Floor Kist en de apostelen over zoenend groeten Wat doet uw buurvrouw als ze de kinderen naar bed heeft gebracht? Trouw voorlopig kind toch...! VOORBIJGANGER* Kardinaal Ottaviani overleden ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979 KERK TROUW/KWARTET door A. J. Klei We zouden op visite gaan en ik keek nog even in de keuken of het gas uitgedaan was. Toen ik de voordeur achter me wilde dichttrekken vroeg mijn vrouw, die al op de stoep stond: „Zoenen ze eigenlijk?" „Goed datje 'tzegt." antwoordde ik. „Ik ga het nazien in de klapper." Even later kon ik meiden, dat het deze avond niet met een handdruk bekeken was, en in deze zekerheid liepen we naar de tramhalte. Het ging. naar de opmerkzame lezer begrepen zal hebben, over het zoenend groeten, dat om zo te zeggen wang over wang toeneemt. Als je vroeger bij iemand op bezoek kwam. stak je een hand uit en verder niks. Tegenwoordig echter steek Je ook Je hals uit om zoenen uit te delen, twee per persoon, voor elke wang één. Ik begin altijd rechts, ik bedoel: op de rechterang van degene, wie mijn zoenen ten deel vallen (voor mij dus links) en ik heb daarin reeds een grote vaardigheid ontwikkeld. Nu doet zich de moeilijkheid voor. dat het zoenend groeten nog niet overal wordt toegepast. Het is mij overkomen dat ik hartelijk op de rechterwang van een gastvrouw afstoof, maar dat zij vol schrik haar hoofd terugtrok en me verwijtend toeriep, wat dat voor malligheid was! Om dergelijke narigheden te voorkomen, heb ik in onze telefoonklapper een Z gezet achter de naam van vrienden en kennissen, die meedoen aan het zoenend groeten, en NZ achter de naam van hen. die hiertoe (nog) niet zijn overgegaan. Ik schrijf over dit belangwekkend onderwerp, omdat me het boekje ..Heimwee en vergrijzing" ter aankondiging is toegestuurd. Het behelst een keus uit de stukjes die Floor Kist sinds een Jaar of wat in NRCHandelsblad publiceert. Nu ben ik weinig gesteld op dergelijke bundels. Eén leuk stukje is leuk, maar een boekje vol is meestal stomvervelend en als er dan ook nog niet bij staat (zoals in dit geval) op welke data de verzamelde stukjes in de krant stonden, zit Je helemaal in zachte boter te prikken. Deze overwegingen hebben me echter niet van mijn plicht weerhouden en ik sloeg zonder mankeren het eerste stukje op. Welnu, dat handelt over het zoenend groeten en er staan dingen in. die tegenspraak of aanvulling behoeven. Om te beginnen typeert de heer Kist het zoenend groeten als: klinisch zoenen, dat hij dan stelt tegenover erotisch zoenen. Het ontgaat hem blijkbaar ten enenmale, hoeveel tederheid en genegenheid wij in een groetende zoen kunnen leggen! Zeker, ik weet wel, we kunnen het zoenend groeten beduimelen, maar dat kunnen we een ferme handdruk tenslotte ook. Voorts tobt ook Floor Kist met het onderscheid tussen de wel en niet zoenend groetenden. Het vergt een hele administratie om hen uit elkaar te houden, meent hij. maar ik heb hierboven al een simpele oplossing voor dit probleem aangewezen. Floor Kist wijst er in zijn beschouwing op „dat er gezoend wordt tussen mannen en vrouwen, en tussen vrouwen onderline maar verder niet." Met die laatste drie woorden geeft hij op decente wijze te kennen dat wij het zoenen tussen mannen onderling overlaten aan vreemde staatslieden en homoseksuelen. Hij gaat hier niet verder op in. maar ik wel en dan zie je weer 't verschil tussen NRC/Handelsblad en Trouw. Wij graven dieper, wij vragen in een dergelijk geval terstond: wat zeggen de apostelen ervan? Alvorens hierop in te gaan, moet ik meedelen dat een door mij persoonlijk ingesteld onderzoek aan de dag heeft gebracht dat mensen die het meest geloven, het minst zoenend groeten. In de uiterst rechtse flank van de vaderlandse christenheid komt de groetende zoen uiterst zelden voor. Dit is merkwaardig, want de apostel Paulus wekt ons in zijn brieven meermalen op, elkaar te groeten met een heilige kus. Bedoelen Paulus van Tarsen en Floor Kist hetzelfde, als de één het heeft over een heilige kus en de ander over een klinische zoen? Nee, verzekerde mij een bevriende nieuwtestamenticus (achter wiens naam in onze klapper een Z prijkt), Paulus wil alleen maar zeggen dat je bij 't groetend zoenen geen onzuivere bijbedoelingen mag hebben, doch hij heeft geenszins een ongezellige, klinische bedoening op het oog. En wie toch nog blijft aanhikken tegen dat paulinische heilig, kan terecht bij de apostel Petrus, die ons aanbeveelt, elkaar te groeten met een kus der liefde. Het is ook niet schriftuurlijk, zo zou ik in dit verband nog willen vaststellen, het zoenen tussen mannen onderling aan de genoemde categorieën over te laten. In Handelingen 20 vers 37 lezen we, dat bij het afscheid van Paulus van Efeze, de ouderlingen hem om de hals vallen en hem kussen. Ik heb voor mijn broodwinning verscheidene afscheidsdiensten bijgewoond, maar ik heb nog nooit meegemaakt dat een ouderling, hoe bijbelgetrouw ook, een vertrekkende predikant, hoe geliefd ook. om de nek vloog. Kortom, in kerkse kring lijdt het zoenend groeten een dor bestaan, de voorschriften van Paulus en Petrus op dit punt worden volledig genegeerd en niemand is daar verontrust over. Ik dien nog te vertellen dat door de Erven Thomas Rap te Baaro van „Heimwee en vergrijzing" een lief uitgaafje is gemaakt, waarin een paar oude prentjes gestopt zijn en dat op een dubbeltje na dertien gulden kost. Een heel mooi stukje vond ik dat over artsen, die vanwege hun erecode niet mogen adverteren en daarom veelvuldig met vakantie gaan, teneinde met koeien van letters in de krant te kunnen laten zetten: praktijk hervat. iocr dr. R. Kranenborg Als Iemand door zijn ziekte geen baat vindt bij zijn huisarts of zijn specialist, is de kans groot dat hij bij een magnetiseur terechtkomt of yoga gaat beoefenen. Als iemand vastloopt en geen weg meer ziet voor de toekomst is het tegenwoordig heel goed mogelijk dat hij zijn heil zoekt bij een astroloog, kaartlezer of helderziende. Om kort te gaan: veel mensen bege ven zich tegenwoordig op „occult" terrein. Het woord „occult" is op zich zelf genomen een neutraal woord en betekent gewoon „verborgen". Het gaat dan meestal om zaken die verbo den of geheim zijn of waren (bijvoor beeld alchemie In de middeleeuwen; bewegingen die een Inwijding ver langen). In sommige christelijke kringen heeft het woord „occult" echter een zware geladenheid, ls het identiek met „de monisch" en bij hen ls het zo dat lédereen die zich met één of andere occulte zaak bezig houdt, direct ln handen van de duivel valt. Er moet dus duidelijk tegen occultis me gewaarschuwd worden. Zo denkt ook Ouweneel in zijn handboek „Het domein van de slang" x) een omvang rijk werk waarin hij een beschrijving waarin opgenomen: De Rotter dammer, met Dordts Dagblad. Nieuwe Haagse Courant met Nieuwe Leldse Courant Uitgave. Trouw/Kwartet BV Hoofdredacteur Jenze Tamminga Directeur mg O Postma HOOFDKANTOOR Postbus 059 1000 AW Amsterdam Wibauistraat 131 Amsterdam tel 020-913456 tee. 13006 PottQfO 66 00 00 Bank Ned C'cdietbank Rekenmgnr 23 00 12 574 Gemeenfeg.ro Amnatdam X11000 REGIO ROTTERDAM. DORDRECHT Postbus 940 3000 A* Rotterdam tel 010-115568 en be/CKgingj tei 010-115580 (redactie) tol 115700 (urtsluitend voor advertenties) WestWaak 4 REGIO DEN MAAGAEIDEN Postbus lOt 2501 CC Den Haag tel 070-469445 Parkstraat 22 Den Haag RRjlO NOORD/OOST-NEOERLANO (u.tsiuilend administratie) Postbus 3 8000 AA Zwote tel 05200-17030 Melkmarkt 56 Zmo'e Abonnementspri|zen: Per maand 15.90 Per kwartaal l «7.70 Per hall jaar f 95.40 Per iaar 188 60 Telefonische U-e adressen boven) Opgave fsmtetovnctiMn 9-19 30 van -naandag I'm vr*Jag Op zondaq van 10. 20 uur tetef 020 913456 Opgave mmi-advertenties tei 020 936668 o» schr,ftei.|k aan Mmi-Adv afdeling postbus 433 1000 AK AMSTEROAM Adreswiin^ngen u.t»iu.tend schr.ftah|k aan oma Amsterdamse adressen van net occultisme wil geven en de gevaren duidelijk wil laten zien: voor hem is het duidelijk: een christen mag niets van doen hebben met wel ke vorm van occultisme ook. Heel veel Voor Ouweneel is heel veel occult (dus duivels): we doen slechts een bescheiden greep: alle niet-christellj- ke religies, met name de oosterse, zeer vele oude en moderne religieuze bewegingen (Yoga, TM. Hare Krish na, Mormonen. Christian Science, etc), druggebruik, alle vormen van sensitivity-training, tientallen filoso fen en geleerden (Freud. Jung, Marx, Thomas Mann, Goethe, Kierkegaard, Darwin, existentialisme, Schopen hauer, Clemens van Alexandrië en zelfs Augustinus is niet helemaal van occulte smetten vrij), Eüle zaken die té maken hebben met spiritisme, hel derziendheid. kaartlezen, astrologie, vrijwel alle alternatieve geneeskunst wat „er is praktisch geen alternatieve geneeskunst die in feite niet oosters gekleurd is, dat wil zeggen heidens- afgodisch-magisch" (pag. 277). Houd trouwens uw huisarts in de gaten want sommige dokters verrich ten occulte handelingen. Maar ook op kerkelijk erf moet u zeer voorzichtig zijn, want binnen de protestantse kerken rukt het occultisme op: de charismatische beweging bijvoor beeld ls „een van de gevaarlijkste bedreigingen van het .bijbels chris tendom van vandaag en één van de llstigst verpakte occultistische stro mingen van deze tijd" (269). Het spre ken in tongen is demonisch, het han denopleggen in verband met geestes- doop of genezen evenzeer, de extase van sommige pinkstergroepen is occult Buurvrouw Maar het is nog dichterbij huls: teveel naar het blauwe scherm van uw TV kijken heeft een psychedelisch geestverruimend occult) effect. Maar u kunt niet als alternatief Hil versum III aanzetten, want het ritme van de popmuziek is Afrikaans heidens occult). Wordt u kwaad op dit moment? Mogelijk bent u oc cult belast, want toorn ls een teken van de duivel. En let eens goed op uw buren. Gaan daar 's avonds laat re gelmatig mensen naar binnen? „Het kan zijn dat uw eigen buurvrouw na dat ze de kinderen naar bed heeft gebracht, een ritueel zoutwater-bad neemt en geheel naakt met haar man en elf anderen naar een vertrek gaat waar zij met een zwaard een kring op de grond aanbrengt; daarna treden de dertien heksen binnen de cirkel om aan een echte oeroude heksensab- bath te beginnen met alles wat daarbij hoort" (p.14). De duivel is werkelijk alomtegen woordig. Ouweneel zegt op een gege ven moment wel dat we niet overal spoken of demonen moeten zien, maar dat zegt hij pas in het laatste deel van zijn boek, nadat hij 300 pagina's lang de lezer alle mogelijke en onmogelijke hoeken en gaten heeft laten zien waar duivels zich zouden kunnen schuilhouden. Maar dan is zo'n relativerende opmerking volkomen overbodig geworden: die kan de stortvloed van de door Ouwe neel opgeroepen demomen niet meer keren. Moeite waard Wie echter mocht menen dat het boek van Ouweneel niet de moeite waard zou zijn vergist zich. In een aantal opzichten ls het zeker de moei te waard. 1) Het laat zien wat er op occult gebied (in de betekenis van Ouwe neel) aan de hand is. En dat ls veel en veel meer dan we vaak weten. 2) Het geeft een „alternatieve" visie op de geschiedenis: te weinig wordt inderdaad beseft hoeveel occultisme er bij veel bekende figuren uit de geschiedenis heeft geleefd en hoezeer ze daarvoor in hun denken beïnvloed werden. 3) Het laat zien dat erg weinig echt neutraal is: zeer veel, zo niet alle methoden (zoals yoga, acupunctuur, zen. magnetisme, etc.) hebben een filosofische achtergrond. Te weinig wordt beseft dat deze mens- en we reldbeschouwing meespeelt in de methode en de techniek. 4) Terecht waarschuwt Ouweneel ons voor een aantal toestanden. Met zaken als de satanskerk, spirltsme, etc., kun Je Je beter niet Inlaten. Er bestaat verder veel volksverlakkerij, suggestie en bedrog. In sommige groepen en behandelingen gaat het alleen om geld en macht. Velen zien hier een markt om hun medemensen psychisch in de knoei te brengen. 5) Het boek biedt zeer veel materiaal en getuigt van kennis van zaken. De weergave is betrouwbaar, zij het van uit een bepaalde gezichtshoek be licht Bovendien is het vlot geschre ven en goed leesbaar. Het lijkt me daarom toe dat iedereen die zich met deze materie in wil laten (en iedereen die beroepshalve veel met mensen te maken heeft komt regelmatig met de door Ouweneel ge signaleerde verschijnselen ln aanra king) niet om dit boek heen kan. Waar vind Je zoveel van deze ver schijnselen in een dergelijk kort (nou ja kort. 370 pagina's) bestek op zo'n heldere wijze beschreven. Bezwaren Ik heb desondanks nogal wat bezwa ren tegen dit boek. Allereerst tegen- de visie van Ouweneel. Hij ziet een hogere wereld tegenover onze wereld. De hogere is de wereld van God, engelen en demonen. Door de zonde val is het contact met de hogere we reld verbroken en sindsdien is het ons verboden volgens de bijbel om die hogere wereld binnen te dringen. God kunnen we alleen nog bereiken door de verlossing in Christus en contact met alle niet goddelijke krachten uit die hogere wereld zijn voor ons taboe. In het occultisme wordt dit laatste contact toch gelegd, en zoals bleek is er bijzonder veel dat behoort tot het terrein van deze „hogere wereld der demonen". Het probleem dat ik met deze visie heb is dat er veel te snel en te nadruk kelijk gesteld wordt: dit behoort tot de demonenwereld en dit tot onze geschapen wereld, en dat alles wat enigszins uitgaat boven het huidige wereldbeeld en westers-wetenschap- pelijk denken direct tot het occulte gerekend wordt. Is dat wat ln alterna tieve geneeswijzen, in yoga-oefenin- gen, in groepstrainingen, in therapie ën aan de orde komt per definitie occult omdat het niet de christelijke achtergrond heeft die Ouweneel zou wensen? Soms heb je haast het idee dat alles wat anders is meteen het etiket oc cult opgeplakt krijgt gewoon omdat het anders is. Mijns inziens perkt Ouweneel de geschapen wereld veel te sterk in; God heeft meer krachten en mogelijkheden erin gelegd dan we weten en het is niet juist die zonder enige onderscheiding te verwijzen naar het gebied van het demonische. Op deze manier wordt veel zwart ge maakt wat eigenlijk wit zou kunnen zijn. Een tweede bezwaar is dat het en ik aarzel om het te zeggen zo wei nig een christelijk boek is geworden. De schrijver wil zeer nadrukkelijk een christelijke dam opwerpen tegen het toenemende occultisme (en een goede analyse van al deze zaken is werkelijk een broodnodige zaak) en er staan meer dan genoeg bijbeltek sten in, maar daar zit het probleem niet. Het punt is dat het boek zo sterk vanuit de macht van de duivel is geschreven. Soms krijgt de lezer het idee dat de duivel machtiger is dan God. te meer als Je de „zielzorgelijke" voorbeelden (alle van K. Koch af komstig) leest van mensen die in de ban van het occultisme gekomen wa ren en ondanks het feit dat ze er vanaf wilden en veel tot God baden niet van de demonische machten loskwamen en op gruwelijke wijze stierven. Het is een boek dat mensen bang maakt, zeker als op de pagina's 345 tot 347 een vijftigtal verschillende zaken genoemd worden die tekenen of gevolgen kunnen zijn van occulte aanraking of belasting (waaronder epilepsie en homofilie). Angst wordt ook opgewekt als gezegd wordt dat alleen al het ln huis hebben van een occult boek gevaarlijk kan zijn. Dit is geen waarschuwen meer, geen werke lijke zielszorg, maar gewoon bangma kerij. Ironie Het boek laat een angstige mentali teit zien, de mentaliteit van de kleine groep in een door overmachtige de monen vergiftigde wereld, een groep die vol hoop. wacht op de weder komst, die, aldus Ouweneel, aan staande is. De keten Hij stelde een tora ln Israël, die Hij onze vaderen gebood hun kinderen te onderwijzen, opdat éen volgend geslacht die zou kennen, de kinderen die geboren zouden worden, dat zij zouden opstaan om ze te vertellen aan hun kinderen opdat die hun vertrouwen op God zouden stellen en Gods werken niet vergeten maar zijn geboden bewaren. (uit Psalm 78) Dat is precies de bedoeling: een lanj keten van vertellen en vertellers dot de geschiedenis heen. Wat dat betre hebben we elkaar altijd iets te zeggen. Veel mensen voelenzich vandaag door de verbijsterende wereld de mond gesnoerd. Wat valt nog te zeggen in een wereld waarvan sommigen zeggen dat ze zich stelselmatig op een massale vernietiging voorbereidt? Wat valt daartegenin te brengen? De berichten spreken duidelijke,taal. Een enkel teken van hoop vergaat in de massa van slecht nieuws. Marcus de dezer dagen overleden denker, wa een pessimist, schrijven de kranten. Hij zag het somber in. Je moet van goeden huize komen om zo iemand kunnen tegenspreken. Daarop dreig zelfs deze keten stuk te breken. Toe zijn dit eeuwige woorden. Hun betekenis bewijzen ze juist in zulke tijden van verbijstering. Ze wijzen ons op het unieke, op het enig houdbare in een wereld van grote monden en onbenullige kleine woorden. En: „Wat Hij gebiedt" betekent tevens een belofte. Zelfs hef woord „opstaan" komt in deze keten voor. Dr. W. J. Ouweneel Ik mis in dit boek de kostelijke ironie van Jesaja 44 als hij het over de afgoden heeft (stomweg éen stuk hout) en het „atheïsme" van psalm 135 als het over de goden gaat (ze stellen niets voor). Opmerkelijk dat Ouweneel aan deze teksten voorbij 'gaat. En ik mis met name de bevrij dende kracht van p^sen. Natuurlijk noemt Ouweneel Pasen, want voor hem is dat ook de kern van zijn geloof. Maar na de lezing van die paar honderd bladzijden ben ik van me ning dat Ouweneel het niet voor el kaar heeft kunnen krijgen dat de lezer een stuk christelijke vrijheid heeft verworven en gesterkt wordt in het geloof dat de machten van het kwaad zijn overwonnen. Hij heeft waarschijnlijk wel bereikt dat de mensen die zijn visie (gaan) delen nog banger worden dan ze al waren, zich voortdurend bedreigd voelen en zich nergens meer mee durven inlaten. Maar we hebben geen behoefte aan angstige en verkrampte mensen. We hebben iets nodig van een door Chris tus ontstane bevrijdende en nuchtere „onverschilligheid", die niet klein te krijgen is, en die ondanks de macht van het kwade in de wereld (wapen wedloop, uitbuiting, etc.) deze wereld niet overlaat aan de boze. D. H. Kranenborg, gereformeerd predikant te Amsterdam, bespreekt: „Het domein van de slang" door dr. W. J. Ouweneel. Uitg. Buijten Schipperheijn, Amsterdam, prijs 37,90. ADVERTENTIE Vrijwel het hele augustusnummer van VOORLOPIG staat in het teken van het kind. Kinderen zijn engelen. Kinderen hebben wat te vertellen van God; Anneke Geense (theologe) a Pleidooi voor zorg, n.a.v. de epide mische toename van de seksuele promiscuïteit onder de zeer jeugdigen; Toos Suurmond (kinderpsychologe) a Hoe vinden kinderen en kerk elkaar?; Marijke Bleij a Creativiteit en commercie in de jeugdcultuur; Gerard de Haas (docent jeugdkunde) a Een brief aan kinderen van Toos Suurmond a Geen catechese (in de huidige vorm) aan 14-17 jarigen. Pleidooi van Bart Robbers (adviseur Jeugd- en Jongerenpastoraat) a Kroniek over kinderzaken; Niek Schuman a Lezen in Lucas; Aart Schippers Verder de rubriek van Buskex, de reageerbuis, tekeningen van kinderen, citaten, adressen, informatie, cartoons en gedichten. Een nummer waar je het weer een maand mee kunt doen. U ook? Voor f 30,75 bent u een heel jaar abonnee en behoeft u niet uit de tweede hand te vernemen wat VOORLOPIG schrijft. Abonneer u (ev. voorlopig) op het blad waar elke maand wat om te doen is. Naam Adres gt proefni a f 30,79 per jaar (studenten f 21,75). Opzenden aan Maandblad VOORLOPIG Antw.no.101, 2600 VC Delft. Geen poslz.i NED. HERV. KERK Aangenomen naar Klooster-Ter l (part time: H. J. Kuilart, ka# aldaar. Bedankt voor Schaarsbergen (toez H. J. Pohsteen te Oosterbeek. Van een onzer redacteuren AMSTERDAM In Rome l| vrijdag overleden kardina Alfredo Ottaviani (88). Al j| renlang was hij blind en ziek lijk en werd zelden meer het openbaar gezien. Ottaviani stond lange tijd aan he hoofd van het „Heilig Officie", da voortkwam uit de beruchte Inquisiti en tegen het eind van Ottaviani' bewind werd omgedoopt tot „Congre gatie voor de geloofsleer". Hij wa vanaf de eerste wereldoorlog al i Kardinaal Alfredo Ottaviani dienst van het centrale apparaat der rk kerk en werd in 1953 kardinaal. In de jaren '60 was hij in Nederland de bekendste „conservatief" uit de roomse kerk. Op het tweede Vati- kaans concilie kwam hij meer dan eens in botsing met de kritische en progressievere vleugel, onder meer met de ook vrij onlangs overleden kardinaal Frings van Keulen. Op het concilie heeft hij door zijn onbuig zaamheid aan het korste eind getrok ken. De documenten die waren voor bereid door hem en zijn rechterhand, de Nederlandse jezuïet S. Tromp, werden in de vergadering vrijwel ge heel afgewezen. In 1967 legde hij de bisschoppen een tiental vragen, of dwalingen voor over leergezag, open baring, natuurwet enzovoorts. In Ne derland werd hij nog extra bekend door een TV-interview van de NTS waar Herman van Run, Jac. Roos en Piet Wesseling hem vroegen over de oorlog in Vietnam, conservatisme, dialoog met het communisme en de nieuwe katechismus van de rooms- katholieken in Nederland (waar Otta viani ook al tegen ten strijde was gevaren). Ottaviani was het voor beeld van de straatjongen van nederi ge komaf die het in de roomse kerk ver kan brengen. Hijzelf was trots op die afkomst en hij hield tot op hoge leeftijd contact met jeugdgroepen in de Romeinse volkswijk Trastevere. Hij stond bekend als een alleraardig ste man en de felste tegenstanders van zijn opvattingen en methoden erkenden dat Ottaviani een markan te. integere persoonlijkheid was en al bij zijn leven een legende.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 2