'Devaluatie gulden kan soelaas ïnéden'
kleine kledingzaak
(loet op mode inspelen
(larkt
plezierboten in het slop geraakt
Christelijke werkgevers tegen
lastenverzwaring bedrijfsleven
Voor verzwakte Nederlandse concurrentiepositie
el steun aan textielinkoopcombinaties
derlandse en
lgische vissers
ndelen krachten
Overheid moet zelf buikriem aantrekken
Chrysler stoot
winstgevende
dochter af
Nederland bij grote
beleggers in VS:
Dnnige toekomst alleen voor grote luxe jachtbouwers
IROAG 25 AUGUSTUS 1979
FINANCIEN EN ECONOMIE
TROUW/KWARTET
13
een onzer verslaggevers
STERDAM Devaluatie,
>en benedenwaartse cor-
lie van de gulden, kan
vel daarvan geen volledig
gas valt te verwachten
de verzwakte Nederland-
oncurrentiepositie toch
enige verlichting bieden,
r devaluatie in een situa-
van onevenwichtigheid
dt namelijk, ook als de
n geïndexeerd zijn, een
rschot genomen op de
ii en wordt de binnenland-
anpassing, die door mati-
i moet worden bereikt,
k neld.
Hchrijft prof dr J. J. Klant, hoogle-
staatshuishoudkunde aan de
■ersiteit van Amsterdam, deze
in een artikel in Economisch
Stische Berichten (ESB). Prof
maakt daarin^bezwaar tegen
landpunt van dr J. Zijlstra, pre-
t van De Nederlandsche Bank,
ria het stelsel van loonindexatie
een devaluatie uitsluitend aanleiding
zal geven tot nieuwe inflatoire ten
densen.
Volgens prof Klant is devaluatie of
geleidelijke depreciatie (waardever
mindering) in geen geval een panacee
(middel tegen alle kwalen). Een bene
denwaartse correctie van de gulden,
merkt hij op. biedt uiteraard geen
enkel soelaas tegen een wereldde
pressie. Verbetering van de concur
rentiepositie zal echter wel van in
vloed zijn op de mate, waarin wij
kunnen deelnemen aan een interna
tionale opleving. Prof Klant meent,
dat wij van geluk mogen spreken, dat
de huidige slechte gang van zaken in
de wereld niet met een algemene
prijsdaling gepaard gaat. De reële
lonen, die tijdens depressies;plegen te
stijgen, nemen daardoor minder
sterk toe, er vindt geen inbrenging
maar een vertraagde groei plaats en
de verliezen zijn minder groot.
Depressie
Er blijft helaas, schrijft hij, genoeg
over om toch van een echte depressie
te spreken. De bestaande werkloos
heid, overcapaciteit en overproduktie
(verliesgevende produktie) zijn even-
zovele bewijzen daarvan. Bijna twee
eeuwen lang conjuctuuronderzoek
lijkt te hebben geleid tot de conclusie
dat teruggang respectievelijk vertra
ging vooral ontstaat door „deflatoire
schokken" daling van de effectieve
vraag en monetaire inkrimping in
een door inflatie kwetsbaarder ge
worden economisch systeem. Deson
danks heerst vandaag weer het alou
de geloof, dat slechte bedrijfsresulta
ten en ingekrompen werkgelegenheid
in de allereerste plaats de gevolgen
zijn van hoge lonen.
In die traditie, zo stelt prof Klant
vast, worden ook in de jaarverslagen
van de centrale bank de gebruikelijke
symptomen van de depressie da
lend rendement, toenemende werk
loosheid en stijgende arbeidskosten
met elkaar vermengd in een een
voudig causaal verband. Dit jaar
wordt daarbij in het verslag tevens de
concurrentiepositie van Nederland
betrokken en wel waar door dr Zijl
stra wordt opgemerkt, dat de sterke
stijging van de arbeidskosten in Ne
derland nu ook vat heeft gekregen op
onze concurrentiepositie.
Prof. Klant meent, dat in het verslag
wordt voorbijgegaan aan nog andere
factoren, die de uitvoergroei moeten
hebben vertraagd en de invoergroei
versneld. In dit verband stelt hij de
vraag: hoe komt het dat wij niet
kunnen wat Zwitserland doet, name
lijk ondanks een sterke relatieve (ten
opzichte van het buitenland) kosten
stijging zich handhaven op de wereld
markt? Slechts aan één andere fac
tor, die door velen als medeoorzaak
van een duurdere export wordt be
schouwd, te weten de appreciatie
(waardevermeerding) van de gulden
wordt in het verslag aandacht ge
schonken om echter snel als niet van
betekenis zijnde terzijde te worden
geschoven.
Naar de mening van dr Zijlstra, aldus
prof Klant, kan de wisselkoers geen
invloed hebben op de concurrentie
positie. Een stijging ervan heeft na
melijk zo'n sterke vermindering van
de binnenlandse inflatie tot gevolg,
dat het ongunstige ultvoer-effect van
een duurdere gulden door een bin
nenlandse kostendaling teniet wordt
gedaan. Zijn mening, vindt echter
onvoldoende steun in de feiten.
Colijn
De redenering van de president van
De Nederlandsche Bank roept,
schrijft prof Klant, Colijn in herinne
ring, die in de jaren dertig van deva
luatie een prijsstijging verwachtte,
die de gunstige gevolgen ervan voor
de uitvoer zou opheffen. Blijkbaar
was hij van mening, dat de prijselas
ticiteit van de uitvoer gering was als
gevolg van de toenemende handels
belemmeringen. Dr Zijlstra heeft, vol
gens prof Klant, vandaag echter een
betere grond. Wij hebben nu te doen
met een systeem van loonindexatie.
Iedere prijsstijging leidt tot een vrij
wel even grote loonstijging.
Het betoog van dr Zijlstra, zegt prof
Klant, berust echter op een statisch
model, waarmede wij de richting van
veranderingen plegen te bepalen
door conclusies te trekken omtrent
een evenwicht dat op lange duur
dus nooit in onze onevenwichtige we
reld wordt bereikt. Op zijn manier,
aldus prof. Klant, valt ook te conclu
deren dat de relatieve stijging van de
arbeidskosten per eenheid produkt
niet tot een aantasting van onze con
currentiepositie leidt De appreciatie
zal er immers door verminderen, de
binnenlandse inflatie toenemen en
het buitenlandse prijspeil zal erdoor
stijgen tot, voorbij de horizon, het
algemene evenwicht weer wordt
bereikt.
In een dynamische wereld zullen wij
evenwel genoegen moeten nemen
met een bescheidener gevolgtrek
king: iedere impuls van relatieve kos-
teninflatie of -deflatie roept een be
weging op van herstel, maar onder
weg kan nog veel gebeuren. Het ligt
voor de hand dat, als appreciatie van
de gulden niet tot een duurdere uit
voer kan leiden, een depreciatie de
uitvoer niet goedkoper maakt, aldus
prof Klant
een onzer verslaggevers
^STERDAM Terwijl het aantal vestigingen van slagers, kruideniers, groentezaken en
cers de laatste dertig jaar achteruitholde, heeft de textieldetailhandel zich tot nu toe
len handhaven. Er zijn vandaag de dag zelfs iets meer kledingwinkels dan in 1950. Toch
:n kleinere kledingzaken een doeltreffend antwoord moeten vinden op de expansiedrang
le verkooptechniek van grootwinkelbedrijven en supermarkten, vindt de ABN-Bank.
bank uit deze mening in een
rt „Detailhandel in kleding",
ran de tabellen in het rapport
aan dat de stabiliteit in het
1 kledingzaken niet in de eerste
te danken is aan de kleine
•1. Die blijkt weliswaar de laat-
aar jaar ruimschoots op peil
tussen 1960 en 1977 verdwenen
10 zaken. Daarentegen zijn er op
genblik tweemaal zoveel vesti-
n van kledingfiliaalbedrijven
ien kleine twintig jaar geleden.
succes te hebben moeten de
ngspeciaalzaken, zegt de ABN,
jdeontwikkeling volgen of daar-
joruitloper. Ze moeten het zich
tdurend wijzigende gedrag van
onsument in de gaten houden.
■jININGEN (ANP) De Belgi-
en Nederlandse vissers hebben
in een gezamenlijke motie ge-
d tot de regering van beide lan
en de provinciale besturen van
land en Vlaanderen. De vissers
(en, dat ze onvoldoende worden
okken bij het EG-visserijbeleid.
de motie wordt er bij de twee
ringen op aangedrongen, dat het
~aniseerde bedrijfsleven meer bij
IG-beleid wordt ingeschakeld en
r meer rekening wordt gehouden
de bedrijfseconomische situatie
de visserij. Ook zouden de res-
eve overheden zelf de bedrijven
moeten betrekken en consulte
als ze hun eigen visserijbeleid
ilen.
maast willen de Belgische en Ne-
mdse vissers onderling tot nau-
samenwerking komen.
Verder blijkt een duidelijker profile
ring van het bedrijf via het sleutelen
aan het winkelbeeld een niet te ver
waarlozen factor.
Die volzinnen over modegevoeligheid
en het zich steeds wijzigende gedrag
van de consument, staan niet los van
het verkooppatroon bij de speciaalza
ken. Zij moeten het in de eerste
plaats hebben van heren- en dames-
bovenkleding. Grote filiaalbedrijven
hebben het ook vrij druk in deze
sector maar doen ook veel in kinder
kleding. Warenhuizen, gemengde tex
tielzaken (manufacturenwinkels) en
straatmarkten zitten voornamelijk in
ondergoed en beha's, wat hun kledin-
gactiviteiten aangaat.
Dat is voor laatstgenoemde vormen
van detailhandel niet zo best, komt
Uit het rapport naar voren. De uitga
ven aan kleding zijn de laatste tien
jaar verhoudingsgewijs toch al ach
tergebleven bij andere bestedingsmo
gelijkheden. Daar komt nog bij dat
de consument er de komende Jaren
met zijn reële inkomen weinig op
vooruit zal gaan. Op kledinggebied
zal hij dan in de eerste plaats gaan
bezuinigen op artikelen die weinig
bevrediging schenken zoals onder
goed: juist de sector waar de waren
huizen, de gemengde textielzaak en
ook de supermarkt sterk in zijn. De
kledingspeciaalzaken hebben slechts
een gering marktaandeel in onderkle-
ding en beha's en de ABN vermoedt
daarom dat zij weinig te maken zul
len hebben met de concurrentiestrijd
op dat gebied.
Dat de speciaalzaken het overgrote
deel van hun omzet uit de dames- en
herenbovenkleding halen wil zeggen
dat zij in een markt opereren van
goederen waar de consument wel vol
doening aan beleeft, vandaar dat het
zo nodig is dat zij de mode volgen. De
ondernemingen met veel filialen en
ook de warenhuizen zullen steeds
meer een eigen gezicht tonen (onder
meer door eigen merken) en zij zullen
zich ook in toenemende mate interna
tionaal gaan oriënteren. Daar komt
nog bij dat het grootwinkelbedrijf
kleine winkels gaat exploiteren en
mede door deze ontwikkeling komen
de groten op het gebied van de speci
aalzaak.
Het midden- en kleinbedrijf zal op
deze ontwikkelingen moeten inha
ken. Het is dan ook niet te verwonde
ren, zegt de ABN, dat de speciaalza
ken een samenwerkingsverband zijn
aangegaan met een textielinkoop-
combinatie. De bank durft stellig te
beweren dat zonder het bestaan van
dergelijke organisaties het markt
aandeel van het midden- en kleinbe
drijf belangrijk lager zou zijn geweest
dan nu het geval is.
Inkoopcombinatie
Ongeveer een derde van de textielde-
taillisten, samen goed voor ruim 6000
verkooppunten, is bij een inkoop
combinatie aangesloten. De twaalf
combinaties kochten in 1977 voor in
totaal ƒ3,1 miljard in hoewel de vier
grootsten Hobo Faam, Inkoop
Combinatie Nederland, Samen Sterk
Van onze soc. economische redactie
DEN HAAG Het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond heeft het kabinet laten weten
dat de werkgevers een verzwaring van de lasten voor het bedrijfsleven volstrekt van de hand
wijzen. Wanneer er geld nodig Is, zal de overheid zelf de buikriem moeten aantrekken, want de
christelijke werkgevers vinden het niet realistisch op de problemen al te wentelen op het
bedrijfsleven.
en Topkring-Cenico al 65 procent
van de inkoop voor hun rekening
nemen.
De combinaties richtten zich aanvan
kelijk uitsluitend op de bundeling
van de inkoop van hun cliënten (de
winkeliers). Op die manier stond men
in een sterkere positie tegenover de
leveranciers en konden condities wor
den bedongen die even groot of groter
waren als de warenhuizen af
dwongen.
Tegenwoordig houdt de inkoopcom
binatie zich ook bezig met dienstver
lening op juridisch, fiscaal en be
drijfseconomisch gebied. Soms gaat
men nog verder. Hobo Faam kent
naast leden die zich tot gezamenlijke
inkoop beperken ook leden die samen
adverteren. Weer anderen treden ge
zamenlijk als groep naar bulten hoe
wel ze zelfstandige winkeliers blijven.
ADVERTENTIE
Van een onzer verslaggevers
AMSTERDAM In het streven zijn
financiële positie te versterken, heeft
de Amerikaanse automobielreus
Chrysler opnieuw een winstgevende
dochteronderneming afgestoten.
Het gaat om Chrysler Realty, die de
gronden en gebouwen van ongeveer
780 Chrysler-dealers in de Verenigde
Staten beheert. De verkoop tegen
een niet nader genoemd bedrag, doch
insiders menen te weten dat het om
200 miljoen dollar gaat is geschied
aan de Canadese onroerend goed be
leggingsmaatschappij Abko Realty.
Met de verkoop van Chrysler Realty
wil het concern kennelijk aan Wash
ington duidelijk maken, dat het ernst
is met de plannen om Chrysler finan
cieel weer op een gezonde basis te
brengen. Zoals bekend, heeft Chrys
ler bij de Amerikaanse regering een
verzoek ingediend om steun tot een
bedrag van 1 miljard dollar.
De Amerikaanse regering heelt direc
te hulp in contanten echter in eerste
instantie afgewezen en overweegt op
dit moment alleen maar tijdelijke
kredietgaranties tot een maximum
bedrag van 750 miljoen dollar. Dit
echter alleen op voorwaarde, dat een
belangrijke reorganisatie bij het con
cern zal plaatsvinden.
De personen autoverkopen van
Chrysler zijn intussen in de periode
van 11-20 augustus met 19 procent
gedaald vergeleken met een Jaar eer
der. De verkopen van vrachtauto's
verminderden met 32 procent. Ver
wacht wordt, dat de verkopen in de
laatste tien dagen van deze maand
zullen aantrekken en dat de voorra
den zullen afnemen.
Zelf houdt het NCW vast aan de oor
spronkelijke doelstelling van Bestek
'81: Bestrijding van de werkloosheid
door een rendementsverbetering van
het bedrijfsleven. Die rendements
verbetering staat nu ook voor 1980 op
de tocht. Maar ook van de werkne
mers mag niet worden gevraagd ge
noegen te nemen met een verlaging
van de koopkracht.
„Het is eenvoudigweg niet realistisch
om van de werknemers te verlangen,
dat zij genogen nemen met de koop
krachtverlies. Bij de huidige spannin
gen op de arbeidsmarkt is dat ook
niet te verwezenlijken," aldus NCW-
vooizitter S. J. van Etjkelenburg gis
teren vooruitlopend op de kabinets
plannen, die op de derde dinsdag in
september bekend zullen worden
gemaakt.
Van Eij kelenburg gaf te kennen dat
hij geen heil ziet in onderhandelingen
met de vakbeweging over een CAO,
die al bij voorbaat zou moeten uitko
men op een min-lijn voor de werkne
mers. „We zouden al gelukkig zijn
wanneer het loonoverieg eens echt op
de nul-lijn uitkomt," zei Van Eijke-
lenburg.
Evenals het VNO vreest het NCW dat
het kabinet door een verhoging van
de indirecte belastingen en de ver
zwaring van de sociale premiedruk de
collectieve lasten met zo'n anderhalf
twee procent zal laten stijgen. Een
dergelijk beslag van de overheid op
het nationaal inkomen zou beteke
nen dat er voor de bedrijven en de
werknemers niets overblijft voor een
verbetering van de rendementen of
van de arbeidsvoorwaarden. Het
NCW wijst een dergelijke ontwikke
ling af.
Van Eljkelenburg wees erop dat Be
stek 'II erop was gericht om via een
matiging van de collectieve lasten
druk tot een rendementsverbetering
van het bedrijfsleven te komen. Maar
wanneer de collectieve lasten nu al
weec worden verzwaard, dan bete
kent dat dat Bestek 'tl al na één jaar
overboord wordt gezet. De werkge
vers vrezen dat een dergelijke koers
wijziging het economisch herstel
zoals dat blijkt uit de verbetering van
de exportpositie in de klem zou
smoren.
De werkgevers hebben ook de indruk
dat het financieringstekort dit jaar
zal meevallen en zij vinden het daar
om niet nodig dat de regering maatre
gelen neemt om het tekort in 1980
verder te verlagen. Zij herinneren er
daarbij aan dat de regering ook nog
geen bestemming heeft aangegeven
voor de vier miljard gulden extra
aardgasbaten.
Het NCW wil verder dat uiterlijk op 1
januari 1980 de ontkoppeling tussen
de sociale uitkeringen en het minu-
mumloon moet ingaan. Over dit poli
tiek zeer gevoelige onderwerp zal de
SER eind september nog adviseren,
maar de werkgevers vinden dat er
ook bij een verdeeld advies direct
moet worden begonnen met de voor
bereiding van een wetsontwerp. Vol
gens hen moet er een financieel ver
schil worden aangebracht tussen de
laagste uitkeringen en het minimum
loon. Om de spanningen op de ar
beidsmarkt te verminderen wil het
NCW meer aandacht voor om-, her-,
en bijscholing. Juist als gevolg van
die spanning is er, volgens de werkge
vers, geen ruimte voor arbeidstijdver
korting. „Er zijn nu al geen vakbe
kwame krachten meer te vinden en
verkorting van de arbeidstijd zou al
leen maar problemen scheppen voor
het bedrijfsleven," aldus Van Eljke
lenburg, die ten slotte te kennen gaf
dat de werkgevers waar mogelijk niet
onwelwillend staan tegenover uit
breiding van de regeling voor ver
vroegde uittreding.
WASHINGTON (AP) Nederland
behoorde in 1971, naast Canada,
Groot-Brittannië, West-Duitsland,
Japan, Frankrijk en Zwitserland, tot
de grote investeerders in de Verenig
de Staten.
Henk Thomas
.SMEER De mam-
ttanker en de pleziersloep
ides wat daar tussen zit,
ben het moeilijk en wel in
irre, dat er nauwelijks
ig naar is. Op de werven,
ze van stapel lopen, is
inkrimpen geblazen. Waar
verven voor handelsvaar-
en nog op de been worden
Duden met miljarden aan
'heidssteun, daar staan de
ren voor pretvaartuigen
bijna lege handen. Hoe-
ze de krantekolommen
welijks halen, is er de al
pen jaren alles bij elkaar
hoop werkgelegenheid
oren gegaan.
istaat nog één categorie scheeps-
'ers, die het voor de wind gaat.
zijn de makers van grote, luxe
aardige jachten van tussen de
en zestig meter. De gegadigden
deze vaartuigen ontbreekt het
aan koopkracht. Het zijn de zeer
n. die om te spelevaren zes
cht miljoen gulden op tafel kun-
krijgen plus nog eens de kosten
iet schip te onderhouden, te be
nen en te laten varen.
at de problemen van de grotere
epsbouw in dit land al vaak
1 zijn uitgemeten, blijft dit arti-
>eperkt tot de „vergeten" groep
bouwers van pleziervaartuigen,
epjes met een lengte van onge-
twee tot tien meter. Deze groep
werd in het afgelopen Jaar geconfron
teerd met een zo geringe groei van de
vraag, dat veel werven, vooral de
nieuwkomers op de markt, alweer
kopje onder zijn gegaan of op het
punt staan dat alsnog te doen. Het
aantal mensen, dat daardoor op
straat is komen te staan, wordt
geen precieze cijfers zijn bekend in
deze branche geschat op drie- tot
vierhonderd.
Onder druk
Oorzaak van het geringe animo zich
een boot aan te schaffen, wordt in de
bedrijfstak aangenomen, is het voor
uitzicht dat het inkomen nu en in de
nabije toekomst onder druk zal ko
men te staan. Een rol spelen de angst
voor een nieuwe energiecrisis, die het
leven duurder zal maken, en Haagse
verhalen over het aanhalen van de
buikriem en nullijn. Immers, de ko
per van het kleine pleziervaartuig (de
racer en de zeiler en de vele mengvor
men) is „de kleine man", die als om
nadere aanduiding wordt gevraagd
niet zo klein is. De gemiddelde klant
heeft veelal een inkomen, dat, met
het zwarte gedeelte erbij, ruim
schoots boven het modale uitkomt.
Voor deze groepen is het vooruitzicht,
dat het inkomen inderdaad achteruit
zal geen, het beklemmendst.
Dan is er de aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid, dat de registratie
van vaartuigen er zal komen en in het
kielzog daarvan: belastingheffing.
Het animo om een nieuwe boot te
kopen wordt verder gedrukt door de
flink gekelderde prijzen op de twee-
dehandsmarkt. Konden een paar jaar
geleden booteigenaren nog speleva
ren in het plezierige vertrouwen, dat P|6ziGr
de waarde van hun vaartuig gewoon
met de inflatie meegroeide, nu moe
ten ze rekening houden met een jaar- ia het plezier te water niet meer wat Niet gemopperd wordt
Een luxe jacht op stapel bij Scheepswerf De Vries in Aalsmeer.
van eerder genoemde luxe zeewél
lijkse waardevermindering tot twin
tig procent, Dit percentage houdt wa
terrecreanten op de boot, die ze al
hebben.
Ten slotte, voegen we er zelf aan toe,
het geweest is: overvolle plassen, lan
ge wachttijden voor sluizei]
gen. te weinig ligplaatsen vo
ongeveer 190.(ffi0 boten tellende
vloot. Daarbij komt nog het steeds
weer bevestigde vermoeden, dat wa
ter in dit land de neiging heeft plaats
te maken voor akkers en huizen.
©t am I
zes miljoen gulden kosten,
mond van één van de vijf directi
broers, H. S. de Vries, van de gej{
mlge seheepswéff Ih *él
dan ook worden opgetekend, di
-ene-mieechieirmet elkaar het moeras
inpraten". De werf produceert Jaar
lijks gemiddeld drie jachten en daar
naast minder weelderig uitgevoerde
schepen, waarvoor geen bijzondere
specialistische kennis vereist is.
Zoals patrouilleboten voor marine,
politie en douane. Aan de omzet van
circa 30 miljoen gulden werken ze
ventig eigen mensen, plus de werkne
mers van onderaannemers.
Droom
De klanten van de werf zijn de ruim
bemiddelden, die erop kunnen reke
nen, dnt dat in de toekomst zo blijft.
Cr- st- staan nu twee Jachten van
zo'n veeru& meter. Voor elk Jacht
kunnen ook twee kustvaarders wor
den gekocht. De klanten zijn een Ara
bier („geen olieboer". zegt De Vries)
en een Amerikaan, van Nederlands
gereformeerde huize. De Amerikaan,
vertelt De Vries, is destijds naar de
Verenigde Staten geëmigreerd waar
hij, huis-aan-huis, wasmiddelen ver
kocht. Hij realiseerde de bekende
droom van de krantenjongen, want
zijn nering groeide uit tot een was-
poederimperium.
Het wasmiddel wordt nu aan de man
gebracht door een verkoopapparaat,
dat overeenkomsten vertoont met de
Tupperware-club. Als. vertelt De
Vries nog steeds, een verkoper een
bepaalde omzet heeft gehaald mag
hij met zijn familie een tijdje uitbla
zen op Amerikaanse wateren, op het
jacht, dat in Aalsmeer op stapel
staat. Een mooie verbetering van de
arbeidsplaats, gekoppeld aan een
werklust stimulerende prikkel.' C i -
Overigens, op
de Aalsmecfse werf worp^ gebouwd,
rirXéWfen en in^hddfdzaak bédoeld
voor de persoonlijke genoegens van
de opdrachtgever. Meestal wordt het
jacht gebruikt als zakeninstrument:
voor zakendiners, voor het voeren
van onderhandelingen, voor bijeen
komsten en feesten.
Concurrentie
Niet alleen de koopkracht van de
klandizie, ook het vertrouwen dat die
op peil zal weten te blijven, doet
Scheepswerf De Vries de toekomst
zonnig inzien. Belangrijker nog dan
dat is de wetenschap, dat er op de
hele wereld maar ongeveer vijf wer
ven zijn waar gelijksoortige schepen
worden gebouwd, Eén van die werven
staat in de buurt, ook in Aalsmeer, de
andere zijn in Italië, West-Duitsland
en Amerika. Oeen wolkjes van over
capaciteit en moordende concurren
tie aan een strak blauwe lucht.
Nog steeds prijst De Vries zich geluk
kig met de na de oorlog gemaakte
keuze. Toen was de werf overgestapt
van hout en zeil op staal. Even is toen
nog overwogen op kleinere polyester
boten over te gaan, maar dit idee is
verworpen. De Vries: „De produktie
met polyester is industrieel van aard.
het is seriebouw, terwijl wij liever
vasthielden aan meer ambachtelijke
produktie.
Is de Aalsmeerse werf niet bang, dat
de idylle van elke ondernemer, geen
of weinig concurrentie, wordt ver
stoord als werven voor kleinere han
delsvaartuigen (zoals bijvoorbeeld
Vuyk of Van der Olessen-De Noord)
zich op de bouw van luxe Jachten
storten? In het geheel niet. De Vries:
„Net zo min als wij een kustvaarder
kunnen bouwen zo'n schip zou bij
ons veel te luxe uitvallen zo kun
nen genoemde werven Jachten bou
wen. Alles, elk onderdeel van een
schip moet bij ons schitterend mooi
zijn en onze mensen zijn daarop inge
steld, die kunnen schitterend mooie
dingen maken."