)1ER& PLANT
•De brandnetel en haar vrienden
Weekendpuzzel
Gefeliciteerd.
-tóf
3
7^
Hekstellingen
tempostrijd
Verschrik
kelijke
blunders
m
is
Jl
A
1
h
n
n
Bs
s
A
H
m
A
A
m
A
M
m
H
m
m
s
s
mm*-\
m
m
I*
11
H
m
m A
m
a
■o-
£E
M
S3
Wi
«ft
m
iTERDAG 28 JULI 1979
TROUWKWARTET
23
door henk van halm
if fir?
>rd TGrote brandnetels In een met zon
f —doorzeefd bos.
onq
3Lj
2 Als kind was je wel eens
b geneigd te vinden dat er
i. steen brandnetels moesten
'Eljn. Je had er alleen narig-
,'A neid van bij het spelen en
4 2 ie zag helemaal niet hoe
tl boeiend de plant zeil is en
oeveel dieren zich bij haar
lulsvoelen.
zijn drie soorten van: de grote,
Ie kleine en de kogeltjesbrandne-
•L De eerste twee komen overal
>r wereld voor, behalve in de
ilgebieden, en in ons land is de
ite brandnetel de gewoonste.
02ij)at 'grote' is niet overdreven,
mant op erg voedselrijke plekken
"~T>rordt de plant wel twee of zelfs
39oVel drie meter hoog. En van voed
selrijke plekken houden de brand-
letels, want ook al behoren ze tot
statie gewoonste planten die er zijn
il grftlemand hoeft er ver van huls
3i43»aar te zoeken echt overal
poelen doen ze niet.
houden van een stikstofrljke
lem, die ook niet al te droog
toet zijn, en groeien daarom op
(lekken waar veel afval ligt. Vaak
4 si dat in de buurt van woningen,
2.&aar per se nodig is dat niet. Zo
Jn er veel brandnetels op plek
ten langs meren en rivieren die af
<atteffi toe onder water staan en waar
r wiilan veel rommel en soms ook
.Söolode vis en zo terecht komt.
>28,
041 in grienden en af en toe onderlo-
inde wilgenbossen vormt zij een
everjlchte ondergroei, samen met
banjleefkruid, dauwbraam, fluite-
'd, echte valeriaan, engelwor-
(1 en speenkruid. In reigerkolo-
ies, waar natuurlijk tijdens de
"tijd veel uitwerpselen op de
iem vallen, is ze bijna de enige
lant, die het er goed doet. Je ziet
K>k brandnetels midden in de dui-
»en in en bij meeuwenkolonies,
iral op de plaatsen waar de
[vermeeuwen zich, voor de
idtijd begint, soms weken ach-
:n verzamelen.
"Haar over het algemeen komen
:N
rland
Grote brandnetel met de losse
trosjes van meeldraadbloemen.
brandnetels toch het meest voor
waar de mens direct of via een
omweg voedsel in de grond heeft
gebracht: in verwilderde tuinen, in
heggen en bosranden vlak langs
vaak bemeste akkers, in paarde-
weiden, op vuilstortplaatsen of
waar de grond overhoop is
gehaald.
Brandnetelgroei duidt dus op een
grote voedselrijkdom van de bo
dem en die groei is voor de bodem
zelf ook goed. Brandnetels zetten
de grond om tot rulle zwarte aarde
en fijn gehakt zijn ze zelf een uit
stekende groenbemesting.
Brandbaren-
Brandnetels kun Je zonder hand
schoenen aanpakken en uittrek
ken zonder gestoken te worden.
Hoe dat kan, zie je als Je de blade
ren en stengels met een loep be
kijkt. Die zijn bedekt met rechte
glasachtige haren, de brandharen
die hol zijn en gif bevatten. Alleen
bij een sterkere vergroting is te
zien dat op de top van elke brand-
haar een minuscuul bolletje zit
dat de holle naald afsluit.
Dat bolletje breekt bij de gering
ste aanraking af, waarna de scher
pe top van de haar de huid door
boort. Dat is de stekende pijn die
Je eerst voelt, het Jeuken van de
gestoken plek komt wat later. Dat
is nog niet door het vergil, maar
door prikkelende scherpe stoffen.
Nog veel later komt de blaarachti
ge opzwelling, die echt pijn kan
doen en het gevolg is van het
vergif.
Het bolletje op de top van de
naald breekt niet af, als je bij het
aanpakken van de plant maar
zorgt dat het de huls niet raakt.
Dat kan, als Je de plant dicht bij
de voet, waar bijna geen brandha
ren zitten, aanpakt en met de an
dere hand snel en stevig van onder
naar boven over de plant strijkt
op de plek waar Je hem wilt vast
grijpen.
Alle brandharen zitten op een
soort kussentje, een veerkrachtige
De stekelige, geel met swarte rups
van de kleine vos op een brandne
telblad.
uitstulping van blad of stengel,
waardoor de haren buigbaar zijn.
Omdat ze iets naar boven wijzen,
worden ze bij het op die manier,
aanpakken zo langs de stengel ge
legd dat het bolletje op de spits
naar de stengel gericht is en niet
afbreekt.
Brandnetels bloeien nu, al is het
niet met mooie bloemen. Van on
geveer halverwege de stengel tot
aan de top komen uit de bladok
sels lange smalle trosjes van on
duidelijk gevormde kluitjes kleine
groene bloemen. Toen ik de bloei
ende brandnetels op een windstil
le zonnige dag fotografeerde in
een bos waar het zonlicht tussen
de boomstammen net door de
planten viel, leek het net of er bij
tussenpozen kleine rookwolkjes
door het zoekerbeeld trokken. Ik
keek eerst dm me heen waar die
rook vandaan kwam, tot ik me
ineens herinnerde dat brandnetels
'stuiven'. Ik had er voordien nooit
op gelet en keek gefascineerd toe.
Stuifmeel
Voortdurend schoot er een geel
wolkje uit de bloemtrosjes, nu
hier, dan daar. Het leek op een
ontploffinkje, maar Je hoorde
niets. Toch is het inderdaad een
ontploffing, want de onooglijke
groene bolletjes, die de bloemen
zijn voor ze opengaan, springen
plotseling los door de druk van de
korte meeldraadjes tussen de vier
groene bloemblaadjes. De meel
draden strekken zich met een ruk,
waardoor de helmknoppen open
springen en het droge stuifmeel
wordt weggeslingerd.
Lang niet alle brandnetelplanten
doen dat. Je kan urenlang bij
brandnetels zitten zonder dat Je
het ziet. Misschien dat een paar
meter verder andere brandnetel-
planten voortdurend stuiven. Dat
komt doordat brandnetels alleen
mannelijke (meeldraad) bloemen
hebben of alleen vrouwelijke
(stamper)bloemen. Alleen de man
nelijke planten stuiven, de stam-
perbloemen van de vrouwelijke
krijgen hun deel van het stuifmeel
Kleine vos op een bloemtros van
de buddleia.
dat als een ijl rookwolkje weg
drijft. Als Je naar de bloemen kijkt,
is de kans groot dat Je in de trosjes
diertjes bezig ziet: twee millimeter
lange glanzend zwarte kevertjes,
de gladde brandnetelkevers. Die
glanskevertjes zitten vooral in de
bloemen, de vier andere brandne
telkevers, die allemaal tot de snuit-
torren behoren, doorgaans op de
bladeren.
Het meest valt de prach
tig groene brandnetelsnuittor op,
een dier van een centimeter lang,
bedekt met schubjes die er met de
vinger af te snijden zijn, waarna
het dier gewoon zwart is. Zijn lar
ven leven in de wortels van de
brandnetel. Vaak zie Je op de bla
deren lichtgroene opzwellingen,
meest op de bladvoet. Dat zijn
gallen van een galmug, waarvan de
larve binnen in de bult in een „gal-
kamer" leeft. Die voedt zich met de
spannen van de cellen die de wand
van de galkaroer vormen. Maar
ook kun Je op brandnetels rupsen
vinden: hele troepen Jonge zwarte
doornige rupsen bij elkaar op een
enkel blad of geel met zwarte in
hun eentje aan een blad knagend
of helemaal zwarte in een met be
hulp van met spinsel ineengerold
blad. Of dikke harige, verspreid
over de planten.
Dagpauwoog op de buddleia.
gen", de fluweelzwart met signaal-
rood en wit gekleurde atalanta's,
de in een warreling van zwart, wit
en oranjegeel getekende distelvlin
ders en de in het zuiden van het
land niet zeldzame gehakkelde au
relia's en landkaartjes. Hun rupsen
zijn bedekt met vertakte stekels,
als om nog beter bij de prikkelige
plant te horen.
Er is ook nog een opvallend nacht-
vlindertje, dat 's avonds vaak op
het licht afkomend de hulskamer
binnen vliegt: de grote brandnetel
bladroller. Hij legt in rust zijn vleu
gels plat uitgespreid tegen de on
dergrond en is dan gemakkelijk te
bekijken. Zijn lijf is geel met zwart,
zijn wieken zilverwit met zwarte
vlekken langs de rand en in het
midden.
Uit mijn beschrijving niet te ver
warren met het vrouwtje van de
gele tijger, het beervlindertje
waarvan de rups ook op brandne
tels leeft. De mannetjes zijn oker
geel met zwarte stipjes. Ze vouwen
hun vleugels dakvormig over hun
achterlijf, als ze niet vliegen.
Planten
De rupsen van niet minder dan
achttien vlindersoorten leven spe
ciaal op brandnetels. Een aantal
daarvan zijn onaanzienlijke mot
jes of bruine nachtvlinders, die we
gewoonlijk uiltjes noemen, maar
tot de brandnetelvllnders 'oehoren
ook onze mooiste en gewoonste
dagvlinders, die we Juist in deze
tijd vaak zien op de paarse bloem
trossen van de buddlela's in de
tuinen.
Het zijn de vlinders van de vossen-
famllie: de vosrode, zwart, geel en
wit gevlekte en met glinsterende
blauwe halve maantjes langs de
vleugelzomen versierde kleine vos
sen, de purperrode dagpauwogen
met hun vier blauwglanzende, met
zwart en geel afgezette „pauwo
Kinderboek
Voor kinderen, maar evengoed aar
dig voor volwassenen, is er juist
een boekje verschenen, dat over
brandnetels en hun vrienden gaat
Het heet „Tussen de brandnetels"
en bijna alle dieren, die ik hier
noemde, zijn met nog een groot
aantal andere in mooie kleurenfo
to's afgebeeld. Je kunt er ook in
zien hoe het nu precies zit met die
brandharen. Het boek verscheen in
een nieuwe Ecologische Reeks bij
uitgeverij Balkema, tegelijk met
twee net zulke boekjes over het
dierenleven op en rond een appel
boom en het leven in de wei.
Leo Beuger: Tussen de brandne
tels. Sietzo Dijkhuizen: Onder de
appelboom. Jaap Loohuis. In de
wei: Uitg. A. A. Balkema, Rotter
dam. 64 blz. per deel, 14,90 per
boekje.
Horizontaal. 1. knol, 5. vrucht, 9. ne-
tel-achtlge planten, 14. bijwoord, 16.
kiezelzandsteen, 18. geweven band,
19. veter, 21 uniek, 22. societé (afk.),
23. ytasto solo (afk.), 24. achten, 26.
eminent (afk.), 27. niet gesloten, 29.
fuif, 31. rivier in Duitsland, 32. grond
soort, 34. aanw. voornaamw., 35. raap,
37. verhindering, 39. halsgordel, 41.
muzieknoot, 42. priem, 43. buitenha
ven, 45. lof, 46. vertragingstoestel, 47.
water in Friesland, 48. hondenver-
blijf. 50. STRIJDPERK, 52, coupe, 53.
Vernis, 55. Holl. gravin, 56. tweetal,
57. vroegere heerser over Rusland. 60.
dierenverblijf, 61. muzieknoot, 62. Ri
vier in Duitsland, 64. lidwoord, 65.
voorzetsel, 66. tijding, 68. slingerplan
ten, 70. zuiver, 72. zeer brandbaar
koord, 74. leefregel, 75. muziekinstru
ment, 76. teken, 77. plaats in de
schouwburg.
Verticaal. 1. interest, 2. oorlogsgod, 3.
lokspijs, 4. leverpastel, 6. landbouw
werktuig, 7. roem, 8. soort appel, 10.
reeds. 11. vrucht. 12. eenjarig dier, 13.
voedsel, 15. bladader, 17. snoer van
een hengel, 20. smart, 25. buigen, 27.
mondwater, 28. bontjas, 30. bevel, 31.
lasten, 32. gekheid, 33. muzieknoot,
35. chinees in Indn. 36. schaapka
meel, 37. hap, 38. JaagliJn, 40. verhaal,
41. rivier in Siberië, 44. loot, 46. toe
spraak, 48. verlegenheid, 49. priem,
51. rondhout, 52. deftig, 54. niet be
groeid, 56. flink, 57. schuivende ijs-
heuvel, 58. strooptocht, 59. seizoen,
60. uitgedorste halmen, 61. vallei, 63.
spoorstaaf, 64. gekneed meel, 67. een
zekere, 69. nieuw, 71. neon (afk.), 73.
scheik. element.
Oplossing tot en met woensdag a.s.
per briefkaart zenden aan: Trouw/
Kwartet, Postbus 859, 1000 AW Am
sterdam.
Linksboven vermelden: Weekend
puzzel.
Oplossing vorige puzzel
Hor. 1. steil, 5. koker, 9. pekel, 13.
keet. 15. mos, 16. geel, 17. Ta, 19. peer,
21. moed, 22. gr. 23. els, 25. plantsoen,
28. Sri, 29. roem, 31. ene, 32. les, 33.
olie, 34. eren, 36. Demer, 38. moot, 40.
omen, 42. ram, 43. maté. 45. er, 47.
oker, 49. kalm. 50. ge. 51. toer, 52.
genegen, 53. ober, 54. es. 55. egel, 57.
gene. 59. Se, 60. aren, 61. tal, 63. node,
65. edel, 66. rekel, 68. pink, 70. even,
71. toe, 72. eis, 74. gier, 76. tor, 77.
pierement, 80. Gea, 81. te, 82. Ares, 83.
riem, 85. R.D. 86. ever, 87. ent, 89. teil,
91. raket, 92. Assen, 93. knier.
Vert. 1. sater, 2. e.k. 3. iep, 4. leep. 6.
om, 7. koet, 8. es, 9. peen, 10. eed, 11.
kl., 12. larie, 14. tele, 16. Goes, 18. aloë,
20. rand, 21. moer, 22. grit, 24. sero, 26.
Neer, 27. slem, 28. Sloe, 30. memore
ren, 33. ootmoedig, 35. nek, 37. mare
tak, 38. mal, 39. meter, 41. negen, 43.
manen, 44. merel, 46. ros, 48. rel. 49.
keg, 50. ges, 56. gel, 58. nop. 60. ader,
61. teer, 62. leem, 64. enig, 65. evoë. 66.
roes, 67. lier, 69. keer, 70. etter, 71. tier,
73. snit, 75. radar, 77. pret, 78. eens. 79.
teek. 82. avé, 84. min. 86. e.k. 87. es, 88
te, 90. 11.
ADVERTENTIE
Fam. Soons
te Rijswijk (ZH)
Fam. Koster
te Markelo
U won bij Bac dco Union
fietsen voor uw hele gezin.
Tot en met 31 juli 1979
looft Bac elke week aan
2 winnaars Union fietsen
voor het hele gezin uit.
Haal een
wedstrijd-
formulier
bij uw
Bac winkelier
en doe mee!
gezin uit.
bac
deodorant
Deze keer als start de maandelijk
se uitgiften van juli van de Duitse
Bondspost en van West-Berlijn. In
de reeks „industrie en techniek"
zijn zowel voor het Westen als
voor West-Berlijn de nieuwe waar
den 150 en 180 pf uitgegeven. Af
beeldingen voor beide landsdelen
zijn resp. een scheptruck en een
hooglader. Sinds 1975 zijn thans in
deze serie tweemaal 18 zegels ver
schenen. Aan de internationale ra-
dlo-golflengtenconferentie, die in
het najaar te Genëve onder auspi
ciën van de Internationale Tele
communicatie Unie (UIT) wordt
gehouden, nemen 1200 gedelegeer
den uit 140 landen deel. Op een
herdenkingszegel van 60 pf een
golflengteschaal van een radioap
paraat.
Wegens het feit dat de zo genoem
de kleine en grote catechismus
van Maarten Luther 450 jaar gele
den is uitgegeven, kwam een zegel
van 50 pf uit. Een van de houtsne
den, die Lucas Cranach de Oudere
voor deze uitgaven vervaardigde.
„Mores die de stenen tafelen ont
vangt en het volk dat rond het
gouden kalf danst" is gereprodu
ceerd op deze zegel.
Voorts een zegel van 50 pf wegens
de Heiligdomsvaart Aken 1979.
Een plechtigheid die sinds de 14e
eeuw om de zeven jaar voor het
graf, waarin het stoffelijk over
schot van Karei de Grote sinds
814 rust, wordt gehouden. Op de
zegel een kruis met lijnwaad bo
ven het monogram van de keizer.
Voor West-Berlijn kwamen voorts
nog twee bijzondere zegels uit. Ter
gelegenheid van de Internationale
Radio-tentoonstelling Berlijn
1979, die aldaar eind augustus
wordt gehouden, een zegel van 60
pf met de voorstelling van een
televisiescherm waarop de woor
den „tekstcommunicatie via
beeldscherm" (videotekst), het
geen op een nieuw informatie- en
communicatiesysteem duidt.
Dan nog een zegel van 50 pf we
gens het XXXe wereldkampioen
schap boogschieten, die deze
maand in Berlijn worden ge
speeld. Op de zegel een schiet
schijf en drie gestileerde pijlen.
Drie zegels van Portugal besteden
aandacht aan de burgerrechten
van geestelijk-gehandicapte me
deburgers waarvan het land er
300.000 onder zijn bevolking moet
tellen. Wegens het feit dat voor de
vijfde keer in Europa een samen
komst van gewezen krijgsgevan
genen uit de Tweede Wereldoorlog
dit jaar te Wels zal plaatsvinden,
kwam een Oostenrijkse zegel in
omloop waarop het wapen van de
stad Wels, het embleem van de
Oostenrijkse organisatie en een
symbolische weergave van Euro
pese eenheid terzake is afgebeeld.
En tot slot het eiland Mauritius in
de Indische Oceaan dat een post
zegelboekje met 9 zelfklevende ze
gels heeft uitgegeven, gewijd aan
de tiende verjaardag van de lan
ding op de maan van de Ameri
kaan Armstrong.
r*\ v v 3
i/e
In het toernooi om het open kam
pioenschap van Nederland zijn
veel interessante partijen ge
speeld. Vooral Hans Jansen en
Harm Wiersma imponeerden.
Vandaag van beiden een overtui
gende overwinning. We beginnen
met die van Wiersma in de vijfde
ronde op Van Harten, die tot op
dat ogenblik koploper was.
Wit: Wiersma
Zwart: Van Harten
1. 33-28 18-22 2. 38-33 12-18 3. 31-26
7-12 4. 37-31 19-23 5. 28x19 14x23 6.
32-27 23-28. Voor beide spelers is
dit systeem niet van gevaren ont
bloot.
7. 34-29 20-24 8. 29x20 15x24 9. 40-
34 1-7 10. 34-30 9-14 11. 30x19
14x23. Waarschijnlijk gespeeld om
straks verder te gaan met de 1 om
2 met 17-21 en dan na 42-38 terug
te offeren met 32-37 om vervolgens
in de aanval te komen.
12.45-4010-1413.40-34. Nu moet er
gekozen worden voor de aanval
met alle risico's vandien of voor
het accepteren van de dreigende
hekstellingpartij, die na 34-29 gaat
ontstaan.
1314-20. Kiest voor het laat
ste, maar ook 1317-21 14.
26X17 12x32 15. 42-38 11-17 16.
38x27 17-21 17. 48-42 21x32 18. 42-
38 32-37 19. 31x42 16-21 20. 41-37
21-27 21. 33-29 en vervolgens 38-
32x32 ziet er niet zo aantrekkelijk
uit. Daar komt bij, dat wit na 17-21
enz. nog over andere goede plan
nen beschikt. Daarom is de keuze
van Van Harten goed verklaar
baar.
14. 34-29 23x24 15. 39x30 28x39 16.
44x33 (natuurlijk!) 20-25 17. 49-44
25x34 18. 44-39 34-40 19. 35x44 5-10
20. 42-38 10-14. Ondanks de twee
extra schijven op de lange lijn is
deze hekstelling bijzonder gunstig
voor wit. Zwart heeft maar drie
speelbare schijven tot zijn be
schikking en schijf 46 staat nog
steeds op zijn plaats. Dat is van
het allergrootste belang, dat zal
straks duidelijk worden.
19-23 24. 33-29 23x34 25. 39x30 13-
19 26. 38-33 8-13 27. 44-40. 9-14 28.
42-38 14-20 29. 43-39 19-23 30. 30-24
20x29 31. 33x24 23-28 32. 38-33 4-10
33. 40-34 10-14 34. 34-30 2-8 (op
eerder 2-8 zou 37-32 gevolgd zijn).
35. 39-34 28x39 36. 34x43. De strijd
is eigenlijk al gestreden, maar Van
Harten houdt nog even vol.
3616-21 37. 27x16 18-23 38.45-
40 12-18 39. 37-32 8-12 40. 32-27 23-
28 41.27-21 28-33 42.43-38 33x42 43.
48x37 18-23 44. 30-25 23-28 45. 24-20
en zwart geeft op. Een klasse-over
winning van Wiersma.
De tweede partij laat ons weer
zo'n eigenaardige overwinning
zien van Hans Jansen.
Wit: Jansen
Zwart: Stokkel
21.47-42 14-19 22.41-37 3-9 23.50-45 1. 34-30 18-22 2. 30-25 12-18 3. 40-34
7-12 4. 45-40 1-7 5. 50-45 19-23 6. 31-
26 14-19 7. 25x14 9x20 8. 32-28
23x32 9. 37x28 10-14 10. 34-29 5-10
11. 40-34 3-9 12. 41-37 20-25 13.37-32
15-20 14. 36-31 19-23 15. 28x19
14x23 16. 31-27 22x31 17. 26x37 13-
19 18. 44-40 10-15 19. 46-41 9-13. Zo
te zien is Jos Stokkel de opening
erg goed doorgekomen. Maar in
dit soort standen is Jansen in zijn
element of anders gezegd, dat is
hij in alle posities waarin de tem
po's een overheersende rol spelen.
20. 32-27 20-24 21. 29x20 25x14 22.
33-29 (een echte Jansen-zet) 17-22
23. 41-36 22x31 24. 36x27 11-17 25.
29-24 19x30 26. 35x24 14-20 27. 39-
33 20x29 28. 33x24 17-22 29. 37-31 6-
11 30. 43-39 11-17 31. 49-43 4-9 32.
40-35 9-14 33. 34-30 13-19 34. 24x13
8x19 35. 45-40 17-21 36. 39-33 21x32
27. 38x27. Op het eerste gezicht
lijkt de stand gelijkwaardig, maar
wit staat een stuk gemakkelijker.
372-8 38. 40-34 8-13 39. 33-29
14-20 40. 43-39 20-25 41. 48-43 12-17
42. 47-41 (nu pas wordt schijf 47
naar veld 36 gebracht!) 7-12 43. 41-
36 17-21 44. 42-38 21x32 45. 38x27
12-17 46. 31-26 22x31 47. 36x27 (zie
diagram).
Zwart staat hier zeer moeilijk. Zo
volgt op 23-28 de ruil met 30-24x24
waarna schijf 28 zal worden gecon
sumeerd.
4717-22 48. 43-38 22x31 49.
26x37 15-20 50. 38-32 20-24 51.
29x20 25x14 52. 32-27 14-20 53. 37-
32 en zwart kon zich ontgoocheld
gewonnen geven en inderdaad is
dit een partij die hij niet licht zal
vergeten. Op zo'n manier van het
bord te worden gezet is een vreem
de gewaarwording!
3
■s
Verschrikkelijke blunders, het is
voor de schaker die ze begaat al
tijd treurig, maar voor de buiten
wacht heeft het stofje in de machi
ne, het uitglijden over de banane-
schil, het struikelen over de tra
proede, altijd iets komisch. Mis
schien is het een geruststellende
gedachte dat ook grootmeesters
momenten van schaakblindheid
kennen, dat zij geen onfeilbare
automaten zijn. Deze slapstickru
briek is een kleine bloemlezing
van fouten die in het IBM-toer-
nooi zijn voorgekomen. De echte
schaker zal lachen om al dit ge
knoei, maar hij zal tegelijkertijd
weten dat hij zelf dikwijls niet
anders heeft gedaan en dat het
spel eigenlijk te moeilijk is voor de
menselijke geest.
Om te beginnen het minlpartijtje
dat Böhm met wit in twaalf zetten
van Hernandez verloor: 1. e2-e4 e7-
e5 2. Pgl-f3 Pb8-c6 3. Lfl-b5 a7-a6
4. Lb5xa6 d7xc6 5.0-0 Lc8-g4 6. h2-
h3 b7-h5 7. d2-d3 Dd8-f6 8. Lcl-e3
Pg8-e7 9. Pbl-d2 Pe7-g6 10. h3xg4
h5xg4 11. Pf3-g5 Pg6-f4 12.
Ddlxg4?? Df6xg5! Opgegeven. Zo
makkelijk win je natuurlijk geen
stuk, maar verlies je er een. Wit
had even niet gerekend dat op 13.
Dg5x Pe2 mat volgt. De volgende
diagram toont een moment uit de
partij Sosonko-Ree.
Zie diagram I
Hier bedacht de toch gerenom
meerde grootmeester Sosonko de
zet: 18. b2-b3?? Maar na 18.
Lg7xc3! verliest wit altijd een
stuk: 19. Tc3x Pe4 20. Dc2 Pc3x 21
Dc3x Te2x. Zeer vrolijk makend is
ook het fragment uit de partij
E
s
A
A
A
A
A
a
A
a
L
5
A
A
A
[A
R
L
8ÉI
A Lj
A
A
A
ps
K3
01
62
r
Q
s&
p
s
a
m
a.
Diagram I
Langeweg-Nemet. Natuurlijk
stond wit, toen hij aan zijn opzien
barende manoeuvres begon al niet
zo mooi, maar wat er gebeurde
moet hij over het hoofd gezien
hebben.
Zie diagram II
Hier deed Langeweg 28. Kg2-h3??,
waarop volgde: 28. ...Tc8-c2! 29.
©A
A,,I
A,
A
A
A«ft
A
©fe-
A
[a
A
Diagram II
Ld2-c3 Wit is zich nog met bewust
van het gevaar, maar toen kwam
het antwoord: 29. Pe5-g4! en
hij moest zijn koning omleggen.
Er dreigt 30. .Th2x mat terwijl
30. Lg4x fg4x hetzelfde resultaat
oplevert.
Iets Ingenieuzer was de manier
waarop Lein tegen Andersson een
Diagram III
stuk en de partij verloor. Lein
stond redelijk toen hij in de vol
gende stand besloot tot 23.
Dd8-f6
Zie diagram III
Andersson speelde een zetje dat Je
maar al te makkelijk over het
hoofd ziet: 24. g3-g4! en wat zwart
ook doet: altijd gaat een stuk ver-
Diagram IV
loren. Op 24. Lg4x volgt 25. Pe6
en als de dame wijkt met 25.
De7 volgt 28. Le5xt de5x 29. Dc5x.
Lein probeerde nog wat met 24.
Le5xc3 maar na 25. De3xe8t
Tf8xe8 26. Telxe8t Kh8-g7 27.
b2xc3 Df6xc3, maakte het ook
met veel meer uit.
Ten slotte nog even de partij Fara-
go-Donner. Met het goede paard
tegen de slechte loper had Farago
een uitstekende kans om te win
nen. Misschien had Donner bij het
beste spel nog wel remise kunnen
maken, maar plotseling kreeg hij
een vol punt in de schoot ge
worpen.
Zie diagram IV
27. Tc3-c2? Tc7xc2 28. Tclxc2 Tc8-
c7 29. a2-a4 Dd8-c8 30. Tc2-c5 b7-
b6 31. Tc5xc7 Dd8xc7 32. Db3-a3?
Dc8-c2 (Zo heeft wit het toch nog
voor elkaar om zichzelf in moei
lijkheden te krijgen.) 33. a4-a5
b6xa5 34. b4xa5 Le8-b5 (De armza
lige loper van weleer is een enorme
kracht geworden.) 35. Kh2-gl Dc2-
dlt 36. Kgl-f2 Dd2-e2t 37. Kf2-gi
De2-elt 38. Kgl-h2 Delf2! En er
is mets meer te beginnen tegen de
dreiging 39. Lfl en mat op g2.
Wit kan zelfs zijn paard met meer
offeren, want na een onzinzet als
39. Pd7 speelt zwart 39Lfl 40.
Pf6t Kg6 en wit gaat altijd mat.