j|]^^ LUült Vrouwen achter de staking We drinken nu 's avonds nescafé De buurt maakt toespelingen jpDAG IDAG 15 SEPTEMBER 1979 pagina werd samengesteld door Henny de Lange en Haro Hielkema ij stakingen spelen vrouwen meestal een interessante en niet te onderschatten rol. .Vrouwen kunnen een staking maken of jreken" is een veel gehoorde stelling, die met alrijke voorbeelden wordt geïllustreerd. Wij vrouwen kunnen daadwerkelijk neewerken" schreef de Vrouwenbond van het V in 1977 in „Meer binding", een krant lie speciaal vervaardigd was voor en rspreid werd onder de toenmalige stakers, ip allerlei manieren werd toen aan die oproep ik gehoor gegeven. 'rouwen van stakers zijn de eersten, die de 'olgen van de staking ondervinden. De iuishoudbeurs wordt niet meer bijgevuld, de mslag om tijdens stakingen rond te komen rordt steeds krapper. „De irantwoordelijkheid voor de besteding van iet huishoudgeld ligt meestal bij ons," aldus Vrouwenbond. „Wij weten hoe sterk de ijzen gestegen zijn en hoe moeilijk het is iet normale uitgavenpakket te handhaven." ch werden de stakingen in 1977 (over de rijscompensatie) op uitgebreide schaal door ouwen gesteund. Er werd door vrouwen epost bij de bedrijven, er werd soep klaar «maakt en rondgedeeld, er werden affiches «plakt en er werden stencils en folders (itgedeeld bij demonstraties. De vrouwen Ijn toen over het algemeen niet als cigsbrekers opgetreden, meent de 'rouwenbond: „De meesten stonden achter fe vakbondsacties en steunden hun man jdens de stakingen." Tijdens de stakingen bij Hoogovens, een paar jaar geleden, leverden vrouwen van stakers een niet onbelangrijke bijdrage door aan de bel te trekken, toen ze thuis bezoek kregen van vertegenwoordigers van de directie. De vrouwen werden bewerkt om hun man over te ZEuëky; TROUWKWARTET halen weer aan het werk te gaan. En bij stakingen in Groningse strokartonfabrieken en machinebedrijven in Hengelo waren •vrouwen eveneens nadrukkelijk aanwezig. „Maar dat waren allemaal acties, waar de bonden achter stonden," zegt Jenny Zwanepol van de Vrouwenbond van de FNV. Bij de staking, die de Rotterdamse haven nu al een paar weken plat legt, zijn ook vrouwen betrokken. Er is een solidariteitscomité van vrouwen opgericht, vrouwen vormden de voorhoede van een protestwandeling door de Maastunnel, vrouwen voeren het woord tijdens de dagelijkse „morgenwijding" op het Af rikaanderplein in Rotterdam-Zuid en vrouwen gaan in een busje met soep en koffie de poorten van bedrijven langs, waar gestaakt wordt. In het NIVON-gebouw, waar het solidariteitscomité zetelt, worden plannen uitgewerkt om voedselpakketten klaar te maken voor gezinnen van stakers, die geen geld meer in de portemonnee hebben. Toch vraagt Jenny Zwanepol zich af of de staking bij de vrouwen van de Rotterdamse havenarbeiders veel sympathie ondervindt. „Wij hebben nog geen enkel signaal van onze leden gekregen om eens iets te ondernemen. Ik heb sterk de indruk dat de vrouwen die meelopen en het woord voeren, tot de Nederlandse Vrouwenbeweging behoren. En dat is een groepering die nauw gelieerd is aan de CPN. Als het wel om vrouwen van stakers zou gaan, zouden wij het wel weten." Op deze pagina laten we twee vrouwen aan het woord. De ene vraagt begrip bij stakersvrouwen voor de actie in de haven, „omdat de mannen niet voor hun lol staken". De andere wil haar man het liefst zo gauw mogelijk weer aan het werk hebben, omdat de huishoudportemonnee langzaam leeg raakt. govt gdt ii va angöin Stakinga heeft het sluEe week zonder zak- Id moeten doen. De ifentwintlg gulden, die „J elke week van zijn Jiuw krijgt, blijven m i huishoudbeurs van Ijl. Een pakje shag kan <j< van haar krijgen, (kar meer zit er gewoon in- >lani in i reden is simpel: de Rotter- hse haven ligt plat en per Ik scheelt dat het gezin Sta- ga (Wim, Nel en hun twee jntjes van vijf en bijna twee 380 gulden aan inkom- Daar moet het gas en *®lt vanaf en de maand huur 145 gulden. Wat overblijft it in de huishouding. „Ik Bji er niks van over", zegt Nel. ^ij hebben geen mogelijkheid eens iets opzij te leggen." Alkn|n is een geschoolde haven- ieider, 32 Jaar oud en al zo'n a jaar werkzaam in de ha- Irieet Hij is ook tien jaar lid ;st van de FNV, maar acht maanden is hij niet bij een vakbond aange- :n. Hij vindt dat de bonden slappe houding getoond m bij de onderhandelin- I over een beter inkomen 1 de havenarbeiders. Het l ook de bonden, die verant- "Jrdelijk zijn voor de haven- Ocing. „Drie maanden gele- D wist ik al zo'n beetje dat de e crv«len °P augustus plat zou amTln. Dat hebben de bonden t geweten, maar ze hebben ts ondernomen", zegt Wim, best lid van een andere daitd zou willen worden, „maar is dan geen erkende." i staat achter de staking, Nel moet er niets van >en. Hij noemt zijn stand- „principieel", maar zij tet maar zien hoe ze rond Jit met een steeds leger wor- jde beurs. Van sparen is ei- llijk niets terecht gekomen. |ra uitgaven moeten ergens Iers vandaag komen. Het uwe bankstel bijvoorbeeld, *r ze zo trots op is: ze zijn dit r niet met vakantie gegaan zo het meubelstuk te kun- I kopen. Nu zegt Nel een /yj We spijtig: „Hadden we het //iir niet gedaan, dan was er I geld achter de hand ge- Van de extra uitkeringen wor den in het gezin Stakinga de „extra's" betaald, zoals kleren voor de kinderen. „Begin okto ber krijg ik gelukkig weer kin derbijslag", zegt Nel. „Ik zit er alleen mee, wat moet je? Kle ren kopen voor de kinderen of eten? Ik heb de huur hier nog liggen. Die houden we maar een maandje achter, ik koop er liever eten voor.' Nel merkt het dat de Rotter damse haven plat ligt en dat er geen loon uitgekeerd wordt. Ze merkt het bij voorbeeld als ze haar zoontje van vijf van de kleuterschool ophaalt. Als het Jochie vraagt een broodje te genlijk heb ik een nieuwe ijs kast nodig, maar daarvoor zul len we maar op de volgende kinderbijslag wachten." En Wim vult aan: „Als m'n televi sie nu kapot zou gaan, zouden we het voorlopig ook rtiaar zon der moeten doen: een nieuwe kan ik niet kopen." Toch wordt er nog best veel gelachen bij Wim en Nel. „Maar ik moet ook aan de kinderen denken," reageert Nel. „Ik kan toch niet de hele dag met een sjagrijnig gezicht hier zitten. Maar wat mij betreft gaat hij vandaag nog werken, liever dan morgen. Ik vind het niet zo prettig dat hij de hele dag thuis kopen, is er een buurvrouw die zegt: „Nee, dat kan nu niet, want je vader staakt." „Voor het kind vond ik dat verschrik kelijk", zegt Nel. In huize Stakinga een ruime en keurig ogende bovenwoning in de Rotterdamse wijk Span gen wordt de pas voorlopig wat Ingehouden. „Ja, we zijn al aan het bezuinigen", zeg t Nel. „Normaal drinkt hij twee of drie pilsjes op een avond. Hij krijgt er nu maar één van me en misschien volgende week helemaal geen. Als Je normaal een kilo vlees koopt voor één keer, doe je het nu met een pond. Het andere pond bewaar ik voor morgen, 's Avonds drin ken we ook nescafé, hoewel dat ook al behoorlijk duur is.' Wim is zondag ook niet naar Sparta wezen kijken. „Nee." zegt Nelda, „maar ik ben ook niet naar de bingo-avond ge gaan. En ik heb deze week ook geen bloemen gekocht. Dén zegt Nel, „Maar ik ben ook is, vandaag kan hij zowat wel met z'n kop tegen de muur lo pen. Die staking mag van mij aflopen, financieel gezien hele maal, vooral voor de kinderen. De jongste wordt volgende week twee: dan kan Je toch niet met een autootje van twee gul den aankomen." Nel en Wim zijn het bepaald niet eens over de zin van de havenstaking. Wim is het in principe met de staking eens en noemt „dertig gulden schoon" een gerechtvaardigde els. Maar Nel gelooft er niet in: „Ze kunnen doen en laten wat ze willen, maar het blijft zoals het is." Nel heeft er ook helemaal geen behoefte aan om 's morgens met Wim mee te gaan naar het Afrikaanderplein, naar de toe spraken en mededelingen van de stakingsleiders. Of naar het NTVON-gebouw. waar het soli dariteitscomité dagelijks vrou wen achter de staking uitno digt. Of naar de poorten van de havenbedrijven, waar gepost wordt en waar werkwilligen te gengehouden worden. „Wat moet ik daar doen? Ze schieten er geen cent mee op, als ik meega." Vooralsnog moeten Wim en Nel het maar zien uit te zingen. Wim heeft het er wel over om naar de sociale dienst te gaan voor een uitkering, maar Nel moet daar niets van hebben: „Bedelen, daar houd ik niet van. Bovendien zullen ze toch niets geven, want dan komt de rest ook. Ik vind het trouwens huichelarij, als je het zou doen." En van het aannemen van voedselpaketten moet ze hele maal niets hebben. „Ik ben hier niet in Biafra," zegt ze fel. „Dan heb ik de familie nog, waar ik terecht kan." Wim geeft haar op dit punt gelijk. „Ik neem pertinent geen pakketje voed sel aan; als het nu rechtstreeks een geldbedrag zou zijn, zou ik het doen," zegt hij. „Overigens zijn mijn schoonouders die nou niet bepaald grote voor standers van de staking zijn de eersten, die aangeboden hebben om te helpen als we in de problemen komen." Thuis zitten, 's morgens naar het Afrikaanderplein en af en toe naar de poort om te horen of er nog nieuws is („Want de media geven geen juiste infor matie over wat er aan de hand is"). Dat is zo'n beetje de dagin deling van Wim. „Ik blijf niet aan de poort hangen: dat is niet nodig, want er wil toch niemand naar binnen. En bo vendien word ik zeg maar: moreel geremd door mijn vrouw. Daarom kom ik naar huis. Ik zou mooi de kamer hier eindelijk een nieuw behangetje kunnen geven, maar we heb ben er niet het geld voor." Wim heeft geen idee hoe lang de staking zal voortduren. „Dat is niet te voorspellen. Een havenarbeider kan heel stand vastig zijn. Ik geloof dat we het lang kunnen uithouden," zegt hij. Nel reageert fel: „Hallo! Met lenen zeker! Maar dat moet Je ook terug weten te be talen." Wim nogmaals: „Er zijn mensen die tijdens de staking zwart gaan werken in de bouw, maar daar ben ik principieel op tegen." Ze kijkt zorgelijk, Gerda. Ook in haar stem klinkt een zorgelijke toon door als ze vertelt over haar activiteiten met en voor de vrouwen van de Rot terdamse havenstakers. Even verdwijnt de zorge lijke trek van haar gezicht. Ze luistert intens als één van de stakingsleiders de havenarbei ders vraagt hun vrouwen, moe ders en verloofdes op te roepen tot solidariteit. Te midden van de duizenden havenwerkers, die de traditionele ochtendver gadering op het Afrikaander plein bijwonen, zegt ze: „Is het niet uniek? Het is voor het eerst dat de vrouwen van de stakers zo duidelijk naast hun mannen staan. Het is uniek dat mannen en vrouwen zo solidair zijn in de strijd." Later, ver weg van het rumoeri ge Afrikaanderplein, is er weer die zorgelijke trek op haar ge zicht. Ze is een van de vrouwen van het eerste uur, lid van het solidariteitscomité. maar geen stakersvrouw: ze studeert poli ticologie in Amsterdam. Ze ver telt over de problemen en span ningen waarmee ze voortdu rend geconfronteerd wordt „Ik kom zelf uit het milieu van de havenarbeiders. Mijn vader heeft zijn hele leven in de ha ven gezeten. Daarom kan ik haarscherp aanvoelen wat al die vrouwen bezighoudt en wat hun moeilijkheden zijn." Ze noemt het geval van een vrouw, wier man sinds de sta king uitbrak, niet meer thuis durft te komen. Zodra hij een voet over de drempel zet, wordt hij overladen met verwijten. „Als er iemand de staking aan den lijve ondervindt, is het wel de vrouw van de staker," zegt Gerda. „Zij moet zorgen dat het huishouden op rolletjes loopt, dat er eten in huis is, dat er nieuwe kleren komen en dat het gezellig is. Maar als er geen cent binnenkomt, valt dat niet mee. Als de vrouw niet achter haar man ze verbetert zichzelf, „als de vrouw niet néést haar man staat, wordt het wel heel erg moeilijk. Niet alleen in het gezin zelf levert dat problemen op. maar ook voor de staking is het niet goed. Als mannen zich niet ver zekerd weten van de steun van hun vrouw, is dat slecht voor een staking." Hét grote probleem is. ze geeft het toe. dat de meeste vrouwen in de eerste plaats aan het huis houdboekje denken en pas in de tweede plaats aan de achter gronden van deze staking. Dat is begrijpelijk, vindt Gerda. „Het is niet leuk om te onder vinden dat er geen cent meer binnenkomt, zodat overal op bezuinigd moet worden. En dat is nog niet het ergste, want verhongeren hoef je hier niet. Veel moeilijker is het voor deze vrouwen om hun schaamtege voelens te overwinnen. De „Toen de staking zo'n week oud was en we al voorzagen dat-ie niet één-twee-drie afge lopen zou zijn, zijn we vanuit een buurthuis in Spangen be gonnen met solidariteitsac ties." Aanvankelijk was het groepje vrouwen maar klein, maar Inmiddels is het gezel schap uitgegroeid tot circa veertig vrouwen, variërend van studentes tot huisvrouwen, jong en oud. Inmiddels is het optreden van woordvoerster Gerda op de traditionele ochtendbijeen komst van de stakers op het Afrikaanderplein vaste prik ge worden. Verder worden er da- buurt maakt allerlei toespelin gen, de kinderen worden ge plaagd met hun stakende va der en komen met verhalen thuis van school. Het eind van het liedje is vaak dat veel vrou wen niet eens meer de deur uit durven. Bang voor hatelijke opmerkingen. Het gevolg? De spanning loopt thuis hoog op en maar al te vaak resulteert dat in een enorme kloof tussen man en vrouw. De man wil sta ken omdat hij overtuigd is van de gerechtvaardigdheid van de actie," zegt Gerda, „De vrouw wil alleen nog maar dat hij zo snel mogelijk weer aan het werk gaat." „Van één ding moeten deze vrouwen doordrongen worden en dat is dat hun mannen niet voor de lol staken maar voor hun eigen gezin, voor hun vrouw en kinderen," vindt ze. „Als vrouwen dat beseffen, zijn we al een heel eind. Vrouwen moeten ervan doordrongen worden dat ze getrouwd zijn met een staker, niet met een onderkruiper." gelijks eindeloos veel boter hammen gesmeerd en bekers koffie gezet voor de postende stakers in de haven. Een aantal vrouwen houdt zich bezig met het schrijven en aanplakken van pamfletten. Bij hun werk zaamheden proberen ze zoveel mogelijk stakers over te halen ook hun vrouw eens naar het actiecentrum van de vrouwen te sturen. Ontlokte aanvankelijk het werk van het vrouwensolidari- teitscomité nogal lacherige op merkingen aan de stakingslei ders, nu zien ook zij toch duide lijk het belang van onze steun en solidariteit, meent Gerda. „Als het thuis niet goed zit, zit het met de staking ook niet goed." Maar hoe worden de vrouwen van de stakers nu in de prak tijk van alle dag geholpen? Gerda: „We zijn druk bezig met het samenstellen van voedsel pakketten en ik denk dat daar duizenden gezinnen voor in aanmerking zullen komen. Want het gaat nu toch wel knij pen bij veel mensen." Weer die zorgelijke blik. „Verder zoeken we vrouwen thuis op, die zo in de problemen zitten dat ze niet eens naar ons toe durven te komen." Ze zegt dat het niet de bedoe ling is alle stakersvrouwen er met de haren bij te slepen. „Ik kom zelf uit dat milieu en ik kan me heel goed voorstellen dat vrouwen alleen maar willen dat hun man weer aan de slag gaat. zodat er centen binnen komen voor de kinderen. Want die worden er vooral de dupe van. We dwingen niemand, maar we zijn al erg blij als vrouwen gewoon eens gaan na denken over de staking. Niemand hoeft voor mij de barricaden op, want de ech te strijd wordt toch thuis ge streden. Thuis wordt de sta king gemaakt of gebroken. De vrouwen zijn totnutoe Jammer genoeg te veel achter de scher men gebleven, maar deze ha venstaking betekent toch dui delijk het begin van een omme keer." Gerda kijkt inmiddels ook al verder. „Als de staking afgelo pen is willen wij, vrouwen van het solidariteitscomité, op de een of andere manier door gaan. We hebben namelijk ont dekt dat er ontzettend veel vra gen leven onder de vrouwen die bij ons komen. Wat dat betreft vinden we dat onze activiteiten toch ook duidelijk een emanci perende werking hebben. Vrou wen leren mede door deze sta king zelf initiatieven te ont plooien, ze raken hun drempel vrees kwijt en ze leren mee te praten, ook over dingen als ge schoonde prijscompensatie. Dat is misschien nu niet het belangrijkste doel van deze so lidariteitsacties, maar voor de toekomst opent het wel pers pectieven." Als we bij het actiecentrum ko men vertrekt Juist weer het busje met de koffleploeg om de postende stakers te voorzien van koffie en bemoedigende woorden. Voordat de koffle ploeg verder gaat, is steevast de laatste opmerking: „Man nen, praat ook met je vrouw over de staking en laat haar eens meekomen bij het vrou- wensolldarlteitscomité. We hebben haar nodig."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 21