ie droomwereld van Annie
osterbroek-Dutschun
Duur
Vliegtuiglawaai slecht
voor zwangere vrouw
lt
ti
DAG 20 AUGUSTUS 1979
VARIA
TROUW/KWARTET
7
Fred Lammers
CKLOW Het is niet
nooisste plekje van Ier-
waar de schrijfster Annie
erbroek-Dutschun sinds
s woont. Na de rit door de
low Mountains met zijn
se vergezichten, woeste
bassen en vriendelijke
jes is het drukke, romme-
Wicklow een beetje een
aant.
iwgele hui2en in de Lakeview
;ijn ln een rijtje gebouwd. De
itjes zijn klein en kaal. Annie
Broek,' die er prat op kan gaan
sinds zij in het begin van de
[vijftig met het schrijven van
is begon, ruim zeven miljoen
ilaren van haar boeken aan de
n vooral vrouw zijn gebracht,
in het laatste huis. Voorlopig is
et de bedoeling dat zij buren
Vanuit haar achteruin kun je
^se zee zien.
toekomst zijn we van plan uit
wen, zodat we vanuit de keu-
I et uitzicht op de zee krijgen,"
IZH Annie, terwijl ze me in haar
oot iden domein rondleidt. Het is
k iil groot genoeg voor haar en
t ppan Henri Janze. Annie is al een
n b twintig jaar met hem getrouwd
lt «wel ze dus officieel Annie Jan-
schun heet, heeft zij voor het
de naam van haar eerste man
aangehouden, om de mensen
ir boeken kopen niet in verwar
gul i brengen. Annie noch Henri
nen zich er druk om.
nlei thee is gezet is een van de
l za vragen die in me opwellen
Ou$n Annie als schrijfster, die zich
i. Dij uitstek bezighoudt met het
coo|andse boerenleven, met name
lat in een vrij recent verleden
en zeilde op de Veluwe, zo ver
vanaar werkterrein is gaan wonen,
enjdie vraag stel draait ze er niet
en.
n:
eer ijn uit Nederland weggegaan
iarn e belastingeri. Dat werd ons
vooinerhand te bar. Mijn man had
binfcterdam een sigarenzaak je aan
i gu ofdweg, maar hij moest het
aan gaan doen. Van de op-
t van mijn boeken bleef maar
paai over. We konden bijna alles
ngen."
Ju%i belasting
we het daar eind 1975 met
en over hadden viel de naam
I waar artiesten geen belas-
COpeven te betalen. Als je maar
antonen dat je in je leven één
ebt geschreven, val je al onder
[eling. Nu. dat zat bij mij wel
We hebben er niet lang over
cht. In het vroege voorjaar
76 zijn we drie weken in Ierland
ondkijken met de bedoeling er
bis te kopen. De plaats van
ge png stond al gauw vast. Niet in
jestdde toeristen zo geliefde zuiden,
[it in het westen, voor de Ieren
ttesjas het echte Ierland. Henri is.
ïitzlisch. Het klimaat hier is het
vallégeschikt voor hem en boven-'
hew je hier niet zo ver van Dublin
lon^rmee van het vliegveld af. Je
dichter bij Nederland."
be lucht
latste klinkt of ze heimwee
lAnnie lacht verlegen als ik dat
Steer. „Ach, ik voel me hier heel
puis, maar vergeten doe ik Ne-
d niet. Ik vind het heerlijk er af
,Jeens heen te gaan. Die sfeer in
land, dat huiselijke, dat heb je
Jet. De mensen gaan hier niet
ers
bij elkaar op visite. Alles draait om de
pub en daar houden wij niet zo van."
„Maar verder is Ierland een heerlijk
land om te wonen. De rust die je hier
nog hebt. de frisse lucht. Als je er
woont merk je dat niet meer, maar als
wij in Nederland zijn kijken we elkaar
wel eens aan. Het stinkt er gewoon
van al die rommel die ze de lucht
inspuiten."
„De mentaliteit van de mensen is hier
ook anders. Men heeft hier oog voor
elkaar. Dat heb ik vorig jaar gemerkt
toen ik een poosje naar het zieken
huis moest. Wat een kaarten en bloe
men kreeg ik van alle kanten, zelfs
van mensen die ik maar heel opper
vlakkig kende. Als we in Nederland
zijn geweest komen de mensen op ons
af als we terug zijn om te zeggen dat
ze het fijn vinden dat we er weer zijn.
We hadden dat de laatste keer in
Wicklow in een heel grote super
markt, dat de chef naar ons toe kwam
met uitgestoken hand terwijl hij uit
riep: .Welkom thuis, ik ben echt blij
jullie weer te zien."
„De mensen gunnen zich in Ierland
nog de tijd om te leven inplaats van
zich te laten leven. Het begrip dat tijd
geld is heeft hier nog geen ingang
gevonden. Het leven is hier minder
jachtig. Tegenwoordig denken we
vaak: waar hebben we ons in Holland
zo druk om gemaakt, maar gek, als je
een paar weken in Nederland bent,
doe je vanzelf weer mee. Dan heb je
het weer druk met van alles en nog
wat en geen tijd voor werkelijk essen
tiële dingen. Als je rondkijkt in de
grote warenhuizen en ziet hoe de
mensen daar met geld smijten en je
denkt aan de armoede die in Ierland
nog heerst. Of de mensen op het
vasteland van West-Europa daarom
gelukkiger zijn dan in Ierland? Als je
hun vaak stuurse gezichten ziet.
vraag je je wel eens af wat die zoge
naamde welvaart ons heeft gebracht.
In Ierland is de bron van het leven
merkbaar. Je voelt je dichter bij de
eeuwigheid staan."
De boeken die Annie Oosterbroek
voor Kok en Zomer en Keuning
schrijft, kun je als christelijke ro
mans betitelen. „Ik schrijf voor die
uitgevers anders dan voor Van Holke-
ma. Die boerenfamilies, vooral op de
Veluwe, zijn zo. Daar vind je nog dat
rotsvaste geloofsvertrouwen, waar lk
wel eens jaloers op ben. Er wordt
vaak denigrerend gedaan over Stap
horst en die zwarte-kousenkerk op de
Veluwe. Ten onrechte. Die mensen
hebben mogelijk iets dat velen van
ons zijn kwijtgeraakt".
Ierse roman
Wonen in Ierland betekent onder de
invloed komen van de grootsheid van
de natuur en de eenvoud van de men
sen. Het ligt daarom voor de hand dat
Ierland ook bij dat schrijven een rol is
gaan spelen. Onlangs is bij Zomer en
Keuning Annies eerste Ierse roman
verschenen. „Het grote waagstuk"
gaat over twee jonge mensen die een
bestaan in Ierland opbouwen. „Hoe
wel het fantaslefigur?n zijn, zitter er
veel eigen ervaringen in. Daar ont
kom je niet aan. Ik kan niet schrijven
over zaken die ik niet zelf heb meege
maakt."
Dat is op al haar boeken van toepas
sing. Dat die verhalen vaak een beet
je triest zijn, hoewel er toch een hap
py end volgt, heeft dat ook te maken
met eigen belevenissen? Annie Oos
terbroek kijkt me vorsend aan en
zegt dan: „Ja, dat geloof ik wel. Mijn
boeken zijn een roep om wat mense
lijke warmte. Die heb ik in mijn jeugd
te veel gemist. Ik wil er duidelijk over
zijn, waarom zou ik er geheimzinnig
over doen?"
Zij zucht eens en dan komt er een
verhaal dat een roman op zich is. Hoe
zij in 1918 in Londen werd geboren, in
een vrij gegoede familie, als resultaat
van een avontuurtje dat haar moeder
met een in Engeland wonende Duit
ser had. Hoe die Duitser kort erop in
Nederland werd geïnterneerd in Wa
penveld, het dorp op de Veluwe waar
Annie als baby van zeven maanden
ook naar toe reisde met haar moeder.
Hoe haar ouders daarna naar Duits
land vertrokken en haar achterlieten
bij een boswachter, die zelf al zoveel
kinderen had, dat hij al gauw naar
een ander pleeggezin uitkeek. Een
scharensliep die belangstelling had.
werd op het laatste moment te licht
bevonden. Annie kwam bij een boe
rengezin in huis. Toen de boerin over
leed en de boer later hertrouwde was
het leed niet te overzien. Haar nieuwe
pleegmoeder wilde niets van haar we
ten en Annie verhuisde naar een boer
derij in Bunnik. Daar kwam haar
pleegvader haar na enige maanden
echter weer ophalen, omdat heel Wa
penveld er schande van sprak dat hij
als lid van de gemeenteraad en kerke-
raadslid zo had gehandeld.
„Ik werd echter nauwelijks geduld,
kreeg meer slaag dan hartelijkheid.
Intussen wist ik al dat ik eigenlijk
niet in Wapenveld thuishoorde. Dat
was ik als meisje van acht in de
bakkerswinkel van het dorp aan de
weet gekomen, toen ze het op een dag
over „die Englander" hadden en dat
was ik. Na de oorlog ik was al hoog
en breed getrouwd ben ik tot twee
keer toe naar Duitsland gegaan om
mijn ouders te zoeken, in Berlijn,
Keulen en Wiesbaden. In die laatste
stad vond ik mijn moeder, een aan de
drank verslingerde vrouw, die niets
van me wilde weten. Mijn vader was
al overleden. Ik vond er ook een tan
te, die mij alle bijzonderheden over
mijn afkomst onthulde. Het heeft me
erg aangegrepen."
„Dat verlden is me blijven achtervol
gen. Nu nog voel ik me gauw ergens te
veel, ben ik bang iemand overlast te
bezorgen. Dat zal ik altijd wel hou
den. Het speelt ook een grote rol in
mijn schrijven. Als meisje schreef ik
al verhalen over te vondeling gelegde
kinderen en kinderen die uit bran
dende huizen werden gered of ont
voerd. Mijn vriendinnen, aan wie ik
die verhalen voorlas, vonden ze
prachtig, maar mevrouw Van Nes-
Uilkens, destijds een heel bekende
schrijfster, aan wie ik eens advies
ging vragen, vond het maar niets."
Rommel
„Je kunt schrijven, maar dit is rom
mel" zei ze. „Schrijf maar eens een
verhaal over een poes die in de zon zit
en was die aan de lijn hangt te drogen
en kom dan maar eens terug." Eerst
zag ik er niet veel in, maar ik heb haar
advies opgevolgd en dat verhaal over
die was werd mijn eerste bijdrage
voor de Libelle."
Later volgden er tientallen verhalen
in Margriet en het maandblad Moe
der. Toen kwamen de boeken. Annie
Oosterbroek is er bescheiden onder
gebleven, al zijn het er inmiddels 57
geworden. „Eigenlijk ben ik er ver
baasd over dat zoveel mensen mijn
boeken willen lezen omdat ze steeds
herdrukt worden. Kennelijk zien ze er
toch wat in. Wat ik er in probeer te
stoppen is een klein beetje vrede, dat
oerverlangen van de mens naar wat
geluk, misschien wel mijn droomwe
reld." Vandaar dat Henri, die heel
goed tekent en al een paar boeken
van zijn vrouw heeft geïllustreerd, nu
al weet hoe het boek gaat heten,
waaraan hij werkt en dat bij Van
Holkema gaat verschijnen: „Tussen
verbeelding en werkelijkheid: de we
reld van Annie Oosterbroek-Dut-
schun".
door Mink van Rijsdijk
Kort na de oorlog gingen mijn moeder en ik op
familiebezoek in Amsterdam. Voordien zouden
we even de stad in, niet dat daar al zo veel te
beleven was, maar ln alle vrijheid gaan en staan
waar je wilde was toen voor ons nog heel uniek.
We dronken ergens een kopje namaak-koffie en
informeerden of er ook iets eetbaars in het pand
aanwezig was voor ons. De dienstdoende juf
frouw vroeg fluisterend of we een paar brood-
bonnen bij ons hadden.
Aangezien dat het geval was kregen we, nog
steeds met gedempte stem, de opdracht in de
donkerste hoek van het zaaltje te gaan zitten. Zij
had een verrassing voor ons, begrepen we.
Ze maakte er een mooie scène van. Eerst serveer
de ze voor elk van ons een boterham, knipoogde
vervolgens samenzweerderig, zei: „Een ogenblik
je geduld nog." Zwierig kwam ze weer naar ons
tafeltje en bood ons toen een piepklein blikje
aan, waarin vier sardines lagen. „Geen ruzie
maken," grapte ze olijk," voor ieder twee."
Sardines, we waren geheel overdonderd van zo'n
geweldige traktatie. In geen jaren hadden we
zoiets verrukkelijks gegeten. Zwijgend, met ge
paste aandacht en heel langzaam genoten we
ervan. De olie werd tot de laatste druppel met
een broodkorstje opgesopt. „Zelfs de koningin
heeft vandaag niet zo gesmuld als wij," meende
mijn moeder. Ik was het helemaal met haar eens.
„Maar," vulde ik aan, wijzend op mijn schoenen
die ik onder de tafel had uitgetrokken, „maar
Hare Majesteit heeft natuurlijk geen te kleine
schoenen en kleren van de HARK aan."
Mijn moeder dacht ten onrechte overigens
dat ik het beschamend vond om in afdankertjes
van Amerikaanse vrouwen te lopen en sprak me
daarom vermanend toe. De sardientjes hadden
haar spraakzaam gemaakt. Ik kreeg er goed van
langs. „En onthou dit," besloot ze, „kleren kun
nen je maken en breken maar het is beter daar
boven te staan. Je moet nooit een Assepoes van
je laten maken. Je bent wie je bent."
Het KNMI had hier en daar een bui voorspeld,
maar toen ik van huis ging scheen er een timide
zonnetje. Met een oud regenjasje „voor je kunt
nooit weten" in mijn tas ging in naar de stad.
Namens een vriendenkring zou ik voor een echt
paar dat vijf en twintig jaar was getrouwd een
zilveren kandelaar kopen.
Al voordat ik in de stad kwam was de zon
voorlopig weer uitgestraald en gutste de regen
omlaag. Ik hulde me in het oude Jasje en ontdek
te dat ik geen paraplu! meer in de auto had. Allez
hop, niet zeuren. Al acuut drijfnat sprintte ik
naar de juwelier.
„Wat mag ik voor u doen?" vroeg de winkelda
me. Ongedwongen en spontaan vroeg ik om een
zilveren kandelaar. Toen zag ik dat zij zag dat er
stroompjes water van me afdropen op het zilver
grijze tapijt en dat mijn voeten gifgroen uit
verkleurende schoenen staken. En alsof dat niet
genoeg was misten er twee knopen van mijn jas
en plakte mijn haar in malle slierten langs mijn
hoofd. De juffrouw daarentegen was nog hela-
maal Intact, geen haartje overdwars. Ze taxeer
de me nog eens en daarmee was mijn vonnis
geveld. Haar verontwaardiging over het feit dat
er zo'n verzopen kat het winkelbreed tapijt van
haar baas stond te benatten was diep en oprecht.
Ze kon zodoende absoluut niet geloven in mijn
koopkracht en zei: „Een zilveren kandelaar? U
bedoelt natuurlijk een VER-ZIL-VER-DE."
Ze gaf iedere lettergreep een duidelijk accent om
mij mijn te geringe staat goed in te peperen.
Toen werd ik boos op die keurige droge juffrouw,
heel boos. Buiten goot het nog steeds en mijn
voeten werden steeds groener. Ineens herinnerde
ik me dat blikje sardientjes, de te kleine schoe
nen en kleren van de HARK. Ik haalde een kam
door mijn natte haar en zo stapte ik volgens
bepaalde begrippen nog steeds ontoonbaar bij
een andere juwelier binnen. De kandelaar die ik
kocht was duur, maar dat waren de sardines van
weleer ook. En dan zwijg ik maar over de goede
raad van mijn moeder, want die was onbetaal
baar.
Dit voorvalletje kwam laatst weer bij me boven. Hulp Actie Rode Kruis.
AMSTERDAM Vliegtuiglawaai kan nadelige invloed
op een ongeboren kind hebben. Tot nu toe zijn maar
weinig onderzoeken uitgevoerd naar de vraag ot vlieg
tuiglawaai miskramen, aangeboren aiwijkingen of een
verlaging van het geboortegewicht kan veroorzaken.
Niettemin is er reden tot enige ongerustheid, met name
ten aanzien van aangeboren afwijkingen en verlaging van
het geboortegewicht.
Paul Knipschild, wetenschappe
lijk medewerker aan het Colonel-
laboratorium, schrijft dit in het
augustusnummer van het maand
blad Milieudefensie. Volgens
Knipschild, die ook voorzitter is
van de Vereniging Milieudefensie,
is uit proeven met zwangere die
ren, die aan veel lawaai werden
blootgesteld, gebleken dat er hier
door meer miskramen, meer aan
geboren afwijkingen en verlagin
gen van het geboortegewicht op
traden.
Veel kinderen die onder de „rook"
van een vliegveld geboren worden,
hebben een lager geboortegewicht
dan kinderen uit verder gelegen
gebieden, aldus Knipschild, die
stelt dat het vliegtuiglawaai niet
alleen voor de baby maar ook voor
de zwangere vrouw nadelig is.
Laag overkomende vliegtuigen
worden als erg hinderlijk ervaren
door veel mensen, vooral als ze
extra behoefte hebben aan rust.
Zwangere vrouwen hebben vaak
deze behoefte, aldus het artikel
van Knipschild.
Om een duidelijker beeld van de
nadelige Invloed van het lawaai op
de zwangerschap te krijgen, zou
nieuw onderzoek door de overheid
bevorderd moeten worden, meent
Knipschild. Nog beter zou het vol
gens hem zijn, als de overheid
meer dan nu het geval is ervoor
zou zorgen dat het vliegtuiglawaai
minder wordt.
AMBASSADEUR De nieuwe am
bassadeur van Canada in Nederland,
Georges-Henri Blouin, is in ons land
aangekomen. HIJ volgt als ambassa
deur van Canada in Nederland dr
Saul F. Rae op.
De nieuwe Canadese ambassadeur,
die in 1921 In Montreal werd geboren,
is van origine Franstalig. Hij studeer
de rechten aan de universiteit van
Montreal.
E op een „brief van lezeres",
inpnde vroeger in Veere en kreeg
i een babbelaar van „Bure
Graag zou ik eens contact
r opnemen.
'arscÏG: Bij de geboorte van ons
kleinkind zouden we naar oud
[eerae kandeel willen presenteren,
u misschien het recept voor
:rsterkende drank?
Onder redactie van
mevrouw J. Wentink-Frumau
en mr J. J. Wentink
Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM
Voorburg. Per vraag een gulden In postzegels, het liefst in waarden
van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken.
Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd.
OORD: Wat een gezellig idee.
t niet waar mijn recept van-
ekomen is, en, hoop hiermee
andermans terrein te komen.
10 eierdooiers van verse schar-
in. een fles rijnwijn of half rijn-
tte bessenwijn. 5 cm pijpka-
kruidnageltjes, stukje citroen-
175 gram suiker. Kruiden met
llletje en een beetje water lang
:ekken (een paar uur). De eier-
mft met de suiker in een ver-
COmle kom wittig en schuimig roe-
kleine hoeveelheden het war-
lidenaftreksel goed kloppend
er doorheen en daarna op dezelfde
manier de wijn. Op de damp van
kokend water roerend binden, maar
oppassen dat het mengsel niet schift.
De combinatie van de rinse wijn en
het schilletje is erg lekker. Niet te
vlug klaar zijn met roeren, want als
de eieren niet gaar zijn, zakt het
vocht naar beneden, zodra het iets
afkoelt. Dien de kandeel op in dunne
kopjes (als u ze heeft in lijsjes of
moccakopjes of iets dergelijks) of in
glazen. Lange vingers er bij. Eigenlijk
is de kandeel voor de kraamvrouw
bedoeld en de jonge vader behoorde
in oude tijden met een bepaald soort
muts met een houten stok de drank
te roeren. Ik heb zo'n Idee dat u met
een mixer ook een heel eind komt, en
als u in het bezit is van een dubbele
pan (au bain marie), de kandeel goed
gaar krijgt. Maar in elk geval is haas
tige spoed ook hier niet op z'n plaats.
VRAAG: Het dragen van voorwer
pen, die voor anderen een gevaar
kunnen opleveren, Is bij sport niet
toegestaan. Toch zie Je wel eens bril
len op het voetbalveld. Hoe zit dat
nu?
ANTWOORD: met dank aan Ruud
Verdonck. een van de mannen van
Hannelore. Niet alleen bij voetbal
maar ook bij andere sporten is het
verboden om met een gevaarlijke uit
rusting deel te nemen. De scheids
rechter beoordeelt dit. Er zijn specia
le (dure) sportbrillen met onbreek
baar glas. Er zijn ook dienstbrillen
(dienstfietsen), die bij voetbalwed
strijden worden getolereerd. Deze
brillen zijn zodanig aan de oren be
vestigd, dat ze nauwelijks af kunnen
vallen. Bij topsport worden meestal
contactlenzen gedragen. Bij heftige
beweging kunnen ze er wel eens uit
schieten. In de loop der tijden is er al
een kapitaal aan contactlenzen op de
grasmat blijven liggen. Men kan spe
ciale sportbrillen gebruiken met on
breekbaar glas, waarvan het montuur
van zeer buigzaam materiaal is ge
maakt, zodat er geen verwondingen
optreden als men de bal in het gezicht
krijgt. Wat het Incident van Joop van
Daele betreft: Hij moest zijn bril niet
afzetten na protest bij de scheids
rechter, uit woede over een doelpunt,
dat van Daele in een wedstrijd om de
wereldbeker tegen een Zuid-Ameri
kaanse ploeg maakte, rukte een te
genstander van Daeles bril af en
maakte die stuk. Een week daarna
droeg van Daele de speciale buigza
me bril.
VRAAG: Een van onze kinderen
kwam met het verhaal, dat het ontra
den moet worden voor het zetten van
koffie en thee warm water uit de
gasgeyser te gebruiken. Dit water zou
allerlei verontreinigingen bevatten,
die niet aangetroffen worden in koud
leidingwater. Wat is hiervan juist?
ANTWOORD: In een goede gasgey
ser wordt het water verhit tot 70 a 80
graden Celsius. Alle bacteriën, die
nog in het koude water zaten, zijn er
dan wel uit gepasteuriseerd. Voor het
zetten van koffie of thee gebruikt
men echter kokend water, dat liefst
nog enige minuten doorkookte (voor
al in kalkrijke gebieden moet men
daaraan denken). De voorschriften
voor het zetten van een goede pot
thee zijn m.i. voldoende bekend en
vrijwel op alle pakjes staat, hoe thee
volgens alle regels der kunst gezet
dient te worden, met kokend water in
een verwarmde pot. Ook komt koffie
beter tot haar recht, als kokend water
voor het opschenken gebruikt wordt.
VRAAG: Waarom legt men van be
dreigde diersoorten geen genenbank
aan zodat men in een later stadium
van de mensheid deze dieren zou kun
nen laten herleven?
ANTWOORD: U denkt waarschijn
lijk aan spermabanken. Wat men in
de toekomst zal gaan doen, moeten
we maar afwachten. Het woord on
mogelijk schijnt niet meer te be
staan, maar als het zo simpel was als
u schrijft, zou men allang op dat idee
gekomen zijn en had men het met
succes geprobeerd. Zuinig zijn op het
bestaande is wellicht het allerbeste.
VRAAG: De bakplaat in mijn oven
(een heel oud model gasfornuis) is
helemaal bedekt met een keiharde
laag zwart aankoeksel. Hoe kan dat
eraf. De tegeltjes in mijn douchecel
hebben een lelijke kalkaanslag. Ook
die zou ik er graag van willen verwij
deren.
ANTWOORD: U is hard aan de
schoonmaak en dat ln de vacantle-
tijd! Die zwarte bakplaat is wel moei
lijk schoon te krijgen. Misschien is er
nog wel een oude teil aanwezig en
daar gaat de bakplaat ln en petro
leum er over heen. Een paar dagen
weken en dan met het bekende zeep-
sponsje bewerken. Het meeste zal er
dan wel af zijn. Ook kan met fijn zand
geschuurd worden na het petroleum-
bad. Het spreekt vanzelf, dat u de
plaat pas weer kan gebruiken als de
onaangename lucht geheel verdwe
nen is. Wat jammer dat u al met
schuurmiddelen aan het poetsen was
ln de douchecel. Als de beschermen
de glazuurlaag krasjes heeft opgelo
pen door dat schuurmiddel, blijven
onreinheden en kalkaanslag nog eer
der vastzitten. Probeer de kalkaan
slag eerst eens te bewerken met
schoonmaakazijn (zie instructie op
de fles, de dosering ls bij elk merk
anders). Een lezeres noemde bij een
andere overeenkomstige zaak het
middel Tical, dat ze bij de drogist
kocht. Ik ken het niet, maar geef haar
advies door.
VRAAG: Was Adam van Breen een
Nederlands schilder. Is hij zeer be
kend? In het Louvre hangt een schil
derij van hem: Scène de patinage
ANTWOORD: Adam Breen was een
Hagenaar. Hij trouwde in 1611 met
Maertje Castel en werd In J812 lid van
het schildersgilde. In 1617 vereerden
de Staten Generaal hem met 100
pond voor zijn boek: Les Evolutions
Militairs suivant l'idee de Prince de
Nassau. Een ln 1618 vervaardigd
werk: Gezicht op de Vijverberg" is in
het Rijksmuseum te Amsterdam.
Daarna vertrok hij naar Noorwegen,
waar nog heel wat gegevens over hem
en zijn werk te vinden zijn. In 1632
gingen bij een brand in het palels van
Kongsberg 25 schilderijen van hem
verloren. Maar toch is er gelukkig nog
wat overgebleven. In het museum te
Oslo hangt nog het portret van bis
schop Ole Bosen en diens vrouw uit
1632 en nog een nlet-gesigneerd por
tret van de burgemeester van Oslo
(toen nog Kristiania) Runs. Meer bij
zonderheden ln de Nederlandse Blo
grafieën.
VRAAG: Door een dominee in Rot
terdam werd een boekje geschreven
over de moeite die een Engelsman
had om Nederlands te leren. Ik heb
zoiets pas geleden aangekondigd ge
zien, maar de naam van de schrijver
klopt niet.
ANTWOORD: 71 jaar geleden werd
de eerste druk uitgegeven van het
boekje An Irishman's difficulties
with the Dutch Language. De schrij
ver was Cuey-na-Gael. Bij de Rotter
dammers beter bekend als ds. J. Ir
win Brown, die 47 Jaar lang de predi
kant was van de Schotse kerk te
Rotterdam. De 13e druk werd een
paar maanden geleden uitgegeven
door H. W. Blok BV te Rotterdam.
Wij zagen in ons archief dat er dik
wijls naar boekje en schrijver werd
gevraagd. De 12e druk kwam uit ln
1968.
VRAAG: Wilt u nog eens het adres
van de hoorslang mededelen.
ANTWOORD: In de rubriek Dichtbij
en verder van Loes Smit heeft een
artikel over de hoorslang gestaan.
Men kan dat apparaat kant en klaar
bestellen bij H. Thlerens, Weerdse-
weg 1, Epse, Qem. Gorssel door 7,75
te storten op giro 922313 met duidelij
ke vermelding: bestelling Hoorslang.
VRAAG: Ik zou graag opgeleid wil
len worden voor de akte LO Spaans,
Bestaat er een mondelinge opleiding
voor deze akte en waar ls het adres?
Wat is het adres van de examencom
missie?
ANTWOORD: Volgens het Ministerie
van Onderwijs komen voor u slechte
twee opleidingen ln aanmerking;
Paedagoglsche Akademie, Fr. Roes-
kerstraat 98, 1070 ED Amsterdam,
020-730660; Idem Helenastraat 11 Den
Haag 2595 HA. Het adres van de
examencommissie is mej. A. E. v.d
Heuvel, Van Nyenrodeweg 703 1082
AD Amsterdam Buitenveldert.
VRAAG: In april had een familielid
ln Trouw gelezen dat een speciaal
mengsel van zout en zoet goed was
tegen diahrrhee. Zou u dit recept nog
eens willen herhalen want lk zou het
goed kunnen gebruiken.
ANTWOORD: Het artikel van Rob
Foppema: Zoet met zout redt levens
kwam voor in de rubriek Wetenschap
en Techniek van 7 april pag 15. Dit
was inderdaad een belangrijk artikel,
omdat hierin werd teruggegrepen
naar een therapie, die ln zendings- en
missielanden vaak wordt toegepast.
Bij ernstige gevallen van buikloop
zoals dysenterie of cholera is het im
mers zaak het vochtpeil constant te
houden, zodat de patiënt niet uit
droogt en de suiker dient om de
krachten te schragen. Echter zou lk
in ons eigen land, waar de medische
verzorging optimaal ls, nooit buik
klachten op mijn eigen houtje gaan
behandelen. Je weet als leek nu een
maal niet wat precies de ooizaak ls.