Wie financierde Hitier?
Ongelooflijke
geschiedenis
Voorbeeld in de verte
Twee boeken
over de tsaren
Feiten over de geldschieters van het derde rijk
Anton Pieck
Waarschuwingen tegen
eenzijdige ontwikkeling
verstand bij kinderen
d°aRepubifek^de^Ne^ler^ invloed van de Amerikaanse revolutie in Nederland
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979
BOEKEN
TROUW/KWARTET
29
Door C. O. van Zweden
Het nieuwe boek „Wie fi
nancierde Hitler" van
James en Suzanne Pool
(vertaald uit het Ameri
kaans), is puur vakwerk.
Talrijke historische bij
zonderheden maken dit
boek lezenswaard.
Meteen in het begin komt
men al opmerkingen tegen
die de lezer bezighouden. Ge
wend immers als we zijn om
Hitier een „korporaal" en een
„kladschilder" te noemen,
heeft zich de mening vastge
zet dat hij door duistere ma
chinaties aan de macht is ge
komen (hetgeen juist is),
maar dat zijn persoonlijke
kwaliteiten daar niet veel toe
hebben bijgedragen.
Dat is een misvatting. Uit veel be
schikbare literatuur blijkt dat Hitier
zich in de loop der Jaren tot een
persoonlijkheid ontwikkelde, die
men niet makkelijk opzij schoof, en
die men enkele fabelachtige kundig
heden niet kan ontzeggen. Historici
van naam hebben ertoe bijgedragen
dat een minimaal beeld van Hitler in
omloop kwam. Bullock zei bijvoor
beeld dat Hitier niet bij machte was
tot een kalm betoog. Het enige waar
toe hij zijn toevlucht kon nemen was
het overschreeuwen van zijn tegen
standers. Als men zijn woorden in
twijfel trok, raakte hij van streek.
Aldus Bullock.
Biografen meldden ook dat Hitler in
besloten kring met zijn houding geen
raad wist. En Shirer meent dat econo
mische kwesties hem verveelden, en
dat hij nooit énige moeite deed zich
daarover enige kennis eigen te ma
ken. Maar de beide auteurs van dit
boek (broer en zus) menen dat dit
beeld sterk aan twijfel onderhevig is.
Als Hitier inderdaad op deze manier
was opgetreden, zo zeggen ze, zou hij
nauwelijks in staat zijn geweest rijke
en goed onderlegde personen ertoe te
bewegen grote sommen in zijn partij
kas te storten. „De bombastische
schreeuwer uit de bierkelders kon, als
hij dat wilde, zeer charmant en over
tuigend optreden". En ze voegen er
zeer terecht aan toe dat het „ge
vaarlijk is.de bekwaamheid en intelli
gentie van een tegenstander te onder
schatten. In Zekere mate had Hitier
zijn succes te danken aan het feit dat
men hem eerder als belachelijk, dan
als gevaarlijk afdeed. De man die in
het openbaar grove antisemitische
leuzen uitschreeuwde, kon tot verba
zing van degenen die hem beter leer-
der kennen, gecompliceerde politieke
en economische kwesties met een lo
gisch en doordringend inzicht bespre
ken. Hij was in staat zijn financiers
ervan te overtuigen dat hij in wezen
geen oppervlakkige herriemaker
was".
Dat klinkt uiterst aannemelijk, al
leen moeten we er dacht ik
rekening mee houden dat Hitler in de
loop van zijn optreden, en met name
sedert eind '41, begin '42, aanzienlijk
veranderde. Niet in de laatste plaats
doordat hij afgezien nog van zijn
gekeerde krijgskansen hoogst
waarschijnlijk geleidelijk ten gronde
ging aan het gebruik van drugs (am-
phetaminen), zoals een Amerikaanse
psychiater onlangs op goede gronden
veronderstelde.
Hoe het zij, in zijn gloriejaren moet
hij, behalve een gangster, ook een
bekwaam politiek tegenstander zijn
geweest. Bovendien kon hij zich in
erudiet gezelschap afgezien van
enige aanvankelijke schutterigheid
en verlegenheid, die juist vertederend
overkwamen bij de rijke dames
uitstekend bewegen. Hij viel in de
luxe salons van de geldmagnaten en
de „captains of industry" niet op door
gebrek aan opvoeding, grofheid, of
iets van dien aard. Integendeel, hij
maakte indruk door rustig en char
mant optreden.
Het boek van de beide Pools geeft een
historisch rijk geschakeerd beeld.
Het is een knap boek. De geïnteres
seerde lezer komt er misschien wel
tot zijn verbazing achter dat de
grote Amerikaan Henry Ford een be
rucht antisemiet was, die in Amerika
een zeer vuns antisemitisch blad fi
nancierde, en zelf ook veel anti-jood
se geschriften publiceerde. Ford was
een groot bewonderaar van Hitier, en
het spreekt haast vanzell dat het om
gekeerde ook gold. Ford heeft Hitier
met enorme sommen gelds (mede) in
het zadel geholpen. En als dank voor
die bewezen diensten heeft Hitier
veel van Fords antisemitische theo
rieën praktisch letterlijk overgeno
men, en wat meer zegt in prak
tijk gebracht. De theorie van de
„Joodse wereldsamenzwering" heeft
Hitier bijvoorbeeld van Ford.
Hitler is financieel gesteund door de
landadel, door de sedert de Russische
revolutie uitgeweken Witrussen, door
het sterk antisemitische Thule-ge-
nootschap, en door talrijke indus-
trieëlen in binnen- en buitenland,
waarbij ook de oliemagnaat Henri
Deterding een rol heeft gespeeld. Na
tuurlijk heeft Hitier zich in die tijd
ook te bulten gegaan aan corruptie
en afpersing. Zelfs joodse zakenlie
den hebben hem financieel gesteund.
Deze overigens zeer kortzichtige
mensen meenden dat hun financiële
voorschot hun toekomst veilig zou
stellen, iets wat thans naïef klinkt,
maar in die tijd als niet-onhandig
moest worden gekwalificeerd.
Maar het boek is vooral aardig omdat
het allerminst een droge financieel-
technische uiteenzetting is. Integen
deel, de gehele nazi-geschiedenis
,komt tegen de achtergrond van de
financiële machinaties tot leven. Een
pikant detail betreft natuurlijk zou
ik bijna zeggen het beruchte anti
semitische pamflet de „Protocollen
van de wijzen van Sion", een ge-
De uitgever Omniboek te Den
Haag heeft weer enkele selecties
uit het werk van Anton Pieck uit-,
gegeven. Pieck blijft een feno-:
meen, in zijn ziel wellicht een man
uit de negentiende eeuw, het tijd
perk waarvan zijn tekeningen im
mers zo veelvuldig getuigen. Dat
zijn tekeningen vrijwel altijd ro
mantisch geïdealiseerde beelden
tonen is een ontoelaatbare ver
smalling, maar dat neemt niet weg
dat het een verrukking is om die
prachtig (met zachte tinten) ge
kleurde platen tot in details te
bekijken.
De beide boeken die thans zijn
uitgebracht (met tekst van Hans
Vogelesang) betreffen „de kleine
middenstand" en „reizen en trek
ken". Wat die middenstand be
treft, tekent Pieck dus nog de klei
ne buurtwinkeltjes, die oergezellig
konden zijn, maar ook bronnen
van kwaadsprekerij. Hoe hetzij, in
die winkels werd het dagelijkse
nieuws vergaard en doorgebab
beld.
In de selectie „Van reizen en trek
ken", zien we natuurlijk de eerste
auto's, de stoomtrein, de eerste
fietsen, diligences, arresleden,
trekschuiten, stoomtram en paar-
detram. De boekjes zijn een genoe
gen om te bekijken. De koper zal er
genoegen mee nemen dat Pieck in
zekere zin de vergulde buitenkant
tekende (en daar was genoeg te
zien) maar de verschrikkingen van
het gewone volk achter de fraaie
geveltjes liet.
Hans Vogelesang: De We
reld van Anton Pieck. De
delen: „De kleine nering"
en „Van reizen en trekken".
De deeltjes kosten 16,25
per stuk en hebben een be
hoorlijk formaat.
veel kwaad heeft berokkend. Het was
Hermann Rauschning (die later het
nazi-broeinest op tijd wist te ont
vluchten). die over deze protocollen
het Hitier heeft gesproken. Rausc
hning zei: Het is zonneklaar dat die
protocollen een vervalsing zijn.
Hitier antwoordde dat het hem niet
kon schelen of ze echt of vervalst
waren; ook als ze historisch gezien de
toest van de kritiek niet konden door
staan, dan nog waren ze in wézen
echt, aldus Hitler, die hiermee het
verhaal van de protocollen verheft
tot een sage, of legende, in elk geval
tot de literaire vormgeving van een
diep in het volk levende „waarheid".
Dat is een buitengewoon kwaadaar
dige manier om een vervalsing tot
„waarheid" te verheffen.
Interessant om te lezen is natuurlijk
ook de inflatie die het Duitsland van
na de eerste wereldoorlog teisterde en
waarbij de middenklasse eenvoudig
is weggevaagd. In 1923 ging de galop
perende inflatie over in hyper-infla
tie, wat natuurlijk het getij voor Hit-
Ier in gunstige zin beïnvloedde. Hoe
het Duitse volk onder die inflatie
heeft geleden ls bijna niet te beschrij
ven. Het papiergeld was waardeloos.
Meer dan driehonderd papierfabri
kanten en meer dan tweeduizend
drukpersen waren dag en nacht in de
weer om het papiergeld aan te ma
ken. Iemand die bijvoorbeeld een ka
pitaal van 68.000 mark op de bank
had staan (in 1914 was dat een vermo
gen), kreeg in 1923 het volgende brief
je van de bank:
Met leedwezen moeten wij u
meedelen dat uw deposito van
68.000 mark niet langer te kun
nen administreren, aangezien
de kosten daarvan hlet meer ln
redelijke relatie staan tot het
betrokken kapitaal. Wij nemen
derhalve de vrijheid u dat te
rug te betalen. Aangezien we
niet beschikken over bankbil
jetten van een zo klein bedrag,
hebben we het naar boven af
gerond tot een miljoen mark,
waarvoor wij een bankbiljet
bijsluiten.
James en Suzanne Pool: „Wie
financierde Hitier?"
(1919-1933) Feiten over de
geldschieters van het derde
rijk. Uitg. Elsevier, A'dam.
Omvang 392 pag. Prijs
39,50.
Op de enveloppe zat een postzegel ter
waarde van vijf miljoen mark.
Over die inflatie zijn talloze sterke
verhalen te vertellen. Op het hoogte
punt was de pariteit van de dollar vijf
triljoen mark. De bankbiletten wer
den toen niet meer geteld, maar per
gewicht uitbetaald. Het kwam ook
voor dat de banken de stapels bank
biljetten met de meetlat opmaten,
want het kwam op een paar honderd
miljoen mark niet meer aan. Voor het
gemak werden de bankbiljetten (van
miljoenen mark) nog slechts aan één
kant bedrukt, maar de bankbedien
den gebruikten de onbedrukte kant
als kladpapier, omdat dat goedkoper
was dan de aanschaf van schrijf
blokken.
Hitler was één van de weinige politici
die de inflatie doorzagen als een doel
bewuste campagne om de midden
klasse van haar spaargeld te beroven,
en hij heeft dat motief ook bekwaam
uitgespeeld.
Later, toen de inflatie gekeerd was.
heeft het hem nog even tegengezeten,
want hij was uit de aard der zaak een
van die duistere krachten die alleen
uit modder en troebelen opkomen,
maar later, toen de wereldcrisis van
'29 het land opnieuw aan de rand van
de afgrond bracht, kreeg hij opnieuw
en nu definitief zijn kans.
Het boek van de Pools brengt het
tijdperk van Hitier bekwaam in beeld
en laat uiteraard veel zien van de
duistere machten die het geld verte
genwoordigen.
Martin van Amerongen heelt in een
allerkleinst boekje een ongelooflijke
geschiedenis geboekstaafd: het ver
haal van een krijsgevangenkamp dat
de Nederlandse ondergrondse onder
de ogen van de bezetter heeft inge
richt en op feen zeer menswaardige
wijze heeft geleid. De brutaliteit
waarmee dat achteraf bekeken
is geschied, doet nu vermakelijk aan.
al was het destijds een spel met de
dood, zelfs met het risico van vooraf
gaande folteringen.
Het krijgsgevangenkamp was geves
tigd op een boerenbedrijf van negen
bunder grootte, gelegen op de grens
van Heeten, onder de rook van Raal-
te, en ingericht door een Sallandse
verzetsgroep. Het kamp diende niet
alleen als wapendepot voor de ver
zetsgroepen, maar was tegelijk .con
centratiekamp' voor gedeserteerde
Duitsers en Italianen, en zelfs van
Duitse soldaten die eenvoudig wer
dén gearresteerd.
Voor al dat nazi-gebroed was luiste
ren naar radio Oranje dagelijkse
plicht.
Het kamp werd op 2 sèptember 1944
met enig ceremonieel geopend, zij het
dat de eerste gevangenen pas tegen
het einde van die dag zouden binnen
marcheren. Maar de stal was ceremo
nieel aanwezig. Plechtig werd zelfs de
Nederlandse vlag gehesen. Men kan
niet zeggen dat dat de veiligste weg
was om aan het spiedende oog van de
bezetter te ontkomen, maar het werd
gedaan, en men durfde het te riske
ren, aangezien het kamp teri dele
althans door geboomte was omgeven,
en op de open flanken door strate
gisch gelegen boerenhoeven (die we-
Martin van Amerongen: ,De on
gelooflijke geschiedenis van het
krijsgevangenkamp Prins Bern-
hard'. Omvang 72 pag. Geïllu
streerd. Uitg. A. W. Sijthoff.
Prijs 10,-.
C. G. v. Zw.
Ruslands laatste tsaar en tsarina: Nicolaas en Alexandra.
Door W. F. Btafleu
Over de Russische tsaren is al
veel geschreven, zeker over
het laatste keizerspaar en
over een boeiende vrouw als
Catharina de Grote. Toch is
om over de laatste te begin
nen de nieuwe biogralie
van Vincent Cronin een wel
kome uitgave.
Cronin heeft als biograaf zijn sporen
verdiend, en ook zijn doorwrochte
werk over Catharina is evenwichtig
en welgedocumenteerd (o.a. met nog
niet eerder gepubliceerde gegevens).
Het getuigt van inzicht in zowel de
historische samenhangen als de men
selijke geest. Bovendien ls Catharina
zelf een zo boeiende figuur en haar rol
in de Europese politiek van de achtr
tiende eeuw zo belangrijk, dat haar
levensverhaal nog velen zal boeien.
(Cronin schrijft wel een- en ander
maal dat zij „bulten Europa" leefde,
maar dat is toch onjuist; even onjuist
als om het lutherse hof te Berlijn op
verschillends plaatsen calvinistisch
te noemen).
Er is ook een nieuw boek over de
laatste tsaar en tsarina: Nicolaas en
Alexandra, die met hun kinderen in
1918 door de communisten werden
vermoord. Virginia Cowles beschrijft
hun levensloop en tragisch einde met
veel gevoel voor allerlei persoonlijke
details maar een nogal beperkte blik
Catharina de Grote, keizerin
aller Russen, door Vincent
Cronin, uitgave Elsevier, 368
blz., 42,50. De laatste Tsaar
en Tsarina, door Virginia
Cowles, uitgave Torenboe-
ken, 184 blz., 39,50.
op de politieke en maatschappelijke
ontwikkelingen. Wat dat betreft is
het boek minder belangwekkend dan
het prachtige werk van Salisbury dat
dezelfde uitgever een jaartje geleden
op de markt bracht en dat ten dele
dezelfde episode behandelde. Veel
nieuws heb ik dan ook niet kunnen
vinden.
Treffend is wel hoe de geschiedenis
zich, zeker in het conservatieve tsa
ristische Rusland herhaalt: zowel in
de dagen van Catharina als in die van
Nicolaas werd het immense rijk auto
ritair geregeerd door mensen die ei
genlijk eerder Duitsers dan Russen
waren en met een even ontstellend
wanbegrip voor de noden van de Rus
sische mens. al presteerde Catharina
op dit punt meer dan haar opvolgers.
En zoals Catharina haar Potemkin
had, zo had Alexandra haar Raspoe-
tin, wat Cronin en Cowles beiden voor
de taak stelde, legende en werkelijk
heid te onderscheiden. Helaas moet
ik nog Wel kwijt dat althans de Neder
landse tekst van Cowles's boek voor
al in het begin soms voor raadsels
stelt.
melden van onderduikers) werd be
schermd.
Iets soortgelijks geldt voor de reveil
le, 's morgens om zeven uur. Die werd
geblazen door Jantje uit Den Haag,
echter met het dringende verzoek om
zijn Instrument (een cornet) zo ,pipi-
pianlssimo' mogelijk te bespelen om
te voorkomen dat zich Duitse oortjes
zouden spitsen. Dat men het niette
min deed getuigt van een mooie dosis
brutaliteit. Trouwens, de 33 man be
wakers (veelal onderduikers, of ex-
militairen) trainden dagelijks om op
alle eventualiteiten te zijn voorbe
reid. En daar hoorden ook schietoefe
ningen bij.
Het kamp had een onaangetaste re
putatie. Het is vermoedelijk het enige
kamp in de hele oorlog geweest, waar
geen mep werd uitgedeeld, waar geen
vonnis is" geveld en geen druppel
mensenbloed is vergoten.
Toch was het kamp op den duur niet
te handhaven, ten dele vanwege het
psychologische effect van Putten.
Daardoor boette het kamp in aan
populariteit, want de mensen, bang
geworden door de affaire Putten, zei
den: Jullie brengen de hele streek in
gevaar. Maar als u het kort gehou
den relaas wilt lezen, kunt u bij de
boekhandel terecht.
Er zijn de laatste tijd nogal wat boeken verschenen over
de harmonische ontwikkeling van verstand en gevoel. De
meeste van deze boeken zijn eigenlijk een waarschuwing
voor een éénzijdige ontwikkeling van het verstand bij
kinderen
„Leer ae ook voelen", onderwijs
modellen voor affectieve opvoe
ding. John P Miller Uitg De
Toorts. Haarlem. Omvang 177
pag. prijs 31.—.
„Mamma is een olifant", Otta F
Gmelin. Dit boek geeft de moge
lijkheid om karakter, intelligentie
en gevoelsleven van het kind in
zijn tekeningen te ontdekken.
Uitg. Elsevier. Omvang 160 pag
prijs 18.90
„Leven in de klas", George Isaac
Brown e.a. Een methode om bij
het leren verstand en gevoel te
laten samengaan, Uitg. Boom.
Meppel. Omvang 200 pag. prijs
27.-
„Ssstluister 's even naar je-
relf" Gay Hendricks en Russel
Wills. Het boekje bevat een aantal
oefeningen om Intuïtie, creativi
teit en concentratie te bevorderen.
Uitg. De Toorts Haarlem. Omvang
115 pag. Prijs 16.—.
„De eerste drie levensjaren". Bur
ton L. White. Wat ouders en op
voeders kunnen doen aan de ver
standelijke en emotionele ontwik
keling in de eerste levensjaren van
het kind. Uitg. Ambo, Baarn, om
vang 290 pag. Prijs 35,—.
„Plak je moeder tegen het pla
fond", Richard de Mille Geschre
ven om fantasie-arme kinderen te
helpen in hun vermogen om zich
dingen te kunnen voorstellen.
Uitg. De Toorts, Haarlem. Om
vang 100 pag prijs 17,—.
landen na het uitbreken
van de vierde Engelse
oorlog in 1780 in een hef
tige interne crisis die de
staatsopbouw overigens
met zich meebracht.
Tegen het Orangistische stel
sel, waarbinnen stadhouder
Willem V praktisch alle regen
ten benoemde, rees verzet.
Tegen die aantasting van de
vrijheid en soevereiniteit der
heren brak het protest los van
de oppositionele ol patriotse
regenten, die spoedig zoveel
mogelijk de burgers in hun
strijd trachtten te betrekken
en daarbij groot succes
boekten.
Juist in deze jaren nu, vochten de
Amerikaanse rebellen om hun onaf
hankelijkheid, tegen Engeland, tegen
de „tiran" George III. zoals zij zelden.
Over de Amerikaanse geschiedenis
van die tijd is ontzaglijk veel, over de
Nederlandse veel minder en over hun
door C. H. E. de Wit
onderlinge relatie bijna niets geschre
ven. Een lacune die prof. J. W. Schul-
te Nordholt met zijn uitstekend lees
baar verhaal, gebaseerd op de be
schikbare bronnen en literatuur, gro
tendeels aanvult.
Welke invloed oefende die Ameri
kaanse revolutie uit op de drie ge
noemde politieke groeperingen in de
Republiek? Dat is de vraag die de
auteur stelt. Voor de Orangisten was
het een gebeuren met verderfelijke
beginselen, en Willem V moest er al
helemaal niets van hebben. De oppo
sitionele regenten bejubelden die oor
log tegen het gehate Engeland waar
mee wij ook in oorlog waren, en waar
mee het Orangistische stelsel dynas
tiek verbonden was. Bovendien zagen
zij er een prijzenswaardig voorbeeld
in hoe men een „tiran", namelijk Wil
lem V kon bestrijden. Voor de bürgers
zonder politieke rechten lag de zaak
weer anders. Die oorlog tegen Enge
land was immers niet alleen een op
stand. maar tevens een revolutie met
moderne beginselen. Voor hen ging in
het verre Westen de zon der vrijheid
op. de nieuwe vrijheid dan, maar het
was nog te riskant om dat hardop te
zeggen of in duidelijke termen te ver
woorden.
Tijdens een studiereis heeft de auteur
verscheidene ongedrukte Ameri
kaanse bronnen bestudeerd, zoals de
befaamde Adams Papers in Boston,
een bijna onuitputtelijke mijn voor
het leven van John Adams, de eerste
Amerikaanse gezant alhier, en in het
Algemeen Rijksarchief verdiepte hij
zich in het Brievenboek van C. W. F
Dumas, de onvoorstelbaar
enthousiaste verdediger van de Ame
rikaanse zaak die hem uiteindelijk
slechts windeieren legde. Vanuit die
kennis van bronnen en literatuur laat
de auteur voor ons mensen oprijzen
van vlees en bloed, met hun streven
en zwakheden. Met name geldt dat
voor John Adams die in 1780 naar ons
land kwam om geld te lenen voor de
Amerikaanse strijd, en om als gezant
erkend te worden. Als scherpzinnige
politicoloog had Adams vrij snel de
ingewikkelde verhoudingen in de Re
publiek door en begreep wel dat een
erkenning een moeizaam proces zou
worden. Stoutmoedig besloot hij een
Memorie aan de Staten-Generaal op
te stellen een propagandistisch
stuk van jewelste er» dat zei1 te
gaan aanbieden. Op 1 mei 1781 ver
trok hij vanuit Leiden, waar zijn twee
zonen studeerden, een medisch stu
dent uit Amerika, ook aanwezig, zag
het gebeuren. Adams „kwam in de
voorkamer, waar wij allemaal waren
zijn secretaris, twee zonen en ik
Zijn couch and four voor de deur en
hij in vol ornaat, zelfs de degen opzij,
met een energiek gelaat en vlammen
de ogen, en zijn Memorie ln de hand,
zei tegen ons, op plechtige toon:
Young men, remember this day
for this day I go to the Hague to put
seed in the ground that may produce
Good or Evil God knows which."
Zo moedig als dat toespraakje leek,
was hij zelf niet, want dagen lang had
hij van de zenuwen niet gesproken. In
ieder geval, bij de Staten-Generaal
viel dat zaad op rotsige bodem. Met
voor Nederlandse verhoudingen on
gehoorde driestheid wierp Adams nu
die Memorie „in het publiek" met ais
resultaat dat de Staten-Generaal
al te kort verteld niet anders kon
den dan op 19 april 1782 Adams als
gezant en Amerika als staat te erken
nen. Al droeg het feit dat Amerika en
de Republiek met dezelfde vijand in
oorlog waren daartoe bij, niettemin
was het de eerste keer dat de publie
ke opinie invloed uitoefende op een
politiek lichaam. Adams bleef de er-
kenning van Amerika door de Repu
bliek tot ln lengte van jaren als een
van de grootste successen be
schouwen.
Toen in 1795 de Bataafse tijd oen
aanvang nam, was het panorama
aanzienlijk gewijzigd, zowel in Ameri
ka als hier. Nu Amerika zijn doel
bereikt had. was de aanvankelijk fel
le revolutionair Adams conservatief
geworden, en kwam in 1795 de allian
tie van patriotse regenten en burgers
aan de macht. Het Amerikaanse
voorbeeld en discussiestuk werd nu
de Amerikaanse staatsvorm zoals die-
in de constitutie van 1787 gestalte
had gekregen. Die staatsvorm was
federalistisch, voor Amerika in de zin
van centraalgericht. aangezien een
federale regering in de gegeven om
standigheden het hoogst bereikbare
was, ja het was al een wonder datto'n
constitutie aangenomen werd. Voor
Nederlandse verhoudingen twee
J. W. Schulte Nordholt:
„Voorbeeld ln de Verte" (De
invloed van de Amerikaanse
revolutie in Nederland).
Uitg.: In den Toren, Baarn.
Omvang 285 pag. Prijs
24.50.
honderd jaar samen wonen van acht
volken betekende federalisme een
streven zich van het middelpunt te
verwijderen. Zo is het te verklaren
dat de groep van unitarissen het
Amerikaanse voorbeeld afwezen, ter
wijl de aanhangers van de gedeelde
soevereiniteit, de federalisten ge
noemd, het Amerikaanse model op
hemelden
Dal de auteur mensen uit zijn Over
ijssel, zoals Van der Capellen, W. Que-
sen. O. Dumbar, R J Schimmelpen-
ninck voor het voetlicht brengt, is
ook historisch verklaarbaar. De tallo
ze noten aan het einde van iedere
paragraaf vormen een wegwijzer door
bronnen en literatuur, getuigen ook
van grote belezenheid Tweeëender
tig afbeeldingen komen ons voorstel
lingsvermogen te hulp. waarvan Wil
lem V in ballingschap (Plyades êt
Orestes) van de hand van Oilray, ex
tra aandacht verdient