s er, nu een ïéétje vrijheid' gelijkheid TROUW/KWARTET 25 tr Wim Jansen het gelukt Is over een tropi- stad als Havana zo'n Oost- se grauwsluier te leggen Is raadsel. Algezien van het cen- pi kan de Cubaanse hoofdstad' irgaan voor een willekeurige te stad in Oost-Duitsland: mo- one woonflats in vale kleuren met kleine ramen, verlaten tdersppeelplaatsen en lange '3 n wachtenden voor de dun ge ide winkeltjes. hts de auto's in de straten herinneren an dat we op ëen steenworp van de tste anti-communistische macht ter ld zitten. Vrijwel het hele autokwar- üt mijn jeugd rijdt hier nog in onge- nden staat rond. mobile. Studebaker, Plymouth en k, de toonbeelden van het kapi talis man de Jaren vijftig vormen nu het Js van de onverzettelijkheid van de lanse revolutie. De Cubanen zijn er te rij op dat ondanks de economische kade van de Amerikanen, die bijna lüg Jaar geleden honger en grote arste aan bijna alles op het eiland zaak te, de Amerikaanse zescylin- og steeds over hun wegen pruttelen, m zullen ze ook tot de laatste snik kapot onderdeeltje met de hand iken. Het is waarschijnlijk veel goed- om deze wagens in te ruilen voor temieuwe Lada's of andere Oosteu- ie auto's, zeker als je kijkt naar het ine benzineverbruik van de museum- ten. Ze vormen echter een onderdeel de revolutie en zijn daardoor automa- I heilig verklaard. rvallen» nauwe straatjes van het oude een- van Havana heerst een heel andere De Oosteuropese kilheid van de mbouwwijken maakt hier plaats voor itijns-Amerikaanse drukte. De vol de reisboeken eens zo statige blnnen- met koloniale bouwstijlen is sterk allen. Na een flinke regenbui druipt tater door de kapotte daken via de trappenhuizen de straat op, waar het i)pgehaalde huisvuil ligt te stinken in opische hitte. zware accent dat sinds de revolutie 959 is gelegd op de ontwikkeling van ubaanse economie is er de oorzaak it de woningbouw vrijwel geheel is irloosd. Aan de rand van Havana nog steeds kleine wijken van huis- jeleg ie zijn opgebouwd uit hout, golfplaat eden^rton. Een vrouw, die staat te kijken resten van een ingestort huis mid- de oude stad, zegt dat de regering jaar wel is begonnen met een red actie van dit deel van Havana, maar in blijkbaar tot de conclusie is geko- eidin^iat het te laat is. Zodat men de zaak laat verkrotten en Je je af gaat Jn wat er eigenlijk zo anders is aan ubaanse model in vergelijking tot de e Latijns-Amerikaanse landen, ook hier kinderen op blote voeten nvxedelen om sigaretten, een pen of Iets", kauwgum, de h H 0 rech.tigh.eid» 'erschil zie je als Je naar die kinderen Geen van hen is ondervoed of ziet er 1 uit. De kindersterfte is de afgelopen lg Jaar teruggelopen van tachtig tot ig per duizend, het laagste cijfer van Latijns-Amerika. Iedere Cubaan, gratis medische hulp. al zijn de ttljden in de vaak verouderde zie- uizen soms wat lang. Analfabeten r niet meer en iedereen heeft recht op onderwijs tot en met de universi- Het probleem van de werkloosheid tat niet meer. Ziedaar een aantal van niet geringe verworvenheden van de anse revolutie. wil nog niet zeggen dat Cuba een ÜJs is. op dit moment. Er is wel een be van gerechtigheid ontstaan, die idt dat de armoede min of meer ge- )yer de bewoners is verdeeld. Want er 19 nog steeds schaarste aan bijna al- r oedsel is op de bon en zelfs als je met «ponnetjes in de winkel komt. is het de vraag of het voorradig is. Worte: (°P' tomkommers en tomaten zijn zo'n ome t de enige groenten die te krijgen suiker en sigaren, bij uitstek Cu- produkten die vóór de revolutie de arms ten wel waren te be ogen, zijn op de bon - Lp' "ERDAG 22 SEPTEMBER 1979 RtBPnHTAftlül (kindersterfte is teruggedrongen, analfabeten heeft Cuba niet meer, lenmin als werklozen. Twintig jaar na de revolutie staan de Cubanen >g immer pal achter hun leider Fidel Castro. Maar waarom moest er te grauwsluier over het land worden gelegd? Waarom die (stroomlijnde pers, die éne partij, die politieke gevangenen? Waarom kt Cuba zo op Oost-Europa? Twee jurken Ook kleding ls op de bon. Voor vrouwen houdt dat ln één paar schoenen per jaar en twee Jurken of vier meter stof. Dat laatste heeft de voorkeur, omdat daaruit volgens een Cubaanse met enig pas- en meetwerk drie Jurken en een minirok zijn te halen. Zo kort als in Havana zie Je de rokken dan ook nergens ln Europa. De modellen kijken ze af van de kleding van Westerse bezoekers, met het blote oog. Wat de Cubanen dragen ziet er gemiddeld minstens zo modem uit als de kleding van bewoners van een willekeurige Franse badplaats aan de Middellandse Zee. Het wekt verbazing als Je ziet hoeveel Cubanen het zich kunnen veroorloven in een restaurant te gaan eten. Zeker als Je de bescheiden spijskaart openslaat en oog in oog staat met de zeer onbescheiden prijzen. Een paartje dat een avondje gaat eten ln een restaurant en eerst een tradi tionele daiquiri of mojito drinkt, moet diep in de geldbuidel tasten. De rekening bedraagt al gauw veertig pesos (120 gul den), de helft van het minimum maand loon. Ultgeven«w^^_ Toch staan er iedere middag en avond weer lange rijen wachtenden voor de in gang van de eetgelegenheden, vooral voor die met een sjiek uiterlijk of een bekende naam, zoals het door de schrijver Hem- mingway bekend geworden restaurant Florida in het koloniale gedeelte van Ha vana. De Cubanen zijn blijkbaar bereid zoveel geld neer te tellen voor hun coctail- Hemmingway of Rundvlees-op-z'n-Hol- lands. Achterliggende oorzaak is het bestedings patroon, dat volledig afwijkt van dat ln westerse landen. Hoewel de lonen relatief vrij laag zijn, houden de mensen genoeg De rijen wachtenden voor de restaurants willen nog niet zeggen dat de Cubanen ook tevreden zijn met de eetgelegenhe den. De Volksmacht, een soort inspraak orgaan dat van buurt- tot provincie-ni veau gaat, komt in een rapport tot de conclusie dat zeventig procent van de bewoners de restaurants veel te duur vindt Op de lijst van nationale proble men, die de Volksmacht heeft opgesteld, staat het horecaprobleem op de tweede plaats, na de woningnood, maar nog voor het zeer nijpende probleem van het ge brekkige openbaar vervoer. Wie na lang wachten eindelijk een tafeltje heeft weten te bemachtigen treft voor zijn dure geld zo'n trage en slechte bediening aan, dat gemopper niet uit kan blijven. Dat gemopper ls de laatste maanden aan gezwollen tot een algemeen protest en het door de overheid gecontroleerde week blad Bohemia is begonnen met een actie tegen de slechte service. Het weekblad opperde onlangs dat het slecht functione ren van de dienstverlenende sector ln het algemeen wel eens een gevolg kan zijn van het feit dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de arbeidsprestatie en het salaris. Premier Fidel Castro reageerde twee maanden geleden op de golf van protesten door zelfkritiek te oefenen en de arbeiders aan te manen het volk dienstbaar te zijn. „Misschien zijn we te idealistisch ge weest". opperde hij in een toespraak voor de nationale vergadering. Hij wees er op dat het kapitalisme met al zijn misstan den blijkbaar wel in staat is een bepaalde vorm vaij arbeidsdiscipline op te leggen. Ballingen Een van de belangrijkste versoepelingen van dit Jaar is de toestemming die Cu baanse ballingen hebben gekregen om hun vaderland en him familie te bezoeken. Op de Amerikaanse oostkust wonen naar schatting een miljoen Cubanen, die het land in de jaren zestig zijn ontvlucht. Ousanos, wormen, werden deze banne lingen tot voor kort in de vaderlandse pers genoemd. Nu ze met duizenden hun Ame rikaanse dollars komen brengen, heten ze ln de pers wat lieflijker mariposas, vlin ders, de in Latijns-Amerika veel gebruikte bijnaam voor mooie vrouwen die van de ene man naar de andere fladderen. Naar schatting zullen dit Jaar in totaal honderduizend gevluchte Cubanen hun familie opzoeken en daarmee flink wat deviezen het land in brengen. In een ge bouw in Havana dat voor de revolutie in gebruik was door Sears, de Amerikaanse Vroom en Dreesmann, is sinds kort een winkel ingericht die alleen toegankelijk is voor de bannelingen. Zij mogen hier dure kleurentelevisies en andere uit Japan of het Oostblok geïmporteerde apparaten kopen om aan hun achtergebleven landgenoten ten geschenke te geven en hun te tonen hoe goed het leven ln de Verenigde Staten is. Volgens een diplomaat wordt er enorm veel gekocht in deze winkel. Luxe huis- houdapparaten gaan met tientallen tege lijk de deur uit. Dat brengt echter ook problemen met zich mee. Er ontstaan op Cuba twee klassen: zij die familie of ken nissen hebben onder de bannelingen en dus aan de fel begeerde spullen kunnen komen, en zij die dat niet kunnen. Het vervelende ls dat de mensen met relaties onder de bannelingen vaak ook de hoogst betaalden zijn. Het minimumloon bedraagt weliswaar slechts tachtig pesos per maand, maar er is een vrij grote bo venlaag van partijkader en specialisten die meer dan het vijfvoudige verdienen. Deze mensen hadden altijd al beperkte privileges, zoals het mogen rijden in een auto en gemakkelijker kunnen reserveren voor een restaurant. Het door gebrek aan goederen nauwelijks zichtbare verschil in inkomen wordt echter de laatste maanden tastbaar door de verkopen in de speciale winkel voor bannelingen. (De bezoekende ballingen moeten overigens ook als ze hun verblijf op Cuba in het huis van familie doorbrengen, een kamer in een van de staatshotels betalen). Het ls de vraag hoe lang het Cubaanse volk nog zijn revolutionaire geest, die het land nu al twintig jaar op de been houdt, in stand kan houden. Cuba vertoont een aantal duidelijke kenmerken van een dic tatuur: een één-partijenstelsel, politieke gevangenen, streng gestroomlijnde pers, enzovoorts. Eén ding klopt echter niet met het klassieke beeld van een dictatuur: het Cubaanse volk staat achter zijn leider. Alle bedekte kritiek die je hoort van de Cubanen ls kritiek op de toepassing van het systeem, nooit op de uitgangspun ten of de leider zelf. De bezieling die van Castro uit gaat is nog steeds groot. Hij is nog altijd de revolutio nair, die het vuur bij de mensen brandend houdt. Hij wordt daarbij ironisch genoeg in belangrijke mate geholpen door Ameri kanen. De militaire basis Guantanamo die de Amerikanen nog steeds op Cuba hebben en die ze weigeren te verlaten, vormt samen met de handelsblokkade een in de redes van Castro steeds weerkerend bewijs dat de revolutionaire strijd tegen de „Yankee-agressie" nog lang niet gestre den is. Daar komt nog bij dat de Cubaanse kran ten. radio en televisie (die ook in kleur uitzendt) de rol van Cuba in de wereldpoli tiek zó aandikken en iedere relativerende opmerking hierover weglaten, dat veel Cu banen er van zijn overtuigd dat de hele wereldbevolking op een paar machtige kapitalisten en Chinese agressors na op de Cubaanse bevrijding zit te wachten. Cuba is trots op de export van zijn revolu tie naar Afrika, ook al drukt dat zwaar op de eigen economie. Het houdt ook de plaatselijke revolutionaire geest wakker. Er doen veel verhalen de ronde van de tienduizenden vrijwilligers voor de strijd in Angola die teleurgesteld moesten wor den, omdat men al genoeg mensen had. Aan de andere kant doet het vreemd aan dat de Angolese ambassade in tegen stelling tot die van andere landen nog steeds zwaar wordt bewaakt. Russen De Cubanen halen hun schouders op over het internationale rumoer rond de aanwe zigheid van Russische troepen op hun eiland. Voor hun is dat niets nieuws, er lopen zoveel Russen in het land rond dat daar best wat militairen bij zullen zitten. Zolang de Verenigde Staten zelf nog een basis op Cuba bezet houden, moeten ze hun mond houden, is de niet officiële reactie. De Cubanen zijn zo gewend aan de Russen dat bedelende kinden in de slechtste wijken van Havana je aanspre ken met het Russische towaritsj, kame raad. Ze gaan er blijkbaar van uit dat iedere buitenlander uit de Sowjet-Unle komt of op zijn minst Russisch spreekt. De Sowjet-Unie is letterlijk Cuba's suiker oom: driekwart van alle Cubaanse suiker (het enige belangrijke exportartikel) gaat naar de Oostbloklanden tegen prijzen die aanzienlijk hoger liggen dan op de wereld markt. Alle olie die Cuba verstookt, wordt door de Sowjet-Unie tegen een vrienden prijsje geleverd, ongeveer een derde bene den de olieprijs op de wereldmarkt. En dan is er natuurlijk de militaire hulp, die getransformeerd in solidariteit wordt doorgevoerd naar vrijheidsbewegingen in onder meer Afrika. Cuba is lid van de Comecon, het economi sche samenwerkingsverband van de Oost bloklanden. Dat verklaart voor een deel de monocultuur op het eiland, want de suiker is nog steeds het enige landbouw- produkt van betekenis. Dit past mooi in het systeem van de elkaar aanvullende economieën met leder zijn eigen specialis me, dat de Comecon hanteert. Het maakt Cuba tevens sterk afhankelijk van de Russen. In Havana fluistert men dat dit ook precies is wat eerste vice- premier Raul Castro wil. maar dat zijn broer Fidel er van is geschrokken; die wil zich wat losser van de Sowjet-Unie opstel len. De Russische invloed op het Cubaan se systeem wordt echter steeds duidelij ker voelbaar. Het Cubaanse model ver liest zijn beroemde Latijnse soepelheid en schikt zich steeds meer naar het Oosteu ropese voorbeeld. Cuba lijkt steeds min der op een paradijs. Ook hier wordt het regeringsapparaat een log monster, dat zich uiteindelijk tegen de bevolking keert. De Cubanen zijn veront waardigd over de lange tijden dat de splinternieuwe landbouwmachines op de kade van Havanna nutteloos staan te wachten totdat ook het laatste minutieu ze radertje in de Ingewikkelde ambtelijke machine eindelijk constateert dat ze daadwerkelijk zijn aangekomen. Intellectuelen klagen dat het nieuw kader wordt gevormd uit mensen die de discus sie schuwen en slaafs navertellen wat de partij zegt. Uit wat de radio en de kranten brengen is op te maken dat Cuba van boven wordt geregeerd en dat er weinig ruimte is voor kritiek. Wie meer wil kopen dan het vastgestelde rantsoen, kan zonder couponnetjes in de vrije sector terecht. De prijzen van deze artikelen zijn ongeveer twee maal zo hoog en er wordt alleen verkocht als er voldoen de van aanwezig is om ook de mensen met bonnen te kunnen voorzien. Naar schat ting kopen de Cubanen ongeveer een kwart van hun voedsel en andere beno digdheden in deze vrije sector. over. Er ls in de winkels gewoon niets te koop waaraan ze het uit kunnen geven. Enige jaren geleden zon de Cubaanse overheid op een middel om dat surplus aan geld weer in de roulatie te krijgen. Het invoeren van wat luxere goederen zou nadelige gevolgen hebben voor de beta lingsbalans en door de dienstverlenende sector uit te breiden, blijft het geld in het land. Een Cubaan van ongeveer dertig Jaar vraagt me na een gesprek zijn naam niet te publiceren. Hoewel hij nauwelijks fun damentele kritiek op de situatie heeft geleverd, is hij toch bang dat hij nooit meer naar het buitenland zal mogen rei zen als ze zijn opmerkingen in Cuba lezen. Hij belt later nog verscheidene malen naar mijn hotel om zich ervan te overtui gen dat zijn naam verzwegen blijft en om uit te leggen dat zijn kritiek misschien verkeerd overkwam. „We leven hier onder de beste omstandigheden van heel La tijns-Amerika. Wij hebben onderlinge ge lijkheid bereikt en nu komt het verlangen naar vrijheid een beetje op", probeert hij uit te leggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 25