Edo de Waart weet niet of hij altijd in de muziek blijft Bedrog 'Een verandering heeft nog nooit iemand de nek omgedraaid' MAANDAG 17 SEPTEMBER 1979 TROUW/KWARTET D door Fred Lammere AMSTERDAM - „Ik sluit het helemaal niet uit dat lk nog eens Iets heel anders ga doen. Iets dat niets met mu ziek heeft te maken. Op het ogenblik vind ik muziek nog steeds het belangrijkste, maar lk heb de laatste tijd momenten dat de vraag bij me opkomt of dirigeren en muziek maken wel het aller nuttigste is dat lk in het leven kan doen." Edo de Waart zegt dit niet zo maar in een opwelling Het is een zaak waar over hij duidelijk diep heeft nage dacht We zijn bij het praten over de muziek wat afgedwaald, komen te recht bij de huidige situatie in de wereld. Edo is daar niet optimistisch over „Ik wil geen doemprofeet zijn. maar ik vind dat het niet goed gaat Overal zit verschrikkelijk de kiad in. Als Je de kranten en de weekbladen leest, en dat doe lk Intensief, ls er weinig opwekkends bij. De hoeveel heid informatie over ellende die over ons wordt uitgestort ls dermate groot dat we het eigenlijk niet meer kunnen verwerken. Een danseres die drie da gen in New York op het vliegveld wordt vastgehouden haalt dagenlang alle voorpagina's, maar van de boot vluchtelingen worden we niet warm of koud meer. ik ook niet. We hebben üe mond vol van energiebesparing maar gaan rustig door atoomreacto- f^n neer te zetten Als lk constateer dat Je onder dergelijke omstandighe den kunt zeggen: „Laten we maar fijn mooie muziek gaan maken, dan kun nen de mensen die komen luisteren tenminste hun problemen een paar uur vergeten." óf Jezelf de vraag stel len of dit tijdelijk buitensluiten van (Je werkelijkheid geen voor-de-gek- houderlj ls veert Edo op en vertelt hij dat dit nu Juist zijn grote probleem ls. Barok en romantiek hebben zijn voorkeur Degenen die hem volgen in zijn programmakeuze weten dat. Brahms „Ik voel me erg aangetrokken tot Mahler, ook tot Mozart en Bach, maar eveneens tot Monteverdi. 8tra- wlnsky en de late Verdi. De liederen van Schubert zijn Juwelen. Mijn inte resse voor Brahms schommelt. Toen ik zeventien, achttien, negentien Jaar was, was er voor mij maar één compo nist dat was Brahms. Die belangstel ling is later iets afgezakt. Ik ben erg benieuwd of het terugkomt als ik wal ouder word. Wat mij in Brahms zo aantrok? Ik denk het feit dat hij iemand was die zich heel grof kon opstellen maar aan de andere kant een hartje had niet groter dan een dubbeltje." Wat boeit Edo zo in die oude compo nisten? „Dat vraag ik mezelf ook wel eens af. Waarschijnlijk ls het een ze kere nostalgie, een verlangen naar de rust van toen, de ruimte die Je in de tijd waarin die componisten leefden overal nog had. Er waren toen nog niet zoveel mensen. Die enorme men Edo de Waart geen vaandeldrager senmassa van nu vind lk beangsti gend. Het ls toch belachelijk dat we in dit kleine land met veertien mil joen mensen elkaar op de tenen staan te trappen. Waarom geen geboorten- stop? Waarom niet gezegd: elk gezin niet meer dan twee kinderen? Dat moet toch kunnen? Dat is toch ge noeg. Als mensen meer kinderen wil len. belast die dan maar lnplaats van ze er aftrek voor te geven. We zullen toch moeten inleveren willen we het nog honderd jaar uithouden. Als dl 900 miljoen Chinezen en 600 miljoe Indiërs hun rechten gaan opeise Dat vinden velen onzin, maar maak me er echt zorgen over." O per Edo de Waart ls op het ogenblik vov korte tijd ln Nederland om zijn ver plichtingen na te komen bij de Neder landse Operastichting, waar hij op zich heeft genomen jaarlijks één pro- duktie voor zijn rekening te zullen nemen naast zijn werk als dirigent van het San Francisco Symphony Orchestra. Dit seizoen ls dat „Der fllegende Hollander" van Wagner. De (foto: Dirk Kettinc) komende twee weken geeft hij daar van nog uitvoeringen in Amsterdam en Utrecht. „Daaromheen doe ik wat gastdirec- ties onder andere met het Utrechts Stedelijk Orkest. Ik ben van plan dat te blijven doen. Hoewel lk de eerstko mende vijf Jaar vast zit aan San Fran cisco. daar ook ben gaan wonen, zul len ze me elk Jaar toch wel even ln Nederland te zien krijgen. Zo staat nu al vast dat lk in 1981 in het Holland Festival ga optreden en in het begin van 1981 ook weer met mijn oude vertrouwde Rotterdams Philharmo- nisch Orkest." Twee Jaar heeft Edo geprobeerd zijn dirigent zijn in Rotterdam te combi neren met het leiding geven aan het orkest in San Francisco. „Ik kwam al gauw tot de ontdekking dat zoiets niet mogelijk is wil Je Je werk goed doen. Ik moest kiezen. Die beslissing ls moeilijk gevallen. Het was erg fijn werken met het Rotterdams Philhar- monlsch Orkest. Zoals het daar was wordt het nooit meer. Dat weet ik van tevoren. Ik ben daar Jong gekomen. heb er gewerkt in een belangrijke periode van mijn leven. Veel dingen heb ik daar voor het eerst meege maakt en gedaan. Toch is het goed dat ik voor San Francisco heb geko zen. Ik wilde niet mijn hele leven in Nederland blijven. Ik ben nu 38 en een verandering heeft nog nooit ie mand de nek omgedraaid. Het is goed in dit vak eens ergens anders te gaan kijken. De wereld is zo groot en Ne derland ls zo klein. Om je daar voor altijd op te sluiten zou niet verstan dig zijn." „Daar komt bij dat San Francisco een prachtige stad ls. Het werk daar is ook erg boelend. Ons orkest krijgt daar binnenkort een nieuwe concert zaal met drieduizend plaatsen. Wij worden daarvan de eerste bespeler. Tot nu toe maken we gebruik van het Opera House. Dat ls niet ideaal. Veel musici van mijn orkest spelen ook bij de opera, waarvan het seizoen vroe ger begint Dat betekent dat als wij van start gaan ik veel orkestleden krijg die er al drie maanden bij de opera hebben opzitten. Ze hebben dan al zo n honderd voorstellingen achter de kiezen, zijn eigenlijk al uit geput. Het ls moeilijk van zo n groep een homogeen geheel te maken." Traditie In de nabije toekomst wordt dat an ders. Dan krijgt de opera een eigen orkest. Dat alles vormt voor Edo een grote uitdaging. „Dat was Rotterdam ook. Je kunt dat moeilijk met San Fransclsco vergelijken. In Rotterdam zit het volgende goede orkest dertig kilometer verder, ln Den Haag, ter wijl je In San Francisco zeshonderd kilometer moet gaan voor het dichtstbijzijnde orkest. Al bestaat het orkest in San Francisco nu 65 Jaar en heeft het bekende dirigenten ge had als Pierre Monteux, het heeft nauwelijks een traditie. Mijn uitda ging daar is er een traditie te vesti gen. Niet dat een traditie zaligma kend is. maar het is toch wel belang rijk." Toch ziet Edo de Waart San Francis co niet als zijn laatste standplaats. „Ik ben er niet naar toe gegaan om er de volgende veertig Jaar te blijven. Twintig Jaar is al een lange tijd. Ik vind dat Je eigenlijk niet langer dan een jaar of vijftien ergens kunt blij ven, wil je niet het risico lopen ln herhaling te vervallen. En dat kan nooit het doel zijn in de kunst. Mis schien zit ik er wel veel korter. Het zou best kunnen zijn dat ze mijn Mlddeneuropese smaak op den duur in San Francisco te sacraal vinden, liever iemand willen hebben met meer vuurwerk. Dan ga ik meteen." De tijd, dat Edo samen met Louis van Dijk als Jong hoboïst kerkconcerten gaf behoort al lang tot het verleden. „De hobo raak lk niet meer aan. Het enige instrument dat lk bespeel ls de piano en dan uitsluitend ln huiselijke kring. Ik heb geen enkele ambitie zelf op te treden, evenmin als ik zelf wil componeren. Er ls al genoeg slechte muziek gecomponeerd." door Mink van Rijsdljk Er zijn nog steeds mensen die zodra ze een dokter ontmoeten helemaal hun eigen ikje verliezen. Hoe er ook in hun lijf geknepen, geprikt of gekeken wordt, ze zwijgen eerbiedig en durven niets te vragen of te zeggen. Ze slikken braaf de voorge schreven pillen, laten „goed dokter" de suiker staan of gebruiken „best dokter" geen zout meer. Soms is zo'n houding een gevolg van groot vertrou wen, vaak ook van complexen ten aanzien van het artsenberoep dat altijd zoveel status genoot. Natuurlijk zijn er ook figuren, die tuk zijn op medische wetenswaardigheden en onder het motto van „het is toch zeker mijn eigen lichaam" met vragen blijven komen. Zo zijn er vanzelfsprekend meer types patiënt. Het soort van hollen naar het spreekuur zodra er maar sen klein boertje dwars zit, maar ook zijn er de „ik ben niet zo kinderach- tig"-en, die soms zolang wachten met zich onder behandeling te stellen, dat ze tenslotte per spoe dopname in het ziekenhuis belanden. (Over de ware achtergronden van zo'n houding zullen we het maar niet hebben). Voor een buitenstaander is de categorie van onte vreden patiënten ook heel boeiend. Die zetten de wachtkamer op stelten met klaagverhalen over het gepruts van de medicus. Alle kommer en kwel van de falende arts wordt luidkeels en uitgebreid ver teld. Meestal zwijgt men behoedzaam over eigen zonde van slordig gehanteerd dieet of bij de drogist gehaalde en royaal geslikte medicamenten. Een heel ondankbare groep voor doktoren is die der weglopers. Na twee weken van ongeduldig en tevergeefs wachten op beterschap lopen ze naar een ander, meestal naar eeji vrouw of een man met speciale talenten. „Je kunt het geloven of niet, maar die poeders van mijn dokter deden helemaal niks. Dat was wel even anders met die pillen die ik van je-weet-wel kreeg. Na veertien dagen was ik finaal van die rotjeuk af." Dat er mensen zijn met bijzondere gaven, geloof ik best. Verder vrees ik dat we door de opkomst van chemische geneesmiddelen, de natuurlijke bron van planten en kruiden te veel hebben ven 1 loosd. Daar konden we wel eens spijt van kh a l£ Overigens is er natuurlijk ook veel bedrog er. bedoel ik niet alleen van de kwakzalverijl Patiënten kunnen er ook wat van. Neem nou J, Hij is tien jaar en leed hardnekkig aan ontstth ogen. Het ene „strontje" na het andere mfc hem het leven moeilijk. Moeder ging met Ben de dokter. Het was wel vervelend voor Ben, hij mocht voorlopig niet met schoolzwemmen i doen. Maar ja, Ben wilde zo graag mee m klas, er werd dus wel gezwommen. Nee dc rï Ben gaat niet te water. De ogen bleven vies,M er na een poosje een verwijsbriefje kwam vo^gj oogarts. Het zwemverbod werd herhaald en k in de wind geslagen. Verder kreeg Ben medicijnen. De zalf ging achter elkaar de vi bak in, want die gaf zo'n smeertroep kussensloop. De medicijnen leken eerst wel 1 helpen, dat vond de oogarts ook. „Het ziet veel rustiger uit," oordeelde hij. Ineens wa N echter weer mis. Twee vurige strontjes op ic ooglid, dat werd toch te gek. De vader benw n zich er mee en koerste met zijn zoon in de Jj richting Veluwe, waar ergens een mirakels kn u oude „ziener" zat. Ben kreeg poeders van dcpk en het advies de rommel van de dokter verder n te vergeten. De ogen van het kind bleven gevoelig en geïrriteerd, maar eerlijk is eerlijk: er kwamen gj strontjes meer. Hiermee zou het verhaal uit nen zijn, ware het niet dat ik een klein 5 verzweeg. Ben bleef namelijk trouw eens per weken naar de oogarts gaan. Daar kreeg hij si prompt nieuwe zalf en nieuwe pillen, die be j1 door het ziekenfonds, doch ongebruikt in de j! nisbak verdwenen. „Ben kerel, wat moet jij gi a dig zijn hè?" Maar heus, we gaan nu mooi vofl hoor," zei de oogarts laatst optimistisch. De jongen knikte maar wat en zweeg, want zo het hem opgedragen. Hij dacht: morgen weet met pappa in de auto naar het mannetje. Wtf veel van bedrog. Mengelberg Als dirigent heeft Edo internationale faam gekregen. In de New York Ti mes werd hij niet zo lang geleden „een tweede Mengelberg" genoemd. Edo lacht als ik hem daaraan herin ner. „Ach, wat stelt het voor. Een volgende keer kraken ze me af. Maar als zo'n vergelijking impliceert dat ik het net zo goed doe als Mengelberg, streelt dat mijn ijdelheld, want van alle dirigenten die in het begin van deze eeuw hebben geleefd was Men gelberg absoluut een topper. Daar doen we ln Nederland soms veel te geringschattend over. Die man heeft een magnifiek orkest opgebouwd uit het niets. Nog altijd hangt er over het Concertgebouworkest lets van de geest van Mengelberg. HIJ ls fout ge weest ln de oorlog. Dat moet je er als Je het over hem hebt bij noemen. Dat hoort er bij. „Ook Mengelberg had een voor- en een achterkant. Dat maakt juist gro te figuren zo menselijk. Men ls zo gauw geneigd bepaalde mensen tot halfgoden te verheffen. Men vergeet dat iemand als Beethoven ook een velletje op zijn neus had en naar de wc moest. Daarom vind ik het zo nuttig zoveel mogelijk achtergronden aan de weet te komen van de compo nisten, waarvan ik werken uitvoer, de plaatsen te bezoeken waar zij leefden en werkten, de blografieën die over hen zijn geschreven te lezen, vooral de kritische van tijdgenoten. Daaruit blijkt dat Iemand als Beethoven hele maal niet zo sympathiek was. Hij was een ongelooflijke geldwolf. Wij zou den hem nu waarschijnlijk een „stre ber" noemen, al plakken we iemand tegenwoordig al gauw dat etiketje op. „Het ls voor mij onmogelijk een Mah- ler-symfonie te brengen zonder een voorstelling te hebben van wie Mah ler was. Of die voorstelling Juist is? Het blijft vaak een project van Je eigen gevoelens. Maar desondanks probeer lk de balken, kruisen en mol len van die componisten te vertalen ln iets wezenlijks, er mensen van vlees en bloed achter te zien. Soms heb ik het gevoel dat dit lukt, dat lk een componist heel nabij kom, hem haast persoonlijk ken." Roem Roem, het ln de belangstelling staan. daar kan Edo over meeprat* hoort er bij, maar het Ls v moeilijk, vooral als dit, zoaL overkomen, gebeurt in eunp dat je moet uitgroeien van jof tot meester." Edo heeft niets van de eerbiedwaardigheid, die vro< genten omgaf. Ziet hij in dit I mogelijkheden bij bepaalde)] de nog steeds bestaande a vrees voor de concertzaal we men? „Ik geloof niet dat dity Inzit. Dan zou het er al 1^ uitgekomen. Ik ben nu aanm# vaandeldrager. Ik houd me bfl klassieke muziek en de men van klassieke muziek houde altijd een fractie blijven van die van slechte amusementf* houden." Onder redactie van mevrouw J. Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink Vragen uitsluitend in envelop sturen naar postbus 507, 22 ir Voorburg. Per vraag ten gulden in postzegels, het liefst in w%| van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet san de buitenkant opplji Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde ge leg ANONIEME brieven en brieven zon der adres kunnen door ons helaas niet beantwoord worden. Het spreekt vanzelf dat niet alle vragen ln mijn rubriek opgenomen kunnen worden Vandaar dat allemrleven persoonlijk beantwoord worden WIJ moeten dan wél de gegevens daarvoor hebben- In duidelijk schrift naam. adres en post code Ook de postcode ls belangrijk, al was het alleen al omdat er zo onnodig veel tijd gaat zitten ln het opzoeken Wat anonieme epistels be treft Dat ls net zo iets als belletje trekken en hard weglopen niet leuk én eigenlijk ook niet netjes. VRAAG: Ik heb een klein bronzen beeldje en men vertelde mij. dat dit dé gebroeders van Zaltbommel zijn. Wat zijn dat voor broeders en wat ls dat voor een verhaal? ANTWOORD: Of het waar gebeurd is. kunnen we niet beloven, maar ln ene geval heeft Willem Bilderdljk een gedicht over deze heren gemaakt. Twee broertjes werden in de eerste woelige Jaren van de 80-Jarige oorlog van elkaar gescheiden en kwamen ln tegenovergestelde kampen terecht. BIJ het beleg van Zaltbommel (1599) ontmoetten ze elkaar bulten de wal len en raakten aan de praat: „Wie zijt gij krijgsman, zo vol moed. met wien ik gist'ren streed? Wiens arm mij reeds bij de eerste slag. het voorhoofd duizlen deed? Het blijkt dat ze dezelf de naam hebben en niet lang daarna vallen ze elkaar al schreiend in de armen. Op de wallen heeft men al dat gedoe gezien en de ontmoeting ver keerd uitgelegd, 't Verhaal elndgit heel droef: Een kogel uit dezelfde pomp (een kanon) doorboort hun bei der hart. Dit gedicht komt voor ln het werkje „En temidden van die rom mel een bundel Bommelse liede ren, gedichten en rijmen uit verschil lende eeuwen, verzameld door Hans Keser, uitgave Europese Bibliotheek Zaltbommel 1969. Tegelijkertijd ver scheen een bundel streekverhalen rondom Bommel. „Er was eens uitgave Europese Bibliotheek. Zalt bommel 1969. Er ls uiteraard belangstelling voor het beeldje van de broeders En nu hopen we maar dat deze boekjes niet uitverkocht zijn. Ik ben tenminste van plan er eens naar te vragen ln onze openbare bibliotheek, al was het alleen maar om dat prachtige lied van de toren spits eens „in de grondtekst" te kun nen lezen. Vroeger was dat een avondvullend kampvers. waarbij alle dichtaders van vindingrijke lieden plachten open te barsten. Zou er ooit nog wel eens uit „Jan Pierewiet" ge zongen worden? Vraag: Hierbij zend lk u een fotoko pie van de titelpagina van een Oos ters boekje, gedrukt op rijstpapier. Wat ls het voor een boekje? Antwoord: De middelste grote ka rakters geven aan dat het een hand boek is. een metgezel op het levens pad. De smaller rechterkolom geeft de tijdrekening aan. die overeenkomt met 1895. De meest linkse kolom geeft het 21ste jaar aan van de rege ringsperiode en verklaart dat het een Engels-Chinees werk is. Vraag: Mijn vrouw draagt steunpan- tys. Ze zijn voor haar heel nodig en prettig, maar ze zijn niet goedkoop. In elk geval te duur om ze na een klein laddertje opgelopen te hebben weg te gooien. Ze heeft er nu drie, die gerepareerd moeten worden (waarde ongeveer honderd gulden, maar wie doet dat nog? Is er een manier om dit werk zelf te doen? Antwoord: Een pelgrimage langs cor- setteriezaken en kousenwinkels (te beginnen bij de zaak waar ze gekocht zijn), zaken waar stoomgoederen wor den aangenomen net zolang tot u een geschikte gelegenheid gevonden heeft, waar men de ladders ophaalt en niet dicht naait, want dat kan ledereen zelf wel. Ik kocht een paar jaar geleden in een groot warenhuis een speciaal ladderophaalhaakje. een soort haaknaald met een klein schar nierend hefboompje blak bij de 1 Dat ging prachtig tot ik een dergelijk instrumentje kreeg, dat afkomstig was uit een oude kousenbreimachine Het is wel een peuterwerkje, speciaal voor steunpantys, vooral die waarin elastiek verwerkt is. Nu vraagt u naar ladders in artikelen, die wel prijzig zijn, maar waarvan een beschadiging nog niet zo ernstig ls. als die waar een andere lezeres mee tobt. De elastie ken steunkous, die zij moet dragen, gaat wel erg gauw stuk op de enkels en achter bij de hielIn dat geval is er weinig meer aan te doen. Heel voorzichtig aan- en uittrekken, pre cies volgens het voorschrift, de bin nenkant van de schoenen ook ln de gaten houden en op die manier te snelle slijtage zien te voorkomen. Vraag: Ik heb een plantje gekregen en volgens de milde schenkster heet dat Veronica. Die naam komt niet voor in mijn kamerplantenboek. De plant laat de kleine lila bloemetjes overal vallen. Is het misschien een bultenplant? Antwoord: Zoek maar eens onder de naam Ereprijs, dan wordt alles duide lijker. Eerst maar eens in de Flora van Heimans. Heinsius en Thijs se, waarin vele soorten van deze familie, vooral in het wild levend, maar toch ls er nog een bladzijde met speciale tuin-ereprijs. In uw bibliotheek vindt u een hele rij boeken, waar de Ere prijs ln voorkomt. Er is ook een soort die men vroeger Veronica noemde, maar tegenwoordig Hebe (zelfde fa milie). Vraag: Het is bekend dat wij stam men uit een familie van Hugenoten. Hoe kan lk nagaan of er in Nederland nog meer afstammelingen van' die familie zijn? ANTWOORD: Neem eens contact op met het Centraal Bureau Genealogie te Den Haag. Nassaulaan 18, tel. 070- 100866. Daar is een microfilm van alle naamkaartjes (fiches) uit de Biblio theek Wallonne. Voor een rijksdaal der mag u een hele dag komen kijken en zoeken. Men is daar vriendelijk en hulpvaardig. VRAAG: In onze douchecel en in het toilet lopen waterleidingen, wat niets bijzonders is. Maar als er weer eens een warme dag ls. worden die leidin gen nat. Er vallen dan druppels af op de vloerbedekking en dat moet steeds opgedweild worden. Kan ik de leidingen omkleden met iets, maar dat moet dan wel niet te dik zijn, want de muur zit er maar een centi meter of l'/t 2 vandaan. Antwoord: U weet hoe dit verschijn sel ontstaat. Bij alle post die nodig of niet nodig in onze brievenbus terecht komt. vond ik een folder van een „climatube" die om een buis heen geklemd kan worden. BIJ een Doehet- zelf-winkel heeft men ons precies ult- gelgd hoe zoiets werkt en hoe men zo'n ding moet aanbrengen. U ls ken nelijk niet de enige die dat nare drup- pelgedoe mee maakt. Het lijkt me wel een goede oplossing. Vraag: Een ongehuwde zuster is over leden. Ze had geen testament, maar er ls wel het een en ander nagelaten. Nu zijn ln hetzelfde gezin nog een paar leden reeds eerder overleden. Hoe moet dat nu. Verdelen de overge bleven broers en zusters nu alles en hoe zit het met de weduwe van een broer, die een kind heeft en de wedu we van een kinderloze broer en dan zijn er ook nog twee wezen, nichtjes. Hoe ls dat nu wettelijk geregeld? Antwoord: Dergelijke zaken zijn va ker ln deze rubriek behandeld en toch komen die vragen steeds weer terug. Jammer dat u niet precies schreef, hoeveel broers en zusters er precies waren. In elk geval komt het ln den regel toch wel op hetzelfde neer. De erfenis wordt verdeeld over de broers en zusters, die nog ln leven zijn en de kinderen van de overledenen (sta ken). Als er nu een weduwe ls (van een broer), die kinderloos ls. dan erft zij niets Evenzoo erft de kinderloze we duwnaar (van een zuster) ook niets. Heeft die weduwe echter wel een kind of meer kinderen, dan krijgen die kinderen of dat kind het aandeel, dat de vader toe zou zijn gekomen. De moeder krijgt dat aandeel niet. maar ze moet voor de rechten van haar (minderjarige) kinderen optreden en ln overleg met de toeziende voogd dat geld beheren. Iets dergelijks geldt ook voor de weduwnaar. Hijzelf erft niets, maar moet voor de minderjari ge kinderen optreden. Zijn de kinde ren meerderjarig, dan doen ze dat zelf. Dat wat die kinderen samen krij gen ls nooit meer dan dat wat de nog levende ooms en tantes krijgen. Wat de belde ouderloze meisjes betreft: Ook daarvoor geldt hetzelfde: Samen krijgen zij het deel van hun vader of moeder. De voogd en toeziende voogd moeten dit voor de minderjarige kin deren regelen. Als er alleen geld te verdelen ls, ls deze zaak betrekkelijk eenvoudig, maar is er een omvangrij ke boedel, dan vereist het van alle betrokkenen veel tact en inzicht om zo'n verdeling zo te regelen, dat er geen onprettige familieverhoudingen door ontstaan. Vraag: Waar staat de tekst in de Bijbel: Gods molens malen lang zaam? Antwoord: Dit is geen bijbeltekst, maar een gezegde en de bedoeling is duidelijk: Gods werk gaat door vol gens Zijn bedoeling. Vraag: Ik ben Nederlandse. Mijn man heeft een buitenlandse nationaliteit. Welke nationaliteit krijgen of hebben nu onze kinderen en waar moeten ze in militaire dienst? Antwoord: voor 1 maart 1964 zou u door uw huwelijk met een buitenlan der het Nederlandse staatburger- schap verloren hebben. Na die datum had u twee nationaliteiten. Die Ne derlandse nationaliteit kunt u verlie zen door een verklaring ln die zin af te geven aan de burgemeester. BIJ het ontvangen van het buitenlandse pas poort moet u het Nederlandse inleve ren. De kinderen hebben de nationali teit van de vader en moeten in het land van de vader de militaire dienst plicht vervullen. Als de kinderen min derjarig zijn, kunnen ze de Neder landse nationaliteit verwerven als de vader zich laat naturaliseren. VRAAÖ: Onlangs vertelde een vriend uit Werkendam, dat Drimmelen de grootste Jachthaven van Nederland. Ja zelfs van Europa bezit ls dit waar of ls de wens de vader van deze ge dachte? ANTWOOR: We belden de persdienst van de ANWB: uw kennis had te recht "Pa reden om in z'n nopjes te j hij sprak de waarheid. VRAAG: Soms kan ik bepaég derwetse tuinplanten of wild ende planten niet thulsbrengL doet u dat? Tb ANTWOORD: Wij zijn Uefll t geen echte botanici, zodat oés nier van doen waarschijnli i vakmensen als omslachtig ei lij erg technisch bestempeld zal ir maar meestal komen we er manier wel uit: Als we uitg ei men we altijd een klein boel dat we vrij lang ln bezit heb n Flora ln Kleur van B. von Po( ve Moussault NV Bussum. Tiff' ben we onze bedaagde Flora mans Heinsius en Thljsse en de „Wilde Planten" van Natu 10 menten nog wel een heel ste rc grote en kleine boeken, zoali slotte in elke bibliotheek oo vinden zijn. Tenslotte hebbe Jl geluk niet al te ver te wone£u Hortus te Lelden, waar altlj< mand te vinden ls, die niet ir51 plant kent, maar ook u laatzi ergens ln of bulten een kas, dT' of plant te vinden ls. Ook maar een km of 15 te fieü£K' heeft een botanische tuin c f gaan genieten en te wandeli Die bordjes bij de bomen zljl*e tuur lijk ook niet voor niets.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 6