Floor Kist en de apostelen over zoenend groeten
Wat doet uw buurvrouw als ze de
kinderen naar bed heeft gebracht?
Trouw
voorlopig
kind toch...!
VOORBIJGANGER*
Kardinaal
Ottaviani
overleden
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979
KERK
TROUW/KWARTET
door A. J. Klei
We zouden op visite gaan en ik
keek nog even in de keuken of het
gas uitgedaan was. Toen ik de
voordeur achter me wilde
dichttrekken vroeg mijn vrouw,
die al op de stoep stond: „Zoenen
ze eigenlijk?"
„Goed datje 'tzegt." antwoordde
ik. „Ik ga het nazien in de
klapper." Even later kon ik
meiden, dat het deze avond niet
met een handdruk bekeken was,
en in deze zekerheid liepen we
naar de tramhalte.
Het ging. naar de opmerkzame
lezer begrepen zal hebben, over
het zoenend groeten, dat om zo te
zeggen wang over wang toeneemt.
Als je vroeger bij iemand op
bezoek kwam. stak je een hand uit
en verder niks. Tegenwoordig
echter steek Je ook Je hals uit om
zoenen uit te delen, twee per
persoon, voor elke wang één. Ik
begin altijd rechts, ik bedoel: op
de rechterang van degene, wie
mijn zoenen ten deel vallen (voor
mij dus links) en ik heb daarin
reeds een grote vaardigheid
ontwikkeld.
Nu doet zich de moeilijkheid voor.
dat het zoenend groeten nog niet
overal wordt toegepast. Het is mij
overkomen dat ik hartelijk op de
rechterwang van een gastvrouw
afstoof, maar dat zij vol schrik
haar hoofd terugtrok en me
verwijtend toeriep, wat dat voor
malligheid was! Om dergelijke
narigheden te voorkomen, heb ik
in onze telefoonklapper een Z
gezet achter de naam van
vrienden en kennissen, die
meedoen aan het zoenend
groeten, en NZ achter de naam
van hen. die hiertoe (nog) niet zijn
overgegaan.
Ik schrijf over dit belangwekkend
onderwerp, omdat me het boekje
..Heimwee en vergrijzing" ter
aankondiging is toegestuurd. Het
behelst een keus uit de stukjes die
Floor Kist sinds een Jaar of wat in
NRCHandelsblad publiceert. Nu
ben ik weinig gesteld op dergelijke
bundels. Eén leuk stukje is leuk,
maar een boekje vol is meestal
stomvervelend en als er dan ook
nog niet bij staat (zoals in dit
geval) op welke data de
verzamelde stukjes in de krant
stonden, zit Je helemaal in zachte
boter te prikken. Deze
overwegingen hebben me echter
niet van mijn plicht weerhouden
en ik sloeg zonder mankeren het
eerste stukje op. Welnu, dat
handelt over het zoenend groeten
en er staan dingen in. die
tegenspraak of aanvulling
behoeven.
Om te beginnen typeert de heer
Kist het zoenend groeten als:
klinisch zoenen, dat hij dan stelt
tegenover erotisch zoenen. Het
ontgaat hem blijkbaar ten
enenmale, hoeveel tederheid en
genegenheid wij in een groetende
zoen kunnen leggen! Zeker, ik
weet wel, we kunnen het zoenend
groeten beduimelen, maar dat
kunnen we een ferme handdruk
tenslotte ook. Voorts tobt ook
Floor Kist met het onderscheid
tussen de wel en niet zoenend
groetenden. Het vergt een hele
administratie om hen uit elkaar te
houden, meent hij. maar ik heb
hierboven al een simpele
oplossing voor dit probleem
aangewezen.
Floor Kist wijst er in zijn
beschouwing op „dat er gezoend
wordt tussen mannen en vrouwen,
en tussen vrouwen onderline
maar verder niet." Met die
laatste drie woorden geeft hij op
decente wijze te kennen dat wij
het zoenen tussen mannen
onderling overlaten aan vreemde
staatslieden en homoseksuelen.
Hij gaat hier niet verder op in.
maar ik wel en dan zie je weer 't
verschil tussen NRC/Handelsblad
en Trouw. Wij graven dieper, wij
vragen in een dergelijk geval
terstond: wat zeggen de apostelen
ervan?
Alvorens hierop in te gaan, moet
ik meedelen dat een door mij
persoonlijk ingesteld onderzoek
aan de dag heeft gebracht dat
mensen die het meest geloven, het
minst zoenend groeten. In de
uiterst rechtse flank van de
vaderlandse christenheid komt de
groetende zoen uiterst zelden
voor. Dit is merkwaardig, want de
apostel Paulus wekt ons in zijn
brieven meermalen op, elkaar te
groeten met een heilige kus.
Bedoelen Paulus van Tarsen en
Floor Kist hetzelfde, als de één het
heeft over een heilige kus en de
ander over een klinische zoen?
Nee, verzekerde mij een bevriende
nieuwtestamenticus (achter wiens
naam in onze klapper een Z
prijkt), Paulus wil alleen maar
zeggen dat je bij 't groetend
zoenen geen onzuivere
bijbedoelingen mag hebben, doch
hij heeft geenszins een
ongezellige, klinische bedoening
op het oog. En wie toch nog blijft
aanhikken tegen dat paulinische
heilig, kan terecht bij de apostel
Petrus, die ons aanbeveelt, elkaar
te groeten met een kus der liefde.
Het is ook niet schriftuurlijk, zo
zou ik in dit verband nog willen
vaststellen, het zoenen tussen
mannen onderling aan de
genoemde categorieën over te
laten. In Handelingen 20 vers 37
lezen we, dat bij het afscheid van
Paulus van Efeze, de ouderlingen
hem om de hals vallen en hem
kussen. Ik heb voor mijn
broodwinning verscheidene
afscheidsdiensten bijgewoond,
maar ik heb nog nooit
meegemaakt dat een ouderling,
hoe bijbelgetrouw ook, een
vertrekkende predikant, hoe
geliefd ook. om de nek vloog.
Kortom, in kerkse kring lijdt het
zoenend groeten een dor bestaan,
de voorschriften van Paulus en
Petrus op dit punt worden
volledig genegeerd en niemand is
daar verontrust over.
Ik dien nog te vertellen dat door
de Erven Thomas Rap te Baaro
van „Heimwee en vergrijzing" een
lief uitgaafje is gemaakt, waarin
een paar oude prentjes gestopt
zijn en dat op een dubbeltje na
dertien gulden kost. Een heel
mooi stukje vond ik dat over
artsen, die vanwege hun erecode
niet mogen adverteren en daarom
veelvuldig met vakantie gaan,
teneinde met koeien van letters in
de krant te kunnen laten zetten:
praktijk hervat.
iocr dr. R. Kranenborg
Als Iemand door zijn ziekte geen baat vindt bij zijn huisarts of zijn specialist, is de kans groot
dat hij bij een magnetiseur terechtkomt of yoga gaat beoefenen.
Als iemand vastloopt en geen weg meer ziet voor de toekomst is het tegenwoordig heel goed
mogelijk dat hij zijn heil zoekt bij een astroloog, kaartlezer of helderziende.
Om kort te gaan: veel mensen bege
ven zich tegenwoordig op „occult"
terrein. Het woord „occult" is op zich
zelf genomen een neutraal woord en
betekent gewoon „verborgen". Het
gaat dan meestal om zaken die verbo
den of geheim zijn of waren (bijvoor
beeld alchemie In de middeleeuwen;
bewegingen die een Inwijding ver
langen).
In sommige christelijke kringen heeft
het woord „occult" echter een zware
geladenheid, ls het identiek met „de
monisch" en bij hen ls het zo dat
lédereen die zich met één of andere
occulte zaak bezig houdt, direct ln
handen van de duivel valt.
Er moet dus duidelijk tegen occultis
me gewaarschuwd worden. Zo denkt
ook Ouweneel in zijn handboek „Het
domein van de slang" x) een omvang
rijk werk waarin hij een beschrijving
waarin opgenomen: De Rotter
dammer, met Dordts Dagblad.
Nieuwe Haagse Courant met
Nieuwe Leldse Courant
Uitgave. Trouw/Kwartet BV
Hoofdredacteur Jenze Tamminga
Directeur mg O Postma
HOOFDKANTOOR
Postbus 059
1000 AW Amsterdam
Wibauistraat 131
Amsterdam
tel 020-913456
tee. 13006
PottQfO 66 00 00
Bank Ned C'cdietbank
Rekenmgnr 23 00 12 574
Gemeenfeg.ro Amnatdam
X11000
REGIO ROTTERDAM. DORDRECHT
Postbus 940
3000 A* Rotterdam
tel 010-115568
en be/CKgingj
tei 010-115580 (redactie)
tol 115700 (urtsluitend voor
advertenties)
WestWaak 4
REGIO DEN MAAGAEIDEN
Postbus lOt
2501 CC Den Haag
tel 070-469445
Parkstraat 22
Den Haag
RRjlO NOORD/OOST-NEOERLANO
(u.tsiuilend administratie)
Postbus 3
8000 AA Zwote
tel 05200-17030
Melkmarkt 56
Zmo'e
Abonnementspri|zen:
Per maand 15.90
Per kwartaal l «7.70
Per hall jaar f 95.40
Per iaar 188 60
Telefonische
U-e adressen boven)
Opgave fsmtetovnctiMn 9-19 30 van
-naandag I'm vr*Jag Op zondaq van 10.
20 uur tetef 020 913456
Opgave mmi-advertenties tei
020 936668 o» schr,ftei.|k aan Mmi-Adv
afdeling postbus 433
1000 AK AMSTEROAM
Adreswiin^ngen u.t»iu.tend schr.ftah|k
aan oma Amsterdamse adressen
van net occultisme wil geven en de
gevaren duidelijk wil laten zien: voor
hem is het duidelijk: een christen
mag niets van doen hebben met wel
ke vorm van occultisme ook.
Heel veel
Voor Ouweneel is heel veel occult
(dus duivels): we doen slechts een
bescheiden greep: alle niet-christellj-
ke religies, met name de oosterse,
zeer vele oude en moderne religieuze
bewegingen (Yoga, TM. Hare Krish
na, Mormonen. Christian Science,
etc), druggebruik, alle vormen van
sensitivity-training, tientallen filoso
fen en geleerden (Freud. Jung, Marx,
Thomas Mann, Goethe, Kierkegaard,
Darwin, existentialisme, Schopen
hauer, Clemens van Alexandrië en
zelfs Augustinus is niet helemaal van
occulte smetten vrij), Eüle zaken die té
maken hebben met spiritisme, hel
derziendheid. kaartlezen, astrologie,
vrijwel alle alternatieve geneeskunst
wat „er is praktisch geen alternatieve
geneeskunst die in feite niet oosters
gekleurd is, dat wil zeggen heidens-
afgodisch-magisch" (pag. 277).
Houd trouwens uw huisarts in de
gaten want sommige dokters verrich
ten occulte handelingen. Maar ook op
kerkelijk erf moet u zeer voorzichtig
zijn, want binnen de protestantse
kerken rukt het occultisme op: de
charismatische beweging bijvoor
beeld ls „een van de gevaarlijkste
bedreigingen van het .bijbels chris
tendom van vandaag en één van de
llstigst verpakte occultistische stro
mingen van deze tijd" (269). Het spre
ken in tongen is demonisch, het han
denopleggen in verband met geestes-
doop of genezen evenzeer, de extase
van sommige pinkstergroepen is
occult
Buurvrouw
Maar het is nog dichterbij huls: teveel
naar het blauwe scherm van uw TV
kijken heeft een psychedelisch
geestverruimend occult) effect.
Maar u kunt niet als alternatief Hil
versum III aanzetten, want het ritme
van de popmuziek is Afrikaans
heidens occult). Wordt u kwaad
op dit moment? Mogelijk bent u oc
cult belast, want toorn ls een teken
van de duivel. En let eens goed op uw
buren. Gaan daar 's avonds laat re
gelmatig mensen naar binnen? „Het
kan zijn dat uw eigen buurvrouw na
dat ze de kinderen naar bed heeft
gebracht, een ritueel zoutwater-bad
neemt en geheel naakt met haar man
en elf anderen naar een vertrek gaat
waar zij met een zwaard een kring op
de grond aanbrengt; daarna treden
de dertien heksen binnen de cirkel
om aan een echte oeroude heksensab-
bath te beginnen met alles wat
daarbij hoort" (p.14).
De duivel is werkelijk alomtegen
woordig. Ouweneel zegt op een gege
ven moment wel dat we niet overal
spoken of demonen moeten zien,
maar dat zegt hij pas in het laatste
deel van zijn boek, nadat hij 300
pagina's lang de lezer alle mogelijke
en onmogelijke hoeken en gaten
heeft laten zien waar duivels zich
zouden kunnen schuilhouden. Maar
dan is zo'n relativerende opmerking
volkomen overbodig geworden: die
kan de stortvloed van de door Ouwe
neel opgeroepen demomen niet meer
keren.
Moeite waard
Wie echter mocht menen dat het
boek van Ouweneel niet de moeite
waard zou zijn vergist zich. In een
aantal opzichten ls het zeker de moei
te waard.
1) Het laat zien wat er op occult
gebied (in de betekenis van Ouwe
neel) aan de hand is. En dat ls veel en
veel meer dan we vaak weten.
2) Het geeft een „alternatieve" visie
op de geschiedenis: te weinig wordt
inderdaad beseft hoeveel occultisme
er bij veel bekende figuren uit de
geschiedenis heeft geleefd en hoezeer
ze daarvoor in hun denken beïnvloed
werden.
3) Het laat zien dat erg weinig echt
neutraal is: zeer veel, zo niet alle
methoden (zoals yoga, acupunctuur,
zen. magnetisme, etc.) hebben een
filosofische achtergrond. Te weinig
wordt beseft dat deze mens- en we
reldbeschouwing meespeelt in de
methode en de techniek.
4) Terecht waarschuwt Ouweneel
ons voor een aantal toestanden. Met
zaken als de satanskerk, spirltsme,
etc., kun Je Je beter niet Inlaten. Er
bestaat verder veel volksverlakkerij,
suggestie en bedrog. In sommige
groepen en behandelingen gaat het
alleen om geld en macht. Velen zien
hier een markt om hun medemensen
psychisch in de knoei te brengen.
5) Het boek biedt zeer veel materiaal
en getuigt van kennis van zaken. De
weergave is betrouwbaar, zij het van
uit een bepaalde gezichtshoek be
licht Bovendien is het vlot geschre
ven en goed leesbaar.
Het lijkt me daarom toe dat iedereen
die zich met deze materie in wil laten
(en iedereen die beroepshalve veel
met mensen te maken heeft komt
regelmatig met de door Ouweneel ge
signaleerde verschijnselen ln aanra
king) niet om dit boek heen kan.
Waar vind Je zoveel van deze ver
schijnselen in een dergelijk kort (nou
ja kort. 370 pagina's) bestek op zo'n
heldere wijze beschreven.
Bezwaren
Ik heb desondanks nogal wat bezwa
ren tegen dit boek. Allereerst tegen-
de visie van Ouweneel. Hij ziet een
hogere wereld tegenover onze wereld.
De hogere is de wereld van God,
engelen en demonen. Door de zonde
val is het contact met de hogere we
reld verbroken en sindsdien is het ons
verboden volgens de bijbel om die
hogere wereld binnen te dringen. God
kunnen we alleen nog bereiken door
de verlossing in Christus en contact
met alle niet goddelijke krachten uit
die hogere wereld zijn voor ons taboe.
In het occultisme wordt dit laatste
contact toch gelegd, en zoals bleek is
er bijzonder veel dat behoort tot het
terrein van deze „hogere wereld der
demonen".
Het probleem dat ik met deze visie
heb is dat er veel te snel en te nadruk
kelijk gesteld wordt: dit behoort tot
de demonenwereld en dit tot onze
geschapen wereld, en dat alles wat
enigszins uitgaat boven het huidige
wereldbeeld en westers-wetenschap-
pelijk denken direct tot het occulte
gerekend wordt. Is dat wat ln alterna
tieve geneeswijzen, in yoga-oefenin-
gen, in groepstrainingen, in therapie
ën aan de orde komt per definitie
occult omdat het niet de christelijke
achtergrond heeft die Ouweneel zou
wensen?
Soms heb je haast het idee dat alles
wat anders is meteen het etiket oc
cult opgeplakt krijgt gewoon omdat
het anders is. Mijns inziens perkt
Ouweneel de geschapen wereld veel
te sterk in; God heeft meer krachten
en mogelijkheden erin gelegd dan we
weten en het is niet juist die zonder
enige onderscheiding te verwijzen
naar het gebied van het demonische.
Op deze manier wordt veel zwart ge
maakt wat eigenlijk wit zou kunnen
zijn.
Een tweede bezwaar is dat het en
ik aarzel om het te zeggen zo wei
nig een christelijk boek is geworden.
De schrijver wil zeer nadrukkelijk
een christelijke dam opwerpen tegen
het toenemende occultisme (en een
goede analyse van al deze zaken is
werkelijk een broodnodige zaak) en
er staan meer dan genoeg bijbeltek
sten in, maar daar zit het probleem
niet. Het punt is dat het boek zo sterk
vanuit de macht van de duivel is
geschreven. Soms krijgt de lezer het
idee dat de duivel machtiger is dan
God. te meer als Je de „zielzorgelijke"
voorbeelden (alle van K. Koch af
komstig) leest van mensen die in de
ban van het occultisme gekomen wa
ren en ondanks het feit dat ze er
vanaf wilden en veel tot God baden
niet van de demonische machten
loskwamen en op gruwelijke wijze
stierven.
Het is een boek dat mensen bang
maakt, zeker als op de pagina's 345
tot 347 een vijftigtal verschillende
zaken genoemd worden die tekenen
of gevolgen kunnen zijn van occulte
aanraking of belasting (waaronder
epilepsie en homofilie). Angst wordt
ook opgewekt als gezegd wordt dat
alleen al het ln huis hebben van een
occult boek gevaarlijk kan zijn. Dit is
geen waarschuwen meer, geen werke
lijke zielszorg, maar gewoon bangma
kerij.
Ironie
Het boek laat een angstige mentali
teit zien, de mentaliteit van de kleine
groep in een door overmachtige de
monen vergiftigde wereld, een groep
die vol hoop. wacht op de weder
komst, die, aldus Ouweneel, aan
staande is.
De keten
Hij stelde een tora ln Israël,
die Hij onze vaderen gebood
hun kinderen te onderwijzen,
opdat éen volgend geslacht die zou
kennen,
de kinderen die geboren zouden
worden,
dat zij zouden opstaan
om ze te vertellen aan hun kinderen
opdat die hun vertrouwen op God
zouden stellen
en Gods werken niet vergeten
maar zijn geboden bewaren.
(uit Psalm 78)
Dat is precies de bedoeling: een lanj
keten van vertellen en vertellers dot
de geschiedenis heen. Wat dat betre
hebben we elkaar altijd iets te
zeggen. Veel mensen voelenzich
vandaag door de verbijsterende
wereld de mond gesnoerd. Wat valt
nog te zeggen in een wereld waarvan
sommigen zeggen dat ze zich
stelselmatig op een massale
vernietiging voorbereidt? Wat valt
daartegenin te brengen? De
berichten spreken duidelijke,taal.
Een enkel teken van hoop vergaat in
de massa van slecht nieuws. Marcus
de dezer dagen overleden denker, wa
een pessimist, schrijven de kranten.
Hij zag het somber in. Je moet van
goeden huize komen om zo iemand
kunnen tegenspreken. Daarop dreig
zelfs deze keten stuk te breken. Toe
zijn dit eeuwige woorden. Hun
betekenis bewijzen ze juist in zulke
tijden van verbijstering. Ze wijzen
ons op het unieke, op het enig
houdbare in een wereld van grote
monden en onbenullige kleine
woorden. En: „Wat Hij gebiedt"
betekent tevens een belofte. Zelfs hef
woord „opstaan" komt in deze keten
voor.
Dr. W. J. Ouweneel
Ik mis in dit boek de kostelijke ironie
van Jesaja 44 als hij het over de
afgoden heeft (stomweg éen stuk
hout) en het „atheïsme" van psalm
135 als het over de goden gaat (ze
stellen niets voor). Opmerkelijk dat
Ouweneel aan deze teksten voorbij
'gaat. En ik mis met name de bevrij
dende kracht van p^sen. Natuurlijk
noemt Ouweneel Pasen, want voor
hem is dat ook de kern van zijn
geloof. Maar na de lezing van die paar
honderd bladzijden ben ik van me
ning dat Ouweneel het niet voor el
kaar heeft kunnen krijgen dat de
lezer een stuk christelijke vrijheid
heeft verworven en gesterkt wordt in
het geloof dat de machten van het
kwaad zijn overwonnen. Hij heeft
waarschijnlijk wel bereikt dat de
mensen die zijn visie (gaan) delen nog
banger worden dan ze al waren, zich
voortdurend bedreigd voelen en zich
nergens meer mee durven inlaten.
Maar we hebben geen behoefte aan
angstige en verkrampte mensen. We
hebben iets nodig van een door Chris
tus ontstane bevrijdende en nuchtere
„onverschilligheid", die niet klein te
krijgen is, en die ondanks de macht
van het kwade in de wereld (wapen
wedloop, uitbuiting, etc.) deze wereld
niet overlaat aan de boze.
D. H. Kranenborg, gereformeerd
predikant te Amsterdam, bespreekt:
„Het domein van de slang" door dr.
W. J. Ouweneel. Uitg. Buijten
Schipperheijn, Amsterdam, prijs
37,90.
ADVERTENTIE
Vrijwel het hele augustusnummer van
VOORLOPIG staat in het teken van het
kind.
Kinderen zijn engelen. Kinderen
hebben wat te vertellen van God;
Anneke Geense (theologe)
a Pleidooi voor zorg, n.a.v. de epide
mische toename van de seksuele
promiscuïteit onder de zeer jeugdigen;
Toos Suurmond (kinderpsychologe)
a Hoe vinden kinderen en kerk
elkaar?; Marijke Bleij
a Creativiteit en commercie in de
jeugdcultuur; Gerard de Haas (docent
jeugdkunde)
a Een brief aan kinderen van Toos
Suurmond
a Geen catechese (in de huidige vorm)
aan 14-17 jarigen. Pleidooi van Bart
Robbers (adviseur Jeugd- en
Jongerenpastoraat)
a Kroniek over kinderzaken; Niek
Schuman
a Lezen in Lucas; Aart Schippers
Verder de rubriek van Buskex, de
reageerbuis, tekeningen van kinderen,
citaten, adressen, informatie, cartoons
en gedichten.
Een nummer waar je het weer een maand
mee kunt doen. U ook? Voor f 30,75 bent u
een heel jaar abonnee en behoeft u niet
uit de tweede hand te vernemen wat
VOORLOPIG schrijft.
Abonneer u (ev. voorlopig) op het blad
waar elke maand wat om te doen is.
Naam
Adres
gt proefni
a f 30,79 per jaar (studenten f 21,75).
Opzenden aan Maandblad VOORLOPIG
Antw.no.101, 2600 VC Delft. Geen poslz.i
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Klooster-Ter l
(part time: H. J. Kuilart, ka#
aldaar.
Bedankt voor Schaarsbergen (toez
H. J. Pohsteen te Oosterbeek.
Van een onzer redacteuren
AMSTERDAM In Rome l|
vrijdag overleden kardina
Alfredo Ottaviani (88). Al j|
renlang was hij blind en ziek
lijk en werd zelden meer
het openbaar gezien.
Ottaviani stond lange tijd aan he
hoofd van het „Heilig Officie", da
voortkwam uit de beruchte Inquisiti
en tegen het eind van Ottaviani'
bewind werd omgedoopt tot „Congre
gatie voor de geloofsleer". Hij wa
vanaf de eerste wereldoorlog al i
Kardinaal Alfredo Ottaviani
dienst van het centrale apparaat der
rk kerk en werd in 1953 kardinaal. In
de jaren '60 was hij in Nederland de
bekendste „conservatief" uit de
roomse kerk. Op het tweede Vati-
kaans concilie kwam hij meer dan
eens in botsing met de kritische en
progressievere vleugel, onder meer
met de ook vrij onlangs overleden
kardinaal Frings van Keulen. Op het
concilie heeft hij door zijn onbuig
zaamheid aan het korste eind getrok
ken. De documenten die waren voor
bereid door hem en zijn rechterhand,
de Nederlandse jezuïet S. Tromp,
werden in de vergadering vrijwel ge
heel afgewezen. In 1967 legde hij de
bisschoppen een tiental vragen, of
dwalingen voor over leergezag, open
baring, natuurwet enzovoorts. In Ne
derland werd hij nog extra bekend
door een TV-interview van de NTS
waar Herman van Run, Jac. Roos en
Piet Wesseling hem vroegen over de
oorlog in Vietnam, conservatisme,
dialoog met het communisme en de
nieuwe katechismus van de rooms-
katholieken in Nederland (waar Otta
viani ook al tegen ten strijde was
gevaren). Ottaviani was het voor
beeld van de straatjongen van nederi
ge komaf die het in de roomse kerk
ver kan brengen. Hijzelf was trots op
die afkomst en hij hield tot op hoge
leeftijd contact met jeugdgroepen in
de Romeinse volkswijk Trastevere.
Hij stond bekend als een alleraardig
ste man en de felste tegenstanders
van zijn opvattingen en methoden
erkenden dat Ottaviani een markan
te. integere persoonlijkheid was en al
bij zijn leven een legende.