Scheler, filosoof van het beleven Kalevala - over de macht van het woord Auschwitz-'episoden' helse absurditeit Inspirerend boek over handwerken Sympathieke dichtbundel Israël De (eigen) oorlog van Churchill Spoor en post ERDAG 6 OKTOBER 1979 BOEKEN TROUW/KWARTET 35 XE "W door prof. dr. R. Bakker 10(3 In de serie „Wijsgerige Monogra- fieën" is nu verschenen een uit- eenzetting over de Duitse wijsgeer Max Scheler (1874-1928) van de hand van dr. J. Nota die zich sinds ***4 lange tijd met studies over Sche ler bezig houdt. Deze monografie Zip is een boeiende studie geworden 1 over het leven en werk van een wijsgeer die in de laatste tijd te I veel op de achtergrond van de wijsgerige belangstelling geraakt iS.1) kMEF Met opzei gebruik ik de verbln- ding leven en werk. Als er één filosoof geweest is bij wie leven en - denken zo duidelijk vervlochten 1 22| zUn en bij wie de sporen van een 1 hartstochtelijk leven zo zichtbaar in het filosoferen zijn ingegrift, dan is dit wel de filosoof van het 1 beleven: Scheler, j Scheler heeft geweten dat het fllo- soof-zijn niet een zaak van vrijbllj- sva» vendheid is. maar die een activi- teit betreft die ons gehele zijn en existeren raakt. Filosoferen is niet enkel maar praten, maar ook en vooral handelen. Filosoferen is j een worstelen van de mens. om jn— zichzelf, zijn relatie met de mede- mens, de wereld, de grond van zijn bestaan te leren kennen. Daarom is het schrijven van een biografie over een zó gecompli ceerd denker als Scheler uiterst riskant en vergt een hoge mate van inlevend vermogen. Ik meen dat Nota er in geslaagd is. Scheler te verklaren door Scheler zelf. De materie zelf legt hem deze werk wijze op. Tekend voor deze behan deling is de manier waarop de schrijver te werk gaat: Hij behan delt niet eerst zijn leven en vervolgens zijn filosofische gedachten, maar hij beschrijft elke periode van zijn leven in nau we verbondenheid met zijn den ken. De structuur van behande ling doet m.i. recht aan de gepas sioneerdheid van zijn filosoferend leven en zijn levend filosoferen. Met behulp van documenten, aan tekeningen, akten en gesprekken met hen die Scheler gekend heb ben, heeft de auteur naar een maximum aan precisie gestreefd en gepoogd bij alle wisseling en variatie op zijn denkweg de funda mentele intentie vast te houden: „Geest en leven, daarvoor filoso fisch nadenken en dan nog hun onderlinge relatie bestuderen, dat heeft Schelers hele leven bezigge houden" (p. 15). Hetis ondoenlijk, in een artikel als dit, te wijzen op de vele facetten van Schelers den ken. Ik noem „slechts" zijn feno menologische houding en zijn mensleer. De fenomenologie, d.i. de leer van de verschijningen heeft Scheler van de grote Duitse filosoof Hus- serl overgenomen zij het met aan zienlijke wijzigingen. Terwijl Hus- serl deze instelling louter als een zaak van het bewustzijn opvatte gerichtheid van het bewustzijn op de dingen is zij voor Scheler veeleer het leven zelf, een zich met hart en ziel overgeven aan dat wat in de dingen zich aan onze intuïtie voordoet. We kunnen niet over de dingen spreken buiten onze erva ring om. Dit is wel de spil waarom het denken van Scheler van meet af draalt. Niet het kennen is pri mair. maar de beleving, die aan het kennen zijn richting geeft. Scheler hanteert de gangbare term „ervaring" in andere zin: zij is méér dan de gewone zintuigelij- ke ervaring: zij is onmiddellijke waarneming in het menselijke be wustzijn van het wezen van het verschijnsel. Schelers mensleer vertegenwoor digt een zeer belangrijk aspect van zijn wijsgerig denken. Een ge schiedenis van de antropologie van de twintigste eeuw is ondenk baar zonder het door Scheler ge presenteerde mensbeeld. „Wat is de mens, en wat is zijn plaats in de werkelijkheid?" Vlagen die hem sedert het eerste ontwaken van zijn wijsgerig bewustzijn hebben beziggehouden, meer dan welke filosofische vraag ook. Maar het gaat Scheler niet om de mens die door theoretische reflectie zicht baar en onzichtbaar wordt, maar om de concrete, voelende en han delende mens. De mens laat zich nooit in straffe formuleringen on derbrengen: hij is beweeglijk, defi- nitorisch ongrijpbaar, omdat hij zich altijd te boven gaat. Hij is verantwoordelijk, medever antwoordelijk voor het heil van alle personen. Inderdaad, een mensbeschouwing die in onze ni vellerende verzakelijkte tijd, be moedigend, ja bevrijdend is. Zijn persoonsbegrip getuigt van een vi sie die aan de waarde van de per soon principieel alle ruimte laat. We kennen de persoon pas als hij zich laat kennen, zich voor ons openstelt, zich openbaart. Wat we in onze tijd nauwelijks meer te genkomen is de waardering van de liefde in de evaluatie van de per soon: Scheler is wel de filosoof van de liefde genoemd. Vanuit zijn fenomenologisch gezichtspunt zegt Scheler hier zeer fijnzinnige dingen over, die enkel uit een die pe belevingswereld kunnen voort komen. De mens is niet allereerst een denkend zijnde, maar een be minnend zijnde. En het is de taak van de mens om de dingen zoveel mogelijk te beminnen zoals God ze bemint. Hiertoe is nodig het echte, voelende omgaan met de wereld waarin de waarden en hun orde oplichten. Schelers mensleer ondergaat in de laatste Jaren nè 1924 een aanzien lijke verschuiving. De (hens wordt nu gesitueerd in de spanning tus sen drift en geest. De geest, zo meent Scheler, is in zijn zuivere vorm zonder macht, kracht en ac tiviteit. Hij verkeert slechts in de sfeer van de beschouwing, maar tegelijk kan de geest de drift beïn vloeden. Nu is het de taak van de mens geest en drift wederzijds op elkaar te laten inwerken. Dit alles drijft hem tot de consequentie dat God naar analogie van de mens moet worden gedacht Geest en drang zijn eigenschappen van het ene goddelijke zijn. Scheler gaat in deze periode zover dat hij meent dat de mens de plaats is. waar God zich verwerkelijkt en dat God door de mens uit de span ning verlost moet worden die in hem heerst tussen geest en drang. Het is een verschuiving die niets toe of afdoet aan zijn eerste en laatste doelstelling: liefde voor de mens. Nota toont dit aan. vol be grip en met grote mildheid. De betekenis van Scheler voor onze tijd moge tot slot in enkele punten worden genoemd: 1. De mens is een wezen dat zichzelf kan overschrijden en daarmee zijn uniekheid openbaart 2. Deze mens is alleen mens in de gemeen schap. 3. Liefde is de grondtoon van het menselijk zijn. Deze mens waardering is van onschatbare be tekenis in een tijd als de onze waarin de mens meer en meer tot een object en nummer dreigt te worden. Schelers gehele filosofie belichaamt een oproep aan de mens. zichzelf te zijn via de ver werkelijking van de waarden. In de ongebreidelde voortgang der verwetenschappelijking van bij kans alle sectoren der werkelijk heid betekent Schelers denken een bezinning op dit heilloze pro ces dat zich aan onze tijd voltrekt. J. H. Nota. Max Scheler, Het Wereldvenster, Baarn, 1979. aid- 04 "V Door W. F. Stafleu De Kalevala is in een Ne derlandse uitgave versche nen, en dat betekent dat velen nu kunnen kennis maken met een van de gro te epen uit de wereldlitera tuur. Eigenlijk is het vreemd dat dit Finse heldenverhaal In ons land betrekkelijk onbekend is. Vermoe delijk kunnen maar weinig Neder landers Fins lezen. Nu zijn er wel- eehs fragmenten in het Neder lands vertaald, en de complete Kalevala is in verscheidene ande re talen te lezen. Maar zelfs de uitgave die Christofoor nu met steun van de (antroposofisch geo riënteerde) Ionastichting zo fraai heeft verzorgd, is nog maar een indirecte en niet geheel volledige bewerking uit het Duits; boven dien niet in verzen maar in proza. Dat is in zekere zin Jammer, maar heeft wel het voordeel van een grotere toegankelijkheid voor een breed publiek, en het meesterwerk is die belangstelling waard (een volledige metrische vertaling in het Duits verscheen in 1967). Romantiek De romantici van de vorige eeuw hadden zoals bekend grote be langstelling voor liederen en ver halen uit oude tijden. Terwijl de gebroeders Grimm sprookjes ver zamelden en Von Amim en Bren- tano liederen in „Des Knaben Wunderhom" bijeenbrachten, luisterde de Fin Elias Lönnrot (1802-1884) naar de liederen die onder vissers, jagers en boeren van zijn land eeuwenlang bewaard gebleven waren. Vaak liet Lönnrot zich dagenlang voorzingen. Het was geen zeldzaamheid vertelt die Duitse bewerkster Inge Ott dat een zanger uit zijn geheugen vier- of zelfs vijfduizend versregels achter elkaar kon reciteren. Van de op deze manier verzamelde lie deren stelde Lönnrot een doorlo pend verhaal samen. Zo ontstond het grote epos, dat hij Kalevala noemde, land van Kaleva, de my thische stamvader van de Finnen vijftig zangen met in totaal 22.795 verzen. M. Kerstening De oudste liederen schijnen terug te gaan tot in de late ijzertijd, die in het noorden tot 800 n. Chr. duurde. In de loop van de tijd ondergingen de mondeling over geleverde zangen allerlei invloe den en veranderingen. In de elfde en twaalfde eeuw werd het chris tendom in Finland gepredikt. Er zijn in de Kalevala dan ook zowel heidense als christelijke motieven en tendenzen te vinden. Er staan mythen in over de schep ping van de wereld, breedvoerige bezweringsformules, prachtige na tuurbeschrijvingen, tekeningen van het boerenleven, vrolijke brui loftsverhalen. Het wemelt van na tuurgeesten, sprekende dieren, be zielde bomen, huizen en schepen.- Maar behalve de geesten van zee, lucht en dodenrijk wordt ook de Ene Heer aangeroepen. En aan het slot is er sprake van de geboorte van de zoon van Mariatta, in wie men de maagd Maria kan her kennen. Helden Een wonderlijk verhaal dus, en zeer uniek. Hoofdpersonen zijn de oude tovenaar en zanger Vaina- mölnen, de maker van de machti ge kan tele (muziekinstrument) waarop alleen hij kon spelen; de smid Ilmarinen, die de welvaart brengende sampo schiep, een mysterieuze tovermolen. waarom het land Kalevala strijd voerde met Pohjola, het barre noorden; en als tegengestelde figuren de dyonisische lichthart Lemminkai- nen en de tragische Kullervo. Helden van het lied en de tover spreuk zijn zij, want woorden ver schaffen macht, en het wordt in het verhaal dan ook als een bijzon derheid aangemerkt als woorden niet meer baten. Dat gebeurt op de meest dramatische bladzijden, als in de strijd tussen Kalevala en Pohjola zowel de schone kantele als de machtige sampo verloren gaan. Maar eigenlijk kun Je de machten pas overwinnen, zegt het verhaal, als Je hun oorsprong kent: de oorsprong van het ijzer, van het bier, van de weg. Die wordt dan bezongen, en dan moe ten boze machten wijken. Kalevala, verzameld door Elias Lönnrot. Vertaling (uit het Duits) van J. C. Ebbinge Wubben. Uitgave Christofoor, Rotterdam, 277 blz.; dit jaar 31.50, daarna pl.m. 37.50. Illustratie uit Kalevala Zo tegen het einde van het jaar komen er altijd weer heel wat boe ken los èn omdat er 's winters in de huiskamers meer activiteit wordt ontwikkeld dan in de zo mer. wat de behoefte aan doe-het- zelf-voer verklaart, en ook omdat december dè cadeaumaand van het Jaar is. Uitgeverij Becht speelt hier graag en goed op in met de uitgave „MODERN HANDWER KEN". Herfst 1976 verscheen „Mo dem Naaien en Knippen"; een Jaar later „Modem Haken en Breien" Van beide boeken was destijds een bespreking in dit blad te lezen. De Italiaanse uitgave „II Filo" is voor dit trio als uitgangs punt genomen. De bijzonder mooie kleurenfoto's, waarvan op iedere pagina te ge nieten valt, staan naast de niet minder aantrekkelijke toelichtin gen. Alles even helder en doelma tig. Het is een waar genot het boek van a tot z door te nemen. Niet alleen worden bekende zaken als vele vormen van borduurwerk, waar men in Italië bijzonder goed raad mee weet. maar ook smoc- ken. tapljtknopen. weven en bandweven. macramé. kantklos sen. tenerife, frivolité. filet en ba tikken behandeld, maar ook wordt b v het interessante shisha- (spiegeltjes)werk. waar Nomaden stammen veel meer van weten, zo. duidelijk uitgelegd, dat je er zo wel aan zou willen beginnen Hoewel veel kant-en-klare werk stukken worden besproken, is deze uitgave toch niet in de eerste plaats bedoeld als nawerk- en voorbeeld-boek. Het heeft meer tot doel eigen ideeën los te weken, zo van „laat maar eens zien wat Je aan de hand van de geboden sug gesties er zelf van terecht brengt." Kortom: een zeer inspirerend, prachtig uitgevoerd boekwerk, dat zijn pittige aanschafprijs 65.--) best waard is. Behalve de gedegen inhoudsopgave waar het boek mee opent, eindigt het na een hoofdstuk Varia met verschil lende praktische wenken voor vlechtwerk, draadwerk, tamboere ren en wat leuke, maar moeilijk te realiseren fantasiedieren met een zeer uitgebreid register. Het is daardoor ook een uitstekend na slagwerk. zij het met een ge wicht van ruim twee kilo wel wat zwaar op de hand. Een vijf-hoofdige Nederlandse re dactie (eindredactie Jo Smit en vertaling Pietha de Voogd) ver zorgde ook de duidelijke tekst. R.D.-S. Modern Handwerken. H. J. W. Becht's Uitgeversmij B.V., Am sterdam. 319 bis.; prijs 65,-. BIJ uitgeverij Spectrum te Utrecht is deel 21 van de Grote Spectrum Encyclopedie uitgekomen Het is het eerste van de vier index- of wegwijzerdelen voor de vooraf gaande 20 delen. Dit eerste deel heeft de trefletters AA DYJ. Scherzo door T. Olof. Vijftig cur siefjes. eerder in De Telegraaf ver schenen. zijn gebundeld uitgege ven door ultg. Heuff. Nieuwkoop. 144 blz. - 19,50 Vlak na de oorlog was de term „sociaal-cultureel" nog niet zo vaak ge- en misbruikt. De eerste en enige hoofdambtenaar op het departement van Sociale Za ken. die in deze jaren al onmisbare hulp aan de activiteiten rhet werk lozen in Amsterdam heeft ver leend. was mr. Herman Boasson. Dat hij toen al kon en wilde wer ken, mag een wonder heten. Hij moest werken om te vergeten. Om Auschwitz te vergeten. Dit was onmogelijk. Hij schreef enkele schetsen over dit vernietigings kamp. Hitiers meest succesvolle onderneming. Konkreter: Boas son schreef over het kamp-orkest (waarvan hij deel uitmaakte). De teksten verschenen (in 1947) in Bannings religieus-socialistisch weekblad „Tijk en Taak". Ik heb heel wat boeken over de germaan- se heldendaden gelezen; weinig boeken zijn mij bijgebleven. Bij gebleven zijn mij de korte be schrijvingen van Herman Boas son. Nu liggen zij voor ons: veertig bladzijden „Uit het nabije verle den"Kampepisoden en Kampbegrippen". In het bijna klassiek geworden gedicht TO- TENFUGE van Paul Celan staan de woorden „hij beveelt ons speel op nu ten dans". Kapel Er was een kapel in Auschwitz, een „Haitlings-Kapellebestaan de uit joodse en nlet-joodse gevan genen. Boasson, amateur en harts tochtelijk muziekminnaar, mocht mee-spelen. „In Auschwitz be schikten we over een keur van instrumenten en een repetitiezaal. waar de wanden met portretten van bekende musici en componis ten behangen waren. Muziek was in ruime mate aanwezig. En wel in die mate, dat we in een vergeten avonduurtje enkele malen kamer muziek gemaakt hebben. De ka pelmeester. dirigent van de Phil harmonic en radio in Krakau aan de vleugel, verder een Pools en een Hongaars violist. Bram van der Star van het Utrechts S. O. als altist en schrijver dezes aan de cello, speelden kwintetten van Schumann en Pleyel Tot hun dagelijkse programma's behoorden marsen, „Germanen- treue" bijvoorbeeld en „Deuts- chlands Waffenehre". Zangers wa ren, zoals het hoort, ook bij de hand. Er werd wat afgespeeld. Hoogtepunten vormden natuur lijk de kerstdagen. Weihnach- ten het begin waren steevast „8tille Nacht" en „O Tannen- baum De gevoelige beulen lieten hun tranen de loop. En de gaska mer werkte op volle toeren. Aan de lopende band werden Unter- menschen opgehangen. Eminente artsen experimenteerden met ge vangenen. Tot de dood er op volg de Aan de hoogste eisen van de Endlösung werd door Kampcom- mendant en zijn consciëntieuze employés voldaan. En daar tussenin dat muziek-ge- beuren. Helse absurditeit. Herman Boasson overleefde ook (het kamp werd „ontruimd" begin 1945) de dodenmars, een afgrijse lijke voortzetting van Auschwitz. „Uit het nabije verleden" is ver schenen bij de uitgeverij Jim- mink, Amsterdam. De bundel gedichten waarmee Ro bert Anker debuteert. „Waar ik nog ben", bestaat uit vier afdelin gen. In de eerste „Hout" staat de verhouding van vader en zoon centraal. De timmerman, de aan nemer verschilt van de zoon, voor zover met het bouwen van de va der voor de zoon de leegte is ge groeid. De groei is er een van na tuurlijkheid (hout en boom) naar kunstmatigheid (polyester), die een parallel vindt in de verande ring van werkelijkheid tot ge dicht. De dichter is er nu op uit dit veranderingsproces tegelijk in omgekeerde richting te volbren gen op „huldvrij papier". De ge dichten willen fungeren als „bloe sem tegen vrieslucht". Tegen de kou der werkelijkheid wordt de warmte van het gedicht geplaatst De beide volgende afdelingen „Reiger" en „Kraal", ekster" be handelen de dichterlijke proble matiek door middel van interpre terende beelden van reigerhoudin gen en de vlucht der vogels. Het in beeld brengen van omringende verschijnselen staat in dienst van het verwerven van inzicht. Wars van hoge vlucht keren reiger, kraal en ekster telkens terug op aarde om daar iets van hun gading te vinden. Al is die werkelijkheid aan bederf onderhevig, ze vinden daarin altijd nog wel „een glinste ring die ons ontging", hetgeen dan tevens mag gelden voor de praktijk van de dichter. In de laatste afdeling „Schepn, de rivier" is de dichter zowel schip als reder „op zoek naar de verloren ruimte/om lading op te doen". In de bundel is die lading overigens weinig explosief. Uit de bundel in totaal komt An ker tevoorschijn als een sympa thiek dichter met oog voor details en een zekere hand om met pot lood contouren te gevem aan „wat de radar nog niet ziet*. Of hij in staat is mettertijd zijn lltercire voorbeelden te doen vergeten, moeten we nog even afwachten. Robert Anker: „Waar Ik nog ben." Querido. Amsterdam, omvang 46 pag. Prijs 14,90. Drs. W. Smit, Israël. Het twaalfde boek in de serie Panorama van de wereld, Unieboek B.V., Bussum, 220 pagina's 22,50. Als er één land in de wereld is, dat een veelheid aan tegenstrijdige emoties oproept, dan is dat Israël wel. Voor velen is Israël het beloof de land van de bijbel, voor veel anderen is het het twee maal be loofde land en daarmee de inzet van een nog steeds voortdurende politieke strijd. Smit. die in het begin van zijn boek, dat handelt over de sociale en geografische kanten van de Is raëlitische samenleving, de tegen strijdige gevoelens over Israël illu streert aan de hand van een onder studenten uitgevoerde enquête, houdt deze draad door het hele boek heen vast. In vijf achtereen volgende hoofdstukken geeft hij een uiteenzetting over de waarden en symbolen, het fysisch milieu, het politieke stelsel, het volk en de middelen van bestaan van het land om dan in het laatste hoofd stuk uit te komen op de vraag naar het bestaan en het bestaans recht van Israël. Dat hoofdstuk draagt als titel de vraag die meni geen. die zich met Israël verwant voelt en die de geschiedenis van het moderne Israël In apocalyp tisch perspectief ziet, zich stelt: Zal Massada nooit meer vallen? Duidelijk wordt gemaakt dat land en volk van Israël bij elkaar horen, waarbij de gedachte van Jeruza lem als centrum van de wereld Smit zowel geografisch als religi eus sterk aanspreekt Jammer is wel dat dit boek. dat goed bruikbaar is voor iedereen die zich op een of andere manier met Israël bezig houdt, evenals de andere uitgaven in de reeks .Pano rama van de wereld', geen index heeft. Zodat het als naslagwerk niet erg makkelijk hanteerbaar is HA. Elsevier is zoals we bij de verschijning van de eerste drie dejen al hebben aange kondigd bezig met de her uitgave van Churchill's twaalfdelige werk over de Tweede Wereldoorlog. Deze derde druk is gestoken In een blauwe band en voorzien van een smaakvol omslag. Na de eerste drie delen, zijn thans de delen vier, vijf en zes ver schenen. Deel vier behandelt Engelands eenzame positie (aug.-dec. '40). waarin uiter aard nadruk valt op de slag om Engeland Deel vijf heeft als ondertitel „Duitsland dringt op naar het oosten, Jan-Junl '41". Dit deel behan delt de oorlog in de woestijn en in de Middellandse zee en gaat over de slag om de At lantische Oceaan, die in deze periode voor Engeland cata strofaal verliep Deel vijf ein digt met de inval van Hitier in Rusland Deel zes tenslotte heeft als ondertitel .Amerika in de oorlog. Juni '41-Jan '42 De climax van dit deel vormt natuurlijk de aanval van Ja panse luchtstrijdkrachten op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor, waarbij de kern van de Amerikaanse slag- vloot in één overrompelings- klap goeddeels werd vernie tigd. Voor Japan werd daar bij de weg vrijgemaakt voor een enorme (zij het zeer tijde lijke) expansie in het verre oosten. Churchill's werk ls niet van eenzijdigheid vrij te pleiten, maar heeft ander zijds documentaire waarde, aangezien talloze documen ten zijn gereproduceerd. Winston Churchill: De Twee de Wereldoorlog. Totaal twaalf delen. Ultg. Elsevier. Gebonden en geïllustreerd. Totale omvang wordt 4320 pag. Prijs per deel 22.50. (later 27.50) Verschenen is „8POOR EN POST", een uitgave van het Ne derlands Spoorwegmuseum. „Spoor en Post" is een wegwijzer bij het verzamelen van zegels en stempels, uitgegeven door, in ge bruik bij of betrekking hebbend op het openbaar vervoer in Neder land. Het is een handleiding tevens ca talogus, die in een behoefte voor ziet En dat niet alleen voor hen. die hun hart reeds aan dit zeer specialistisch onderwerp hebben verpand en tot heden zo goed en zo kwaad als dat ging van een eigen documentatie gebruik moesten maken. Maar het kan te vens een start zijn voor degenen, die naast hun geliefd verzamelge bied, waar zij om een of andere reden op uitgekeken zijn, eens een heel ander, interessant en nieuw verzamelgebied willen opnemen. „Spoor en Post" zal voor hen een verrassing blijken te zijn. De geschiedenis van het openbaar vervoer (spoor, tram en boot) ls door het hele boek heen te vinden. Complete opgaven van vrachtze gels. van rijwielzegels en verzeke ringszegels. de historie van de trein- en persbrieven met de daar bij behorende zegels; trein-tram- en bootstempels met al de ln de loop der Jaren voorgekomen ty pen; ook de waarde van zegels en stempels is niet vergeten m het catalogus-deel opgenomen te wor den; de Nederlandse postzegels en poststempels, die betrekking heb ben op het filatelistisch thema „spoorwegen op postzegels" zijn speciaal opgesomd. De uitgave van 300 pagina's, die onder leiding van drs A. M. A van der Willigen en met medewerking van vele specialisten tot stand kwam, ls mogelijk gemaakt met financiële steun van de 8tichting Filatelie en van de Vereniging van Vrienden van het Spoorwegmu seum. Dit rijk geïllustreerde boek is verkrijgbaar voor 35 bij de postzegelhandel. het Nederlands Spoorwegmuseum te Utrecht en bij de verkoopafdeling van dt- Ne derlandse Bond van Filatelisten- verenigingen te Budel. J. J. M. Kiggen. Van uitgeverij Oosterbaan en Le Colntre te Goes zijn de volgende boeken. Ik ben zestien, van W Trobisch (briefwisseling met Jon- r-ns en meisjes). (172 blz. 14,90>; Liza roman van M. Ward (Liza werd in het zuiden van de Verenigde Staten uit zwarte ou ders geboren) (143 blz ƒ9.90): Shioksri-Pas roman van A. Miura (286 blz. - 24.90). Tussen twee vuren een essay van F 8ierskma. waarin hij zijn visie geeft op de door Simon Vestdijk geschreven studie: „De toekomst der religie", Uitg. Reflex. Utrecht Eerder verschenen bij de Bezige Bij in Amsterdam. 144 blz. ƒ22,50. In de serie Amstel-klasslcken van uitgeverij Veen te Ede zijn ver schenen; Max Havelaar van Mul- tatull (287 blz. 18.—) en De ellendigen van V. Hugo (462 blz 23,50). Van dezelfde uitgeverij ia de roman van N Cato: De bloeien de plantage. 270 blz. 27.50. C. Nordhoff en van J. N. Hall is De orkaan in een Nederlandse verta ling van W Wlelek-Berg Uitg. Gottmer. Haarlem (189 blz ƒ24.50). Eveneens van Oottmer het boek Het Philadelphia experi ment van W L. Moore en C. Ber litz 173 blz. - 19.90. AO boekje nr. 1781: Energiebe sparing geschreven uoor R Quint Ultg. 8tichting IVIO. Leleystad 20 blz - 1,75.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 35