Clemtonen in het journaal
»e motie-Van der Stoel c.s.
De
haven
staking
en de media
iogezegd
iG 28 SEPTEMBER 1979
P 13 RS 17 H 15
K OKKE JAGER
Journaal confronteert ons met
ingrijker vragen dan de kwestie
ie nieuwslezer alle woorden wel
de juiste intonatie uitspreekt,
pi is zoiets geen bijkomstigheid,
lerd er bij mijn weten nooit over
jpt in de discussie over de meest
pelijke journaal-inhoud en
pentatievorm, waarvan het
sier in omvang langzamerhand
van de liturgische vernieuwing
e kerken evenaart. Schijnbaar
«tekenende
pntverschuivingen kunnen in
t de informatie vervormen of
liletigen. In elk geval zijn zulke
rsprekingen" stofend voor de
•rigens zeldzame) goede
teraars. t
kan verslaggevers niet kwalijk
imen worden, dart bij bepaalde
uitdrukkingen twee manieren
klemtoning in gebruik zijn:
n in de Kamer (Rietkerk
•rbeeld) zeggen de
r-president (klemtoon op
;ter) alsof er ook nog andere
identen zijn. inplaats van
iter-presidént (klemtoon op
lident) omdat er ook andere
Isters zijn. Maar het wordt wel
md, als een commentator zegt:
PvdA klemtoon op de P) zei
maar het CDA (klemtoon op de
ti dat", alsof de P tegenover de
>u staan. Zo zei een nieuwslezer:
e Turken hebben een REIS
mtoon) naar huis geboekt"
aats van: een reis naar HUIS.
crijgen dan het gevoel dat hij
werkelijk dénkt aan wat hij
nelijk léést. Daardoor valt zijn
tijken van de kijkers door de
ld: hij zit alleen maar te
ken. Iemand voegde aan zijn
tfschrift de stelling toe: „De blik
de nieuwslezer in het
imrnaal de mensen aankijkt,
rtjl hij in de werkelijkheid de
richt op een tekst voor zich uit.
die hij opleest, is onecht. De poging
om hier echtheid van aankijken te
suggereren is afkeurenswaardig,
omdat zij een miskenning inhoudt
van de eigenwaarde van het
oogcontact in de menselijke
relatie."
Inderdaad zou in elk geval een
dagsluiter zo n apparaat met
beweegbare tekst moeten weigeren.
Maar ook het kijken in een camera
heeft al iets onechts. De
omroepster-groet „Ik neem nu
alvast afscheid van u" is even
irreëel als haar hoop ons „morgen
terug te zien" Als wij dat alles op
een goudschaaltje gaan wegen,
slaan wij elke tv-spreker met
stomheid. Een nieuwslezer mag een
lézer zijn maar dan wel iemand
die zich concreet voor ogen stelt
wét hij eigenlijk leest. HIJ moet
tegenover allerlei rampen wel een
afstandelijke toon bewaren, maar
hij mag niet door een verkeerde
nadruk al te duidelijk laten merken
dat hij de tekst van een énder leest,
zoals de Brandpunt-man die zich
liet ontvallen: „Er werden niet allen
MENSEN (klemtoon), gedood, maar
ook verminkt". Men verwacht dan:
maar ook dieren. „Drie mensen
vonden de dood in Nijmegen",
meldde het journaal met alle
nadruk op „Nijmegen" inplaats van
op „drie" en „dood".
Vooral bij berichten over
ongelukken past een uiterste
behoedzaamheid. Meermalen wordt
gezegd of geschreven: „Eén
inzittende is overleden; de anderen
kwamen met de schrik vrij". Alsof
overlevenden alleen aan zichzelf
denken! Men kan de uitdrukking
„met de schrik vrij" uitsluitend
gebruiken, als er niemand is
omgekomen. Het krantebericht
„Nederland heeft een rustig
verkeersweekeinde achter de rug.
waarin slechts twee doden vielen" is
al ongevoelig genoeg, maar de
dubbele punt in de kop maakte het
nog erger: „Rustig weekend: twee
doden Leestekens zijn geen
bijkomstigheden, al worden ze
zelden tot in de puntjes uit de
manuscripten overgenomen: bijna
elke zetter verplaatst de afsluitende
aanhalingstekens achter een
vraagteken, ook als het vraagteken
niet tot het aangehaalde behoort.
Maar om op de klemtonen terug te
komen: een nieuwslezer zei dat
Engeland geregeerd zal worden
door „een sóórt (klemtoon)
coalitie", terwijl de nadruk moest
vallen op „coalitie". Historisch is
ook: „Hij hield een toespraak over
de onderdrukking in de wéreld
(klemtoon)) alsof men een
toespraak over de uitbuiting op de
méén zou verwachten. Een ander
voorbeeld. „Het CDA is wel TEGEN
(klemtoon) het achterwege-blijven
van korting, maar dat wil niet
zeggen, aldus het CDA, dat wij
VOOR (klemtoon) korting zijn."
Alsof de politiek op zichzelf al niet
moeilijk genoeg te begrijpen zou
zijn! Soms is men inderdaad „wel
tégen, maar vóór", maar hier had
het accent moeten liggen op
„achterwege-blijven
Een omroepster zei: „Naast
théologlsche (klemtoon)
hogescholen zijn er nu ook
christelijke (klemtoon)
academies in Kampen". Soms gaat
dat wel op: theologisch en
christelijk als tegenstellingen; maar
de tekstschrijver bedoelde dit
natuurlijk niet.
Versprekingen en verschrijvingen
komen in de beste families voor.
„Trouw" schreef onlangs: „De
Broederkring niet te verwaren
met de Broederbond" en metéén
daarop werd de Broederbond
genoemd, waar de Broederkring
bedoeld werd. Soms is een
verspreking veelzeggend, zoals toen
paus Johannes Paulus tijdens zijn
installatie door een verslaggever
„Johannes Petrus" werd genoemd:
inderdaad was de hele sfeer vol van
Petrus, omdat de paus goed liet
merken dat er wel naar de eenheid
van alle christenen gestreefd moest
worden, maar dan in gemeenschap
met de opvolgers van Petrus, die nu
eenmaal als sleutel-drager de
macht had ontvangen om de
waarheid zuiver te interpreteren.
Het was alsof de commentaarstem
onbewust registreerde dat Paulus
zich in zijn graf omkeerde.
Maar al die foutieve accenten
verraden gebrek aan besef van wét
er in feite meegedeeld moet worden
of gebrek aan begrip voor de
luisteraars die nog niet weten wat er
verder gezegd zal worden. Uit
ervaring weet ik. dat predikanten
geneigd zijn bepaalde accenten te
leggen vanuit hun voorkennis van
wat er volgens zal. terwijl zij zich
énders zouden uitdrukken, als zij
zich eerst zouden inleven in de
situatie van de hoorders, die
(hopelijk!) niet weten wat er komen
gaat. Bij het voorlezen van een
preek zijn dan ook eerder verkeerde
klemtonen te verwachten dan bij
het memoriseren.
Het gebrek aan inlevingsvermogen
kan zelfs blijken bij zogenaamde
kleinigheden als aanhalingstekens
en adempauzes. In het Nederlandse
onderschrift werd aan Peter
Ustinov als presentator van „The
mighty continent" in de mond
gelegd: Stanley, die van
..Livingstone", neem ik aan (alsof
„Ik" op Ustinov sloeg) inplaats van:
die van „Livingstone, neem ik aan"
(ook „I presume" werd door Stanley
gezegd).
Hoe nauw het soms luistert bij een
korte pauze tussen de woorden,
bleek in het door de VARA
vertoonde, overigens voortreffelijke
programma „Vrouwen". Daarin
werd de anti-vrouw-houding van
theologen ook aan de bijbel
toegeschreven, doordat de
commentator even ademhaalde na
het woord „vrouw" bij het citeren
van Prediker 7: „Ik ontdekte iets.
bitterder dan de dood: de vrouw
die een valstrik is en wier hart een
net is, wier handen boeien zijn." Hij
deed alsof élke vrouw bedoeld werd
de vrouw in het algemeen
inplaats van een bepaald soort
vrouw die door de relatieve bijzin
nader wordt gekwalificeerd: „de
vréémde vrouw" om de
typerende uitdrukking te gebruiken
waarmee Spreuken 5 het nu Juist
opneemt voor „de vrouw uwer
Jeugd".
Hinderlijk is het ook, als het
journaal ons voorgaat in het
dooreenhaspelen van mannelijke
en vrouwelijke woorden: de
regering bood „zijn" diensten aan,
het kabinet en .haar" leden al is
het uiteindelijk dat kabinet, dat de
taal armoede in de kaart speelt door
het telefoneren gedeeltelijk
goedkoper en het posten van
brieven duurder te maken Inplaats
van andersom. Het doet me altijd
deugd, als J. O. A. Thijs in deze
krant de vinger legt bij taalkundige
merkwaardigheden; maar als hij
het verspringen van de zon als
bruidegom in psalm 19 naar „héér
gloed" en „broeder zon" in lied 400
„dichterlijke vrijheden" noemt, ziet
hij over het hoofd dat hier geen
vrijheden, maar vertaalproblemen
in het spel zijn: de zon mag dan in
het Nederlands vrouwelijk zijn, zij
is in de taal van de psalmist en van
Franclscus ook voor niet-dlchters
een„hij"
Gelukkig zullen wij één nieuwslezer
nooit op enige verkrachting van de
taal kunnen betrappen: Hans
Blankesteljn is uiterst taalgevoelig,
zodat hij het soms niet laten kan
zelf iets aan de tekst toe te voegen:
„het weerbericht, meegedeeld door
het KNMI UITERAARD" Hoe
speelt hij het klaar om dit woord te
vermijden, als hij clichés van
politici moet voorlezen alsof zij niet
niets-zeggend zouden zijn?.
J. van der Zwan: „De heden-
igse overwaardering van de pre-
lendaagse architectuur is een ge-
jenis van het modeverschijnsel-
nostalgie" (R.U.-Utrecht).
foppema: „Wanneer wordt over-
laan tot het benoemen van alle
loren tot professor dient de mo-
Ijkheid te worden overwogen de
js professorandus als overgangs-
itregel in te voeren" (R.U.-Gro-
|en).
Duintjer Tebbens: „Een niet te
lerschatten middel om de rechts-
p aan het publiek te verbeteren
iet gebruik van begrijpelijke taal
iet mondeling en schriftelijk ver-
r van de balie en rechterlijke
Cht met de in een proces betrok-
i partij" (R.U.-Utrecht).
Wouters: „Het verdient aanbeve-
5 om op de verpakking van scha-
ke stoffen voor huishoudelijk
niet alleen te vermelden
bij abusievelijk gebruik medi-
e hulp gezocht dient te worden,
%r ook hoe eerste hulp kan wor-
Tverleend" (R.U.-Utrecht).
H. J. Neuman
Ier dit jaar om precies te
i dinsdag 13 februari jl. nam
fweede Kamer bij zitten en op-
in de gewijzigde motie-Van der
II c.s. aan. Twee maanden tevo-
tijdens de openbare commis-
njfrjaderlng van 15 december
"H, was de tekst van deze motie
■^•stand gekomen. Eerst diende
•minister mr. M. van der Stoel
—HA) een ontwerp in, dat alleen
eigen naam droeg. In de loop
het beraad en nadat op enkele
ten wijzigingen waren aange-
■^bt. verbonden ook de Tweede-
berieden J. de Boer (CDA) en L.
°P rinkhorst (D'66) hun namen aan
en ontwerp.
Van der Stoel heeft onlangs, in
bijdrage voor NRC/Handels
blad (ZO september jl.), gewezen op
het feit dat zijn motie „door een
vrijwel unanieme Kamer en door
de regering" is onderschreven en
dat daarin „het voorkómen van een
nucleaire bewapeningsrace in Eu
ropa als belangrijke doelstelling
van het Nederlands beleid" werd
genoemd. Ook de noodzaak van het
terugdringen van de rol van de
kernwapens ondervindt, zo consta
teert de gewezen bewindsman,
„brede instemming".
Het is waar. het „terugdringen van
de rol van de kernwapens" duikt
als doelstelling niet voor het eerst
op in de motie van 13 februari.
Maar ze wordt er toch wel in ge
noemd. Naar de opvatting van de
heer Van der Stoel ligt het voor de
hand dat de Kamer straks de
NAVO-voorstellen inzake de mo
dernisering van de in Europa ge
stationeerde kernwapens voor de
middellange afstand „vooral aan
deze beide doelstellingen zal
toetsen".
Het is de moeite waard de volledi
ge tekst van de motie-Van der Stoel
ca. gelukkig is hij niet al te lang
nog eens weer te geven. Die tekst
luidt aldus:
„De Kamer.
van mening, dat zowel In de
NAVO-defensieplannlng als in het
overleg tussen Oost en West over
wapenbeheersing en wapenver
mindering prioriteit moet worden
gegeven aan terugdringing van de
rol van de kernwapens;
haar instemming betuigend met
het beleid van President Carter in
zake SALT II;
verzoekt de Regering, in het
NAVO-overleg over nucleaire wa
pens in het bijzonder de volgende
doeleinden na te streven:
1. handhaving van het aanbod tot
vermindering van Amerikaanse
nucleaire middelen in Europa in
ruil voor vermindering van het
aantal Russische tanks, in het ka
der van de MBFR-onderhandelin-
gen gedaan;
Z. afwijzing van zodanige wijzigin
gen van de in Europa aanwezige
wapensystemen, dat het gevaar
van een vroegtijdige inzet van nu
cleaire wapens in een eventueel
gewapend conflict vergroot wordt;
3. bet zo spoedig mogelijk na ratifi
catie van een SALT Il-akkoord
openen van SALT III-onderhande-
lingen, waarin op grondslag van
een globaal evenwicht van de nu
cleaire strijdkrachten van de Vere
nigde Staten en de Sowjet-Unie in
het bijzonder een poging wordt ge
daan om een nucleaire bewape
ningsrace in Europa te verhinde
ren en de rol van de kernwapens in
Europa terug te dringen;
en gaat over tot de orde van de
dag".
De opstellers van de motie hebben
wellicht met opzet nagelaten
te vermelden wat zij precies onder
„het terugdringen van de rol van
de kernwapens" wensen te ver
staan. In de langzaam wassende
vloed van rapporten en adviezen
over dit onderwerp wordt o.m. de
keuze geboden uit: vermindering
van de aantallen kernladingen en/
of lanceermiddelen. vermindering
van het aantal nucleaire taken, het
verwijderen van de kernwapens
van Nederlands grondgebied, het
afwijzen van de modernisering van
kernwapens, het volledig vertrou
wen op de zgn. centrale systemen
van de Verenigde Staten, en het
afleggen van een verklaring dat
men niet als eerste kernwapens zal
inzetten. Ook is de invoering van
de neutronenbom al verdedigd als
een middel om de rol van de kern
wapens terug te dringen. De term
is, met andere woorden, niet zon
der meer duidelijk.
Ik denk dat het niet volstrekt onre
delijk is te veronderstellen dat de
opstellers van de gewijzigde motie-
Van der Stoel in dit verband vooral
hebben gedacht aan: het verminde
ren van de aantallen kernladingen
en/of lanceermiddelen en aan het
afstoten van een of meer nucleaire
taken. Komen straks de NAVO-
voorstellen inzake de modernise
ring van kernwapens voor de mid
dellange afstand in Europa ter ta
fel, dan rullen de heren Van der
Stoel, De Boer en Brinkhorst zeker
heid of althans een redelijke
zekerheid verlangen dat daar
door de aantallen kernwapens in
Europa verminderd worden of dat
ze althans niet omhoog sullen gaan.
Punt 1 van de motie is wellicht niet
helemaal los te zien van dit getals
criterium. In december 1976 beeft
de NAVO in het Weense overleg tot
wederzijdse en evenwichtige ver
door Bob ter Haar
mindering van strijdkrachten in
Centraal-Europa (MBFR) o.m. aan
geboden, in ruil voor concessies
van het Warschau Pact, bepaalde
Amerikaanse nucleaire middelen
uit Europa terug te trekken. Daar
bij bevonden zich toen ook 36 lan-
ceerinrichtingen voor de Pershing-
raket. Van NAVO-zijde zal nu moe
ten worden aangetoond dat de
voorgenomen modernisering (die
ojn. de invoering van nieuwe
Pershing-raketten met een veel
grotere reikwijdte omvat) dit aan
bod van drie jaar geleden niet on
gedaan maakt
Modernisering als zodanig wijzen
Van der Stoel ca. blijkbaar niet af.
Wel kanten zij zich tegen wijziging
van de in Europa aanwezige wa
pensystemen waardoor „het ge
vaar van een vroegtijdige inzet van
nucleaire wapens in een eventueel
gewapend conflict vergroot
wordt". Dit gevaar kan op een aan
tal manieren in de hand worden
gewerkt: door kernwapens in te
voeren waarbij het, zij het onder
strikte voorwaarden, aan lagere
commandanten wordt overgelaten
se af te vuren, door kernwapens In
te voeren met een geringe reikwijd
te, en door kernwapens in te voeren
die so'n geringe overlevingskans
bezitten dat voortdurend de nei
ging bestaat se bij het geringste
teken dat vijandelijke projectielen
in aantocht zijn af te vuren. Doea
zich bij de voorgenomen moderni
sering deze problemen niet voor,
dan wordt tegen punt 2 van de
motie niet gezondigd. Op bet pro
bleem van de „nucleaire bewape
ningsrace" In Europa (punt 3) hoop
ik nader terug te komen.
Objectieve verslaggeving
bestaat niet. Een mens
neemt waar vanuit het
standpunt dat hij heeft inge
nomen. vanuit de denkbeel
den die hij aanhangt. En een
verslaggever is ook maar een
mens. Zelfs een t.v.-camera
registreert niet objectief. De
beelden op het scherm zijn
opgeroepen beelden. Opge
roepen vanuit het denkka
der van de regisseur, ver
toond om niet alleen plaat
jes maar ook een boodschap
af te geven.
Geen mens heeft de beschikking
over objectieve waarheid en geen
verslaggever pretendeert neutrale
of algemeen geldende verhalen te
produceren. En zo hoort het ook.
Daarom hebben we een gevarieerde
pers en een aantal omroepvereni
gingen dat alleen door de hoeveel-
heid zendtijd beperkt wordt en
en daar gaat het om verdeeld
volgens criteria die „langs de weg
der parlementaire democratie"wor-
den vastgesteld.
Bestaat er geen objectieve verslag
geving, er kan wel gesproken wor
den van eerlijke of oneerlijke be
richtgeving. Eerlijk is een verslag
als de lezer of kijker er niet te lang
naar hoeft te raden uit welke hoek
de wind waait. Het vergemakkelijkt
de meningsvorming van het pu
bliek. als er maar gelijk bij wordt
verteld vanuit welke positie en van
uit welke inzichten geheel de weer
gegeven waarneming wordt aange
boden.
Ieder kan dan zijn eigen waarheid
vinden door „schrift met schrift te
vergelijken", door de weg te zoeken
van de zogenaamde „intersubjecti
viteit", die voor een gewone sterve
ling wat realistischer is dan het
drogbeeld van de objectieve waar
heid.
Bekend
In ons land hebben we het voor
recht dat we over een aantal
nieuwsmedia beschikken waarvan
de afzender genoegzaam bekend is.
Een sociaal-economisch verschijn
sel wordt door „De Waarheid" of
„De Groene" van een andere zijde
beücht dan „NRC/Handelsblad" of
„Elsevier" dat gewoon zijn te doen.
Vooral media die zich het verst van
het midden bevinden, hebben wei
nig kans het publiek wat dat betreft
een oor aan te naaien.
Maar ook rondom hét fame use mid
den zijn de nuances toch redelijk
voorspelbaar. Zeker als het gaat om
zulke centrale onderwerpen als die
op sociaal-economisch gebied lig
gen. Om een actueel voorbeeld te
noemen: de door de FNV gesteunde
Shell-staking zal in „Het Vrije
Volk" een blijmoediger weergave
ondervinden dan in „Trouw" waar
van een niet onbelangrijk contin
gent abonnees de CNV-weg als de
weg-der-wegen ervaart.
Tot zover is alles prima in orde. De
vrije meningsuiting, de genuanceer
de berichtgeving, de democratie
ze kunnen niet genoeg worden ge
prezen.
Ontroerend
Maar nu ons onderwerp: „de haven
staking en de media". Wie de kran
ten wat heeft gevolgd en zich regel
matig voor de buis heeft neergezet
tijdens de vier weken zogenaamde
„wilde haven-staking" heeft een
merkwaardige beweging kunnen
waarnemen in de zo vertrouwde
groepering van media. De anders zo
genuanceerde berichtgevers groei
den in korte tijd tot een bijna ont
roerende eensgezindheid.
De eenstemmigheid werd na korte
tijd zelfs een letterlijke, doordat een
breed spectrum van verslaggevers
dezelfde centrale terminologie ging
gebruiken. Geen verslag of com
mentaar of het hing aan elkaar van
„werkwilligen", „intimidatie", „on
redelijkheid". „snel afnemende aan
hang". „relatief weinig steun".
Opvallend daaraan Is dat geen van
die uitdrukkingen rechtstreeks af
komstig zijn uit het sociaal-econo
mische taalveld. Het zijn alle uit
drukkingen uit de sfeer van de sub
jectieve. emotionele reactie op
spannende gebeurtenissen, die aan
die gebeurtenissen een negatieve
waardering meegeven. Voor de on
bedachte lezer of kijker loopt zo'n
emotionele reactie gemakkellijk en
ongemerkt de rationele beoorde
ling binnen. Het succes van sommi
ge volksmenners is aan een handig
gebruik van dit verschijnsel toe te
schrijven.
Een enkel voorbeeld Als het N08-
Journaal (u weet wel: die neutrale en
onafhankelijke organisatie) de kij
kers een indruk wil geven van de
voortgaande staking en beelden
toont van het verloop van een stem
ming onder stakers over al dan niet
werkhervatting, dan opent de re
portage met een op zich onnodige
dure luchtopname van het giganti
sche Feyenoord-stadlon, dat er van
uit de lucht gezien griezelig leeg
uitziet. De camera heeft als het
ware moeite de groep (bijeen geko
men stakers inzoemend op te
sporen.
Meer ls nu niet nodig Ieder getal
dat verder in het Journaal wordt
genoemd heeft alle objectiviteit (die
toch meestal nog wel aan getallen
wordt toegekend) verloren. Of het
er duizend waren of tienduizend;
het zullen er altijd „weinig" blijven.
Een ander voorbeeld: „Trouw" le
vert een sappig geschreven „im
pressie van de Journalist die op zoek
gaat bij een havenbedrijf waar tus
sen stakers en werkenden wordt ge
debatteerd. De schrijver begint uit
voerig gebrek aan heldhaftigheid
toe te geven. Langs de weg van de
openhartigheid wordt dus ongear-
gumenteerd het beeld opgeroepen
van een acuut dreigend lijfelijk ge
vaar. Het woord „intimidatie" ls
dan al niet meer nodig De lezer
heeft het zelf al ongemerkt in zijn
bewustzijn opgenomen. Als één van
de stakers dan herhaaldelijk met
„grote bierbuik" wordt omschre
ven, een benadering die sterk aan
vooroorlogs anti-arbeiders ressenti
ment doet denken, is het „lollige"
verhaaltje compleet.
Voorbeelden uit „Het Vrije Volk"
(De Arbeiderspers, weet u wel?) zou
den nog interessanter kunnen zijn,
ware het niet dat er weinig verras
sends zit aan een blad dat zeker ook
nü blijk gaf van zijn alom bekende
blinde gehoorzaamheid aan het
Rotterdamse gemeentebestuur.
Burgerlijk
Is deze merkwaardige eensgezind
heid bij de emotionele verwerking
van de havenstaking bij zo uiteen
lopende media ook te verklaren?
Een nauwkeurige analyse moet aan
sociaal-psychologen worden over
gelaten. Een bescheiden vingerwij
zing wil ik deze deskundigen niet
onthouden: Zou het zo kunnen zijn
dat het overgrote deel van onze
.vaderlandse media als „burgerlijk"
is te kwalificeren: media dus die de
ontwikkelingen en de gebeurtenis
sen in de samenleving waarnemen
vanuit de positie en het denkkader
van de burger? Onder „burger"
moet dan worden verstaan- de mens
die ondanks al zijn onvrede toch
belang heeft bij het voortbestaan
van de bestaande orde. Binnen die
bestaande orde kan er dan heel ver
schillend over veranderingen wor
den gedacht, als maar het denk
schema onaangetast blijft Als het
allemaal nog maar plaatsbaar blijft
binnen het systeem van „open, par
lement, goed overleg, bonafide bon
den" en boven alles: als het maar
„redelijk" blijft.
Geaccepteerd
En daarom moet het allemaal ge
beuren in de vormen die geaccep
teerd zijn binnen de burgerlijke fat
soenscode, met gebruikmaking van
woorden die die tot het „algemeen
beschaafd Nederlands" behoren.
„Ik schop Je de darmen uit Je kont",
dót gaat te ver, dat ls ordinair ge^
weid Een briefje van duizend gul
den voor de neus houden van men
sen die door hun kostgeld heen zijn,
dat is begrijpelijke strategie. Vrou
wen van stakers opbellen vanuit
directiekamers, dat is een niet onge
bruikelijk communicatiemiddel.
Kortom: waar was gedurende deze
staking de pers die, met alle gevaar
voor eigen positie, toch probeerde
de stem te zijn van die geen
stem hebben? Waar waren de media
die probeerden met alle kans
sociaal-economische misverstan
den te wekken toch middelen te
zijn in handen van mensen die niet
beschikken over genuanceerd taal
gebruik en die een ander inzicht
hebben in hun belangen dan de
lichamen die hen vertegenwoordi
gen, maar inmiddels ook „verbur
gerlijken", dat is vervreemden van
de belevingswereld en de maat
schappelijke weerloosheid van die
man daar onder in dat ruim.
Als het wéér zou zijn dat de zwak-
sten onder ons geen toegang heb
ben tot het gros van de media, en
zich daar niet in herkennen, er zich
in hun bestaanswijze niet door er
kend voelen, dan mag niemand zich
er over verbazen als er gezocht
wordt naar andere middelen om op
het podium van de publieke me
ningsvorming te komen.
B. ter Haar Is geref. predikant te
Rotterdam.
Rechtzetting
In de beschouwing van H. J. Neu
man over het boekje van drs J. O.
Siccama „Twintig discussiepunten
over kernwapens" op de Podium-
agenda van vorige week ls helaas
een fout gironummer opgegeven.
Het boekje ls te bestellen door stor
ting van 4.20 gu.oen 2 50 gulden
plus 1.70 gulden verzendkosten) op
girorekening 1756564 ten name van
het Nederlands Instituut voor Vre
desvraagstukken in Den Haag.