)1ER& PLANT •De brandnetel en haar vrienden Weekendpuzzel Gefeliciteerd. -tóf 3 7^ Hekstellingen tempostrijd Verschrik kelijke blunders m is Jl A 1 h n n Bs s A H m A A m A M m H m m s s mm*-\ m m I* 11 H m m A m a ■o- £E M S3 Wi «ft m iTERDAG 28 JULI 1979 TROUWKWARTET 23 door henk van halm if fir? >rd TGrote brandnetels In een met zon f —doorzeefd bos. onq 3Lj 2 Als kind was je wel eens b geneigd te vinden dat er i. steen brandnetels moesten 'Eljn. Je had er alleen narig- ,'A neid van bij het spelen en 4 2 ie zag helemaal niet hoe tl boeiend de plant zeil is en oeveel dieren zich bij haar lulsvoelen. zijn drie soorten van: de grote, Ie kleine en de kogeltjesbrandne- •L De eerste twee komen overal >r wereld voor, behalve in de ilgebieden, en in ons land is de ite brandnetel de gewoonste. 02ij)at 'grote' is niet overdreven, mant op erg voedselrijke plekken "~T>rordt de plant wel twee of zelfs 39oVel drie meter hoog. En van voed selrijke plekken houden de brand- letels, want ook al behoren ze tot statie gewoonste planten die er zijn il grftlemand hoeft er ver van huls 3i43»aar te zoeken echt overal poelen doen ze niet. houden van een stikstofrljke lem, die ook niet al te droog toet zijn, en groeien daarom op (lekken waar veel afval ligt. Vaak 4 si dat in de buurt van woningen, 2.&aar per se nodig is dat niet. Zo Jn er veel brandnetels op plek ten langs meren en rivieren die af <atteffi toe onder water staan en waar r wiilan veel rommel en soms ook .Söolode vis en zo terecht komt. >28, 041 in grienden en af en toe onderlo- inde wilgenbossen vormt zij een everjlchte ondergroei, samen met banjleefkruid, dauwbraam, fluite- 'd, echte valeriaan, engelwor- (1 en speenkruid. In reigerkolo- ies, waar natuurlijk tijdens de "tijd veel uitwerpselen op de iem vallen, is ze bijna de enige lant, die het er goed doet. Je ziet K>k brandnetels midden in de dui- »en in en bij meeuwenkolonies, iral op de plaatsen waar de [vermeeuwen zich, voor de idtijd begint, soms weken ach- :n verzamelen. "Haar over het algemeen komen :N rland Grote brandnetel met de losse trosjes van meeldraadbloemen. brandnetels toch het meest voor waar de mens direct of via een omweg voedsel in de grond heeft gebracht: in verwilderde tuinen, in heggen en bosranden vlak langs vaak bemeste akkers, in paarde- weiden, op vuilstortplaatsen of waar de grond overhoop is gehaald. Brandnetelgroei duidt dus op een grote voedselrijkdom van de bo dem en die groei is voor de bodem zelf ook goed. Brandnetels zetten de grond om tot rulle zwarte aarde en fijn gehakt zijn ze zelf een uit stekende groenbemesting. Brandbaren- Brandnetels kun Je zonder hand schoenen aanpakken en uittrek ken zonder gestoken te worden. Hoe dat kan, zie je als Je de blade ren en stengels met een loep be kijkt. Die zijn bedekt met rechte glasachtige haren, de brandharen die hol zijn en gif bevatten. Alleen bij een sterkere vergroting is te zien dat op de top van elke brand- haar een minuscuul bolletje zit dat de holle naald afsluit. Dat bolletje breekt bij de gering ste aanraking af, waarna de scher pe top van de haar de huid door boort. Dat is de stekende pijn die Je eerst voelt, het Jeuken van de gestoken plek komt wat later. Dat is nog niet door het vergil, maar door prikkelende scherpe stoffen. Nog veel later komt de blaarachti ge opzwelling, die echt pijn kan doen en het gevolg is van het vergif. Het bolletje op de top van de naald breekt niet af, als je bij het aanpakken van de plant maar zorgt dat het de huls niet raakt. Dat kan, als Je de plant dicht bij de voet, waar bijna geen brandha ren zitten, aanpakt en met de an dere hand snel en stevig van onder naar boven over de plant strijkt op de plek waar Je hem wilt vast grijpen. Alle brandharen zitten op een soort kussentje, een veerkrachtige De stekelige, geel met swarte rups van de kleine vos op een brandne telblad. uitstulping van blad of stengel, waardoor de haren buigbaar zijn. Omdat ze iets naar boven wijzen, worden ze bij het op die manier, aanpakken zo langs de stengel ge legd dat het bolletje op de spits naar de stengel gericht is en niet afbreekt. Brandnetels bloeien nu, al is het niet met mooie bloemen. Van on geveer halverwege de stengel tot aan de top komen uit de bladok sels lange smalle trosjes van on duidelijk gevormde kluitjes kleine groene bloemen. Toen ik de bloei ende brandnetels op een windstil le zonnige dag fotografeerde in een bos waar het zonlicht tussen de boomstammen net door de planten viel, leek het net of er bij tussenpozen kleine rookwolkjes door het zoekerbeeld trokken. Ik keek eerst dm me heen waar die rook vandaan kwam, tot ik me ineens herinnerde dat brandnetels 'stuiven'. Ik had er voordien nooit op gelet en keek gefascineerd toe. Stuifmeel Voortdurend schoot er een geel wolkje uit de bloemtrosjes, nu hier, dan daar. Het leek op een ontploffinkje, maar Je hoorde niets. Toch is het inderdaad een ontploffing, want de onooglijke groene bolletjes, die de bloemen zijn voor ze opengaan, springen plotseling los door de druk van de korte meeldraadjes tussen de vier groene bloemblaadjes. De meel draden strekken zich met een ruk, waardoor de helmknoppen open springen en het droge stuifmeel wordt weggeslingerd. Lang niet alle brandnetelplanten doen dat. Je kan urenlang bij brandnetels zitten zonder dat Je het ziet. Misschien dat een paar meter verder andere brandnetel- planten voortdurend stuiven. Dat komt doordat brandnetels alleen mannelijke (meeldraad) bloemen hebben of alleen vrouwelijke (stamper)bloemen. Alleen de man nelijke planten stuiven, de stam- perbloemen van de vrouwelijke krijgen hun deel van het stuifmeel Kleine vos op een bloemtros van de buddleia. dat als een ijl rookwolkje weg drijft. Als Je naar de bloemen kijkt, is de kans groot dat Je in de trosjes diertjes bezig ziet: twee millimeter lange glanzend zwarte kevertjes, de gladde brandnetelkevers. Die glanskevertjes zitten vooral in de bloemen, de vier andere brandne telkevers, die allemaal tot de snuit- torren behoren, doorgaans op de bladeren. Het meest valt de prach tig groene brandnetelsnuittor op, een dier van een centimeter lang, bedekt met schubjes die er met de vinger af te snijden zijn, waarna het dier gewoon zwart is. Zijn lar ven leven in de wortels van de brandnetel. Vaak zie Je op de bla deren lichtgroene opzwellingen, meest op de bladvoet. Dat zijn gallen van een galmug, waarvan de larve binnen in de bult in een „gal- kamer" leeft. Die voedt zich met de spannen van de cellen die de wand van de galkaroer vormen. Maar ook kun Je op brandnetels rupsen vinden: hele troepen Jonge zwarte doornige rupsen bij elkaar op een enkel blad of geel met zwarte in hun eentje aan een blad knagend of helemaal zwarte in een met be hulp van met spinsel ineengerold blad. Of dikke harige, verspreid over de planten. Dagpauwoog op de buddleia. gen", de fluweelzwart met signaal- rood en wit gekleurde atalanta's, de in een warreling van zwart, wit en oranjegeel getekende distelvlin ders en de in het zuiden van het land niet zeldzame gehakkelde au relia's en landkaartjes. Hun rupsen zijn bedekt met vertakte stekels, als om nog beter bij de prikkelige plant te horen. Er is ook nog een opvallend nacht- vlindertje, dat 's avonds vaak op het licht afkomend de hulskamer binnen vliegt: de grote brandnetel bladroller. Hij legt in rust zijn vleu gels plat uitgespreid tegen de on dergrond en is dan gemakkelijk te bekijken. Zijn lijf is geel met zwart, zijn wieken zilverwit met zwarte vlekken langs de rand en in het midden. Uit mijn beschrijving niet te ver warren met het vrouwtje van de gele tijger, het beervlindertje waarvan de rups ook op brandne tels leeft. De mannetjes zijn oker geel met zwarte stipjes. Ze vouwen hun vleugels dakvormig over hun achterlijf, als ze niet vliegen. Planten De rupsen van niet minder dan achttien vlindersoorten leven spe ciaal op brandnetels. Een aantal daarvan zijn onaanzienlijke mot jes of bruine nachtvlinders, die we gewoonlijk uiltjes noemen, maar tot de brandnetelvllnders 'oehoren ook onze mooiste en gewoonste dagvlinders, die we Juist in deze tijd vaak zien op de paarse bloem trossen van de buddlela's in de tuinen. Het zijn de vlinders van de vossen- famllie: de vosrode, zwart, geel en wit gevlekte en met glinsterende blauwe halve maantjes langs de vleugelzomen versierde kleine vos sen, de purperrode dagpauwogen met hun vier blauwglanzende, met zwart en geel afgezette „pauwo Kinderboek Voor kinderen, maar evengoed aar dig voor volwassenen, is er juist een boekje verschenen, dat over brandnetels en hun vrienden gaat Het heet „Tussen de brandnetels" en bijna alle dieren, die ik hier noemde, zijn met nog een groot aantal andere in mooie kleurenfo to's afgebeeld. Je kunt er ook in zien hoe het nu precies zit met die brandharen. Het boek verscheen in een nieuwe Ecologische Reeks bij uitgeverij Balkema, tegelijk met twee net zulke boekjes over het dierenleven op en rond een appel boom en het leven in de wei. Leo Beuger: Tussen de brandne tels. Sietzo Dijkhuizen: Onder de appelboom. Jaap Loohuis. In de wei: Uitg. A. A. Balkema, Rotter dam. 64 blz. per deel, 14,90 per boekje. Horizontaal. 1. knol, 5. vrucht, 9. ne- tel-achtlge planten, 14. bijwoord, 16. kiezelzandsteen, 18. geweven band, 19. veter, 21 uniek, 22. societé (afk.), 23. ytasto solo (afk.), 24. achten, 26. eminent (afk.), 27. niet gesloten, 29. fuif, 31. rivier in Duitsland, 32. grond soort, 34. aanw. voornaamw., 35. raap, 37. verhindering, 39. halsgordel, 41. muzieknoot, 42. priem, 43. buitenha ven, 45. lof, 46. vertragingstoestel, 47. water in Friesland, 48. hondenver- blijf. 50. STRIJDPERK, 52, coupe, 53. Vernis, 55. Holl. gravin, 56. tweetal, 57. vroegere heerser over Rusland. 60. dierenverblijf, 61. muzieknoot, 62. Ri vier in Duitsland, 64. lidwoord, 65. voorzetsel, 66. tijding, 68. slingerplan ten, 70. zuiver, 72. zeer brandbaar koord, 74. leefregel, 75. muziekinstru ment, 76. teken, 77. plaats in de schouwburg. Verticaal. 1. interest, 2. oorlogsgod, 3. lokspijs, 4. leverpastel, 6. landbouw werktuig, 7. roem, 8. soort appel, 10. reeds. 11. vrucht. 12. eenjarig dier, 13. voedsel, 15. bladader, 17. snoer van een hengel, 20. smart, 25. buigen, 27. mondwater, 28. bontjas, 30. bevel, 31. lasten, 32. gekheid, 33. muzieknoot, 35. chinees in Indn. 36. schaapka meel, 37. hap, 38. JaagliJn, 40. verhaal, 41. rivier in Siberië, 44. loot, 46. toe spraak, 48. verlegenheid, 49. priem, 51. rondhout, 52. deftig, 54. niet be groeid, 56. flink, 57. schuivende ijs- heuvel, 58. strooptocht, 59. seizoen, 60. uitgedorste halmen, 61. vallei, 63. spoorstaaf, 64. gekneed meel, 67. een zekere, 69. nieuw, 71. neon (afk.), 73. scheik. element. Oplossing tot en met woensdag a.s. per briefkaart zenden aan: Trouw/ Kwartet, Postbus 859, 1000 AW Am sterdam. Linksboven vermelden: Weekend puzzel. Oplossing vorige puzzel Hor. 1. steil, 5. koker, 9. pekel, 13. keet. 15. mos, 16. geel, 17. Ta, 19. peer, 21. moed, 22. gr. 23. els, 25. plantsoen, 28. Sri, 29. roem, 31. ene, 32. les, 33. olie, 34. eren, 36. Demer, 38. moot, 40. omen, 42. ram, 43. maté. 45. er, 47. oker, 49. kalm. 50. ge. 51. toer, 52. genegen, 53. ober, 54. es. 55. egel, 57. gene. 59. Se, 60. aren, 61. tal, 63. node, 65. edel, 66. rekel, 68. pink, 70. even, 71. toe, 72. eis, 74. gier, 76. tor, 77. pierement, 80. Gea, 81. te, 82. Ares, 83. riem, 85. R.D. 86. ever, 87. ent, 89. teil, 91. raket, 92. Assen, 93. knier. Vert. 1. sater, 2. e.k. 3. iep, 4. leep. 6. om, 7. koet, 8. es, 9. peen, 10. eed, 11. kl., 12. larie, 14. tele, 16. Goes, 18. aloë, 20. rand, 21. moer, 22. grit, 24. sero, 26. Neer, 27. slem, 28. Sloe, 30. memore ren, 33. ootmoedig, 35. nek, 37. mare tak, 38. mal, 39. meter, 41. negen, 43. manen, 44. merel, 46. ros, 48. rel. 49. keg, 50. ges, 56. gel, 58. nop. 60. ader, 61. teer, 62. leem, 64. enig, 65. evoë. 66. roes, 67. lier, 69. keer, 70. etter, 71. tier, 73. snit, 75. radar, 77. pret, 78. eens. 79. teek. 82. avé, 84. min. 86. e.k. 87. es, 88 te, 90. 11. ADVERTENTIE Fam. Soons te Rijswijk (ZH) Fam. Koster te Markelo U won bij Bac dco Union fietsen voor uw hele gezin. Tot en met 31 juli 1979 looft Bac elke week aan 2 winnaars Union fietsen voor het hele gezin uit. Haal een wedstrijd- formulier bij uw Bac winkelier en doe mee! gezin uit. bac deodorant Deze keer als start de maandelijk se uitgiften van juli van de Duitse Bondspost en van West-Berlijn. In de reeks „industrie en techniek" zijn zowel voor het Westen als voor West-Berlijn de nieuwe waar den 150 en 180 pf uitgegeven. Af beeldingen voor beide landsdelen zijn resp. een scheptruck en een hooglader. Sinds 1975 zijn thans in deze serie tweemaal 18 zegels ver schenen. Aan de internationale ra- dlo-golflengtenconferentie, die in het najaar te Genëve onder auspi ciën van de Internationale Tele communicatie Unie (UIT) wordt gehouden, nemen 1200 gedelegeer den uit 140 landen deel. Op een herdenkingszegel van 60 pf een golflengteschaal van een radioap paraat. Wegens het feit dat de zo genoem de kleine en grote catechismus van Maarten Luther 450 jaar gele den is uitgegeven, kwam een zegel van 50 pf uit. Een van de houtsne den, die Lucas Cranach de Oudere voor deze uitgaven vervaardigde. „Mores die de stenen tafelen ont vangt en het volk dat rond het gouden kalf danst" is gereprodu ceerd op deze zegel. Voorts een zegel van 50 pf wegens de Heiligdomsvaart Aken 1979. Een plechtigheid die sinds de 14e eeuw om de zeven jaar voor het graf, waarin het stoffelijk over schot van Karei de Grote sinds 814 rust, wordt gehouden. Op de zegel een kruis met lijnwaad bo ven het monogram van de keizer. Voor West-Berlijn kwamen voorts nog twee bijzondere zegels uit. Ter gelegenheid van de Internationale Radio-tentoonstelling Berlijn 1979, die aldaar eind augustus wordt gehouden, een zegel van 60 pf met de voorstelling van een televisiescherm waarop de woor den „tekstcommunicatie via beeldscherm" (videotekst), het geen op een nieuw informatie- en communicatiesysteem duidt. Dan nog een zegel van 50 pf we gens het XXXe wereldkampioen schap boogschieten, die deze maand in Berlijn worden ge speeld. Op de zegel een schiet schijf en drie gestileerde pijlen. Drie zegels van Portugal besteden aandacht aan de burgerrechten van geestelijk-gehandicapte me deburgers waarvan het land er 300.000 onder zijn bevolking moet tellen. Wegens het feit dat voor de vijfde keer in Europa een samen komst van gewezen krijgsgevan genen uit de Tweede Wereldoorlog dit jaar te Wels zal plaatsvinden, kwam een Oostenrijkse zegel in omloop waarop het wapen van de stad Wels, het embleem van de Oostenrijkse organisatie en een symbolische weergave van Euro pese eenheid terzake is afgebeeld. En tot slot het eiland Mauritius in de Indische Oceaan dat een post zegelboekje met 9 zelfklevende ze gels heeft uitgegeven, gewijd aan de tiende verjaardag van de lan ding op de maan van de Ameri kaan Armstrong. r*\ v v 3 i/e In het toernooi om het open kam pioenschap van Nederland zijn veel interessante partijen ge speeld. Vooral Hans Jansen en Harm Wiersma imponeerden. Vandaag van beiden een overtui gende overwinning. We beginnen met die van Wiersma in de vijfde ronde op Van Harten, die tot op dat ogenblik koploper was. Wit: Wiersma Zwart: Van Harten 1. 33-28 18-22 2. 38-33 12-18 3. 31-26 7-12 4. 37-31 19-23 5. 28x19 14x23 6. 32-27 23-28. Voor beide spelers is dit systeem niet van gevaren ont bloot. 7. 34-29 20-24 8. 29x20 15x24 9. 40- 34 1-7 10. 34-30 9-14 11. 30x19 14x23. Waarschijnlijk gespeeld om straks verder te gaan met de 1 om 2 met 17-21 en dan na 42-38 terug te offeren met 32-37 om vervolgens in de aanval te komen. 12.45-4010-1413.40-34. Nu moet er gekozen worden voor de aanval met alle risico's vandien of voor het accepteren van de dreigende hekstellingpartij, die na 34-29 gaat ontstaan. 1314-20. Kiest voor het laat ste, maar ook 1317-21 14. 26X17 12x32 15. 42-38 11-17 16. 38x27 17-21 17. 48-42 21x32 18. 42- 38 32-37 19. 31x42 16-21 20. 41-37 21-27 21. 33-29 en vervolgens 38- 32x32 ziet er niet zo aantrekkelijk uit. Daar komt bij, dat wit na 17-21 enz. nog over andere goede plan nen beschikt. Daarom is de keuze van Van Harten goed verklaar baar. 14. 34-29 23x24 15. 39x30 28x39 16. 44x33 (natuurlijk!) 20-25 17. 49-44 25x34 18. 44-39 34-40 19. 35x44 5-10 20. 42-38 10-14. Ondanks de twee extra schijven op de lange lijn is deze hekstelling bijzonder gunstig voor wit. Zwart heeft maar drie speelbare schijven tot zijn be schikking en schijf 46 staat nog steeds op zijn plaats. Dat is van het allergrootste belang, dat zal straks duidelijk worden. 19-23 24. 33-29 23x34 25. 39x30 13- 19 26. 38-33 8-13 27. 44-40. 9-14 28. 42-38 14-20 29. 43-39 19-23 30. 30-24 20x29 31. 33x24 23-28 32. 38-33 4-10 33. 40-34 10-14 34. 34-30 2-8 (op eerder 2-8 zou 37-32 gevolgd zijn). 35. 39-34 28x39 36. 34x43. De strijd is eigenlijk al gestreden, maar Van Harten houdt nog even vol. 3616-21 37. 27x16 18-23 38.45- 40 12-18 39. 37-32 8-12 40. 32-27 23- 28 41.27-21 28-33 42.43-38 33x42 43. 48x37 18-23 44. 30-25 23-28 45. 24-20 en zwart geeft op. Een klasse-over winning van Wiersma. De tweede partij laat ons weer zo'n eigenaardige overwinning zien van Hans Jansen. Wit: Jansen Zwart: Stokkel 21.47-42 14-19 22.41-37 3-9 23.50-45 1. 34-30 18-22 2. 30-25 12-18 3. 40-34 7-12 4. 45-40 1-7 5. 50-45 19-23 6. 31- 26 14-19 7. 25x14 9x20 8. 32-28 23x32 9. 37x28 10-14 10. 34-29 5-10 11. 40-34 3-9 12. 41-37 20-25 13.37-32 15-20 14. 36-31 19-23 15. 28x19 14x23 16. 31-27 22x31 17. 26x37 13- 19 18. 44-40 10-15 19. 46-41 9-13. Zo te zien is Jos Stokkel de opening erg goed doorgekomen. Maar in dit soort standen is Jansen in zijn element of anders gezegd, dat is hij in alle posities waarin de tem po's een overheersende rol spelen. 20. 32-27 20-24 21. 29x20 25x14 22. 33-29 (een echte Jansen-zet) 17-22 23. 41-36 22x31 24. 36x27 11-17 25. 29-24 19x30 26. 35x24 14-20 27. 39- 33 20x29 28. 33x24 17-22 29. 37-31 6- 11 30. 43-39 11-17 31. 49-43 4-9 32. 40-35 9-14 33. 34-30 13-19 34. 24x13 8x19 35. 45-40 17-21 36. 39-33 21x32 27. 38x27. Op het eerste gezicht lijkt de stand gelijkwaardig, maar wit staat een stuk gemakkelijker. 372-8 38. 40-34 8-13 39. 33-29 14-20 40. 43-39 20-25 41. 48-43 12-17 42. 47-41 (nu pas wordt schijf 47 naar veld 36 gebracht!) 7-12 43. 41- 36 17-21 44. 42-38 21x32 45. 38x27 12-17 46. 31-26 22x31 47. 36x27 (zie diagram). Zwart staat hier zeer moeilijk. Zo volgt op 23-28 de ruil met 30-24x24 waarna schijf 28 zal worden gecon sumeerd. 4717-22 48. 43-38 22x31 49. 26x37 15-20 50. 38-32 20-24 51. 29x20 25x14 52. 32-27 14-20 53. 37- 32 en zwart kon zich ontgoocheld gewonnen geven en inderdaad is dit een partij die hij niet licht zal vergeten. Op zo'n manier van het bord te worden gezet is een vreem de gewaarwording! 3 ■s Verschrikkelijke blunders, het is voor de schaker die ze begaat al tijd treurig, maar voor de buiten wacht heeft het stofje in de machi ne, het uitglijden over de banane- schil, het struikelen over de tra proede, altijd iets komisch. Mis schien is het een geruststellende gedachte dat ook grootmeesters momenten van schaakblindheid kennen, dat zij geen onfeilbare automaten zijn. Deze slapstickru briek is een kleine bloemlezing van fouten die in het IBM-toer- nooi zijn voorgekomen. De echte schaker zal lachen om al dit ge knoei, maar hij zal tegelijkertijd weten dat hij zelf dikwijls niet anders heeft gedaan en dat het spel eigenlijk te moeilijk is voor de menselijke geest. Om te beginnen het minlpartijtje dat Böhm met wit in twaalf zetten van Hernandez verloor: 1. e2-e4 e7- e5 2. Pgl-f3 Pb8-c6 3. Lfl-b5 a7-a6 4. Lb5xa6 d7xc6 5.0-0 Lc8-g4 6. h2- h3 b7-h5 7. d2-d3 Dd8-f6 8. Lcl-e3 Pg8-e7 9. Pbl-d2 Pe7-g6 10. h3xg4 h5xg4 11. Pf3-g5 Pg6-f4 12. Ddlxg4?? Df6xg5! Opgegeven. Zo makkelijk win je natuurlijk geen stuk, maar verlies je er een. Wit had even niet gerekend dat op 13. Dg5x Pe2 mat volgt. De volgende diagram toont een moment uit de partij Sosonko-Ree. Zie diagram I Hier bedacht de toch gerenom meerde grootmeester Sosonko de zet: 18. b2-b3?? Maar na 18. Lg7xc3! verliest wit altijd een stuk: 19. Tc3x Pe4 20. Dc2 Pc3x 21 Dc3x Te2x. Zeer vrolijk makend is ook het fragment uit de partij E s A A A A A a A a L 5 A A A [A R L 8ÉI A Lj A A A ps K3 01 62 r Q s& p s a m a. Diagram I Langeweg-Nemet. Natuurlijk stond wit, toen hij aan zijn opzien barende manoeuvres begon al niet zo mooi, maar wat er gebeurde moet hij over het hoofd gezien hebben. Zie diagram II Hier deed Langeweg 28. Kg2-h3??, waarop volgde: 28. ...Tc8-c2! 29. ©A A,,I A, A A A«ft A ©fe- A [a A Diagram II Ld2-c3 Wit is zich nog met bewust van het gevaar, maar toen kwam het antwoord: 29. Pe5-g4! en hij moest zijn koning omleggen. Er dreigt 30. .Th2x mat terwijl 30. Lg4x fg4x hetzelfde resultaat oplevert. Iets Ingenieuzer was de manier waarop Lein tegen Andersson een Diagram III stuk en de partij verloor. Lein stond redelijk toen hij in de vol gende stand besloot tot 23. Dd8-f6 Zie diagram III Andersson speelde een zetje dat Je maar al te makkelijk over het hoofd ziet: 24. g3-g4! en wat zwart ook doet: altijd gaat een stuk ver- Diagram IV loren. Op 24. Lg4x volgt 25. Pe6 en als de dame wijkt met 25. De7 volgt 28. Le5xt de5x 29. Dc5x. Lein probeerde nog wat met 24. Le5xc3 maar na 25. De3xe8t Tf8xe8 26. Telxe8t Kh8-g7 27. b2xc3 Df6xc3, maakte het ook met veel meer uit. Ten slotte nog even de partij Fara- go-Donner. Met het goede paard tegen de slechte loper had Farago een uitstekende kans om te win nen. Misschien had Donner bij het beste spel nog wel remise kunnen maken, maar plotseling kreeg hij een vol punt in de schoot ge worpen. Zie diagram IV 27. Tc3-c2? Tc7xc2 28. Tclxc2 Tc8- c7 29. a2-a4 Dd8-c8 30. Tc2-c5 b7- b6 31. Tc5xc7 Dd8xc7 32. Db3-a3? Dc8-c2 (Zo heeft wit het toch nog voor elkaar om zichzelf in moei lijkheden te krijgen.) 33. a4-a5 b6xa5 34. b4xa5 Le8-b5 (De armza lige loper van weleer is een enorme kracht geworden.) 35. Kh2-gl Dc2- dlt 36. Kgl-f2 Dd2-e2t 37. Kf2-gi De2-elt 38. Kgl-h2 Delf2! En er is mets meer te beginnen tegen de dreiging 39. Lfl en mat op g2. Wit kan zelfs zijn paard met meer offeren, want na een onzinzet als 39. Pd7 speelt zwart 39Lfl 40. Pf6t Kg6 en wit gaat altijd mat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 23