Wie financierde Hitier? Ongelooflijke geschiedenis Voorbeeld in de verte Twee boeken over de tsaren Feiten over de geldschieters van het derde rijk Anton Pieck Waarschuwingen tegen eenzijdige ontwikkeling verstand bij kinderen d°aRepubifek^de^Ne^ler^ invloed van de Amerikaanse revolutie in Nederland ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979 BOEKEN TROUW/KWARTET 29 Door C. O. van Zweden Het nieuwe boek „Wie fi nancierde Hitler" van James en Suzanne Pool (vertaald uit het Ameri kaans), is puur vakwerk. Talrijke historische bij zonderheden maken dit boek lezenswaard. Meteen in het begin komt men al opmerkingen tegen die de lezer bezighouden. Ge wend immers als we zijn om Hitier een „korporaal" en een „kladschilder" te noemen, heeft zich de mening vastge zet dat hij door duistere ma chinaties aan de macht is ge komen (hetgeen juist is), maar dat zijn persoonlijke kwaliteiten daar niet veel toe hebben bijgedragen. Dat is een misvatting. Uit veel be schikbare literatuur blijkt dat Hitier zich in de loop der Jaren tot een persoonlijkheid ontwikkelde, die men niet makkelijk opzij schoof, en die men enkele fabelachtige kundig heden niet kan ontzeggen. Historici van naam hebben ertoe bijgedragen dat een minimaal beeld van Hitler in omloop kwam. Bullock zei bijvoor beeld dat Hitier niet bij machte was tot een kalm betoog. Het enige waar toe hij zijn toevlucht kon nemen was het overschreeuwen van zijn tegen standers. Als men zijn woorden in twijfel trok, raakte hij van streek. Aldus Bullock. Biografen meldden ook dat Hitler in besloten kring met zijn houding geen raad wist. En Shirer meent dat econo mische kwesties hem verveelden, en dat hij nooit énige moeite deed zich daarover enige kennis eigen te ma ken. Maar de beide auteurs van dit boek (broer en zus) menen dat dit beeld sterk aan twijfel onderhevig is. Als Hitier inderdaad op deze manier was opgetreden, zo zeggen ze, zou hij nauwelijks in staat zijn geweest rijke en goed onderlegde personen ertoe te bewegen grote sommen in zijn partij kas te storten. „De bombastische schreeuwer uit de bierkelders kon, als hij dat wilde, zeer charmant en over tuigend optreden". En ze voegen er zeer terecht aan toe dat het „ge vaarlijk is.de bekwaamheid en intelli gentie van een tegenstander te onder schatten. In Zekere mate had Hitier zijn succes te danken aan het feit dat men hem eerder als belachelijk, dan als gevaarlijk afdeed. De man die in het openbaar grove antisemitische leuzen uitschreeuwde, kon tot verba zing van degenen die hem beter leer- der kennen, gecompliceerde politieke en economische kwesties met een lo gisch en doordringend inzicht bespre ken. Hij was in staat zijn financiers ervan te overtuigen dat hij in wezen geen oppervlakkige herriemaker was". Dat klinkt uiterst aannemelijk, al leen moeten we er dacht ik rekening mee houden dat Hitler in de loop van zijn optreden, en met name sedert eind '41, begin '42, aanzienlijk veranderde. Niet in de laatste plaats doordat hij afgezien nog van zijn gekeerde krijgskansen hoogst waarschijnlijk geleidelijk ten gronde ging aan het gebruik van drugs (am- phetaminen), zoals een Amerikaanse psychiater onlangs op goede gronden veronderstelde. Hoe het zij, in zijn gloriejaren moet hij, behalve een gangster, ook een bekwaam politiek tegenstander zijn geweest. Bovendien kon hij zich in erudiet gezelschap afgezien van enige aanvankelijke schutterigheid en verlegenheid, die juist vertederend overkwamen bij de rijke dames uitstekend bewegen. Hij viel in de luxe salons van de geldmagnaten en de „captains of industry" niet op door gebrek aan opvoeding, grofheid, of iets van dien aard. Integendeel, hij maakte indruk door rustig en char mant optreden. Het boek van de beide Pools geeft een historisch rijk geschakeerd beeld. Het is een knap boek. De geïnteres seerde lezer komt er misschien wel tot zijn verbazing achter dat de grote Amerikaan Henry Ford een be rucht antisemiet was, die in Amerika een zeer vuns antisemitisch blad fi nancierde, en zelf ook veel anti-jood se geschriften publiceerde. Ford was een groot bewonderaar van Hitier, en het spreekt haast vanzell dat het om gekeerde ook gold. Ford heeft Hitier met enorme sommen gelds (mede) in het zadel geholpen. En als dank voor die bewezen diensten heeft Hitier veel van Fords antisemitische theo rieën praktisch letterlijk overgeno men, en wat meer zegt in prak tijk gebracht. De theorie van de „Joodse wereldsamenzwering" heeft Hitier bijvoorbeeld van Ford. Hitler is financieel gesteund door de landadel, door de sedert de Russische revolutie uitgeweken Witrussen, door het sterk antisemitische Thule-ge- nootschap, en door talrijke indus- trieëlen in binnen- en buitenland, waarbij ook de oliemagnaat Henri Deterding een rol heeft gespeeld. Na tuurlijk heeft Hitier zich in die tijd ook te bulten gegaan aan corruptie en afpersing. Zelfs joodse zakenlie den hebben hem financieel gesteund. Deze overigens zeer kortzichtige mensen meenden dat hun financiële voorschot hun toekomst veilig zou stellen, iets wat thans naïef klinkt, maar in die tijd als niet-onhandig moest worden gekwalificeerd. Maar het boek is vooral aardig omdat het allerminst een droge financieel- technische uiteenzetting is. Integen deel, de gehele nazi-geschiedenis ,komt tegen de achtergrond van de financiële machinaties tot leven. Een pikant detail betreft natuurlijk zou ik bijna zeggen het beruchte anti semitische pamflet de „Protocollen van de wijzen van Sion", een ge- De uitgever Omniboek te Den Haag heeft weer enkele selecties uit het werk van Anton Pieck uit-, gegeven. Pieck blijft een feno-: meen, in zijn ziel wellicht een man uit de negentiende eeuw, het tijd perk waarvan zijn tekeningen im mers zo veelvuldig getuigen. Dat zijn tekeningen vrijwel altijd ro mantisch geïdealiseerde beelden tonen is een ontoelaatbare ver smalling, maar dat neemt niet weg dat het een verrukking is om die prachtig (met zachte tinten) ge kleurde platen tot in details te bekijken. De beide boeken die thans zijn uitgebracht (met tekst van Hans Vogelesang) betreffen „de kleine middenstand" en „reizen en trek ken". Wat die middenstand be treft, tekent Pieck dus nog de klei ne buurtwinkeltjes, die oergezellig konden zijn, maar ook bronnen van kwaadsprekerij. Hoe hetzij, in die winkels werd het dagelijkse nieuws vergaard en doorgebab beld. In de selectie „Van reizen en trek ken", zien we natuurlijk de eerste auto's, de stoomtrein, de eerste fietsen, diligences, arresleden, trekschuiten, stoomtram en paar- detram. De boekjes zijn een genoe gen om te bekijken. De koper zal er genoegen mee nemen dat Pieck in zekere zin de vergulde buitenkant tekende (en daar was genoeg te zien) maar de verschrikkingen van het gewone volk achter de fraaie geveltjes liet. Hans Vogelesang: De We reld van Anton Pieck. De delen: „De kleine nering" en „Van reizen en trekken". De deeltjes kosten 16,25 per stuk en hebben een be hoorlijk formaat. veel kwaad heeft berokkend. Het was Hermann Rauschning (die later het nazi-broeinest op tijd wist te ont vluchten). die over deze protocollen het Hitier heeft gesproken. Rausc hning zei: Het is zonneklaar dat die protocollen een vervalsing zijn. Hitier antwoordde dat het hem niet kon schelen of ze echt of vervalst waren; ook als ze historisch gezien de toest van de kritiek niet konden door staan, dan nog waren ze in wézen echt, aldus Hitler, die hiermee het verhaal van de protocollen verheft tot een sage, of legende, in elk geval tot de literaire vormgeving van een diep in het volk levende „waarheid". Dat is een buitengewoon kwaadaar dige manier om een vervalsing tot „waarheid" te verheffen. Interessant om te lezen is natuurlijk ook de inflatie die het Duitsland van na de eerste wereldoorlog teisterde en waarbij de middenklasse eenvoudig is weggevaagd. In 1923 ging de galop perende inflatie over in hyper-infla tie, wat natuurlijk het getij voor Hit- Ier in gunstige zin beïnvloedde. Hoe het Duitse volk onder die inflatie heeft geleden ls bijna niet te beschrij ven. Het papiergeld was waardeloos. Meer dan driehonderd papierfabri kanten en meer dan tweeduizend drukpersen waren dag en nacht in de weer om het papiergeld aan te ma ken. Iemand die bijvoorbeeld een ka pitaal van 68.000 mark op de bank had staan (in 1914 was dat een vermo gen), kreeg in 1923 het volgende brief je van de bank: Met leedwezen moeten wij u meedelen dat uw deposito van 68.000 mark niet langer te kun nen administreren, aangezien de kosten daarvan hlet meer ln redelijke relatie staan tot het betrokken kapitaal. Wij nemen derhalve de vrijheid u dat te rug te betalen. Aangezien we niet beschikken over bankbil jetten van een zo klein bedrag, hebben we het naar boven af gerond tot een miljoen mark, waarvoor wij een bankbiljet bijsluiten. James en Suzanne Pool: „Wie financierde Hitier?" (1919-1933) Feiten over de geldschieters van het derde rijk. Uitg. Elsevier, A'dam. Omvang 392 pag. Prijs 39,50. Op de enveloppe zat een postzegel ter waarde van vijf miljoen mark. Over die inflatie zijn talloze sterke verhalen te vertellen. Op het hoogte punt was de pariteit van de dollar vijf triljoen mark. De bankbiletten wer den toen niet meer geteld, maar per gewicht uitbetaald. Het kwam ook voor dat de banken de stapels bank biljetten met de meetlat opmaten, want het kwam op een paar honderd miljoen mark niet meer aan. Voor het gemak werden de bankbiljetten (van miljoenen mark) nog slechts aan één kant bedrukt, maar de bankbedien den gebruikten de onbedrukte kant als kladpapier, omdat dat goedkoper was dan de aanschaf van schrijf blokken. Hitler was één van de weinige politici die de inflatie doorzagen als een doel bewuste campagne om de midden klasse van haar spaargeld te beroven, en hij heeft dat motief ook bekwaam uitgespeeld. Later, toen de inflatie gekeerd was. heeft het hem nog even tegengezeten, want hij was uit de aard der zaak een van die duistere krachten die alleen uit modder en troebelen opkomen, maar later, toen de wereldcrisis van '29 het land opnieuw aan de rand van de afgrond bracht, kreeg hij opnieuw en nu definitief zijn kans. Het boek van de Pools brengt het tijdperk van Hitier bekwaam in beeld en laat uiteraard veel zien van de duistere machten die het geld verte genwoordigen. Martin van Amerongen heelt in een allerkleinst boekje een ongelooflijke geschiedenis geboekstaafd: het ver haal van een krijsgevangenkamp dat de Nederlandse ondergrondse onder de ogen van de bezetter heeft inge richt en op feen zeer menswaardige wijze heeft geleid. De brutaliteit waarmee dat achteraf bekeken is geschied, doet nu vermakelijk aan. al was het destijds een spel met de dood, zelfs met het risico van vooraf gaande folteringen. Het krijgsgevangenkamp was geves tigd op een boerenbedrijf van negen bunder grootte, gelegen op de grens van Heeten, onder de rook van Raal- te, en ingericht door een Sallandse verzetsgroep. Het kamp diende niet alleen als wapendepot voor de ver zetsgroepen, maar was tegelijk .con centratiekamp' voor gedeserteerde Duitsers en Italianen, en zelfs van Duitse soldaten die eenvoudig wer dén gearresteerd. Voor al dat nazi-gebroed was luiste ren naar radio Oranje dagelijkse plicht. Het kamp werd op 2 sèptember 1944 met enig ceremonieel geopend, zij het dat de eerste gevangenen pas tegen het einde van die dag zouden binnen marcheren. Maar de stal was ceremo nieel aanwezig. Plechtig werd zelfs de Nederlandse vlag gehesen. Men kan niet zeggen dat dat de veiligste weg was om aan het spiedende oog van de bezetter te ontkomen, maar het werd gedaan, en men durfde het te riske ren, aangezien het kamp teri dele althans door geboomte was omgeven, en op de open flanken door strate gisch gelegen boerenhoeven (die we- Martin van Amerongen: ,De on gelooflijke geschiedenis van het krijsgevangenkamp Prins Bern- hard'. Omvang 72 pag. Geïllu streerd. Uitg. A. W. Sijthoff. Prijs 10,-. C. G. v. Zw. Ruslands laatste tsaar en tsarina: Nicolaas en Alexandra. Door W. F. Btafleu Over de Russische tsaren is al veel geschreven, zeker over het laatste keizerspaar en over een boeiende vrouw als Catharina de Grote. Toch is om over de laatste te begin nen de nieuwe biogralie van Vincent Cronin een wel kome uitgave. Cronin heeft als biograaf zijn sporen verdiend, en ook zijn doorwrochte werk over Catharina is evenwichtig en welgedocumenteerd (o.a. met nog niet eerder gepubliceerde gegevens). Het getuigt van inzicht in zowel de historische samenhangen als de men selijke geest. Bovendien ls Catharina zelf een zo boeiende figuur en haar rol in de Europese politiek van de achtr tiende eeuw zo belangrijk, dat haar levensverhaal nog velen zal boeien. (Cronin schrijft wel een- en ander maal dat zij „bulten Europa" leefde, maar dat is toch onjuist; even onjuist als om het lutherse hof te Berlijn op verschillends plaatsen calvinistisch te noemen). Er is ook een nieuw boek over de laatste tsaar en tsarina: Nicolaas en Alexandra, die met hun kinderen in 1918 door de communisten werden vermoord. Virginia Cowles beschrijft hun levensloop en tragisch einde met veel gevoel voor allerlei persoonlijke details maar een nogal beperkte blik Catharina de Grote, keizerin aller Russen, door Vincent Cronin, uitgave Elsevier, 368 blz., 42,50. De laatste Tsaar en Tsarina, door Virginia Cowles, uitgave Torenboe- ken, 184 blz., 39,50. op de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Wat dat betreft is het boek minder belangwekkend dan het prachtige werk van Salisbury dat dezelfde uitgever een jaartje geleden op de markt bracht en dat ten dele dezelfde episode behandelde. Veel nieuws heb ik dan ook niet kunnen vinden. Treffend is wel hoe de geschiedenis zich, zeker in het conservatieve tsa ristische Rusland herhaalt: zowel in de dagen van Catharina als in die van Nicolaas werd het immense rijk auto ritair geregeerd door mensen die ei genlijk eerder Duitsers dan Russen waren en met een even ontstellend wanbegrip voor de noden van de Rus sische mens. al presteerde Catharina op dit punt meer dan haar opvolgers. En zoals Catharina haar Potemkin had, zo had Alexandra haar Raspoe- tin, wat Cronin en Cowles beiden voor de taak stelde, legende en werkelijk heid te onderscheiden. Helaas moet ik nog Wel kwijt dat althans de Neder landse tekst van Cowles's boek voor al in het begin soms voor raadsels stelt. melden van onderduikers) werd be schermd. Iets soortgelijks geldt voor de reveil le, 's morgens om zeven uur. Die werd geblazen door Jantje uit Den Haag, echter met het dringende verzoek om zijn Instrument (een cornet) zo ,pipi- pianlssimo' mogelijk te bespelen om te voorkomen dat zich Duitse oortjes zouden spitsen. Dat men het niette min deed getuigt van een mooie dosis brutaliteit. Trouwens, de 33 man be wakers (veelal onderduikers, of ex- militairen) trainden dagelijks om op alle eventualiteiten te zijn voorbe reid. En daar hoorden ook schietoefe ningen bij. Het kamp had een onaangetaste re putatie. Het is vermoedelijk het enige kamp in de hele oorlog geweest, waar geen mep werd uitgedeeld, waar geen vonnis is" geveld en geen druppel mensenbloed is vergoten. Toch was het kamp op den duur niet te handhaven, ten dele vanwege het psychologische effect van Putten. Daardoor boette het kamp in aan populariteit, want de mensen, bang geworden door de affaire Putten, zei den: Jullie brengen de hele streek in gevaar. Maar als u het kort gehou den relaas wilt lezen, kunt u bij de boekhandel terecht. Er zijn de laatste tijd nogal wat boeken verschenen over de harmonische ontwikkeling van verstand en gevoel. De meeste van deze boeken zijn eigenlijk een waarschuwing voor een éénzijdige ontwikkeling van het verstand bij kinderen „Leer ae ook voelen", onderwijs modellen voor affectieve opvoe ding. John P Miller Uitg De Toorts. Haarlem. Omvang 177 pag. prijs 31.—. „Mamma is een olifant", Otta F Gmelin. Dit boek geeft de moge lijkheid om karakter, intelligentie en gevoelsleven van het kind in zijn tekeningen te ontdekken. Uitg. Elsevier. Omvang 160 pag prijs 18.90 „Leven in de klas", George Isaac Brown e.a. Een methode om bij het leren verstand en gevoel te laten samengaan, Uitg. Boom. Meppel. Omvang 200 pag. prijs 27.- „Ssstluister 's even naar je- relf" Gay Hendricks en Russel Wills. Het boekje bevat een aantal oefeningen om Intuïtie, creativi teit en concentratie te bevorderen. Uitg. De Toorts Haarlem. Omvang 115 pag. Prijs 16.—. „De eerste drie levensjaren". Bur ton L. White. Wat ouders en op voeders kunnen doen aan de ver standelijke en emotionele ontwik keling in de eerste levensjaren van het kind. Uitg. Ambo, Baarn, om vang 290 pag. Prijs 35,—. „Plak je moeder tegen het pla fond", Richard de Mille Geschre ven om fantasie-arme kinderen te helpen in hun vermogen om zich dingen te kunnen voorstellen. Uitg. De Toorts, Haarlem. Om vang 100 pag prijs 17,—. landen na het uitbreken van de vierde Engelse oorlog in 1780 in een hef tige interne crisis die de staatsopbouw overigens met zich meebracht. Tegen het Orangistische stel sel, waarbinnen stadhouder Willem V praktisch alle regen ten benoemde, rees verzet. Tegen die aantasting van de vrijheid en soevereiniteit der heren brak het protest los van de oppositionele ol patriotse regenten, die spoedig zoveel mogelijk de burgers in hun strijd trachtten te betrekken en daarbij groot succes boekten. Juist in deze jaren nu, vochten de Amerikaanse rebellen om hun onaf hankelijkheid, tegen Engeland, tegen de „tiran" George III. zoals zij zelden. Over de Amerikaanse geschiedenis van die tijd is ontzaglijk veel, over de Nederlandse veel minder en over hun door C. H. E. de Wit onderlinge relatie bijna niets geschre ven. Een lacune die prof. J. W. Schul- te Nordholt met zijn uitstekend lees baar verhaal, gebaseerd op de be schikbare bronnen en literatuur, gro tendeels aanvult. Welke invloed oefende die Ameri kaanse revolutie uit op de drie ge noemde politieke groeperingen in de Republiek? Dat is de vraag die de auteur stelt. Voor de Orangisten was het een gebeuren met verderfelijke beginselen, en Willem V moest er al helemaal niets van hebben. De oppo sitionele regenten bejubelden die oor log tegen het gehate Engeland waar mee wij ook in oorlog waren, en waar mee het Orangistische stelsel dynas tiek verbonden was. Bovendien zagen zij er een prijzenswaardig voorbeeld in hoe men een „tiran", namelijk Wil lem V kon bestrijden. Voor de bürgers zonder politieke rechten lag de zaak weer anders. Die oorlog tegen Enge land was immers niet alleen een op stand. maar tevens een revolutie met moderne beginselen. Voor hen ging in het verre Westen de zon der vrijheid op. de nieuwe vrijheid dan, maar het was nog te riskant om dat hardop te zeggen of in duidelijke termen te ver woorden. Tijdens een studiereis heeft de auteur verscheidene ongedrukte Ameri kaanse bronnen bestudeerd, zoals de befaamde Adams Papers in Boston, een bijna onuitputtelijke mijn voor het leven van John Adams, de eerste Amerikaanse gezant alhier, en in het Algemeen Rijksarchief verdiepte hij zich in het Brievenboek van C. W. F Dumas, de onvoorstelbaar enthousiaste verdediger van de Ame rikaanse zaak die hem uiteindelijk slechts windeieren legde. Vanuit die kennis van bronnen en literatuur laat de auteur voor ons mensen oprijzen van vlees en bloed, met hun streven en zwakheden. Met name geldt dat voor John Adams die in 1780 naar ons land kwam om geld te lenen voor de Amerikaanse strijd, en om als gezant erkend te worden. Als scherpzinnige politicoloog had Adams vrij snel de ingewikkelde verhoudingen in de Re publiek door en begreep wel dat een erkenning een moeizaam proces zou worden. Stoutmoedig besloot hij een Memorie aan de Staten-Generaal op te stellen een propagandistisch stuk van jewelste er» dat zei1 te gaan aanbieden. Op 1 mei 1781 ver trok hij vanuit Leiden, waar zijn twee zonen studeerden, een medisch stu dent uit Amerika, ook aanwezig, zag het gebeuren. Adams „kwam in de voorkamer, waar wij allemaal waren zijn secretaris, twee zonen en ik Zijn couch and four voor de deur en hij in vol ornaat, zelfs de degen opzij, met een energiek gelaat en vlammen de ogen, en zijn Memorie ln de hand, zei tegen ons, op plechtige toon: Young men, remember this day for this day I go to the Hague to put seed in the ground that may produce Good or Evil God knows which." Zo moedig als dat toespraakje leek, was hij zelf niet, want dagen lang had hij van de zenuwen niet gesproken. In ieder geval, bij de Staten-Generaal viel dat zaad op rotsige bodem. Met voor Nederlandse verhoudingen on gehoorde driestheid wierp Adams nu die Memorie „in het publiek" met ais resultaat dat de Staten-Generaal al te kort verteld niet anders kon den dan op 19 april 1782 Adams als gezant en Amerika als staat te erken nen. Al droeg het feit dat Amerika en de Republiek met dezelfde vijand in oorlog waren daartoe bij, niettemin was het de eerste keer dat de publie ke opinie invloed uitoefende op een politiek lichaam. Adams bleef de er- kenning van Amerika door de Repu bliek tot ln lengte van jaren als een van de grootste successen be schouwen. Toen in 1795 de Bataafse tijd oen aanvang nam, was het panorama aanzienlijk gewijzigd, zowel in Ameri ka als hier. Nu Amerika zijn doel bereikt had. was de aanvankelijk fel le revolutionair Adams conservatief geworden, en kwam in 1795 de allian tie van patriotse regenten en burgers aan de macht. Het Amerikaanse voorbeeld en discussiestuk werd nu de Amerikaanse staatsvorm zoals die- in de constitutie van 1787 gestalte had gekregen. Die staatsvorm was federalistisch, voor Amerika in de zin van centraalgericht. aangezien een federale regering in de gegeven om standigheden het hoogst bereikbare was, ja het was al een wonder datto'n constitutie aangenomen werd. Voor Nederlandse verhoudingen twee J. W. Schulte Nordholt: „Voorbeeld ln de Verte" (De invloed van de Amerikaanse revolutie in Nederland). Uitg.: In den Toren, Baarn. Omvang 285 pag. Prijs 24.50. honderd jaar samen wonen van acht volken betekende federalisme een streven zich van het middelpunt te verwijderen. Zo is het te verklaren dat de groep van unitarissen het Amerikaanse voorbeeld afwezen, ter wijl de aanhangers van de gedeelde soevereiniteit, de federalisten ge noemd, het Amerikaanse model op hemelden Dal de auteur mensen uit zijn Over ijssel, zoals Van der Capellen, W. Que- sen. O. Dumbar, R J Schimmelpen- ninck voor het voetlicht brengt, is ook historisch verklaarbaar. De tallo ze noten aan het einde van iedere paragraaf vormen een wegwijzer door bronnen en literatuur, getuigen ook van grote belezenheid Tweeëender tig afbeeldingen komen ons voorstel lingsvermogen te hulp. waarvan Wil lem V in ballingschap (Plyades êt Orestes) van de hand van Oilray, ex tra aandacht verdient

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 29