handtekening als geldbelegging
commentaar
)r het debat (1)
or het debat (2)
Gijsen weigert
aanstelling pastor
Aantjes terug? (1)
Aantjes terug? (2)
Raadsel
Aantjes terug? (3)
offer
onhandig
net een hond
symbool?
geen vrouwen
SDAG 28 AUGUSTUS 1979
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
R H S 5
tveede Kamer zal (naar het zich gisteravond nog
anzien) vandaag opnieuw over de zaak-Aantjes
ken. Het is te hopen, dat dat de laatste keer zal
jen vooral ook: het is gewenst, dat de Kamer deze
t zo concreet mogelijk zal bespreken dus niet
I zal uitputten in enerzijds dierbaarheden ten
Ichte van een oud-collega en anderzijds slechts
nenten zal aanvoeren om de kiezers diets te
dat het om redenen van het aanzien van staat
^litiek maar beter is dat deze ene man van het
lenhof zou verdwijnen. Aantjes heeft zo langza-
jand recht op een duidelijk ja of nee. Het is niet
ikkelijk dat ja of nee zomaar uit te spreken, niet
I een Kamerlid en niet voor een commentaar-
Ijver, maar het moet er nu na een half jaar
•zoeken en rapporteren, wikken en wegen nu
van komen.
tak-Aantjes is gecompliceerd, door de veelheid
letails en emoties die er soms door worden
roepen. Het is niet toevallig, dat de twee aan de
ïr uitgebrachte rapporten over de zaak-Aantjes
J. k zijn. Elk detail telt en het lijkt onverantwoord
S veg te laten.
dat vastgesteld te hebben, moeten we gelijk
schuwen voor die andere valkuil die een beoor-
gsi ir bedreigt, namelijk dat hij zich maar al te gretig
Jr de veelheid van details verschuilt om dan
e]al geen concreet oordeel te hoeven uitspreken;
p, >omen prijzen omdat zij ons het zicht op het bos
emnmeren. Dat is onzin, want de zaak-Aantjes laat
(zeker na alles wat er gebeurd is na de emotione-
g( enbaarmaking van het RIOD-rapport in novem-
•^978) ook heel gemakkelijk vereenvoudigen.
h y vereènvoudigde verhaal ziet er dan zo uit: De
10 en Van der Leeuw van het RIOD (en vele
b Igers) vallen over Aantjes omdat hij in de oorlog
;edaan heeft, namelijk zich heeft aangemeld bij
lermaanse SS. Aantjes daarentegen heeft daar
een schuldgevoel aan overgehouden, maar er
over willen of kunnen spreken; enerzijds omdat
id ervaren welk een explosieve lading die twee
SS met zich droegen, maar vooral ook omdat
>ch de zo moeilijk aan anderen over te brengen
•heid had: „ik heb iets nagelaten; ik heb toen
untje bij het paaltje kwam geweigerd in dienst te
alleen de Tweede Kamer, ook de regering is
aag partij in het debat over Aantjes. Dat is een
wonderlijke zaak, want de stelling laat zich
edigen dat de Kamer vandaag in feite niets meer
over een huishoudelijke zaak debatteert. Maar
gezien al het voorafgaande theorie. De regering
zich van het eerste begin af in het debat
ngd beter gezegd: heeft zich in het debat
mengen door het optreden van haar ambtena-
)e Jong en Van der, Leeuw en door het aanvaar-
yan verantwoordelijkheid voor de publikatie van
oorlopige bevindingen van beide heren.
dat is gebeurd en vooral de manier waarop dat
arde, is ongelukkig. Dat moet nadrukkelijk vast
ld worden, hoeveel begrip men ook kan hebben
de akelige positie waarin de bewindslieden in de
week van november 1978 door haar ambtena-
yaren gemanoeuvreerd en hoe zeer ook waar is,
leze bezwaren over de procedure niet mogen
n als rookgordijn om een oordeel over de
lijke zaak te ontlopen.
»esteld moet echter worden, dat de regering zich
ivember 1978 grotelijks verkeken heeft op het
treden en ik kende de consequenties van die weige
ring op dat moment niet".
Dat is de harde kern van alles wat overgebleven is uit
het eerste RIOD-rapport en over deze vraag met
betrekking tot Aantjes moet de Kamer vandaag
oordelen. Misschien kunnen de Kamerleden (en de
toeschouwers in het land) bij het bepalen van een
oordeel hierover zich gesterkt weten door het feit,
dat al in 1944-1945 de Duitse autoriteiten óók moes
ten oordelen en dat zij dat hebben gedaan door
Aantjes gevangen te zetten.
Het is dwaasheid om op grond van dit feit Aantjes tot
een oorlogsheld te bombarderen, maar even dwaas is
het dit gebeuren te negeren.
Natuurlijk, er komt een nuance bij. Aantjes heeft al
die tijd over deze zaak gezwegen en dat is niet gering.
Hij heeft er kennelijk zelf heel wat mensen mee in
hun ijdelheid geraakt; mensen die vonden dat zij het
althans wel hadden horen te weten en dat zij dan
graag zo grootmoedig zouden zijn geweest om te
vergeven en te vergeten.
Maar is het reëel dit Aantjes te verwijten? Ten eerste
is het recht van iemand om te zwijgen over zaken die
tot zijn privé-leven behoren en zeker als die dingen
een grote emotionele geladenheid hebben. In ons
recht heeft dat zelfs de uitdrukking gevonden in de
regel, dat niemand verplicht kan worden verklarin
gen tot zijn eigen nadeel af te leggen. Bij Aantjes
komt daar nog bij, dat hij van het eerste begin heeft
onderkend dat hij met zijn verklaring alleen maar
een zee van emoties over zich zou roepen; zeker in
een wereld als de politiek, die het kennelijk steeds
meer moet hebben van een werken met „steekwoor
den" dap met argumenten en nuanceringen.
Trouwens, wat het effect van spreken zou zijn
geweest, hebben wij vorige week nog mogen beleven
in het geval van de Friese mevrouw Van der Wal
een generatiegenoot van Aantjes die als Duitse in
haar jeugd lid is geweest van de Hitler Jugend, in de
provinciale en gemeentepolitiek van Friesland een
rol mag spelen maar nu dan toch de Tweede Kamer
gesloten vindt, omdat haar politiek functioneren daar
wel eens moeilijkheden voor haar partij en wie
weet zelfs voor het parlement met zich zou kunnen
brengen, zoals de weinig principiële en geloofwaardi
ge verklaring achteraf luidt.
emotionele karakter van het door haar gepubliceerde
„voorlopige" ambtelijke rapport en de gevolgen die
dit in de persoonlijke sfeer voor de betrokkene zou
hebben.
De regering kan zich niet aan de consequenties
daarvan onttrekken. De vrijblijvende publikatie van
een ander rapport, door dezelfde ambtenaren De
Jong en Van der Leeuw samengestelde bloemlezing
van alle voor Aantjes bezwarende verklaringen uit de
dikke rapporten van Enschede en Patijn) kan geen
bevrediging geven, een vage lippendienst aan Aan
tjes' verdiensten voor de Nederlandse politiek in de
afgelopen twintig jaar al evenmin.
Wat minstens van de regering mag worden verlangd
is een eigen standpunt, waarvoor zij naar de inhoud
en de vorm van het publiceren verantwoordelijkheid
draagt en dat een duidelijke uitspraak bevat hoe naar
haar mening een man als Aantjes in de toekomst
politiek kan functioneren. Een afschuiven van dit
oordeel door de regering op parlement of politieke
partijen is niet bevredigend omdat er immers in
Nederland tal van politieke functies zijn waarin men
niet gekozen, maar wordt benoemd.
tMOND (ANP) De bisschop
toermond, mgr. dr. J. Gljsen,
geweigerd om drs. J. M. Slab-
afgestudeerde van de hoge-
voor theologie en pastoraat
in Heerlen, aan te stellen tot
van de streekparochie voor
en, De Jonge Kerk genaamd, in
lond.
'igering berust op het principe
isschop Gijsen dat hij geen stu-
van de Heerlense HTP wil
werken in zijn bisdom, zo ver-
Ie een woordvoerder van de ho-
ool. „Voor bisschop Gijsen be-
wij niet. Zelfs van studenten
or ons grotendeels zijn opgeleid
maar die op een gegeven moment
overstappen naar de opleiding van
het bisdom wordt bij hun aanstelling
angstvallig verzwegen dat zij een tijd
lang aan de HTP hebben gestu
deerd."
Drs. Slabbers is lid van de orde van
de paters redemptoristen. Samen
met andere congregaties van pries
terreligieuzen participeren de re
demptoristen in de HTP. Buiten het
bisdom Roermond kan drs. Slabbers
wel aangesteld worden tot pastor.
Zijn superieuren wilden hem als pas
tor laten werken ten dienste van De
Jonge Kerk, maar wat het bisdom
Roermond betreft is dit onmogelijk
gezien de houding van mgr. Gijsen
ten opzichte van de HTP.
HWT bisdom Roermond heeft beves
tigd dat al geruime tijd geldt dat
afgestudeerden van de HTP in Heer
len niet zonder meer aangesteld kun
nen worden tot pastor in dit diocees
en dat dit principe ook van toepas
sing is op de door De Jonge Kerk
gevraagde benoeming van drs. Slab
bers tot pastor.
PARLEMENTPARLEMENTAIRPARLEMENTARIËRSPARLEMENTARISMEPARLEMENTI
Onder redactie van Hans Gosllnga
Anti-revolutionairen zijn lieden die
het zichzelf noch anderen gemakke
lijk plegen te maken. Een staaltje
van deze eigenaardigheid levert
Piet van Tellingen, voormalig frac-
tievoorlichter van CDA en ARP, in
een ingezonden brief aan de Volks
krant, die gisteren werd gepubli
ceerd. Hij pleit hierin voor eerher
stel van mr Aantjes „terwille van de
geloofwaardigheid van de rechts
staat,"
Dat een dergelijk pleidooi van een
man als Van Tellingen komt, is niet
verbazingwekkend. Hij behoorde
tot degenen bij wie je in de eerste
dagen na de val van de CDA-fractle-
leider de verslagenheid en de ver
plettering van het gezicht kon
scheppen. Later heeft hij zich ook
wel openlijk in de discussie over de
zaak gemengd, in dikwijls emotio
neel en persoonlijk getinte stukken
in de partijpers.
Van Tellingen benadert de zaak nu
vanuit een andere invalshoek en
dat heeft een belangwekkende brief
opgeleverd. Het pikantste is, dat de
vroegere rechterhand van Aantjes
zich richt tot de fracties van PvdA
en D'66 en vooral de verklaring die
hij daarvoor geeft. Maar daarover
straks.
In de eerste plaats constateert Van
Tellingen, dat de commissie van
drie niets heeft heel gelaten van de
beschuldigingen die dr De Jong van
oorlogsdocumentatie tegen Aantjes
heeft ingebracht. Met het oog op de
gevolgen die de beschuldigingen
voor Aantjes hebben gehad, vraagt
hij zich. af „of dit allemaal in een
rechtstaat mogelijk is."
Van Tellingen zegt van juristen te
hebben geleerd, dat iemands goede
trouw moet worden verondersteld
totdat het tegendeel gebleken is.
„In gewoon Hollands gezegd: voor
dat je iemand aan de paal nagelt,
moet j© wel harde bewijzen hebben.
Een gouden regel in een rechtstaat
die voorkomt dat willekeur en voor
ingenomenheden het winnen van
gerechtigheid." Hij concludeert, dat
deze regel is overtreden in de bena
dering van Aantjes.
Hij richt zich dan direct tot de
Tweede Kamer, „die als hoeder van
de rechtstaat alsnog kan bewijzen
dat zoiets door dit college hoog
wordt opgenomen." Vergoelijkend
zegt hij, dat de Kamer „in het sche-
mèrdüister" van november vorig
Jaar nog niet volledig kon weten
wat wel en niet waar was. „Wel was
overigens het vertrouwen in Aan
tjes' eigen lezing erg klein," Voegt
hij daar wat bitter, aan toe.
Zie „raadsel".
In het novemberdebat over de zaak-
Aantjes concluderen alle fracties,
op het CDA na, dat Aantjes politiek
niet meer kon meedraaien en te
recht was opgestapt. Het CDA
meende, dat deze verantwoordelijk
heid bij de betrokkene zelf lag.
G;ezien de grote eenstemmigheid in
het oordeel van de Kamer is het
curieus dat Van Tellingen met
name PvdA en D'66 aanspreekt. Hij
schrijft, dat de rol van de WD in
deze kwestie „weliswaar van be
lang, maar weinig opvallend is."
Kennelijk doelt hij erop, dat de
WD thans slechts één overheer
send belang heeft: het instandhou
den van de coalitie en het kabinet.
Voor wat het CDA betreft, neemt
hij aan, dat er geen problemen zijn:
„nu het rapport-Enschede de ex-
voorman van het CDA van veel
blaam zuivert, is er reden een terug
keer in het politieke bedrijf als ver
heugend te beschouwen. Zo'n hou
ding, die ik veronderstel, past bij
een christelijk politieke groepering
die principes laat prevaleren boven
wat mensen ervan vinden en ander
soortige, meer electoraal getinte
motieven."
Over de opstelling van het CDA
straks meer. Nu eerst de verklaring
van Van Tellingen voor zijn oproep
aan PvdA en D'66 om hun aanvan
kelijk oordeel te herzien. „De rol
van deze partijen interesseert voor
al die mensen, die in de politicus
Aantjes een groot vertrouwen stel
len. Als geen ander kon Aantjes het
grote potentieel aan mensen (groter
dan menige rasechte partijganger
binnen het CDA veronderstelde)
dat voortdurend twijfelde aan de
keuze voor het CDA of PvdA/D'66,
voor het CDA winnen, vooral omdat
Aantjes de bereidheid toonde nieu
we wegen in te gaan."
Van Tellingen maakt het PvdA en
D'66 dus niet gemakkelijk. HIJ
vraagt hen de terugkeer van een
politicus te fiatteren die, naar hij
stellig meent, een grote groep stem
mers van hen afhoudt. Een sata
nisch trekje van Van Tellingen om
de ander zo verlokkelijk de brede
weg te tonen, maar uit te dagen
voor het smalle pad te kiezen? Of
een indirecte waarschuwing aan het
CDA om de stemmentrekker Aan
tjes niet aan de kaht te laten staan?
Hij neemt aan (veronderstelt), dat
het CDA met vreugde zal constate
toch maar verzwegen heeft, een
miskenning van het rapport-En
schede. Hij zegt in zijn brief, dat de
oordelen van november 1978 vooral
waren ingegeven door het rapport
van De Jong, dat hard en meedo
genloos was en suggereerde dat
Aantjes in de oorlog fout was.
„Nu blijkt uit het rapport-Enschede
dat daar geen sprake van is, hoog
stens van een stommiteit. Weegt
dat dan niet mee in de verhalen
over het verzwijgen? Weegt ook niet
mee dat de feiten over Aantjes' ge
dragingen in de oorlog jurudisch
niet strafbaar waren?", aldus Van
Tellingen, die overigens opmerkt
dat het niet aan andere partijen is
te bepalen of Aantjes in de politiek
terug kan. Dat bepaalt de ARP bin
nen het CDA en vervolgens bepalen
dat de kiezers."
De oproep van Van Tellingen aan
de PvdA lijkt vergeefs. De heer
Voogd zei gisteren, dat hij, evenals
in het eerste debat over de zaak,
van mening blijft, dat Aantjes' ver
zwijgen fout is geweest. Zijn fractie
zou daarover vanochtend nog be
raadslagen.
Dat uitsluitend de ARP hierover
zou moeten oordelen, is overigens
geen uitgemaakte zaak binnen het
CDA. De voorzitter van de CDA-
fractle in de Eerste Kamer, prof.
Van Hulst, verklaarde onlangs dat
dit een kwestie is waarbij het gehele
CDA is betrokken. Al erkende hij
dat aan de houding van de ARP
zeer veel gewicht moet worden toe
gekend. Formeel is het zo, dat de
drie partijen die tesamen het CDA
vormen, hun kandidaatstelling af
zonderlijk regelen.
De andere partijen zullen intussen
van CDA-fractielelder Lubbers wil
len vernemen hoe zijn fractie over
een terugkeer van Aantjes denkt. In
PvdA-kring wil men uit diens mond
een eenduidig antwoord op die
vraag horen.
In de oplopende spanning rond de
zaak-Aantjes heeft zich de afgelo
pen dagen premier Van Agt tot Lub
bers gewend met de boodschap de
regering niet al te kritisch aan te
pakken. „We hebben al genoeg pro
blemen met de begroting, we kun
nen er niet nog 'ns iets bij hebben,"
moet Van Agt hebben gezegd.
ren dat een terugkeer van Aantjes
mogelijk is, maar hij weet natuur
lijk wel beter. Het CDA Is wat dit
betreft een verdeeld huis. Direct na
de publikatie van de rapporten van
de commissie van drie en de com-
missie-Patijn, die een aantal van de
voor Aantjes ongunstige bevindin
gen van de RIOD-onderzoekers om-
verkegelden, ontstond onder de
christen-democraten een discussie
over de vraag of Aantjes al of niet
zou kunnen terugkeren.
De fractie was er tot voor vandaag
nog niet uit. Er zijn voorstanders,
zoals Hans de Boer, en tegenstan
ders, onder wie fractieleider Lub
bers en ondervoorzitter Schakel.
Vanochtend zou „en petit comité",
(de hele fractie daarover laten
meepraten, acht men ondoenlijk)
een standpunt worden bepaald.
BIJ de tegenstanders van een come
back weegt zwaar het feit, dat Aan
tjes zijn lidmaatschap van de Oer-
maansche SS steeds heeft verzwe
gen. Ook de PvdA-er Voogd heeft
erop gewezen, dat dit gegeven onge
wijzigd is gebleven.
Van Tellingen neemt tegen dit argu
ment stelling. Hij vindt alle verha
len over dat er feitelijk niets veran
derd is, omdat Aantjes zijn merk
waardige weg via de Germaansche
SS om aan de Duitsers te ontkomen
Minister-president Van Agt en de
nieuwe Kamervoorzitter Dolman
hebben deze zomer een kennisma
kingsgesprek gevoerd, maar hoe
deze bijeenkomst tot stand is geko
men, is een raadsei. Belde partijen
hullen zich op dit punt in geheim
zinnigheid.
Bekend is, dat ambtenaren van het
ministerie van algemene zaken zich
met de ontmoeting in het vooruit
zicht het hoofd hebben gebroken
over de vraag wie wie moest uitno
digen: Dolman Van Agt of Van Agt
Dolman? Zulke zaken liggen gevoe
lig in Den Haag. Men is er echter
niet uitgekomen.
Protocolaire regels voor zulke ont
moetingen zijn er niet. Volgens de
woordvoerder van algemene zaken
gelden in deze gevallen „de gewone
regels van wellevendheid". Als de
normale gang van zaken schetst hij,
dat de nieuwe Kamervoorzitter
eerst spreekt met zijn voorganger
en zich vervolgens voorstelt aan een
aantal hoge gezagsdragers, onder
wie de minister-president, de vice-
voorzitter van de Raad van State en
de voorzitter van de Eerste Kamer
(voor zo'n rondje behoeft de betrok
kene het Binnenhof niet eens af).
Hierbij gaat het initiatief uit van de
nieuwe Kamervoorzitter. Of dit in
het geval van de ontmoeting Van
Agt-Dolman, ook zo is gegaan,
wordt op algemene zaken niet met
zoveel woorden bevestigd. Dan Dol
man zelf maar gebeld. De nieuwe
Kamervoorzitter: „Ja, dat gesprek'
heb ik gehad. Van wie het initiatief,
is uitgegaan? Dat kan ik me niet
meer herinneren."
PARLEMENTPARLEMENTAIRPARLEMENTARIËRSPARLEMENTARISMEPARLEMENTE
Wie flink wat ruimte tot zijn be
schikking heeft, moet van nu af
aan maar niets meer weggooien.
Alles wat er te sparen valt lij kt op
den duur geld waard te worden,
of het nu lucifersmerken, postze
gels, sigarenbandjes, model-
treintjes of bierviltjes zijn. Nu
weer wordt er ineens een hoop
geld geboden en gevraagd voor
handtekeningen. Een nieuwe
rage (voorlopig alleen in Ameri
ka, maar dat zal wel niet lang zo
blijven) die op een waterdichte
geldbelegging lijkt uit te lopen.
Handtekeningen sparen als geld
belegging. Dat kan dus, al heb Je
natuurlijk niets aan de krabbel
van je buurman, want de naam
moet wel iets te betekenen heb
ben. Zelfs een Raquel Welch, een
toch niet onbekende en niet on
smakelijke filmdame. brengt
(nog) niet veel op; dat geeft zelfs
de gek op het ogenblik niet meer
dan een tientje voor. Nee, wie een
echt bijzonder stuk zoekt zou een
handtekening van Shakespeare
te pakken moeten zien te krijgen.
Daar krijg je bij verkoop zeker
een miljoen of twee voor. Maar
„De Dunne" (die van de Dikke),
Stan Laurel, is voor een beginne
ling toch ook best aardig: verhan
delbaar voor zo'n 75, en dus in
elk geval een begin van een ver
zameling.
In Milwaukee in de Amerikaanse
staat Wisconsin woont een han
delaar met een winkel, waar hij
uitsluitend zeldzame handteke
ningen en manuscripten in- en
verkoopt. Omdat het tot nog toe
een puur Amerikaanse rage is
moeten we op deze William J.
Luetge van de „Autograph Alco
ve" afgaan. Hoeveel verzame
laars er op dit gebied al zijn weet
hij niet, wel dat hun aantal de
laatste paar jaar minstens moet
zijn verdubbeld en dat de inflatie
dit soort beleggingen in de hand
heeft gewerkt.
Een dure handtekening staat al
tijd op een belangrijk document,
want het maakt heel wat in prijs
uit of de handtekening van een
grootheid als George Washington
onder een bestelbon voor rollen
w.c.-papier staat of onder een
staatsbesluit. Ook belangrijke
mensen hebben onbelangrijke
stukken moeten tekenen en daar
hangt nu hun belangrijkheid
voor verzamelaars van af. Des
kundigen stellen vast of het alle
maal echt is door het hand
schrift, het papier, de inhoud en
de inktsoort te bestuderen. Je
kunt zo'n verzameling ook niet
zomaar ergens in een wandmeu
bel wegleggen. Vooral wat oudere
stukken verdragen absoluut teen
zonlicht en eisen een gelijkmati
ge temperatuur. Paperclips en
plastic plakband zijn uiteraard
uit de boze. en pletten van een
verkreukeld stuk schijnt ook heel
verkeerd te zijn.
Wie met zo'n verzameling wil be
ginnen moet de modieuze namen
links laten liggen, adviseert Luet
ge. Ruimtevaarders, Oscarwin
naars, grote politieke en histori
sche figuren, dat worden volgens
hem klinkende namen, letterlijk
dus als er veel geld aan te pas
komt. Het zeldzaamst zijn, zegt
hij, de handtekening van Miguel
de Cervantes (van Don Quijote)
en de al genoemde van Shakespe
are. En misschien ook wel die van
een Kim Novak, Greta Garbo,
Rod 8teiger en Robert Redford,
niet alleen omdat zij mensen van
enige naam zijn, maar ook omdat
zij beroemd èn linkshandig zijn,
een zeldzame combinatie naar
het schijnt. Dat kan William Lu
etge allemaal niet weten, want
dat lazen we pas in de Duitse
krant Die Welt, die er nog veel
meer zo kent. Koningin Elisabeth
bijvoorbeeld, Marilyn Monroe,
Paul McCartney, ex-president
Gerald Ford, Herbert Hoover,
Nelson Rockefeller, Pablo Picas
so, Charley Chaplin en Cole Por
ter. Voor doorbijters moet het
niet zo'n heksentoer zijn om aan
hun handtekeningen te komen,
omdat het mensen uit onze gou
den eeuw zijn. Moeilijker wordt
het met Jack the Ripper, Von
Goethe, Leonardo da Vinci, Frie-
drich Nietsche, Napoleon, Mo
zart, Benjamin Franklin en Von
Beethoven, maar helemaal on
mogelijk lijkt het met Caesar en
Alexander de Grote. Wie hun ge
schriften mét handtekening te
pakken kan krijgen, zal wel in
één keer binnen zijn.
Gezond, getrouwd en vader van
drie kinderen. Zo biedt de 36-
jarige arbeider Manuel Martinez
uit het Spaanse Santiago de
Compostela zijn werkkracht aan
aan wie hem maar een baan wil
geven. Hij heeft trouwens meer te
bieden: een oog en een nier. HIJ
vindt het zo verschrikkelijk om
(sinds mei) werkloos te zijn, dat
hij dat offer, waarmee een ander
ook geholpen zal zijn, er graag
voor over heeft. Twee voorwaar
den heeft hij er tegenover ge
steld: het baantje moet niet tets
van een paar weken, maar echt
vast werk zijn, en ook niet al te
zwaar als hij het zonder een oog
en een nier moet doem
Miki gedraagt zich als een hond
in het Deense gezin Larsea Een
paar maanden geleden nog was
het dier een verweesde vossen-
welp, die in z'n eentje in een
greppel ongetwijfeld dood zou
zijn gegaan, als tienjarige Rene
Larsen hem daar niet gevonden
had.
Twee maanden voedde
Rene het vosje met haver, lever
pastei en aardbeien en Miki
groeide op tot een flinke kleuter
die niet meer bij Rene weg wil.
Tot een paar dagen geleden wa
ren er in heel Peking maar twee
restaurants, waar de Inwoners
westers voedsel konden krijgen.
De meeste Chinezen kwamen er
dan ook niet toe om het ook eens
te proberen, maar nu het derde
„westerse" restaurant geopend
is, dat bovendien in een wijk ligt
waar anders alleen buitenlanders
mochten komen, stromen ze toe.
De eerste vijf uren proefden vele
honderden inwoners van Peking
voor het eerst in hun leven een
hapje voedsel uit een vreemd
land, in prijs variërend van zestig
cent tot drie gulden. En was wat
van ver gehaald was, echt lekker?
„Het was niet onsmakelijk," zei
een bezoeker, „maar die mes en
vork zijn zo onhandig. Je moest
het met stokjes kunnen eten.
De vorige week hier geciteerde
heer Versteeg uit De 8teeg is niet
de enige die zich het bezoek van
keizer Wilhelm en eega in 1909
aan het dorp in de Achterhoek
herinnert. Trouw-lezer C. Ha-
goort uit het Zuidhollandse
Waarder weet het ook nog heel
goed. Op kasteel Mlddachten
(waar het keizerlijk paar logeer
de) wapperden naast elkaar de
Duitse en de Nederlandse vlag,
schrijft hij. Toen het noodweer
dat op die feestdag losbarstte,
zo'n beetje voorbij was, bleek de
Duitse vlag met gebroken stok,
verregend en kapot gewaaid, in
de tuin te liggen, terwijl de Ne
derlandse driekleur nog vrolijk
stond te wapperen. „Omdat de
man met de opgedraaide snor-
punten onze Koningin bij zijn
bezoek nogal genegeerd had,
meldde De Rotterdammer dit be
richt met enig leedvermaak.
Sommigen hechtten er zelfs eni
ge symbolische waarde aan en
herinnerden zich het voorval
weer in november 1918."
Wat minister van defensie Hans
Apel en generaal Jürgen Brandt
betreft, komen er geen vrouwen
in het Westduitse leger. Als reac
tie op een suggestie van de om
budsman voor de krijgsmacht,
Karl-Wllhelm Berkhahn, dat het
personeelstekort in het leger met
vrouwen aangevuld zou kunnen
worden, geven belde defensie-he
ren in het blad „Welt am Sonn-
tag" te kennen dat vrouwen die
wapens dragen, tegen hun princi
pes indruisen.