'Devaluatie gulden kan soelaas ïnéden' kleine kledingzaak (loet op mode inspelen (larkt plezierboten in het slop geraakt Christelijke werkgevers tegen lastenverzwaring bedrijfsleven Voor verzwakte Nederlandse concurrentiepositie el steun aan textielinkoopcombinaties derlandse en lgische vissers ndelen krachten Overheid moet zelf buikriem aantrekken Chrysler stoot winstgevende dochter af Nederland bij grote beleggers in VS: Dnnige toekomst alleen voor grote luxe jachtbouwers IROAG 25 AUGUSTUS 1979 FINANCIEN EN ECONOMIE TROUW/KWARTET 13 een onzer verslaggevers STERDAM Devaluatie, >en benedenwaartse cor- lie van de gulden, kan vel daarvan geen volledig gas valt te verwachten de verzwakte Nederland- oncurrentiepositie toch enige verlichting bieden, r devaluatie in een situa- van onevenwichtigheid dt namelijk, ook als de n geïndexeerd zijn, een rschot genomen op de ii en wordt de binnenland- anpassing, die door mati- i moet worden bereikt, k neld. Hchrijft prof dr J. J. Klant, hoogle- staatshuishoudkunde aan de ■ersiteit van Amsterdam, deze in een artikel in Economisch Stische Berichten (ESB). Prof maakt daarin^bezwaar tegen landpunt van dr J. Zijlstra, pre- t van De Nederlandsche Bank, ria het stelsel van loonindexatie een devaluatie uitsluitend aanleiding zal geven tot nieuwe inflatoire ten densen. Volgens prof Klant is devaluatie of geleidelijke depreciatie (waardever mindering) in geen geval een panacee (middel tegen alle kwalen). Een bene denwaartse correctie van de gulden, merkt hij op. biedt uiteraard geen enkel soelaas tegen een wereldde pressie. Verbetering van de concur rentiepositie zal echter wel van in vloed zijn op de mate, waarin wij kunnen deelnemen aan een interna tionale opleving. Prof Klant meent, dat wij van geluk mogen spreken, dat de huidige slechte gang van zaken in de wereld niet met een algemene prijsdaling gepaard gaat. De reële lonen, die tijdens depressies;plegen te stijgen, nemen daardoor minder sterk toe, er vindt geen inbrenging maar een vertraagde groei plaats en de verliezen zijn minder groot. Depressie Er blijft helaas, schrijft hij, genoeg over om toch van een echte depressie te spreken. De bestaande werkloos heid, overcapaciteit en overproduktie (verliesgevende produktie) zijn even- zovele bewijzen daarvan. Bijna twee eeuwen lang conjuctuuronderzoek lijkt te hebben geleid tot de conclusie dat teruggang respectievelijk vertra ging vooral ontstaat door „deflatoire schokken" daling van de effectieve vraag en monetaire inkrimping in een door inflatie kwetsbaarder ge worden economisch systeem. Deson danks heerst vandaag weer het alou de geloof, dat slechte bedrijfsresulta ten en ingekrompen werkgelegenheid in de allereerste plaats de gevolgen zijn van hoge lonen. In die traditie, zo stelt prof Klant vast, worden ook in de jaarverslagen van de centrale bank de gebruikelijke symptomen van de depressie da lend rendement, toenemende werk loosheid en stijgende arbeidskosten met elkaar vermengd in een een voudig causaal verband. Dit jaar wordt daarbij in het verslag tevens de concurrentiepositie van Nederland betrokken en wel waar door dr Zijl stra wordt opgemerkt, dat de sterke stijging van de arbeidskosten in Ne derland nu ook vat heeft gekregen op onze concurrentiepositie. Prof. Klant meent, dat in het verslag wordt voorbijgegaan aan nog andere factoren, die de uitvoergroei moeten hebben vertraagd en de invoergroei versneld. In dit verband stelt hij de vraag: hoe komt het dat wij niet kunnen wat Zwitserland doet, name lijk ondanks een sterke relatieve (ten opzichte van het buitenland) kosten stijging zich handhaven op de wereld markt? Slechts aan één andere fac tor, die door velen als medeoorzaak van een duurdere export wordt be schouwd, te weten de appreciatie (waardevermeerding) van de gulden wordt in het verslag aandacht ge schonken om echter snel als niet van betekenis zijnde terzijde te worden geschoven. Naar de mening van dr Zijlstra, aldus prof Klant, kan de wisselkoers geen invloed hebben op de concurrentie positie. Een stijging ervan heeft na melijk zo'n sterke vermindering van de binnenlandse inflatie tot gevolg, dat het ongunstige ultvoer-effect van een duurdere gulden door een bin nenlandse kostendaling teniet wordt gedaan. Zijn mening, vindt echter onvoldoende steun in de feiten. Colijn De redenering van de president van De Nederlandsche Bank roept, schrijft prof Klant, Colijn in herinne ring, die in de jaren dertig van deva luatie een prijsstijging verwachtte, die de gunstige gevolgen ervan voor de uitvoer zou opheffen. Blijkbaar was hij van mening, dat de prijselas ticiteit van de uitvoer gering was als gevolg van de toenemende handels belemmeringen. Dr Zijlstra heeft, vol gens prof Klant, vandaag echter een betere grond. Wij hebben nu te doen met een systeem van loonindexatie. Iedere prijsstijging leidt tot een vrij wel even grote loonstijging. Het betoog van dr Zijlstra, zegt prof Klant, berust echter op een statisch model, waarmede wij de richting van veranderingen plegen te bepalen door conclusies te trekken omtrent een evenwicht dat op lange duur dus nooit in onze onevenwichtige we reld wordt bereikt. Op zijn manier, aldus prof. Klant, valt ook te conclu deren dat de relatieve stijging van de arbeidskosten per eenheid produkt niet tot een aantasting van onze con currentiepositie leidt De appreciatie zal er immers door verminderen, de binnenlandse inflatie toenemen en het buitenlandse prijspeil zal erdoor stijgen tot, voorbij de horizon, het algemene evenwicht weer wordt bereikt. In een dynamische wereld zullen wij evenwel genoegen moeten nemen met een bescheidener gevolgtrek king: iedere impuls van relatieve kos- teninflatie of -deflatie roept een be weging op van herstel, maar onder weg kan nog veel gebeuren. Het ligt voor de hand dat, als appreciatie van de gulden niet tot een duurdere uit voer kan leiden, een depreciatie de uitvoer niet goedkoper maakt, aldus prof Klant een onzer verslaggevers ^STERDAM Terwijl het aantal vestigingen van slagers, kruideniers, groentezaken en cers de laatste dertig jaar achteruitholde, heeft de textieldetailhandel zich tot nu toe len handhaven. Er zijn vandaag de dag zelfs iets meer kledingwinkels dan in 1950. Toch :n kleinere kledingzaken een doeltreffend antwoord moeten vinden op de expansiedrang le verkooptechniek van grootwinkelbedrijven en supermarkten, vindt de ABN-Bank. bank uit deze mening in een rt „Detailhandel in kleding", ran de tabellen in het rapport aan dat de stabiliteit in het 1 kledingzaken niet in de eerste te danken is aan de kleine •1. Die blijkt weliswaar de laat- aar jaar ruimschoots op peil tussen 1960 en 1977 verdwenen 10 zaken. Daarentegen zijn er op genblik tweemaal zoveel vesti- n van kledingfiliaalbedrijven ien kleine twintig jaar geleden. succes te hebben moeten de ngspeciaalzaken, zegt de ABN, jdeontwikkeling volgen of daar- joruitloper. Ze moeten het zich tdurend wijzigende gedrag van onsument in de gaten houden. ■jININGEN (ANP) De Belgi- en Nederlandse vissers hebben in een gezamenlijke motie ge- d tot de regering van beide lan en de provinciale besturen van land en Vlaanderen. De vissers (en, dat ze onvoldoende worden okken bij het EG-visserijbeleid. de motie wordt er bij de twee ringen op aangedrongen, dat het ~aniseerde bedrijfsleven meer bij IG-beleid wordt ingeschakeld en r meer rekening wordt gehouden de bedrijfseconomische situatie de visserij. Ook zouden de res- eve overheden zelf de bedrijven moeten betrekken en consulte als ze hun eigen visserijbeleid ilen. maast willen de Belgische en Ne- mdse vissers onderling tot nau- samenwerking komen. Verder blijkt een duidelijker profile ring van het bedrijf via het sleutelen aan het winkelbeeld een niet te ver waarlozen factor. Die volzinnen over modegevoeligheid en het zich steeds wijzigende gedrag van de consument, staan niet los van het verkooppatroon bij de speciaalza ken. Zij moeten het in de eerste plaats hebben van heren- en dames- bovenkleding. Grote filiaalbedrijven hebben het ook vrij druk in deze sector maar doen ook veel in kinder kleding. Warenhuizen, gemengde tex tielzaken (manufacturenwinkels) en straatmarkten zitten voornamelijk in ondergoed en beha's, wat hun kledin- gactiviteiten aangaat. Dat is voor laatstgenoemde vormen van detailhandel niet zo best, komt Uit het rapport naar voren. De uitga ven aan kleding zijn de laatste tien jaar verhoudingsgewijs toch al ach tergebleven bij andere bestedingsmo gelijkheden. Daar komt nog bij dat de consument er de komende Jaren met zijn reële inkomen weinig op vooruit zal gaan. Op kledinggebied zal hij dan in de eerste plaats gaan bezuinigen op artikelen die weinig bevrediging schenken zoals onder goed: juist de sector waar de waren huizen, de gemengde textielzaak en ook de supermarkt sterk in zijn. De kledingspeciaalzaken hebben slechts een gering marktaandeel in onderkle- ding en beha's en de ABN vermoedt daarom dat zij weinig te maken zul len hebben met de concurrentiestrijd op dat gebied. Dat de speciaalzaken het overgrote deel van hun omzet uit de dames- en herenbovenkleding halen wil zeggen dat zij in een markt opereren van goederen waar de consument wel vol doening aan beleeft, vandaar dat het zo nodig is dat zij de mode volgen. De ondernemingen met veel filialen en ook de warenhuizen zullen steeds meer een eigen gezicht tonen (onder meer door eigen merken) en zij zullen zich ook in toenemende mate interna tionaal gaan oriënteren. Daar komt nog bij dat het grootwinkelbedrijf kleine winkels gaat exploiteren en mede door deze ontwikkeling komen de groten op het gebied van de speci aalzaak. Het midden- en kleinbedrijf zal op deze ontwikkelingen moeten inha ken. Het is dan ook niet te verwonde ren, zegt de ABN, dat de speciaalza ken een samenwerkingsverband zijn aangegaan met een textielinkoop- combinatie. De bank durft stellig te beweren dat zonder het bestaan van dergelijke organisaties het markt aandeel van het midden- en kleinbe drijf belangrijk lager zou zijn geweest dan nu het geval is. Inkoopcombinatie Ongeveer een derde van de textielde- taillisten, samen goed voor ruim 6000 verkooppunten, is bij een inkoop combinatie aangesloten. De twaalf combinaties kochten in 1977 voor in totaal ƒ3,1 miljard in hoewel de vier grootsten Hobo Faam, Inkoop Combinatie Nederland, Samen Sterk Van onze soc. economische redactie DEN HAAG Het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond heeft het kabinet laten weten dat de werkgevers een verzwaring van de lasten voor het bedrijfsleven volstrekt van de hand wijzen. Wanneer er geld nodig Is, zal de overheid zelf de buikriem moeten aantrekken, want de christelijke werkgevers vinden het niet realistisch op de problemen al te wentelen op het bedrijfsleven. en Topkring-Cenico al 65 procent van de inkoop voor hun rekening nemen. De combinaties richtten zich aanvan kelijk uitsluitend op de bundeling van de inkoop van hun cliënten (de winkeliers). Op die manier stond men in een sterkere positie tegenover de leveranciers en konden condities wor den bedongen die even groot of groter waren als de warenhuizen af dwongen. Tegenwoordig houdt de inkoopcom binatie zich ook bezig met dienstver lening op juridisch, fiscaal en be drijfseconomisch gebied. Soms gaat men nog verder. Hobo Faam kent naast leden die zich tot gezamenlijke inkoop beperken ook leden die samen adverteren. Weer anderen treden ge zamenlijk als groep naar bulten hoe wel ze zelfstandige winkeliers blijven. ADVERTENTIE Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM In het streven zijn financiële positie te versterken, heeft de Amerikaanse automobielreus Chrysler opnieuw een winstgevende dochteronderneming afgestoten. Het gaat om Chrysler Realty, die de gronden en gebouwen van ongeveer 780 Chrysler-dealers in de Verenigde Staten beheert. De verkoop tegen een niet nader genoemd bedrag, doch insiders menen te weten dat het om 200 miljoen dollar gaat is geschied aan de Canadese onroerend goed be leggingsmaatschappij Abko Realty. Met de verkoop van Chrysler Realty wil het concern kennelijk aan Wash ington duidelijk maken, dat het ernst is met de plannen om Chrysler finan cieel weer op een gezonde basis te brengen. Zoals bekend, heeft Chrys ler bij de Amerikaanse regering een verzoek ingediend om steun tot een bedrag van 1 miljard dollar. De Amerikaanse regering heelt direc te hulp in contanten echter in eerste instantie afgewezen en overweegt op dit moment alleen maar tijdelijke kredietgaranties tot een maximum bedrag van 750 miljoen dollar. Dit echter alleen op voorwaarde, dat een belangrijke reorganisatie bij het con cern zal plaatsvinden. De personen autoverkopen van Chrysler zijn intussen in de periode van 11-20 augustus met 19 procent gedaald vergeleken met een Jaar eer der. De verkopen van vrachtauto's verminderden met 32 procent. Ver wacht wordt, dat de verkopen in de laatste tien dagen van deze maand zullen aantrekken en dat de voorra den zullen afnemen. Zelf houdt het NCW vast aan de oor spronkelijke doelstelling van Bestek '81: Bestrijding van de werkloosheid door een rendementsverbetering van het bedrijfsleven. Die rendements verbetering staat nu ook voor 1980 op de tocht. Maar ook van de werkne mers mag niet worden gevraagd ge noegen te nemen met een verlaging van de koopkracht. „Het is eenvoudigweg niet realistisch om van de werknemers te verlangen, dat zij genogen nemen met de koop krachtverlies. Bij de huidige spannin gen op de arbeidsmarkt is dat ook niet te verwezenlijken," aldus NCW- vooizitter S. J. van Etjkelenburg gis teren vooruitlopend op de kabinets plannen, die op de derde dinsdag in september bekend zullen worden gemaakt. Van Eij kelenburg gaf te kennen dat hij geen heil ziet in onderhandelingen met de vakbeweging over een CAO, die al bij voorbaat zou moeten uitko men op een min-lijn voor de werkne mers. „We zouden al gelukkig zijn wanneer het loonoverieg eens echt op de nul-lijn uitkomt," zei Van Eijke- lenburg. Evenals het VNO vreest het NCW dat het kabinet door een verhoging van de indirecte belastingen en de ver zwaring van de sociale premiedruk de collectieve lasten met zo'n anderhalf twee procent zal laten stijgen. Een dergelijk beslag van de overheid op het nationaal inkomen zou beteke nen dat er voor de bedrijven en de werknemers niets overblijft voor een verbetering van de rendementen of van de arbeidsvoorwaarden. Het NCW wijst een dergelijke ontwikke ling af. Van Eljkelenburg wees erop dat Be stek 'II erop was gericht om via een matiging van de collectieve lasten druk tot een rendementsverbetering van het bedrijfsleven te komen. Maar wanneer de collectieve lasten nu al weec worden verzwaard, dan bete kent dat dat Bestek 'tl al na één jaar overboord wordt gezet. De werkge vers vrezen dat een dergelijke koers wijziging het economisch herstel zoals dat blijkt uit de verbetering van de exportpositie in de klem zou smoren. De werkgevers hebben ook de indruk dat het financieringstekort dit jaar zal meevallen en zij vinden het daar om niet nodig dat de regering maatre gelen neemt om het tekort in 1980 verder te verlagen. Zij herinneren er daarbij aan dat de regering ook nog geen bestemming heeft aangegeven voor de vier miljard gulden extra aardgasbaten. Het NCW wil verder dat uiterlijk op 1 januari 1980 de ontkoppeling tussen de sociale uitkeringen en het minu- mumloon moet ingaan. Over dit poli tiek zeer gevoelige onderwerp zal de SER eind september nog adviseren, maar de werkgevers vinden dat er ook bij een verdeeld advies direct moet worden begonnen met de voor bereiding van een wetsontwerp. Vol gens hen moet er een financieel ver schil worden aangebracht tussen de laagste uitkeringen en het minimum loon. Om de spanningen op de ar beidsmarkt te verminderen wil het NCW meer aandacht voor om-, her-, en bijscholing. Juist als gevolg van die spanning is er, volgens de werkge vers, geen ruimte voor arbeidstijdver korting. „Er zijn nu al geen vakbe kwame krachten meer te vinden en verkorting van de arbeidstijd zou al leen maar problemen scheppen voor het bedrijfsleven," aldus Van Eljke lenburg, die ten slotte te kennen gaf dat de werkgevers waar mogelijk niet onwelwillend staan tegenover uit breiding van de regeling voor ver vroegde uittreding. WASHINGTON (AP) Nederland behoorde in 1971, naast Canada, Groot-Brittannië, West-Duitsland, Japan, Frankrijk en Zwitserland, tot de grote investeerders in de Verenig de Staten. Henk Thomas .SMEER De mam- ttanker en de pleziersloep ides wat daar tussen zit, ben het moeilijk en wel in irre, dat er nauwelijks ig naar is. Op de werven, ze van stapel lopen, is inkrimpen geblazen. Waar verven voor handelsvaar- en nog op de been worden Duden met miljarden aan 'heidssteun, daar staan de ren voor pretvaartuigen bijna lege handen. Hoe- ze de krantekolommen welijks halen, is er de al pen jaren alles bij elkaar hoop werkgelegenheid oren gegaan. istaat nog één categorie scheeps- 'ers, die het voor de wind gaat. zijn de makers van grote, luxe aardige jachten van tussen de en zestig meter. De gegadigden deze vaartuigen ontbreekt het aan koopkracht. Het zijn de zeer n. die om te spelevaren zes cht miljoen gulden op tafel kun- krijgen plus nog eens de kosten iet schip te onderhouden, te be nen en te laten varen. at de problemen van de grotere epsbouw in dit land al vaak 1 zijn uitgemeten, blijft dit arti- >eperkt tot de „vergeten" groep bouwers van pleziervaartuigen, epjes met een lengte van onge- twee tot tien meter. Deze groep werd in het afgelopen Jaar geconfron teerd met een zo geringe groei van de vraag, dat veel werven, vooral de nieuwkomers op de markt, alweer kopje onder zijn gegaan of op het punt staan dat alsnog te doen. Het aantal mensen, dat daardoor op straat is komen te staan, wordt geen precieze cijfers zijn bekend in deze branche geschat op drie- tot vierhonderd. Onder druk Oorzaak van het geringe animo zich een boot aan te schaffen, wordt in de bedrijfstak aangenomen, is het voor uitzicht dat het inkomen nu en in de nabije toekomst onder druk zal ko men te staan. Een rol spelen de angst voor een nieuwe energiecrisis, die het leven duurder zal maken, en Haagse verhalen over het aanhalen van de buikriem en nullijn. Immers, de ko per van het kleine pleziervaartuig (de racer en de zeiler en de vele mengvor men) is „de kleine man", die als om nadere aanduiding wordt gevraagd niet zo klein is. De gemiddelde klant heeft veelal een inkomen, dat, met het zwarte gedeelte erbij, ruim schoots boven het modale uitkomt. Voor deze groepen is het vooruitzicht, dat het inkomen inderdaad achteruit zal geen, het beklemmendst. Dan is er de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat de registratie van vaartuigen er zal komen en in het kielzog daarvan: belastingheffing. Het animo om een nieuwe boot te kopen wordt verder gedrukt door de flink gekelderde prijzen op de twee- dehandsmarkt. Konden een paar jaar geleden booteigenaren nog speleva ren in het plezierige vertrouwen, dat P|6ziGr de waarde van hun vaartuig gewoon met de inflatie meegroeide, nu moe ten ze rekening houden met een jaar- ia het plezier te water niet meer wat Niet gemopperd wordt Een luxe jacht op stapel bij Scheepswerf De Vries in Aalsmeer. van eerder genoemde luxe zeewél lijkse waardevermindering tot twin tig procent, Dit percentage houdt wa terrecreanten op de boot, die ze al hebben. Ten slotte, voegen we er zelf aan toe, het geweest is: overvolle plassen, lan ge wachttijden voor sluizei] gen. te weinig ligplaatsen vo ongeveer 190.(ffi0 boten tellende vloot. Daarbij komt nog het steeds weer bevestigde vermoeden, dat wa ter in dit land de neiging heeft plaats te maken voor akkers en huizen. ©t am I zes miljoen gulden kosten, mond van één van de vijf directi broers, H. S. de Vries, van de gej{ mlge seheepswéff Ih *él dan ook worden opgetekend, di -ene-mieechieirmet elkaar het moeras inpraten". De werf produceert Jaar lijks gemiddeld drie jachten en daar naast minder weelderig uitgevoerde schepen, waarvoor geen bijzondere specialistische kennis vereist is. Zoals patrouilleboten voor marine, politie en douane. Aan de omzet van circa 30 miljoen gulden werken ze ventig eigen mensen, plus de werkne mers van onderaannemers. Droom De klanten van de werf zijn de ruim bemiddelden, die erop kunnen reke nen, dnt dat in de toekomst zo blijft. Cr- st- staan nu twee Jachten van zo'n veeru& meter. Voor elk Jacht kunnen ook twee kustvaarders wor den gekocht. De klanten zijn een Ara bier („geen olieboer". zegt De Vries) en een Amerikaan, van Nederlands gereformeerde huize. De Amerikaan, vertelt De Vries, is destijds naar de Verenigde Staten geëmigreerd waar hij, huis-aan-huis, wasmiddelen ver kocht. Hij realiseerde de bekende droom van de krantenjongen, want zijn nering groeide uit tot een was- poederimperium. Het wasmiddel wordt nu aan de man gebracht door een verkoopapparaat, dat overeenkomsten vertoont met de Tupperware-club. Als. vertelt De Vries nog steeds, een verkoper een bepaalde omzet heeft gehaald mag hij met zijn familie een tijdje uitbla zen op Amerikaanse wateren, op het jacht, dat in Aalsmeer op stapel staat. Een mooie verbetering van de arbeidsplaats, gekoppeld aan een werklust stimulerende prikkel.' C i - Overigens, op de Aalsmecfse werf worp^ gebouwd, rirXéWfen en in^hddfdzaak bédoeld voor de persoonlijke genoegens van de opdrachtgever. Meestal wordt het jacht gebruikt als zakeninstrument: voor zakendiners, voor het voeren van onderhandelingen, voor bijeen komsten en feesten. Concurrentie Niet alleen de koopkracht van de klandizie, ook het vertrouwen dat die op peil zal weten te blijven, doet Scheepswerf De Vries de toekomst zonnig inzien. Belangrijker nog dan dat is de wetenschap, dat er op de hele wereld maar ongeveer vijf wer ven zijn waar gelijksoortige schepen worden gebouwd, Eén van die werven staat in de buurt, ook in Aalsmeer, de andere zijn in Italië, West-Duitsland en Amerika. Oeen wolkjes van over capaciteit en moordende concurren tie aan een strak blauwe lucht. Nog steeds prijst De Vries zich geluk kig met de na de oorlog gemaakte keuze. Toen was de werf overgestapt van hout en zeil op staal. Even is toen nog overwogen op kleinere polyester boten over te gaan, maar dit idee is verworpen. De Vries: „De produktie met polyester is industrieel van aard. het is seriebouw, terwijl wij liever vasthielden aan meer ambachtelijke produktie. Is de Aalsmeerse werf niet bang, dat de idylle van elke ondernemer, geen of weinig concurrentie, wordt ver stoord als werven voor kleinere han delsvaartuigen (zoals bijvoorbeeld Vuyk of Van der Olessen-De Noord) zich op de bouw van luxe Jachten storten? In het geheel niet. De Vries: „Net zo min als wij een kustvaarder kunnen bouwen zo'n schip zou bij ons veel te luxe uitvallen zo kun nen genoemde werven Jachten bou wen. Alles, elk onderdeel van een schip moet bij ons schitterend mooi zijn en onze mensen zijn daarop inge steld, die kunnen schitterend mooie dingen maken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 13