'i; 'Ik schaam mij niet voor de jaren op de Albert Cuyp' Hp* 1 Recensies Mi A De hoogste NMB spaarrente. Ukunt nü profiteren van de hoge spaarrente bij de NMB.Van die hoge rente kunt u 6 jaar lang verze kerd zijn. Vroegere viskoopman Theo Boesken nu pastoraal werker Vas telermijn Spaarrekening: vaste looptijd,vaste rente. De NMB denkt met u mee. - MAANDAG 27 AUGUSTUS 1979 TROUW/KWARTET door Fred Lammers rüj AMSTERDAM Op twee jaar na drie eeuwen staat het imposante Amstelhof op een van de mooiste plekjes aan de Amstel, niet ver van Carré. Vroeger was het algemeen be- e ikend als het „besjeshuis" van iv^de hervormde diakonie, te- .enwoordig is het een ver pleeghuis Annex reactive- dojringscentrum. De 342 bewo- en ners zijn voor het overgrote deel de 65 al hoog en breed iejgepasseerd, wat nlet weg neemt dat ook minder hoog- sbibej aarden er worden ver- pleegd. Hoewel mensen van alle gezindten er welkom zijn. heeft Amstelhof de her vormde signatuur gehouden. Er is ;n predikant aan verbonden, de ge formeerde ds Arie C. Langendijk, „jifmet als tweede man de pastoraal wer- J ^er Theo Boesken. Hoewel de nu 48- ige Theo er al vier jaar in de Am- itelhof op heeft zitten, na eerder drie bar full-time bijstand in het pasto- i0(|hat van de hervormde Oranjekerk- emeente te hebben gegeven, kennen van Amsterdammers hem vooral uit de tijd dat hij evenals zijn vader en grootvader vis stond te venten op de Albert Cuyp-markt. Van viskoop- man naar geestelijk verzorger (vol- 15 gend jaar hoopt Theo voor het exa- 131 men hulpprediker te slagen) lijkt op eerste gezicht een grote overgang, zijn er tal van raakvlakken. gd d Theo Boesken .veel mensen zijn te berustend soonlijker geworden. Het echte men selijke contact is weg, de belangstel ling voor elkaar. Als ik denk aan de schoonmaaksters, de vrouwen die voor de oorlog en kort er na voor een paar centen zorgden dat je vis pan klaar mee naar huis kon worden ge nomen, die vrouwen waren eigenlijk onbetaalbaar." >n 'e moet van mensen houden, echt in ideren zijn geïnteresseerd. Dat is in voorwaarde voor dit werk. Maar Wil je het als marktkoopman goed loen, moet je eveneens aan die eis leantwoorden. Op de markt speelde ook min of meer de rol van maat- ïhappelijk werker, al gaat dat hoe anger hoe meer eruit. De Albert !uyp is ook niet meer wat die vroeger was. Vanmorgen was ik er nog even om wat vis te halen voor een vrouwtje dat jarig was en waarvan ik wist dat k haaf met een lekker visje meer ilezier zou doen dan met een ander :adeautje. Een van de oudere markt vrouwen, die ik tegen het lijf liep, zei leel somber: "Theo, jongen, het is niet neer zo als het was!' Ze had gelijk, al oop je het gevaar wanneer je wat wider wordt het verleden als ideaal te jaan zien. Vroeger was het ook niet altijd alles. Ik heb fikse ruzies meegemaakt, naar dat ze je tegenwoordig bedrei- :en en bestelen waar je bij bent, nee at kwam toch niet voor. Het ging in nijn tijd op een eerlijke manier." „Een van de bekendste was Anna de Kort. Wat heb ik vaak vol bewonde ring naar die vrouw staan kijken als ze op zaterdag om negen uur begon met aal schoon te maken en rustig aan een stuk door ging totdat ze om een uur of zes haar laatste maaltje aal afleverde. Haar handen waren onaf gebroken bezig, maar intussen had ze oog en oor voor iedereen, Hoe is het met je zuster? Voelt ze zich al wat beter?' of tegen een ander, die ze tussen het publiek zag 'Je moeder is overleden, het is me wat, maar het leven gaat door'. Ze was van alles op de hoogte, wist het juiste woord op de juiste plaats te zeggen." ïfeer )e sfeer op de Albert Cuyp is heel nders geworden. Voor de oorlog tonden er 32 viskarren, voor een [root deel van Joden. Dat had een norme charme. Van mijn Joodse col- ïga's zijn er maar drie teruggeko- nen: Isi, Philip en Moos Locher. Nu is lleen Isi er nog met zijn zoon Hans. ■f'hilip is overleden en Moos heeft het ver weg gezocht. Hij is naar Australië feegaan. Vroeger waren het de Joden die de Albert Cuyp-markt beheer- '?n. Niet voor niets hadden ze het iver Amsterdam als het Jeruzalem fan het Westen." ,Nu waan je je op de Albert Cuyp aak in Paramaribo. Dat bedoel ik iet denigrerend. Het heeft ook zijn ekoring. Al die verschillende men- ;n uit Suriname hebben hun eigen ewoonten meegebracht. Je ziet aardoor produkten op de markt faarvan je een jaar of wat terug nooit gehoord. Vijftien jaar geldeeden loest Je er voor naar Londen gaan m dat mee te maken. Maar hoe dan ok, het is allemaal wel veel onper „De mensen kwamen daarom niet alleen naar de markt om iets te ko pen, ze konden ook babbelen. Ze kon- He den er hun sores kwijt. Hetzelfde had je in die kleine buurtwinkeltjes. Als je nu door die supermarkten loopt, hier en daar wat weggraait om dan uitein delijk bij een juffrouw terecht te ko men, die automatisch een kassa aan slaat, denk ik vaak: wat missen we veel. Het is niet zo maar dat tegen woordig zoveel mensen tabletten voor de zenuwen slikken en vroeg of laat met een psychiater in aanraking komen. Maar het oude komt terug. Dat is jammer, maar het heeft zo moeten zijn. Ik zie steeds duidelijker dat die Jaren op de markt en de tijd erna slechts een voorbereiding zijn geweest op het werk dat ik nu doe. Dat heeft er waarschijnlijk altijd al ingezeten. Ik weet nog hoe mijn vader tegen me zei als ik hem wilde overha len iemand gratis vis te geven: 'Jon gen, Je kunt je niet het leed van alle mensen aantrekken'. Hij had daarin groot gelijk. In de loop der jaren heb ik veel mensenkennis opgedaan. Ik heb geleerd dat dege nen die niets zeggen vaak harder hulp nodig hebben dan degenen die met hun problemen te koop lopen. In de jaren dat ik in de Oranjekerkgemeen te werkzaam was, heb ik daarvan staaltjes meegemaakt. Er waren mensen die een beroep deden op de diakonie, met heel roerende verhalen kwamen en als je dan een paar tien tjes liet schuiven en even later nog eens ging kijken stond de Jeneverfles op tafel en hadden ze dolle pret dat ze de kerk zo te pakken hadden ge nomen." Directe aanleiding voor Theo om de markt vaarwel te zeggen was dat er in de Jaren zestig door het duurder wor den van de vis nauwelijks een boter ham meer in was te verdienen. Dat heb ik deze zomer gemerkt toen ik vijf weken lang de tokobeheerster hier in de Amstelhof heb vervangen toen ze met vakantie was. Je zult zeggen als geestelijk verzorger in de toko. Nu, ik heb het met plezier ge daan. Ik heb allerlei contacten ge legd. Zo'n toko heeft in een tehuis als dit een functie. Het is een ontmoe tingspunt. Ik ben er sindsdien druk over aan het denken of ik het bij mijn bezig zijn hier in de toekomst niet meer in die richting moet gaan zoe ken. Als het een beetje ongedwongen toegaat, praten de mensen gemakke lijker." Als is het al weer zestien jaar geleden dat Theo de Albert Cuyp vaarwel zei om een boterham in de horeca te zoeken, zijn koopmansverleden steekt toch af en toe de kop weer op. „Er zit geen Boesken meer in de vis. Het was ds Buskes die bij Theo echt belangstelling voor religieuze zaken wekte. „Van huis uit betekende de kerk niet veel voor mij. Ik was ge doopt en mocht naar de zondags school, maar daarmee hield het wel zo'n beetje op. Het was op het eind van de Jaren veertig dat ds Buskes voor de Jonge Kerk kwam vertellen over zijn reizen en ontmoetingen met allerlei bekende, figuren zoals Pandit Nehroe. Wij kregen die verhalen uit de eerste hand. Ds Buskes nodigde allerlei interessante mensen uit: zen delingen, priesters, maar ook huma nisten en jehova-getuigen. Hij leerde ons het brede verband te zien." Theo ging een catechetenopleiding volgen en toen kwam het verzoek van dr Hartdorff hem te komen helpen. Het was huisbezoek doen, naar zie ken gaan, catechisaties houden, be grafenissen lelden ep godsdienstles geven op scholen. Van het een kwam het ander, totdat Theo vier jaar gele den full time voor drie dagen in de week bijstand in het pastoraat ging verlenen in de Amstelhof. De reste- (foto: Dirk Ketting) rende dagen van de week doet hij hetzelfde werk in andere tehuizen in de stad. „Het is allemaal heel wonderlijk gelo pen. Ik houd niet van vroom gepraat, maar ik geloof zeker dat er een be paalde leiding in Je leven is. Sommige dingen moeten zo zijn. Natuurlijk moet Je er zelf ook veel aan doen. Je moet studeren, veel leren, maar toch ervaar ik steeds weer dat het af en toe lijkt alsof bepaalde dingen Je in de mond worden gegeven. Je hebt mo menten dat Je Je afvraagt: waar doe Je het voor. Maar dan maak Je soms ineens iets mee waardoor Je het weer heel duidelijk ziet." Niks „Ik heb het meegemaakt met een vrouw die tegen me zei: 'Ik ben niet gelovig, ik ben niks.' In eerste instan tie heb ik toen geantwoord 'Niks is een klein beetje. Dat kun Je zonder water opzetten.' Ze bleef toch luiste ren. Een paar Jaar nadat ze weer naar huls was gegaan kreeg ik met Kerst mis een ansichtkaart van haar. Ze schreef erop: 'Ik was wel niks, maar u had het altijd over God. Daar heb ik ontzettend veel aan gehad.' Die kaart deed me veel. Ik ben er erg zuinig op." „Ik geloof dat wij mensen veel te berustend zijn, ook binnen de kerk. We zeggen veel te gauw dat het toch niets meer uithaalt, dat de mensen niet meer gelovig zijn. Ik zet daar een groot vraagteken achter en soms een uitroepteken. Het evangelie is iets dat wij niet moeten onderschatten. We hebben hier ln huls nog diverse eeuwenoude dingen, ook een bord in een eikehouten lijst gevat, dat nu in de kerkzaal hangt. Er staat een ge deelte uit Mattheus 11 op, de bekende tekst: Komt herwaarts tot Mij allen die vermoeid en belast zijt. Dat heeft me toen ik hier kwam erg getroffen. Het klinkt misschien een beetje pre tentieus maar ik doe dit werk hier omdat ik weet dat Ik een opdracht heb. Ik ben hier namens de kerk om waar te maken dat Christus nog steeds rondgaat tussen de mensen." „Er zijn mensen die er moeite mee hebben dat een vroegere viskoopman dat doet. Ze zeggen het niet direct, maar Je proeft dat ze denken: Je moet geen verbeelding krijgen, Je bent maar een gewone Jongen van de Al- bert Cuyp. Nou dat laatste hoop ik nooit te vergeten. In de bijbel staat ergens: schaamt u het evangelie niet. Ik hoop me nooit voor mijn afkomst te schamen. Ik ben de zoon van Ge rard en Marietje uit de Pijp. Dat mogen alle mensen weten." ESf K" V S1 door Mink van Rijsdijk Het ergste dat auteurs kan overkomen is dat hun boeken onbesproken tussen de wal en het schip raken. Vaak is zelfs een slechte recensie aantrekkelijker dan genegeerd te worden. Ik heb het nu niet over de mini-bcsprckingcn in regionale kerkbladen. Hoe positief en sympathiek die ook bedoeld en gesteld mogen zijn, veel zoden zetten ze niet aan de dijk. Zelfs wervende slotwoorden als „van harte aanbevolen" zijn nogal eens onbeduidend. Boven dien worden kerkbladen gewoonlijk vol geschreven door predikanten waarom eigenlijk? en van hen mag men toch niet verwachten dat ze alles kunnen. Recensies schrijven hoeft naar mijn gevoel ook niet zo erg nodig in hun talentenpakket te zitten. Met onbesproken blijven bedoel ik dus niet die ander halve regel in de preekbeurtenperiodieken, maar het overgeslagen worden bij dag- en weekbladen. Op einde loos veel redactiebureaus deponeert men steeds stapels nieuwe boeken ter bespreking. Die presentexemplaren worden door uitgevers kwistig rondgestrooid, niet omdat zij zo'n gulle natuur hebben, doch puur uit zakelijke overwegingen. Zij hopen dat de verstuurde boeken uit hun fonds aandacht zullen krijgen. Wat er na verzending gaat gebeuren, blijft onzeker cn in het kielzog van de uitgevers volgen gespannen schrijvers en schrijfsters. Afwachten geblazen blijft het. Een uitgave kan serieus genomen worden of van de kar afvallen. Critici hebben vanzelfsprekend de souvereine vrijheid een boek te bespreken waaraan zij de voorkeur geven. Dit selectieve proces wordt door verschillende dingen beïnvloed. Ziet het boek er smakelijk uit, is de titel intrigerend en wie schreef het? Bovendien speelt de naam van de uitgever een bijzonder grote rol. Nu heb ik in mijn naïviteit altijd gedacht dat op deze manier vooral wat men noemt „christelijke" uitgevers met hun boeken nooit aan de bak kwamen bij de neutrale pers. Kok, Boekencentrum en Bosch en Keu- ning werden al bij voorbaat als vroom, duf, saai en misschien wel als schijnheilig onbesproken afgevoerd. En wie hoorde ik laatst op een avond via mijn autoradio klagen? Iemand van de socialistische uitgeverij Sun. Helemaal zielig vertelde hij dat eigenlijk alleen het linkse weeblad de Groene Amsterdammer aandacht schonk aan Sun-uitgaven. Ik dacht: hallo jongen, waar heb ik dat lied meer gehoord? Heeft de Groene ooit enige belangstelling getoond voor een boek van Kok? Nee toch. Dat gelamenteer kunnen we dus tegen elkaar wegstre pen. Maar daar kopen we helaas niets voor. Wat er wat duidelijk door wordt is hoe eenzijdig lezers worden voorgelicht. Allerlei mensen die wij nauwelijks kennen beïnvloeden ons, sterker nog, kiezen voor ons wat we wel en niet moeten lezen. En dat dan speciaal op grond .van de uitgeverij. Griezelig is dat. Wat is daardoor aan onze aandacht ontsnapt? Wat hebben op die maniér abonnees van De Groene Amsterdammers gemist? Dan denk ik nu vooral aan een boekje van Kok, geschreven door R. Louis, getitcls: „Het leven hangt aan een draad". Het is een verslag van twintig jaar telefonische hulpdienst in ons land. Ik ben er zeker van dat er horden mensen zijn die niets weten van deze manier van hulpverlening, die er geen idee van hebben dat er op verschillende plaatsen in ons land dag en nacht ménsen in trouw zijn voor mannen en vrouwen die het niet meer zien zitten, geen adres hebben om uit te huilen of af te reageren. Door een ding v..n plastic tegen hun oor te houden kunnen ze aanwezig zijn en melden zo zich present met luisteren naar het verhaal van zomaar iemand. Het is geen blij boekje waarin alle ellende snel opgelost wordt, maar een eerlijk verslag van falen cn soms wat licht brengen in totaal vastgelopen levens. Ik kan me er vreselijk over opwinden dat een dergelijke uitgave tussen de wal en het schip raakt. Die is daar te goed voor. In de eerste plaats als informatiebron over een heel speciale manier van hulpverlening, maar daar naast als spiegel voor alle ego-trippers, ongeacht of zij nou De Groene Amsterdammer of Het Reformatorisch Dagblad lezen. ADVERTENTIE Op een spaarrekening met een vaste looptijd van 6 jaar krijgt u hel hoogste rentepercentage. Met een Vaste Termijn Spaar rekening van de NMB weet u tevo ren precies waar u aan toe bent. Naar ke ize 6, 5, 4. 3 of 2 jaar. Bij de langste looptijd hoon de hoogste rente. En let u eens op het percentage: nü is het voor u bijzon der gunstig om zo'n rekening te openen. Minimale storting 1000,- Tegoeden niet tussen tijds opvraagbaar. li w sa NEDERLANDSCHE MtODENSTANDSBANK a 6 i «i Onder redactie van mevrouw J. Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in waarden van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd. invulling door de afdeling Voor- hting van het Bouwcentrum: Een nformatieve uitgave op het gebied fan geluidshinder is „Geluidsisola tie" te koop voor 5,50 bij de grote warenhuizen. Ook te bestellen door Qlddel van storting op giro 357696 en name van Bouwcentrum Rotter dam van een bedrag van ƒ7,20, met duidelijke vermelding van het be- toelde werk. Ook telefonisch kan men inlichtingen vragen duidelijk ericht - Tel. 010-331100, behalve op aterdag en op maandagmorgen, foor geluidsmetingen (uiteraard niet fatls) afdeling binnenmilleutech- liek tel. 010-116181. VRAAG: Als ik moet beginnen met itudie of een of ander schriftelijk ferk, gebeurt het dikwijls, dat ik laar niet aan kan beginnen, voordat iet bureau is opgeruimd, de boeken letjes ln de kast staan en de schilde- ijtjes n andere muurdlngen recht langen. Moet ik hier oVer met een «ychiater gaan spreken of komt «Iets meer voor? 1NTWOORD: Het gevaar daarbij lo- •end, dat iemand me op de vingers :aat tikken omdat ik me niet op mijn igen terrein houd, mag ik wel heel 'oorzichtig zeggen, dat een dergelijke nanier van doen wel vaker voorkomt, 'oor de een is volmaakte harmonie ran zijn omgeving nodig; die harmo- de kan verstoord worden door een 'oorwerp dat niet op de goede plaats 'angt of ligt. Een ander kan slechts 'Uderen in de grootst mogelijke rom- fel. Het is natuurlijk ook mogelijk, 'at men zichzelf een rem oplegt en let beginnen aan een pittige studie of joeilljke taak graag nog even wil «stellen. Zo ontdekte Ik zelf, toen ik "o het tikken van deze copy wilde beginnen, dat de schrijfmachine, die lk als noodhulp gebruik, ergerlijk vol vliegenvuil zat. We zitten nu ln het- zelfde bootje geloof ik, maar een psy chiater zal ik er toch maar niet mee gaan lastig vallen. VRAAG: Het gebeurt maar al te vaak, dat we, bij het nagaan van de lijsten van aanwezigen bij blijde en droeve gelegenheden, niet wijs kun nen worden uit de onmogelijke krab bels, waarmee men zijn/haar naam ln album of register opschrijft. Ook als we soms officiële brieven ontvangen, staat daar een rare krabbel onder. Ik vind dat niet beleefd. ANTWOORD: We geven direct toe, dat het niet van verstandig Inzicht getuigt, als men op de plaatsen, die u noemt het de mensen onnodig lastig maakt. Als het echter een brief be treft, waar de naam en functie van de afzender duidelijk op vermeld staan, een brief die slechts door deze man of vrouw geschreven kan en mag wor den dan ls mijns Inziens een zeer bijzondere en persoonlijke handteke ning of parafering, die moeilijk na te maken ls door een falsificaris vereist. U stuurde mij een paar voorbeelden: Als de namen er niet duidelijk bij stonden, zou je ze er Inderdaad niet uit kunnen halen. Wie weet hoe vaak die dominee of die mevrouw een brief heeft moeten paraferen op die dag. REACTIE OP DE JUTTEPEREN: 26 jaar geleden vond een abonnee ln de tuin rondom haar. huls een Juttepe- renboom, waar echter een Comtesse de Paris op geënt was. Er zat nog een tak met Jutten aan. BIJ een wegver- bredlng moest er lets van de boom af en die tak moest weg. De man van onze lezeres heeft die boom toen om- geënt en er een met stoofperen van gemaakt (Kamperveen, afkomstig uit de Bommelerwaard). Die boom ls al -dik en oud en wat werd deze week ontdekt? Uit die dikke oude stam kwam een takje en daar zitten drie Jutteperen aan. Nu ls die abonnee van ons zijn hele leven al aan het enten geweest (hij is 89) en er staan diverse bomen ln zijn tuin waar twee of drie verschillende soorten peren aan groeien. Ik denk dat onze lezers dit wel een aardig verhaal zullen vinden. VRAAG: Elk Jaar om deze tijd (na de vakantie, waarbij heel wat wasgoed te verwerken valt) zijn er zwarte of donkerblauwe vlekken op het was goed, of er met inkt is gegooid. Wat is het en hoe komt het? ANTWOORD: Het waren de vogel tjes die van de vlierbessen hebben gegeten. Bij u in de buurt zal wel een vlier staan. Nu heeft men in de buurt' van hoge struiken en bomen wel meer last van vogelvull. maar elke huis vrouw heeft haar eigen manier om zoiets te voorkomen. Mijn eigen pro bleem, wat de bomen betreft, zie ik ook elke dag dichterbij komen, al ligt dat op een ander gebied: de hoge lijsterbes ln een buurttuln ls stelsel matig leeggegeten. Vanmorgen werd de aanval Ingezet op een lagere lijs terbes in tuin nummer twee. Als daar alles verdwenen ls, zijn onze peren aan de beurt en zo gaat het verder. Al dat gevecht en gefladder ls wel leuk om te zien, maar wij zijn dan ook geen vakmensen voor wie elke aange pikte vrucht weer schade betekent. AANVULLING op vroegere vraag. Maandag 13 augustus was er een boekbespreking door mevrouw C. H. de Berg over de vertaling van het boek „The curse" (de vloek) van Dela- ney Lupton en Toth (Uitgave Kooy- ker, Rotterdam). Dit boek heet: De Menstruatie, een cultuurgeschiede nis. Juist over dit onderwerp was een vraag gesteld, die lk moest beant woorden met: over dit onderwerp ls eigenlijk niets te vinden. Slechts de herinnering aan voorlichting, zoals die de eerste 25 Jaaz van deze eeuw nog werd gegeven: De curse werd vertaald met de „schande" van de vrouw, die toch eigenlijk in gehuwde staat steeds in verwachting moest .zijn Het zou toch wel interessant zijn als de fabrikanten van allerlei soorten verband eens een historisch onderzoek op dit gebied zouden laten houden. VRAAG: Ik vond een beduimeld boekje, incompleet met houten ach terkaft. Wat zou dit voor een werkje kunnen zijn? ANTWOORD: In elk geval ls het heel interessant: u heeft een oud boekje in Ethyopisch schrift. Aangezien het onze medewerker te veel tijd zou kos ten alles precies uit te zoeken, advi seer ik u eens contact op te nemen met de afdeling Afrikaanse Taalkun de van de R.U. te Leiden (Stations plein 10, 2312 AK Leiden 071-148333). Het ls altijd goed van te voren een afspraak te maken. Met dergelijke zaken wordt men daar altijd heel hulpvaardig ontvangen en men zal u daar ook raad kunnen geven, wat u met deze vondst zoudt kunnen doen VRAAG: Is het zo, dat Australië en Canada op het gebied van sociale verzorging ver op Nederland achter liggen (volgen acht onderwerpen)? ANTWOORD: Volgens onze zegsman van het Nederlandse Ministerie van 8ociale Zaken heeft men ln beide landen de volgende voorzieningen: ouderdom, invaliditeit, overleving (weduwen en wezen), zlekenwet, ziek tekosten, arbeidsongevallen, werk loosheid, kinderbijslag. Over de te betalen premie en de hoogte van de uitkering heeft men ons echter geen nauwkeurige bedragen genoemd. VRAAG: Waarom ls een dag ver deeld in 24 uren? ANTWOORD: De dagverdeling ln 12/ 24 uur is al heel oud en staat ln verband met het twaalftallig stelsel, zoals dat ln de Oriënt ln Babylonië en Perzië in gebruik was. Het stelsel van het „glazen slaan" zoals dat op de zeeschepen in gebruik was en ls, hangt samen met de zandlopers die de vier uren aangaven, waarop de wacht werd afgelost. VRAAG: Ik heb een verzilverde af beelding van een schaap met vijf po ten. Dat kan natuurlijk niet. Het ls de vraag of zulke grillige spelingen van de natuur werkelijk voorgekomen zijn. Ligt er een verhaal aan ten grondslag? ANTWOORD: Ons buurmeisje had een poos een konijntje met vijf poten en al haar vriendinnen kwamen er naar kijken. Het heeft niet lang ge leefd. Dit is wel de geschiedenis in een notedop. Dat konijn werd in elk geval niet voor geld vertoond, maar een kalf met twee koppen, een vrouw met een baard, een viervoeter met vijf poten enz. waren in vroeger tijden voor de eigenaar een bron van inkom sten: de waarde hing samen met de zeldzaamheid. Legenden en verhalen over de merkwaardige spelingen van de natuur waar of niet waar zijn er altijd geweest. Welke overbelaste hulsvrouw heeft niet een paar keer gezegd: Je moest er eigenlijk nog een paar handen bij hebben (of die ver zuchting ligt ln het zelfde vlak: een dag die 36 uur duurde). VRAAG: Gehaakte oorspronkelijk cremegekleurde gordijnen zijn in^ie was wit geworden. Niet zo mooi. Kan ik thee gebruiken om de kleur wat gezelliger te maken? ANTWOORD: Thee geeft zoveel charme, enz. Kanten kleedjes en fi chus werden vroeger ook wel door slappe thee gehaald <en op mijn keu rig witte paggertje (tuinmuurtje) werd ook een gelige streep aange bracht, door thee door de kalk te mengen). Probeer het eerst eens met een proeflapje: Kleur te licht thee erbij te donker: water erbij. Ik vestig echter ook uw aandacht op het boekje van Nel Goubitz: Verven met plantaardige stoffen (Cantecleer Vrije tijd, Paperback no. 33). Verf op die manier gemaakt zal waarschijn lijk kleurecht blijken, maar dat thfce- bad moet bij elke wasbeurt wel weer herhaald worden. VRAAG: Hoe krijgt men „Indisch zilver en Indisch koper" mooi? ANTWOORD: Wat ls schoon en wat is mooi? Wassen met een Lux-sopje en daarna poetsen met een zilvermid del Silvo of Haggerty. Voor heel vuil koper geldt: aardappels er boven afgieten en poetsen met Brasso. Op die manier blijven de diepere gedeel ten donker en komen de hogere ge deelten er lichter en beter uit. De kunstenaars bereiken dat effect door het zilver licht met zwavel te pense len, het koper ln een permangaanop- losslng te koken en dan te polijsten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 7