land zou begeven, mikte ik op verheffing uit mijn geringe staat. Het hoge woord moet er maar acuut uit, hoe jammer ook, ik vertrok als cultuurbarbaar en ben in dezelfde deplorabele situatie, beneden Amsterdams peil dus, weergekeerd. Of het nou ging om de gigantische beelden van Ramses II die de man ter meerdere glorie van zichzelf liet vervaardigen of om de piramide van farao Cheops er ging nergens in mijn binnenste iets trillen. Ik voelde er niets anders bij dan een zwak „sjonge sjonge, wat moet dat zwoegen zijn geweest onder de koperen ploert". Ik zag en voelde er geen echte mensen bij, alles bleef steen, om het even of het rose graniet of albast was. Als ik prenten zie uit de Pruikentijd, gloeit er diep in me toch nog iets van verbondenheid en verwantschap met die ijdeltuiten van toen, maar de valse baarden en pruiken van die oude Egyptenaren brengen niets van affiniteit teweeg. In eerste instantie gaf ik „de farao van de Israëlieten" gemakshalve daar de schuld van, want het nare karak tertje van die tiran zit via de bijbelgeschiedenis gebei teld in mijn geest. Deze naïeve instelling was natuurlijk niet vol te houden, want er zijn ook heel vriendelijke heersers geweest. Vervolgens toog ik serieus ten strijde tegen mijn culturele armoede. Het was ook te gek en te beschamend. Daar stonden dan mensen, bij wie ik per ongeluk tijdelijk hoorde te smullen van jewelste bij een schemerig muurtje vol hiërogliefen in een duizenden jaren oude graftombe en ik vond het alleen leuk er even langs te lopen. Hoe ik mijn best ook deed, de dode Ramsessen en Toetmosis- sen kregen mij niet over de streep naar genieten. Ten slotte ging ik denken dat er diverse steekjes aan me los zaten. Gelukkig zat er nog iemand op mijn barbaarse golflengte en als we elkaar dan beleden dat de farao's ons bijkans de neus uitkwamen, luchtte dat enorm op. Helemaal blij en tevreden werden we pas als we weer op de boot waren waarmee we de Nijl afzakten. Toetanchamon en Nefertete zaliger nagedachtenis zijn niet in staat geweest mij werkelijk tc bekoren en dat spijt me oprecht, maar gelukkig was daar dan de Nijl met de vruchtbare groenstroken langs de oevers zo onovertroffen mooi, zo vol beloften tegen de brandende en dorre woestijn aan dat mijn ogen niet verzadigd konden raken. Natuurlijk zullen ze in Egypte problemen krijgen met vervuiling van het Nijlwater, want zoals de prinses die Mozes vond zich waste in de rivier, zo gebeurde dat onveranderd iedere dag. De Nijl is niet alleen een grote tobbe waar de bevolking induikt, ook een open riool, een permanente wasmachine en leverancier voor potjes mintthee, maar zo mooi en boeiend en bovendien zo afwisselend van landschap dat ik zelfs Ramses II zijn prollerige ijdelheid kon vergeven. Wat me op zulke momenten binnenpretjes opleverde was de groep. Ze zagen de dadelpalmen nauwelijks, noch het wuivende groene suikerriet en de waterhalen de vrouwen met de kruiken op het hoofd hielden hen niet zo bezig. Ze deden hun ogen dicht om slapende bruin te worden, nog nadromend over weet ik welk oud kunststuk. Anderen gingen scrabbelen, heel intensief en fanatiek, ze lieten zich niet afleiden door dravende witte ezeltjes en kolonies reizigers. Waar ik maar mee zeggen wil dat ik niet de enige was bij wie een steekje los was. Echt leer! Fabelachtig mooi jack van varkensvelours. Im. bont voering. Tricot boord en manchetten. Tabak. Normale prijs 250.- t/m a.s. zaterdag Onder redactie van mevrouw J. Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst In waarden van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd. Hjcties van heel oude vakmensen Jr paardeharen matrassen: Graag ik de namen van onze abonnee larp (87) uit Enschede noemen en van de heer Nunnikhoven uit Go- chem van wie ik veronderstel dat van die leeftijd of daarom- ^it zal zijn. De heer S. vertelde dat lang geleden zelf nog paardeharen Itrassen had gemaakt. Van stevig Itrastijk werd een kant van de ma ks vervaardigd en voorzien van de Kanten, zodat er een soort bak op Olj tafel lag. Daarop kwam schape- (1, dan verschillende lagen paarde- dan weer schapewol en dan Jam het bovendek, dat met de hand i de opstaande zijden werd ge lid. Het noppen was ook een flink jwei. Deze matrassen waren wel k de gegoede mensen. De gewone h sliep op stromatrassen, al of niet «zien van een veren zak daarbo- op. Hierna kwamen de kapokma- ssen. precies als de haarmatras veel goedkoper. Tot het jaar heeft de heer S. nog regelmatig atrassen bijgevuld en gerevi- Het verhaal van de heer N was anders De vulling van de zware en met spiraalveren was ook iets rs Bovenop de met touw vastge- spiralen kwam jute en daarop k of wolvlokken Met het woord ig had hij enige moeite Als lood •aar was een betere uitdrukking t Bij zulke oude vaklieden je tenminste te horen hoe het :elijk was met die matrassen (tot verontschuldiging worde aange- 1. dat ik zelf paardehaar uitslui- meemaakte als manen en staart Izittend aan het edele rijdier, iar ook als vulling van een stoelzit ting, lang geleden. Een lezeres schreef dat ze nog zo'n matras in gebruik had. De tijd had er danig mee ge stoeid en de tijk was versleten. Met grote steken heeft ze er onderdekens aan vastgenaaid en het geheel gehuld in een grote hoes van de stof, waar van men vroeger schorten maakte voor werk op het land. Tegenwoordig zijn er denims te over voor zulke zaken. VRAAG: Een poos geleden kochten wij een antieke kristallen karaf, met stop. De karaf was van binnen wat dof en we probeerden die aanslag met water te verwijderen, maar nu blijven de droppels van binnen hangen. Soms lijkt alles droog, maar de aan slag komt terug zodra de karaf geslo ten is. ANTWOORD: Wij zelf hebben een dergelijk probleem opgelost door de wijnkan(kristal) te reinigen met een combinatie van zand en azijn. Ande ren gebruiken lauw water met ge stampte eierschalen, of koffiedik of theeblaren. Daarmee verdwijnt de kalkaanslag in elk geval. Met die druppeltjes hebben we ook getobt. Tenslotte heb ik de karaf met wat alcohol omgespoeld en toen onderste boven ergens in een hoek gezet. Daar na werd de stop er weer opgezet en het kristal helder. Maar het is natuur lijk onnozel om zoiets uitsluitend voor de pronk neer te zetten. Bij bijzondere gelegenheden wordt dus „de" kristallen kan gebruikt en dan begint het proces opnieuw VRAAG: We moeten weer beginnen met de voorbereidingen voor de ker stavonden-verhalen, kerstspel, enz., maar waar kunnen we die vinden? ANTWOORD: In de eerste plaats gaat u eens neuzen in uw eigen ge meentelijke bibliotheek en daar vraagt u de assistente u op weg te helpen. In de bladen van de vrouwen organisaties wordt vaak een bepaald kerstspel, voor dit jaar nieuw aange kondigd. Ook zoudt u in de eerstvol gende vergadering wel eens een ideeënbus op de bestuurstafel kun nen zetten. VRAAG: of liever opmerking: Nu en dan gebruikt u het woord copy in uw rubriek en daarmee bedoelt u de tekst van uw antwoorden, die be stemd is voor de zetterij. Het woord hiervoor is echter kopij (het enige echte Hollandse woord hiervoor). Uw woord is het Engelse copy-duplicaat. (zoveel copies-zoveel exemplaren). Het woord kopij wordt op drie manle ren gebruikt: 1. kopij, gezet uit onder kast (kleine letters), 2. KOPIJ-gezet in kapitalen. Dit is niet bedoeld als betweterij, maar ik vermoed, dat heel veel mensen dit niet weten. DANKBAAR ANTWOORD: Als ik het laatste woord wilde hebben zou ik antwoorden: Met Staring (het Kame leon) zou ik zeggen: Elk had gelijk en elk had het mis. Als ik brieven en antwoorden van en aan mijn scriben ten overneem- is het copy, maar voor de redactie ls het kopij. Het zou niet eerlijk zijn, want ik wist het echt niet en velen mèt mij evenmin. VRAAG over thuis gekookt of ge stoomd roggebrood ANTWOORD: Roggebrood wordt ge bakken van grof gemalen of gebroken rogge, zonder gist. Door de lange bak tijd krijgt roggebrood de donkere kleur en de zoete smaak (omzetting van zetmeel in suiker). Bereiding: a 11 warm water en 60 gr zout bij gedeel ten door 3 kg gebroken rogge werken tot een stijf deeg. In rechthoekig mo del vormen en gedurende lange tijd (gemiddeld 13 uur) zachtjes in de oven laten bakken; b 2 eieren glad roeren met 60 gr basterdsuiker, l'A dl water en 1 theelepel zout toevoegen en 500 gr fijngemalen rogge. In een met geklaarde boter ingevet cakeblik doet men het deeg. Goed egaal ver spreid is dan 2/3 van de vorm gevuld. Afdekken met een plaatje en au bain marie 3'/» uur aan de kook houden. Daarna 1'/: uur in de oven verder gaat laten worden. Na enige bekoeling uit de vorm storten. In volkomen koude staat tot dunne plakjes snijden. U moet uw eigen conclusie maar trek ken: 13 uur oven voor het eerste re cept en het tweede liegt er ook niet om zuinigheid met energie is ande re koek. VRAAG: Wanneer stond het artikel over, „Annie E" in de krant. Wie schreef het boek en waar werd het uitgegeven? ANTWOORD: Op 16 Juli *79 schreef Leo Kleyn het artikel: „Geruchtma kende strafzaak tegen Annie E. ont rafeld". Vooroordelen aan de kaak gesteld. Die vooroordelen staan in het boek van Toni Boumans Wtm Kayzer. Het boek heet: De zaak An nie E., prijs 19,50. Uitgeverij Bert Bakker. Amsterdam. VRAAG: Verleden jaar vroegen we een recept voor echte pepernoten. Uw recept was echter niet goed. Het wer den kruidnootjes (wel lekker, maar het was niet de bedoeling). Wilt u nog eens zoeken voor ons, want het zal weer gauw Sint Nicolaas zijn. ANTWOORD: Een vriendelijke bak kersvrouw bood me een echte peper noot aan. Heel aardig, maar het re cept kreeg ik er niet bij. Het voorlich tingbureau voor de voeding dook in de Culinaire Encyclopedie en kwam met het volgende recept: 100 gr boter of margarine, 125 gr bruine basterd suiker, 2 theelepels (afgestreken) spe culaaskruiden, 1 mespunt zout. Roe ren tot een zalfje (wat een heerlijk recept om met jonge kinderen te be kokstoven) Toevoegen: 250 gr zelfr. bakmeel, 4 eetlepels melk. Kneden tot een goed deeg. 1 2 uur in de koelkast laten opstijven. Maak kleine balletjes of snijd er stukjes van. Bak ken op het beboterde en bestoven bakblik in een iets voorverwarmde oven, 15 minuten op 160 Reacties van abonnees op roestplek jes: Roestjager kost ƒ2,25 en is pri ma. evenals „Bagro". VRAAG: Al geruime tijd is in mijn bezit een koperen kruisje: Van boven een ovale (liggende) ring waar een bandje of lint doorheen gehaald kan worden. Op de horizontale arm het nummer 8940 en op de vertikale daar onder, dwars gegraveerd Ps 55-57 Misschien is dit kruis voor iemand van waarde het zal wel een kamp- of oorlogsherinnering zijn. ANTWOORD: We zullen gaarne be langhebbenden uw adres geven. REACTIE en aanvulling op het bles- lookverhaal: Ik vries groeiiv Kruiden in een plastic zakje een paar uur in. Als alles bevroren is, uit de vriezer halen, met de deegrol bewerken tot alles verpulverd is. Dan in potjes met schroefdeksel doen. Het tijdrovende fijnhakken is dan niet nodig. Buiten de allernormaalste kruiden, die ik zelf in tuin of bloempotten heb, pluk ik de rest in de kruidenpluktuin, die Alp hen aan den Rijn rijk is. Die tuin is een groot succes. Misschien een idee voor andere plaatsen. VRAAG: Bij de Vereniging Oud-Ede bestaat grote belangstelling voor een Industrieel produkt van de in 1930 opgeheven fabriek, de Edese Machi nefabriek v/h Henneman. Als specia liteit werd daar vervaardigd een ge patenteerde koffiebrander, Eureka In verschillende afmetingen maar alle met gelijk brander-, meng- en reinigingssysteem. ANTWOORD: Dit ls echt een vraag voor mensen, die nog leven in de tijd van de „najaarsuithaal". Als u daar bij iets vindt, waar u verder zelf niets aan heeft, omdat u niet weet wat voor een apparaat het ls. en daar staat de naam Eureka (ik heb het gevonden) op. dan is de kans groot dat u met deze vondst de Vereniging Oud-Ede, die graag een redelijke vergoeding wil betalen, een groot plezier doet. DE OMSLAG VOOR HET LIED BOEK VOOR DE KERKEN: Nu dat mag wel eens met een hoofdletter in de krant. Ik dacht, dat er wel reacties zouden komen, maar de belangstel ling is overweldigend: de eerste dag 94. de volgende 13 enz., enz. Met aan vragen van een tot vier patronen, gezellige briefjes erbij, soms nog „problemen" enfin: Er is een oud ver haal van een knecht van een tove naar, die zijn bezem aan het waterha len had gezet, maar toen dat waterha len tot overstromingen leidde, was hij het toverwoord vergeten, dat nodig was om de bezem weer in z'n hoekje te krijgen. Nu, ik begrijp dat die knaap paniekerig werd. In elk geval bleken er heel aardige mensen te zijn, die ons hielpen met de fotocopieën. De meeste a an vraagsters hadden be grepen, dat het betrof: een keuze ma ken, dan wel meervoudig betalen. Waar dat niet het geval was, namen we de eerste van het verlanglijstje. Er waren ook aanvragen, die naar Am sterdam waren gestuurd. Dat is na tuurlijk niet de bedoeling. Ook voor mevr. van Beuzekom is deze belang stelling een verheugende zaak. In verband met de besognes van de afgelopen week het volgende: Er kwam een noodkreet uit het bijkan toor Parkstraat. Den Haag: Wilt u zo gauw mogelijk de Schweltzer-spullen komen halen, want we kunnen bijna niet meer uit de voeten. Alle pakken en zakken staan nu bij ons in de gang tot er gelegenheid ls naar Deventer te gaan. Het kan heel even duren voor u een briefje van mij over uw zwachtels krijgt en dat moet u niet onbeleefd of onhartelijk vinden. Het werk gaat door u helpt daar geweldig bij en dat ls het belangrijkste.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 7