Clemtonen in het journaal »e motie-Van der Stoel c.s. De haven staking en de media iogezegd iG 28 SEPTEMBER 1979 P 13 RS 17 H 15 K OKKE JAGER Journaal confronteert ons met ingrijker vragen dan de kwestie ie nieuwslezer alle woorden wel de juiste intonatie uitspreekt, pi is zoiets geen bijkomstigheid, lerd er bij mijn weten nooit over jpt in de discussie over de meest pelijke journaal-inhoud en pentatievorm, waarvan het sier in omvang langzamerhand van de liturgische vernieuwing e kerken evenaart. Schijnbaar «tekenende pntverschuivingen kunnen in t de informatie vervormen of liletigen. In elk geval zijn zulke rsprekingen" stofend voor de •rigens zeldzame) goede teraars. t kan verslaggevers niet kwalijk imen worden, dart bij bepaalde uitdrukkingen twee manieren klemtoning in gebruik zijn: n in de Kamer (Rietkerk •rbeeld) zeggen de r-president (klemtoon op ;ter) alsof er ook nog andere identen zijn. inplaats van iter-presidént (klemtoon op lident) omdat er ook andere Isters zijn. Maar het wordt wel md, als een commentator zegt: PvdA klemtoon op de P) zei maar het CDA (klemtoon op de ti dat", alsof de P tegenover de >u staan. Zo zei een nieuwslezer: e Turken hebben een REIS mtoon) naar huis geboekt" aats van: een reis naar HUIS. crijgen dan het gevoel dat hij werkelijk dénkt aan wat hij nelijk léést. Daardoor valt zijn tijken van de kijkers door de ld: hij zit alleen maar te ken. Iemand voegde aan zijn tfschrift de stelling toe: „De blik de nieuwslezer in het imrnaal de mensen aankijkt, rtjl hij in de werkelijkheid de richt op een tekst voor zich uit. die hij opleest, is onecht. De poging om hier echtheid van aankijken te suggereren is afkeurenswaardig, omdat zij een miskenning inhoudt van de eigenwaarde van het oogcontact in de menselijke relatie." Inderdaad zou in elk geval een dagsluiter zo n apparaat met beweegbare tekst moeten weigeren. Maar ook het kijken in een camera heeft al iets onechts. De omroepster-groet „Ik neem nu alvast afscheid van u" is even irreëel als haar hoop ons „morgen terug te zien" Als wij dat alles op een goudschaaltje gaan wegen, slaan wij elke tv-spreker met stomheid. Een nieuwslezer mag een lézer zijn maar dan wel iemand die zich concreet voor ogen stelt wét hij eigenlijk leest. HIJ moet tegenover allerlei rampen wel een afstandelijke toon bewaren, maar hij mag niet door een verkeerde nadruk al te duidelijk laten merken dat hij de tekst van een énder leest, zoals de Brandpunt-man die zich liet ontvallen: „Er werden niet allen MENSEN (klemtoon), gedood, maar ook verminkt". Men verwacht dan: maar ook dieren. „Drie mensen vonden de dood in Nijmegen", meldde het journaal met alle nadruk op „Nijmegen" inplaats van op „drie" en „dood". Vooral bij berichten over ongelukken past een uiterste behoedzaamheid. Meermalen wordt gezegd of geschreven: „Eén inzittende is overleden; de anderen kwamen met de schrik vrij". Alsof overlevenden alleen aan zichzelf denken! Men kan de uitdrukking „met de schrik vrij" uitsluitend gebruiken, als er niemand is omgekomen. Het krantebericht „Nederland heeft een rustig verkeersweekeinde achter de rug. waarin slechts twee doden vielen" is al ongevoelig genoeg, maar de dubbele punt in de kop maakte het nog erger: „Rustig weekend: twee doden Leestekens zijn geen bijkomstigheden, al worden ze zelden tot in de puntjes uit de manuscripten overgenomen: bijna elke zetter verplaatst de afsluitende aanhalingstekens achter een vraagteken, ook als het vraagteken niet tot het aangehaalde behoort. Maar om op de klemtonen terug te komen: een nieuwslezer zei dat Engeland geregeerd zal worden door „een sóórt (klemtoon) coalitie", terwijl de nadruk moest vallen op „coalitie". Historisch is ook: „Hij hield een toespraak over de onderdrukking in de wéreld (klemtoon)) alsof men een toespraak over de uitbuiting op de méén zou verwachten. Een ander voorbeeld. „Het CDA is wel TEGEN (klemtoon) het achterwege-blijven van korting, maar dat wil niet zeggen, aldus het CDA, dat wij VOOR (klemtoon) korting zijn." Alsof de politiek op zichzelf al niet moeilijk genoeg te begrijpen zou zijn! Soms is men inderdaad „wel tégen, maar vóór", maar hier had het accent moeten liggen op „achterwege-blijven Een omroepster zei: „Naast théologlsche (klemtoon) hogescholen zijn er nu ook christelijke (klemtoon) academies in Kampen". Soms gaat dat wel op: theologisch en christelijk als tegenstellingen; maar de tekstschrijver bedoelde dit natuurlijk niet. Versprekingen en verschrijvingen komen in de beste families voor. „Trouw" schreef onlangs: „De Broederkring niet te verwaren met de Broederbond" en metéén daarop werd de Broederbond genoemd, waar de Broederkring bedoeld werd. Soms is een verspreking veelzeggend, zoals toen paus Johannes Paulus tijdens zijn installatie door een verslaggever „Johannes Petrus" werd genoemd: inderdaad was de hele sfeer vol van Petrus, omdat de paus goed liet merken dat er wel naar de eenheid van alle christenen gestreefd moest worden, maar dan in gemeenschap met de opvolgers van Petrus, die nu eenmaal als sleutel-drager de macht had ontvangen om de waarheid zuiver te interpreteren. Het was alsof de commentaarstem onbewust registreerde dat Paulus zich in zijn graf omkeerde. Maar al die foutieve accenten verraden gebrek aan besef van wét er in feite meegedeeld moet worden of gebrek aan begrip voor de luisteraars die nog niet weten wat er verder gezegd zal worden. Uit ervaring weet ik. dat predikanten geneigd zijn bepaalde accenten te leggen vanuit hun voorkennis van wat er volgens zal. terwijl zij zich énders zouden uitdrukken, als zij zich eerst zouden inleven in de situatie van de hoorders, die (hopelijk!) niet weten wat er komen gaat. Bij het voorlezen van een preek zijn dan ook eerder verkeerde klemtonen te verwachten dan bij het memoriseren. Het gebrek aan inlevingsvermogen kan zelfs blijken bij zogenaamde kleinigheden als aanhalingstekens en adempauzes. In het Nederlandse onderschrift werd aan Peter Ustinov als presentator van „The mighty continent" in de mond gelegd: Stanley, die van ..Livingstone", neem ik aan (alsof „Ik" op Ustinov sloeg) inplaats van: die van „Livingstone, neem ik aan" (ook „I presume" werd door Stanley gezegd). Hoe nauw het soms luistert bij een korte pauze tussen de woorden, bleek in het door de VARA vertoonde, overigens voortreffelijke programma „Vrouwen". Daarin werd de anti-vrouw-houding van theologen ook aan de bijbel toegeschreven, doordat de commentator even ademhaalde na het woord „vrouw" bij het citeren van Prediker 7: „Ik ontdekte iets. bitterder dan de dood: de vrouw die een valstrik is en wier hart een net is, wier handen boeien zijn." Hij deed alsof élke vrouw bedoeld werd de vrouw in het algemeen inplaats van een bepaald soort vrouw die door de relatieve bijzin nader wordt gekwalificeerd: „de vréémde vrouw" om de typerende uitdrukking te gebruiken waarmee Spreuken 5 het nu Juist opneemt voor „de vrouw uwer Jeugd". Hinderlijk is het ook, als het journaal ons voorgaat in het dooreenhaspelen van mannelijke en vrouwelijke woorden: de regering bood „zijn" diensten aan, het kabinet en .haar" leden al is het uiteindelijk dat kabinet, dat de taal armoede in de kaart speelt door het telefoneren gedeeltelijk goedkoper en het posten van brieven duurder te maken Inplaats van andersom. Het doet me altijd deugd, als J. O. A. Thijs in deze krant de vinger legt bij taalkundige merkwaardigheden; maar als hij het verspringen van de zon als bruidegom in psalm 19 naar „héér gloed" en „broeder zon" in lied 400 „dichterlijke vrijheden" noemt, ziet hij over het hoofd dat hier geen vrijheden, maar vertaalproblemen in het spel zijn: de zon mag dan in het Nederlands vrouwelijk zijn, zij is in de taal van de psalmist en van Franclscus ook voor niet-dlchters een„hij" Gelukkig zullen wij één nieuwslezer nooit op enige verkrachting van de taal kunnen betrappen: Hans Blankesteljn is uiterst taalgevoelig, zodat hij het soms niet laten kan zelf iets aan de tekst toe te voegen: „het weerbericht, meegedeeld door het KNMI UITERAARD" Hoe speelt hij het klaar om dit woord te vermijden, als hij clichés van politici moet voorlezen alsof zij niet niets-zeggend zouden zijn?. J. van der Zwan: „De heden- igse overwaardering van de pre- lendaagse architectuur is een ge- jenis van het modeverschijnsel- nostalgie" (R.U.-Utrecht). foppema: „Wanneer wordt over- laan tot het benoemen van alle loren tot professor dient de mo- Ijkheid te worden overwogen de js professorandus als overgangs- itregel in te voeren" (R.U.-Gro- |en). Duintjer Tebbens: „Een niet te lerschatten middel om de rechts- p aan het publiek te verbeteren iet gebruik van begrijpelijke taal iet mondeling en schriftelijk ver- r van de balie en rechterlijke Cht met de in een proces betrok- i partij" (R.U.-Utrecht). Wouters: „Het verdient aanbeve- 5 om op de verpakking van scha- ke stoffen voor huishoudelijk niet alleen te vermelden bij abusievelijk gebruik medi- e hulp gezocht dient te worden, %r ook hoe eerste hulp kan wor- Tverleend" (R.U.-Utrecht). H. J. Neuman Ier dit jaar om precies te i dinsdag 13 februari jl. nam fweede Kamer bij zitten en op- in de gewijzigde motie-Van der II c.s. aan. Twee maanden tevo- tijdens de openbare commis- njfrjaderlng van 15 december "H, was de tekst van deze motie ■^•stand gekomen. Eerst diende •minister mr. M. van der Stoel —HA) een ontwerp in, dat alleen eigen naam droeg. In de loop het beraad en nadat op enkele ten wijzigingen waren aange- ■^bt. verbonden ook de Tweede- berieden J. de Boer (CDA) en L. °P rinkhorst (D'66) hun namen aan en ontwerp. Van der Stoel heeft onlangs, in bijdrage voor NRC/Handels blad (ZO september jl.), gewezen op het feit dat zijn motie „door een vrijwel unanieme Kamer en door de regering" is onderschreven en dat daarin „het voorkómen van een nucleaire bewapeningsrace in Eu ropa als belangrijke doelstelling van het Nederlands beleid" werd genoemd. Ook de noodzaak van het terugdringen van de rol van de kernwapens ondervindt, zo consta teert de gewezen bewindsman, „brede instemming". Het is waar. het „terugdringen van de rol van de kernwapens" duikt als doelstelling niet voor het eerst op in de motie van 13 februari. Maar ze wordt er toch wel in ge noemd. Naar de opvatting van de heer Van der Stoel ligt het voor de hand dat de Kamer straks de NAVO-voorstellen inzake de mo dernisering van de in Europa ge stationeerde kernwapens voor de middellange afstand „vooral aan deze beide doelstellingen zal toetsen". Het is de moeite waard de volledi ge tekst van de motie-Van der Stoel ca. gelukkig is hij niet al te lang nog eens weer te geven. Die tekst luidt aldus: „De Kamer. van mening, dat zowel In de NAVO-defensieplannlng als in het overleg tussen Oost en West over wapenbeheersing en wapenver mindering prioriteit moet worden gegeven aan terugdringing van de rol van de kernwapens; haar instemming betuigend met het beleid van President Carter in zake SALT II; verzoekt de Regering, in het NAVO-overleg over nucleaire wa pens in het bijzonder de volgende doeleinden na te streven: 1. handhaving van het aanbod tot vermindering van Amerikaanse nucleaire middelen in Europa in ruil voor vermindering van het aantal Russische tanks, in het ka der van de MBFR-onderhandelin- gen gedaan; Z. afwijzing van zodanige wijzigin gen van de in Europa aanwezige wapensystemen, dat het gevaar van een vroegtijdige inzet van nu cleaire wapens in een eventueel gewapend conflict vergroot wordt; 3. bet zo spoedig mogelijk na ratifi catie van een SALT Il-akkoord openen van SALT III-onderhande- lingen, waarin op grondslag van een globaal evenwicht van de nu cleaire strijdkrachten van de Vere nigde Staten en de Sowjet-Unie in het bijzonder een poging wordt ge daan om een nucleaire bewape ningsrace in Europa te verhinde ren en de rol van de kernwapens in Europa terug te dringen; en gaat over tot de orde van de dag". De opstellers van de motie hebben wellicht met opzet nagelaten te vermelden wat zij precies onder „het terugdringen van de rol van de kernwapens" wensen te ver staan. In de langzaam wassende vloed van rapporten en adviezen over dit onderwerp wordt o.m. de keuze geboden uit: vermindering van de aantallen kernladingen en/ of lanceermiddelen. vermindering van het aantal nucleaire taken, het verwijderen van de kernwapens van Nederlands grondgebied, het afwijzen van de modernisering van kernwapens, het volledig vertrou wen op de zgn. centrale systemen van de Verenigde Staten, en het afleggen van een verklaring dat men niet als eerste kernwapens zal inzetten. Ook is de invoering van de neutronenbom al verdedigd als een middel om de rol van de kern wapens terug te dringen. De term is, met andere woorden, niet zon der meer duidelijk. Ik denk dat het niet volstrekt onre delijk is te veronderstellen dat de opstellers van de gewijzigde motie- Van der Stoel in dit verband vooral hebben gedacht aan: het verminde ren van de aantallen kernladingen en/of lanceermiddelen en aan het afstoten van een of meer nucleaire taken. Komen straks de NAVO- voorstellen inzake de modernise ring van kernwapens voor de mid dellange afstand in Europa ter ta fel, dan rullen de heren Van der Stoel, De Boer en Brinkhorst zeker heid of althans een redelijke zekerheid verlangen dat daar door de aantallen kernwapens in Europa verminderd worden of dat ze althans niet omhoog sullen gaan. Punt 1 van de motie is wellicht niet helemaal los te zien van dit getals criterium. In december 1976 beeft de NAVO in het Weense overleg tot wederzijdse en evenwichtige ver door Bob ter Haar mindering van strijdkrachten in Centraal-Europa (MBFR) o.m. aan geboden, in ruil voor concessies van het Warschau Pact, bepaalde Amerikaanse nucleaire middelen uit Europa terug te trekken. Daar bij bevonden zich toen ook 36 lan- ceerinrichtingen voor de Pershing- raket. Van NAVO-zijde zal nu moe ten worden aangetoond dat de voorgenomen modernisering (die ojn. de invoering van nieuwe Pershing-raketten met een veel grotere reikwijdte omvat) dit aan bod van drie jaar geleden niet on gedaan maakt Modernisering als zodanig wijzen Van der Stoel ca. blijkbaar niet af. Wel kanten zij zich tegen wijziging van de in Europa aanwezige wa pensystemen waardoor „het ge vaar van een vroegtijdige inzet van nucleaire wapens in een eventueel gewapend conflict vergroot wordt". Dit gevaar kan op een aan tal manieren in de hand worden gewerkt: door kernwapens in te voeren waarbij het, zij het onder strikte voorwaarden, aan lagere commandanten wordt overgelaten se af te vuren, door kernwapens In te voeren met een geringe reikwijd te, en door kernwapens in te voeren die so'n geringe overlevingskans bezitten dat voortdurend de nei ging bestaat se bij het geringste teken dat vijandelijke projectielen in aantocht zijn af te vuren. Doea zich bij de voorgenomen moderni sering deze problemen niet voor, dan wordt tegen punt 2 van de motie niet gezondigd. Op bet pro bleem van de „nucleaire bewape ningsrace" In Europa (punt 3) hoop ik nader terug te komen. Objectieve verslaggeving bestaat niet. Een mens neemt waar vanuit het standpunt dat hij heeft inge nomen. vanuit de denkbeel den die hij aanhangt. En een verslaggever is ook maar een mens. Zelfs een t.v.-camera registreert niet objectief. De beelden op het scherm zijn opgeroepen beelden. Opge roepen vanuit het denkka der van de regisseur, ver toond om niet alleen plaat jes maar ook een boodschap af te geven. Geen mens heeft de beschikking over objectieve waarheid en geen verslaggever pretendeert neutrale of algemeen geldende verhalen te produceren. En zo hoort het ook. Daarom hebben we een gevarieerde pers en een aantal omroepvereni gingen dat alleen door de hoeveel- heid zendtijd beperkt wordt en en daar gaat het om verdeeld volgens criteria die „langs de weg der parlementaire democratie"wor- den vastgesteld. Bestaat er geen objectieve verslag geving, er kan wel gesproken wor den van eerlijke of oneerlijke be richtgeving. Eerlijk is een verslag als de lezer of kijker er niet te lang naar hoeft te raden uit welke hoek de wind waait. Het vergemakkelijkt de meningsvorming van het pu bliek. als er maar gelijk bij wordt verteld vanuit welke positie en van uit welke inzichten geheel de weer gegeven waarneming wordt aange boden. Ieder kan dan zijn eigen waarheid vinden door „schrift met schrift te vergelijken", door de weg te zoeken van de zogenaamde „intersubjecti viteit", die voor een gewone sterve ling wat realistischer is dan het drogbeeld van de objectieve waar heid. Bekend In ons land hebben we het voor recht dat we over een aantal nieuwsmedia beschikken waarvan de afzender genoegzaam bekend is. Een sociaal-economisch verschijn sel wordt door „De Waarheid" of „De Groene" van een andere zijde beücht dan „NRC/Handelsblad" of „Elsevier" dat gewoon zijn te doen. Vooral media die zich het verst van het midden bevinden, hebben wei nig kans het publiek wat dat betreft een oor aan te naaien. Maar ook rondom hét fame use mid den zijn de nuances toch redelijk voorspelbaar. Zeker als het gaat om zulke centrale onderwerpen als die op sociaal-economisch gebied lig gen. Om een actueel voorbeeld te noemen: de door de FNV gesteunde Shell-staking zal in „Het Vrije Volk" een blijmoediger weergave ondervinden dan in „Trouw" waar van een niet onbelangrijk contin gent abonnees de CNV-weg als de weg-der-wegen ervaart. Tot zover is alles prima in orde. De vrije meningsuiting, de genuanceer de berichtgeving, de democratie ze kunnen niet genoeg worden ge prezen. Ontroerend Maar nu ons onderwerp: „de haven staking en de media". Wie de kran ten wat heeft gevolgd en zich regel matig voor de buis heeft neergezet tijdens de vier weken zogenaamde „wilde haven-staking" heeft een merkwaardige beweging kunnen waarnemen in de zo vertrouwde groepering van media. De anders zo genuanceerde berichtgevers groei den in korte tijd tot een bijna ont roerende eensgezindheid. De eenstemmigheid werd na korte tijd zelfs een letterlijke, doordat een breed spectrum van verslaggevers dezelfde centrale terminologie ging gebruiken. Geen verslag of com mentaar of het hing aan elkaar van „werkwilligen", „intimidatie", „on redelijkheid". „snel afnemende aan hang". „relatief weinig steun". Opvallend daaraan Is dat geen van die uitdrukkingen rechtstreeks af komstig zijn uit het sociaal-econo mische taalveld. Het zijn alle uit drukkingen uit de sfeer van de sub jectieve. emotionele reactie op spannende gebeurtenissen, die aan die gebeurtenissen een negatieve waardering meegeven. Voor de on bedachte lezer of kijker loopt zo'n emotionele reactie gemakkellijk en ongemerkt de rationele beoorde ling binnen. Het succes van sommi ge volksmenners is aan een handig gebruik van dit verschijnsel toe te schrijven. Een enkel voorbeeld Als het N08- Journaal (u weet wel: die neutrale en onafhankelijke organisatie) de kij kers een indruk wil geven van de voortgaande staking en beelden toont van het verloop van een stem ming onder stakers over al dan niet werkhervatting, dan opent de re portage met een op zich onnodige dure luchtopname van het giganti sche Feyenoord-stadlon, dat er van uit de lucht gezien griezelig leeg uitziet. De camera heeft als het ware moeite de groep (bijeen geko men stakers inzoemend op te sporen. Meer ls nu niet nodig Ieder getal dat verder in het Journaal wordt genoemd heeft alle objectiviteit (die toch meestal nog wel aan getallen wordt toegekend) verloren. Of het er duizend waren of tienduizend; het zullen er altijd „weinig" blijven. Een ander voorbeeld: „Trouw" le vert een sappig geschreven „im pressie van de Journalist die op zoek gaat bij een havenbedrijf waar tus sen stakers en werkenden wordt ge debatteerd. De schrijver begint uit voerig gebrek aan heldhaftigheid toe te geven. Langs de weg van de openhartigheid wordt dus ongear- gumenteerd het beeld opgeroepen van een acuut dreigend lijfelijk ge vaar. Het woord „intimidatie" ls dan al niet meer nodig De lezer heeft het zelf al ongemerkt in zijn bewustzijn opgenomen. Als één van de stakers dan herhaaldelijk met „grote bierbuik" wordt omschre ven, een benadering die sterk aan vooroorlogs anti-arbeiders ressenti ment doet denken, is het „lollige" verhaaltje compleet. Voorbeelden uit „Het Vrije Volk" (De Arbeiderspers, weet u wel?) zou den nog interessanter kunnen zijn, ware het niet dat er weinig verras sends zit aan een blad dat zeker ook nü blijk gaf van zijn alom bekende blinde gehoorzaamheid aan het Rotterdamse gemeentebestuur. Burgerlijk Is deze merkwaardige eensgezind heid bij de emotionele verwerking van de havenstaking bij zo uiteen lopende media ook te verklaren? Een nauwkeurige analyse moet aan sociaal-psychologen worden over gelaten. Een bescheiden vingerwij zing wil ik deze deskundigen niet onthouden: Zou het zo kunnen zijn dat het overgrote deel van onze .vaderlandse media als „burgerlijk" is te kwalificeren: media dus die de ontwikkelingen en de gebeurtenis sen in de samenleving waarnemen vanuit de positie en het denkkader van de burger? Onder „burger" moet dan worden verstaan- de mens die ondanks al zijn onvrede toch belang heeft bij het voortbestaan van de bestaande orde. Binnen die bestaande orde kan er dan heel ver schillend over veranderingen wor den gedacht, als maar het denk schema onaangetast blijft Als het allemaal nog maar plaatsbaar blijft binnen het systeem van „open, par lement, goed overleg, bonafide bon den" en boven alles: als het maar „redelijk" blijft. Geaccepteerd En daarom moet het allemaal ge beuren in de vormen die geaccep teerd zijn binnen de burgerlijke fat soenscode, met gebruikmaking van woorden die die tot het „algemeen beschaafd Nederlands" behoren. „Ik schop Je de darmen uit Je kont", dót gaat te ver, dat ls ordinair ge^ weid Een briefje van duizend gul den voor de neus houden van men sen die door hun kostgeld heen zijn, dat is begrijpelijke strategie. Vrou wen van stakers opbellen vanuit directiekamers, dat is een niet onge bruikelijk communicatiemiddel. Kortom: waar was gedurende deze staking de pers die, met alle gevaar voor eigen positie, toch probeerde de stem te zijn van die geen stem hebben? Waar waren de media die probeerden met alle kans sociaal-economische misverstan den te wekken toch middelen te zijn in handen van mensen die niet beschikken over genuanceerd taal gebruik en die een ander inzicht hebben in hun belangen dan de lichamen die hen vertegenwoordi gen, maar inmiddels ook „verbur gerlijken", dat is vervreemden van de belevingswereld en de maat schappelijke weerloosheid van die man daar onder in dat ruim. Als het wéér zou zijn dat de zwak- sten onder ons geen toegang heb ben tot het gros van de media, en zich daar niet in herkennen, er zich in hun bestaanswijze niet door er kend voelen, dan mag niemand zich er over verbazen als er gezocht wordt naar andere middelen om op het podium van de publieke me ningsvorming te komen. B. ter Haar Is geref. predikant te Rotterdam. Rechtzetting In de beschouwing van H. J. Neu man over het boekje van drs J. O. Siccama „Twintig discussiepunten over kernwapens" op de Podium- agenda van vorige week ls helaas een fout gironummer opgegeven. Het boekje ls te bestellen door stor ting van 4.20 gu.oen 2 50 gulden plus 1.70 gulden verzendkosten) op girorekening 1756564 ten name van het Nederlands Instituut voor Vre desvraagstukken in Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15