Tiengemeten nog steeds
eiland van de stilte
llr^j
5^
a
tfg- -I
'EBDAG 4 AUGUSTUS 1979
REPORTAGE
TROUW/KWARTET 17
Mgjj&gf' twSfJplF
V
Tiengemeten is in werkelijkheid niets meer dan er op een
beetje fatsoenlijke kaart staat: een eiland van zeven
kilometer lengte en twee kilometer breedte in het
Haringvliet. Aan weerskanten van dit „staatje in de
staat" draagt de vroegere zeearm nog altijd de
onheilspellende namen Vuile Gat en Helle Gat. Het eiland
Zeven kilometer lang, twee kilometer breed. Alleen landbouwgrond en woonruimte voor 56 i
zelf is een oord van stilte, waar aardappelen, suikerbieten
en tarwe in alle rust gedijen. Een reportage over dit
eiland, dat particulier bezit is en dat nog een feodale
atmosfeer ademt. Voor drieëneenhalve gulden, want
Tiengemeten is alleen maar via het „duurste pontje van
Nederland" te bereiken.
door Haro Hielkema foto's: Rob Hendriksen
De naam wordt vaak verkeerd
geschreven: zo onbekend is Tien-
;emeten, het laatste eiland in de
delta van ons land. Een overzees
gebiedsdeel zou je het kunnen
noemen, in de sfeer van Saba en
Sint Eustatius. En als het streven
naar onafhankelijkheid op de An
tillen nog eens gerealiseerd
wordt, is Tiengemeten het laatste
„rijksdeel overzee" dat bijna op
koloniale wijze onder Den Haag
,valt".
Het is amper te geloven dat Tiengemeten
deel uitmaakt van Europa's dichtstbe-
olkte land. Om tien over half tien staan
in een file voor de Van Brienenoord-
irug bij Rotterdam. Twintig minuten la-
er stappen we in Nieuwendijk (Beijer-
and) op het veerbootje van Willem Bijl,
lat ons in een mum van tijd afzet op het
iland van ongehoorde en onverwachte
tilte. Nauwelijks vijfentwintig kilometer
van de wereldhaven leven de 56 bewoners
van Tiengemeten alsof de tijd er heeft
stilgestaan. Of tenminste langzamer gelo
pen heeft dan In de rest van Nederland.
f Een jaar of tien geleden woonden er nog
zo'n 180 mensen. Maar de eenzaamheid en
de afstand naar de bewoonde wereld heb-
k ben menigeen ertoe gebracht de vaste wal
m op te zoeken. De gezinnen zijn lang zo
'wtalrijk niet meer en een knecht kunnen de
boeren er niet meer op nahouden. Op de
tien boerderijen wonen geen tien boeren
meer. De arbeiderswoningen zijn langza
merhand betrokken door weekendgan-
gers: een studentenpaar, een professor uit
het Dijkzigtziekenhuis in Rotterdam, een
patatboer uit Den Haag. De vroegere
schaftlokaaltjes her en der in de polder
zijn opgekalefaterd en worden in de week
einden bewoond door „mensen uit de
stad". Boerenbonte gordijntjes hangen er
voor de raampjes, het houtwerk is soms
knalrood geschilderd en tierelantijnen
versieren de buitenkant.
De rust op het eiland is door de komst van
vreemdelingen nauwelijks verstoord. Het
is misschien zelfs nóg stiller geworden.
Maar wat wil Je ook, als er geen school,
geen kerk, geen kroeg, geen winkel dus
Zeg maar: niks Is? De bakker komt al
niet meer driemaal in de week uit Zuid-
Beijerland over. En voor de kruidenier
•moet de eilandbevolking nu ook naar de
andere kant. De paar kinderen moeten
dagelijks over het water naar school, ook
het vriest, mist of hard waait.
Het verenigingsleven is uitgeblust; de
voetbalclub die ze ooit nog eens hebben
willen oprichten, is er nooit gekomen. Een
ijsbaan is er nimmer gekomen en ook op
eer springplank in de haven wachten ze al
Jaren. Zelfs de toneelvereniging die vroe
ger voor het uitje van het jaar zorgde met
een uitvoering in het aardappelkoelhuis,
is ter ziele. En het was toch zo gezellig op
die winteravond rondom het in elkaar
getimmerde toneeltje in het koelhuis, als
er zo'n honderdvijftig eilandbewoners
plus genodigden van de vaste wal zaten.
Met een kopje koffie en een glaasje.
En heel vroeger kwamen de muzikanten
van „Crescendo" uit Zuid-Beijerland nog
wel eens over om op een mooi plekje voor
de bewoners van Tiengemeten een stukje
muziek te maken. Daar leefde men naar
toe, want de rest van het jaar gebeurde er
niets. Smid Bijl is ooit naar het eiland
overgestoken om zijn brood te gaan ver
dienen met het beslaan van boerenpaar
den. In plaats van de schroellucht uit die
tijd hangt er nu de geur van smeerolie. De
Gilles van Rossum (59): opzichter,
onbezoldigd rijksveldwachter
en praatpaal.
paarden werden vervangen door tracto
ren. De enige voorziening die er op het
eiland nog is, is de benzinepomp. Want de
winkel van sinkel is er niet meer, in het
koelhuis wordt geen glaasje meer gedron
ken en het streven van DOSKO (Door
Onze Samenwerking Komt Overwinning)
is al lang doodgebloed.
Gilles van Rossum ls er evenwel nog
steeds. Officieel is hij opzichter over het
eiland, maar eigenlijk vervult hij veel
meer functies. Zo is hij onbezoldigd poli
tieagent, houdt hij toezicht op het onder
houd van dijken en wegen en fungeert hij
als praatpaal voor de steeds verder uit
dunnende bevolking. Dagelijks is hij op
het eiland aanwezig, al woont hij sinds een
jaar of tien niet meer op Tiengemeten.
Toen zijn kinderen groot werden, is hij
naar Numansdorp verhuisd.
Tiengemeten. Eigenlijk is het eiland in
werkelijkheid niks meer dan er op een
beetje fatsoenlijke landkaart staat. Zeven
kilometer lang, twee kilometer breed. On
geveer zevenhonderd hectare land bin
nendijks en nog eens driehonderd hectare
buitendijks rietveld.
Omstreeks 1600 ontstond in het Haring
vliet een modderplaat die in de loop der
eeuwen tot het huidige eiland is uitge
groeid. Aan het einde van de zeventiende
eeuw nam de plaat in omvang toe en
werden de eerste dijken aangelegd. Het
eiland werd uiteindelijk gevormd door
tien poldertjes, variërend in grootte van
vijf tot 266 hectare. Langs het Haringvliet
groeide een strook onbedijkt land, waar
rietgorzen regelmatig onder water gezet
werden.
Wanneer de eerste bewoners op het eiland
kwamen is niet bekend. Wel weten we dat
Johan Hanneman en mr. Johan van Duy-
nen te 's-Gravenhage op 30 maart 1668 de
eeuwig durende erfpacht kregen voor "50
ponden van 40 grooten per Jaar". De naam
van het eiland (wel eens ultgésproken als
Tiengemeenten) is afgeleid van de oor
spronkelijke oppervlakte van de plaat, die
tien „gemeten" groot geweest is. Een ge-
met is een oude oppervlaktemaat van
ongeveer een halve hectare.
Vele malen veranderde Tiengemeten van
eigenaar, totdat het in handen kwam van
Amout Jan van Brienen, heer van de
Groote Lindt, Dortsmonde en Stad. De
familie Van Brienen hield het eiland in
bezit tot 1903, toen het gebied bij testa
ment werd overgedragen aan tien erfgena
men, die er een naamloze vennootschap
,van maakten: de NV Maatschappij tot
Exploitatie van Onroerende Goederen
„Eiland de Tien Gemeten". De NV is In
1972 omgezet in een BV. Maar Tiengeme
ten is door de eeuwen heen particulier
bezit gebleven, een staatje in de staat,
beheerd door een directeur, rentmeester
Overwater uit Strijen. Gemeentelijk be
hoort Tiengemeten voor tweederde tot
Zuid-Beijerland en voor de rest tot Gouds
waard.
Alleen de oostpunt van het eiland ls lange
tijd in het bezit van de overheid geweest:
in 1805 werd daar een quarantaine-plaats
ingericht voor opvarenden van schepen
uit de Oost. Bemanningsleden die met de
pest besmet waren, werden voor Helle-
voetsluis opgepikt door een klein oorlogs
schip, dat hen voor een verblijf van „twee
tot drie weken, ten hoogste veertig dagen"
op het eiland afzette. De angst voor pest
en pokken was in die tijd groot: zelfs de
post die de Oost-gangers naar huis stuur
den, werd op Tiengemeten eerst in de
azijn gedoopt alvorens de brieven naar de
vaste wal gingen
De oostpunt is tot kort voor de tweede
wereldoorlog een marine-post gebleven,
waar regelmatig onderzeeboten brandstof
innamen. In 1938 werd de basis ontruimd.
De bewaker bleef er wonen en ging in het
boerenbedrijf. Het kruitmagazijn werd
een schuur en de aanlegstijger werd ge
bruikt voor de afvoer van aardappelen en
bieten. Het hospitaaltje werd omgebouwd
tot woonruimte voor drie gezinnen. Nu
zijn het weekendhuisjes. Van het kerkhof
is weer bouwland gemaakt. Maar de fami
lie Van Dijl woont nog steeds op de boer
derij, van vader op zoon, zes geslachten
achter elkaar.
In de oorlog werd het eiland door de
Duitsers onder water gezet. Maar veel
schade is er niet geleden. De bezetters
hadden niet veel aandacht voor het ge
bied, dat daardoor een belangrijke verbin
ding vormde tussen bezet en bevrijd ge
bied. Tal van „line-crossers" hebben in de
Tiengemetense rietvelden een tijdelijk on
derkomen gevonden.
De watersnood van 1 februari 1953 heeft
veel meer schade aan het eiland toege
bracht. Tweëntwintig spoelgaten waren
er. Zestien hulzen werden weggevaagd. De
opzichter en zijn broer verdronken. En
nog enkele Jaren later moesten de boeren
na het ploegen gips strooien om de gevol
gen van de overstroming weg te werken.
Een paar maanden na de ramp waren
ruim tachtig mensen aan het werk; in
november waren de dijken dicht, lagen de
polders droog en kon het land weer ge
bruikt worden. Nog geen vier meter was
de hoogte van de dijken, toen de storm
vloed erover heen kwam. De daaropvol
gende Jaren werden ze verhoogd tot vie
renhalve meter. De binnendijkjes werden
geslecht om de verhogingen uit te voeren.
Na de ramp van '53 kwam Gilles van
Rossum met zijn gezin op Tiengemeten.
Hij werd opzichter over de herstelwerk
zaamheden en (daarna) het onderhoud
van het eiland. In de eerste tijd fungeer
den smalle paden door het land heen als
verbindingswegen. Vooral in het najaar
hadden de boeren het zwaar om hun volle
bietenwagens door de drassige kleigrond
voort te bewegen. De spatborden waren
toen ook maar van de fietsen afgehaald,
omdat je er met alle modder niet op
vooruitkwam. Er werden spoorlijntjes
aangelegd om bieten, aardappelen en tar
we dichter bij de boerderij en de aanleg
steiger te brengen.
Imiddels is er op het eiland bijna vijftien
kilometer asfaltweg aangelegd. In de Ja
ren vijftig werd er elektriciteit aangelegd.
Anne Bijl werd in die tijd telefoniste van
het eiland voor elf aansluitingen. De
drinkwaterleiding kwam pas in 1961; vóór
die tijd stonden er overal grote regenbak
ken, maar in droge zomers was het water
gebrek soms zo nijpend dat het tanden
poetsen met tonic gebeurde en de was nog
in de rivier gedaan werd.
Het is voor Van Rossum niet meer zo druk
als vroeger. Tot de afsluiting van het
Haringvliet in 1970 had hij tien medewer-
Vijftien kilometer verharde weg is er om ronder nummerbord,
zonder rijbewijs en zonder kenteken te rijden.
Verkeersborden zijn er niet, verkeersregels gelden niet.
De aanlegsteiger in het voormalige
marinehaventje aan de oostpunt van het
eiland, waar tot 1938 een quarantaine-
post en een kruitmagazijn was.
kers. De dijken en kaden vroegen toen
veel meer onderhoud en toezicht. Vaak
werd er 's nachts gewaakt. De rietvelden
aan de westkant van het eiland waren zeer
bewerkelijk en vormden tegelijk een van
de belangrijkste bronnen van Inkomsten
voor de NV. In die tijd werd er ook nog een
flinke boomgaard geëxploiteerd, maar de
meeste fultbomen zijn gekapt omdat ze te
weinig profijt opleverden.
De aandeelhouders laten zich ook niet
meer zien zoals vroeger, toen het hele
eiland één dag per Jaar op z'n kop stond.
Dan kwamen ze, Paul Alexander William
graaf Munster, Hubert Augustln Pierre
Anne Marie Joseph Comte de Montaigu,
Frederik Willem Walter baron van Tuyll
van Serooskerken. Baronnen, baronessen
en graven uit Engeland, Frankrijk en Ne
derland. Op een boerenkar lieten ze zich
over het eiland rijden om in het koelhuis
wat van de oogst te proeven, en gebakken
vis te nuttigen. De laatste commissaris,
baron Van Tuyll, is een aantal jaren gele
den afgetreden. Wie nu eigenaar van Tien
gemeten is, ls een duistere zaak. Vast
staat wel dat het eiland niet veel meer
oplevert: de pacht van de boeren is nooit
hoog geweest, de boomgaard is weg en de
rietvelden liggen braak. CRM heeft verbo
den de driehonderd hectare nog langer te
exploiteren. Het aanhouden van yet ei
land ls nu nog slechts een zaak van tradi
tie, van gevoelswaarde geworden, wordt
gezegd. Winst geeft Tiengemeten niet
meer.
Gilles van Rossum (59) is er niet erg geluk
kig mee. Staande op de dijk wijst hij op
het uitgestrekte stuk biezen- en rietland:
'Het is natuurgebied, zegt CRM. Dat bete
kent dat Je driehonderd hectare riet maar
moet laten wegrotten. Het zou een keurig
bouwland kunnen zijn. Maar dat mag niet
van CRM. Er kwam vroeger een beste
partij dakriet af. eerste soort. Wat zou het
mooi zijn als weiland met een paar koetjes
erop. Dat is natuur. En de natuur is mooi,
als je 't maar wilt zien. Tegenwoordig
vinden 2e ook dat Je de bermen niet moet
maaien en dat Je het gras op de dijken
moet laten staan. Nou, fk vind het smerig.
'Ik hou van een mooie gladde berm. Je
moet het bijhouden.'
Het laatste verbaal dat op Tiengemeten
uitgeschreven is. was in 1952 voor een
koperdiefstal. Verkeersovertredingen kun
Je op Tiengemeten niet maken: het is
particulier bezit. Er staan geen verkeers
borden, er gelden geen verkeersregels. Je
mag er te hard rijden, of met een slok op
achter het stuur kruipen. Van Rossum zal
je in elk geval niets doen, als het niet uit
de hand loopt. Trouwens, de opzichter
komt om acht uur op het eiland en vaart
met het pontje van vijf uur weer naar de
overkant.
Op Tiengemeten zelf beweegt Van Ros
sum zich net als de bewoners voort in een
vehikel van een wagen. Aan het haventje
bij het „centrum" van het eiland dat
met z'n drie boerderijen en acht arbeiders
woningen nog wel eens met „City" wordt
aangeduid staan tal van „lijken", oude
karretjes die zó naar de sloop kunnen.
Maar ze rijden nog en dat is voldoende.
Drie jaar geleden begaf Van Rossums
vorige voertuig het; repareren was zonde
van het geld. Dus kocht de Numansdorper
voor 250 piek een „nieuw" exemplaar:
„Als le nu in elkaar ploft, heb ik nog
goedkoop gereden."
Onder de voorruit van de auto kleeft nog
een „Derde Deel" uit 1976. En dat vooreen
rijksveldwachter? Geen probleem, want
wegenbelasting bestaat op Tiengemeten
niet. Nummerborden zijn meestal verdwe
nen en rijden zonder rijbewijs is toege
staan. Heeft Van Rossum er nooit moei
lijkheden mee? „Ik hoef niet als politie
man op te treden, ik kan het meestal zo
wel met de mensen af."
Het leven op Tiengemeten is haast onbe
schrijflijk rustig. Er gebeurt vrijwel nooit
iets. Eén keer ls de brandspuit gebruikt in
Van Rossums periode, weet hij: een boer
derij vloog in de brand, maar binnen een
uur was het vuur bedwongen. Soms komt
er een vreemdeling op het eiland, maar
ook hij past zich bij de rust aan en gaat
wandelen of vogeltjes kijken. Het enige
vertier is de regelmatige komst van het
veer van Willem Bijl. Vroeger was er nog
een pontje, van de Hltserse Kaal bij Zuid-
Beijerland over het Vuile Gat naar boer
derij „Stroomzicht", waar een hoorn aan
een roestige spijker hing om de veerman
in actie te brengen. Ook hing er een rieten
mand aan een grote paal ten teken dat er
klanten voor een tochtje waren.
Nu steekt Bijl elk uur van zijn café De
Veerdienst in Nieuwendijk over naar de
nieuwe haven. Passagiers kunnen een
knipperlicht in werking zetten om de veer
man te waarschuwen dat ze over willen.
De wonderen der techniek zijn aan Tien
gemeten niet helemaal voorbij gegaan.
Alleen, de pontbaas knapt niet meer zo
veel boodschapjes voor de eilandbewo
ners op als vroeger. Een hoestdrankje
halen ls er bijvoorbeeld niet meer bij.
Toch blijft de veerboot voorlopig de enige
verbinding met de vaste wal. Plannen
voor een dijk of een brug naar het eiland
zijn niet gerealiseerd door de aanleg van
de Harlngvlletbrug, een paar kilometer
naar het oosten. Het lijkt erop dat Tienge
meten verscholen zal blijven: geen vlieg
veld, geen industrie, geen kerncentrale en
geen recreatievoorzieningen. Geen water
leidinggebied voor Rotterdam ook, want
het water uit de Blesbosch ls zoeter.
Nee, de „Eendracht" van Willem Bijl zal
nog wel even „het duurste pontje van
Nederland" blijven, zoals Van Rossum
zegt. Drieëneenhalve gulden kost een
overtochtje van amper zevenhonderd me
ter. Een retourtje uiteraard, want Je moet
ook weer van het eiland af. De bewoners
betalen trouwens hetzelfde tarief voor een
reisje naar de rest van Nederland. Vijf
minuten varen en ze stappen in Nieuwen
dijk in hun (goede) auto. Twintig minuten
rijden en ze staan in de file bij de Van
Brienénoordbrug.
m