'Wij zijn geen vampiers' Tekening van een lezer luizen teken van gezondheid ?Ot/IV Commentaar enselijk bloed n n ikkoord over CAO bij bouwbedrijven Handelaar in bloedprodukten Thomas O. Hecht: 'Industrie en Rode Kruis kunnen gaan samenwerken' circusrat niet beter niet beter (2) zonneschijn INSDAG 26 SEPTEMBER 1979 0 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 iandel in menselijk bloed heeft [ederland tot nu toe nauwelijks aan de grond gekregen. Het |je Kruis werkt alleen met vrij- jge, onbetaalde donors. De [op menselijk bloed laat in ons I geen ruimte voor commercië- edbanken zoals in de Ver- ide Staten bestaan. Ook invoer J commerciële bloedprodukten liet buitenland was in het verle- l niet goed mogelijk, tenzij er jdelijk tekorten bestonden. r in die gevallen mocht import [en geschieden via het Centraal [oratorium van de Bloedtrans- fedienst van het Rode Kruis. deze situatie is nu verandering omen. Door een uitspraak van Raad van State is de regering wongen een importvergunning geven voor een bloedprodukt de Amerikaanse firma Ar- iur. Daarmee lijkt de wet op nselijk bloed op losse schroe- te staan. Terecht heeft staats- etaris Veder-Smit dan ook ;ckondigd, dat zij een wetswij- ig op dat punt voorbereidt. *f< itat "2 el f" t 1 w< 'lte 1< staatssecretaris heeft haar me eling over de voorgenomen J^swijziging vervat in haar ant- irden op schriftelijke vragen uit Tweede Kamer. Helaas blijkt die beantwoording niet welke mevrouw Veder-Smit op wil. irzijds wekt zij de indruk dat de j tmerciële import van bloedpro even beperkt zal blijven. Zij I wacht niet direct dat andere k naceutische concerns ook im- 1 ^vergunningen zullen aanvra- ,neV Een wat naïeve gedachte, als weet dat verschillende grote Irijven tegenover onze krant klaard hebben dat zij dit wel ;elijk van plan zijn. In de andere k$nt schijnt de ötssecretaris wel begrip te heb- n voor de belangen van concur- tende firma's. Zij verklaart na- lijk, dat zij eerder afgewezen pvragen van andere bedrijven nieuw zal bezien. Daarmee staat [deur voor import toch weer 1 open, zou je zeggen. [opgevend in het antwoord van staatssecretaris is dat zij ver- ,%ht dat het Centraal Laborato- el%i van de Bloedtransfusiedienst letide toekomst genoeg concentra- ios<» kan produceren om aan de jag te voldoen. Zekerheid op dit "egir1 'can staatssecretar's ons e^iter niet verschaffen. Creöt probleem is dat op dit moment niemand dat kan. De vraag naar mense'"j'c plasma bereide Q^edprodukten is de laatste jaren st. pr snel toegenomen. En die be- pro|efte zal in de toekomst blijven ,T4gen; niet alleen in Nederland, in heel de wereld. aantal vrijwillige donors is de „IJtste tien jaar flink gegroeid. par of er in de toekomst genoeg _^nors zullen zijn die zonder beta- Jg bloed willen afstaan, is nog de g4ag. Dat wordt nog moeilijker we in Nederland plasmaferese gaan toepassen. Dat is een systeem waarbij de donor alleen het plasma afstaat en daarna de overige bloed cellen weer terugkrijgt. Want van een donor die drie keer per jaar „vol" bloed afstaat, kun je wel verlangen dat hij dat gratis doet, maar iemand die één of twee keer per maand voor plasmaferese komt opdraven, mag toch wel een financiële vergoeding krijgen. Hoewel een ontwikkeling in deze richting niet onder alle omstandig heden verwerpelijk is, blijven wij voorlopig de voorkeur geven aan een systeem van vrijwillige, onbe taalde donors. Wie gezond is, zou er een eer in moeten stellen om deze dienst aan zijn medemensen te bewijzen. De gedachte aan ei gen belang hoeft de donor trou wens niet vreemd te zijn, want wie vandaag bloed geeft, kan het mor gen zelf nodig hebben. Het streven moet er dus op gericht blijven dat de Nederlandse bevol king zelf voorziet in de eigen be hoefte aan bloed en bloedproduk ten. "Afhankelijkheid van de far maceutische industrie moeten we als het enigszins kan vermijden; al was het alleen maar omdat we geen enkele garantie hebben dat er te allen tijde genoeg aanvoer uit het buitenland zal zijn. Toch is het moeilijk commerciële import geheel uit te sluiten. In het verleden is er verschillende malen een tekort geweest aan bepaalde bloedprodukten. De kans is groot dat we in de toekomst opnieuw met tekorten te maken krijgen. Dan moet er een mogelijkheid zijn om industriële produkten in te We zouden er voor willen pleiten om dergelijke commerciële impor ten streng te reguleren. Of men alle importen via het Rode Kruis moet laten lopen, staat te bezien, maar in ieder geval moet voorko men worden dat er een volledig vrije handel in bloedprodukten ontstaat. Door de prijzen tijdelijk zeer laag te houden zou de farma ceutische industrie ons systeem van ideële bloedvoorziening le vensgevaarlijke concurrentie kun nen aandoen. Andere landen heb ben ervaring met dat soort prak tijken. Voor zover commerciële import van bloedprodukten nodig is, moe ten uiteraard hoge kwalitatieve ei sen worden gesteld. Daarbij kan Nederland niet blind varen op de keuring die in andere landen ge schiedt. Vooral het risico van be smetting met geelzucht vergt een strenge controle. Ten slotte moet ook zekerheid be staan over de herkomst van het plasma, waaruit de commerciële bloedprodukten worden bereid. De recente voorbeelden van groot scheepse bloedafname bij arme donors in een land als Nicaragua liggen nog te vers in het geheugen om op dat punt de aandacht te laten verslappen. Kan Nederland ook in de toekomst zelf voor zien in de groeiende behoefte aan bloed en bloedprodukten? Of zal ook ons land steeds meer afhankelijk worden van commerciële import? Deze vragen stonden centraal in de artikelen die wij op 25 augustus en 14 september aan dit onderwerp wijdden. Aanleiding daartoe was een uitspraak van de Raad van State, die de staatssecretaris van volksgezondheid dwong een importvergunning af te geven voor een bloedprodukt van het Amerikaanse bedrijf Armour. Ook andere buitenlandse bedrijven tonen nu belangstelling voor de Nederlandse markt Staatssecretaris Veder-Smit heeft in middels aangekondigd dat zij een wijziging van de wet op menselijk bloed voorbereidt. RECHT Werkgevers en bonden bben een akkoord bereikt over een p voor het uitvoerend, technisch administratief personeel in de juwbedrijven. De CAO zal van ht zijn voor alle werknemers die ider dan 40.000 gulden per jaar dienen. Daarbij wordt uitgegaan het ..kale' inkomen. CAO geldt van 1 Juli tot en met 30 1 1980. Daarmee komt een einde h een periode van 15 maanden zon- De wereldhandel in bloedprodukten is de laatste jaren sterk toegenomen. Een klein aantal multinationale ondernemingen heeft zich toegelegd op de fabricage van bloedpro dukten. die bereid worden uit het plasma van betaalde donors. De vraag naar produkten als Faktor VIII, gammaglobuline en albumine stijgt jaarlijks met meer dan vijftien procent. De totale omzet op de wereldmarkt wordt nn al geschat op een paar miljard dollar per jaar. Ons eerste artikel ging vooral over de ideële en juridische kant van de zaak. Het tweede artikel gaf een overzicht van de activiteiten van de farmaceutische industrie. Voor veel landen lijkt de inbreng van de industrie op dit moment onmisbaar. Maar de commerciële winning en fabricage van plasmaprodukten brengt ook nadelen met zich. Vooral die scha duwzijde kreeg ruimschoots aandacht. Hoe reageert de farmaceutische industrie op de kritiek die aan haar adres wordt geuit? Uit gesprekken die wij met vertegenwoordigers van de grote concerns voerden blijkt dat zij bloedprodukten beschouwen als gewone me dicamenten. Dat de grondstof voor deze pro dukten bloedplasma van menselijke oor sprong is, doet er voor hen niet veel toe. Dat donors die soms twee maal per week bloed afstaan (en daarna hun rode bloedcellen te rugkrijgen) worden betaald, lijkt hun vol strekt redelijk. En dat de industrie op de winning, fabrikage en verkoop winst maakt. vinden ze alleszins tc rechtvaardigen, als men weet van hoeveel belang deze produkten zijn voor de gezondheid van miljoenen mensen. Op deze pagina komt een van die handelaars in bloedprodukten aan het woord. Het is Tho mas O. Hecht, eigenaar van Continental Phar- ma in Montreal. Hij bezit vijf plasmaferese- banken in de Verenigde Staten en van nog eens tien andere commerciële bloedbanken koopt hij regelmatig plasma. De fabricage van bloedprodukten uit plasma besteedt hij uit aan grote concerns als Alpha en Mèrieux. Over de hele wereld handelt hij in plasma, plasmaprodukten en apparatuur voor de ver werking van bloed. door Plet Hagen en Cees Smit Hotel Plaza Athénée ls bepaald niet het goedkoopste loge ment ln Parijs en op de vraag of de handel ln bloedprodukten hem rijk heeft gemaakt, antwoordt Thomas O. Hecht dan ook: „Ach, wat is rijk, ik verdien ln leder geval genoeg om me de luxe van dit soort hotels te kunnen veroorloven." In vergelijking met grote multinatio nale concerns als Baxter-Travenol. Armour (eigendom vsfh Revlon), Cutr ter (van Bayer) of Mérieux (van Rho ne Poulenc) stelt Continental Phar- ma niet veel voor. „Ik heb een omzet van ruim twintig miljoen dollar per Jaar." zegt Hecht. Maar doordat hij sterk is gespecialiseerd en een belangrijke rol speelt in de tussen handel, kan hij zijn partij aardig meeblazen. Thomas Hecht werd in 1929 in Tsje- choslowakije geboren als zoon van een Joodse fabrikant van farmaceuti sche produkten. In 1942 wist hij met zijn familie via Frankrijk en Spanje te ontkomen aan de moordenaars hand van de nazi's. Zijn vader vestig de zich in Canada, waar hij na de BCtSliflQ oorlog opnieuw een farmaceutisch 3 bedrijf opbouwde. het drie uur durende gesprek zegt hij: „Meestal mijd ik Journalisten, ik heb u meer verteld dan ik gewend ben." Of hij het achterste van zijn tong heeft laten zien is een andere vraag. „Men moet ophouden ons als vam piers af te schilderen," begint Tho mas Hecht. „De kritiek op het beta len van donors slaat nergens op. Het Rode Kruis en andere organisaties geven ook „vergoedingen" aan do nors die tientallen maal per Jaar plas ma afstaan. Dat is ook volstrekt rede lijk, al is het alleen maar vanwege de tijd die mensen erin steken. En het is helemaal billijk als je bedenkt hoe belangrijk dat plasma is voor de ge zondheidszorg." Thomas studeerde aan de universi teit van Montreal en doceerde daar enige tijd politieke wetenschap. La ter nam hij samen met zijn zus het bedrijf van zijn vader over. In 1960 werd het bedrijf gesplitst: mevrouw Feher-Hecht staat nu aan het hoofd van de Belgische tak van Continental Pharma en Thomas Hecht voert de directie van het in Montreal gevestig de bedrijf, dat in tal van landen, ook ln Nederland, is vertegenwoordigd. Hecht weet dat er veel kritiek bestaat op de handel in bloedprodukten. Toch praat hij tamelijk openhartig over zijn doen en laten. Na afloop van Hecht vindt de kritiek op betaling van donors vaak huichelachtig. „De meeste landen in de wereld maken Immers gebruik van de produkten die de industrie levert. West-Europa is ondanks al het gepraat over ideële bloedvoorziening, voor meer dan ne gentig procent van de gebruikte plas maprodukten afhankelijk van de in dustrie. Bijna al dat plasma komt uit de Verenigde Staten. Als men daai niet met betaalde donors werkte, zot ln Europa de behandeling van tal van ziekten snel verslechteren." Hecht geeft toe dat Nederland er tot nu toe aardig in is geslaagd ln eigen behoefte te voorzien met uitsluitend vrijwillige donors. Maar dat is een Thomas O. Hecht, handelaar In bloedprodukten hoge uitzondering, zegt hij. Ook lan den als Engeland voeren nu op grote schaal commerciële produkten in. En zelfs Nederland moet af en toe een beroep doen op de industrie. Naar mate de vraag naar plasmaproduk ten verder toeneemt, zal ook het Ne derlandse systeem meer onder druk komen te staan. „Het wordt tijd dat het monopolie van het Rode Kruis Tekeningen, bij voorkeur in liggend for maat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859, 1000 AW Amster dam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. ook in Nederland wordt doorbroken." concludeert Hecht. Volgens hem heeft het zwart-wit den ken over de industrie geen enkele zin. Liever zou hij zien dat Ideële en com merciële organisaties samen werkten Dat gebeurt ook al. Rode Kruis-in- stelllngen laten hun plasma soms ver werken door de industrie. En wat ze zeil te veel produceren, verkopen ze op de gewone markt. Dat samenwer king heel goed mogelijk is bewijst de gezamenlijke onderneming die het Amerikaanse Rode Kruis en Baxtei Travenol nu gaan opzetten voor dt fabricage van plasmaprodukten. Geelzucht De kritiek op de kwaliteit van het bloed van betaalde donors legt Hecht naast zich neer. De nieuwste test op geelzucht is een uitvinding van de Industrie, zegt hij. En sinds die test bestaat, kun je de bekendste vorm van geelzucht grotendeels uit je do norbestand weren. Er wordt wel gezegd dat het gevaar van besmetting desondanks bij be taalde donors groter ls. maar dat is nauwelijks vol te houden, meent hij. Betaalde donors worden vaak beter gekeurd dan vrijwilligers. In ieder ge val hebben commerciële bloedban ken er alle belang bij dat de kwaliteit van het bloed goed is. Als er fouten worden gemaakt, zijn ze hun vergun ning kwijt. En de Amerikaanse Food and Drug Administration is op dat punt zeer streng. Ook Hecht vindt dat commerciële plasmastations hun donors soms wel erg frequent aftappen. Hij kent de publikaties waarin wordt gewezen op mogelijke eiwittekorten bij donors die een of tweemaal per week plasma afstaan. „Ik geef toe dat vijftig keer per jaar aan de hoge kant is." Maar als we nu ln Amerika de norm van de Wereldgezondheidsorganisa tie zouden overnemen (maximaal dertig keer per jaar), dan zou er niet alleen in de Verenigde 8taten, maar ook in West-Europa en Japan een ernstig tekort ontstaan." der CAO. Vorig Jaar konden bonden en werkgevers niet tot overeenstem ming komen. In de CAO ls onder meer een verho ging opgenomen van het aantal va kantiedagen. Er komen onderzoeken naar het opnemen van salarisschalen en een functielljst in de CAO en de werkgevers zullen een VUT-regeling ontwerpen voor het vervroegd uittre den van bouwplaatspersoneei dat niet onder de CAO-bouwbedrijf valt. Lobby Thomas Hecht houdt ons voor dat dit gevaar niet denkbeeldig is. In Ameri ka bestaat een sterke lobby ten gun ste van het Rode Kruis en andere nlet-commerciële instellingen. Als Kennedy president wordt, zou de far maceutische industrie het wel eens heel moeilijk kunnen krijgen. Al eer der heeft de senator uit Massachu setts er blijk van gegeven dat hij de farmaceutische industrie aan banden wil leggen. „Meestal heeft dat het effect dat de kleine ondernemingen uit de markt worden geconcurreerd, omdat zij niet aan de voorschriften kunnen vol doen. De grote Jongens blijven over. Maar in dit geval kunnen de gevolgen ernstiger zijn. Niet alleen voor de Verenigde Staten, maar ook voor de landen die daarvan afhankelijk zijn." Over de bloedhandel in de derde we reld begint Hecht uit zichzelf. „Onze critici komen ook altijd met bezwa ren tegen export uit de derde wereld. Nicaragua is het bekendste voor beeld. Daar kwam meer dan tweehon derdduizend liter plasma per Jaar vandaan. Dat was tien procent van de totale produktle ln de Verenigde Sta ten. Maar iedereen weet dat daaraan een eind is gekomen. Ook andere landen hebben de uitvoer van bloed verboden of bemoeilijkt. Op dit mo ment is de aanvoer uit de derde we reld landen te verwaarlozen. Bijna alles komt uit de Verenigde Staten Markt groeit Het is duidelijk, volgens Thomas Hecht dat de farmaceutische indus trie onmisbaar is. De markt groeit zonder dat er reclame voor gemaakt hoeft te worden. Vooral de vraag naar Faktor VIII, gammaglobuline en al bumine stijgt pijlsnel. Die ontwikke ling zal zich zeker doorzetten en Hecht raadt dan ook iedereen die zijn geld goed wil beleggen aan, het ln de plasmabusiness te steken. Daarmee wil hij niet zeggen dat hij zelf een speculant is. „Ik verkoop wel plasma van de ene firma naar de andere en van het ene land naar het^ andere Maar ik ben geen speculant Dan zou Ik niet permanent een voor raad plasma ter waarde van twee miljoen dollar op het vliegveld van Montreal aanhouden Dat doe ik al leen om terstond te kunnen leveren wanneer ergens tekorten ontstaan zelf. Er zijn nog wel landen waar plasma te koop is Lesotho bij voor beeld. Maar dat bloed wordt voor 1 diagnostische doeleinden gebruikt." Thomas Hecht vermag overigens niet in te zien waarom de uitvoer van plasma uit de derde wereld principi- 1 eel verkeerd zou zijn. „Ik denk dat je plasma moet beschouwen als een ge wone grondstof die geld oplevert, net ais olie. Als arme landen plasma wil len uitvoeren, kunnen ze voor het geld dat ze daarmee verdienen hun eigen gezondheidszorg verbeteren Door het opzetten van bloedbanken breng je de bevolking het besef bij dat bloed belangrijk is Je kunt dan mensen vaccineren tegen bestaande ziekten. De donors en hun familie kunnen een prima medische verzor- ging krijgen, iets wat in veel landen nauwelijks bestaat. Als je dat op een 1 verantwoorde manier doet. zie ik al leen maar voordelen." Tekort Een week na ons gesprek in Parijs stuurt de heer Hecht nog wat docu- mentatie na, waarbij onder meer een artikel zit van de Zuid-Afrikaan B. G Grobbelaar. Die zegt hetzelfde: „Als het initiatief van enkele ondernemers in Midden-Amerika zou worden ovef- genomen in meer ontwikkelingslan den. zouden we genoeg plasma kun nen inzamelen om de hele wereld te voorzien. Het is daarom dwaas de commercie in deze landen te weren. Het gevolg daarvan zou zijn een per manent tekort aan plasma, een ge brekkige behandeling van ziekten als hemofilie en onnodig veel sterfte". Hechts eigen filosofie op dit punt is dat alle landen er goed aan doen eerst een systeem van vrijwillige donors op te zetten. Als dat goed loopt en er blijft plasma over, dan kun Je dat exporteren. De Industrie kan dan be hulpzaam zijn bij de verdere verwer king van plasma. Zelf probeert Hecht iets dergelijks in Ivoorkust tot stand te brengen Als dat lukt wil hij ook Gabon en Kameroen erbij betrekken Die drie landen kunnen dan geza menlijk een plasmafabriek beginnen „In zulke gevallen moeten regeringen en industrie nauw samenwerken", zegt Hecht. „Wat mij betreft is dc levering van plasma een staatsmono polie. Dan kan de regering ervoor zorgen dat alles op verantwoorde wij ze gebeurt. Maar ik zie niet in waarom die regering geen zaken kan doen met de farmaceutische industrie" Het is waar; wat de een leuk vindt, daar walgt de ander van. Dat is een kwestie van smaak, zelfs als het om onsmakelijke za ken gaat, zoals de vieze, maar waar gebeurde verhalen, onlangs in deze hoek te lezen. Want wat de een alleen maar een beetje onsmakelijk vindt, noemt de ande smakeloos. Ieder zijn meug. Iedereen heeft ook gelijk, althans voor zichzelf, want over smaak valt niet te twisten. Daarom is het zo jammer dat een paar lezers we kregen welgeteld drie nega tieve reacties alle overigen het recht betwltsten eikaars onsma kelijke belevenissen te lezen. Toegegeven: het is geen lectuur voor bij de ochtendboterham, zoals iemand ons verweet. Maar wat een ander, een lezeres uit Zuldwolde, ons voor de voeten gooide, heeft ons pijnlijk getrof fen. „Er zijn al genoeg vieze krantjes". schreef ze, een verge lijking die kant noch wal raakt Een pornografisch blaadje ls toch echt iets heel anders dan een christelijk dagblad waarin een paar lezers een keer hun min der smakelijke belevenissen spuien. Ook die mevrouw uit Zeist die ons het nu volgende verhaal stuurde, doet dat aDeen om anderen met haar ervaringen te vermaken, maar we waarschu wen nu maar van tevoren: niet onder het eten lezen, en wie het genre verafschuwt kan het maar beter helemaal overslaan. Zo komt iedereen dan toch aan zijn trekken en heeft niemand een ander meer iets te verwijten. Het gebeurde in 1944, in de hon gerwinter. De briefschrijfster ging op de fiets met een schoon zusje van Amsterdam naar Stap horst om wat eten te bemachti gen. Na achten mocht Je niet meer buiten zijn en tegen die tijd waren ze nog niet eens in Nun- speet, dus vroeg het tweetal bij een klein boerenhuisje om onder dak voor de nacht „Een alleen wonende boerenarbeider ontving ons allervriendelijkst en zette ons een welkom bord roggepap voor. Het smaakte ons heerlijk. Tot negen uur zaten we rond het potkacheltje waarna de man zei: Meskes. we gaan slapen, ik moet om 5 uur weer op. Hij legde een deken op de grond van de eenka merwoning. waarop we konden gaan liggen. Voor hij in de be dstee stapte gaf hij ons de po van de beddeplank: voor als de mes kes d'r uit motten, ik ga wel naar buiten, dus schrik maar niet, Van slapen kwam natuurlijk niet veel. maar toen om half vijf de wekker afliep kwam hij in zijn onder broek naar ons toe en zei vriende lijk: Meskes, kruip nog maar een tijdje in de bedstee, het is nog lekker warm! De „meskes" heb ben geen gebruik gemaakt van het aanbod, maar zijn die man nog wel altijd dankbaar Volgens dezelfde briefschrijfster waren sommigen er omstreeks 1920 van overtuigd, dat hoofdluis een teken van gezondheid was. dus waren ze er zuinig op en kwam het euvel (ook) toen veel voor. Een paar kinderen uit boe rengezinnen moesten in die tijd naar het ziekenhuis in Zwolle, waar ze eerst grondig in het bad werden gestopt en van hun luizen ontdaan. Een van de kinderen barstte in snikken uit: „Nou hé je de leste der ook afhaald". riep het verdrietig, „en nou wor ik nie beter". Een van de andere kinde ren had reuzelol in het ontluizen: „Da ha Je nie gedacht hè", zei het. „en raien moe het ze ook!" Als jongetje at een lezer uit Dor drecht zo'n vijftig jaar geleden abnormaal veel. Hij moest daar om vóór elke maaltijd een pil kauwen en doorslikken. Twee da gen na het begin van de kuur voelte hij iets kriebelen in zijn rechterneusgat Wat doet een jongetje dan? Hij peutert wat. maar wat zelf zeer ontdaan over het resultaat: „Voor mij op tafel kronkelde traag een bleke worm. Een spoelworm. naar ik later heb begrepen." Dat ratten intelligente diertjes zijn, is geen nieuwtje. Dieren temmer Gerhard Gugelmann heeft een paar dieren zo ge traind, dat hij ze in het circus deze opname is in Hamburg ge maakt op tonnetjes laat lopen en door brandende hoepeltjes springen. Hetzelfde heeft hij al eerder in zijn leven gedaan, maar dan met grotere tonnen, hoepels en dieren. Hij had een nummer met tijgers, maar sinds er een keer iets goed mis ging is hij op dit minder gevaarlijke mini-nummer overgestapt. De badmeesters ln Londen mo gen dan waarschuwen tegen het gore water van de beplaste zwem baden in de Britse hoofdstad, de heer Keizer uit onze eigen hoofd stad „zou wel willen dat er ten minste één net zwembad was in Amsterdam". In Parijs letten ze er nog op dat de zwemmers voor af flink douchen, zegt hij, maar in het zwembad bij de Amsterdam se Schellingwouderbrug zijn de douches in de stenen gebouwtjes zelfs gesloopt. Daar gooien ze ge woon extra, veel chloor in het water. Rondom de Sloterplas wordt nogal wat getrimd, waarna de trimmers een duik in het over dekte bad nemen; veel van hen merken de douches niet eens op. Ondanks het vervuilde water zou de heer Keizer, kennelijk een ver woed zwemmer, best willen dat ten minste één buitenbad wat langer dan de rest zou open blij ven, tot 1 oktober bij voorbeeld, en dat er volgend Jaar ook eens eentje wat later op de avond dichtgaat Dat het met bepaalde zaken in eigen land beter gesteld zou zijn dan over de grenzen, daarmee Is ook de heer Van Beelen uit Cuyk het beslist oneens. Terugkomend op de slechte bezorging van va- kantiepost. beschijft hij uitvoe rig hoe „lamlendig" hij door PTT-personeel behandeld is. De hele zomer vaart hij met zijn mo torboot op de Nederlandse wate ren en laat zijn post dan door zijn zoon poste restante doorsturen naar plaatsen die hij telefonisch doorgeeft. Vertrekt hij uit een plaats, dan laat hij de PTT per officiële adresverandering weten waar zijn post naar toegestuurd moet worden. „Dat wordt soms gewoon vergeten, en daardoor mis ik al drie giro- en twee bank- afrekeningen en, wat erger is, drie luchtpostbrieven van onze zoons in Australië Zo verwacht te hij op zijn verjaardag, in Juni, heel wat post. Aan het loket van de stad. waaruit hij die dag zou vertrekken, sprak hij met de be ambte af dat de brieven gauw zouden worden doorgestuurd Wat er kwam. geen post. Toen hij opbelde, bleek er „een hele ben de" te liggen zonder doorges tuurd te zijn. Uiteindelijk ont ving hij alles zeven dagen te laat. En zo gebeurde er nog wel meer deze zomer, bepaald niet om over naar huis te schrijven als dat ooit zou aankomen Aan zes di recteuren en kantoorhouders van postkantoren schreef hij een klachtenbrief. Een van hen, aan wie hij de hele zaak van de va kantiepost had uitgelegd, schreef terug: „Aangezien bijna iedere dag controle op deze administra tie wordt uitgeoefend, kan ik mij moeilijk voorstellen dat zich op mijn kantoor onregelmatigheden hebben voorgedaan." Begrijpelijk, dat deze briefschrij ver zich kwaad maakt over de verwachte verhoging van de PTT-tarieven. Toch kan de post ook wel eens iets héél goed doen. Zoals die brief die aan onze vra- genrubrlek in Voorburg gestuurd werd. Postbusnummer, postcode, alles stond er correct op Maar in plaats van Voorburg stond er Amsterdam En toch kwam de brief met het gemixte adres aan Mocht de zon binnenkort nog eens willen schijnen, dan mogen de werknemers van de gezond heidsdienst in het vaak bewolkt»- Oslo gauw een paar dagen vrij nemen. Het was de directeur van 'de dienst opgevallen dat zijn per soneel na twee koude, regenach tige zomermaanden nogal hu meurig en depressief was en daarom wil hij zijn mensen tege moet komen om op die manier alsnog wat zonneschijn ln hun dagelijks leven te brengen De werknemers krijgen die dagen overigens niet cadeau, maar moe ten ze op een of andere manier zien in te halen op regenachtige dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5