Platenatlas over Indië van 130 jaar geleden Tweede Wereldoorlog in (spot)prenten Weer op bestelling Kijk op kastelen Een kind is wat het is - Facsimile-uitgave van iemand die buitenstaander bleef OONDERDAG 2 AUGUSTUS 1979 TROUW/KWARTET H11 „Gezigten uit Neêrlands In dië, naar de natuur getekend en beschreven", door C. W. M. van de Velde, kapitein ter zee. Opgedragen aan ZKH Prins Willem Frederik Hen drik der Nederlanden. Her druk in facsimile, uitgave T. Wever, Franeker. Voorinte kenprijs 125, na 15 decem ber 1979 155. Veldes tijd was de situatie hier verre van Idyllisch. Verarmd zonder een directe band met een groots en be schaafd verleden zoals op Java en Sumatra. Eerst Portugees kolonialis me. later de Nederlanders, die de nog achtergebleven Portugezen over één kam schoren met de bevolking en gewoon spraken van „inheemsen", en zo in feite die Portugese overblijvers dwongen in de bevolking op te gaan, wat uiteindelijk dan ook is gebeurd. Maar van de historische ontwikkeling en die volkenkundige verhouding heeft Van de Velde nooit iets begre pen. „Het sinkeh" groeide tot „Lau- keh", Van de Velde ging als kapitein ter zee de dienst uit. Die groei hebben we in zijn beschrijvingen goed kun nen volgen, al bleef de Indonesische cultuur voor hem ontoegankelijk. Historici kunnen er toch blij mee zijn: Van de Veldes platenatlas met uitge breide beschrijving was het eerste boekwerk van deze aard over het toenmalige Nederlands-Indië, al bleef Van de Velde toch altijd buitenstaan der en al gevoelde hij er niets voor wat dieper in te gaan op de Indonesi sche, vooral de Javaanse en Suma- traanse cultuur en beschaving, welke eeuwen geleden reeds heel wat hoger waren dan onze eigen Westeuropese. Iisteel De Wildenborg te Vorden De mens is geneigd zich te verkijken op het leven in kastelen, stelt zich te veel voor van de romantieke sfeer op het ridderslot. Het meubilair moet zeer sober zijn geweest; men leest over schragentafels, die na gebruik tegen de muur werden gezet. Banken worden genoemd, van stoelen horen we zelden. In ieder vertrek stonden een paar bedden of banken, dienstba ren sliepen vaak op zolder of in de stal. Deze aanduidingen over het leven op kastelen en burchten in de middel eeuwen komen helaas te weinig voor in het boek KIJK OP KASTELEN, omgrachte versterkingen, die in de loop der eeuwen, in aantal zijn ge slonken. Het sociale aspect, zoals het wonen en werken, arbeidsverhoudin gen, zou de kijk op kastelen kunnen hebben verbreed. De kaart van Nederland in de middel- Onder de titel 't Scherp van de pen heeft Johan van der Steen uit zijn formidabele, en vermoedelijk unieke verzameling (spot)prenten uit de Tweede Wereldoorlog een selectie gemaakt die de moeite waard is. Grappen en grollen, spot en hoon, humor en propaganda uit de jaren 1939-1945. De ondertitel van dit kostelijke- boek is echter aan twijfel onderhe vig. Die luidt: ,De tweede wereld oorlog getekend', maar dat is nóch in letterlijke, nóch in overdrachte lijke zin gebeurd. Een samenvat tend beeld van een oorlog geef je niet zomaar in een aantal teke ningen. Maar de selectie is aardig genoeg om er de aandacht voor te vragen. De tekeningen komen overigens van alle windstreken en van alle strijdende partijen. Men vindt hier het antisemitische vuil van Der Stürmer naast de soms milde spot van Amerikaanse cartoonis ten. Gelukkig zijn de bronnen ook vermeld, en de auteur geeft steeds korte overzichten, waardoor ook de lezers en kijkers die de periode niet, of niet bewust hebben mee gemaakt (en dat zullen langzamer hand de meesten zijn) het alle maal met enig goede wil kunnen meemaken. Het is een boek geworden om lang in te bladeren en er steeds naar te grijpen. Soms kan men befaamde grappen die in de oorlogsdagen gnuivend de ronde deden, terug vinden. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld hoe vindingrijke geesten uitvonden hoe Hitler in de diverse wereldtalen werd aange duid. Als men die aanduidingen hardop leest, hoort men de kwali ficaties, die veel .oudgedienden' zich nog zuilen herinneren. Ik geef ze hier tot aller vermaak nog even door: In het Pools .Pikinski', in het Rus sisch .Slarotimof', in het Chinees .Hang-Kreng-Hang*. in het Japans .Foetsjiraoeti', in het Zweeds .Swern Heden'. Noors: .Olaf Bek'. Spaans: .Wibraltaar'. Italiaans: .Alverotti'. Turks: .Kelim Kelim'. Portugees: Lopez de Zee door'. Brits Indisch: .Mahatem - Paha- tem'. Engels: ,8ir Pent'. Indiaans: .Winnetoutitochni'. Jiddisch: ,Sal- lie Swemme'. Egyptisch: .Fareho- mar'. Grieks: .Odyssee'. Vlaams: .Manneke Plons'. Arabisch: Sla- hem Elijki'. Abessijns: .Haalo- pez'nbassie'. Amerikaans: Reuze fielt'. Maleis: .Strontjong*. Fries: .Jatstra'. Toneeljargon: Adolf Engerd'. En de kaffers noemden hem .Führer'. (Mijn echtgenote wist trouwens in het Chinees nog een andere .Kwoutihing'). Een vondst vind ik nog dat het boek op kringlooppa pier is gedrukt. Dat is van uitste kende kwaliteit, maar heeft net die grauwte, die bij de sfeer van de tekeningen past. De drie tekeningen brengen Hit- Ier, Himmler en Goebbels in beeld. Naar mijn gevoel artistiek niet on geslaagd. Johan van der Steen: 't Scherp van de pen. De tweede wereldoorlog getekend. Uitg. Unieboek b.v. Omvang 176 pag. Prijs 26,90. C. G. v. Zw. O»».1') eeuwen geeft aan, dat bijna ieder dorp een kasteel bezat, soms meer dan één. Van deze twee- tot driedui zend huizen met him grachten, poor ten en bijgebouwen is naar schatting nog maar tien procent over, die hun middeleeuwse oorsprong verbergen onder een dikke pleisterlaag of bin nen een gebouw van later datum. In dit, rijkelijk met foto's verluchtig de werk, gaat het over een deel van het geslonken erfgoed, waarbij de op zet was de mooiste, meest karakteris tieke gebouwen te laten zien. Naast de historie verschaft het boek inlich tingen over de huidige verscheiden heid in functies van het kasteel, over de instandhouding van de grijze bouwwerken en de instanties die er zich mee bezighouden. Een overzicht van k'astelenroutes completeert het boek van auteur drs. H. Tromp, die medewerker is van Monumentenzorg (Zeist). Ruim 140 pagina's over kastelen, cen tra die destijds uit de nood zijn gebo ren, omdat de mens zich moest be schermen. Het kasteel was een verde digingsmogelijkheid om te overleven, het ontstond in eerste instantie na de gezagschaos die in westelijk Europa optrad na het eind van het regerings tijdperk van keizer Karei de Grote. Wereldlijke- en geestelijke macht hebbers gaven de toon aan, de wille keur vierde hoogtij. Het feodale stel sel deed opgang. De overgebleven kastelen overbrug gen eeuwen, zij vormen een bezit, dat waard is in stand, te houden. Tenslotte deze kanttekening: een al fabetisch register zou de hanteer baarheid van dit boek hebben vervol maakt. Dat zou voor het publiek be langrijker zijn dan vermelding van de bronnenlijst, waaruit overigens blijkt hoe veelvuldig er over het onderwerp is gepubliceerd. Drs H. Tromp KIJK OP KAS TELEN. Uitgave Elsevier Focus in de serie „Kijk op..." Prijs: 32,50. „Een kind is wat het is", is een aardig kijk-lees-boek, met een (Vlaamse) tekst, die wel even tot nadenken stemt. Het boekje wil de lezer ertoe brengen te vechten voor een betere wereld voor kinde ren, zo schrijft de uitgever op de omslag. Is die wereld dan zo slecht? Wie leest komt tot het inzicht dat die verre van ideaal is. Natuurlijk zijn we de toestanden van de vori ge eeuw, met de gruwelijke kinderarbeid te boven, maar de auteurs maken duidelijk dat het paradijs voor kinderen heel ver weg is. De terreur van het verkeer is voor kinderen veel groter dan wij vol wassenen denken. En het onder wijs is ook niet alles, alle mooie woorden ten spijt. Leerplancom missies, ja, het klinkt schamper, maar er komt altijd leerstof bij. Nooit valt er iets weg. Een kind kan uitrekenen dat dit vroeg of laat spaak moet lopen, maar het zijn ook geen kinderen die het uitrekenen. Dit zijn enkele voor beelden. Het boekje noemt er meer. En het bevat schitterende foto's. Wat denkt u bij voorbeeld van de hierbij afgedrukte? Dat nietige jongetje, dat als een moderne, on dermaatse Don Quichotte ten strijde lijkt te trekken tegen het geweld van glas en beton? Jaak Dreesen en Walter de Mulder: „Een kind is wat het is". Uitg. De Nederlandse boekhandel, Antwerpen/Am sterdam. Omvang 72 (kloeke) pagina's. Prijs 18,90. Een sproeivliegtuigje loost zilverjodidekristallen in een wolk door Hans de Jong In de afgelopen twintig jaar hebben enkele geleerden van verschillende vakgebieden waaronder weerkunde, klima tologie en biologie ons over voerd met schokkende voor spellingen over ons lot in de nabije toekomst. De dampkring zou worden overver- warmd en weer een geheel andere visie we zouden terughollen naar een nieuwe ijstijd. Het zijn overigens maar enkele „exponenten" uit het korps wetenschappers geweest, die op deze wijze publiciteit kregen. De uitwerking ervan is geweest dat een niet.gering aantal mensen de stuipen op het lijf werd gejaagd en dat er vanuit de wetenschappelijke wereld stemmen zijn opgegaan om een soort code in te stellen om in elk geval de hoeveelheid „reclametekst" te beper ken, net zoals de STER ook een code hanteert tegen grensoverschrij dingen. Zover is het nog niet en zover zal het misschien wel niet eens komen, zo lang er nog schrijvers zijn die de pen hanteren met gevoel voor de betrek kelijkheid van alle dingen. Zolang er immers «een volledige wetenschap pelijke eenstemmigheid heerst over problemen, met niet te overziene mondiale reikwijdte die voor de mensheid volkomen nieuw zijn, heeft het geen zin terwille van de publieke belangstelling „het antwoord" te pu bliceren. Fitzhugh Green is, misschien zult u het al wel hebben vermoed, een au teur. die daar niet op uit is, maar die de lezers toch zo breed mogelijk wil informeren over allerlei gecompli ceerde vraagstukken en hij is daartoe capabel: als ecoloog was hij jarenlang medebestuurder van het Amerikaan se Bureau voor Milieubescherming. Verder hield hij zich intensief bezig met klimatologie en oceanografie. Dat deze man bovendien de kunst verstaat de pen te hanteren, word je na twee drie bladzijden vén het boek „Weer op bestelling" al duide lijk: de actuele problematiek wordt op zeer duidelijke en boeiende wijze weergegeven. „Weer opbestelllng" is een belangwekkend boek. Het geeft achtergrond-informatie over de eer ste beginselen van het regen maken, pogingen tot het temmen van wervel stormen, het tegengaan van aard schokken, het oplossen van gevaarlij ke en hinderlijke mist en het zo moge lijk ingrijpen in het laboratorium van bliksem en donder. Verder wijst het boek op onze slordi ge industriële gewoonten, die het mi lieu in hoge mate schade kunnen be rokkenen zoals: de toenemende lucht- en watervervuiling welke cata strofaal kunnen worden. Regen maken In het boek lees Je ook, hoe het nu eigenlijk toegaat bij het regen maken in de Verenigde Staten. Particulieren en organisaties proberen er flink geld uit te slaan. Tegen betaling vliegen zij ten behoeve van boeren, waterlei- ding- en elektriciteitsbedrijven en voor staats- en plaatselijke bestuurs instellingen door wolken en bestrooi en die met zilverjodidekristallen om hagel te bestrijden of regen- en sneeuwval te stimuleren. Die strooi- bedrijven werken voor een habbe- krats. Grote oppervlakten kunnen worden bewerkt met relatief kleine hoeveelheden kristallen zilverjodide of droogijs. De ondernemer Tom Henderson heeft een permanente hagelwacht. Hij houdt maanden achtereen 24 uur per dag de wolken in de gaten met radar en het blote oog. Tegelijkertijd heeft hij twee tot drie vliegtuigen en vliegers startklaar om onmiddellijk als een zwerm boze bijen elke wolk aan te vallen. Zeer aanbevolen dit door Co de Groot vertaalde boek. Fitzhug Green: „Weer op be stelling" Uitg. Elsevier Fo cus. Omvang 192 pag. Paper back. Prijs 19.90. Een ander aspect dat de moderne milieu-belangstellenden zal interes seren. In Van de Veldes beschrijving van een tocht door een stuk Bantams oerbos speelt de voor mensen gevaar lijke tijger een rol. Inderdaad was in die tijd in Bantam evenals in de laatste Jaren voor de tweede wereld oorlog in Asahan op Noord-Oost-Su- matra de tijger een wezenlijk ge vaar voor de mens. Dat had een oor zaak. Door het in cultuur brengen van alle omringende land werd het oerbos hier teruggedrongen tot een zo gering oppervlak, dat het onmogelijk voldoende voedsel kon opbrengen voor de tijgers, die hier een laatste wijkplaats voor de opdringende be schaving zochten. Die dieren waren uitgehongerd en grepen wat zij maar vonden. In een normaal oerbos, waar in evenwicht is, gaat de tijger de mens uit de weg. Van de Velde beschreef de weelderig heid in sommige Europese huizen, vooral van hooggeplaatsten, waarin hij als zeeofficier werd ontvangen. Een jongeman met een marine-toe komst was een begeerlijk object voor vele meisjes. Hij beschreef met ver wondering de overvloed van bedien den van verschillende rang. Daarbij ontging het hem, dat het voeren van een grote staat voor een hooggeplaat ste Europeaan noodzaak was tegen over inheemsen van gelijke rang. Bo vendien kwam hij hier in aanraking met resten van het oude hindoe-kas tensysteem, dat door de islam nooit geheel is verdrongen. Wat triest is Van de Veldes beschrij ving van het oostelijke deel van de Indonesische archipel, waar Portuge se namen nog steeds herinneren aan de tijd voor de Nederlanders in Indo nesië kwamen. Mengvolken, waarin bij voorbeeld de Zuidmolukse kerk niet uitsluitend een zendingskerk maar ook een hervormingskerk werd: de Portugezen hadden hier immers het katholicisme gebracht. In Van de door Hans W. Ledeboer De heruitgave in facsi mile van de meer dan tionderddertig jaar gele den verschenen prachti ge platenatlas „Gezigten uit Neêrlands Indië van C. W. M. van de Velde is, vooral voor de leden van de families, die van ge slacht op geslacht met iet vroegere Nederlands- Indië waren verbonden, een prachtige gedachte. Natuurlijk komen, bij het Ier hand nemen van dit werk, «at gemengde gevoelens naar loven. Van de Velde is nooit Indischman" geworden. De roegere uitgever, Frans Buf- a te Amsterdam, heeft de irusselse lithograaf Paul .auters opgedragen van de chetsen en aquarellen van Van de Velde litho's te Inhaken. Lauters was een zeer knap vakman, naar veel van Van de Velde's „teken- landschrift" ging verloten en dat is lirect te zien aan Lauters weergave jan de natuur, die op heel wat platen ie typische tropische weelderigheid nist. de zegt „te Rijswijk" waarin bij het uitbreken van de oorlog met Japan in 1942 een gerenommeerd Juweliersbe- drijf was gevestigd, de „boom" in de Bataviase benedenstad bij de visaf- slag (Pasar Ikan), de sociëteit „De Harmonie", noem maar op. De Ponti- anak-rivier, de westkust van Sumatra met het hooggebergte op de achter grond, het ziet er nu nog precies zo indrukwekkend uit. In de tekst treft men een interes sant en ongewild effect. De benaming van een in China geboren en naar elders geëmigreerde Chinees is „sin keh", een Chinees, die buiten China is geboren, wordt „laukeh" genoemd. Welnu, in het vroegere Nederlands- Indië, vooral op het eiland Sumatra, werd de pas uit Nederland overgeko men jonge Nederlander door zijn ou dere collega's aangeduid als „sin keh". Die ouderen noemden zichzelf „laukeh's", in de Europese samenle ving was de laukeh dus de oudgedien de. De vaak zeer subtiele verhoudin gen in de oosterse samenleving, zo totaal anders dan in West-Europa, maakten, dat een „sinkeh" in hun minachting spraken de oudgedien den zelfs van „het sinkeh" nogal eens fouten beging. De ontwikkeling van de jonge zee-officier Van de Velde van „sinkeh" tot de verweerde „lau keh" aan wie men niets meer over de tropen behoeft te vertellen is in de tekst van de atlas te vinden. Com pleet zelfs met de blunders. Zo noemt hij in het begin van zijn boek de moskee in Bantam een „Javaanse tempel" en als hij die moskee mag bezoeken verwondert hij zich over de zijns inziens nogal kale soberheid van het interieur, blijkbaar niet wetend, dat de islam wat betreft het inwendi ge van een moskee soberheid voor schrijft Veel van wat Van de Velde tekende, Als piepjong zee-officier woont hij taat er nog altijd: de Willemskerk in een ontvangst bij in de residentie-, haar prachtige park, het historische besaran te Serang. Daar kwam andhuis aan Rijswijk Van de Vel- een groot aantal „ondergeschikte ambtenaren, onder wie de regent" opwachting maken. Over de „onder geschiktheid" van de regent herziet hij gelukkig zijn mening: in het bij schrift van de tekening vermeldt hij „Z. K. H. Adipatti Mandura". De re gent is immers de hoogste inheemse ambtenaar, rechtstreeks ressorte rend onder de inheemse vorst en als zodanig parallel gesteld met de resi dent, die als Nederlands bestuur sambtenaar rechtstreeks onder de gouverneur en in vele, gevallen onder de gouverneur-generaal ressorteert. Meestal waren regenten dan ook naaste familieleden van de vorst of in ieder geval leden van zeer hoge adel. De titel „adipatti" betekent prins van den bloede. Kennelijk was Van de Velde in de war gebracht door de nogal gecompliceerde beleefdheids formules, waarmee de regent zijn „oudere broeder" de resident be groette. Hij maakte die fout dan ook niet meer: de regent van Lebak kreeg- De moskee van Bantam, zoals Van de Velde die zag. van Van de Velde het respect, dat hem, gezien zijn hoge adel, toekomt. Deze werd netjes aangeduid als „zij ne hoogheid". Overigens zijn de be schrijvingen van de regentenkleding, waarin niet alleen hun bestuurlijke rang maar ook de trap van hun adel dom werden weerspiegeld, meester lijk van kleurrijkheid en detaillering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 11