handtekening als geldbelegging commentaar )r het debat (1) or het debat (2) Gijsen weigert aanstelling pastor Aantjes terug? (1) Aantjes terug? (2) Raadsel Aantjes terug? (3) offer onhandig net een hond symbool? geen vrouwen SDAG 28 AUGUSTUS 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET R H S 5 tveede Kamer zal (naar het zich gisteravond nog anzien) vandaag opnieuw over de zaak-Aantjes ken. Het is te hopen, dat dat de laatste keer zal jen vooral ook: het is gewenst, dat de Kamer deze t zo concreet mogelijk zal bespreken dus niet I zal uitputten in enerzijds dierbaarheden ten Ichte van een oud-collega en anderzijds slechts nenten zal aanvoeren om de kiezers diets te dat het om redenen van het aanzien van staat ^litiek maar beter is dat deze ene man van het lenhof zou verdwijnen. Aantjes heeft zo langza- jand recht op een duidelijk ja of nee. Het is niet ikkelijk dat ja of nee zomaar uit te spreken, niet I een Kamerlid en niet voor een commentaar- Ijver, maar het moet er nu na een half jaar •zoeken en rapporteren, wikken en wegen nu van komen. tak-Aantjes is gecompliceerd, door de veelheid letails en emoties die er soms door worden roepen. Het is niet toevallig, dat de twee aan de ïr uitgebrachte rapporten over de zaak-Aantjes J. k zijn. Elk detail telt en het lijkt onverantwoord S veg te laten. dat vastgesteld te hebben, moeten we gelijk schuwen voor die andere valkuil die een beoor- gsi ir bedreigt, namelijk dat hij zich maar al te gretig Jr de veelheid van details verschuilt om dan e]al geen concreet oordeel te hoeven uitspreken; p, >omen prijzen omdat zij ons het zicht op het bos emnmeren. Dat is onzin, want de zaak-Aantjes laat (zeker na alles wat er gebeurd is na de emotione- g( enbaarmaking van het RIOD-rapport in novem- •^978) ook heel gemakkelijk vereenvoudigen. h y vereènvoudigde verhaal ziet er dan zo uit: De 10 en Van der Leeuw van het RIOD (en vele b Igers) vallen over Aantjes omdat hij in de oorlog ;edaan heeft, namelijk zich heeft aangemeld bij lermaanse SS. Aantjes daarentegen heeft daar een schuldgevoel aan overgehouden, maar er over willen of kunnen spreken; enerzijds omdat id ervaren welk een explosieve lading die twee SS met zich droegen, maar vooral ook omdat >ch de zo moeilijk aan anderen over te brengen •heid had: „ik heb iets nagelaten; ik heb toen untje bij het paaltje kwam geweigerd in dienst te alleen de Tweede Kamer, ook de regering is aag partij in het debat over Aantjes. Dat is een wonderlijke zaak, want de stelling laat zich edigen dat de Kamer vandaag in feite niets meer over een huishoudelijke zaak debatteert. Maar gezien al het voorafgaande theorie. De regering zich van het eerste begin af in het debat ngd beter gezegd: heeft zich in het debat mengen door het optreden van haar ambtena- )e Jong en Van der, Leeuw en door het aanvaar- yan verantwoordelijkheid voor de publikatie van oorlopige bevindingen van beide heren. dat is gebeurd en vooral de manier waarop dat arde, is ongelukkig. Dat moet nadrukkelijk vast ld worden, hoeveel begrip men ook kan hebben de akelige positie waarin de bewindslieden in de week van november 1978 door haar ambtena- yaren gemanoeuvreerd en hoe zeer ook waar is, leze bezwaren over de procedure niet mogen n als rookgordijn om een oordeel over de lijke zaak te ontlopen. »esteld moet echter worden, dat de regering zich ivember 1978 grotelijks verkeken heeft op het treden en ik kende de consequenties van die weige ring op dat moment niet". Dat is de harde kern van alles wat overgebleven is uit het eerste RIOD-rapport en over deze vraag met betrekking tot Aantjes moet de Kamer vandaag oordelen. Misschien kunnen de Kamerleden (en de toeschouwers in het land) bij het bepalen van een oordeel hierover zich gesterkt weten door het feit, dat al in 1944-1945 de Duitse autoriteiten óók moes ten oordelen en dat zij dat hebben gedaan door Aantjes gevangen te zetten. Het is dwaasheid om op grond van dit feit Aantjes tot een oorlogsheld te bombarderen, maar even dwaas is het dit gebeuren te negeren. Natuurlijk, er komt een nuance bij. Aantjes heeft al die tijd over deze zaak gezwegen en dat is niet gering. Hij heeft er kennelijk zelf heel wat mensen mee in hun ijdelheid geraakt; mensen die vonden dat zij het althans wel hadden horen te weten en dat zij dan graag zo grootmoedig zouden zijn geweest om te vergeven en te vergeten. Maar is het reëel dit Aantjes te verwijten? Ten eerste is het recht van iemand om te zwijgen over zaken die tot zijn privé-leven behoren en zeker als die dingen een grote emotionele geladenheid hebben. In ons recht heeft dat zelfs de uitdrukking gevonden in de regel, dat niemand verplicht kan worden verklarin gen tot zijn eigen nadeel af te leggen. Bij Aantjes komt daar nog bij, dat hij van het eerste begin heeft onderkend dat hij met zijn verklaring alleen maar een zee van emoties over zich zou roepen; zeker in een wereld als de politiek, die het kennelijk steeds meer moet hebben van een werken met „steekwoor den" dap met argumenten en nuanceringen. Trouwens, wat het effect van spreken zou zijn geweest, hebben wij vorige week nog mogen beleven in het geval van de Friese mevrouw Van der Wal een generatiegenoot van Aantjes die als Duitse in haar jeugd lid is geweest van de Hitler Jugend, in de provinciale en gemeentepolitiek van Friesland een rol mag spelen maar nu dan toch de Tweede Kamer gesloten vindt, omdat haar politiek functioneren daar wel eens moeilijkheden voor haar partij en wie weet zelfs voor het parlement met zich zou kunnen brengen, zoals de weinig principiële en geloofwaardi ge verklaring achteraf luidt. emotionele karakter van het door haar gepubliceerde „voorlopige" ambtelijke rapport en de gevolgen die dit in de persoonlijke sfeer voor de betrokkene zou hebben. De regering kan zich niet aan de consequenties daarvan onttrekken. De vrijblijvende publikatie van een ander rapport, door dezelfde ambtenaren De Jong en Van der Leeuw samengestelde bloemlezing van alle voor Aantjes bezwarende verklaringen uit de dikke rapporten van Enschede en Patijn) kan geen bevrediging geven, een vage lippendienst aan Aan tjes' verdiensten voor de Nederlandse politiek in de afgelopen twintig jaar al evenmin. Wat minstens van de regering mag worden verlangd is een eigen standpunt, waarvoor zij naar de inhoud en de vorm van het publiceren verantwoordelijkheid draagt en dat een duidelijke uitspraak bevat hoe naar haar mening een man als Aantjes in de toekomst politiek kan functioneren. Een afschuiven van dit oordeel door de regering op parlement of politieke partijen is niet bevredigend omdat er immers in Nederland tal van politieke functies zijn waarin men niet gekozen, maar wordt benoemd. tMOND (ANP) De bisschop toermond, mgr. dr. J. Gljsen, geweigerd om drs. J. M. Slab- afgestudeerde van de hoge- voor theologie en pastoraat in Heerlen, aan te stellen tot van de streekparochie voor en, De Jonge Kerk genaamd, in lond. 'igering berust op het principe isschop Gijsen dat hij geen stu- van de Heerlense HTP wil werken in zijn bisdom, zo ver- Ie een woordvoerder van de ho- ool. „Voor bisschop Gijsen be- wij niet. Zelfs van studenten or ons grotendeels zijn opgeleid maar die op een gegeven moment overstappen naar de opleiding van het bisdom wordt bij hun aanstelling angstvallig verzwegen dat zij een tijd lang aan de HTP hebben gestu deerd." Drs. Slabbers is lid van de orde van de paters redemptoristen. Samen met andere congregaties van pries terreligieuzen participeren de re demptoristen in de HTP. Buiten het bisdom Roermond kan drs. Slabbers wel aangesteld worden tot pastor. Zijn superieuren wilden hem als pas tor laten werken ten dienste van De Jonge Kerk, maar wat het bisdom Roermond betreft is dit onmogelijk gezien de houding van mgr. Gijsen ten opzichte van de HTP. HWT bisdom Roermond heeft beves tigd dat al geruime tijd geldt dat afgestudeerden van de HTP in Heer len niet zonder meer aangesteld kun nen worden tot pastor in dit diocees en dat dit principe ook van toepas sing is op de door De Jonge Kerk gevraagde benoeming van drs. Slab bers tot pastor. PARLEMENTPARLEMENTAIRPARLEMENTARIËRSPARLEMENTARISMEPARLEMENTI Onder redactie van Hans Gosllnga Anti-revolutionairen zijn lieden die het zichzelf noch anderen gemakke lijk plegen te maken. Een staaltje van deze eigenaardigheid levert Piet van Tellingen, voormalig frac- tievoorlichter van CDA en ARP, in een ingezonden brief aan de Volks krant, die gisteren werd gepubli ceerd. Hij pleit hierin voor eerher stel van mr Aantjes „terwille van de geloofwaardigheid van de rechts staat," Dat een dergelijk pleidooi van een man als Van Tellingen komt, is niet verbazingwekkend. Hij behoorde tot degenen bij wie je in de eerste dagen na de val van de CDA-fractle- leider de verslagenheid en de ver plettering van het gezicht kon scheppen. Later heeft hij zich ook wel openlijk in de discussie over de zaak gemengd, in dikwijls emotio neel en persoonlijk getinte stukken in de partijpers. Van Tellingen benadert de zaak nu vanuit een andere invalshoek en dat heeft een belangwekkende brief opgeleverd. Het pikantste is, dat de vroegere rechterhand van Aantjes zich richt tot de fracties van PvdA en D'66 en vooral de verklaring die hij daarvoor geeft. Maar daarover straks. In de eerste plaats constateert Van Tellingen, dat de commissie van drie niets heeft heel gelaten van de beschuldigingen die dr De Jong van oorlogsdocumentatie tegen Aantjes heeft ingebracht. Met het oog op de gevolgen die de beschuldigingen voor Aantjes hebben gehad, vraagt hij zich. af „of dit allemaal in een rechtstaat mogelijk is." Van Tellingen zegt van juristen te hebben geleerd, dat iemands goede trouw moet worden verondersteld totdat het tegendeel gebleken is. „In gewoon Hollands gezegd: voor dat je iemand aan de paal nagelt, moet j© wel harde bewijzen hebben. Een gouden regel in een rechtstaat die voorkomt dat willekeur en voor ingenomenheden het winnen van gerechtigheid." Hij concludeert, dat deze regel is overtreden in de bena dering van Aantjes. Hij richt zich dan direct tot de Tweede Kamer, „die als hoeder van de rechtstaat alsnog kan bewijzen dat zoiets door dit college hoog wordt opgenomen." Vergoelijkend zegt hij, dat de Kamer „in het sche- mèrdüister" van november vorig Jaar nog niet volledig kon weten wat wel en niet waar was. „Wel was overigens het vertrouwen in Aan tjes' eigen lezing erg klein," Voegt hij daar wat bitter, aan toe. Zie „raadsel". In het novemberdebat over de zaak- Aantjes concluderen alle fracties, op het CDA na, dat Aantjes politiek niet meer kon meedraaien en te recht was opgestapt. Het CDA meende, dat deze verantwoordelijk heid bij de betrokkene zelf lag. G;ezien de grote eenstemmigheid in het oordeel van de Kamer is het curieus dat Van Tellingen met name PvdA en D'66 aanspreekt. Hij schrijft, dat de rol van de WD in deze kwestie „weliswaar van be lang, maar weinig opvallend is." Kennelijk doelt hij erop, dat de WD thans slechts één overheer send belang heeft: het instandhou den van de coalitie en het kabinet. Voor wat het CDA betreft, neemt hij aan, dat er geen problemen zijn: „nu het rapport-Enschede de ex- voorman van het CDA van veel blaam zuivert, is er reden een terug keer in het politieke bedrijf als ver heugend te beschouwen. Zo'n hou ding, die ik veronderstel, past bij een christelijk politieke groepering die principes laat prevaleren boven wat mensen ervan vinden en ander soortige, meer electoraal getinte motieven." Over de opstelling van het CDA straks meer. Nu eerst de verklaring van Van Tellingen voor zijn oproep aan PvdA en D'66 om hun aanvan kelijk oordeel te herzien. „De rol van deze partijen interesseert voor al die mensen, die in de politicus Aantjes een groot vertrouwen stel len. Als geen ander kon Aantjes het grote potentieel aan mensen (groter dan menige rasechte partijganger binnen het CDA veronderstelde) dat voortdurend twijfelde aan de keuze voor het CDA of PvdA/D'66, voor het CDA winnen, vooral omdat Aantjes de bereidheid toonde nieu we wegen in te gaan." Van Tellingen maakt het PvdA en D'66 dus niet gemakkelijk. HIJ vraagt hen de terugkeer van een politicus te fiatteren die, naar hij stellig meent, een grote groep stem mers van hen afhoudt. Een sata nisch trekje van Van Tellingen om de ander zo verlokkelijk de brede weg te tonen, maar uit te dagen voor het smalle pad te kiezen? Of een indirecte waarschuwing aan het CDA om de stemmentrekker Aan tjes niet aan de kaht te laten staan? Hij neemt aan (veronderstelt), dat het CDA met vreugde zal constate toch maar verzwegen heeft, een miskenning van het rapport-En schede. Hij zegt in zijn brief, dat de oordelen van november 1978 vooral waren ingegeven door het rapport van De Jong, dat hard en meedo genloos was en suggereerde dat Aantjes in de oorlog fout was. „Nu blijkt uit het rapport-Enschede dat daar geen sprake van is, hoog stens van een stommiteit. Weegt dat dan niet mee in de verhalen over het verzwijgen? Weegt ook niet mee dat de feiten over Aantjes' ge dragingen in de oorlog jurudisch niet strafbaar waren?", aldus Van Tellingen, die overigens opmerkt dat het niet aan andere partijen is te bepalen of Aantjes in de politiek terug kan. Dat bepaalt de ARP bin nen het CDA en vervolgens bepalen dat de kiezers." De oproep van Van Tellingen aan de PvdA lijkt vergeefs. De heer Voogd zei gisteren, dat hij, evenals in het eerste debat over de zaak, van mening blijft, dat Aantjes' ver zwijgen fout is geweest. Zijn fractie zou daarover vanochtend nog be raadslagen. Dat uitsluitend de ARP hierover zou moeten oordelen, is overigens geen uitgemaakte zaak binnen het CDA. De voorzitter van de CDA- fractle in de Eerste Kamer, prof. Van Hulst, verklaarde onlangs dat dit een kwestie is waarbij het gehele CDA is betrokken. Al erkende hij dat aan de houding van de ARP zeer veel gewicht moet worden toe gekend. Formeel is het zo, dat de drie partijen die tesamen het CDA vormen, hun kandidaatstelling af zonderlijk regelen. De andere partijen zullen intussen van CDA-fractielelder Lubbers wil len vernemen hoe zijn fractie over een terugkeer van Aantjes denkt. In PvdA-kring wil men uit diens mond een eenduidig antwoord op die vraag horen. In de oplopende spanning rond de zaak-Aantjes heeft zich de afgelo pen dagen premier Van Agt tot Lub bers gewend met de boodschap de regering niet al te kritisch aan te pakken. „We hebben al genoeg pro blemen met de begroting, we kun nen er niet nog 'ns iets bij hebben," moet Van Agt hebben gezegd. ren dat een terugkeer van Aantjes mogelijk is, maar hij weet natuur lijk wel beter. Het CDA Is wat dit betreft een verdeeld huis. Direct na de publikatie van de rapporten van de commissie van drie en de com- missie-Patijn, die een aantal van de voor Aantjes ongunstige bevindin gen van de RIOD-onderzoekers om- verkegelden, ontstond onder de christen-democraten een discussie over de vraag of Aantjes al of niet zou kunnen terugkeren. De fractie was er tot voor vandaag nog niet uit. Er zijn voorstanders, zoals Hans de Boer, en tegenstan ders, onder wie fractieleider Lub bers en ondervoorzitter Schakel. Vanochtend zou „en petit comité", (de hele fractie daarover laten meepraten, acht men ondoenlijk) een standpunt worden bepaald. BIJ de tegenstanders van een come back weegt zwaar het feit, dat Aan tjes zijn lidmaatschap van de Oer- maansche SS steeds heeft verzwe gen. Ook de PvdA-er Voogd heeft erop gewezen, dat dit gegeven onge wijzigd is gebleven. Van Tellingen neemt tegen dit argu ment stelling. Hij vindt alle verha len over dat er feitelijk niets veran derd is, omdat Aantjes zijn merk waardige weg via de Germaansche SS om aan de Duitsers te ontkomen Minister-president Van Agt en de nieuwe Kamervoorzitter Dolman hebben deze zomer een kennisma kingsgesprek gevoerd, maar hoe deze bijeenkomst tot stand is geko men, is een raadsei. Belde partijen hullen zich op dit punt in geheim zinnigheid. Bekend is, dat ambtenaren van het ministerie van algemene zaken zich met de ontmoeting in het vooruit zicht het hoofd hebben gebroken over de vraag wie wie moest uitno digen: Dolman Van Agt of Van Agt Dolman? Zulke zaken liggen gevoe lig in Den Haag. Men is er echter niet uitgekomen. Protocolaire regels voor zulke ont moetingen zijn er niet. Volgens de woordvoerder van algemene zaken gelden in deze gevallen „de gewone regels van wellevendheid". Als de normale gang van zaken schetst hij, dat de nieuwe Kamervoorzitter eerst spreekt met zijn voorganger en zich vervolgens voorstelt aan een aantal hoge gezagsdragers, onder wie de minister-president, de vice- voorzitter van de Raad van State en de voorzitter van de Eerste Kamer (voor zo'n rondje behoeft de betrok kene het Binnenhof niet eens af). Hierbij gaat het initiatief uit van de nieuwe Kamervoorzitter. Of dit in het geval van de ontmoeting Van Agt-Dolman, ook zo is gegaan, wordt op algemene zaken niet met zoveel woorden bevestigd. Dan Dol man zelf maar gebeld. De nieuwe Kamervoorzitter: „Ja, dat gesprek' heb ik gehad. Van wie het initiatief, is uitgegaan? Dat kan ik me niet meer herinneren." PARLEMENTPARLEMENTAIRPARLEMENTARIËRSPARLEMENTARISMEPARLEMENTE Wie flink wat ruimte tot zijn be schikking heeft, moet van nu af aan maar niets meer weggooien. Alles wat er te sparen valt lij kt op den duur geld waard te worden, of het nu lucifersmerken, postze gels, sigarenbandjes, model- treintjes of bierviltjes zijn. Nu weer wordt er ineens een hoop geld geboden en gevraagd voor handtekeningen. Een nieuwe rage (voorlopig alleen in Ameri ka, maar dat zal wel niet lang zo blijven) die op een waterdichte geldbelegging lijkt uit te lopen. Handtekeningen sparen als geld belegging. Dat kan dus, al heb Je natuurlijk niets aan de krabbel van je buurman, want de naam moet wel iets te betekenen heb ben. Zelfs een Raquel Welch, een toch niet onbekende en niet on smakelijke filmdame. brengt (nog) niet veel op; dat geeft zelfs de gek op het ogenblik niet meer dan een tientje voor. Nee, wie een echt bijzonder stuk zoekt zou een handtekening van Shakespeare te pakken moeten zien te krijgen. Daar krijg je bij verkoop zeker een miljoen of twee voor. Maar „De Dunne" (die van de Dikke), Stan Laurel, is voor een beginne ling toch ook best aardig: verhan delbaar voor zo'n 75, en dus in elk geval een begin van een ver zameling. In Milwaukee in de Amerikaanse staat Wisconsin woont een han delaar met een winkel, waar hij uitsluitend zeldzame handteke ningen en manuscripten in- en verkoopt. Omdat het tot nog toe een puur Amerikaanse rage is moeten we op deze William J. Luetge van de „Autograph Alco ve" afgaan. Hoeveel verzame laars er op dit gebied al zijn weet hij niet, wel dat hun aantal de laatste paar jaar minstens moet zijn verdubbeld en dat de inflatie dit soort beleggingen in de hand heeft gewerkt. Een dure handtekening staat al tijd op een belangrijk document, want het maakt heel wat in prijs uit of de handtekening van een grootheid als George Washington onder een bestelbon voor rollen w.c.-papier staat of onder een staatsbesluit. Ook belangrijke mensen hebben onbelangrijke stukken moeten tekenen en daar hangt nu hun belangrijkheid voor verzamelaars van af. Des kundigen stellen vast of het alle maal echt is door het hand schrift, het papier, de inhoud en de inktsoort te bestuderen. Je kunt zo'n verzameling ook niet zomaar ergens in een wandmeu bel wegleggen. Vooral wat oudere stukken verdragen absoluut teen zonlicht en eisen een gelijkmati ge temperatuur. Paperclips en plastic plakband zijn uiteraard uit de boze. en pletten van een verkreukeld stuk schijnt ook heel verkeerd te zijn. Wie met zo'n verzameling wil be ginnen moet de modieuze namen links laten liggen, adviseert Luet ge. Ruimtevaarders, Oscarwin naars, grote politieke en histori sche figuren, dat worden volgens hem klinkende namen, letterlijk dus als er veel geld aan te pas komt. Het zeldzaamst zijn, zegt hij, de handtekening van Miguel de Cervantes (van Don Quijote) en de al genoemde van Shakespe are. En misschien ook wel die van een Kim Novak, Greta Garbo, Rod 8teiger en Robert Redford, niet alleen omdat zij mensen van enige naam zijn, maar ook omdat zij beroemd èn linkshandig zijn, een zeldzame combinatie naar het schijnt. Dat kan William Lu etge allemaal niet weten, want dat lazen we pas in de Duitse krant Die Welt, die er nog veel meer zo kent. Koningin Elisabeth bijvoorbeeld, Marilyn Monroe, Paul McCartney, ex-president Gerald Ford, Herbert Hoover, Nelson Rockefeller, Pablo Picas so, Charley Chaplin en Cole Por ter. Voor doorbijters moet het niet zo'n heksentoer zijn om aan hun handtekeningen te komen, omdat het mensen uit onze gou den eeuw zijn. Moeilijker wordt het met Jack the Ripper, Von Goethe, Leonardo da Vinci, Frie- drich Nietsche, Napoleon, Mo zart, Benjamin Franklin en Von Beethoven, maar helemaal on mogelijk lijkt het met Caesar en Alexander de Grote. Wie hun ge schriften mét handtekening te pakken kan krijgen, zal wel in één keer binnen zijn. Gezond, getrouwd en vader van drie kinderen. Zo biedt de 36- jarige arbeider Manuel Martinez uit het Spaanse Santiago de Compostela zijn werkkracht aan aan wie hem maar een baan wil geven. Hij heeft trouwens meer te bieden: een oog en een nier. HIJ vindt het zo verschrikkelijk om (sinds mei) werkloos te zijn, dat hij dat offer, waarmee een ander ook geholpen zal zijn, er graag voor over heeft. Twee voorwaar den heeft hij er tegenover ge steld: het baantje moet niet tets van een paar weken, maar echt vast werk zijn, en ook niet al te zwaar als hij het zonder een oog en een nier moet doem Miki gedraagt zich als een hond in het Deense gezin Larsea Een paar maanden geleden nog was het dier een verweesde vossen- welp, die in z'n eentje in een greppel ongetwijfeld dood zou zijn gegaan, als tienjarige Rene Larsen hem daar niet gevonden had. Twee maanden voedde Rene het vosje met haver, lever pastei en aardbeien en Miki groeide op tot een flinke kleuter die niet meer bij Rene weg wil. Tot een paar dagen geleden wa ren er in heel Peking maar twee restaurants, waar de Inwoners westers voedsel konden krijgen. De meeste Chinezen kwamen er dan ook niet toe om het ook eens te proberen, maar nu het derde „westerse" restaurant geopend is, dat bovendien in een wijk ligt waar anders alleen buitenlanders mochten komen, stromen ze toe. De eerste vijf uren proefden vele honderden inwoners van Peking voor het eerst in hun leven een hapje voedsel uit een vreemd land, in prijs variërend van zestig cent tot drie gulden. En was wat van ver gehaald was, echt lekker? „Het was niet onsmakelijk," zei een bezoeker, „maar die mes en vork zijn zo onhandig. Je moest het met stokjes kunnen eten. De vorige week hier geciteerde heer Versteeg uit De 8teeg is niet de enige die zich het bezoek van keizer Wilhelm en eega in 1909 aan het dorp in de Achterhoek herinnert. Trouw-lezer C. Ha- goort uit het Zuidhollandse Waarder weet het ook nog heel goed. Op kasteel Mlddachten (waar het keizerlijk paar logeer de) wapperden naast elkaar de Duitse en de Nederlandse vlag, schrijft hij. Toen het noodweer dat op die feestdag losbarstte, zo'n beetje voorbij was, bleek de Duitse vlag met gebroken stok, verregend en kapot gewaaid, in de tuin te liggen, terwijl de Ne derlandse driekleur nog vrolijk stond te wapperen. „Omdat de man met de opgedraaide snor- punten onze Koningin bij zijn bezoek nogal genegeerd had, meldde De Rotterdammer dit be richt met enig leedvermaak. Sommigen hechtten er zelfs eni ge symbolische waarde aan en herinnerden zich het voorval weer in november 1918." Wat minister van defensie Hans Apel en generaal Jürgen Brandt betreft, komen er geen vrouwen in het Westduitse leger. Als reac tie op een suggestie van de om budsman voor de krijgsmacht, Karl-Wllhelm Berkhahn, dat het personeelstekort in het leger met vrouwen aangevuld zou kunnen worden, geven belde defensie-he ren in het blad „Welt am Sonn- tag" te kennen dat vrouwen die wapens dragen, tegen hun princi pes indruisen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5