Scheler, filosoof van het beleven
Kalevala - over de macht van het woord
Auschwitz-'episoden'
helse absurditeit
Inspirerend
boek over
handwerken
Sympathieke
dichtbundel
Israël
De (eigen)
oorlog van
Churchill
Spoor en post
ERDAG 6 OKTOBER 1979
BOEKEN
TROUW/KWARTET
35
XE
"W
door prof. dr. R. Bakker
10(3 In de serie „Wijsgerige Monogra-
fieën" is nu verschenen een uit-
eenzetting over de Duitse wijsgeer
Max Scheler (1874-1928) van de
hand van dr. J. Nota die zich sinds
***4 lange tijd met studies over Sche
ler bezig houdt. Deze monografie
Zip is een boeiende studie geworden
1 over het leven en werk van een
wijsgeer die in de laatste tijd te
I veel op de achtergrond van de
wijsgerige belangstelling geraakt
iS.1)
kMEF Met opzei gebruik ik de verbln-
ding leven en werk. Als er één
filosoof geweest is bij wie leven en
- denken zo duidelijk vervlochten
1 22| zUn en bij wie de sporen van een
1 hartstochtelijk leven zo zichtbaar
in het filosoferen zijn ingegrift,
dan is dit wel de filosoof van het
1 beleven: Scheler,
j Scheler heeft geweten dat het fllo-
soof-zijn niet een zaak van vrijbllj-
sva» vendheid is. maar die een activi-
teit betreft die ons gehele zijn en
existeren raakt. Filosoferen is niet
enkel maar praten, maar ook en
vooral handelen. Filosoferen is
j een worstelen van de mens. om
jn— zichzelf, zijn relatie met de mede-
mens, de wereld, de grond van
zijn bestaan te leren kennen.
Daarom is het schrijven van een
biografie over een zó gecompli
ceerd denker als Scheler uiterst
riskant en vergt een hoge mate
van inlevend vermogen. Ik meen
dat Nota er in geslaagd is. Scheler
te verklaren door Scheler zelf. De
materie zelf legt hem deze werk
wijze op. Tekend voor deze behan
deling is de manier waarop de
schrijver te werk gaat: Hij behan
delt niet eerst zijn leven en
vervolgens zijn filosofische
gedachten, maar hij beschrijft
elke periode van zijn leven in nau
we verbondenheid met zijn den
ken. De structuur van behande
ling doet m.i. recht aan de gepas
sioneerdheid van zijn filosoferend
leven en zijn levend filosoferen.
Met behulp van documenten, aan
tekeningen, akten en gesprekken
met hen die Scheler gekend heb
ben, heeft de auteur naar een
maximum aan precisie gestreefd
en gepoogd bij alle wisseling en
variatie op zijn denkweg de funda
mentele intentie vast te houden:
„Geest en leven, daarvoor filoso
fisch nadenken en dan nog hun
onderlinge relatie bestuderen, dat
heeft Schelers hele leven bezigge
houden" (p. 15). Hetis ondoenlijk,
in een artikel als dit, te wijzen op
de vele facetten van Schelers den
ken. Ik noem „slechts" zijn feno
menologische houding en zijn
mensleer.
De fenomenologie, d.i. de leer van
de verschijningen heeft Scheler
van de grote Duitse filosoof Hus-
serl overgenomen zij het met aan
zienlijke wijzigingen. Terwijl Hus-
serl deze instelling louter als een
zaak van het bewustzijn opvatte
gerichtheid van het bewustzijn
op de dingen is zij voor Scheler
veeleer het leven zelf, een zich met
hart en ziel overgeven aan dat wat
in de dingen zich aan onze intuïtie
voordoet. We kunnen niet over de
dingen spreken buiten onze erva
ring om. Dit is wel de spil waarom
het denken van Scheler van meet
af draalt. Niet het kennen is pri
mair. maar de beleving, die aan
het kennen zijn richting geeft.
Scheler hanteert de gangbare
term „ervaring" in andere zin: zij
is méér dan de gewone zintuigelij-
ke ervaring: zij is onmiddellijke
waarneming in het menselijke be
wustzijn van het wezen van het
verschijnsel.
Schelers mensleer vertegenwoor
digt een zeer belangrijk aspect
van zijn wijsgerig denken. Een ge
schiedenis van de antropologie
van de twintigste eeuw is ondenk
baar zonder het door Scheler ge
presenteerde mensbeeld. „Wat is
de mens, en wat is zijn plaats in de
werkelijkheid?" Vlagen die hem
sedert het eerste ontwaken van
zijn wijsgerig bewustzijn hebben
beziggehouden, meer dan welke
filosofische vraag ook. Maar het
gaat Scheler niet om de mens die
door theoretische reflectie zicht
baar en onzichtbaar wordt, maar
om de concrete, voelende en han
delende mens. De mens laat zich
nooit in straffe formuleringen on
derbrengen: hij is beweeglijk, defi-
nitorisch ongrijpbaar, omdat hij
zich altijd te boven gaat.
Hij is verantwoordelijk, medever
antwoordelijk voor het heil van
alle personen. Inderdaad, een
mensbeschouwing die in onze ni
vellerende verzakelijkte tijd, be
moedigend, ja bevrijdend is. Zijn
persoonsbegrip getuigt van een vi
sie die aan de waarde van de per
soon principieel alle ruimte laat.
We kennen de persoon pas als hij
zich laat kennen, zich voor ons
openstelt, zich openbaart. Wat we
in onze tijd nauwelijks meer te
genkomen is de waardering van de
liefde in de evaluatie van de per
soon: Scheler is wel de filosoof van
de liefde genoemd. Vanuit zijn
fenomenologisch gezichtspunt
zegt Scheler hier zeer fijnzinnige
dingen over, die enkel uit een die
pe belevingswereld kunnen voort
komen. De mens is niet allereerst
een denkend zijnde, maar een be
minnend zijnde. En het is de taak
van de mens om de dingen zoveel
mogelijk te beminnen zoals God
ze bemint. Hiertoe is nodig het
echte, voelende omgaan met de
wereld waarin de waarden en hun
orde oplichten.
Schelers mensleer ondergaat in de
laatste Jaren nè 1924 een aanzien
lijke verschuiving. De (hens wordt
nu gesitueerd in de spanning tus
sen drift en geest. De geest, zo
meent Scheler, is in zijn zuivere
vorm zonder macht, kracht en ac
tiviteit. Hij verkeert slechts in de
sfeer van de beschouwing, maar
tegelijk kan de geest de drift beïn
vloeden. Nu is het de taak van de
mens geest en drift wederzijds op
elkaar te laten inwerken. Dit alles
drijft hem tot de consequentie dat
God naar analogie van de mens
moet worden gedacht Geest en
drang zijn eigenschappen van het
ene goddelijke zijn. Scheler gaat
in deze periode zover dat hij
meent dat de mens de plaats is.
waar God zich verwerkelijkt en
dat God door de mens uit de span
ning verlost moet worden die in
hem heerst tussen geest en drang.
Het is een verschuiving die niets
toe of afdoet aan zijn eerste en
laatste doelstelling: liefde voor de
mens. Nota toont dit aan. vol be
grip en met grote mildheid.
De betekenis van Scheler voor
onze tijd moge tot slot in enkele
punten worden genoemd: 1. De
mens is een wezen dat zichzelf kan
overschrijden en daarmee zijn
uniekheid openbaart 2. Deze
mens is alleen mens in de gemeen
schap. 3. Liefde is de grondtoon
van het menselijk zijn. Deze mens
waardering is van onschatbare be
tekenis in een tijd als de onze
waarin de mens meer en meer tot
een object en nummer dreigt te
worden. Schelers gehele filosofie
belichaamt een oproep aan de
mens. zichzelf te zijn via de ver
werkelijking van de waarden. In
de ongebreidelde voortgang der
verwetenschappelijking van bij
kans alle sectoren der werkelijk
heid betekent Schelers denken
een bezinning op dit heilloze pro
ces dat zich aan onze tijd voltrekt.
J. H. Nota. Max Scheler, Het
Wereldvenster, Baarn, 1979.
aid-
04
"V
Door W. F. Stafleu
De Kalevala is in een Ne
derlandse uitgave versche
nen, en dat betekent dat
velen nu kunnen kennis
maken met een van de gro
te epen uit de wereldlitera
tuur.
Eigenlijk is het vreemd dat dit
Finse heldenverhaal In ons land
betrekkelijk onbekend is. Vermoe
delijk kunnen maar weinig Neder
landers Fins lezen. Nu zijn er wel-
eehs fragmenten in het Neder
lands vertaald, en de complete
Kalevala is in verscheidene ande
re talen te lezen. Maar zelfs de
uitgave die Christofoor nu met
steun van de (antroposofisch geo
riënteerde) Ionastichting zo fraai
heeft verzorgd, is nog maar een
indirecte en niet geheel volledige
bewerking uit het Duits; boven
dien niet in verzen maar in proza.
Dat is in zekere zin Jammer, maar
heeft wel het voordeel van een
grotere toegankelijkheid voor een
breed publiek, en het meesterwerk
is die belangstelling waard (een
volledige metrische vertaling in
het Duits verscheen in 1967).
Romantiek
De romantici van de vorige eeuw
hadden zoals bekend grote be
langstelling voor liederen en ver
halen uit oude tijden. Terwijl de
gebroeders Grimm sprookjes ver
zamelden en Von Amim en Bren-
tano liederen in „Des Knaben
Wunderhom" bijeenbrachten,
luisterde de Fin Elias Lönnrot
(1802-1884) naar de liederen die
onder vissers, jagers en boeren
van zijn land eeuwenlang bewaard
gebleven waren. Vaak liet Lönnrot
zich dagenlang voorzingen. Het
was geen zeldzaamheid vertelt
die Duitse bewerkster Inge Ott
dat een zanger uit zijn geheugen
vier- of zelfs vijfduizend versregels
achter elkaar kon reciteren. Van
de op deze manier verzamelde lie
deren stelde Lönnrot een doorlo
pend verhaal samen. Zo ontstond
het grote epos, dat hij Kalevala
noemde, land van Kaleva, de my
thische stamvader van de Finnen
vijftig zangen met in totaal
22.795 verzen.
M.
Kerstening
De oudste liederen schijnen terug
te gaan tot in de late ijzertijd, die
in het noorden tot 800 n. Chr.
duurde. In de loop van de tijd
ondergingen de mondeling over
geleverde zangen allerlei invloe
den en veranderingen. In de elfde
en twaalfde eeuw werd het chris
tendom in Finland gepredikt. Er
zijn in de Kalevala dan ook zowel
heidense als christelijke motieven
en tendenzen te vinden.
Er staan mythen in over de schep
ping van de wereld, breedvoerige
bezweringsformules, prachtige na
tuurbeschrijvingen, tekeningen
van het boerenleven, vrolijke brui
loftsverhalen. Het wemelt van na
tuurgeesten, sprekende dieren, be
zielde bomen, huizen en schepen.-
Maar behalve de geesten van zee,
lucht en dodenrijk wordt ook de
Ene Heer aangeroepen. En aan het
slot is er sprake van de geboorte
van de zoon van Mariatta, in wie
men de maagd Maria kan her
kennen.
Helden
Een wonderlijk verhaal dus, en
zeer uniek. Hoofdpersonen zijn de
oude tovenaar en zanger Vaina-
mölnen, de maker van de machti
ge kan tele (muziekinstrument)
waarop alleen hij kon spelen; de
smid Ilmarinen, die de welvaart
brengende sampo schiep, een
mysterieuze tovermolen. waarom
het land Kalevala strijd voerde
met Pohjola, het barre noorden;
en als tegengestelde figuren de
dyonisische lichthart Lemminkai-
nen en de tragische Kullervo.
Helden van het lied en de tover
spreuk zijn zij, want woorden ver
schaffen macht, en het wordt in
het verhaal dan ook als een bijzon
derheid aangemerkt als woorden
niet meer baten. Dat gebeurt op
de meest dramatische bladzijden,
als in de strijd tussen Kalevala en
Pohjola zowel de schone kantele
als de machtige sampo verloren
gaan. Maar eigenlijk kun Je de
machten pas overwinnen, zegt het
verhaal, als Je hun oorsprong
kent: de oorsprong van het ijzer,
van het bier, van de weg. Die
wordt dan bezongen, en dan moe
ten boze machten wijken.
Kalevala, verzameld door
Elias Lönnrot. Vertaling
(uit het Duits) van J. C.
Ebbinge Wubben. Uitgave
Christofoor, Rotterdam,
277 blz.; dit jaar 31.50,
daarna pl.m. 37.50.
Illustratie uit Kalevala
Zo tegen het einde van het jaar
komen er altijd weer heel wat boe
ken los èn omdat er 's winters in
de huiskamers meer activiteit
wordt ontwikkeld dan in de zo
mer. wat de behoefte aan doe-het-
zelf-voer verklaart, en ook omdat
december dè cadeaumaand van
het Jaar is. Uitgeverij Becht speelt
hier graag en goed op in met de
uitgave „MODERN HANDWER
KEN". Herfst 1976 verscheen „Mo
dem Naaien en Knippen"; een
Jaar later „Modem Haken en
Breien" Van beide boeken was
destijds een bespreking in dit blad
te lezen. De Italiaanse uitgave „II
Filo" is voor dit trio als uitgangs
punt genomen.
De bijzonder mooie kleurenfoto's,
waarvan op iedere pagina te ge
nieten valt, staan naast de niet
minder aantrekkelijke toelichtin
gen. Alles even helder en doelma
tig. Het is een waar genot het boek
van a tot z door te nemen. Niet
alleen worden bekende zaken als
vele vormen van borduurwerk,
waar men in Italië bijzonder goed
raad mee weet. maar ook smoc-
ken. tapljtknopen. weven en
bandweven. macramé. kantklos
sen. tenerife, frivolité. filet en ba
tikken behandeld, maar ook
wordt b v het interessante shisha-
(spiegeltjes)werk. waar Nomaden
stammen veel meer van weten, zo.
duidelijk uitgelegd, dat je er zo
wel aan zou willen beginnen
Hoewel veel kant-en-klare werk
stukken worden besproken, is
deze uitgave toch niet in de eerste
plaats bedoeld als nawerk- en
voorbeeld-boek. Het heeft meer
tot doel eigen ideeën los te weken,
zo van „laat maar eens zien wat Je
aan de hand van de geboden sug
gesties er zelf van terecht brengt."
Kortom: een zeer inspirerend,
prachtig uitgevoerd boekwerk,
dat zijn pittige aanschafprijs
65.--) best waard is. Behalve de
gedegen inhoudsopgave waar het
boek mee opent, eindigt het na
een hoofdstuk Varia met verschil
lende praktische wenken voor
vlechtwerk, draadwerk, tamboere
ren en wat leuke, maar moeilijk te
realiseren fantasiedieren met
een zeer uitgebreid register. Het is
daardoor ook een uitstekend na
slagwerk. zij het met een ge
wicht van ruim twee kilo wel
wat zwaar op de hand.
Een vijf-hoofdige Nederlandse re
dactie (eindredactie Jo Smit en
vertaling Pietha de Voogd) ver
zorgde ook de duidelijke tekst.
R.D.-S.
Modern Handwerken. H. J. W.
Becht's Uitgeversmij B.V., Am
sterdam. 319 bis.; prijs 65,-.
BIJ uitgeverij Spectrum te Utrecht
is deel 21 van de Grote Spectrum
Encyclopedie uitgekomen Het is
het eerste van de vier index- of
wegwijzerdelen voor de vooraf
gaande 20 delen. Dit eerste deel
heeft de trefletters AA DYJ.
Scherzo door T. Olof. Vijftig cur
siefjes. eerder in De Telegraaf ver
schenen. zijn gebundeld uitgege
ven door ultg. Heuff. Nieuwkoop.
144 blz. - 19,50
Vlak na de oorlog was de term
„sociaal-cultureel" nog niet zo
vaak ge- en misbruikt. De eerste
en enige hoofdambtenaar op
het departement van Sociale Za
ken. die in deze jaren al onmisbare
hulp aan de activiteiten rhet werk
lozen in Amsterdam heeft ver
leend. was mr. Herman Boasson.
Dat hij toen al kon en wilde wer
ken, mag een wonder heten. Hij
moest werken om te vergeten. Om
Auschwitz te vergeten. Dit was
onmogelijk. Hij schreef enkele
schetsen over dit vernietigings
kamp. Hitiers meest succesvolle
onderneming. Konkreter: Boas
son schreef over het kamp-orkest
(waarvan hij deel uitmaakte). De
teksten verschenen (in 1947) in
Bannings religieus-socialistisch
weekblad „Tijk en Taak". Ik heb
heel wat boeken over de germaan-
se heldendaden gelezen; weinig
boeken zijn mij bijgebleven. Bij
gebleven zijn mij de korte be
schrijvingen van Herman Boas
son. Nu liggen zij voor ons: veertig
bladzijden „Uit het nabije verle
den"Kampepisoden en
Kampbegrippen". In het bijna
klassiek geworden gedicht TO-
TENFUGE van Paul Celan staan
de woorden „hij beveelt ons speel
op nu ten dans".
Kapel
Er was een kapel in Auschwitz,
een „Haitlings-Kapellebestaan
de uit joodse en nlet-joodse gevan
genen. Boasson, amateur en harts
tochtelijk muziekminnaar, mocht
mee-spelen. „In Auschwitz be
schikten we over een keur van
instrumenten en een repetitiezaal.
waar de wanden met portretten
van bekende musici en componis
ten behangen waren. Muziek was
in ruime mate aanwezig. En wel in
die mate, dat we in een vergeten
avonduurtje enkele malen kamer
muziek gemaakt hebben. De ka
pelmeester. dirigent van de Phil
harmonic en radio in Krakau aan
de vleugel, verder een Pools en een
Hongaars violist. Bram van der
Star van het Utrechts S. O. als
altist en schrijver dezes aan de
cello, speelden kwintetten van
Schumann en Pleyel
Tot hun dagelijkse programma's
behoorden marsen, „Germanen-
treue" bijvoorbeeld en „Deuts-
chlands Waffenehre". Zangers wa
ren, zoals het hoort, ook bij de
hand. Er werd wat afgespeeld.
Hoogtepunten vormden natuur
lijk de kerstdagen. Weihnach-
ten het begin waren steevast
„8tille Nacht" en „O Tannen-
baum De gevoelige beulen lieten
hun tranen de loop. En de gaska
mer werkte op volle toeren. Aan
de lopende band werden Unter-
menschen opgehangen. Eminente
artsen experimenteerden met ge
vangenen. Tot de dood er op volg
de Aan de hoogste eisen van de
Endlösung werd door Kampcom-
mendant en zijn consciëntieuze
employés voldaan.
En daar tussenin dat muziek-ge-
beuren.
Helse absurditeit.
Herman Boasson overleefde ook
(het kamp werd „ontruimd" begin
1945) de dodenmars, een afgrijse
lijke voortzetting van Auschwitz.
„Uit het nabije verleden" is ver
schenen bij de uitgeverij Jim-
mink, Amsterdam.
De bundel gedichten waarmee Ro
bert Anker debuteert. „Waar ik
nog ben", bestaat uit vier afdelin
gen. In de eerste „Hout" staat de
verhouding van vader en zoon
centraal. De timmerman, de aan
nemer verschilt van de zoon, voor
zover met het bouwen van de va
der voor de zoon de leegte is ge
groeid. De groei is er een van na
tuurlijkheid (hout en boom) naar
kunstmatigheid (polyester), die
een parallel vindt in de verande
ring van werkelijkheid tot ge
dicht. De dichter is er nu op uit dit
veranderingsproces tegelijk in
omgekeerde richting te volbren
gen op „huldvrij papier". De ge
dichten willen fungeren als „bloe
sem tegen vrieslucht". Tegen de
kou der werkelijkheid wordt de
warmte van het gedicht geplaatst
De beide volgende afdelingen
„Reiger" en „Kraal", ekster" be
handelen de dichterlijke proble
matiek door middel van interpre
terende beelden van reigerhoudin
gen en de vlucht der vogels. Het in
beeld brengen van omringende
verschijnselen staat in dienst van
het verwerven van inzicht. Wars
van hoge vlucht keren reiger,
kraal en ekster telkens terug op
aarde om daar iets van hun gading
te vinden. Al is die werkelijkheid
aan bederf onderhevig, ze vinden
daarin altijd nog wel „een glinste
ring die ons ontging", hetgeen
dan tevens mag gelden voor de
praktijk van de dichter.
In de laatste afdeling „Schepn, de
rivier" is de dichter zowel schip als
reder „op zoek naar de verloren
ruimte/om lading op te doen". In
de bundel is die lading overigens
weinig explosief.
Uit de bundel in totaal komt An
ker tevoorschijn als een sympa
thiek dichter met oog voor details
en een zekere hand om met pot
lood contouren te gevem aan „wat
de radar nog niet ziet*. Of hij in
staat is mettertijd zijn lltercire
voorbeelden te doen vergeten,
moeten we nog even afwachten.
Robert Anker: „Waar Ik nog ben."
Querido. Amsterdam, omvang 46
pag. Prijs 14,90.
Drs. W. Smit, Israël. Het twaalfde
boek in de serie Panorama van de
wereld, Unieboek B.V., Bussum,
220 pagina's 22,50.
Als er één land in de wereld is, dat
een veelheid aan tegenstrijdige
emoties oproept, dan is dat Israël
wel. Voor velen is Israël het beloof
de land van de bijbel, voor veel
anderen is het het twee maal be
loofde land en daarmee de inzet
van een nog steeds voortdurende
politieke strijd.
Smit. die in het begin van zijn
boek, dat handelt over de sociale
en geografische kanten van de Is
raëlitische samenleving, de tegen
strijdige gevoelens over Israël illu
streert aan de hand van een onder
studenten uitgevoerde enquête,
houdt deze draad door het hele
boek heen vast. In vijf achtereen
volgende hoofdstukken geeft hij
een uiteenzetting over de waarden
en symbolen, het fysisch milieu,
het politieke stelsel, het volk en de
middelen van bestaan van het
land om dan in het laatste hoofd
stuk uit te komen op de vraag
naar het bestaan en het bestaans
recht van Israël. Dat hoofdstuk
draagt als titel de vraag die meni
geen. die zich met Israël verwant
voelt en die de geschiedenis van
het moderne Israël In apocalyp
tisch perspectief ziet, zich stelt:
Zal Massada nooit meer vallen?
Duidelijk wordt gemaakt dat land
en volk van Israël bij elkaar horen,
waarbij de gedachte van Jeruza
lem als centrum van de wereld
Smit zowel geografisch als religi
eus sterk aanspreekt
Jammer is wel dat dit boek. dat
goed bruikbaar is voor iedereen
die zich op een of andere manier
met Israël bezig houdt, evenals de
andere uitgaven in de reeks .Pano
rama van de wereld', geen index
heeft. Zodat het als naslagwerk
niet erg makkelijk hanteerbaar is
HA.
Elsevier is zoals we bij de
verschijning van de eerste
drie dejen al hebben aange
kondigd bezig met de her
uitgave van Churchill's
twaalfdelige werk over de
Tweede Wereldoorlog. Deze
derde druk is gestoken In een
blauwe band en voorzien van
een smaakvol omslag. Na de
eerste drie delen, zijn thans
de delen vier, vijf en zes ver
schenen. Deel vier behandelt
Engelands eenzame positie
(aug.-dec. '40). waarin uiter
aard nadruk valt op de slag
om Engeland Deel vijf heeft
als ondertitel „Duitsland
dringt op naar het oosten,
Jan-Junl '41". Dit deel behan
delt de oorlog in de woestijn
en in de Middellandse zee en
gaat over de slag om de At
lantische Oceaan, die in deze
periode voor Engeland cata
strofaal verliep Deel vijf ein
digt met de inval van Hitier
in Rusland Deel zes tenslotte
heeft als ondertitel .Amerika
in de oorlog. Juni '41-Jan '42
De climax van dit deel vormt
natuurlijk de aanval van Ja
panse luchtstrijdkrachten op
de Amerikaanse vlootbasis
Pearl Harbor, waarbij de kern
van de Amerikaanse slag-
vloot in één overrompelings-
klap goeddeels werd vernie
tigd. Voor Japan werd daar
bij de weg vrijgemaakt voor
een enorme (zij het zeer tijde
lijke) expansie in het verre
oosten. Churchill's werk ls
niet van eenzijdigheid vrij te
pleiten, maar heeft ander
zijds documentaire waarde,
aangezien talloze documen
ten zijn gereproduceerd.
Winston Churchill: De Twee
de Wereldoorlog. Totaal
twaalf delen. Ultg. Elsevier.
Gebonden en geïllustreerd.
Totale omvang wordt 4320
pag. Prijs per deel 22.50.
(later 27.50)
Verschenen is „8POOR EN
POST", een uitgave van het Ne
derlands Spoorwegmuseum.
„Spoor en Post" is een wegwijzer
bij het verzamelen van zegels en
stempels, uitgegeven door, in ge
bruik bij of betrekking hebbend
op het openbaar vervoer in Neder
land.
Het is een handleiding tevens ca
talogus, die in een behoefte voor
ziet En dat niet alleen voor hen.
die hun hart reeds aan dit zeer
specialistisch onderwerp hebben
verpand en tot heden zo goed en
zo kwaad als dat ging van een
eigen documentatie gebruik
moesten maken. Maar het kan te
vens een start zijn voor degenen,
die naast hun geliefd verzamelge
bied, waar zij om een of andere
reden op uitgekeken zijn, eens een
heel ander, interessant en nieuw
verzamelgebied willen opnemen.
„Spoor en Post" zal voor hen een
verrassing blijken te zijn.
De geschiedenis van het openbaar
vervoer (spoor, tram en boot) ls
door het hele boek heen te vinden.
Complete opgaven van vrachtze
gels. van rijwielzegels en verzeke
ringszegels. de historie van de
trein- en persbrieven met de daar
bij behorende zegels; trein-tram-
en bootstempels met al de ln de
loop der Jaren voorgekomen ty
pen; ook de waarde van zegels en
stempels is niet vergeten m het
catalogus-deel opgenomen te wor
den; de Nederlandse postzegels en
poststempels, die betrekking heb
ben op het filatelistisch thema
„spoorwegen op postzegels" zijn
speciaal opgesomd.
De uitgave van 300 pagina's, die
onder leiding van drs A. M. A van
der Willigen en met medewerking
van vele specialisten tot stand
kwam, ls mogelijk gemaakt met
financiële steun van de 8tichting
Filatelie en van de Vereniging van
Vrienden van het Spoorwegmu
seum. Dit rijk geïllustreerde boek
is verkrijgbaar voor 35 bij de
postzegelhandel. het Nederlands
Spoorwegmuseum te Utrecht en
bij de verkoopafdeling van dt- Ne
derlandse Bond van Filatelisten-
verenigingen te Budel.
J. J. M. Kiggen.
Van uitgeverij Oosterbaan en Le
Colntre te Goes zijn de volgende
boeken. Ik ben zestien, van W
Trobisch (briefwisseling met Jon-
r-ns en meisjes). (172 blz.
14,90>; Liza roman van M. Ward
(Liza werd in het zuiden van de
Verenigde Staten uit zwarte ou
ders geboren) (143 blz ƒ9.90):
Shioksri-Pas roman van A. Miura
(286 blz. - 24.90).
Tussen twee vuren een essay van
F 8ierskma. waarin hij zijn visie
geeft op de door Simon Vestdijk
geschreven studie: „De toekomst
der religie", Uitg. Reflex. Utrecht
Eerder verschenen bij de Bezige
Bij in Amsterdam. 144 blz.
ƒ22,50.
In de serie Amstel-klasslcken van
uitgeverij Veen te Ede zijn ver
schenen; Max Havelaar van Mul-
tatull (287 blz. 18.—) en De
ellendigen van V. Hugo (462 blz
23,50). Van dezelfde uitgeverij ia
de roman van N Cato: De bloeien
de plantage. 270 blz. 27.50. C.
Nordhoff en van J. N. Hall is De
orkaan in een Nederlandse verta
ling van W Wlelek-Berg Uitg.
Gottmer. Haarlem (189 blz
ƒ24.50). Eveneens van Oottmer
het boek Het Philadelphia experi
ment van W L. Moore en C. Ber
litz 173 blz. - 19.90.
AO boekje nr. 1781: Energiebe
sparing geschreven uoor R Quint
Ultg. 8tichting IVIO. Leleystad 20
blz - 1,75.