iassa en ruimte ij Michael Heizer Srakmans manieren om ien oude dame te wekken Avonturen in wildernis [erkwaardige Amerikaan in Kröller-Müller ■KUNST! aki 'ra loor Jac. Lelsz e in '44 in Berkeley, Ca- [omië, geboren Michael eizer is zeker een van opmerkelijkste kun- enaars van deze tijd. ij werd vooral bekend K>r zijn zogenaamde hy( arthworks", de hercu- eec che (maar dat is een iel te zwak woord) pro- Z.\ eten, die hij uitvoerde woestijnen, berggebie- n en andere ruige oor- in. Voor zijn aardsculp- ur „Double-Negative" c 1 n noordoosten van Las ieei gas moest 240.000 ton (eg. ond verplaatst >rden. een de gedachte eraan akt een gewoon mens al Kimoe. maar de kennelijk n kwieke als merkwaardige lerikaan verplaatste blok- graniet van 80 ton over te afstand, takelde rotsste- van enorme omvang 2400 ter omhoog, trok met trac- lijnen in het zand, groef en en bouwde uit zand, be en metalen zijn „Complex B/City" een architectonische structle in Nevada, die ls gezegd is oertijden met heden verbindt. ïeeft zich om Michael Hei een mythe gevormd. Men van hem, evenals van an- jonge kunstenaars, zoals ter de Maria, Robert Ihson en Richard Long, ge- oken van een vlucht néér de ;ap* uur, uit de geciviliseerde fl. Hij zou ook zoiets als een Dlutionair zijn, die het liefst nusea wilde opblazen, enz. hul! Maar dat laatste klopt niet, want Heizer heeft de laatste tien jaar al verschillende keren in musea, galerijen en andere kunstinstellingen geëxposeerd, en zo is zijn werk dan op 't moment te zien in 't zeer com fortabele Kröller-Müller op de Hoge Veluwe. Tasten am» De tentoonstelling geeft een ta melijk complete Indruk van Heizers werk, al blijft het naar zijn diepste intenties veelal heel voorzichtig tasten. Vooral wat zijn aardsculpturen be treft, waarvan uiteraard alleen maar een documentatie aanwe zig kan zijn. Wat beweegt een man tot dit soort spectaculaire, gigantische, onhandzame en slopende openlucht-kunst? Werk dat althans voor een deel ook nog gedoemd is nq een aantal jaren te verdwijnen, ver tekend, verweerd en onderge- stoven als het dan is? Drs Ellen Joosten van Kröller-Müller ver telt in de catalogus dat Heizer door zijn vader als jongen al meegenomen werd op diens ar cheologische expedities. Hij raakte vertrouwd met de woes tijn. Daardoor kan New York als een „negatieve vorm" daar van op hem gewerkt hebben. Namelijk als ondoordringbare, compacte, gesloten massa, die de ander geen vrijheid laat: een indringer in de persoonlijke ruimte. Als positief wordt dan de tegenpool ervaren, het transparante, of zoals Heizer zelf eens gezegd heeft: „Mass can be a vacuum." Confrontatie Confrontatie van massa en ruimte dus, bij de Amerikaan Heizer. Kan dat ook iets te ma- Circle, grijs graniet, 1977. ken hebben met het overwin nen van menselijke twijfels? Sommigen antwoorden op die vraag bevestigend: we laten het voor wat het is. Om die twijfels te overwinnen zou Hei zer „een ontzaglijk dramatisch gebaar" maken. Neem zijn „Dlsplaced-Replaced-Mass". Silver Springs, Nevada. Een kloof met steile, harde wanden, 12 meter diep. Daarin wordt een rotsblok van 50 ton gestort, dat met zorg is gekozen en van verre aangevoerd. Ik las: „Het moment waarop het in de diep te werd geworpen, moet van een gigantische spanning zijn geweest: vernietiging en triomf tegelijk. Zo is het waarschijn lijk altijd, maar slechts zelden heeft een kunstenaar de moed daar uitdrukking aan te geven op deze schaal, in deze elemen taire vorm." Elementair Behalve de documentatie van Heizers „earthworks" laat de expositie in Kröller-Müller voorbeelden zien van zijn schil derijen en sculpturen in diver se materialen, hout, staal, steen. De schilderijen en sculp turen dikwijls in grote forma ten, soms van beduidend klei nere afmeting. Gewoon gaaf atelierwerk. Vakmanschap. Van een tegenstelling met de „earthworks" is stellig geen sprake, ook hier blijkt de be langstelling van Heizer voor elementaire, geometrische, pri maire en strenge vormen, cir kel, vierkant en rechthoek, en ook hier hebben we te maken met de verhouding tussen mas sa en ruimte. Onjuist zou het echter wel eens kunnen zijn de verbindingslijn tussen het een en het ander al te consequent te trekken. Het spelen met de vorm bij voorbeeld heeft hier veel meer accent. Bij voorbeeld die schijven waaruit partjes „gesneden" zijn. Men kan de partjes in de schijf op de plaats laten, dan bepaalt uitsluitend de snede de vorm. De partjes zijn ook op, naast of achter de schijf te plaatsen, zo ontstaan steeds nieuwe vormen. Ik zal niet beweren dat bij de aards culpturen het element schoon heid géén rol speelt, maar deze is wel van een gans andere orde dan de eenvoudige schoonheid van het andere werk. Michael Heizer, t/m 8 oktober. Hem Brakman kreeg onlangs voor zijn „Zes subtiele ■halen" de Bordewijk-prijs. Zijn nieuwste bundel, „Vij f nieren om een oude dame te wekken", vindt T. van Deel n een adembenemende kwaliteit: suggestief, beeldend, mpact. rhet et T. van Deel jueli ileidi 'onei fN fc wek je een oude dame? De Uwe verhalenbundel van Wil- j Brakman heeft „Vijf manie- om een oude dame te wek er staan vijf 'verhalen in die dat doel geschapen lijken. Ie dames worden niet uit de opgeschrikt door goedkope ers, maar komen langzaam sierlijk met behulp van een iele vertelling, tot ontwaken. dagen kreeg Brakman voor zijn subtiele verhalen" (1978) de Borde ijs. Hij debuteerde in 1961 met de ,Een winterreis", die al prompt de der Hoogtprijs opleverde. Daarna if hij met de regelmaat van de klok is en soms verhalen, die zich echter Ie laatste tijd in een wat ruimere itelling mogen verheugen. De nieu- ijs komt niet uit de lucht vallen, al het een nogal late waardering voor i/lf\rUteur wiens werk constant op zo Vfl niveau staat. Maar het, is Brakman lan zoals nog enkele andere auteurs h de zestiger jaren begonnen ik aan Krol. Brouwers. Van Toom, en pel hetzelfde voor Van Maanen: ze 'olop in de belangstelling geraakt, min of meer herontdekt, alsof er leidif ruimte voor hen is ontstaan, ie ntrurt icijr n bij rf\ de nieuwe Nederlandse literatuur zal moeten toegeven dat auteurs als nan het beste medicijn vormen te- e massa lichtgewichtproza die ver- t Brakmans proza is, dat blijkt ook uit deze „Vijf manieren", van een ienemende kwaliteit. Er is hier nie- direkl die 20 beelt*end en compact, zo suggestief en precies, met zoveel stilisti sche souplesse en met een zo rijk register schrijft, ik durf dat gerust te beweren. Het beste bewijs voor deze stelling levert al meteen het beginverhaal van de bundel: „Liefde als amore". De vertelwijze wordt beheerst door een muzikaliteit, waarin ook de langste volzin, met al zijn adjectie ven, moeiteloos is opgenomen. Het is de geschiedenis van een man die tot in zijn ziel getroffen wordt door de stem van een sopraan. Haar „züveren keel" wordt de „spil" van zijn wereld. Hij besluit in een zucht naar het ideële, om trampolinespe- ler te worden „oefeningen om het hoogste te bereiken". Op chique tuinfeesten treedt hij op. schiet hij zichzelf „miraculeus" de hoogte in. en door speciale lichteffecten en snelle wisseling van tenue, maakt hij zijn act wereldberoemd. Deze trampoli nespeler wil meester worden over de tijd. Zijn sprong is een vorm van ontspringen aan lichaam en vergankelijkheid. „De film was zijn doorbraak, eerst de tijdloep ont- hulde zijn volmaakt meesterschap over de tijd, betrapte het moment en legde het vast waarop het metafysische, het ideële zowel doorbrak als in een ruk moest wor den verinnerlijkt om het neerkwakken gelijk een klomp klei te overleven. Zijn gezicht versplinterde in tijdscherven, toonde het stralend jubelend stijgen en de berusting, materie die geest, woord dat vlees werd. Een moment in een moment dat weet had van beide toestanden, waar in het oog nog straalde maar de mond al zwart was van geschrei, waar geen neer storten was zonder verrijzenis maar ook geen verheven stijgen zonder bitterheid ende nederganck." Ten slotte mag hij optreden voor zijn aanbeden zangeres en springen op de klank van haar zang. Dan wordt zijn droom werkelijkheid, hij spring als nooit te voren, het heeft er zelfs de schijn van dat hij, vlak voor haar die op een bordes staat, stilhangt in de lucht, alle wetten van wereld en lichaam tartend, maar dan: „hij floot omlaag, smakte op de rand der trampolien, die steigerde als een paard en omver kletterde". De aanbeden madonna is tegelijk zijn dood. Heel de zucht van deze springer was op vereeuwiging gericht. Opera In de met opera doorspekte, zeer verfijnde en gecompliceerde taal van dit verhaal vind ik Brakman op z'n best. maar ook prachtig is de veel kalere toonzetting van „Het kind dat wij waren". De titel is die van een sonnet van Du Perron, en het verhaal lijkt de uitwerking te zijn van de daarin voorkomende versregels: ,,'t Eenzame kleine kind, zelf langverdwe- nen, dat wij zo fel en reedloos soms bewe nen, tussen de dode heren en me vrouwen." Het is het nogal symbolisch verhaal van een man die in een depressie een kind hoort huilen in zichzelf, vervolgens een schoolkind uitkiest in wie hij zich van vroeger herkent en een situatie in scène zet waarin hij kan samenvallen met het kind dat hij was, en huUen kan. Dat huilen zal dan de meest absolute jammer zijn die er denkbaar is: „om het feit dat ik daar zo zat te hurken, om de geur van de grond, mijn handen. En ik kon ook steeds weer iets anders vinden, kleren aan een kap stok, een lange grijze straat, eten op tafel of een stem die riep: „Ben je daar? waar zit je?" Ik vond het zelf vreemd maar ik zat daar en jankte om alles, zo maar, om plastic vuilniszakken in de sneeuw, hazen in de regen, verwaaide pleinen met een tram, de gladde binnenkant van mijn schoenen, peroxyde haren, de warme geur van mijn hemd. Om alles, om niets. Ik voelde, het grote jammeren was begon nen, het schreien vol buik, maag en strot dat nooit en nimmer meer op zou houden had een aanvang genomen." Sisyf us-arbeid Het derde verhaal, „Bedlam", speelt in een gesticht, waarin de geestelijk gestoor den dagelijks bezig zijn met zinloze ar beid: één groep versjouwt stenen naar een plek waarvandaan een andere groep de stenen terug versjouwt. Beide groepen mogen elkaar nimmer ontmoeten. Deze Sisyfus-arbeid voltrekt zich in een hevige hitte, die al de apocaliptische gebeurtenis sen aankondigt waarmee het verhaal be sluit. In „Bedlam" heeft Brakman wel bijzonder diepgaand de menselijke situa tie uitgebeeld; angst, deernis, woede het zijn gevoelens die krachtig door de beschrevene worden opgeroepen. Er staan nog twee verhalen, variaties om kunstig een oude dame te wekken, in het boek: één over iemand die sterft en letter lijk uit de tijd stapt, en één over de menselijke verhoudingen in een statig Willink-huis. Beter nog dan de bekroonde „Zes subtiele verhalen" vind ik de „Vijf manieren". Het is alsof Brakman die jarenlang geen verhalen meer geschreven had, maar ro mans zijn stilistische bloei nu viert op korte baan. waarin samenhang bijkans een poëtische allure krijgt. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand na „Vijf manieren om een oude dame te wekken" geen be hoefte zal voelen om élles van Brakman te lezen. Willem Brakman. Vijf manieren om een oude dame te wekken. Amsterdam, Que- rido. 1979. 124 blz. 18.90. Van de Amerikaans-joodse auteur Saul Bellow, die in 1976 de Nobel-prijs voor literatuur kreeg, is onlangs de Neder landse vertaling verschenen van zijn „The adventures of Augie March". In de roman geeft Bellow een boeiend en zeer gedetailleerd beeld van het joodse milieu in Chicago, welk beeld als decor dienst doet voor vele personen en verwikkelin gen. In onderstaande bespreking wordt aandacht geschon ken aan dit meesterlijke werk. door J. van Doorne Voor mijn gevoel rijkelijk laat is een Nederlandse vertaling ver schenen van „The adventures of Augie March", onder de titel „De avonturen van Augie March". Het boek kwam voor het eerst in 1953 uit, dus lang voor de tijd dat Bellow een wereldwijde faam kreeg. Er is moed voor nodig om aan het lezen van de rornan te beginnen, want hij is zeer lijvig. Eenmaal begonnen, leest men ge boeid, zij het soms ongeduldig verder, want Bellow houdt ervan, de gedachten- spinsels en de waarnemingen van zijn hoofdfiguur zeer gedetailleerd te be schrijven. Bellow is een in Canada geboren (1915) zeer erudiete auteur, die in New York en in Chicago gedoceerd heeft. In die laatste stad is hij ook opgegroeid. Hij heeft vele romans geschreven, die voornamelijk spe len in het milieu der Amerikaanse Joden. Hij is een realist, beter misschien, een naturalist. Hij is antropoloog; hij houdt zich dus wetenschappelijk bezig met het zijn en de gedragingen van de mens. Dat is in zijn romans duidelijk terug te vinden. Zeker ook in „De avonturen van Augie March". Deze Augie is(een van de drie zoons van een vrachtwagenchauffeur in Chicago, die zijn vrouw in de steek gelaten heeft, en van een lieve, knappe, dienende en zich zelf opofferende moeder. Zij was een sim pele ziel, zoals Augie het uitdrukt De oudste zoon, Simon, weet zich op te werken tot een groot zakenman. De jong ste is achterlijk. Archie is de middelste. De drie jongens zijn allen knap van uiter lijk. Na een aanvankelijk armoedige jeugd, weten de twee oudsten zich op te werken. De jongste komt in een inrich ting. Het gaat in de roman om Augie. Evenals zijn oudere broer kan hij goed leren, maar hij mist de drift van zijn broer Simon. Twaalf ambachten hmmi Hij is een dromer, een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Hij is voortdurend op zoek naar zichzelf. Hij heeft weinig ambities en hij tracht aan te passen. Maar dat niet ten koste van zich zelf. Omdat hij intelligent is en knap van uiter lijk. komt hij vele malen in aanraking met mooie vrouwen, met wie hij betrekkelijk gemakkelijk een liefdesverhouding aan gaat. Hij leeft dan min of meer op kosten van die vrouwen, zonder hen uit te buiten. Augie is het tegenbeeld van een parasiet. Hij is zwak van wil en komt er niet toe. zich een carrière op te bouwen. En dat zeer tot ongenoegen van zijn oudste broer, die hem echter ook als het deze goed gaat. niet loslaat. Die oudste broer neemt de rol van de als zodanig gefaald hebbende va der over. Min of meer doet Augie hetzelf de. De laatste droom van hem in het boek. is een kindertehuis te stichten en dan als een vader te zijn voor ontheemde kinde ren. Zijn moeder en zijn achterlijke broer ziet hij dan in zijn tehuis wonen Van al Augie's dromen komt niets terecht. Aan het einde van het boek heeft hij nog maar weinig bereikt. Maar hij heeft zich zelf niet verloren. Hij is dan getrouwd met een film-actrice, van wie hij veel houdt. Hij woont in Parijs en heeft een redelijk bestaan als handelaar van ongeregeld goed. Het is dan na de grote laatste oorlog. Augie's liefdesperikelen en zijn vele ja loersheden. ook op de vorige minnaars van zijn geliefden, worden omstandig uit de doeken gedaan. Wat in dit boek liefde heet. is een durende hel voor Augie. Gaan deweg komt hij tot de conclusie dat ie mands karakter zijn lot is. Hij wil dan niet meer zijn. wat anderen zouden wülen wat hij zou zijn. Hij wil Augie zijn en zo goed en zo kwaad als het kan. anderen liefheb ben. maar niet ten koste van zichzelf. Er leeft een sterk instinct tot zelfbehoud in hem. Zijn morele maatstaven zijn instinc tief; zij zijn niet het gevolg van een keuze, van een wilsbesluit. Behalve Augie komen tal van andere figu ren aan bod. Russische romans hebben vaak een lijst van personen; dat zou ook in deze roman prettig voor de lezer zijn. Levensecht Dat Bellow een antropoloog van professie is, komt in deze roman duidelijk uit. Zijn figuren doen volstrekt levensecht aan en ze zijn zeer boeiend. Bellow's beschrij vingskunst van het innerlijk maar zeker ook van het uiterlijk van zijn figuren is verbluffend. Deze roman deed mij, maar dan slechts in een enkel opzicht, aan schil derijen van de primitieven of van Jeroen Bosch denken. Ik bedoel dat Je niet uitge keken komt in de roman „De lotgevallen van Augie March". Een stroom van de meest extreme figuren, gebeurtenissen, overwegingen, situaties en gedachten wordt over de lezer uitgestort. En dat alles met een prachtig, beeldend taalgebruik. Het realisme van Bellow is beslist niet stuitend, doch gaat wel voor niets opzij. Het is beslist niet zo, dat hij moraliserend bezig is. Hij verbeeldt op een hartstochte lijk aandoende wijze. Ook komen de laat ste levensvragen helaas niet aan bod. Maar het is wel zo. dat moralisten en cultuur-critici in dit boek heel wat van hun gading kunnen vinden. Het beeld van het Amerika van vlak voor en tijdens de oorlog is onthutsend. Maar dat niet alleen in morele zin (dat óók) maar evenzeer als beeld van een ongelooflijke vitaliteit. Wel moet bedacht worden, dat het beeld uiter aard onvolledig is. Dat kan immers niet anders. Men moet voor deze roman enkele weken uittrekken. Het boek schetst een zó gede tailleerd en grillig panorama, dat vluchtig lezen gelijk staat met niet lezen. Inder daad: een panorama. Want veel méér dan het verloop van een enkele weg, een enkel kruispunt, wordt geopenbaard. Nu is het zeker zo. dat elk waarachtig literair werk de volle aandacht van de lezer vereist. Bij het lezen van Bellow's „De avonturen van Augie March" werd Ik op nadrukkelijke wijze daarbij bepaald, omdat de roman het niet verdraagt, een enkele zin ook maar vluchtig te lezen. Saul Bellow: „De avonturen van Augie March". Oorspronkelijke titel: „The ad ventures of Augie March". Vertaald door Anneke van Huisseling, Sjaak Comman deur en Rien Verhoef. Bij „Agathon" te Bussum. Paperback. Aantal pagina's 558. Prijs 39.50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 29