'elke aantallen moderniseren? Schrijven Van Agt en Den Uyl elkaar wel eens? a Toch maar naar het IKV luisteren Een handleiding bij het lezen van de Vredeskrant '79 Zogezegd logezegd V Jj! UOAl ,G 14 SEPTEMBER 1979 TROUW/KWARTET P 13 - RHS 15 joor Koos van Werlngh ,'og boeiender dan mevrouw de 'X taatssecretaris drs. N. Smit-Kroes elf zijn haar tarieven. De vorige reek was zij ermee in het nieuws, oals u gelezen zult hebben. Half anuari 1980 gaan de tarieven voor ~|iet postverkeer met vijf cent imhoog. Een brief gaat dan zestig jent kosten. Om het gemor laartegen al bij voorbaat de kop In i drukken is tegelijkertijd een erlaging van de telefoontarieven in et vooruitzicht gesteld, dat wil gen dat het tljdstarief wordt laagd van zestien naar veertien at. Maar dat geldt dan alleen iar meer voor het zg. lokale bied. Dat is nu anders. Nu kun Je g voor zestien cent onbeperkt Uen in wat het basisgebied noemd wordt, maar na half nuari gaat daarvoor een slimiet gelden: veertien cent per f minuten. Het lijkt mij, al met al, jogzeer de vraag of het telefoneren koper wordt, zoals mevrouw de aatssecretarls in een toelichting tsuggereerd heeft. het nieuwste telefoonboek, de litie 1979/80, staat dat ik vanuit de ctor Amsterdam tegen isistarief, dat is „zestien cent Delang u ook belt", kan praten met ensen in Haarlem, Zaandam, urmerend, Almere, Weesp en Llthoorn. Na half Januari kan dat et meer, dan kan ik alleen nog, lelang ik ook bel, in Amsterdam lf terecht. Bellen naar iemand in 1 n van de hier genoemde plaatsen at dan veertien cent per vijf Inuten kosten. Voor nsterdammers die hun familie bben zien afreizen naar Almere n dat dus nog aardig oplopen. Als een lang gesprek willen voeren a, dl uden ze misschien goedkoper te en met de bus naar de polder innen gaan maar laat nu net de "as van mevrouw Smit-Kroes, Jnheer de minister Tuijnman, een rhoging van de bustarieven bben aangekondigd. Ministers n verkeer en waterstaat laten rkelijk niets achterwege om de oor. aantrekkelijkheid van het reizen met het openbaar vervoer te vergroten. Die tarieven voor het openbaar vervoer laat ik nu even voor wat ze zijn, of, wat de minister betreft, worden. De gevolgen van zo'n verhoging zijn min of meer te overzien. Elke keer weer zullen andere groepen mensen het besluit nemen een auto aan te schaffen, omdat het nu echt te gek wordt met die prijzen. En die trein is toch al zo ingewikkeld met al die kaartjes. Dat is voor een gewoon mens niet meer te begrijpen. Ik denk dat het leren besturen van een automobiel gemakkelijker gaat dan erachter te komen hoe het kaartjesstelsel van de Nederlandse Spoorwegen in elkaar zit. Bij het post- en telefoonverkeer gaat het echter om andere zaken. De telefoon is weliswaar een middel om iemand vlug te bereiken, maar toch ook een Indringer en onrustbrenger. En het is vooral een middel dat aanzet tot gemakzucht. Je pakt even de telefoon om iets te vragen, te regelen, te becommentariëren, uiteen te zetten of wat dan ook. Dat is veel gemakkelijker dan het op te schrijven. En hoe hoger de posttarieven worden denk ik, hoe minder er zal worden opgeschreven. Dat lijkt mij een bepaald niet toe te juichen, verschijnsel integendeel. De technologische ontwikkeling draagt bij tot een cultuurhistorische verarming. Dat klinkt zeer geleerd, het lijkt wel een stelling bij een proefschrift of het onderwerp van een onheilsprofeet, maar zo moet die uitspraak niet worden opgevat. Het toenemend gebruik van telefonische apparatuur in plaats van elkaar schrijven betekent dat over allerlei zaken geen kennis meer bestaat en later niet zal bestaan. In verschillende archieven treffen we uitvoerige correspondenties aan tussen mensen, die in de geschiedenis van dit land een rol hebben gespeeld. Jaren geleden heb ik in het Kuyperhuis in Den Haag dagen zitten lezen in brieven van en aan „Abraham de Geweldige". Uit die brieven krijg Je een goed beeld over bepaalde zaken, die zich toen voordeden en over de mensen die daarbij betrokken waren. Als Kuyper ter voorbereiding van het Volkspetitionnement ledereen had „langsgebeld" zo wordt dat genoemd dan hadden we van die zaak erg weinig afgeweten, dan was er geen materiaal over en dan had niemand daar een studie over kunnen maken. Onlangs heb ik een paar dagen doorgebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. In de studiezaal zaten enige tientallen mensen, waarvan verschillende zich verdiepten in correspondenties tussen figuren uit de socialistische beweging uit het begin van deze eeuw. Een man die naast mij zat probeerde te weten te komen wat Karl Kautsky geschreven had, een enkele keer vroeg hij mij of ik het handschrift ontcijferen kon. Ik vroeg mij toen af of over een Jaar of vijftig daar ook mensen zullen zitten die zich verdiepen in de correspondentie tussen Den Uyl en Van Agt. Is die er? Of deden de heren alles telefonisch af? Over dit tijdperk, waarin technisch alles mogelijk is, zal later waarschijnlijk minder bekend zijn, zeker wat betreft de menselijk-persoonlijke kanten, dan van vorige perioden. Het verhogen van de posttarieven moet ten sterkste worden afgekeurd. Elke regering die over 'enig cultuurpolitiek inzicht beschikt, zou Juist die tarieven zo laag mogelijk moeten houden. Het gaat niet alleen om de vraag of al die postbodes wel kunnen worden betaald en die rode autootjes zonder verlies door de straten kunnen rijden. Getelefoneerd wordt er toch wel, maar hoe staat het met het gebruik van de Nederlandse taal als het versturen van een brief al maar duurder wordt? Steeds minder mensen gaan dan de moeite nemen hun gedachten op papier te zetten, ze bellen wel even. Volgens mij houdt deze meer centen opleverende maatregel een ernstige verarming in. Maar ongerustheid over de taal heb ik mevrouw de staatssecretaris nog niet horen uiten. Politici vertellen nu eenmaal nooit hoe het ervoor staat, ze blijven liever populair. En zo kunnen we dan drs. N. Smit-Kroes over enige tijd in het programma Sterrenslag op het televisiescherm in een kano zien varen, in een watergevecht gewikkeld met andere lolbroeken. Wie denkt er dan nog aan die vervelende tarieven? door Herbarl Ruitenberg Het Interkerkelijk Vredesbe raad brengt Jaarlijks een flinke hoeveelheid goed ver zorgd discussiemateriaal uit En het neemt standpunten ln. Zo worden nu vrij drasti sche stappen aanbevolen om de bewapeningswedloop al te remmen en tot stilstand te brengen. De voorstellen ko men neer op eenzijdige af schaffing van kernwapens. 8preken over de bewapening roept grote emoties op. Bewapenen of ontwapenen doet men nu een maal niet voor de aardigheid maar omdat men bang is. In de discussie is het daarom van groot belang dat men enig vertrouwen heeft in het standpunt van de discussiepartner. Heeft hij duidelijke maatstaven die onpartijdig gehanteerd worden, als basis voor nieuwe rechtsvorming? Hoe komt het dat het IKV in één verband samenwerkt met de CPN en het comité „Stop de Neutronen bom"? Deze groepen richten zich V. Henkei: „De volledige schei- ng tussen kerk en staat, zoals Ize gecodificeerd is in de USA, de anse republiek en de USSR, heeft or alle betrokkenen bevrijdend werkt" <R.U.-Utrecht). iferi F. W. M. van Heugten: „Het tbreken van een Nederlands cul- urbeleld bij de Nederlandse over- ld is te wijten aan de ongeïnteres- rdheid en onbekwaamheid van verantwoordelijke personen op betreffende ministeries" (R.U.- onlngen) Moolenaar: „Loondienst voor jothekers blijft de enige waar- :g, dat commercieel handelen, in |zin van streven naar omzetverho- achterwege blijft (R.U.-Gro- Igen). ■ouw J. van Doorne-Huiskes: anneer in een congresachtige, ro- ige, doch Intellectuele sfeer de ïclusie wordt getrokken dat 'de' leiders vervreemd zijn van hun rk en van zich zelf, terwijl buiten de zon bouwvakkers fluitend hun doen, lijkt het raadzaam de ln d lag wie nu precies vervreemdend ran wat opnieuw te stellen" (R.U.- echt), len. r H. J. Neuman igenen die mij kennen weten lt de aanvaarding van blaam niet eigenschap is waarom ik In de schiedenls bekend zal staan", ■t deze zelfspot deed Henry Kis- T®r In zijn rede te Brussel op 1 tember jl. het feit af dat hijzelf, I voordat hij Amerikaans mi- ter van buitenlandse zaken rd maar ook nog geruime tijd araa, had bijgedragen tot het on- r woorden brengen van strategi st theorieën die hij nu met onge- »M felheid aanviel. telfde Kissinger, die vroeger al- d zei: „Wat is In vredesnaam het t van nucleaire superioriteit? 't kun je ermee uitrichten? Wie n me dat zeggen?", pleitte nu or de snelle aanmaak van inter- Inentale raketten, die zo zijn ontworpen dat zij vooral de zenuw centra van de vijandelijke nucleai re strijdmacht kunnen treffen. In het jargon van de strategen heet dit de opbouw van een „counterforce" vermogen. Het staat in tegenstel ling tot het „countervalue" of „countercity" vermogen, waarmee men het vooral heeft gemunt op de bevolkingscentra van de tegen stander. Dezelfde Kissinger, die vroeger aan de tafel van de NAVO-raad in Brussel de „magische woorden" uitsprak dat de bondgenoten vol komen konden rekenen op de on verminderde waarborg van Ameri ka voor de veiligheid van Europa, riep nu de Westeuropese leiders op mee te werken aan de opstelling van nieuwe kernwapens voor de middellange afstand op hun conti nent. Nieuwe kernwapens met ook weer een „counterforce" vermo gen. En dat alles omdat het niet „realistisch" meer is van de Ameri kaanse president te verwachten dat hij op een beperkte bedreiging van de Europese bondgenoten door de Sowjet Unie zal antwoorden met een grootschalige strategisch-nu- cleaire actie. Reeds nu is ook of misschien vooral in Nederland de discussie gaande over de modernisering van kernwapens voor de middellange afstand in Europa, d.w.z. van wa pens waarmee men beheerste nu cleaire slagen kan uitvoeren tegen doelen in de Sowjet Unie. Het gaat in hoofdzaak om drie vragen: is die modernisering überhaupt nodig?; kan het probleem als het er een is niet langs de weg van onder handelingen worden opgelost?; en: over welke aantallen spreken we nu eigenlijk? Het is mijn opvatting dat deze mo dernisering inderdaad nodig is en dat we er niet alleen door onder handelingen uit kunnen komen. De redenen daarvoor zijn betrekkelijk simpel: om de Amerikaanse presi dent een reeks onmenselijke dilem ma's te besparen (bij het minste falen van de conventionele verde diging in Europa op de rode knop drukken) en om de Europeanen de zekerheid te geven dat er geen on overbrugbare kloof gaapt tussen het Europese gevechtsveld en het strategische nucleaire arsenaal van de Verenigde Staten is de handhaving van het vermogen om vanuit Europa (maar met Ameri kaanse wapens) beheerste nucleai re slagen uit te voeren tegen doelen in de Sowjet Unie van de grootste betekenis. Dat vermogen is aanwezig in.de vorm van vliegtuigen: 156 toestel len van het type F-lll die zijn ge stationeerd in Groot-Brittannië en 60 toestellen van de typen A-6E en A-7E die zich bevinden aan boord van Amerikaanse vliegdekschepen in de Middellandse Zee. Het loopt thans echter van twee kanten ge vaar. Ten eerste is de luchtverdedi ging van het Warschau Pact de laatste tijd dusdanig versterkt dat het telkens twijfelachtiger wordt of de vliegtuigen hun doel nog wel kunnen bereiken. En vervolgens lo pen de vliegtuigen een steeds gro tere kans op hun bases (of, in het geval van de A-6E en de A-7E, mét hun bases) te worden vernietigd. Het belang van dit laatste punt, dat van de kwetsbaarheid, wordt nog versterkt door de opstelling in de Sowjet Unie van nieuwe, mobiele en uiterst trefzekere atoomraket ten die elke uithoek van West-Eu ropa kunnen treffen: de vermaarde of beruchte SS-20. Volgens de schattingen zijn er nu zo'n 100 120 operationeel, terwijl er per jaar 40 a 50 worden bijgebouwd. Omdat het probleem van de NAVO slechts ten dele wordt veroorzaakt door de SS-20 en voor het overige door de tactische en technische veroudering van de eigen syste men, valt niet aan te nemen dat het uitsluitend aan de conferentietafel kan worden opgelost. Aan een ze kere modernisering los van eventuele onderhandelingen in het kader van SALT-III valt niet te ontkomen. In de praktijk wil dat zeggen dat er over een jaar of wat in West-Europa een verbeterde ver sie van de Pershing-raket zal ver schijnen en een betrekkelijk nieuw wapen: het vanaf de grond gelan ceerde kruisvluchtwapen (Ground- Launched Cruise Missile of GLCM). Dc maritieme versie van dit kruisvluchtwapen (Sea-Laun- chcd Cruise Missile of SLCM) Schijnt door de NAVO-deskundi- gen te zijn verworpen. Betekent dit dat onderhandelingen overbodig zijn? Juist niet. De NAVO zal onderhandelingen met het Warschau Pact met kracht moeten nastreven, ten eerste, om de overzijde duidelijk te maken dat ze de hier beschreven optie abso luut nodig heeft (tenzij haar leden én de Sowjet Unie de voorkeur ge ven aan Europese nucleaire onder onsjes, c.q. aan een Westduitse kernmacht); en vervolgens om te voorkomen dat de opstelling van de SS-20 en de modernisering van de NAVO-wapens voor de middel lange afstand ontaardt in een re gionale bewapeningswedloop. Vandaar dat het van belang is nog eens duchtig te kijken naar de aan tallen waar het hier om gaat. Kissinger had het In Brussel over een „imbalance" tussen de wapens voor de middellange afstand van het Warschau Pact en die van de NAVO. In een analyse die is toege voegd aan de jongste uitgave van „The Military Balance" wordt een poging gedaan aan te tonen dat het met die „imbalance" nogal los loopt. Alle in aanmerking komende wapens worden bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met het aantal kernladingen dat ieder wapen kan meevoeren; en het verkregen totaal wordt dan gecorrigeerd wegens vermoedelijke kwetsbaarheid, ge brek aan paraatheid, verminderd penetratievermogen e.d. Dan blijkt dat het Warschau Pact 1209 doelen zal kunnen raken in West-Europa en de NAVO 1065 doelen in Oost- Europa. Maar bij dit NAVO-totaal zijn dan ook alle systemen van Frankrijk en Engeland (met inbe grip van de verouderde Vulcan- bom men werpers), alsmede 300 kernladingen van de aan SACEUR toegewezen Poseidons (onderzee boten) inbegrepen. Of dit allemaal terecht is, valt te betwijfelen. Maar het zou mij een goede bijdrage van Nederland in de NAVO lijken er naar te streven dat de .modernise ring" van de middeiiange-afstand- wapens niet leidt tot een numerie ke uitbreiding. uitsluitend tegen de bewapening van het westen en hebben dus geen principiële bezwaren tegen bewape ning. Het comité „8top de N-bom" heeft het zelfs zo bont gemaakt dat op enkele manifestaties officiële vertegenwoordigers van de USSR steun aan de campagne gaven, zon der dat deze duidelijk maakten ook gewerkt te hebben tegen de bewa pening ln eigen land. De ook ln Trouw zonder enige kriti sche noot vermelde fietstocht tegen de N-bom ging op 1 september langs een „anti-oorlogsdemonstratle" ln West-Dultsland, die vanuit de hoek van de Duitse communistische par tij was georganiseerd ter gelegen heid van de herdenking van de Duitse Inval in Polen ln 1939. De fietstocht ging verder naar Praag, met toestemming van de autoritei ten aldaar, dit in schril contrast tot een eerdere groep pacifisten die een demonstratieve bustocht van Brus sel naar Warschau wilde maken maar bij de muur ln Berlijn werd tegengehouden. Deze actie werd in Nederland georganiseerd door de werkgroep voor Ecologie, Pacifisme en Socialisme (WEPS). In Oost-Europa is men kennelijk alleen gesteld op groepen die eenzij dige ontwapening van het Westen vragen. Hoe kan het IKV samen werken met de eerste genoemde groep waarvan de principiële ont- wapjnlngsgezindheid zo ln twijfel kan worden getrokken? Er worden deze groep niet eens ln het open baar hierover vragen gesteld. Afremmen Deze kritische vragen mogen er ech ter niet toe leiden, dat het drukwerk van het IKV, uitgegeven ter gele genheid van de vredesweek 1979, maar ongelezen blijft. De kernwa penwedloop is te gevaarlijk om niet nauwkeurig na te gaan welke ge dachten het IKV heeft om deze tot stilstand te brengen, of althans af te remmen. Daarnaast verdiept het IKV aan dacht omdat het van een aantal kerken uitgaat en dus breed is sa mengesteld. Al hebben de kerken voor de publikaties vaö het materi aal geen rechtstreekse aansprake lijkheid, ze nemen er wel een zekere verantwoordelijkheid voor. Het be langrijkste is echter dat ln het ma teriaal van het IKV wel degelijk aanknopingspunten te binden zijn om het IKV enig vertrouwen te schenken. Welke zijn die punten? Het belang rijkste is het standpunt over de eenzijdige stappen die naar de me ning van het IKV gedaan moeten worden op het gebied van de kern bewapening. Het is ln de Vredes krant 1979 moeilijk te vinden, maar hier ls het: „Het IKV-voorstel denkt in fasen en richt zich daarbij op West en Oost. Het voorstel van het IKV beoogt dus niet een algehele eenzijdige ontwapening van het Westen. Het beoogt door middel van het zetten van eerste ontwape ningsstappen per land een ontwa peningsproces op gang te brengen waaraan landen deelnemen uit Oost en West De bereidheid tot eenzijdige stappen acht het IKV. gezien de treurige resultaten van tientallen Jaren „gelljk-oversteken- polltlek" een morele verplichting. De besluitvorming ln de eerste fase vindt plaats op nationale basis. In volgende fasen neemt het element toe van afneming of stappen die reeds door anderen (uit Oost en West) zijn aangekondigd of gezet". De bedoeling hiervan ls dat duide lijke tekenen van goede wil gegeven worden die toch geen fundamentele aantasting van de eigen veiligheid betekenen, in de hoop dat in het land van de tegenstander soortgelij ke ontwikkelingen ontstaan. Steunen Een ander punt betreft Nederlandse activiteiten ln het buitenland. „Ne derland zou bij voorbeeld ln andere landen regeringen, organisaties en politieke groepen kunnen onder steunen die voor een concrete ont- wapeningspolitiek van hun eigen land ijveren. Het beste fundament waarop dat zou kunnen gebeuren ls door zelf het voorbeeld te geven Het IKV verwacht niet dat zijn aanpak meteen en direct van posi tieve Invloed zal zijn op de politici ln andere landen. Maar wel Indirect, voor zover het Nederlandse beleid de Interne oppositie tegen het be- wapeningsbeleid van andere landen versterkt. We kunnen hier de verge lijking maken met steun aan de armste "groeperingen ln bepaalde ontwikkelingslanden Een kriti sche houding zou de Nederlandse regering (moeten) Innemen ln al die gevallen waarin regeringen hun bin nenlandse oppositie tegen de bewa peningspolitiek niet serieus nemen". Kortom, het IKV ziet het kernwa- penvrij maken van Nederland ook als middel om ln andere landen langs Indirecte weg ontwapenings- atappen los te weken en als bemoe diging van groepen aldaar. Dat dit niet alleen maar mooie voornemens zljU blijkt uit het werk van het IKV in West- en Oost-Dultsland. Zo ls er overleg geweest met een synodale werkgroep van de Evangelische. Kirche. classis Recklinghausen in West Duitsland. Daaruit kwam een verklaring voort: „Het vormgeven aan een vredespolitiek betekent voor ons minstens twee dingen. 1. het bevorderen van een goede ver standhouding tussen groepen en volkeren (het thema van de verzoe ning), 2. het streven naar een zo laag mogelijk niveau van bewapening." In de DDR wordt o.a. door voor aanstaande politici de vraag ge steld of de Bondrepubliek niet moet afzien van de Installering van raket ten voor de middellange afstand, als antwoord op de Russische SS-20 raketten Na vermelding van het IKV-lnltia- tief Inzake kernwapens: „Deze bel de Initiatieven willen een nieuw ge sprek tussen de volkeren van oost en west op gang brengen; een ge sprek dat tot politieke ontspanning en tot toenadering op vele terreinen moet leiden". Het IKV heeft verder gesproken met de projectgroep Vredesvraag stukken van de Evangelische Kerk ln Oost-Duitsland. Deze stelt. „De grote nadruk op „militaire opvoe ding", alom ln ons maatschappelijk bestaan, verduistert het zicht op de noodzaak van een omvangrijk ont wapeningsproces. Het ongenuan ceerde denken ln vriend-vljand- schema's en de daarop gebaseerde opvoedlng-tot-haat ondermijnt psy chologisch de mogelijke kansen op ontwapening. Positieve gevoelens tegenover het soldatenleven wor den gestimuleerd. Wat betekent dat een ontwapeningsopvoeding?" In het contact met de Evangelische Kirche ln Oost-Duitsland zijn plan nen ontstaan om „een tentoonstel ling te maken over de bewapenings wedloop en de wijze waarop er in onze landen op gereageerd wordt. Deze tentoonstelling ls bestemd om te circuleren langs plaatselijke ker ken en groepen, zowel in de DDR als in Nederland." Brief Andere punten die vertrouwen schenken: een brief van 20 Juli 1979 aan de Russische ambassadeur in Den Haag. Daarin wordt er op gewe zen dat de USSR het werk van een vredesbeweging ln West-Europa da nig bemoeilijkt door de wijze waar op zij voortgaat de kern-wapenwed- loop ln Europa te stimuleren. In een gesprek wil het IKV zijn bezwaren graag nader uiteen zetten, aldus de brief. De CPN-achtergrond van het 'comité „Stop de N-bom" wordt niet verzwegen, evenmin als de gevolgen van de Noordkoreaanse inval ln Zuld-Korea voor het op gang ko men van de bewapeningswedloop ln Europa. Helaas staat daar weer veel tegen over dat wantrouwen oproept. Zo zijn er dit Jaar drie brochures verschenen, waarin gedetailleerd de Amerikaanse en Nederlandse wa pen- en kernwapenindustrie wordt beschreven, terwijl geen enkele In formatie werd gegeven over het functioneren van de bewapenings industrie en de daaraan verbonden belangen in Oost Europa. De IKV- groep die Oost Duitsland bezocht vroeg aan de gesprekspartners: „Met alle respect voor jullie vor mingsactiviteiten op vredesgebied, maar is het mogelijk in een 'com munistische' samenleving, waarin de politieke machtsvraag wél ls op gelost. waar alle macht in handen van één groepering ligt, nog wezen lijke correcties aan te brengen." Is dat een „oplossing" van „de machtsvraag? Het monopoliseren van politieke macht en het onder drukken van alle vormen van poli tieke oppositie? Waarom vermijdt het IKV niet zorgvuldig elk denken in termen van totalitaire machten? Op de pagina voor Jongeren staan merkwaardige teksten als: „Nou weet ik niet of Je wel eens Russen gezien hebt. Ze lijken ln ieder geval helemaal niet op die schurken van de televisie. Als Je ze tegenkomt, blijken het hele gewone mensen te zijn zoals er in Nederland zo'n 13 14 miljoen rondlopen." Waarom deze onpolltiserende taal? Zijn Stalin. Van Agt. Boekowskl, 8teve Biko, Hitler, ook allemaal maar „gewone mensen"? Of zijn er toch kleine verschillen tussen hun ideeën? Liggen de voornaamste ver schillen tussen de landen niet in de manier waarop binnenlandse con flicten tot uiting komen en verhe vigd kunnen worden? In de Vredeskrant "79 ontbreekt een verwijzing naar de reden waarom ln geen enkel Oosteuropees land een vredesbeweging bestaat die tegen de eigen bewapening ln het geweer kan komen: het feit dat de demo cratische rechten (vrijheid van kri tiek, vrijheid van stencilmachine, vrijheid van organisatie) ln ver gaande mate ontbreken. Er zijn nog meer punten te noemen, die zeer kritische lezing vereisen. BIJ alle noodzakelijke kritische vra gen waarop het IKV moet reageren, is het toch nodig de discussie aan te gaan. Onder de onderwerpen die het IKV aantrekt zijn vooral van belang het bestuderen van beperkte eenzijdige ontwapeningsstappen en het stimuleren en krachtig onder steunen van vredesgroepen ln het buitenland die kritisch staan tegen over hun eigen regering, vooral ln landen waar die groepen nog niet bestaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15