'elke aantallen moderniseren?
Schrijven Van Agt
en Den Uyl elkaar wel eens?
a
Toch maar naar
het IKV luisteren
Een handleiding
bij het lezen van de Vredeskrant '79
Zogezegd
logezegd
V
Jj! UOAl
,G 14 SEPTEMBER 1979
TROUW/KWARTET P 13 - RHS 15
joor Koos van Werlngh
,'og boeiender dan mevrouw de
'X taatssecretaris drs. N. Smit-Kroes
elf zijn haar tarieven. De vorige
reek was zij ermee in het nieuws,
oals u gelezen zult hebben. Half
anuari 1980 gaan de tarieven voor
~|iet postverkeer met vijf cent
imhoog. Een brief gaat dan zestig
jent kosten. Om het gemor
laartegen al bij voorbaat de kop In
i drukken is tegelijkertijd een
erlaging van de telefoontarieven in
et vooruitzicht gesteld, dat wil
gen dat het tljdstarief wordt
laagd van zestien naar veertien
at. Maar dat geldt dan alleen
iar meer voor het zg. lokale
bied. Dat is nu anders. Nu kun Je
g voor zestien cent onbeperkt
Uen in wat het basisgebied
noemd wordt, maar na half
nuari gaat daarvoor een
slimiet gelden: veertien cent per
f minuten. Het lijkt mij, al met al,
jogzeer de vraag of het telefoneren
koper wordt, zoals mevrouw de
aatssecretarls in een toelichting
tsuggereerd heeft.
het nieuwste telefoonboek, de
litie 1979/80, staat dat ik vanuit de
ctor Amsterdam tegen
isistarief, dat is „zestien cent
Delang u ook belt", kan praten met
ensen in Haarlem, Zaandam,
urmerend, Almere, Weesp en
Llthoorn. Na half Januari kan dat
et meer, dan kan ik alleen nog,
lelang ik ook bel, in Amsterdam
lf terecht. Bellen naar iemand in
1 n van de hier genoemde plaatsen
at dan veertien cent per vijf
Inuten kosten. Voor
nsterdammers die hun familie
bben zien afreizen naar Almere
n dat dus nog aardig oplopen. Als
een lang gesprek willen voeren
a, dl uden ze misschien goedkoper
te en met de bus naar de polder
innen gaan maar laat nu net de
"as van mevrouw Smit-Kroes,
Jnheer de minister Tuijnman, een
rhoging van de bustarieven
bben aangekondigd. Ministers
n verkeer en waterstaat laten
rkelijk niets achterwege om de
oor.
aantrekkelijkheid van het reizen
met het openbaar vervoer te
vergroten.
Die tarieven voor het openbaar
vervoer laat ik nu even voor wat ze
zijn, of, wat de minister betreft,
worden. De gevolgen van zo'n
verhoging zijn min of meer te
overzien. Elke keer weer zullen
andere groepen mensen het besluit
nemen een auto aan te schaffen,
omdat het nu echt te gek wordt met
die prijzen. En die trein is toch al zo
ingewikkeld met al die kaartjes.
Dat is voor een gewoon mens niet
meer te begrijpen. Ik denk dat het
leren besturen van een automobiel
gemakkelijker gaat dan erachter te
komen hoe het kaartjesstelsel van
de Nederlandse Spoorwegen in
elkaar zit.
Bij het post- en telefoonverkeer
gaat het echter om andere zaken.
De telefoon is weliswaar een middel
om iemand vlug te bereiken, maar
toch ook een Indringer en
onrustbrenger. En het is vooral een
middel dat aanzet tot gemakzucht.
Je pakt even de telefoon om iets te
vragen, te regelen, te
becommentariëren, uiteen te zetten
of wat dan ook. Dat is veel
gemakkelijker dan het op te
schrijven. En hoe hoger de
posttarieven worden denk ik, hoe
minder er zal worden opgeschreven.
Dat lijkt mij een bepaald niet toe te
juichen, verschijnsel integendeel.
De technologische ontwikkeling
draagt bij tot een
cultuurhistorische verarming. Dat
klinkt zeer geleerd, het lijkt wel een
stelling bij een proefschrift of het
onderwerp van een onheilsprofeet,
maar zo moet die uitspraak niet
worden opgevat.
Het toenemend gebruik van
telefonische apparatuur in plaats
van elkaar schrijven betekent dat
over allerlei zaken geen kennis meer
bestaat en later niet zal bestaan. In
verschillende archieven treffen we
uitvoerige correspondenties aan
tussen mensen, die in de
geschiedenis van dit land een rol
hebben gespeeld. Jaren geleden heb
ik in het Kuyperhuis in Den Haag
dagen zitten lezen in brieven van en
aan „Abraham de Geweldige". Uit
die brieven krijg Je een goed beeld
over bepaalde zaken, die zich toen
voordeden en over de mensen die
daarbij betrokken waren. Als
Kuyper ter voorbereiding van het
Volkspetitionnement ledereen had
„langsgebeld" zo wordt dat
genoemd dan hadden we van die
zaak erg weinig afgeweten, dan was
er geen materiaal over en dan had
niemand daar een studie over
kunnen maken.
Onlangs heb ik een paar dagen
doorgebracht in het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis
in Amsterdam. In de studiezaal
zaten enige tientallen mensen,
waarvan verschillende zich
verdiepten in correspondenties
tussen figuren uit de socialistische
beweging uit het begin van deze
eeuw. Een man die naast mij zat
probeerde te weten te komen wat
Karl Kautsky geschreven had, een
enkele keer vroeg hij mij of ik het
handschrift ontcijferen kon. Ik
vroeg mij toen af of over een Jaar of
vijftig daar ook mensen zullen
zitten die zich verdiepen in de
correspondentie tussen Den Uyl en
Van Agt. Is die er? Of deden de
heren alles telefonisch af?
Over dit tijdperk, waarin technisch
alles mogelijk is, zal later
waarschijnlijk minder bekend zijn,
zeker wat betreft de
menselijk-persoonlijke kanten, dan
van vorige perioden.
Het verhogen van de posttarieven
moet ten sterkste worden
afgekeurd. Elke regering die over
'enig cultuurpolitiek inzicht
beschikt, zou Juist die tarieven zo
laag mogelijk moeten houden. Het
gaat niet alleen om de vraag of al
die postbodes wel kunnen worden
betaald en die rode autootjes
zonder verlies door de straten
kunnen rijden. Getelefoneerd wordt
er toch wel, maar hoe staat het met
het gebruik van de Nederlandse
taal als het versturen van een brief
al maar duurder wordt? Steeds
minder mensen gaan dan de moeite
nemen hun gedachten op papier te
zetten, ze bellen wel even.
Volgens mij houdt deze meer
centen opleverende maatregel een
ernstige verarming in. Maar
ongerustheid over de taal heb ik
mevrouw de staatssecretaris nog
niet horen uiten. Politici vertellen
nu eenmaal nooit hoe het ervoor
staat, ze blijven liever populair. En
zo kunnen we dan drs. N.
Smit-Kroes over enige tijd in het
programma Sterrenslag op het
televisiescherm in een kano zien
varen, in een watergevecht
gewikkeld met andere lolbroeken.
Wie denkt er dan nog aan die
vervelende tarieven?
door Herbarl Ruitenberg
Het Interkerkelijk Vredesbe
raad brengt Jaarlijks een
flinke hoeveelheid goed ver
zorgd discussiemateriaal uit
En het neemt standpunten
ln. Zo worden nu vrij drasti
sche stappen aanbevolen om
de bewapeningswedloop al
te remmen en tot stilstand te
brengen. De voorstellen ko
men neer op eenzijdige af
schaffing van kernwapens.
8preken over de bewapening roept
grote emoties op. Bewapenen of
ontwapenen doet men nu een
maal niet voor de aardigheid maar
omdat men bang is. In de discussie
is het daarom van groot belang dat
men enig vertrouwen heeft in het
standpunt van de discussiepartner.
Heeft hij duidelijke maatstaven die
onpartijdig gehanteerd worden, als
basis voor nieuwe rechtsvorming?
Hoe komt het dat het IKV in één
verband samenwerkt met de CPN
en het comité „Stop de Neutronen
bom"? Deze groepen richten zich
V. Henkei: „De volledige schei-
ng tussen kerk en staat, zoals
Ize gecodificeerd is in de USA, de
anse republiek en de USSR, heeft
or alle betrokkenen bevrijdend
werkt" <R.U.-Utrecht).
iferi F. W. M. van Heugten: „Het
tbreken van een Nederlands cul-
urbeleld bij de Nederlandse over-
ld is te wijten aan de ongeïnteres-
rdheid en onbekwaamheid van
verantwoordelijke personen op
betreffende ministeries" (R.U.-
onlngen)
Moolenaar: „Loondienst voor
jothekers blijft de enige waar-
:g, dat commercieel handelen, in
|zin van streven naar omzetverho-
achterwege blijft (R.U.-Gro-
Igen).
■ouw J. van Doorne-Huiskes:
anneer in een congresachtige, ro-
ige, doch Intellectuele sfeer de
ïclusie wordt getrokken dat 'de'
leiders vervreemd zijn van hun
rk en van zich zelf, terwijl buiten
de zon bouwvakkers fluitend hun
doen, lijkt het raadzaam de
ln d lag wie nu precies vervreemdend
ran wat opnieuw te stellen" (R.U.-
echt),
len.
r H. J. Neuman
igenen die mij kennen weten
lt de aanvaarding van blaam niet
eigenschap is waarom ik In de
schiedenls bekend zal staan",
■t deze zelfspot deed Henry Kis-
T®r In zijn rede te Brussel op 1
tember jl. het feit af dat hijzelf,
I voordat hij Amerikaans mi-
ter van buitenlandse zaken
rd maar ook nog geruime tijd
araa, had bijgedragen tot het on-
r woorden brengen van strategi
st theorieën die hij nu met onge-
»M felheid aanviel.
telfde Kissinger, die vroeger al-
d zei: „Wat is In vredesnaam het
t van nucleaire superioriteit?
't kun je ermee uitrichten? Wie
n me dat zeggen?", pleitte nu
or de snelle aanmaak van inter-
Inentale raketten, die zo zijn
ontworpen dat zij vooral de zenuw
centra van de vijandelijke nucleai
re strijdmacht kunnen treffen. In
het jargon van de strategen heet dit
de opbouw van een „counterforce"
vermogen. Het staat in tegenstel
ling tot het „countervalue" of
„countercity" vermogen, waarmee
men het vooral heeft gemunt op de
bevolkingscentra van de tegen
stander.
Dezelfde Kissinger, die vroeger
aan de tafel van de NAVO-raad in
Brussel de „magische woorden"
uitsprak dat de bondgenoten vol
komen konden rekenen op de on
verminderde waarborg van Ameri
ka voor de veiligheid van Europa,
riep nu de Westeuropese leiders op
mee te werken aan de opstelling
van nieuwe kernwapens voor de
middellange afstand op hun conti
nent. Nieuwe kernwapens met ook
weer een „counterforce" vermo
gen. En dat alles omdat het niet
„realistisch" meer is van de Ameri
kaanse president te verwachten
dat hij op een beperkte bedreiging
van de Europese bondgenoten door
de Sowjet Unie zal antwoorden met
een grootschalige strategisch-nu-
cleaire actie.
Reeds nu is ook of misschien
vooral in Nederland de discussie
gaande over de modernisering van
kernwapens voor de middellange
afstand in Europa, d.w.z. van wa
pens waarmee men beheerste nu
cleaire slagen kan uitvoeren tegen
doelen in de Sowjet Unie. Het gaat
in hoofdzaak om drie vragen: is die
modernisering überhaupt nodig?;
kan het probleem als het er een
is niet langs de weg van onder
handelingen worden opgelost?; en:
over welke aantallen spreken we
nu eigenlijk?
Het is mijn opvatting dat deze mo
dernisering inderdaad nodig is en
dat we er niet alleen door onder
handelingen uit kunnen komen. De
redenen daarvoor zijn betrekkelijk
simpel: om de Amerikaanse presi
dent een reeks onmenselijke dilem
ma's te besparen (bij het minste
falen van de conventionele verde
diging in Europa op de rode knop
drukken) en om de Europeanen de
zekerheid te geven dat er geen on
overbrugbare kloof gaapt tussen
het Europese gevechtsveld en het
strategische nucleaire arsenaal
van de Verenigde Staten is de
handhaving van het vermogen om
vanuit Europa (maar met Ameri
kaanse wapens) beheerste nucleai
re slagen uit te voeren tegen doelen
in de Sowjet Unie van de grootste
betekenis.
Dat vermogen is aanwezig in.de
vorm van vliegtuigen: 156 toestel
len van het type F-lll die zijn ge
stationeerd in Groot-Brittannië en
60 toestellen van de typen A-6E en
A-7E die zich bevinden aan boord
van Amerikaanse vliegdekschepen
in de Middellandse Zee. Het loopt
thans echter van twee kanten ge
vaar. Ten eerste is de luchtverdedi
ging van het Warschau Pact de
laatste tijd dusdanig versterkt dat
het telkens twijfelachtiger wordt
of de vliegtuigen hun doel nog wel
kunnen bereiken. En vervolgens lo
pen de vliegtuigen een steeds gro
tere kans op hun bases (of, in het
geval van de A-6E en de A-7E, mét
hun bases) te worden vernietigd.
Het belang van dit laatste punt, dat
van de kwetsbaarheid, wordt nog
versterkt door de opstelling in de
Sowjet Unie van nieuwe, mobiele
en uiterst trefzekere atoomraket
ten die elke uithoek van West-Eu
ropa kunnen treffen: de vermaarde
of beruchte SS-20. Volgens de
schattingen zijn er nu zo'n 100 120
operationeel, terwijl er per jaar 40
a 50 worden bijgebouwd.
Omdat het probleem van de NAVO
slechts ten dele wordt veroorzaakt
door de SS-20 en voor het overige
door de tactische en technische
veroudering van de eigen syste
men, valt niet aan te nemen dat het
uitsluitend aan de conferentietafel
kan worden opgelost. Aan een ze
kere modernisering los van
eventuele onderhandelingen in het
kader van SALT-III valt niet te
ontkomen. In de praktijk wil dat
zeggen dat er over een jaar of wat
in West-Europa een verbeterde ver
sie van de Pershing-raket zal ver
schijnen en een betrekkelijk nieuw
wapen: het vanaf de grond gelan
ceerde kruisvluchtwapen (Ground-
Launched Cruise Missile of
GLCM). Dc maritieme versie van
dit kruisvluchtwapen (Sea-Laun-
chcd Cruise Missile of SLCM)
Schijnt door de NAVO-deskundi-
gen te zijn verworpen.
Betekent dit dat onderhandelingen
overbodig zijn? Juist niet. De
NAVO zal onderhandelingen met
het Warschau Pact met kracht
moeten nastreven, ten eerste, om
de overzijde duidelijk te maken dat
ze de hier beschreven optie abso
luut nodig heeft (tenzij haar leden
én de Sowjet Unie de voorkeur ge
ven aan Europese nucleaire onder
onsjes, c.q. aan een Westduitse
kernmacht); en vervolgens om te
voorkomen dat de opstelling van
de SS-20 en de modernisering van
de NAVO-wapens voor de middel
lange afstand ontaardt in een re
gionale bewapeningswedloop.
Vandaar dat het van belang is nog
eens duchtig te kijken naar de aan
tallen waar het hier om gaat.
Kissinger had het In Brussel over
een „imbalance" tussen de wapens
voor de middellange afstand van
het Warschau Pact en die van de
NAVO. In een analyse die is toege
voegd aan de jongste uitgave van
„The Military Balance" wordt een
poging gedaan aan te tonen dat het
met die „imbalance" nogal los
loopt. Alle in aanmerking komende
wapens worden bij elkaar opgeteld
en vermenigvuldigd met het aantal
kernladingen dat ieder wapen kan
meevoeren; en het verkregen totaal
wordt dan gecorrigeerd wegens
vermoedelijke kwetsbaarheid, ge
brek aan paraatheid, verminderd
penetratievermogen e.d. Dan blijkt
dat het Warschau Pact 1209 doelen
zal kunnen raken in West-Europa
en de NAVO 1065 doelen in Oost-
Europa. Maar bij dit NAVO-totaal
zijn dan ook alle systemen van
Frankrijk en Engeland (met inbe
grip van de verouderde Vulcan-
bom men werpers), alsmede 300
kernladingen van de aan SACEUR
toegewezen Poseidons (onderzee
boten) inbegrepen. Of dit allemaal
terecht is, valt te betwijfelen. Maar
het zou mij een goede bijdrage van
Nederland in de NAVO lijken er
naar te streven dat de .modernise
ring" van de middeiiange-afstand-
wapens niet leidt tot een numerie
ke uitbreiding.
uitsluitend tegen de bewapening
van het westen en hebben dus geen
principiële bezwaren tegen bewape
ning. Het comité „8top de N-bom"
heeft het zelfs zo bont gemaakt dat
op enkele manifestaties officiële
vertegenwoordigers van de USSR
steun aan de campagne gaven, zon
der dat deze duidelijk maakten ook
gewerkt te hebben tegen de bewa
pening ln eigen land.
De ook ln Trouw zonder enige kriti
sche noot vermelde fietstocht tegen
de N-bom ging op 1 september langs
een „anti-oorlogsdemonstratle" ln
West-Dultsland, die vanuit de hoek
van de Duitse communistische par
tij was georganiseerd ter gelegen
heid van de herdenking van de
Duitse Inval in Polen ln 1939. De
fietstocht ging verder naar Praag,
met toestemming van de autoritei
ten aldaar, dit in schril contrast tot
een eerdere groep pacifisten die een
demonstratieve bustocht van Brus
sel naar Warschau wilde maken
maar bij de muur ln Berlijn werd
tegengehouden. Deze actie werd in
Nederland georganiseerd door de
werkgroep voor Ecologie, Pacifisme
en Socialisme (WEPS).
In Oost-Europa is men kennelijk
alleen gesteld op groepen die eenzij
dige ontwapening van het Westen
vragen. Hoe kan het IKV samen
werken met de eerste genoemde
groep waarvan de principiële ont-
wapjnlngsgezindheid zo ln twijfel
kan worden getrokken? Er worden
deze groep niet eens ln het open
baar hierover vragen gesteld.
Afremmen
Deze kritische vragen mogen er ech
ter niet toe leiden, dat het drukwerk
van het IKV, uitgegeven ter gele
genheid van de vredesweek 1979,
maar ongelezen blijft. De kernwa
penwedloop is te gevaarlijk om niet
nauwkeurig na te gaan welke ge
dachten het IKV heeft om deze tot
stilstand te brengen, of althans af te
remmen.
Daarnaast verdiept het IKV aan
dacht omdat het van een aantal
kerken uitgaat en dus breed is sa
mengesteld. Al hebben de kerken
voor de publikaties vaö het materi
aal geen rechtstreekse aansprake
lijkheid, ze nemen er wel een zekere
verantwoordelijkheid voor. Het be
langrijkste is echter dat ln het ma
teriaal van het IKV wel degelijk
aanknopingspunten te binden zijn
om het IKV enig vertrouwen te
schenken.
Welke zijn die punten? Het belang
rijkste is het standpunt over de
eenzijdige stappen die naar de me
ning van het IKV gedaan moeten
worden op het gebied van de kern
bewapening. Het is ln de Vredes
krant 1979 moeilijk te vinden, maar
hier ls het: „Het IKV-voorstel denkt
in fasen en richt zich daarbij op
West en Oost. Het voorstel van het
IKV beoogt dus niet een algehele
eenzijdige ontwapening van het
Westen. Het beoogt door middel
van het zetten van eerste ontwape
ningsstappen per land een ontwa
peningsproces op gang te brengen
waaraan landen deelnemen uit
Oost en West De bereidheid tot
eenzijdige stappen acht het IKV.
gezien de treurige resultaten van
tientallen Jaren „gelljk-oversteken-
polltlek" een morele verplichting.
De besluitvorming ln de eerste fase
vindt plaats op nationale basis. In
volgende fasen neemt het element
toe van afneming of stappen die
reeds door anderen (uit Oost en
West) zijn aangekondigd of gezet".
De bedoeling hiervan ls dat duide
lijke tekenen van goede wil gegeven
worden die toch geen fundamentele
aantasting van de eigen veiligheid
betekenen, in de hoop dat in het
land van de tegenstander soortgelij
ke ontwikkelingen ontstaan.
Steunen
Een ander punt betreft Nederlandse
activiteiten ln het buitenland. „Ne
derland zou bij voorbeeld ln andere
landen regeringen, organisaties en
politieke groepen kunnen onder
steunen die voor een concrete ont-
wapeningspolitiek van hun eigen
land ijveren. Het beste fundament
waarop dat zou kunnen gebeuren ls
door zelf het voorbeeld te geven
Het IKV verwacht niet dat zijn
aanpak meteen en direct van posi
tieve Invloed zal zijn op de politici
ln andere landen. Maar wel Indirect,
voor zover het Nederlandse beleid
de Interne oppositie tegen het be-
wapeningsbeleid van andere landen
versterkt. We kunnen hier de verge
lijking maken met steun aan de
armste "groeperingen ln bepaalde
ontwikkelingslanden Een kriti
sche houding zou de Nederlandse
regering (moeten) Innemen ln al die
gevallen waarin regeringen hun bin
nenlandse oppositie tegen de bewa
peningspolitiek niet serieus
nemen".
Kortom, het IKV ziet het kernwa-
penvrij maken van Nederland ook
als middel om ln andere landen
langs Indirecte weg ontwapenings-
atappen los te weken en als bemoe
diging van groepen aldaar. Dat dit
niet alleen maar mooie voornemens
zljU blijkt uit het werk van het IKV
in West- en Oost-Dultsland. Zo ls er
overleg geweest met een synodale
werkgroep van de Evangelische.
Kirche. classis Recklinghausen in
West Duitsland. Daaruit kwam een
verklaring voort: „Het vormgeven
aan een vredespolitiek betekent
voor ons minstens twee dingen. 1.
het bevorderen van een goede ver
standhouding tussen groepen en
volkeren (het thema van de verzoe
ning), 2. het streven naar een zo laag
mogelijk niveau van bewapening."
In de DDR wordt o.a. door voor
aanstaande politici de vraag ge
steld of de Bondrepubliek niet moet
afzien van de Installering van raket
ten voor de middellange afstand,
als antwoord op de Russische SS-20
raketten
Na vermelding van het IKV-lnltia-
tief Inzake kernwapens: „Deze bel
de Initiatieven willen een nieuw ge
sprek tussen de volkeren van oost
en west op gang brengen; een ge
sprek dat tot politieke ontspanning
en tot toenadering op vele terreinen
moet leiden".
Het IKV heeft verder gesproken
met de projectgroep Vredesvraag
stukken van de Evangelische Kerk
ln Oost-Duitsland. Deze stelt. „De
grote nadruk op „militaire opvoe
ding", alom ln ons maatschappelijk
bestaan, verduistert het zicht op de
noodzaak van een omvangrijk ont
wapeningsproces. Het ongenuan
ceerde denken ln vriend-vljand-
schema's en de daarop gebaseerde
opvoedlng-tot-haat ondermijnt psy
chologisch de mogelijke kansen op
ontwapening. Positieve gevoelens
tegenover het soldatenleven wor
den gestimuleerd. Wat betekent dat
een ontwapeningsopvoeding?"
In het contact met de Evangelische
Kirche ln Oost-Duitsland zijn plan
nen ontstaan om „een tentoonstel
ling te maken over de bewapenings
wedloop en de wijze waarop er in
onze landen op gereageerd wordt.
Deze tentoonstelling ls bestemd om
te circuleren langs plaatselijke ker
ken en groepen, zowel in de DDR
als in Nederland."
Brief
Andere punten die vertrouwen
schenken: een brief van 20 Juli 1979
aan de Russische ambassadeur in
Den Haag. Daarin wordt er op gewe
zen dat de USSR het werk van een
vredesbeweging ln West-Europa da
nig bemoeilijkt door de wijze waar
op zij voortgaat de kern-wapenwed-
loop ln Europa te stimuleren. In een
gesprek wil het IKV zijn bezwaren
graag nader uiteen zetten, aldus de
brief. De CPN-achtergrond van het
'comité „Stop de N-bom" wordt niet
verzwegen, evenmin als de gevolgen
van de Noordkoreaanse inval ln
Zuld-Korea voor het op gang ko
men van de bewapeningswedloop ln
Europa.
Helaas staat daar weer veel tegen
over dat wantrouwen oproept. Zo
zijn er dit Jaar drie brochures
verschenen, waarin gedetailleerd de
Amerikaanse en Nederlandse wa
pen- en kernwapenindustrie wordt
beschreven, terwijl geen enkele In
formatie werd gegeven over het
functioneren van de bewapenings
industrie en de daaraan verbonden
belangen in Oost Europa. De IKV-
groep die Oost Duitsland bezocht
vroeg aan de gesprekspartners:
„Met alle respect voor jullie vor
mingsactiviteiten op vredesgebied,
maar is het mogelijk in een 'com
munistische' samenleving, waarin
de politieke machtsvraag wél ls op
gelost. waar alle macht in handen
van één groepering ligt, nog wezen
lijke correcties aan te brengen." Is
dat een „oplossing" van „de
machtsvraag? Het monopoliseren
van politieke macht en het onder
drukken van alle vormen van poli
tieke oppositie? Waarom vermijdt
het IKV niet zorgvuldig elk denken
in termen van totalitaire machten?
Op de pagina voor Jongeren staan
merkwaardige teksten als: „Nou
weet ik niet of Je wel eens Russen
gezien hebt. Ze lijken ln ieder geval
helemaal niet op die schurken van
de televisie. Als Je ze tegenkomt,
blijken het hele gewone mensen te
zijn zoals er in Nederland zo'n 13
14 miljoen rondlopen."
Waarom deze onpolltiserende taal?
Zijn Stalin. Van Agt. Boekowskl,
8teve Biko, Hitler, ook allemaal
maar „gewone mensen"? Of zijn er
toch kleine verschillen tussen hun
ideeën? Liggen de voornaamste ver
schillen tussen de landen niet in de
manier waarop binnenlandse con
flicten tot uiting komen en verhe
vigd kunnen worden?
In de Vredeskrant "79 ontbreekt een
verwijzing naar de reden waarom ln
geen enkel Oosteuropees land een
vredesbeweging bestaat die tegen
de eigen bewapening ln het geweer
kan komen: het feit dat de demo
cratische rechten (vrijheid van kri
tiek, vrijheid van stencilmachine,
vrijheid van organisatie) ln ver
gaande mate ontbreken. Er zijn nog
meer punten te noemen, die zeer
kritische lezing vereisen.
BIJ alle noodzakelijke kritische vra
gen waarop het IKV moet reageren,
is het toch nodig de discussie aan te
gaan. Onder de onderwerpen die
het IKV aantrekt zijn vooral van
belang het bestuderen van beperkte
eenzijdige ontwapeningsstappen en
het stimuleren en krachtig onder
steunen van vredesgroepen ln het
buitenland die kritisch staan tegen
over hun eigen regering, vooral ln
landen waar die groepen nog niet
bestaan.