ie droomwereld van Annie osterbroek-Dutschun Duur Vliegtuiglawaai slecht voor zwangere vrouw lt ti DAG 20 AUGUSTUS 1979 VARIA TROUW/KWARTET 7 Fred Lammers CKLOW Het is niet nooisste plekje van Ier- waar de schrijfster Annie erbroek-Dutschun sinds s woont. Na de rit door de low Mountains met zijn se vergezichten, woeste bassen en vriendelijke jes is het drukke, romme- Wicklow een beetje een aant. iwgele hui2en in de Lakeview ;ijn ln een rijtje gebouwd. De itjes zijn klein en kaal. Annie Broek,' die er prat op kan gaan sinds zij in het begin van de [vijftig met het schrijven van is begon, ruim zeven miljoen ilaren van haar boeken aan de n vooral vrouw zijn gebracht, in het laatste huis. Voorlopig is et de bedoeling dat zij buren Vanuit haar achteruin kun je ^se zee zien. toekomst zijn we van plan uit wen, zodat we vanuit de keu- I et uitzicht op de zee krijgen," IZH Annie, terwijl ze me in haar oot iden domein rondleidt. Het is k iil groot genoeg voor haar en t ppan Henri Janze. Annie is al een n b twintig jaar met hem getrouwd lt «wel ze dus officieel Annie Jan- schun heet, heeft zij voor het de naam van haar eerste man aangehouden, om de mensen ir boeken kopen niet in verwar gul i brengen. Annie noch Henri nen zich er druk om. nlei thee is gezet is een van de l za vragen die in me opwellen Ou$n Annie als schrijfster, die zich i. Dij uitstek bezighoudt met het coo|andse boerenleven, met name lat in een vrij recent verleden en zeilde op de Veluwe, zo ver vanaar werkterrein is gaan wonen, enjdie vraag stel draait ze er niet en. n: eer ijn uit Nederland weggegaan iarn e belastingeri. Dat werd ons vooinerhand te bar. Mijn man had binfcterdam een sigarenzaak je aan i gu ofdweg, maar hij moest het aan gaan doen. Van de op- t van mijn boeken bleef maar paai over. We konden bijna alles ngen." Ju%i belasting we het daar eind 1975 met en over hadden viel de naam I waar artiesten geen belas- COpeven te betalen. Als je maar antonen dat je in je leven één ebt geschreven, val je al onder [eling. Nu. dat zat bij mij wel We hebben er niet lang over cht. In het vroege voorjaar 76 zijn we drie weken in Ierland ondkijken met de bedoeling er bis te kopen. De plaats van ge png stond al gauw vast. Niet in jestdde toeristen zo geliefde zuiden, [it in het westen, voor de Ieren ttesjas het echte Ierland. Henri is. ïitzlisch. Het klimaat hier is het vallégeschikt voor hem en boven-' hew je hier niet zo ver van Dublin lon^rmee van het vliegveld af. Je dichter bij Nederland." be lucht latste klinkt of ze heimwee lAnnie lacht verlegen als ik dat Steer. „Ach, ik voel me hier heel puis, maar vergeten doe ik Ne- d niet. Ik vind het heerlijk er af ,Jeens heen te gaan. Die sfeer in land, dat huiselijke, dat heb je Jet. De mensen gaan hier niet ers bij elkaar op visite. Alles draait om de pub en daar houden wij niet zo van." „Maar verder is Ierland een heerlijk land om te wonen. De rust die je hier nog hebt. de frisse lucht. Als je er woont merk je dat niet meer, maar als wij in Nederland zijn kijken we elkaar wel eens aan. Het stinkt er gewoon van al die rommel die ze de lucht inspuiten." „De mentaliteit van de mensen is hier ook anders. Men heeft hier oog voor elkaar. Dat heb ik vorig jaar gemerkt toen ik een poosje naar het zieken huis moest. Wat een kaarten en bloe men kreeg ik van alle kanten, zelfs van mensen die ik maar heel opper vlakkig kende. Als we in Nederland zijn geweest komen de mensen op ons af als we terug zijn om te zeggen dat ze het fijn vinden dat we er weer zijn. We hadden dat de laatste keer in Wicklow in een heel grote super markt, dat de chef naar ons toe kwam met uitgestoken hand terwijl hij uit riep: .Welkom thuis, ik ben echt blij jullie weer te zien." „De mensen gunnen zich in Ierland nog de tijd om te leven inplaats van zich te laten leven. Het begrip dat tijd geld is heeft hier nog geen ingang gevonden. Het leven is hier minder jachtig. Tegenwoordig denken we vaak: waar hebben we ons in Holland zo druk om gemaakt, maar gek, als je een paar weken in Nederland bent, doe je vanzelf weer mee. Dan heb je het weer druk met van alles en nog wat en geen tijd voor werkelijk essen tiële dingen. Als je rondkijkt in de grote warenhuizen en ziet hoe de mensen daar met geld smijten en je denkt aan de armoede die in Ierland nog heerst. Of de mensen op het vasteland van West-Europa daarom gelukkiger zijn dan in Ierland? Als je hun vaak stuurse gezichten ziet. vraag je je wel eens af wat die zoge naamde welvaart ons heeft gebracht. In Ierland is de bron van het leven merkbaar. Je voelt je dichter bij de eeuwigheid staan." De boeken die Annie Oosterbroek voor Kok en Zomer en Keuning schrijft, kun je als christelijke ro mans betitelen. „Ik schrijf voor die uitgevers anders dan voor Van Holke- ma. Die boerenfamilies, vooral op de Veluwe, zijn zo. Daar vind je nog dat rotsvaste geloofsvertrouwen, waar lk wel eens jaloers op ben. Er wordt vaak denigrerend gedaan over Stap horst en die zwarte-kousenkerk op de Veluwe. Ten onrechte. Die mensen hebben mogelijk iets dat velen van ons zijn kwijtgeraakt". Ierse roman Wonen in Ierland betekent onder de invloed komen van de grootsheid van de natuur en de eenvoud van de men sen. Het ligt daarom voor de hand dat Ierland ook bij dat schrijven een rol is gaan spelen. Onlangs is bij Zomer en Keuning Annies eerste Ierse roman verschenen. „Het grote waagstuk" gaat over twee jonge mensen die een bestaan in Ierland opbouwen. „Hoe wel het fantaslefigur?n zijn, zitter er veel eigen ervaringen in. Daar ont kom je niet aan. Ik kan niet schrijven over zaken die ik niet zelf heb meege maakt." Dat is op al haar boeken van toepas sing. Dat die verhalen vaak een beet je triest zijn, hoewel er toch een hap py end volgt, heeft dat ook te maken met eigen belevenissen? Annie Oos terbroek kijkt me vorsend aan en zegt dan: „Ja, dat geloof ik wel. Mijn boeken zijn een roep om wat mense lijke warmte. Die heb ik in mijn jeugd te veel gemist. Ik wil er duidelijk over zijn, waarom zou ik er geheimzinnig over doen?" Zij zucht eens en dan komt er een verhaal dat een roman op zich is. Hoe zij in 1918 in Londen werd geboren, in een vrij gegoede familie, als resultaat van een avontuurtje dat haar moeder met een in Engeland wonende Duit ser had. Hoe die Duitser kort erop in Nederland werd geïnterneerd in Wa penveld, het dorp op de Veluwe waar Annie als baby van zeven maanden ook naar toe reisde met haar moeder. Hoe haar ouders daarna naar Duits land vertrokken en haar achterlieten bij een boswachter, die zelf al zoveel kinderen had, dat hij al gauw naar een ander pleeggezin uitkeek. Een scharensliep die belangstelling had. werd op het laatste moment te licht bevonden. Annie kwam bij een boe rengezin in huis. Toen de boerin over leed en de boer later hertrouwde was het leed niet te overzien. Haar nieuwe pleegmoeder wilde niets van haar we ten en Annie verhuisde naar een boer derij in Bunnik. Daar kwam haar pleegvader haar na enige maanden echter weer ophalen, omdat heel Wa penveld er schande van sprak dat hij als lid van de gemeenteraad en kerke- raadslid zo had gehandeld. „Ik werd echter nauwelijks geduld, kreeg meer slaag dan hartelijkheid. Intussen wist ik al dat ik eigenlijk niet in Wapenveld thuishoorde. Dat was ik als meisje van acht in de bakkerswinkel van het dorp aan de weet gekomen, toen ze het op een dag over „die Englander" hadden en dat was ik. Na de oorlog ik was al hoog en breed getrouwd ben ik tot twee keer toe naar Duitsland gegaan om mijn ouders te zoeken, in Berlijn, Keulen en Wiesbaden. In die laatste stad vond ik mijn moeder, een aan de drank verslingerde vrouw, die niets van me wilde weten. Mijn vader was al overleden. Ik vond er ook een tan te, die mij alle bijzonderheden over mijn afkomst onthulde. Het heeft me erg aangegrepen." „Dat verlden is me blijven achtervol gen. Nu nog voel ik me gauw ergens te veel, ben ik bang iemand overlast te bezorgen. Dat zal ik altijd wel hou den. Het speelt ook een grote rol in mijn schrijven. Als meisje schreef ik al verhalen over te vondeling gelegde kinderen en kinderen die uit bran dende huizen werden gered of ont voerd. Mijn vriendinnen, aan wie ik die verhalen voorlas, vonden ze prachtig, maar mevrouw Van Nes- Uilkens, destijds een heel bekende schrijfster, aan wie ik eens advies ging vragen, vond het maar niets." Rommel „Je kunt schrijven, maar dit is rom mel" zei ze. „Schrijf maar eens een verhaal over een poes die in de zon zit en was die aan de lijn hangt te drogen en kom dan maar eens terug." Eerst zag ik er niet veel in, maar ik heb haar advies opgevolgd en dat verhaal over die was werd mijn eerste bijdrage voor de Libelle." Later volgden er tientallen verhalen in Margriet en het maandblad Moe der. Toen kwamen de boeken. Annie Oosterbroek is er bescheiden onder gebleven, al zijn het er inmiddels 57 geworden. „Eigenlijk ben ik er ver baasd over dat zoveel mensen mijn boeken willen lezen omdat ze steeds herdrukt worden. Kennelijk zien ze er toch wat in. Wat ik er in probeer te stoppen is een klein beetje vrede, dat oerverlangen van de mens naar wat geluk, misschien wel mijn droomwe reld." Vandaar dat Henri, die heel goed tekent en al een paar boeken van zijn vrouw heeft geïllustreerd, nu al weet hoe het boek gaat heten, waaraan hij werkt en dat bij Van Holkema gaat verschijnen: „Tussen verbeelding en werkelijkheid: de we reld van Annie Oosterbroek-Dut- schun". door Mink van Rijsdijk Kort na de oorlog gingen mijn moeder en ik op familiebezoek in Amsterdam. Voordien zouden we even de stad in, niet dat daar al zo veel te beleven was, maar ln alle vrijheid gaan en staan waar je wilde was toen voor ons nog heel uniek. We dronken ergens een kopje namaak-koffie en informeerden of er ook iets eetbaars in het pand aanwezig was voor ons. De dienstdoende juf frouw vroeg fluisterend of we een paar brood- bonnen bij ons hadden. Aangezien dat het geval was kregen we, nog steeds met gedempte stem, de opdracht in de donkerste hoek van het zaaltje te gaan zitten. Zij had een verrassing voor ons, begrepen we. Ze maakte er een mooie scène van. Eerst serveer de ze voor elk van ons een boterham, knipoogde vervolgens samenzweerderig, zei: „Een ogenblik je geduld nog." Zwierig kwam ze weer naar ons tafeltje en bood ons toen een piepklein blikje aan, waarin vier sardines lagen. „Geen ruzie maken," grapte ze olijk," voor ieder twee." Sardines, we waren geheel overdonderd van zo'n geweldige traktatie. In geen jaren hadden we zoiets verrukkelijks gegeten. Zwijgend, met ge paste aandacht en heel langzaam genoten we ervan. De olie werd tot de laatste druppel met een broodkorstje opgesopt. „Zelfs de koningin heeft vandaag niet zo gesmuld als wij," meende mijn moeder. Ik was het helemaal met haar eens. „Maar," vulde ik aan, wijzend op mijn schoenen die ik onder de tafel had uitgetrokken, „maar Hare Majesteit heeft natuurlijk geen te kleine schoenen en kleren van de HARK aan." Mijn moeder dacht ten onrechte overigens dat ik het beschamend vond om in afdankertjes van Amerikaanse vrouwen te lopen en sprak me daarom vermanend toe. De sardientjes hadden haar spraakzaam gemaakt. Ik kreeg er goed van langs. „En onthou dit," besloot ze, „kleren kun nen je maken en breken maar het is beter daar boven te staan. Je moet nooit een Assepoes van je laten maken. Je bent wie je bent." Het KNMI had hier en daar een bui voorspeld, maar toen ik van huis ging scheen er een timide zonnetje. Met een oud regenjasje „voor je kunt nooit weten" in mijn tas ging in naar de stad. Namens een vriendenkring zou ik voor een echt paar dat vijf en twintig jaar was getrouwd een zilveren kandelaar kopen. Al voordat ik in de stad kwam was de zon voorlopig weer uitgestraald en gutste de regen omlaag. Ik hulde me in het oude Jasje en ontdek te dat ik geen paraplu! meer in de auto had. Allez hop, niet zeuren. Al acuut drijfnat sprintte ik naar de juwelier. „Wat mag ik voor u doen?" vroeg de winkelda me. Ongedwongen en spontaan vroeg ik om een zilveren kandelaar. Toen zag ik dat zij zag dat er stroompjes water van me afdropen op het zilver grijze tapijt en dat mijn voeten gifgroen uit verkleurende schoenen staken. En alsof dat niet genoeg was misten er twee knopen van mijn jas en plakte mijn haar in malle slierten langs mijn hoofd. De juffrouw daarentegen was nog hela- maal Intact, geen haartje overdwars. Ze taxeer de me nog eens en daarmee was mijn vonnis geveld. Haar verontwaardiging over het feit dat er zo'n verzopen kat het winkelbreed tapijt van haar baas stond te benatten was diep en oprecht. Ze kon zodoende absoluut niet geloven in mijn koopkracht en zei: „Een zilveren kandelaar? U bedoelt natuurlijk een VER-ZIL-VER-DE." Ze gaf iedere lettergreep een duidelijk accent om mij mijn te geringe staat goed in te peperen. Toen werd ik boos op die keurige droge juffrouw, heel boos. Buiten goot het nog steeds en mijn voeten werden steeds groener. Ineens herinnerde ik me dat blikje sardientjes, de te kleine schoe nen en kleren van de HARK. Ik haalde een kam door mijn natte haar en zo stapte ik volgens bepaalde begrippen nog steeds ontoonbaar bij een andere juwelier binnen. De kandelaar die ik kocht was duur, maar dat waren de sardines van weleer ook. En dan zwijg ik maar over de goede raad van mijn moeder, want die was onbetaal baar. Dit voorvalletje kwam laatst weer bij me boven. Hulp Actie Rode Kruis. AMSTERDAM Vliegtuiglawaai kan nadelige invloed op een ongeboren kind hebben. Tot nu toe zijn maar weinig onderzoeken uitgevoerd naar de vraag ot vlieg tuiglawaai miskramen, aangeboren aiwijkingen of een verlaging van het geboortegewicht kan veroorzaken. Niettemin is er reden tot enige ongerustheid, met name ten aanzien van aangeboren afwijkingen en verlaging van het geboortegewicht. Paul Knipschild, wetenschappe lijk medewerker aan het Colonel- laboratorium, schrijft dit in het augustusnummer van het maand blad Milieudefensie. Volgens Knipschild, die ook voorzitter is van de Vereniging Milieudefensie, is uit proeven met zwangere die ren, die aan veel lawaai werden blootgesteld, gebleken dat er hier door meer miskramen, meer aan geboren afwijkingen en verlagin gen van het geboortegewicht op traden. Veel kinderen die onder de „rook" van een vliegveld geboren worden, hebben een lager geboortegewicht dan kinderen uit verder gelegen gebieden, aldus Knipschild, die stelt dat het vliegtuiglawaai niet alleen voor de baby maar ook voor de zwangere vrouw nadelig is. Laag overkomende vliegtuigen worden als erg hinderlijk ervaren door veel mensen, vooral als ze extra behoefte hebben aan rust. Zwangere vrouwen hebben vaak deze behoefte, aldus het artikel van Knipschild. Om een duidelijker beeld van de nadelige Invloed van het lawaai op de zwangerschap te krijgen, zou nieuw onderzoek door de overheid bevorderd moeten worden, meent Knipschild. Nog beter zou het vol gens hem zijn, als de overheid meer dan nu het geval is ervoor zou zorgen dat het vliegtuiglawaai minder wordt. AMBASSADEUR De nieuwe am bassadeur van Canada in Nederland, Georges-Henri Blouin, is in ons land aangekomen. HIJ volgt als ambassa deur van Canada in Nederland dr Saul F. Rae op. De nieuwe Canadese ambassadeur, die in 1921 In Montreal werd geboren, is van origine Franstalig. Hij studeer de rechten aan de universiteit van Montreal. E op een „brief van lezeres", inpnde vroeger in Veere en kreeg i een babbelaar van „Bure Graag zou ik eens contact r opnemen. 'arscÏG: Bij de geboorte van ons kleinkind zouden we naar oud [eerae kandeel willen presenteren, u misschien het recept voor :rsterkende drank? Onder redactie van mevrouw J. Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM Voorburg. Per vraag een gulden In postzegels, het liefst in waarden van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd. OORD: Wat een gezellig idee. t niet waar mijn recept van- ekomen is, en, hoop hiermee andermans terrein te komen. 10 eierdooiers van verse schar- in. een fles rijnwijn of half rijn- tte bessenwijn. 5 cm pijpka- kruidnageltjes, stukje citroen- 175 gram suiker. Kruiden met llletje en een beetje water lang :ekken (een paar uur). De eier- mft met de suiker in een ver- COmle kom wittig en schuimig roe- kleine hoeveelheden het war- lidenaftreksel goed kloppend er doorheen en daarna op dezelfde manier de wijn. Op de damp van kokend water roerend binden, maar oppassen dat het mengsel niet schift. De combinatie van de rinse wijn en het schilletje is erg lekker. Niet te vlug klaar zijn met roeren, want als de eieren niet gaar zijn, zakt het vocht naar beneden, zodra het iets afkoelt. Dien de kandeel op in dunne kopjes (als u ze heeft in lijsjes of moccakopjes of iets dergelijks) of in glazen. Lange vingers er bij. Eigenlijk is de kandeel voor de kraamvrouw bedoeld en de jonge vader behoorde in oude tijden met een bepaald soort muts met een houten stok de drank te roeren. Ik heb zo'n Idee dat u met een mixer ook een heel eind komt, en als u in het bezit is van een dubbele pan (au bain marie), de kandeel goed gaar krijgt. Maar in elk geval is haas tige spoed ook hier niet op z'n plaats. VRAAG: Het dragen van voorwer pen, die voor anderen een gevaar kunnen opleveren, Is bij sport niet toegestaan. Toch zie Je wel eens bril len op het voetbalveld. Hoe zit dat nu? ANTWOORD: met dank aan Ruud Verdonck. een van de mannen van Hannelore. Niet alleen bij voetbal maar ook bij andere sporten is het verboden om met een gevaarlijke uit rusting deel te nemen. De scheids rechter beoordeelt dit. Er zijn specia le (dure) sportbrillen met onbreek baar glas. Er zijn ook dienstbrillen (dienstfietsen), die bij voetbalwed strijden worden getolereerd. Deze brillen zijn zodanig aan de oren be vestigd, dat ze nauwelijks af kunnen vallen. Bij topsport worden meestal contactlenzen gedragen. Bij heftige beweging kunnen ze er wel eens uit schieten. In de loop der tijden is er al een kapitaal aan contactlenzen op de grasmat blijven liggen. Men kan spe ciale sportbrillen gebruiken met on breekbaar glas, waarvan het montuur van zeer buigzaam materiaal is ge maakt, zodat er geen verwondingen optreden als men de bal in het gezicht krijgt. Wat het Incident van Joop van Daele betreft: Hij moest zijn bril niet afzetten na protest bij de scheids rechter, uit woede over een doelpunt, dat van Daele in een wedstrijd om de wereldbeker tegen een Zuid-Ameri kaanse ploeg maakte, rukte een te genstander van Daeles bril af en maakte die stuk. Een week daarna droeg van Daele de speciale buigza me bril. VRAAG: Een van onze kinderen kwam met het verhaal, dat het ontra den moet worden voor het zetten van koffie en thee warm water uit de gasgeyser te gebruiken. Dit water zou allerlei verontreinigingen bevatten, die niet aangetroffen worden in koud leidingwater. Wat is hiervan juist? ANTWOORD: In een goede gasgey ser wordt het water verhit tot 70 a 80 graden Celsius. Alle bacteriën, die nog in het koude water zaten, zijn er dan wel uit gepasteuriseerd. Voor het zetten van koffie of thee gebruikt men echter kokend water, dat liefst nog enige minuten doorkookte (voor al in kalkrijke gebieden moet men daaraan denken). De voorschriften voor het zetten van een goede pot thee zijn m.i. voldoende bekend en vrijwel op alle pakjes staat, hoe thee volgens alle regels der kunst gezet dient te worden, met kokend water in een verwarmde pot. Ook komt koffie beter tot haar recht, als kokend water voor het opschenken gebruikt wordt. VRAAG: Waarom legt men van be dreigde diersoorten geen genenbank aan zodat men in een later stadium van de mensheid deze dieren zou kun nen laten herleven? ANTWOORD: U denkt waarschijn lijk aan spermabanken. Wat men in de toekomst zal gaan doen, moeten we maar afwachten. Het woord on mogelijk schijnt niet meer te be staan, maar als het zo simpel was als u schrijft, zou men allang op dat idee gekomen zijn en had men het met succes geprobeerd. Zuinig zijn op het bestaande is wellicht het allerbeste. VRAAG: De bakplaat in mijn oven (een heel oud model gasfornuis) is helemaal bedekt met een keiharde laag zwart aankoeksel. Hoe kan dat eraf. De tegeltjes in mijn douchecel hebben een lelijke kalkaanslag. Ook die zou ik er graag van willen verwij deren. ANTWOORD: U is hard aan de schoonmaak en dat ln de vacantle- tijd! Die zwarte bakplaat is wel moei lijk schoon te krijgen. Misschien is er nog wel een oude teil aanwezig en daar gaat de bakplaat ln en petro leum er over heen. Een paar dagen weken en dan met het bekende zeep- sponsje bewerken. Het meeste zal er dan wel af zijn. Ook kan met fijn zand geschuurd worden na het petroleum- bad. Het spreekt vanzelf, dat u de plaat pas weer kan gebruiken als de onaangename lucht geheel verdwe nen is. Wat jammer dat u al met schuurmiddelen aan het poetsen was ln de douchecel. Als de beschermen de glazuurlaag krasjes heeft opgelo pen door dat schuurmiddel, blijven onreinheden en kalkaanslag nog eer der vastzitten. Probeer de kalkaan slag eerst eens te bewerken met schoonmaakazijn (zie instructie op de fles, de dosering ls bij elk merk anders). Een lezeres noemde bij een andere overeenkomstige zaak het middel Tical, dat ze bij de drogist kocht. Ik ken het niet, maar geef haar advies door. VRAAG: Was Adam van Breen een Nederlands schilder. Is hij zeer be kend? In het Louvre hangt een schil derij van hem: Scène de patinage ANTWOORD: Adam Breen was een Hagenaar. Hij trouwde in 1611 met Maertje Castel en werd In J812 lid van het schildersgilde. In 1617 vereerden de Staten Generaal hem met 100 pond voor zijn boek: Les Evolutions Militairs suivant l'idee de Prince de Nassau. Een ln 1618 vervaardigd werk: Gezicht op de Vijverberg" is in het Rijksmuseum te Amsterdam. Daarna vertrok hij naar Noorwegen, waar nog heel wat gegevens over hem en zijn werk te vinden zijn. In 1632 gingen bij een brand in het palels van Kongsberg 25 schilderijen van hem verloren. Maar toch is er gelukkig nog wat overgebleven. In het museum te Oslo hangt nog het portret van bis schop Ole Bosen en diens vrouw uit 1632 en nog een nlet-gesigneerd por tret van de burgemeester van Oslo (toen nog Kristiania) Runs. Meer bij zonderheden ln de Nederlandse Blo grafieën. VRAAG: Door een dominee in Rot terdam werd een boekje geschreven over de moeite die een Engelsman had om Nederlands te leren. Ik heb zoiets pas geleden aangekondigd ge zien, maar de naam van de schrijver klopt niet. ANTWOORD: 71 jaar geleden werd de eerste druk uitgegeven van het boekje An Irishman's difficulties with the Dutch Language. De schrij ver was Cuey-na-Gael. Bij de Rotter dammers beter bekend als ds. J. Ir win Brown, die 47 Jaar lang de predi kant was van de Schotse kerk te Rotterdam. De 13e druk werd een paar maanden geleden uitgegeven door H. W. Blok BV te Rotterdam. Wij zagen in ons archief dat er dik wijls naar boekje en schrijver werd gevraagd. De 12e druk kwam uit ln 1968. VRAAG: Wilt u nog eens het adres van de hoorslang mededelen. ANTWOORD: In de rubriek Dichtbij en verder van Loes Smit heeft een artikel over de hoorslang gestaan. Men kan dat apparaat kant en klaar bestellen bij H. Thlerens, Weerdse- weg 1, Epse, Qem. Gorssel door 7,75 te storten op giro 922313 met duidelij ke vermelding: bestelling Hoorslang. VRAAG: Ik zou graag opgeleid wil len worden voor de akte LO Spaans, Bestaat er een mondelinge opleiding voor deze akte en waar ls het adres? Wat is het adres van de examencom missie? ANTWOORD: Volgens het Ministerie van Onderwijs komen voor u slechte twee opleidingen ln aanmerking; Paedagoglsche Akademie, Fr. Roes- kerstraat 98, 1070 ED Amsterdam, 020-730660; Idem Helenastraat 11 Den Haag 2595 HA. Het adres van de examencommissie is mej. A. E. v.d Heuvel, Van Nyenrodeweg 703 1082 AD Amsterdam Buitenveldert. VRAAG: In april had een familielid ln Trouw gelezen dat een speciaal mengsel van zout en zoet goed was tegen diahrrhee. Zou u dit recept nog eens willen herhalen want lk zou het goed kunnen gebruiken. ANTWOORD: Het artikel van Rob Foppema: Zoet met zout redt levens kwam voor in de rubriek Wetenschap en Techniek van 7 april pag 15. Dit was inderdaad een belangrijk artikel, omdat hierin werd teruggegrepen naar een therapie, die ln zendings- en missielanden vaak wordt toegepast. Bij ernstige gevallen van buikloop zoals dysenterie of cholera is het im mers zaak het vochtpeil constant te houden, zodat de patiënt niet uit droogt en de suiker dient om de krachten te schragen. Echter zou lk in ons eigen land, waar de medische verzorging optimaal ls, nooit buik klachten op mijn eigen houtje gaan behandelen. Je weet als leek nu een maal niet wat precies de ooizaak ls.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 7