Kees Vellekoop: advocaat in spe Commentaar Geen stappen van GPD aandoenlijke 'kat in de stad' Ier of minder politie ipaganda Politie vangt 700 kilo hasj stuur 'n brief =^ROAG 26 JULI 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 rapport dat de minister van inlandse zaken deze week is £boden, wordt geconstateerd problemen waarmee de po- (yorstelt niet worden opgelost feen voortdurende uitbreiding We korpsen. Het rapport is kigesteld door een aantal poli- Jnsen en organisatiedeskundi- verenigd in een zogeheten Jctgroep, die de werkwijze en Ijfsvoering bij de politie aan idiepgaand onderzoek heeft worpen. Op de conclusie dat lerkte van de korpsen niet (keerd evenredig is met het l problemen dat zij op hun irinden, was al vooruitgelopen ftn tussenrapport, „Politie in dering", dat nogal wat stof doen opwaaien. Dat in de I gelederen vraagtekens wer- jgezet bij de roep om meer was dan ook niet eerder jond. ;er Wiegel, die aan de over- iging van het tweede rapport naarheid gaf, voegde er bijna )n adem aan toe dat de ge- statelijke politiekorpsen jaar- e simet 500 man zullen worden "jjtaeid. Die mededeling lijkt chtlijk te rijmen met de aanbeve- pidjvan zijn eigen adviescommis sie problemen op andere dan gmatige wijze te lijf te gaan. 'gerpdruk dat het rijm gebroken kon nog worden versterkt igenherinneringen aan de opposi- k leer Wiegel, die zich bij de om meer politie nooit onbe- had gelaten. idanks hoeft de in het voor- it eiht gestelde versterking van de t wniet in strijd te zijn met de naï isie van de projectgroep, avo eer althans, zoals de minister kelijreert, de jaarlijkse uitbrei- «iet als een automatisme te worden opgevat. Hier en met name bij de kleinere or $en, bestaat nog steeds een na t aan politie. Dat valt ook te stellen door wie niet de Zuidafrikaanse informatie- daal speelt zich af in de duis- zereld van de geheime opera die al tot talloze boeiende irenverhalen heeft geïnspi- maar waar we ons in werke- id toch nooit een betrouw- beeld van kunnen vormen, bm is het ook praktisch on- 1S. lijk de ware omvang vast te k0' i van de propaganda-oorlog uid-Afrika begin jaren zeven- «geitketende en die zich nu ge- tegen de aanstichters zelf gekeerd. Alles wat we nu de affaire te horen krijgen uit uit verdachte bron. De ver- 5j jordelijke politici hebben er uit elang bij zoveel mogelijk van diittende lading in het bootje te meivan hun vroegere onderge- te Eschel Rhoodie, de beden- ennfen uitvoerder van de propa- ïg. Deze, inmiddels in ■t ;rijk gearresteerd, zal op zijn 1 he proberen zoveel mogelijk esti Ün vroegere superieuren mee va pen in zijn val in de hoop dat deknog besluiten die val te ver- va en' zlji ac'lt afl00P van dit steek- zijriijn er voorlopig al twee ver- de te noteren. Dat zijn de pers !°°Jt van haar afhankelijke, ge bisseerde publiek. Beiden zul- oet! jna onvermijdelijk het spoor lingr raken in dat doolhof van gillingen, beschuldigingen, Spnningen en weer nieuwe be- pl|digingen. Ongelukkigerwijze illussie koestert dat de misdaad volledig uit de samenleving uit te bannen valt. De aanvulling van dat tekort hoeft geen honorering te zijn van een uit kortzichtigheid voortvloeiende vraag naar meer politie. In het rapport wordt ook niet ge zegd dat er van een tekort bij de politie geen sprake meer is. Het wil alleen een dam opwerpen tegen een, zoals in de praktijk blijkt, niet denkbeeldige behoefte steeds meer te vragen met voorbijzien aan de kwaliteit van het werk dat zo'n groeiend leger politiemensen verricht. De samenstellers van het rapport zijn de mening toegedaan dat die kwaliteit ook, of juist, verbeterd kan worden door een herstructurering van het verouder de politie-apparaat, dat zich niet ten eeuwigen dage op een tekort aan mankracht kan blijven be roepen. Een jaarlijkse uitbreiding met 500 man zou, in dat licht bezien, op vrij korte termijn wel eens te veel van het goede kunnen zijn. Het is te hopen dat Wiegel als minister, met het hem aangereikte rapport in handen, ook snel ernst zal ma ken met de kwalitatieve verbete ring van de politie, die zich al te lang in slaap heeft gesust, en door anderen in slaap heeft laten sus sen, door de gedachte dat de hoe veelheid bepalend is voor de hoe danigheid. Een goed teken is, dat, naar het zich laat aanzien, met het jongste rapport, „Sterkte van de politie", minder geheimzinnig zal worden omgesprongen dan met het eerde re, waarvan na maanden nog nie mand wist of het nu officieel open baar was gemaakt of niet. Onnodi ge geheimzinnigheid is wel het laatste waar de politie mee is ge diend. Degenen die om meer poli tie riepen, hebben dat trouwens ook nooit in stilte gedaan. dreigen de oorspronkelijke aan stichters van de hele affaire daar door toch nog een beetje te slagen in hun opzet. De hele campagne is immers van begin af aan bedoeld geweest de pers en het publiek een rad voor de ogen te draaien. Het is verkeerd om, zoals Elseviers Ma gazine deze week in een hoofdarti kel deed, dit te verwarren met propaganda, zoals alle regeringen bedrijven. Propaganda is een po ging de publieke opinie te beïn vloeden met geoorloofde midde len. Opzettelijke misleiding is wat anders. Propaganda is het bijvoor beeld drukwerk te verspreiden waar een veel te mooie voorstel ling van zaken wordt gegeven. Misleiding wordt het als de betref fende regering er niet meer voor uit wil komen zulk drukwerk te verspreiden en daarom een neu traal lijkende uitgever als stroman gebruikt. Wie dergelijke kunstjes uithaalt maakt zich tot de vijand van de pers die onafhankelijk wil opereren en mag rekenen op een gepeperd protest van die kant. Juist van journalistieke zijde mag nu niet worden gedaan alsof het opzettelijk vervuilen van informa tiestroman door overheden, of dat nu een Zuidafrikaanse of een Oosteuropese is, eigenlijk niets verkeerds. Uit naam van het pu bliek dat recht heeft op informatie moet de pers in dit soort zaken uiterst kritisch staan tegenover de overheid. Van een onzer verslaggevers GOUDA Waar de gevangenis al niet goed voor is. De nu 27-jarige Kees Vellekoop liet zich vijf jaar geleden in hechtenis nemen omdat hij dienst weigerde op voor die tijd nogal ongebruikelijke gronden. Hij maakte onderscheid tussen bevrijdend en onderdrukkend geweld, en dat onder scheid maakte de toenmalige dienstplichtwet niet. Gevolg: hij belandde in de Scheveningse jeugdgevangenis De Sprang en dat veranderde in hoge mate zijn leven. Zijn „schrijfvriendin" Pauline Goedvolk werd uiteindelijk zijn vrouw (ze trouwden vorig jaar november) en wat wellicht nog opmerke lijker is: starend naar de celmuren nam Kees zich voor om advocaat te worden. Hij is nu vierdejaars rechten. Er Is intussen veel veran derd. En toch ook weer wei nig. Na zes weken Nieuwer- sluis en ruim drie maanden gevangenisstraf (hij was ver oordeeld tot 21 maanden) werd Kees in maart 1975 in vrijheid gesteld op grond van een komende wetswijzi ging waarvan verwacht werd dat deze zijn bezwaren tegen de dienstplicht zou honore ren. Voordien bood de wet slechts vervangende dienst plicht als mogelijkheid voor degenen die absoluut tegen elke vorm van geweld waren. Kees Vellekoop maakte in zijn motivering onderscheid voor onderdrukte minderhe den voor wie niets anders dan gewapend verzet nog rest. Bij zijn invrijheidstelling le ken de normen aanzienlijk te worden verruimd. Voor taan zou een simpel briefje voldoende zijn om de gewe tensbezwaren kenbaar te maken; zonder toelichting voor de desbetreffende com missie van advies zou dan vervangende dienstplicht volgen. Onduidelijk Maar een dergelijke verrui ming werd later terugge draaid. Met ingang van 1 ja nuari 1979 gelden alleen nog bezwaren tegen middelen van geweld waarbij iemand betrokken kan raken door in het Nederlandse leger te gaan, zoals de letter der wet ongeveer luidt. Impliciet wordt daarmee aan de be zwaren van bijvoorbeeld een atoompacifist tegemoet ge komen. maar hoe het staat met de bezwaren tegen het militair-industrieel complex of de bezwaren die Kees Vel lekoop destijds koesterde, is nog de vraag. „Het is nog maar afwachten hoe de nieuwe wet zal wor den geïnterpreteerd", zegt Kees Vellekoop. „Er is nog niemand op beoordeeld, om dat het na het indienen van je bezwaar nog minstens an derhalf jaar duurt voordat je voor de commissie moet ver schijnen voor een toelich ting. Door de grote achter stand is het allemaal nog erg onduidelijk. Zo weet ik nog steeds niet of mijn bezwaar van destijds nu wél erkend wordt. Heel extreem gesteld is de zaak voor mij na al die jaren nog steeds niet af, ja. Ik heb in 1975 officieel straf onderbreking gekeregen en die kan maximaal maar drie maanden duren. Daarna volgde dus een gratieproce dure ambtshalve, dat wil zeggen dat de minister zelf zou gaan bekijken of ik voor gratie in aanmerking kwam. Ik heb er nooit meer iets van gehoord, maar ik denk dat er ooit nog wel eens een brief zal komen waarin mij offici eel gratie wordt verleend." Een opluchting? „Nee, meer het afwerken van een forma liteit." Hoe dan ook, na een wat doelloze studie MO geschie denis besloot Kees in de ge vangenis, rechten te gaan studeren. „Ik wilde advo caat worden, en dat was voordien nog nooit bij me opgekomen. Ik zag dat zoge noemde pro deo advocaten werkelijk nul komma nul aandacht besteedden aan hun cliënten in de gevange nis. Er waren gevallen waar in een kwartier vóór de zit ting even aan de gedetineer de werd gevraagd wat er nou eigenlijk aan de hand was. Dat vond ik schandalig, en dat bracht me tot mijn be sluit." „Mijn grote bezwaar tegen veel advocaten is dat ze hun Kees Vellekoop nu bezig aan zijn rechtenstudie. gen dat de langere duur van vervangende dienstplicht (negentien maanden in plaats van veertien) onrecht vaardig is en dat bovendien de mogelijkheden daartoe te gering zijn. Kees: „Je doet meestal erg vervelende werkzaamheden die niets te maken hebben met het motief van je dienst weigering. Een dienstweige raar wil het liefst vervangen de dienst doen bij een instel ling, die zich met het thema oorlog en vrede bezighoudt, zoals Amnesty, Pax Christi of een Wereldwinkel. Maar die kunnen dat natuurlijk niet betalen. Daarom beland je nu automatisch in Rijks dienst en kom je op een ar chief waar werkelijk niets te doen is. Zoiets is voor verbe tering vatbaar, dat lijkt me toch billijk. Van een dienst plichtig militair mag je toch ook aannemen dat hij zich inspant voor de vrede. Een dienstweigeraar heeft daar zijn eigen motieven voor, dus heeft hij ook het recht dat zijn vervangende werk zaamheden daarbij enigs zins aansluiten." Kapot Kees Vellekoop kust, omringd door de monstranten, zijn vriendin Pauline Goedvolk (nu zijn echtgenote) als hij eind 1974 de gevangenis in gaat. vak alleen beoefenen om er rijk van te worden. Door die drang bieden zij de minste steun aan degenen die dat het meest nodig hebben. Nou weet ik wel dat een ad vocaat minder dan het mini mum-loon verdient als hij zich alleen met pro deo-za- ken zou bèzighouden. In zo verre kun je het ze ook niet kwalijk nemen. Daarom zal ik te zijner tijd ook dolgeluk kig zijn als ik in een advoca- tencollectief kan gaan func tioneren. Dan komen alle opbrengsten van goedko pe en lucratieve zaken in één pot en die wordt dan onderling verdeeld. Dat is ei genlijk de enige mogelijk heid om je blijvend op te werpen voor de zwakkeren in de samenleving, zonder financieel in de knel te komen." Onrechtvaardig Vanwege zijn rechtenstudie heeft Kees Vellekoop zijn activiteiten voor dienstwei geraars een tikje moeten minderen. Hij heeft geen tijd meer voor zijn bestuursfunc tie in de Vereniging voor Dienstweigeraars, maar hij volgt de zaken nog op de voet. Zo kan hij nog steeds fel zijn standpunt verkondi- Een terugblik op zijn maan den in de gevangenis. Kees: „Het was een fijne tijd met erg veel goede contacten. De relatie met mijn ouders was altijd al goed, maar werd daardoor veel intenser. Maar het instituut gevangenis als Je dat van binnen leert kennen dat is toch wel heel erg. Het maakt mensen alleen maar kapot. Het helpt geen donder. Er worden al leen maar meer haatgevoe lens jegens de maatschappij gekweekt dan voorheen. En het meest frustrerende is dat vrijwel iedereen die een beetje met het gevangenis wezen te maken heeft, dat inziet. Maar het alternatief, dat blijt natuurlijk het moei lijke punt. Ik weet het ook niet. Hoewel, het is een keer gebeurd dat twee Arnhemse jongens, die een oud vrouw tje hadden beroofd, als straf een aantal maanden moes ten werken in een bejaar dentehuis. Misschien een kinderachtig voorbeeld, maar in dat principe zie ik toch meer." Van een onzer verslaggevers .DEN HAAG In overleg met haar raadsman heeft de Gemeenschappe lijke Pers Dienst (GPD) besloten nog geen juridische stappen te onderne men tegen dr Eschel Rhoodie, de voormalige staatssecretaris van het Zuidafrikaanse ministerie van Infor matie. In het weekblad Elseviers Ma gazine van deze week stelt Rhoodie de GPD-correspondent in Johannes burg, Karl Breyer, in een kwaad dag licht. Rhoodie, die vorige week in Zuid- Frankrijk werd gearresteerd op ver denking van verduistering van over heidsgelden, zegt in het vraaggesprek dat Breyer werkzaam is geweest voor het Zuidafrikaanse Bureau voor Staatsveiligheid. Hij zegt voorts Breyer zelf te hebben benoemd als hoofd van een fotonieuwsbureau. Breyer zou ook nog aldus Rhoodie zijn functie van journalist als dek mantel hebben gebruikt voor het bij wonen van vergaderingen van de Or ganisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE). Hoofdredacteur J.P.M. van Beek van de GPD, een redactionele combinatie van 14 regionale dagbladen in Neder land, staat achter de nadrukkelijke ontkenning van deze uitlatingen door Karl Breyer zelf. „Maar een kort ge ding tegen Elseviers Magazine is ta melijk zinloos, omdat het blad zich ongetwijfeld zal beroepen op zijn ob scure bron. En het probleem is verder dat Rhoodie in Frankrijk in de gevan genis zit, dat Breyer Duitser van ge boorte is, en dat van een in Nederland gepleegd delict geen sprake is, tenzij Elseviers Magazine erop zou worden aangesproken. In plaats van Juridi sche stappen te nemen, is Breyer in de vorm van een aantal artikelen nu aan het duidelijk maken dat Rhoodie liegt". Van een onzer verslaggevers UTRECHT De Utrechtse recher che heeft donderdagavond beslag ge legd op 700 kilogram hasj en twee vaten hasjolie. De hasjolie werd aan getroffen achter de dubbele wanden van een Griekse koelwagen, die bij een routine-controle werd aange houden. ijft Waar je 'm ook ziet, de kat gaat zijn eigen kattegangetje. Hij blijft zichzelf, of ie op het platte land alle ruimte van de wereld heeft of dat ie in een piepklein huisje in een binnenstad woont. Wat niet wegneemt dat een stadskat zich qua vrijheid echt moet behelpen vergeleken bij zijn plattelandse familieleden. En toch: ook in de stad weet de kat de beperkte ruimte, de men sen en de dingen naar zijn poot te zetten. De kat in de stad, een heel apart verschijnsel. „Kat in de Stad" is ook de titel van een heel apart boek geworden, pas ver schenen bij Het Spectrum en nu in de winke.' voor 25. Alweer een boek over katten dus Een geliefd onderwerp blijkbaar, want er zijn er de laatste paar jaar nogal wat verschenen. „Kat in de Stad" is afgezien van uitge ver, binder en zo door twee mensen gemaakt: Jack Jacobs en Jan Soer. Zij laten in veel (twee honderd) foto's en weinig woor den zien hoe katten van dier tot dier in karakter en snoetuitdruk king verschillen. Eigenlijk vertel len de dieren dat zelf. De foto graaf, Jack Jacobs, zonder twijfel een kattenminnaar van de eerste orde, moet alleen met engelenge duld gewacht hebben op het juis te moment om Slofje tussen de citroen-geraniums voor het raam. Krabbetje achter de verveloze sponningen, Ginger tussen ruit en lamellengordijn en Noekie bo venop de etsen in de etalage van de galerie te betrappen, knipo gend, loerend, starend, welwil lend, aandoenlijk of hooghartig in de lens kijkend hoewel hier en daar helaas nauwelijks zicht baar tegen de te donkere achter grond. Jan Soer verspilde er weinig woorden aan. Maar de woorden die hij weloverwogen gekozen heeft, zijn tekenend voor zijn on derwerp. Tom Cat hierbij op een deel van de originele foto weergegeven die uitverkoren werd als versiering van het om slag. kreeg deze tekst mee: „Er is zalving en gestrengheid in zijn hemelwaarts gerichte blik, die een hang naar het ambt van pre dikant of rechter doet vermoe den. Het is een blik die zich af keert van het aarde en hem doet ontstijgen aan de banaliteit van een mottig zadel en een houten ..speelgoed treint je". De aristo cratische Ramses is „de eenzame Farao van een smalle straat in de Kinkerbuurt". Castro zich achter het caféraam met de onmisken bare blik van de sceptische, maar niettemin opgewekt geble ven volkse kastelein", en bij de twintigjarige Oscar in zijn een voudige, kartonnen fauteuil zie je al „een zekere vergeestelijking, een ontrukt-zijn aan het aardse, in de ronde starende ogen boven de hoge, benige kaken". Of neem Siamese Annabel: „Hoe is het vanuit de kater-optiek om met Annabel in kennis te komen? Is ze door felle, gele ogen be zien van een opwindende schoonheid? Of toch te veel en te onhandig opgemaakt om je er mee in de goot te kunnen verto nen? En verder zijn daar zacht moedige, zachtpotige Okkie, de burgerman Gijs,. en Aatie, de denker uit een bar in de Jordaan, met „de blik van een barkat-die- alles-al-gezien-heeft van acht uur 's avonds tot twee uur 's nachts in de Willemstraat". Of Bertus, de ruige knokker, maar niette min „voorzien van een devote, witte kraag en met een aandoen lijk, appelrond gelaat, dat af- schroefbaar geplaatst lijkt op het pastelgrijze lijf". Sommige overigens allemaal Amsterdamse katten, waarvan fotograaf en tekstschrijver de naam niet hebben kunnen ach terhalen, heten hier eenvoudig NN. Maar daardoor zijn ze nog niet minder om te knuffelen óf op een eerbiedige afstand te blijven. Zoals die in Perzisch bont gehul de dame. die vanuit een sjieke auto op straat blikt. „Zo kijken vrouwen vaak. die met rijke man nen zijn getrouwd. Royaal in het bont, een auto met wall-to-well- carpeting. maar in de blik soms dat vage verlangen naar elders. Naar de goot bijvoorbeeld, waar in het ruige leven lonkt met een pezige, gehavende kater. Alleen maar voor zo af en toe. Voor die momenten, waarop het autoraam een celraam lijkt". Een aandoenlijk boek dankzij de hartveroverende dieren Mét een oproep achterin om de Amster damse Poezenboot met z'n onge veer driehonderd kattenbewo- ners te steunen nu helemaal geen overbodige zaak trouwens, want na de verschijning van het boek is de boot uitgebrand en met de complete Kattenfuga van Scarlatti. In (g) mineur welis waar, maar toch een heel vrolijk slot van Kat in de Stad. Sinds januari van dit jaar ont vangt Amnesty's Uruguay-coör- dinator Willem Schippers in Am sterdam regelmatig brieven met een kopie van een antwoord van de OCIP in Uruquay. Het gaat om de schrijfaktie voor Alberto Altesor. Mensen die daaraan meegedaan hebben, kregen voor het merendeel antwoord van deze OCIP, een bureau dat door de Uruguayaanse regering is in gesteld om informatie over ge vangenen te geven. De korte in houd van die brief uit Uruguay komt hierop neer: Alberto Alte sor werd gearresteerd op 21 okto ber 1975. waarna een officieel proces' volgde. Zijn advocaat is mr. Uruguay Tournee. De zaak wacht nog steeds op een uit spraak. Altesor heeft een hart kwaal sinds 1961. Hartkleppen zijn vervangen, waardoor hij erg zwak is en bijna in levensgevaar verkeert. Hij bevindt zich in de gevangenis onder speciale medi sche behandeling. Vroeger was hij secretaris van het centrale comité van de communistische partij, hij heeft cursussen op Cuba gevolgd. 8chippers adviseert alle mensen die zo'n antwoord uit Uruguay hebben ontvangen, een brief te rug te schrijven. Dus naar de OCIP, Col. Carlos Maynard, Uru guay 972, Montevideo, Uruguay. Bedank de kolonel eerst voor zijn antwoord. Vraag dan, wanneer een uitspraak te verwachten is in de zaak-Altesor. Informeer of het mogelijk is dat hij verkorting van straftijd krijgt, gezien zijn kritie ke gezondheidstoestand. Voorts waaruit de medische behande ling bestaat en of het niet beter dat hij vanuit de gevangenis naar een ziekenhuis wordt overge bracht. Vraag ook of een medi sche commissie (junta medica) van het Rode Kruis (Cruz Roja) Altesors situatie kan onderzoe ken, en stuur een kopie van de brief aan ambassadeur Alvaro Alvarez. Jan Nassaustraat 65, Den Haag. Noem bij voorkeur niet de naam van Amnesty, om dat die bijzonder slecht valt bij de autoriteiten en voor de gevan genen alleen maar meer moeilijk heden kan opleveren Voor eventueel nadere informa tie of mededeling over een nieu we brief uit Uruguay kunt u zich rechtstreeks in verbinding stel len met Willem Schippers, Bin nen Wieringenstraat 11/2 hoog. Amsterdam, tel. 020-274115.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5