Leven bij De grens is een obstakel' de grens 'Alleen taal is een barrière' '■yr V ATERDAG 6 OKTOBER 1979 TROUW/KWARTET 23 leze pagina werd samengesteld door Haro lielkema (tekst) en Peter Dekkers (vormgeving) Grenzen zijn de littekens van de geschiede nis, is ooit eens beweerd. Maar littekens kunnen ook verdwijnen, vinden men sen die graag over grenzen heen willen kijken en die internationale samen werking voorstaan. Zoals de deelne mers aan het onlangs in Groningen gehouden congres over de problema tiek van de bewoners aan weerszij den van de grens. En zoals de inwo ners van Twente en Oost-Gelderland en hun Duitse buren van Rhein-Ems, die verenigd zijn in „Euregio", een grensoverschrijdend samenwer kingsverband. „Euregio" fungeert binnen de Euro pese Gemeenschap als een soort proef tuin: op sociaal, cultureel en econo misch terrein wordt in deze grensregio stapje voor stapje gestreefd naar eenwor ding over de grenzen. Op het congres in Groningen werd de situa- „De grens is een enorm obstakel" zegt Daniël Schipper. Hij kan het weten, want hij woont er amper vijf minuten van daan, in Enschede. En elke dag moet hij naar Duitsland, om dat hij werkt bij Amoco in Gronau. „Ik ben per dag een uur kwijt, alleen door die grens", zegt hij narrig. In de weekends moet het bij de grensovergang Gla- nerbrug helemaal erg zijn: „Als ik dan moet werken, ga ik een half uur eerder van huis. Dan staan er files van de grens tot bijna En schede toe. En aan de an dere kant tot Stadt Gro nau. Eén keer in de maand doen wij in Gronau inko pen van wat daar goedko per is, maar dan weet je het wel. Als je mazzel hebt. kun je nog wel eens in één keer doorrijden. Normaal wordt je met een machine pistool ontvangen. Dan staan ze je in de kogelvrije vesten op te wachten." Het zit Schipper niet lek ker dat hij ai tien jaar in Duitsland werkt en dat het nog altijd zoveel moeite en tijd kost om de grens te passeren. „In plaats dat ze nu één rijstrook maken voor de Euregio-mensen en één voor het overige ver keer. Ze kunnen de grens bewoners toch een vignet op de auto geven." Tien jaar geleden zegde Schipper zijn baan als drukker in Boekelo op en, ging over de grens in Gro nau werken. Als drukker ving hij zo'n zevenhonderd gulden in de maand, bij Amoco werden dat er twaalfhonderd. Inmiddels is hij ploegbaas geworden in het bedrijf dat onder meer prefabrikaten voor de tapijtindustrie, kunst stofbeschermingen voor dijken, kunstgras en tapij ten vervaardigt. Hij werkt niet alleen met Duitsers, maar ook met tal van „gas tarbeiders" als Turken. Joegoslaven én Nederlan ders. Sylvia Spin werkt bij de zelfde firma, maar dan op kantoor. Zij doet vertaal werk voor het bedrijf dat ook een vestiging in Enge land heeft. Zes jaar heeft ze in Duitsland gewoond, zeventien jaar al werkt ze in ons buurland. Drie jaar geleden verhuisde ze met haar man naar Enschede, een jaar te vroeg om in aanmerking te komen voor een pensioenuitkering. „Ik heb toen naar een baan ge zocht om tenminste dat ene jaar nog te werken. Voorlopig ga ik er nog maar mee door, hoewel ik het financieel niet nodig heb". Voor Sylvia Spin en Daniël Schipper is de grens wel degelijk een soort barrière in hun dagelijke leven. „Het zal altijd de overkant blijven, zolang die paal er nog staat", zegt Schipper. „Daarom ga je niet zomaar even naar je kennissen of Je collega's. Je moet altijd naar Duitsland, die grens over. En omgekeerd is het net zo. De Duitsers gaan naar „Holland", als ze naar de markt in Enschede moe ten. Het is heel anders dan België, daar rijd je zo bin nen. Maar die grens hier: geen vriendelijk woord kan eraf. En het kost toch geen cent. De Duitse mare chaussee zegt over dat ma chinepistool: „Wij moeten onze democratie bescher men". Maar dat is onzin. Iedereen weet hier genoeg groene paden om zonder controle over de grens te komen. Trouwens, de moeilijkheden die je krijgt als je een anti-neutronen- bomsticker op de auto hebt, irriteren mij mate loos.' Mevrouw Spin heeft het ook al niet op de douane- beamten. „Ik ga nogal eens bij Ahaus over de grens, omdat dat voor mij korter is. Ik heb ook een bewijs dat ik er altijd over mag, maar daar heb ik vaak ru zie over gehad. Ik zeg dan wel eens: ik verleen jullie nota bene ontwikkelings hulp, omdat Jullie geen zin hebben om een andere taal te leren!" En toch is er helemaal niet zo'n groot verschil tussen de bewoners aan weerszij den van de grens, gelooft Schipper. „De mensen van de grens spreken hetzelfde tie van de grensbewoners geïllustreerd met 't beeld van twee bevolkingsgroepen, die met de rug naar elkaar toe staan en met het gezicht naar hun eigen bestuurs centrum gericht. Om daarin verande ring te brengen is veel meer uitwisse ling op allerlei terreinen nodig. Zo zouden de Duitsers langs de grens met Nederland de Nederlandse taal moeten leren, aldus een (Duitse) spreker. Er zullen generaties overheen gaan, voordat er werkelijk van grensverva ging sprake zal zijn. Er zullen dan bovendien eerst de nodige verbeterin gen aangebracht moeten worden aan bij voorbeeld) het openbaar vervoer, de sociale (en economische verschillen, de voorlichting en de papierwinkel, waarmee grensbewoners die „over de grens" werken te maken hebben. Op deze pagina praten Neder landse grensbewoners over de rol die de grens in hun dagelijks leven speelt. dialect. De gemoedelijk heid is hier en daar hetzelf de. Ik hoef op mijn werk nauwelijks Duits te praten. Op de vloer praat je ge woon plat. Want hier zeg gen ze „fiets" en daar zeg gen ze „fiets", hier zeggen ze „stik toch" en daar zeg gen ze „stik toch". Dat schept met elkaar toch een band. Maar als je de grens over wilt. moet je wel een half uur in de file wachten." Vooral op plaatsen waar nog veel autochtone grens bewoner? wonen, gaat het er gemoedelijk toe. Zoals in Ahaus. waar je op het belastingkantoor gewoon plat Twents kunt praten. In Gronau niet, daar leven teveel immigranten. „Maar als het nu werkelijk een gebied is, dat iets ge meen heeft", zegt Schip per. „En als dat Euregio- project echt zo belangrijk is, waarom moeten wij dan toch altijd met ons pas poort op zak lopen? Laten ze ons desnoods een Eure- giopaspoort geven en laten ze die afstand, die er is door de grens, voor de Eu- regio-bewoners dan 'ns wat kleiner maken!" Schipper doelt niet alleen op het oponthoud bij de grensovergang, maar ook op de „Papierkrieg" waar in hij gewikkeld is omdat hij in Nederland woont en in Duitsland werkt. „Neem alleen maar het feit dat wij pendelaars veel meer be lasting betalen dan een doorsnee Nederlander of Duitser. De buitenlanders kunnen hun onkosten af schrijven, onze Duitse col lega's kunnen veel meer af trekken. Wij hebben pas sinds kort kinderbijslag. Wij zijn in Nederland ver zekerd, maar ik moet in Duitsland ziekenfondsgeld betalen. Wij zijn onder be handeling van een Neder landse arts en tandarts. Maar als Ik ziek ben, krijg ik van Nederland geen cent. Dan krijg ik het van uit Duitsland. Maar als mijn ziekte langer dan zes weken duurt, moet je je geld bij het ziekenfonds in Gronau gaan halen. En als ik de kinderbijslag of de belasting moet regelen, moet ik eerst naar Ensche de en dan naar Ahaus toe. Toen ik nog in Nederland werkte, werd dat alles keu rig voor je gedaan. Let wel: je krijgt je geld wel, maar je moet er behoorlijk ach teraan gaan. Volgens mevrouw Spin zou het leven aan weerskanten van de grens beter op el kaar afgestemd zijn, als de invloed van Bonn en van Den Haag niet zo sterk was. „Euregio zou meer in vloed moeten hebben," vult Schipper aan. „Het mag hier dan de verst ge vorderde samenwerking binnen de Europese Ge meenschap zijn. maar daar merk je nog te weinig van." Zolang de grens nog be staat, blijft mevrouw Spin haar uien in Duitsland ko pen, want daar kost vijf kilo DM 1.98 en hier betaal je voor één kilo twee gul den. „Suiker is er ook goed koper, en vruchtensap en alcohol." Schippers vrouw koopt in Gronau komkom mers, omdat ze daar min der kosten. En dan te be denken dat het Hollandse zijn. „Fotorolletjes laten we altijd in Duitsland ont wikkelen en afdrukken. Maar we moeten dan wel altijd met de auto erheen. Het openbaar vervoer is verschrikkelijk slecht. We mogen blij zijn dat er één keer per dag een trein gaat. Dat is toch belachelijk, als je spreekt over Euregio." De grieven van mevrouw en Spin en Schipper zijn niet gericht tegen hun bu ren aan de andere kant van de grens. „De sfeer is op slag gemoedelijk, als je plat praat met elkaar," zegt Schipper. In het be drijf voel ik ook geen enkel verschil tussen een jongen uit Hengelo of uit Gronau. Die Hollandse jongens worden niet als buitenlan der aangezien, een Turk of een Joegoslaaf wel. Ik heb trouwens ook nooit iets van een haatverhouding gemerkt door de oorlog. In grensstreken is die haat denk ik nooit zo sterk ge weest, omdat je elkaar bij na dagelijks tegenkomt." „Ik zal blij zijn als de grens opgeheven wordt," ver zucht mevrouw Spin. „Al was het alleen maar van wege het tijdsverschil," vult Schipper aan. „Ik ver gis me zo vaak." Elke morgen stapt Wim van Goor op zijn fiets en peddelt in een half uurtje naar school. Van Duits land naar Nederland. Hij geeft Duitse les op een scholenge meenschap in En schede, maar woont aan de andere kant van de grens eerst in Nordhorn, sinds 1970 in Gronau. Da gelijks „neemt" hij die grens, maar ei genlijk bestaat die scheidslijn voor hem niet. Dat Van Goor in Duitsland woont en in Nederland werkt, heeft een reden van persoonlijke aard. In 1963 trouwde hij met een Duit se. die net als hij in het onderwijs werkzaam is. Hij overwoog nog een Duitse school te zoeken, maar om dat hij dan nooit meer dan een tijdelijke aanstelling zou krijgen, vond hij die stap toch te riskant. De kaart werd er bijgepakt en een plaats (Nordhorn) uit gezocht. zodat beiden hun schoolwerk konden voort zetten. Met de verhuizing naar Gronau kwam Van Goor bovendien zo dicht bij zijn werk. dat hij per fiets naar school kan. Je krijgt niet de indruk dat de grens voor de Neder landse leraar na ruim vijf tien jaar nog een belemme ring vormt, dat hij in twee werelden leeft. „In het be gin was het wennen," zegt hij. „Ik kon me er in Nord horn bijvoorbeeld riiet toe zetten om daar naar de tandarts te gaan. Ik hield eerst ook m'n eigen wollen deken. Het heeft me echter niet veel moeite gekost om me daarna aan te passen. Nu zou ik niet anders meer willen dan zo'n Duits dekbed." „Voor mij bestaat de grens niet", zegt Van Goor. „Het zou precies hetzelfde zijn als we in Hengelo zouden wonen. Wij gaan ook ge woon op visite in Ensche de. Wanneer je contacten hebt in het andere land. maakt de grens die geloof ik niet kapot. Het wordt alleen moeilijk als de grenspost 's avonds om een uur of tien dicht gaat en pas om zes of acht uur weer open is. Maar daar hebben wij hier in Gronau geen last van." Het gezin Van Goor (thuis wordt Duits gesproken) doet de meeste boodschap pen in Gronau; alleen kof fie en thee, hagelslag en pindakaas worden door pa uit Enschede meegeno men. „Wat overige levens middelen betreft is het hier goedkoper", zegt Van Goor. „En auto's en elek trische apparaten kun je ook veel voordeliger in Duitsland kopen. In Hen gelo kochten we eens een pan; dezelfde dag zag mijn vrouw er een in Gronau die honderd procent gelijk was, voor vijfentwintig marken goedkoper. Toen hebben we gezworen dat soort dingen nooit meer in Nederland te kopen." Het leven in de buurt van de grens betekent voor Van Goor dat hij altijd zijn paspoort bij zich draagt. „Omdat ik dagelijks de grens passeer, weten de douaniers wel wie ik ben. Misschien word ik één keer per jaar gecontroleerd. Maar op zich heb ik er geen moeite mee om m'n pas bij me te hebben. En voor de Duitsers is het helemaal geen probleem: die hebben 'm altijd bij zich, verplicht volgens een (slapende) wet. Wellicht hebben sommige Nederlanders er wél moeite mee, omdat het hen herin nert aan de bezettingstijd toen ze een Ausweis bij zich moesten hebben." Van Goor (zelf een Twent van geboorte) heeft de in druk dat de Twenten en de Westfalen in karakter en mentaliteit nauwelijks van elkaar verschillen. „Na tuurlijk heeft ieder z'n ei gen kenmerken. Dat eeu wige handenschudden hier, daar moet je aan wen nen. Ook al kom je iemand dagelijks tegen, dan krijg je toch een hand. In En schede geef ik m'n colle ga's alleen een hand op de eerste dag na de vakantie Het bij elkaar op bezoek gaan is ook heel anders. In Nederland gebeurt dat vaak weinig officieel; dan wip je onverwacht langs en drink je samen een kopje koffie. Hier moet je een be zoek aanmelden en dan het liefst twee of drie weken van tevoren. Bovendien neem je toch zeker een bos bloemen mee of zoiets. Ik geloof werkelijk dat die ge woonte bij de grens op houdt. In Duitsland komt het ook vrijwel niet voor dat men geen gordijnen voor de ramen heeft, zoals hier bij ons. Het liefst heb ben ze ook nog de rolluiken dicht." Als er werkelijk van een grens sprake is. zeggen Wim van Goor en zijn vrouw, dan wordt die ge vormd door de taal. „Zo lang er aan beide kanten van de grens officieel nog een verschillende taal wordt gesproken, kun je die grens als een barrière zien", zeggen ze. „Werken in een ander land is niet zo'n probleem. Maar je wilt wel het liefst wonen naast de buren die dezelfde taal spreken. Er werken in de buurt van Gronau erg veel Nederlanders, maar ze wo nen vrijwel allemaal in Twente. In Gronau wonen 1100 mensen met de Neder landse nationaliteit, maar een heleboel lui spreken geen Nederlands meer: die zijn hier geboren. Anders om wonen er in Gronau misschien maar twintig Nederlanders, die over de grens werken." Ook de tijd is - zij het maar voor de helft van het jaar een probleem voor de grensbewoners. Van Goor heeft z'n horloge al tijd volgens de Duitse tijd lopen, ook als hij op school is. „Ik vergis me er nooit mee. Maar dat tijdsver schil brengt in ons gezin wel de nodige problemen met zich mee. als ik een uur vroeger naar m'n werk moet. Je went eraan, maar het is lastig." Van Goor zit er meer mee dat hij door zijn bijzondere woon-werk-situatle zijn stemrecht kwijt is: „In Ne derland mag ik niet stem men. omdat ik er niet woon En in Duitsland mag ik het niet. omdat ik geen Duitser ben. Met de Euro pese verkiezingen ja. toen mocht ik wel stemmen, maar voordat het zover was moest ik wel allerlei papieren aanvragen en in vullen." Die rompslomp is voor de Nederlander overigens geen aanleiding om van nationaliteit te verande ren: „Ik zie niet in waarom ik een Duits paspoort moet hebben Ik voel me altijd nog Nederlander. Je hebt je Nederlandse verleden en dat wil je niet kwijt. Mis schien heeft het iets met de oorlog te maken Een ge voelskwestie dus. Voor m'n dochtertje redweer ik veel nuchterder: het Neder lands blijft voor haar een vreemde taal, ze zal later haar beroepsopleiding hier volgen. Bij haar geboorte kreeg ze automatisch de Nederlandse nationaliteit, maar zij is sinds een paar Jaar Duitse." Toen Van Goor in 1963 in Duitsland ging wonen moest hij negentig cent neertellen voor één D- mark, nu is de koers 1,10 voor één D-mark „Ik ben er in wezen in m'n loon op achteruit gegaan. Maar uiteindelijk maakt het niet zoveel uit. Het gewone le ven is hier weer iets goed koper; het wonen bij voor beeld. Er kan hier gemak kelijker gebouwd worden, omdat er meer ruimte is. In Nederland betaal Je mis schien meer belasting dan in Duitsland, maar daar staat tegenover dat Je er in Nederland meer sociale voorzieningen voor krijgt." De familie Van Goor heeft nauwelijks het gevoel aan de grens te leven „Als Je andere grenzen kent. dan heb Je er geen probleem mee," zegt de vrouw des huizes. „Dan kun Je het nauwelijks een grens noe men. Dan is het eigenlijk alleen de taal die het ver schil tussen de twee landen in stand houdt. Daar gaan generaties over heen. voor dat die barrière verdwijnt Maar andere verschillen zijn feitelijk niet meer dan vooroordelen. En die leven dan nog hoofdzakelijk ver buiten het grensgebied

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 23