'Wij zijn geen vampiers'
Tekening van een lezer
luizen teken van gezondheid
?Ot/IV
Commentaar
enselijk bloed
n
n ikkoord over CAO bij bouwbedrijven
Handelaar in bloedprodukten Thomas O. Hecht:
'Industrie en
Rode Kruis kunnen
gaan samenwerken'
circusrat
niet beter
niet beter (2)
zonneschijn
INSDAG 26 SEPTEMBER 1979 0
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
5
iandel in menselijk bloed heeft
[ederland tot nu toe nauwelijks
aan de grond gekregen. Het
|je Kruis werkt alleen met vrij-
jge, onbetaalde donors. De
[op menselijk bloed laat in ons
I geen ruimte voor commercië-
edbanken zoals in de Ver-
ide Staten bestaan. Ook invoer
J commerciële bloedprodukten
liet buitenland was in het verle-
l niet goed mogelijk, tenzij er
jdelijk tekorten bestonden.
r in die gevallen mocht import
[en geschieden via het Centraal
[oratorium van de Bloedtrans-
fedienst van het Rode Kruis.
deze situatie is nu verandering
omen. Door een uitspraak van
Raad van State is de regering
wongen een importvergunning
geven voor een bloedprodukt
de Amerikaanse firma Ar-
iur. Daarmee lijkt de wet op
nselijk bloed op losse schroe-
te staan. Terecht heeft staats-
etaris Veder-Smit dan ook
;ckondigd, dat zij een wetswij-
ig op dat punt voorbereidt.
*f<
itat
"2 el
f" t
1 w<
'lte
1<
staatssecretaris heeft haar me
eling over de voorgenomen
J^swijziging vervat in haar ant-
irden op schriftelijke vragen uit
Tweede Kamer. Helaas blijkt
die beantwoording niet welke
mevrouw Veder-Smit op wil.
irzijds wekt zij de indruk dat de
j tmerciële import van bloedpro
even beperkt zal blijven. Zij
I wacht niet direct dat andere
k naceutische concerns ook im-
1 ^vergunningen zullen aanvra-
,neV Een wat naïeve gedachte, als
weet dat verschillende grote
Irijven tegenover onze krant
klaard hebben dat zij dit wel
;elijk van plan zijn.
In de andere k$nt schijnt de
ötssecretaris wel begrip te heb-
n voor de belangen van concur-
tende firma's. Zij verklaart na-
lijk, dat zij eerder afgewezen
pvragen van andere bedrijven
nieuw zal bezien. Daarmee staat
[deur voor import toch weer
1 open, zou je zeggen.
[opgevend in het antwoord van
staatssecretaris is dat zij ver-
,%ht dat het Centraal Laborato-
el%i van de Bloedtransfusiedienst
letide toekomst genoeg concentra-
ios<» kan produceren om aan de
jag te voldoen. Zekerheid op dit
"egir1 'can staatssecretar's ons
e^iter niet verschaffen.
Creöt probleem is dat op dit moment
niemand dat kan. De vraag naar
mense'"j'c plasma bereide
Q^edprodukten is de laatste jaren
st. pr snel toegenomen. En die be-
pro|efte zal in de toekomst blijven
,T4gen; niet alleen in Nederland,
in heel de wereld.
aantal vrijwillige donors is de
„IJtste tien jaar flink gegroeid.
par of er in de toekomst genoeg
_^nors zullen zijn die zonder beta-
Jg bloed willen afstaan, is nog de
g4ag. Dat wordt nog moeilijker
we in Nederland plasmaferese
gaan toepassen. Dat is een systeem
waarbij de donor alleen het plasma
afstaat en daarna de overige bloed
cellen weer terugkrijgt. Want van
een donor die drie keer per jaar
„vol" bloed afstaat, kun je wel
verlangen dat hij dat gratis doet,
maar iemand die één of twee keer
per maand voor plasmaferese
komt opdraven, mag toch wel een
financiële vergoeding krijgen.
Hoewel een ontwikkeling in deze
richting niet onder alle omstandig
heden verwerpelijk is, blijven wij
voorlopig de voorkeur geven aan
een systeem van vrijwillige, onbe
taalde donors. Wie gezond is, zou
er een eer in moeten stellen om
deze dienst aan zijn medemensen
te bewijzen. De gedachte aan ei
gen belang hoeft de donor trou
wens niet vreemd te zijn, want wie
vandaag bloed geeft, kan het mor
gen zelf nodig hebben.
Het streven moet er dus op gericht
blijven dat de Nederlandse bevol
king zelf voorziet in de eigen be
hoefte aan bloed en bloedproduk
ten. "Afhankelijkheid van de far
maceutische industrie moeten we
als het enigszins kan vermijden; al
was het alleen maar omdat we
geen enkele garantie hebben dat er
te allen tijde genoeg aanvoer uit
het buitenland zal zijn.
Toch is het moeilijk commerciële
import geheel uit te sluiten. In het
verleden is er verschillende malen
een tekort geweest aan bepaalde
bloedprodukten. De kans is groot
dat we in de toekomst opnieuw
met tekorten te maken krijgen.
Dan moet er een mogelijkheid zijn
om industriële produkten in te
We zouden er voor willen pleiten
om dergelijke commerciële impor
ten streng te reguleren. Of men
alle importen via het Rode Kruis
moet laten lopen, staat te bezien,
maar in ieder geval moet voorko
men worden dat er een volledig
vrije handel in bloedprodukten
ontstaat. Door de prijzen tijdelijk
zeer laag te houden zou de farma
ceutische industrie ons systeem
van ideële bloedvoorziening le
vensgevaarlijke concurrentie kun
nen aandoen. Andere landen heb
ben ervaring met dat soort prak
tijken.
Voor zover commerciële import
van bloedprodukten nodig is, moe
ten uiteraard hoge kwalitatieve ei
sen worden gesteld. Daarbij kan
Nederland niet blind varen op de
keuring die in andere landen ge
schiedt. Vooral het risico van be
smetting met geelzucht vergt een
strenge controle.
Ten slotte moet ook zekerheid be
staan over de herkomst van het
plasma, waaruit de commerciële
bloedprodukten worden bereid.
De recente voorbeelden van groot
scheepse bloedafname bij arme
donors in een land als Nicaragua
liggen nog te vers in het geheugen
om op dat punt de aandacht te
laten verslappen.
Kan Nederland ook in de toekomst zelf voor
zien in de groeiende behoefte aan bloed en
bloedprodukten? Of zal ook ons land steeds
meer afhankelijk worden van commerciële
import?
Deze vragen stonden centraal in de artikelen
die wij op 25 augustus en 14 september aan dit
onderwerp wijdden. Aanleiding daartoe was
een uitspraak van de Raad van State, die de
staatssecretaris van volksgezondheid dwong
een importvergunning af te geven voor een
bloedprodukt van het Amerikaanse bedrijf
Armour. Ook andere buitenlandse bedrijven
tonen nu belangstelling voor de Nederlandse
markt Staatssecretaris Veder-Smit heeft in
middels aangekondigd dat zij een wijziging
van de wet op menselijk bloed voorbereidt.
RECHT Werkgevers en bonden
bben een akkoord bereikt over een
p voor het uitvoerend, technisch
administratief personeel in de
juwbedrijven. De CAO zal van
ht zijn voor alle werknemers die
ider dan 40.000 gulden per jaar
dienen. Daarbij wordt uitgegaan
het ..kale' inkomen.
CAO geldt van 1 Juli tot en met 30
1 1980. Daarmee komt een einde
h een periode van 15 maanden zon-
De wereldhandel in bloedprodukten is de
laatste jaren sterk toegenomen. Een klein
aantal multinationale ondernemingen heeft
zich toegelegd op de fabricage van bloedpro
dukten. die bereid worden uit het plasma van
betaalde donors. De vraag naar produkten als
Faktor VIII, gammaglobuline en albumine
stijgt jaarlijks met meer dan vijftien procent.
De totale omzet op de wereldmarkt wordt nn
al geschat op een paar miljard dollar per jaar.
Ons eerste artikel ging vooral over de ideële
en juridische kant van de zaak. Het tweede
artikel gaf een overzicht van de activiteiten
van de farmaceutische industrie. Voor veel
landen lijkt de inbreng van de industrie op dit
moment onmisbaar. Maar de commerciële
winning en fabricage van plasmaprodukten
brengt ook nadelen met zich. Vooral die scha
duwzijde kreeg ruimschoots aandacht.
Hoe reageert de farmaceutische industrie op
de kritiek die aan haar adres wordt geuit? Uit
gesprekken die wij met vertegenwoordigers
van de grote concerns voerden blijkt dat zij
bloedprodukten beschouwen als gewone me
dicamenten. Dat de grondstof voor deze pro
dukten bloedplasma van menselijke oor
sprong is, doet er voor hen niet veel toe.
Dat
donors die soms twee maal per week bloed
afstaan (en daarna hun rode bloedcellen te
rugkrijgen) worden betaald, lijkt hun vol
strekt redelijk. En dat de industrie op de
winning, fabrikage en verkoop winst maakt.
vinden ze alleszins tc rechtvaardigen, als men
weet van hoeveel belang deze produkten zijn
voor de gezondheid van miljoenen mensen.
Op deze pagina komt een van die handelaars
in bloedprodukten aan het woord. Het is Tho
mas O. Hecht, eigenaar van Continental Phar-
ma in Montreal.
Hij bezit vijf plasmaferese-
banken in de Verenigde Staten en van nog
eens tien andere commerciële bloedbanken
koopt hij regelmatig plasma. De fabricage
van bloedprodukten uit plasma besteedt hij
uit aan grote concerns als Alpha en Mèrieux.
Over de hele wereld handelt hij in plasma,
plasmaprodukten en apparatuur voor de ver
werking van bloed.
door Plet Hagen en Cees Smit
Hotel Plaza Athénée ls bepaald niet het goedkoopste loge
ment ln Parijs en op de vraag of de handel ln bloedprodukten
hem rijk heeft gemaakt, antwoordt Thomas O. Hecht dan
ook: „Ach, wat is rijk, ik verdien ln leder geval genoeg om me
de luxe van dit soort hotels te kunnen veroorloven."
In vergelijking met grote multinatio
nale concerns als Baxter-Travenol.
Armour (eigendom vsfh Revlon), Cutr
ter (van Bayer) of Mérieux (van Rho
ne Poulenc) stelt Continental Phar-
ma niet veel voor. „Ik heb een omzet
van ruim twintig miljoen dollar per
Jaar." zegt Hecht. Maar doordat hij
sterk is gespecialiseerd en een
belangrijke rol speelt in de tussen
handel, kan hij zijn partij aardig
meeblazen.
Thomas Hecht werd in 1929 in Tsje-
choslowakije geboren als zoon van
een Joodse fabrikant van farmaceuti
sche produkten. In 1942 wist hij met
zijn familie via Frankrijk en Spanje
te ontkomen aan de moordenaars
hand van de nazi's. Zijn vader vestig
de zich in Canada, waar hij na de BCtSliflQ
oorlog opnieuw een farmaceutisch 3
bedrijf opbouwde.
het drie uur durende gesprek zegt hij:
„Meestal mijd ik Journalisten, ik heb
u meer verteld dan ik gewend ben."
Of hij het achterste van zijn tong
heeft laten zien is een andere vraag.
„Men moet ophouden ons als vam
piers af te schilderen," begint Tho
mas Hecht. „De kritiek op het beta
len van donors slaat nergens op. Het
Rode Kruis en andere organisaties
geven ook „vergoedingen" aan do
nors die tientallen maal per Jaar plas
ma afstaan. Dat is ook volstrekt rede
lijk, al is het alleen maar vanwege de
tijd die mensen erin steken. En het is
helemaal billijk als je bedenkt hoe
belangrijk dat plasma is voor de ge
zondheidszorg."
Thomas studeerde aan de universi
teit van Montreal en doceerde daar
enige tijd politieke wetenschap. La
ter nam hij samen met zijn zus het
bedrijf van zijn vader over. In 1960
werd het bedrijf gesplitst: mevrouw
Feher-Hecht staat nu aan het hoofd
van de Belgische tak van Continental
Pharma en Thomas Hecht voert de
directie van het in Montreal gevestig
de bedrijf, dat in tal van landen, ook
ln Nederland, is vertegenwoordigd.
Hecht weet dat er veel kritiek bestaat
op de handel in bloedprodukten.
Toch praat hij tamelijk openhartig
over zijn doen en laten. Na afloop van
Hecht vindt de kritiek op betaling
van donors vaak huichelachtig. „De
meeste landen in de wereld maken
Immers gebruik van de produkten die
de industrie levert. West-Europa is
ondanks al het gepraat over ideële
bloedvoorziening, voor meer dan ne
gentig procent van de gebruikte plas
maprodukten afhankelijk van de in
dustrie. Bijna al dat plasma komt uit
de Verenigde Staten. Als men daai
niet met betaalde donors werkte, zot
ln Europa de behandeling van tal van
ziekten snel verslechteren."
Hecht geeft toe dat Nederland er tot
nu toe aardig in is geslaagd ln eigen
behoefte te voorzien met uitsluitend
vrijwillige donors. Maar dat is een
Thomas O. Hecht, handelaar In
bloedprodukten
hoge uitzondering, zegt hij. Ook lan
den als Engeland voeren nu op grote
schaal commerciële produkten in. En
zelfs Nederland moet af en toe een
beroep doen op de industrie. Naar
mate de vraag naar plasmaproduk
ten verder toeneemt, zal ook het Ne
derlandse systeem meer onder druk
komen te staan. „Het wordt tijd dat
het monopolie van het Rode Kruis
Tekeningen, bij voorkeur in liggend for
maat, sturen aan Trouw, jury politieke
prent, postbus 859, 1000 AW Amster
dam. Naam en adres aan de achterzijde
vermelden. Voor geplaatste prenten is er
een boekenbon.
ook in Nederland wordt doorbroken."
concludeert Hecht.
Volgens hem heeft het zwart-wit den
ken over de industrie geen enkele zin.
Liever zou hij zien dat Ideële en com
merciële organisaties samen werkten
Dat gebeurt ook al. Rode Kruis-in-
stelllngen laten hun plasma soms ver
werken door de industrie. En wat ze
zeil te veel produceren, verkopen ze
op de gewone markt. Dat samenwer
king heel goed mogelijk is bewijst de
gezamenlijke onderneming die het
Amerikaanse Rode Kruis en Baxtei
Travenol nu gaan opzetten voor dt
fabricage van plasmaprodukten.
Geelzucht
De kritiek op de kwaliteit van het
bloed van betaalde donors legt Hecht
naast zich neer. De nieuwste test op
geelzucht is een uitvinding van de
Industrie, zegt hij. En sinds die test
bestaat, kun je de bekendste vorm
van geelzucht grotendeels uit je do
norbestand weren.
Er wordt wel gezegd dat het gevaar
van besmetting desondanks bij be
taalde donors groter ls. maar dat is
nauwelijks vol te houden, meent hij.
Betaalde donors worden vaak beter
gekeurd dan vrijwilligers. In ieder ge
val hebben commerciële bloedban
ken er alle belang bij dat de kwaliteit
van het bloed goed is. Als er fouten
worden gemaakt, zijn ze hun vergun
ning kwijt. En de Amerikaanse Food
and Drug Administration is op dat
punt zeer streng.
Ook Hecht vindt dat commerciële
plasmastations hun donors soms wel
erg frequent aftappen. Hij kent de
publikaties waarin wordt gewezen op
mogelijke eiwittekorten bij donors
die een of tweemaal per week plasma
afstaan. „Ik geef toe dat vijftig keer
per jaar aan de hoge kant is."
Maar als we nu ln Amerika de norm
van de Wereldgezondheidsorganisa
tie zouden overnemen (maximaal
dertig keer per jaar), dan zou er niet
alleen in de Verenigde 8taten, maar
ook in West-Europa en Japan een
ernstig tekort ontstaan."
der CAO. Vorig Jaar konden bonden
en werkgevers niet tot overeenstem
ming komen.
In de CAO ls onder meer een verho
ging opgenomen van het aantal va
kantiedagen. Er komen onderzoeken
naar het opnemen van salarisschalen
en een functielljst in de CAO en de
werkgevers zullen een VUT-regeling
ontwerpen voor het vervroegd uittre
den van bouwplaatspersoneei dat
niet onder de CAO-bouwbedrijf valt.
Lobby
Thomas Hecht houdt ons voor dat dit
gevaar niet denkbeeldig is. In Ameri
ka bestaat een sterke lobby ten gun
ste van het Rode Kruis en andere
nlet-commerciële instellingen. Als
Kennedy president wordt, zou de far
maceutische industrie het wel eens
heel moeilijk kunnen krijgen. Al eer
der heeft de senator uit Massachu
setts er blijk van gegeven dat hij de
farmaceutische industrie aan banden
wil leggen.
„Meestal heeft dat het effect dat de
kleine ondernemingen uit de markt
worden geconcurreerd, omdat zij niet
aan de voorschriften kunnen vol
doen. De grote Jongens blijven over.
Maar in dit geval kunnen de gevolgen
ernstiger zijn. Niet alleen voor de
Verenigde Staten, maar ook voor de
landen die daarvan afhankelijk zijn."
Over de bloedhandel in de derde we
reld begint Hecht uit zichzelf. „Onze
critici komen ook altijd met bezwa
ren tegen export uit de derde wereld.
Nicaragua is het bekendste voor
beeld. Daar kwam meer dan tweehon
derdduizend liter plasma per Jaar
vandaan. Dat was tien procent van de
totale produktle ln de Verenigde Sta
ten. Maar iedereen weet dat daaraan
een eind is gekomen. Ook andere
landen hebben de uitvoer van bloed
verboden of bemoeilijkt. Op dit mo
ment is de aanvoer uit de derde we
reld landen te verwaarlozen. Bijna
alles komt uit de Verenigde Staten
Markt groeit
Het is duidelijk, volgens Thomas
Hecht dat de farmaceutische indus
trie onmisbaar is. De markt groeit
zonder dat er reclame voor gemaakt
hoeft te worden. Vooral de vraag naar
Faktor VIII, gammaglobuline en al
bumine stijgt pijlsnel. Die ontwikke
ling zal zich zeker doorzetten en
Hecht raadt dan ook iedereen die zijn
geld goed wil beleggen aan, het ln de
plasmabusiness te steken.
Daarmee wil hij niet zeggen dat hij
zelf een speculant is. „Ik verkoop wel
plasma van de ene firma naar de
andere en van het ene land naar het^
andere Maar ik ben geen speculant
Dan zou Ik niet permanent een voor
raad plasma ter waarde van twee
miljoen dollar op het vliegveld van
Montreal aanhouden Dat doe ik al
leen om terstond te kunnen leveren
wanneer ergens tekorten ontstaan
zelf. Er zijn nog wel landen waar
plasma te koop is Lesotho bij voor
beeld. Maar dat bloed wordt voor 1
diagnostische doeleinden gebruikt."
Thomas Hecht vermag overigens niet
in te zien waarom de uitvoer van
plasma uit de derde wereld principi- 1
eel verkeerd zou zijn. „Ik denk dat je
plasma moet beschouwen als een ge
wone grondstof die geld oplevert, net
ais olie. Als arme landen plasma wil
len uitvoeren, kunnen ze voor het
geld dat ze daarmee verdienen hun
eigen gezondheidszorg verbeteren
Door het opzetten van bloedbanken
breng je de bevolking het besef bij
dat bloed belangrijk is Je kunt dan
mensen vaccineren tegen bestaande
ziekten. De donors en hun familie
kunnen een prima medische verzor-
ging krijgen, iets wat in veel landen
nauwelijks bestaat. Als je dat op een 1
verantwoorde manier doet. zie ik al
leen maar voordelen."
Tekort
Een week na ons gesprek in Parijs
stuurt de heer Hecht nog wat docu-
mentatie na, waarbij onder meer een
artikel zit van de Zuid-Afrikaan B. G
Grobbelaar. Die zegt hetzelfde: „Als
het initiatief van enkele ondernemers
in Midden-Amerika zou worden ovef-
genomen in meer ontwikkelingslan
den. zouden we genoeg plasma kun
nen inzamelen om de hele wereld te
voorzien. Het is daarom dwaas de
commercie in deze landen te weren.
Het gevolg daarvan zou zijn een per
manent tekort aan plasma, een ge
brekkige behandeling van ziekten als
hemofilie en onnodig veel sterfte".
Hechts eigen filosofie op dit punt is
dat alle landen er goed aan doen eerst
een systeem van vrijwillige donors op
te zetten. Als dat goed loopt en er
blijft plasma over, dan kun Je dat
exporteren. De Industrie kan dan be
hulpzaam zijn bij de verdere verwer
king van plasma. Zelf probeert Hecht
iets dergelijks in Ivoorkust tot stand
te brengen Als dat lukt wil hij ook
Gabon en Kameroen erbij betrekken
Die drie landen kunnen dan geza
menlijk een plasmafabriek beginnen
„In zulke gevallen moeten regeringen
en industrie nauw samenwerken",
zegt Hecht. „Wat mij betreft is dc
levering van plasma een staatsmono
polie. Dan kan de regering ervoor
zorgen dat alles op verantwoorde wij
ze gebeurt. Maar ik zie niet in waarom
die regering geen zaken kan doen met
de farmaceutische industrie"
Het is waar; wat de een leuk
vindt, daar walgt de ander van.
Dat is een kwestie van smaak,
zelfs als het om onsmakelijke za
ken gaat, zoals de vieze, maar
waar gebeurde verhalen, onlangs
in deze hoek te lezen. Want wat
de een alleen maar een beetje
onsmakelijk vindt, noemt de
ande smakeloos. Ieder zijn meug.
Iedereen heeft ook gelijk, althans
voor zichzelf, want over smaak
valt niet te twisten. Daarom is
het zo jammer dat een paar lezers
we kregen welgeteld drie nega
tieve reacties alle overigen het
recht betwltsten eikaars onsma
kelijke belevenissen te lezen.
Toegegeven: het is geen lectuur
voor bij de ochtendboterham,
zoals iemand ons verweet. Maar
wat een ander, een lezeres uit
Zuldwolde, ons voor de voeten
gooide, heeft ons pijnlijk getrof
fen. „Er zijn al genoeg vieze
krantjes". schreef ze, een verge
lijking die kant noch wal raakt
Een pornografisch blaadje ls
toch echt iets heel anders dan
een christelijk dagblad waarin
een paar lezers een keer hun min
der smakelijke belevenissen
spuien. Ook die mevrouw uit
Zeist die ons het nu volgende
verhaal stuurde, doet dat aDeen
om anderen met haar ervaringen
te vermaken, maar we waarschu
wen nu maar van tevoren: niet
onder het eten lezen, en wie het
genre verafschuwt kan het maar
beter helemaal overslaan. Zo
komt iedereen dan toch aan zijn
trekken en heeft niemand een
ander meer iets te verwijten.
Het gebeurde in 1944, in de hon
gerwinter. De briefschrijfster
ging op de fiets met een schoon
zusje van Amsterdam naar Stap
horst om wat eten te bemachti
gen. Na achten mocht Je niet
meer buiten zijn en tegen die tijd
waren ze nog niet eens in Nun-
speet, dus vroeg het tweetal bij
een klein boerenhuisje om onder
dak voor de nacht „Een alleen
wonende boerenarbeider ontving
ons allervriendelijkst en zette
ons een welkom bord roggepap
voor. Het smaakte ons heerlijk.
Tot negen uur zaten we rond het
potkacheltje waarna de man zei:
Meskes. we gaan slapen, ik moet
om 5 uur weer op. Hij legde een
deken op de grond van de eenka
merwoning. waarop we konden
gaan liggen. Voor hij in de be
dstee stapte gaf hij ons de po van
de beddeplank: voor als de mes
kes d'r uit motten, ik ga wel naar
buiten, dus schrik maar niet, Van
slapen kwam natuurlijk niet veel.
maar toen om half vijf de wekker
afliep kwam hij in zijn onder
broek naar ons toe en zei vriende
lijk: Meskes, kruip nog maar een
tijdje in de bedstee, het is nog
lekker warm! De „meskes" heb
ben geen gebruik gemaakt van
het aanbod, maar zijn die man
nog wel altijd dankbaar
Volgens dezelfde briefschrijfster
waren sommigen er omstreeks
1920 van overtuigd, dat hoofdluis
een teken van gezondheid was.
dus waren ze er zuinig op en
kwam het euvel (ook) toen veel
voor. Een paar kinderen uit boe
rengezinnen moesten in die tijd
naar het ziekenhuis in Zwolle,
waar ze eerst grondig in het bad
werden gestopt en van hun luizen
ontdaan. Een van de kinderen
barstte in snikken uit: „Nou hé je
de leste der ook afhaald". riep het
verdrietig, „en nou wor ik nie
beter". Een van de andere kinde
ren had reuzelol in het ontluizen:
„Da ha Je nie gedacht hè", zei het.
„en raien moe het ze ook!"
Als jongetje at een lezer uit Dor
drecht zo'n vijftig jaar geleden
abnormaal veel. Hij moest daar
om vóór elke maaltijd een pil
kauwen en doorslikken. Twee da
gen na het begin van de kuur
voelte hij iets kriebelen in zijn
rechterneusgat Wat doet een
jongetje dan? Hij peutert wat.
maar wat zelf zeer ontdaan over
het resultaat: „Voor mij op tafel
kronkelde traag een bleke worm.
Een spoelworm. naar ik later heb
begrepen."
Dat ratten intelligente diertjes
zijn, is geen nieuwtje. Dieren
temmer Gerhard Gugelmann
heeft een paar dieren zo ge
traind, dat hij ze in het circus
deze opname is in Hamburg ge
maakt op tonnetjes laat lopen
en door brandende hoepeltjes
springen. Hetzelfde heeft hij al
eerder in zijn leven gedaan,
maar dan met grotere tonnen,
hoepels en dieren. Hij had een
nummer met tijgers, maar sinds
er een keer iets goed mis ging is
hij op dit minder gevaarlijke
mini-nummer overgestapt.
De badmeesters ln Londen mo
gen dan waarschuwen tegen het
gore water van de beplaste zwem
baden in de Britse hoofdstad, de
heer Keizer uit onze eigen hoofd
stad „zou wel willen dat er ten
minste één net zwembad was in
Amsterdam". In Parijs letten ze
er nog op dat de zwemmers voor
af flink douchen, zegt hij, maar in
het zwembad bij de Amsterdam
se Schellingwouderbrug zijn de
douches in de stenen gebouwtjes
zelfs gesloopt. Daar gooien ze ge
woon extra, veel chloor in het
water. Rondom de Sloterplas
wordt nogal wat getrimd, waarna
de trimmers een duik in het over
dekte bad nemen; veel van hen
merken de douches niet eens op.
Ondanks het vervuilde water zou
de heer Keizer, kennelijk een ver
woed zwemmer, best willen dat
ten minste één buitenbad wat
langer dan de rest zou open blij
ven, tot 1 oktober bij voorbeeld,
en dat er volgend Jaar ook eens
eentje wat later op de avond
dichtgaat
Dat het met bepaalde zaken in
eigen land beter gesteld zou zijn
dan over de grenzen, daarmee Is
ook de heer Van Beelen uit Cuyk
het beslist oneens. Terugkomend
op de slechte bezorging van va-
kantiepost. beschijft hij uitvoe
rig hoe „lamlendig" hij door
PTT-personeel behandeld is. De
hele zomer vaart hij met zijn mo
torboot op de Nederlandse wate
ren en laat zijn post dan door zijn
zoon poste restante doorsturen
naar plaatsen die hij telefonisch
doorgeeft. Vertrekt hij uit een
plaats, dan laat hij de PTT per
officiële adresverandering weten
waar zijn post naar toegestuurd
moet worden. „Dat wordt soms
gewoon vergeten, en daardoor
mis ik al drie giro- en twee bank-
afrekeningen en, wat erger is,
drie luchtpostbrieven van onze
zoons in Australië Zo verwacht
te hij op zijn verjaardag, in Juni,
heel wat post. Aan het loket van
de stad. waaruit hij die dag zou
vertrekken, sprak hij met de be
ambte af dat de brieven gauw
zouden worden doorgestuurd
Wat er kwam. geen post. Toen hij
opbelde, bleek er „een hele ben
de" te liggen zonder doorges
tuurd te zijn. Uiteindelijk ont
ving hij alles zeven dagen te laat.
En zo gebeurde er nog wel meer
deze zomer, bepaald niet om over
naar huis te schrijven als dat
ooit zou aankomen Aan zes di
recteuren en kantoorhouders van
postkantoren schreef hij een
klachtenbrief. Een van hen, aan
wie hij de hele zaak van de va
kantiepost had uitgelegd, schreef
terug: „Aangezien bijna iedere
dag controle op deze administra
tie wordt uitgeoefend, kan ik mij
moeilijk voorstellen dat zich op
mijn kantoor onregelmatigheden
hebben voorgedaan."
Begrijpelijk, dat deze briefschrij
ver zich kwaad maakt over de
verwachte verhoging van de
PTT-tarieven. Toch kan de post
ook wel eens iets héél goed doen.
Zoals die brief die aan onze vra-
genrubrlek in Voorburg gestuurd
werd. Postbusnummer, postcode,
alles stond er correct op Maar in
plaats van Voorburg stond er
Amsterdam En toch kwam de
brief met het gemixte adres aan
Mocht de zon binnenkort nog
eens willen schijnen, dan mogen
de werknemers van de gezond
heidsdienst in het vaak bewolkt»-
Oslo gauw een paar dagen vrij
nemen. Het was de directeur van
'de dienst opgevallen dat zijn per
soneel na twee koude, regenach
tige zomermaanden nogal hu
meurig en depressief was en
daarom wil hij zijn mensen tege
moet komen om op die manier
alsnog wat zonneschijn ln hun
dagelijks leven te brengen De
werknemers krijgen die dagen
overigens niet cadeau, maar moe
ten ze op een of andere manier
zien in te halen op regenachtige
dagen.