De CPN ligt achter de grens
De uitvinding van het buskruit
id
hai
P
Wetenschap en techniek
Samen in energie
^RDAG 15 SEPTEMBER 1979
■BINNENLAND!
TROUWKWARTET
27
Het christelijk onderwijs en het communisme zijn onverenigbaar. Tot
deze conclusie komt prof dr J. Verkuyl in het cahier „Er zijn grenzen",
dat vandaag bij Kok in Kampen is verschenen. In onderstaand
interview zet prof Verkuyl uiteen, waarom hij zo afwijzend staat
tegenover communistische invloed in het christelijk onderwijs.
door Bert de Jong
sd«
Vandaag wordt in Utrecht in een
,M werkvergadering van de Stich
ting Unie 'School en Evangelie'
een discussie gehouden over de
9' jonfrontatie van het christelijk
5' inderwijs met het communisme.
/orige week zei de partij-ideoloog
05 iran de CPN, Joop Wolff, in een
vraaggesprek met Trouw onder
neer ruimte te willen laten voor
iet christelijk onderwijs.
lij zei zelfs het aanvaardbaar te vinden,
dat de hele ideologie en strategie van de
jartij onder invloed van de gelovigen kan
veranderen. Verder kan worden gewezen
&p het artikel in de statuten van de CPN,
pvaarin wordt bepaald, dat godsdienstige
ivertuiging of lidmaatschap van een kerk
jeen beletsel kan zijn voor het lidmaat-
chap van de partij,
leeft de leiding van de CPN er blijk van
?einig moeite te hebben met het christe-
ijk onderwijs, in dit onderwijs zelf wordt
vel zwaar getild aan dit probleem. Dit was
lok de reden, waarom het bestuur van
School en Evangelie' prof Verkuyl vroeg
en cahier te schrijver over dit probleem.
Bet antwoord van de hoogleraar, die he
lend is om zijn scherpe kritiek op de
partheidspolitiek van Zuid-Afrika, om
lijn fel verweer tegen rechts fascistische
Jctaturen en tijdens de Vietnamese oor-
protesteerde tegen de Amerikaanse
bombardementen, dat antwoord is zeer
Uidelijk: De twee zijn onverenigbaar,
tlke communistische invloed moet uit het
iris te lijk onderwijs worden geweerd. „Er
jijn grenzen" is de titel geworden van het
lier. En de CPN ligt achter de grens.
!)e botsing tussen het communisme en
let christelijk onderwijs is niet van de
_.katste tijd. In 1974 moest godsdlenstle-'
EUfear Ger Los in Zwolle het veld ruimen, I
AAmdat hij uitgekomen was voor zijn lid
maatschap van de CPN.
et bestuur van een rooms-katholieke la-
ere school in Tilburg ontsloeg aan het
egin van dit jaar de onderwijzer Barteld
artstra, omdat hij weer lid was geworden
lan de CPN. Bij zijn vaste aanstelling had
tij bedankt als lid van deze partij.
ie discussie over het communisme laaide]
ft jaar vooral op, toen de leraar maat-
Chappijleer Jan Dirk Pronk van het be
tuur van het protestants christelijk Pie-!
?r Groen College in Katwijk geen vaste
itelling kreeg, weer omdat de leraar
was van de CPN. Bij Pronk speelde ook
g mee, dat hij nog niet bevoegd was.
n(je|aar dit laatste doet weinig af of toe aan
ie re® discussie,
orml
De christelijke schoolbesturen, die vaak
onder protest van leraren, leerlingen en
ouders besloten tot ontslag van de com
munistische docenten, vinden prof Ver
kuyl vierkant achter zich. Zijn „nee" is
resoluut. De kern van zijn verhaal is, dat
de doelstellingen van het christelijk on
derwijs (Verkuyl verwijst naar de formule
ring van dr F. Boerwinkel, die door veel
schoolbesturen is overgenomen) totaal
onverenigbaar is met de doelstelling van
het communisme. Deze doelstelling op
lange termijn is de totalitaire en tevens
atheïstische staat. Hij zegt: „Aan dit stre
ven mag geen enkele concessie worden
gedaan en zeker niet binnen het christe
lijk onderwijs. Het gaat immers om jonge
mensen, die nog gevormd moeten worden
en begeleid in de richting van het Konink
rijk Gods, dat in Jezus de Heer reeds is
begonnen."
Misleiders
Dit standpunt wordt niet door iedereen
binnen het christelijk onderwijs en de
kerken gedeeld. Prof Verkuyl weet dat en
trekt fel van leer tegen deze geloofsgeno
ten. Hij schrijft: „Ik heb de indruk, dat de
naïviteit van sommige predikanten en
leerkrachten ten aanzien van deze kern
kwestie onder meer wordt veroorzaakt
door leden van de Nederlandse branche
van de „Christenen voor het Socialisme".
Vervolgens besteedt Verkuyl een com
pleet hoofdstuk aan wat hij noemt deze
„bron van misleiding en verwarring." Hij
noemt zelfs een aantal namen van de
misleiders. „Het gevolg van deze mislei
ding is," vervolgt de hoogleraar, „dat som
mige theologische studenten meegezogen
worden en geen onderscheid meer maken
tussen socialisme en communisme en
meedoen aan een strategie, waarin Evan
gelische kritiek op de ideologie en praxis
van de communistische wereldbeweging
taboe isgeworden."
„Als oud-NCSV'er (Nederlandse christelij
ke studentenbeweging) heb ik lang met ze
gepraat op Woudschoten", antwoordt Ver
kuyl, als ik hem vraag naar de achter
grond van deze aanval. „Ze verduisteren
de zaak en praten over socialisme als ze
communisme bedoelen. Een aantal van
hen is trouwens ook lid van de CPN."
In het cahier stelt Verkuyl, dat de christe
nen voor het socialisme de NCSV ten
gronde hebben gericht en de faciliteiten
van „Woudschoten" voor hun doeleinden
gebruiken. Ds Rochus Zuurmond, lid van
de PPR, wordt in „Er zijn grenzen" apart
genoemd, omdat hij voor de christenen
voor het socialisme als „een soort vaderlij
ke beschermheer optreedt en in feite kerk
mensen mobiliseert voor het commu
nisme."
botste met het Eerste Gebod. En de grens
wordt zichtbaar in links-totalitaristische
partijen als de communistische, waarin
loyaliteit wordt gevraagd aan de totale
linkse staat en aan de vernietiging van de
band met de levende God, als doelstelling
op lange termijn."'
Verkuyl waarschuwt evenwel, dat hij niet
in de hoek wil worden gedrukt van een
blind-anti-communisme. Het gaat hem
om de strjd tegen de totale systemen.
Tegen het opkomende neo-fascisme in de
Bondsrepubliek, Engeland en ook Neder
land; tegen het techno-fascisme zoals in
Zuld-Amerika en het fascisme in Zuid-
Afrika. Het fascisme kun Je alleen en
volledig veroordelen^
Hij vervolgt: „De moeilijkheid met links
is, dat er zoveel goede elementen in zitten.
Daarom is het communisme ook een uit
daging tot ontdekking van meer gerech
tigheid. Daarom is samenwerking op be
paalde programmapunten met het com
munisme mogelijk (zoals in de Tweede
Wereldoorlog en in het protest tegen de N-
bom). Maar samenwerking is nog iets an
ders dan het lidmaatschap van de CPN."
Het communisme is een uitdaging. Maar
deze uitdaging mag nooit betekenen, dat
Je Je identificeert met de communistische
partij. Verkuyl is vóór een dialoog met het
communisme. Maar over één punt is voor
hem geen discussie mogelijk. Dat is de
ideologie van een totale en atheïstische
staat. Deze doelstelling moet worden op
gegeven. Onvoorwaardelijk.
Verkuyl: „Wanneer de CPN officieel ver
klaart, dat ze zich niet meer bindt aan het
leninisme en marxisme wordt het anders.
Maar dat doen Joop Wolff en Marcus
Bakker niet. Ze lopen nog steeds in dezelf
de wapenuitrusting."
Tot de „verleiden" en „gemobiliseerden"
zou ook de Katwijkse leraar Jan Dirk
Pronk kunnen worden gerekend. Ik lees
Verkuyl een deel uit het interview in Her-,
vormd Nederland van 16 juni voor, waarin
Pronk zegt, dat hij in zijn lessen aansluit
ook bij de verwachting die de ouders
mogen hebben, dat hun kinderen in een
christelijke levenssfeer worden opgevoed.
Op de vraag wat het christen-zijn voor,
hem persoonlijk betekent antwoordt
Pronk: „Het bezig zijn met de bijbel, met
de Schrift, dat ik dat niet kan loslaten, dat
me dat blijft boeien, daarmee emotioneel
en rationeel bezig ben. En dat me dan elke
keer opnieuw de weg wordt gewezen: je
moet partij kiezen. Wie het Woord van
God hoort en het niet doet, is als iemand,
die z'n huis op zandgrond heeft gebouwd." i
Het geval Pronk verder vergetend is mijn
algemene vraag aan Verkuyl: „Moet een
leraar met zo'n getuigenis nu ontslagen
worden? Als leiding en bestuur van een
christelijke school mag Je toch, lettend op
de identiteit van de school, Je handjes
dichtknijpen als men zo iets zegt."
Het antwoord komt zonder aarzeling:
„Dat is nu het hebben van een dubbele
boekhouding."
Vraag: „Hoe bedoelt u dat?"
Verkuyl: „De grens ligt daar waar de leer
krachten hand- en spandiensten verrich
ten aan een totalitaristische ideologie. Als
je zo'n ideologie ondersteunt botst dat
met het Evangelie."
Goede elementen
In „Er zijn grenzen" schrijft de hoogle
raar: „De grens wordt zichtbaar in rechtse
totalitaristische partijen en groepen waar
in feite een Idolatrie is van ras en natie, die
Alleen partij?
Bij de behandeling van zijn ontslag door
de commissie van beroep voor het katho
liek onderwijs heeft de Tllburgse onder
wijzer Barteld Harts tra een interessante
verklaring van de communist Wolff over
handigd. waarin een onderscheid wordt
gemaakt tussen de maatschappelijke
doelstellingen van de CPN, die volledig
moeten worden onderschreven, en de filo
sofische opvattingen (het dialectisch ma
terialisme). De onderschrijving van dit
laatste zou geen voorwaarde meer hoeven
te zijn voor het lidmaatschap. Wanneer
dit inderdaad het geval zou zijn, betekent
het lidmaatschap van de CPN niet meer
een levensbeschouwelijke keuze (de re
den, waarom Verkuyl de grens voor de
CPN langs trekt), maar alleen nog maar
een partij-politieke. De commissie van
beroep, die het grote belang van deze
verklaring onderkende, constateert ech
ter, dat deze opvatting nog nergens blijkt
uit de bestaande statuten en beginselver
klaring van de CPN.
Het bestuur van de ABOP (Algemene
Bond van Onderwijzend Personeel) is het
eens met de uitspraak van de commissie
van beroep. Maar dit bestuur dringt er wel
in een commentaar op deze zaak op aan,
dat terwille van de rechtspositie van CPN-
leden, die in eenzelfde werksituatie verke
ren als Hartstra, men in de CPN enige
haast betracht met de statutenwijziging.
Tactiek——
Voor Verkuyl is hiermee de kous niet af.
Hij verwijst in het cahier naar de Italiaan
se communlstenlelder Berllnguer, die in
de gelovigen waardevolle kameraden ziet
in de strijd om een rechtvaardige samen
leving, maar de atheïstische uitgangspun
ten worden niet ter discussie gesteld. Dat
is de facto ook het standpunt van de CPN,
zoals onder meer blijkt uit uitlatingen van
Marcus Bakker en Joop Wolff.
Het streven naar een totalitaristische sa
menleving wordt ook in het Eurocommu-
nisme niet opgegeven. Voor Verkuyl komt
hier nog iets bij. HIJ stelt, dat het commu
nisme op middellange termijn bereid is
concessies te doen in de privésfeer en dat
een zekere soepelheid in de coalltievrij-
held wordt geaccepteerd. Dat is een kwes-
.tle van tactiek. Maar de doelstelling op
lange termijn blijft de almachtige staat
Dat geldt ook voor het Eurocommunlsme.
Op de vraag of er toch reden is de grens te
verleggen, als Joop Wolff zegt te aanvaar
den dat de hele ideologie en strategie van
de partij onder invloed van de gelovigen
wordt gewijzigd, zegt prof. Verkuyl: „Ik
blijf er bij, dat we geen enkele concessie
moeten doen, zolang men zijn oorspronke
lijke wapenrusting niet heeft afgelegd."
Verkuyl volgt de ontwikkeling van het
wereldcommunisme en andere totalitaire
systemen op de voet. Het gevaar is dicht
bij. Het klinkt enigszins pathetisch als hij
zegt: We moeten waakzaam zijn." Maar
om zijn zorg te illustreren vertelt hij het
verhaal, dat, toen hij voor de oorlog als
predikant in het Gooi stond, een N8B'er
hem dreigde, dat wanneer de NSB de
macht had overgenomen, hij met de bur
gemeester voor het stadhuis zou worden
opgehangen. Kort daarop werd de confe
rentie van gereformeerde predikanten ge
houden. Ds Verkuyl kon daar zijn verhaal
en waarschuwing niet kwijt. Op de confe
rentie spraken wel dr Van der Vaart Smit
en een nazi-hoogleraar uit Duitsland. Na
tuurlijk is die situatie niet vergelijkbaar
met wat vandaag gebeurt Maar op het-
punt van het links totalitarisme, herhaalt
hij, is waakzaamheid nodig.
De
dcor Rob Foppema
lat de opkomst van de computer iets aan de samenleving zou veranderen, werd
aandeweg duidelijk. Dat de opkomst van de micro-elektronica en daarmee de
eel kleinere en spotgoedkope computer die ontwikkeling dramatisch zal
versnellen kon dus wat tijdiger worden vermoed. Die tijdwinst lijkt maar zeer
gedeeltelijk benut. De discussie over de „chips" bestaat nog hoofdzakeilijk uit
vragen zonder antwoord. In die onzekerheid kan het zinvol zijn om naar het verleden te kijken.
rek,],
"Ml
let congres, vorige
reek op de techni-
che hogeschool
Twente, was niet het
erste over de maat-
chappelijke gevol-
en van de micro-
lektronica. Het the-
ha „Chips en werk"
oot wel zeer direct
an op de actuele
ees dat hele volks-
en hun baan
it geautomatiseerd
uilen worden. Maar
iet congres leverde,
iet als vorige bijeen-
msten over het on-
erwerp, meer vragen
lp dan antwoorden.
tamme
HA 10!
igei®'
aan >1
pfaimccr je mensen die het
TJuden moeten kunnen
Pfeten, rechtuit vraagt
aar het nu heen gaat, rea-
:ren zij opvallend eender,
un ogen lijken zich te
chten op de oneindig-
sid. Zij denken nog even
De mogelijkheden, zeg-
sn zij dan, zijn zo onbe-
"ensd, dat wij er nog geen
ïrstandig woord over
ten zeggen. Dat maakt
ituurlijk diepe indruk,
refcoral ook omdat het een
•lstrekt oprechte reactie
maar het brengt de dis-
weinig verder.
Het kan de vrees voor
werkloosheid alleen ver
sterken; de elektronische
bomen groeien kennelijk
inderdaad tot de hemel, al
weten we niet precies hoe
snel. En vervangende
werkgelegenheid blijft ver
sluierd in nevelen van
„dingen waar we nu zelfs
nog geen vermoeden van
hebben".
Daar komen we niet veel
(of te veel) verder mee. Mis
schien was het daarom wel
zo verhelderend om in
Twente een paar houtsnij
dende gedachten over het
verleden op te vangen. De
Elndhovense filosoof prof.
dr. S. L. Kwee dacht daar
na over technische revolu
ties in historisch perspec
tief. Een voorbeeld dat mij
sterk trof, ligt een eeuw of
vijf terug. De uitvinding
van drie zaken: kompas,
buskruit en boekdruk
kunst.
Het is een complex van
technische revoluties dat
het einde van een tijdperk
markeert: de middeleeu
wen. Het kompas maakte
het bevaren van oceanen
mogelijk, en een ruimtelij
ke expansiedrift waarvan
we de naweeën nog steeds
meemaken. (Traditioneel
eindigen de middeleeuwen
met de „ontdekking" van
De bouwstenen van de micro-elektronica op ongeveer ware grootte; een geïntegreerde
schakeling met duizenden componenten kan met een pincet worden opgepakt.
Amerika in 1492.) Het bus
kruit had al wat eerder een
einde gemaakt aan de mili
taire betekenis van de ge
harnaste ridder. De boek
drukkunst verlegde het
monopolie op kennis van
de geestelijkheid naar de
opkomende burgerstand.
Misschien een wat ruwe
vorm van geschiedschrij
ving, maar hier zien we een
technische revolutie in
werking. Maar Kwee wees
erop dat oorzaak en gevolg
hier minder eenvoudig sa
menhangen dan de opper
vlakkige beschouwer zou
kunnen denken. Kompas,
buskruit en boekdruk
kunst zijn in China enkele
eeuwen eerder dan in Euro
pa uitgevonden en toege
past. Maar in de wereld'
van die eeuwen hebben ze
hun diepe sporen niet ge,
trokken. Kwee: „In de sta
tionaire en stabiele Chine-'-
se maatschappij bleef hun
betekenis beperkt tot tech
nische uitwerkingen en
vernuftige combinaties."
Pas in de door sterke socia
le en culturele verschuivin
gen gekenmerkte situatie
van Europa „werkten de
toepassing van boekdruk
kunst. kompas en buskruit
in letterlijke en figuurlijke
zin expansief en explo
sief." Sociale en culturele
omstandigheden, aldus
Kwee, zijn in hoge mate
bepalend of technische uit
vindingen geleidelijke ver
anderingen zullen teweeg
brengen of revolutionaire
omwentelingen.
Dus of de uitvinding van
buskruit in eerste instantie
léidt tot vuurpijl of vuur
wapen, hangt af van de sa
menleving waarin zo'n uit
vinding wordt losgelaten.
Dit zou iets kunnen verkla
ren van de moeilijkheid die
verstandige mensen heb
ben wanneer zij de gevol
gen van de ontwikkeling
der micro-elektronica pro
beren te overzien. De tech
nische mogelijkheden voor
informatieverwerking en
besturing groeien zo hard
dat de omvang van de mo
gelijke revolutie zich wel
laat vermoeden.
En omdat onze vorm van
samenleving niet bepaald
stilstaat, is ook de voor
spelling dót die revolutie er
komt, niet erg riskant.
Maar waar het precies
heen rolt, is minder een
voudig aan te geven. Daar
voor missen we het histo
risch perspectief dat de fi
losoof over een eeuw of wat
in staat zou stellen, de rol
van onze eigen samenle
ving in het proces nuchter
te bezien. Wij zitten er nu
eenmaal middenin, en dan
heb Je haast per definitie
geen overzicht. Eerlijk ge
zegd word ik pas goed wan
trouwend wanneer mensen
wél denken dat ze vrij pre
cies weten waar het heen
gaat.
Koffiedikkljken, met of
zonder computer, kan wei
nig zinnigs opleveren. We
weten niet waar het schip
heengaat, maar we moeten
toch sturen. Dat kan ge
voelens van machteloos
heid en frustratie opleve
ren. maar het is natuurlijk
allerminst een nieuw pro
bleem. We hebben nooit
van tevoren geweten waar
het schip heen ging, maar
af en toe wel degelijk ge
stuurd, zij het achteraf niet
altijd even verstandig.
De onzekerheid vóór (of in
de beginfase van) de revo
lutie is een gevolg van de
wetenschap dat zij er aan
komt. En dat ls op zich
misschien een vrij nieuwe
verworvenheid. De uitvin
ders van het paardloze rij
tuig werden door zulke on
zekerheden niet gekweld.
Dat de Coentunnel en de
Lekbrug bij Vlanen natio
nale flessehalzen zouden
worden, was hun geen zorg.
Wij zijn inmiddels in steTk
verhoogde mate toekomst-
gevoelig geworden. We zijn
doordrongen van de weten
schap dat er een heleboel
mis kan gaan. We kunnen
ook met mate en niet te
ver, want het is bar inge
wikkeld wel een béétje
in de toekomst kijken. Niet
in voorspellende zin, maar
we kunnen mogelijkheden
aftasten, onmogelijkheden
voorzien, beperkingen her
kennen.
We weten nog steeds niet
waar het schip heengaat.
Maar het zou raar zijn als
die nieuwe toekomstgevoe-
ligheid onze hand van stu
ren niet enigermate zou
kunnen verfijnen. Wanneer
we een nieuwe technische
en dus maatschappelijke
revolutie tegemoet gaan
en daar lijkt het wel op
dan zijn we in elk geval iets
minder onvoorbereid dan
vroeger wel eens.
Het is op rijn minst
ongebruikelijk dat
actiegroepen en
gevestigde organisaties
samen iets op touw xetten.
Speciale vermelding
verdient daarom de
conferentie „Energie en
milieu" die op 28
september in Utrecht
plaatsgrijpt.
Verantwoordelijk voor
het programma si jn de
Aktie Strohalm en het
Energie-studiecentrum
van het
Energie-ondersoekcen
trum Nederland. Wie snel
is en er 17,50 gulden voor
over heeft, kan nog een
programma met
aanmeldingskaart
aanvragen bij ECN,
telefoon (070) 514581
toestel 144.