Vrij Nicaragua
toch verdeeld
Oude vrienden kenden
me niet meer toen ik
bij 'de jongens' zat
Vroeger poetsten ze
mijn auto, nu noemen
ze me 'kameraad'
door Wim Jansen
Twee vrouwen in Nicaragua, Ca
rol en Lilliana. Beiden afkomstig
uit de rijke bovenlaag. Beiden
getrouwd en moeder van twee
kinderen. Carol verruilde haar
luxe leven voor een bittere oorlog
tegen president Somoza en zijn
Nationale Garde. Lilliana aan
schouwde de bombardementen
op de sloppenwijken van Mana
gua vanuit haar riante huis op de
top van een heuvel. Zij was geen
echte aanhanger van Somoza,
maar heeft wel een hartgrondige
haat tegen de sandinisten; het
gevolg van een jarenlang zorgvul
dig gekweekte cbmmunisten-
vrees. Toch zullen deze twee vrou
wen in de toekomst samen moe
ten werken, wil Nicaragua ooit de
gevolgen van oorlog en dictatuur
te boven komen.
„Voor ik getrouwd was, bemoeide ik me
absoluut niet met het politieke leven in
Nicaragua. Ik kom uit een goede familie
uit de stad Leon, die destijds veel aanzien
dringt op klaarlichte dag het nationaal
paleis binnen en gijzelt zestig afgevaardig
den. Twee dagen later krijgt het comman
do een vrije aftocht, samen met 59 politie
ke gevangenen en een borgsom van een
miljoen gulden. Duizenden mensen staan
langs de kant van de weg naar het vlieg
veld om de sandinisten toe te juichen.
Tijdens de bezetting had Carol Baranello
de radio van het leger afgeluisterd, om de
bezetters in het paleis per telefoon van de
situatie buiten op de hoogte te brengen.
„We waren uitzinnig van vreugde toen de
gevangenen werden vrijgelaten, iedereen
omhelsde elkaar en huilde. De spanning
was bijna ondragelijk geweest."
Door de verhevigde Jacht op aanhangers
van het Frente werd zij gedwongen het
contact met de sandinisten te verbreken.
Toen op 29 augustus echter de Nationale
Garde een opstand in de stad Matagalpa
onderdrukte door de bevolking vanuit de
lucht te bombarderen, moest ze weer aan
het werk.
Chaotisch
„De voorwaarden voor een algemene op
stand waren aanwezig, de verontwaardl-
had. Voor ons was er niets aan de hand.
Wij hadden het altijd goed, mijn man
bezat een paar kleine bedrijven. We had
den een eigen huis, een buitenhuisje aan
het strand en we gingen elk jaar met
vakantie naar het buitenland."
Carol Baranello is 28 jaar en heeft twee
kinderen. In haar nauwsluitende guerrilla
uniform, met rood-zwarte halsdoek en
donkere krullen onder haar groene leger-
pet, ziet ze er Jonger uit. Ze behoort tot de
top van het FSLN, het sandinlstische
front, dat nu het geregelde leger van Nica
ragua vormt. Ze heeft een kantoor in de
bunker, het militaire hoofdkwartier van
waaruit Somoza de laatste maanden zijn
oorlog tegen het volk voerde.
'Nietsnutten'
„Pas toen ik me aansloot bij de vrouwen
beweging Ampronar, die allerlei werk ver
richte in de sloppenwijken, kreeg ik een
beetje in de gaten in wat voor land ik
leefde. Duizenden kinderen die hun dagen
vulden met wroeten in ons afval, op zoek
naar iets eetbaars of iets wat ze nog kon
den verhandelen. Mensen die door de poli
tie zo maar uit hun krotten werden ge
haald, omdat ze ergens van werden ver
dacht. En die je dan nooit meer terug zag.
Wij hielden toen wel vrouwenmanifesta
ties om hiertegen te protesteren, maar
veel hielp dat natuurlijk niet. In onze
eigen wijk maakten de mensen ons uit
voor nietsnutten."
„Het FSLN was toen al actief, iedereen
wist van het bestaan ervan. Maar ik zat
niet op de universiteit en dat betekende
dat het niet makkelijk was ermee in con
tact te komen. Na de aanslag op Chamor-
ro van de oppositiekrant La Prensa, sloten
zich meer mensen bij de sandinisten aan
en werd de organisatie breder. Opeens
had mijn man contact met het Frente, als
boodschappenjongen. Hij wilde niet dat
ik me ermee bemoeide, dat vond hij te
gevaarlijk. De Nationale Garde was toen
al erg hard en ging enorm tekeer tegen
iedereen die van sandinlstische sympa
thieën werd verdacht.
Missie
„Op een dag kwam een zekere Fransisco
uit de bergen naar de stad met een specia
le missie. Hij dook bij ons ln huis onder.
Gedurende een maand was het huis een
planningscentrum voor een actie, die heel
Nicaragua moest laten zien dat de sandi
nisten sterk in hun schoenen stonden. Dat
was in augustus 1978. Ik kreeg opdracht
allerlei spullen in te kopen. Waarvoor het
was wist ik niet. Om verraad te voorko
men was de organisatie zo opgezet dat de
een niet wist wat de ander deed. Lang
zaam raakte ik er tot over mijn oren in
betrokken."
Op 22 augustus komt de zorgvuldig voor
bereide 8Ctie. Een commando sandinisten
ging over het bombardement was groot.
We hadden het opeens heel druk: platte
gronden van steden verzamelen, laarzen
kopen op de markt en vooral wapens
aanvoeren. De hele garage van mijn huls
zat boordevol. Nachten lang hebben we
zitten werken aan de rood-zwarte wim
pels, die we aan de bevolking uitdeelden.
Het was allemaal erg chaotisch; de situa
tie vereiste dat we snel te werk gingen. De
kinderen had ik al naar mijn moeder ge
bracht, die overigens nog steeds niet wist
dat ik bij het Frente zat. Ik ging normaal
naar mijn werk overdag."
„De spanning was ongelooflijk. De Gar
disten kwamen opeens voor controle bij
mijn huis. Een neef van mij had nog net
op tijd de wapens uit de garage gehaald.
Ze hebben hem nog diezelfde dag gegre
pen en gruwelijk mishandeld, hij mist een
oog en zijn geslachtsorgaan is verminkt.
Met zijn vrouw ben ik toen gevlucht naar
de centrale commandopost, ln een ander
huis. Ook daar viel de Garde binnen, ze
konden echter geen enkele aanwijzing
vinden dat wij sandinisten waren. Toch
hebben ze de drie jongens meegenomen
en een van hen doodgeschoten. Wij had
den geen huis meer en sloten ons volledig
bij de guerrilla aan."
Rondzwerven
„Na de algemene opstand van 9 septem
ber verloor ik het contact met mijn man,
die ergens in de frontlinies lag. In Mana
gua is slechts één dag hard gevochten, in
de andere steden duurde de strijd tien
dagen voordat wij ons terug moesten trek
ken. Ik kon niet meer terug naar mijn
huis, de Guardia's hadden alles kort en
klein geslagen. Ik bleef wat rondzwerven,
van het ene huis naar het andere. Oude
vrienden wilden Ineens niets meer met me
te maken hebben zodra ze hoorden dat ik
me bij de „muchachos", de jongens van
het Frente, had aangesloten."
„Na twee weken vond ik eindelijk weer
contact met de leiding van de sandinisten.
Ik kreeg opdracht om politiek asiel te
zoeken in de ambassade van Ecuador,
omdat ik te veel wist en te bekend was
geworden. Novedades, de krant van So
moza, had mijn man en mij ervan beschul
digd achter de wapenaankopen te zitten.
Met een grote kop stond er toen op de
voorpagina: Carol en Carlos Milon hadden
het geld! De Garde bleek een vriendin van
mij te hebben gearresteerd, zij was nog
wel de dochter van een goede vriend van
Somoza. Ze is gemarteld en verkracht en
heeft uiteindelijk bekend dat ik contact
had met haar man, van wie bekend was
dat hij een sandinist was."
Jk kreeg poUtiek asiel in Honduras en de
ambassadeur van Ecuador heeft me daar
persoonlijk naar toe gebracht om te voor
komen dat ik onderweg door het leger van
Somoza zou worden vermoord. In de
2;;ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1979
■—^^^HTTTTKlUT.ANmi
Het verzet tegen dictator Somoza lijkt het volk van Nicaragua tot een
hechte eenheid te hebben gesmeed. „We moeten de mensen nu het
politieke bewustzijn bijbrengen dat de revolutie er niet alleen was om
een dictator te verdrijven, maar om de verhoudingen in dit land
wezenlijk te verbeteren," zegt junta-lid Violeta Chamorro. Maar staat
iedereen daarvoor open? „De regering heeft niets te vertellen," zegt
Lilliana. „Die ongemanierde sandinisten maken de dienst uit, stuk
voor stuk opgeleid in Cuba."
TROUW/KWARTET
Er is in Nicaragua echter nog een
vrij grote groep die daar anders
over denkt. Die blij is dat Somoza
is vertrokken, maar alles zal doen
om de verhoudingen niet al te
veel veranderen. Zij zien in het
sandinisme het communistische
monster, dat hun bezittingen en
vrijheden zal aantasten. Het zijn
niet de echte aanhangers van So
moza; die zijn naar het buiten
land gevlucht of zitten in de ge
vangenis. Nee. het zijn de conser
vatieve artsen, zakenlieden en ad
vocaten, die zeggen dat ze kei
hard hebben gewerkt voor hun
bezittingen en niet van plan zijn
die nu te delen met „het volk dat
altijd te lui was om te werken."
Een van hen ls Lilliana, een knappe vrouw
van nog geen veertig. Haar man was tij
dens de regering van Somoza een hoge
ambtenaar op het ministerie van land
bouw. De sandinistische regering heeft
hem gevraagd te blijven, hij stond bekend
als een deskundige die zich niet om liet
kopen.
Maar omdat de nieuwe regering hem na
tuurlijk niet het enorme salaris kon beta
len dat hij vroeger verdiende, weigerde
hij. Hij woont nu in Washington. Lilliana
heeft haar twee kinderen naar Guatemala
gestuurd, om daar te studeren. Ze wil niet
dat ze „tussen deze wilden" worden opge
voed.
Mijn 1
Waarom ls ze eigenlijk nog in Nicaragua?
„Omdat het mijn land is. Ik ben erg pa
triottisch, ik heb mijn vaderland lief. En
dat ls zo met de meeste Nicaraguanen. Zij
zullen niet toestaan dat ons land commu
nistisch wordt, dan komen ze opnieuw in
opstand. En dan ben ik er ook bij. De
regering zegt dat ze geen communisme
wil. Dat klopt misschien ook wel, er zitten
een paar goede bekenden van mij in de
nieuwe regering, uit onze eigen kringen.
Maar de regering heeft toch niets te vertel
len? Het zijn die ongemanierde Sandinis
tas die hier de dienst uit maken, stuk voor
stuk in Cuba opgeleid."
Lilliana (ze wil haar achternaam niet ver
meld zien) woont op een heuvel met uit
zicht op Managua. Ze is bezig met het
inpakken van een collectie pre-Colombi-
aans aardewerk, haar privé-collectie van
drieduizend stuks. Ze wil die het land uit
smokkelen, omdat ze denkt dat ze door de
sandinisten aan gru2elemepten zullen
worden geslagen. Van de oorlog zelf heeft
ze niet veel gemerkt.
„De Garde kon het hier makkelijk aan, er
zijn geen grote problemen geweest voor
ons. We dachten hier allemaal tot het
laatste moment dat de soldaten het volle
dig in de hand hadden. Tot ze opeens
vanuit de vliegtuigen al die wijken daar
beneden begonnen te bombarderen. O
mijn God, dacht ik toen, ze gaan de hele
bevolking uitmoorden. Toen wist ik dat de
communisten het zouden winnen."
Broeders i
„Waarom hebben de Verenigde 8taten ons
ln de steek gelaten? Wij zijn altijd hun
broeders geweest, toevallig ln Nicaragua
geboren, maar in feite Amerikanen. Wij
gebruiken Amerikaanse auto's en Ameri
kaanse zeep en we gaan ieder Jaar in
Amerika op vakantie. Amerika had Somo
za twee Jaar geleden, of na de onrust in
september toch kunnen ontslaan? Dan
hadden wij nu niet met de communisten
gezeten. Het machtigste land ter wereld,
dat altijd op onze trouw heeft kunnen
rekenen, staat nu toe dat marxisten de
lakens uitdelen."
„Ik geef toe dat dit ook een beetje onze
schuld is. Wij hadden eerder op Tacho
(8omoza) druk moeten uitoefenen om af
te treden. Dan was het misschien niet zo
ver gekomen. Maar Tacho was eigenlijk
een aardige man met een scherm van hoge
officieren om zich heen, die niet wist wat
er in zijn land gebeurde. HIJ had eigenlijk
maar één fout: hij nam nooit genoegen
met het geld dat hij had. Hij wilde steeds
meer en meer. Dat was stom, hij had al
veel."
Waardeloos g-eld__
De hele dag is het in het huls van Lilliana
een komen en gaan van vrienden. Zorge
lijk bespreken zij de toestand ln Nicara
gua. Ernesto, een arts, vertelt dat hij op
het punt stond naar het buitenland te
vertrekken, toen de Junta Ineens alle
bankbiljetten van vijfhonderd en duizend
cordoba's ongeldig verklaarde. Hij laat
een diplomatenkoffertje vol met het nu
waardeloze geld zien, volgens hem ruim
125.000 cordobas 25.000 gulden. HIJ
moet ze nu naar de bank brengen en als
een onderzoek heeft uitgewezen dat hij ze
rechtmatig heeft verkregen, krijgt hij over
zes maanden alles ln nieuw geld terugbe
taald.
HIJ lacht er nog om, blijkbaar heeft hij
geen moeite om zijn gezin ln leven te
houden. In tegenstelling tot de mensen
aan de voet van de heuvel, die zich ver
dringen rond de wagen van het Rode
Kruis om een voedselpakket te bemach
tigen.
Zeker twaalf mensen komen die dag bij
Lilliana op bezoek om te schelden op de
marxisten in het land. Behalve wat vage
aanduidingen als linkse indoctrinatie op
de scholen en ln de kranten, kan niemand
echt aangeven waaruit nu blijkt dat die
marxisten er ook werkelijk zijn. Over het
beleid van de nieuwe regering heeft nie
mand echt klachten. 8ommigen noemen
het zelfs hoopgevend. Het blijkt dat de
klachten voor het grootste deel voortko
men uit het optreden van de sandinlsti
sche wijkcomltés, die de orde in de wijken
moeten handhaven.
Over mijn lijk_>^_a
Lilian a„Jongens die vroeger kwamen
vragen of ze m'n auto mochten wassen,
eisen nu met een geweer in de aanslag van
me dat ik me identificeer voordat lk mijn
eigen huls in ga. Ze noemen me compane-
ro, maar ik ben hun kameraad helemaal
niet. Ze hebben het huls van een vriendin
van me gewoon in beslag genomen, omdat
het moet dienen als onderdak voor het
wljkcomlté. Mijn huis komen ze niet ln,
slechts over mijn lijk."
„Ik moest deze week op de vergadering
van het sandinlstisch wljkcomlté komen,
omdat lk schilderes ben. Ik kreeg te horen
dat lk niet aan dat theater van ze meedoe.
Dacht je dat die arme sloebers dat wel
wilden?"
De regering heeft toegegeven dat de wijk
comltés te vaak eigenmachtig optreden.
Een optreden dat overigens heel begrijpe
lijk is ln een land waar het verschil tussen
arm en rijk zo duidelijk zichtbaar aanwe
zig was en voor een deel nog ls.
Lilliana zegt bereid te zijn ln de toekomst
genoegen te nemen met wat minder, als
dat tot gevolg heeft dat ze ln een vrij
Nicaragua kan blijven wonen. Het zal nog
wel een tijdje duren voordat zij en al die
andere welgestelde Nicaraguanen door
hebben dat dit in feite de richting is die de
nieuwe sandinistische regering op wil. Als
dat niet gebeurt, kunnen zij met de grote
Invloed die ze nog steeds hebben, de
wederopbouw van Nicaragua ernstig sa
boteren.
hoofdstad van Honduras ging ik gewoon
door met mijn werk voor het Frente."
„Er waren veel sandinisten de grens over
getrokken en wij zorgden voor de aankoop
van wapens en het transport naar de
grens. In feite zorgden wij vanuit Hondu
ras voor de hele bevoorrading en organisa
tie van het noordelijk front, dat in juni en
Juli de steden Esteli en Leon wist te ver
overen. Toen eind juli de nieuwe junta in
Leon werd geïnstalleerd, werd ik daarheen
geroepen en een paar dagen later hadden
we Managua ook veroverd. Ik blijf nu in
het leger, ik heb teveel meegemaakt om
nog aan iets anders te beginnen."
Nicaragua heet nu Nicaragua Libre, een
vrij land. In de regering zitten niet alleen
leden van het FSLN, maar ook vertegen
woordigers van behoudende stromingen,
de bourgeoisie zoals die in het revolutio
naire Jargon heet. Junta-lid Robelo staat
bekend als een conservatief zakenman en
ook Violeta Chamorro vertegenwoordigt
de gevestigde families. Is dit waarvoor ze
heeft gevochten?
„Ja. Al dat gepraat over het volk dat zijn
leven heeft gewaagd alleen om de bourge
oisie aan de macht te krijgen, ls onzin.
Mijn man heeft met een mitrailleur gestre
den voor deze vrijheid en is nu weer ge
woon zakenman. Als ik nu om me heen
kijk, dan denk ik: Het is goed dat we
hiervoor ons leven hebben gewaagd. Er
zijn plannen om scholen en hulzen voor
iedereen te bouwen, er ls niet meer voort
durend angst om opgepakt te worden. Ik
heb veel vertrouwen in de toekomst. Het
leger is politiek gezien helemaal niet zo
verdeeld als wordt geschreven. Dat blijkt
toch uit de keiharde manier waarop er op
dit moment wordt gewerkt?"
„Veel mensen vragen argwanend: En waar
is nou het volk aan de macht? Dat kan
nog niet, zo snel. We moeten eerst een
basis opleiden tot kader. Vrijwel alle men
sen hadden een hekel aan Somoza, maar
dat is niet genoeg. We moeten nu de
mens'en het politieke bewustzijn bijbren
gen dat de revolutie er niet alleen was om
een dictator te verdrijven, maar om de
verhoudingen ln dit land wezenlijk te ver
beteren."
pas later ontdekte ik dat duizenden kinderen hun dagen vulden met wroeten in
ons afval, op zoek naar iets eetbaars"