Darter en het Amerikaanse geloof renge eisen voor LPG-station in Europoort' Bekering, inkeer en herbevestiging van het geloof DAG 24 JULI 1979 TROUW/KWARTET DOT J. W. Schulte Nordholt Hoogleraar in de Noordamerikaanse geschiedenis en cultuur nan de rijksuniversiteit van Leiden. I het al zo is dat er iets of ichien zelfs heel wat van de el op aarde verwerkelijkt kan len, als het christelijk geloof iral gericht moet zijn op de :te, op de betere samenleving, de secularisatie zinvol is en de komst afhankelijk van onze t en zulke dingen hoort tegenwoordig meer en meer eren dan is Amerika eigen een paradigma, een voorbeeld onze hele westerse samenle- Want daar is dat proces van dsing al lang aan de gang, het is misschien eén van de st wezenlijke trekken van de b óerikaanse geschiedenis. Amerikanen hebben een staat ge- !ht, ruim tweehonderd jaar geleden, t een geweldig religieus optimisme, dat tun voorspoedige negentiende eeuw versterkt is. Zij meenden, toen zij zich len vrij gevochten van Engeland, dat voltooiing der geschiedenis repre- iteerden, met andere woorden aan de Tchiedenis konden ontkomen. Want ge- Jedenis in de oude wereld was gevan- R-39i, zo geloofden zij in de wisseling der len. draalde rond met het rad der for- l\. Bloei en verval, voorspoed en ram- l wisselde* daar elkander af in eindelo- Cirkels. Maar in de nieuwe wereld was mogelijk om eindelijk echt helemaal leuw te beginnen. Zo ontstond het ;he geloof in de tegenstelling tus- het oude corrupte Europa en het jonge ledorven Amerika, „God's own intry". tuurlijk, ook wij Europeanen hadden in ie diverse naties geleden aan soortgelij- zelfoverschattingen. Wij in Nederland fden vaak opgevoed met de leuze „God, Herland en Oranje", en wat de grote om ons heen op dit gebied te zien |ben gegeven is ook niet gering feest. it nieuve^HHHM ar het bijzondere in Amerika was dat »ect van het nieuwe. Daar had zulk nonalisme geen historische wortels, lar was gericht op de toekomst. Geloof pe toekomst, in een betere wereld, een fcenleving waar vrijheid en gelijkheid toend zouden zijn. was de kern van het (erikaanse bewustzijn, republikeins en (ionalistisch. Ëerika hoopte men er in te slagen een vorm te vinden die blijvend zou zijn t onderhevig aan de omwentelingen, revoluties, die de geschiedenis der de Wereld hadden gekenmerkt. De lerikaanse samenleving werd doortrok- van het geloof in een betere wereld, ar seculiere optimisme had een eigen- •dig religieus élan. De politeia, de poli- ke samenleving, werd een soort eccle- I een gemeenschap van geroepenen. Er n daarin dan ook geen christelijke len nodig, en inderdaad de partijen onstonden, beschouwden zichzelf als Istelijk, en gezang en gebed waren en k wezenlijke onderdelen van hun bij lkomsten. Elke politicus was dan ook, "is dan ook, in zekere zin een prediker, 4heel het politieke bedrijf zou kunnen fe, worden bestempeld als „civil religion, een in Amerika ook in zwang geraakte term. „Civil Religion", dat is het geloof in de bijzondere roeping van Amerika. Het is een godsdienstig nationaal besef, een ei gensoortig idealisme, met de „American Dream" zoals dat dan heet, in het vaandel. Maar dit zo simpel schijnende geloof is in wezen complex, of laten we zeggen: be hept met de innerlijke tegenstelling het land eigen. Want enerzijds kan men dit Amerikaanse geloof wel omschrijven als een gemeenschappelijk bewustzijn van waarden, als een sociaal gerichte, moralis tisch gestempelde godsdienst hoeveel Amerikaanse politici hebben niet beweerd dat de „Golden Rule" (Mattheus 7:12) hun principe was? met een puriteinse ge hechtheid aan soberheid en een zeer hoge waardering van de arbeid. Maar het Amerikaanse credo houdt an derzijds nadrukkelijk de aanspraak in op de rechten van de enkeling, en onder die rechten, zo heeft Thomas Jefferson het in de onafhankelijkheidsverklaring al gefor muleerd, is „the pursuit of happiness", het najagen van geluk. De Amerikaanse inspanning en toewij ding heeft inderdaad in twee eeuwen ge leid tot een individuele welvaart voor ve len zonder veel bekommernis om de achterblijvers tot een gaandeweg zich nestelen in een vanzelfsprekend comfort. De Amerikaanse droom lijkt verstikt in de luxe, precies het gevaar waar de vaderen in de achttiende eeuw voor gewaarschuwd hebben. Wat wil dat zeggen? Dat Amerika niet anders is dan wij, dat het niet werkelijk aan de geschiedenis kon ontkomen en- ontkomen is. Zo zeggen wij het. Maar zijn jullie, zeggen de Amerikanen, met de last van het verleden altijd bij Je, niet te fatalistisch, te cynisch? Is er niet altijd een nieuw begin mogelijk, een bekering. De wezenlijk religieuze samenleving kan toch tot inkeer komen? Na een lange periode van stilstand en zelfgenoegzaam heid kan de natie toch ontwaken en op staan en terugkeren tot de wet en de getuigenis? Maar wat is dat dan anders, zeggen wij, dan dezelfde onderworpenheid aan het rad van het fortuin die ook de geschiede nis van de oude wereld altijd gekenmerkt heeft? Het andere, antwoorden de Ameri kanen, is dat wij in de Nieuwe Wereld, hoe ook geschokt en geslagen, blijven geloven in de toekomst, in een betere wereld. Schok Objectief: men kan de Amerikaanse ge schiedenis het best bekijken als een afwis seling van lange perioden van stilstand met plotselinge momenten van vurige en radicale hervorming. Telkens weer na tij den van vertraging en conservatisme komt er weer zo'n schok. Het woord „nieuw" is dan steeds weer het grote mo dewoord, de luxe waarmee alles op gang komt „New Freedom" (Wilson), „New Deal" (Roosevelt) „New Frontier" (Ken nedy). De voorwaarden voor zo'n critische veran dering zijn een algemeen besef van de nood onder het volk en de aanwezigheid van een leider die aan dat besef stem en richting kan geven (en wat er eerder is, de leider of het besef, dat is niet zo makkelijk te zeggen). Alles wat ik hier tot nu toe ge schreven heb is in zekere zin my thologie. De Amerikaanse werke lijkheid is oneindig veel ingewik kelder dan hier staat. Maar de hier beschreven mythologie is zelf een essentiële werkelijkheid ge worden. Hoe essentieel dat besef te ik weer eens toen ik de volledi ge tekst van Carters toespraak las in een Amerikaanse krant. Al de themata die ik hierboven aan roer zijn er ln vervat. Het is werkelijk een rede die een klas siek voorbeeld is van Amerikaans geloof, Amerikaanse „civil reli gion". De gemeente van het volk wordt opgeroe pen tot bekering door een leider die zelf het voorbeeld geeft, schuld bekent, tot inkeer komt, maar dan uitkomt bij een her-bevestiging van zijn geloof, het geloof in de toekomst. Inkeer dat betekent, ge heel klassiek-christelijk, allereerst een na druk op geestelijke waarden. Het gaat niet om de olie, niet om de welvaart maar om het geloof. Als we dat verliezen, valt onze hele samenleving in elkaar. Een ge loof in wat boven de materie uitgaat: „Wij hebben ontdekt dat dingen bezitten, din gen consumeren, ons verlangen naar een zin in het leven niet bevredigt. We hebben geleerd dat het opstapelen van materiële goederen de leegheid niet kan vullen van die levens die geen vertrouwen en geen doel hebben." Brede en smalle weg En de prediker blijft vervolgens niet staan bij zulke algemeenheden. Hij is als Ameri kaanse christen reëel genoeg om de te kortkomingen met naam en toenaam te noemen: de moorden op de Kennedy's en King, de oorlog in Vietnam, het schandaal van Watergate, de verspilling van de na tuurlijke rijkdommen, de verwarring van het Congres, de macht van de financiële belangen. Kortom: „paralysis, stagnation, and drift", verlamming, stilstand en doel loosheid. Wat er wat gebeuren moet, is duidelijk, zo vervolgt hij dan. Eén van de vele stemmen die hij gehoord heeft, en die hij in het begin van zijn rede zo aardig aanhaalt, maande hem. typisch Amerikaans, om moedig te zijn, om in elk geval iets te doen: „Wij kunnen fouten maken, maar wij zijn bereid om te experimenteren. Maar de prediker zelf moet nauwkeuriger zijn. En, alweer klassiek-christelijk, spreekt hij nu van twee wegen, een brede en een smalle. De ene weg is die van individualisme, van ieder voor zich: „het recht om onszelf te bevoordelen boven anderen." Die weg loopt dood: „het is de zekere weg naar de mislukking." De ande re weg is die van opoffering, gemeen schapszin, „het pad van een gezamenlijk doel en van het herstel van Amerikaanse waarden". Waar halen de mensen de kracht vandaan om daartoe terug te keren? De prediker beroept zich op het verleden, op de bijzon dere kracht van Amerika, dat zovele grote crises heeft doorstaan. Hij herinnert aan de wereldoorlogen, aan de „New Deal", aan de tocht naar de maan. Sprookje De ware energie, zou men kunnen parafra seren. zit niet in de grond maar in onszelf, in het Amerikaanse volk. Dat is ook één van de artikelen van de „civil religion": dat er in het volk een reservoir te vinden is van goedheid en kracht. Het is een oud artikel, al uit de revolutie, toen het zo met klem werd gezegd, dat het volk koning is. Een romantisch artikel, door alle grote presidenten onderschreven, Lincoln, Wil son, Roosevelt. Het krijgt soms een ietwat sprookjesach tig aspect, het volk is goed, maar het heeft een slechte regering. In dit opzicht doet Carters rede mij sterk denken aan de oproepen die Woodrow Wilson tot het volk richtte. Toen de oorlog met Duitsland begon (april 1917) verklaarde Wilson dat het alleen ging tegen de Duitse regering, en niet tegen het goede, maar misleide Duitse volk. Toen in Rusland de revolutie kwam (in datzelfde Jaar) kon hij direct uitleggen dat daar nu het goede, in wezen democra tische volk zegevierde over de boze heer sers. Toen zijn eigen Congres, speciaal de Senaat, hem de voet dwars zette bij zijn vredes- en volkenbondsplannen, deed hij over hun hoofden heen een beroep op het volk, op het ware Amerika. Want: „naties bestaan niet uit regeringen maar uit vol keren (rede 4 sept. 1919). Carter, half in zelfbeschuldiging, half met de vinger naar het Congres wijzend („U ziet een Congres dat in alle richtingen wordt getrokken en geduwd. Met honder den goed gefinancierde en machtige spe ciale belangen"), verklaart dat het ware Amerika niet in Washington te vinden is. maar in het land: „Een weg zoekend uit de crisis heeft ons volk zich gericht tot de federale regering en bemerkt dat zij geïso leerd is van de „mainstream" van het leven van ons volk. Washington D.C. is een eiland geworden. De kloof tussen onze burgers en onze regering is nog nooit zo breed geweest." Ironie Tot zover het sublieme verhaal, dat zoals veel van Benéts verhalen een fijnzinnig ironisch commentaar geeft op Amerika's geschiedenis en hier ook op de „civil reli gion". Want natuurlijk, er is een ironie in dit alles, dezelfde ironie die Reinhold Niebuhr zo subliem ontleed heeft in zijn korte boek The Irony of American History". „Civil Religion" houdt in dat het heil der natie gelijk gesteld wordt met de heilsgeschie denis, dat de „vox populi" werkelijk de „vox Del" wordt geacht, dat wij Gods wegen weten en zijn koninkrijk stichten, dat inderdaad onze politeia Zijn ecclesia wordt Niebuhr waarschuwt daartegen en daarmee heeft hij in Amerika een enorme invloed gehad. Op tenminste, zo leek het in de diepe crisis van de Vietnam-tijd. Maar ik had al bij recente verblijven in Amerika de indruk dat Niebuhrs Europe se ideeën niet werkelijk het Amerikaanse volk geraakt hadden, dat het nog altijd de natie is met de voor ons bijna onvoorstel bare veerkracht, dat Amerika alleen be staan kan als het ergens in geloven kan, onbelemmerd, regelrecht. Carters rede bevestigt dat. De bazuinen klinken weer. het is weer een strijd tussen goed en kwaad, weer een beslissend mo ment, „a turning point in our history". Naar de bron Terug tot het volk, terug tot de bron van alle waarheid en alle energie: „Wij kunnen uitgeven tot onze schatkisten leeg zijn, en we kunnen al de wonderen der weten schap ophelderen, maar we kunnen alleen slagen als we onze grootste reserves aan boren: Amerika's volk, Amerika's waar den. Amerika's vertrouwen. Ik heb de kracht van Amerika gezien in de onuitput telijke rijkdommen van ons volk". De Amerikaanse prediker is praktisch, hij somt een aantal maatregelen op die hij zelf toch denkt te nemen (en over de economische aspecten daarvan kan ik als leek niets zinnigs zeggen). Maar de toepas sing van zijn preek, Ja eigenlijk de rode draad die er geheel en al door loopt, is dat onze hulp is in de naam van het volk dat Amerika gemaakt heeft, dat trouw zal blijven aan zijn roeping en ook deze crisis zal doorstaan. God komt er natuurlijk ook wel aan te pas, maar meer ln het algemeen, mooi aan het slot: „Met Gods hulp en terwille van onze natie, is het nu de tijd in Amerika om de handen ineen te slaan." Het deed me denken aan dat aardige verhaal van Ste phen Vincent Benét (een helaas vergeten, meesterlijke schrijver van korte verhalen uit de jaren dertig) „Johnny Pye and the Fooi-Killer". Pat gaat over een Jongetje die bang is voor de „gekken-doder", een gestalte in zijn verbeelding, die langs alle wegen der wereld gaat en iedereen mee neemt die iets dwaas doet. Als de jongen opgroeit tracht hij die angst kwijt te ra ken, maar in zijn dromen en soms zelfs overdag hoort hij stappen naderen waar hij zijn oren niet voor dicht kan stoppen. Tot hij op audiëntie mag gaan bij de President. Als er iemand is, denkt hij, die veilig is voor de gekkendoder, dan is het die man, die de hele natie bestuurt. Gretig vraagt Johnny Pye: „Meneer de President, wij hebben zo'n groot land, en er zijn zoveel verbazend verschillende mensen in. Hoe kan een president al die mensen tegelijk tevreden stellen? Kunt u dat, meneer de President?" De President leek even uit het veld gesla gen. Maar toen keek hij Johnny Pye aan met een staatsmansblik. „Met Gods hulp", zei hij plechtig, „en in overeenstemming met de beginselen van onze grote partij ben ik van plan Maar Johnny hoorde niet eens het eind van de zin. Want terwijl de President nog sprak, hoorde hij een stap in de gang en hij wist. op een of andere manier, dat het niet de stap was van een secretaris of een wacht. Hij was blij dat de President had gezegd „met Gods hulp". Dat verzachtte de stap nog een beetje. Of het dat werkelijk is is natuurlijk de vraag. Carter wil het graag, en in dit kader van het nieuwe begin past ook precies de hervorming van het hele kabinet. Zeker, de meeste ministers zullen wel niet ver dwijnen, maar de indruk van een totale verandering moest gewekt worden. Volgt nu ook het volk? En dan ook automatisch het eigenwillige Congres? Het is waar, als er werkelijk crisisbewustzijn is, zal het Congres als vanzelf volgen, zoals in de eerste dagen van de New Deal, of ln de burgerrechten-crisis van 1963-64. Maar komt het nu ook zover? Men moet het wensen. Dat Amerika weer op gang komt. Dat Carter in plaats van een angst vallige manager een royale leider wordt. Onze hele Westerse wereld heeft daar be lang bij. Vraagtekens Maar met alle elan en alle overtuigings kracht die de Amerikaanse president ein delijk toont, blijven er vraagtekens. Er ls een tegenspraak, een anomalie in de hele rede, hoe sympathiek ook. Want het zuive re volk dat zich herstelt als het maar opgeroepen wordt bestaat natuurlijk ei genlijk niet. Zeker niet zonder dat de man in het Witte Huis er blijvend bewust lei ding aan geeft. Wat betekent het als de president zegt dat de federale regering het contact met het volk heeft verloren? Is hij niet zelf de uitvoerende macht van dat federale gou vernement? Wat is dat voor romantiek als hij bezweert: „De kracht die wij nodig hebben zal niet van het Witte Huls komen maar van ieder huis in Amerika?" Hoe fraai, hoe treffend Carters toespraak ook is, hartverwarmend zelfs hier en daar. het is zeer de vraag of er veel blijvend effect uit zal voortkomen. De president heeft gepreekt, maar wat voor zedelijke waarden zijn er eigenlijk in het geding, vergelijkbaar met de armoede van 1933 of de ontrechting van de negers in 1963? Nu zal het integendeel gaan over uitermate praktische en nogal ingewikkelde proble men, en de vrees is dat de hele boel zal vastlopen in parlementair gepraat en bu reaucratie; een vrees die nog verhevigd wordt als men ziet dat Carter weer een heel nieuw lichaam, een „Energy Security Corporation" wil instellen. Alsof het be staande nieuwe departement van Energie met zijn twintig duizend ambtenaren nog niet gewicht genoeg is. Nee, het is zeer de vraag of Carter de natie weer kan bezielen en dat nog wel op zo korte termijn dat hij in 1980 herkozen wordt. Zo snel zal het rad van het fortuin nu ook weer niet omhoog gaan en Ameri ka er weer bovenop komen. Het is al veel als de zaak weer wat in beweging komt. Ontsnappen aan de geschiedenis, het ko ninkrijk Gods stichten in zijn eigen land, dat zal voorlopig niet lukken. En dat is maar goed ook, want waar moest de presi dent dan zo hartverwarmend over preken? kor Henny de Lange letters LPG staan voor „liquified pe- leum gas", ofwel: vloeibaar gemaakt roleumgas. Het is een verzamelnaam >r butaan en propaan (en mengsels irvan), die tot de lichtste delen van de e behoren. Onder normale omstandig- len zijn butaan en propaan gassen, idat ze in vloeibare toestand 250 keer ider ruimte innemen dan in gasvormi ge toestand, worden ze in vloeibare vorm getransporteerd. Butaan wordt bij een temperatuur van vijf tot tien graden Cel sius onder nul vloeibaar en propaan bij 48 graden Celsius onder nul. Er zal de komende jaren snel veel LPG beschikbaar komen, voor een deel bij de oliewinning op de Noordzee maar vooral in de olielanden die LPG nu nog groten deels verbranden. Verwerking van LPG is namelijk (nog) een kostbare zaak. Verwacht wordt dat het gebruik van LPG de komende tijd enorm zal toene men. Steeds meer auto's zullen geschikt worden gemaakt voor hev verbranden van deze energiesoort. Maar ook de petro chemische industrie zal in de toekomst veel meer gebruik gaan maken van LPG ter vervanging van nafta (ruwe benzine). LPG is verder bekend in de vorm van flessengas de bekende campingblikjes en als (schone)brandstof voor verwar ming in de land- en tuinbouw. Nadeel van LPG is dat het onder bepaal de omstandigheden zeer gevaarlijk is: het gas is licht ontvlambaar. Met name bij het transport (lekkages) en het overpom pen van het gas in havens, tankauto's of LPG-benzinestations moeten strenge vei ligheidseisen worden gehanteerd. LPG valt onder de wet gevaarlijke stoffen. Tankauto's die het gas vervoeren hoeven echter (nog) geen gebruik te maken van de verplichte routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De provincie Zuid- Holland, het openbaar lichaam Rijn mond en de gemeente Rotterdam hebben er vorige week bij de minister van verkeer en waterstaat op aangedrongen dat óók LPG-wagens verplicht worden gebruik te maken van de routes voor gevaarlijke stoffen. OTTERDAM „Er is en sprake van dat wij het momisch belang zwaar- r laten wegen dan de vei heid van de bevolking in t Rijnmond-gebied. Wel het zo dat de komst van LPG-terminal een be- igrijker effect op de be- jvigheid en werkgelegen- id zal hebben dat de ves- ing van een LNG-termi- gehad zou hebben. Maar wil niet zeggen dat arom minder stringente lieu- en veiligheidseisen •rden gesteld". Is de reactie van Jan Hoek van ke, Zuidhollandsgecommit- rde voor milieuzaken, op de ver ten die in toenemende mate te en zijn vooral uit kringen van lieu-)actiegroepen. Omdat een lagplaats voor LNG (vloeibaar dgas) vorig Jaar aan de neus Rijnmond voorbijging ten ïste van Groningen, zouden de ionale en provinciale bestuur- s nu koste wat het kost de LPG- ninal naar Rijnmond willen en. «huldigingen in deze trant wa- onder meer te horen op de ste van twee hoorzittingen, ïe zittingen zijn georganiseerd de bevolking de kans te geven eventuele bezwaren naar voren te brengen tegen het plan van Shell en BP om een grote op- en over slagplaats voor vloeibaar petro- leumgas te bouwen in de Euro poort. Met name het feit dat deze hoorzit tingen midden in de vakantiepe riode vallen, is de tegenstanders van de LPG-terminal in het ver keerde keelgat geschoten. De be stuurders wordt verweten „als die ven in de nacht" te handelen en bewust deze stille tijd te hebben uitgekozen om zo'n belangrijk be sluit erdoor te Jagen. Niet alleen actiegroepen hebben deze beschuldiging geuit. Ook le den van provinciale staten (uit de fractie van D '66) hebben gedepu teerde staten gevraagd in ieder ge val de tweede hoorcitting, die voor 7 augustus staat gepland, te ver schuiven naar september. Volgens Hoek van Dijke hebben de bestuurders al meer gedaan dan verplicht is. Zo is de inspraakpro cedure verlengd tot ruim zeven we ken en bovendien is een extra hoorzitting georganiseerd. Daar mee acht hij het nadeel dat deze zaak zich in de vakantietij d af speelt, voldoende gecompenseerd. „We zitten aan een strak tijdsche ma vast. omdat afgesproken is eind dit Jaar een beslissing te ne men over de vergunningaanvragen van Shell en BP". Een overzicht van het ter rein van de BP-raffinaderij in Europoort. Het witte ge bied op deze foto is de plaats waar Shell en BP een LPG-terminal willen bouwen. Hoe staat de milieu-gecommitteer de zélf tegenover de eventuele aan leg van een LPG-terminal (aanleg- kosten 350 miljoen gulden). Als mi lieuman heb ik dat goedje hier natuurlijk liever niet. maar het is net als een heleboel andere dingen van onze maatschappij, waarmee we moeten leren leven". Een offi cieel standpunt wil hij overigens niet kwijt, want dat zou de stem ming maar beïnvloeden, meent hij. „Maar ik heb niet alleen rekening te houden met milieu- en veilig heidseisen. Berekend ls dat de LPG-terminal in eerste instantie achthonderd mensen werk ver schaft. Op langere termijn zouden duizenden arbeidsplaatsen in de petrochemische industrie verloren gaan, als die terminal er niet zou komen. Met LNG lag dat allemaal wat gemakkelijker. Daar ging het voornamelijk om de opslag. Bij LPG staat er een hele petrochemi sche industrie achter, die in toene mende mate afhankelijk wordt van LPG, dat nafta gaat ver vangen". Wat is wijsheid? Over een aantal Jaren zullen we pas zien of we de juiste beslissing hebben genomen, vervolgt hij. Tot nu toe zijn er zo'n honderd bezwaarschriften binnengekomen tegen de vergunningaanvragen van Shell en BP. Het leeuwedeel, meer dan 95 procent, bestaat uit voorgedrukte brieven, die door de afdelingen Rijnmond van de PSP en PPR zijn opgesteld voor men sen die verontrust zijn over de LPG-plannen. De actie die PPR en PSP voeren tegen het verlenen van vergunningen aan de belde olie maatschappijen wordt niet door ieder in dank afgenomen. Onlangs heeft een aantal werknemers in de petro-chemische industrie de PPR en PSP in een open brief gevraagd of deze partijen bereid en in staat zijn vervangend werk te vinden of de uitkeringen te garanderen voor de werknemers.in deze industrie. „Wij komen zonder werk als de grondstof nafta nog schaarser wordt en het vervangende LPG niet in voldoende mate kan wor den aangevoerd", aldus de boze werknemers. Met name zijn ze geïrriteerd over de voorlichting die deze partijen geven. Kreten als „U weet wel, dat gas dat na een ontploffing een hele Spaanse camping deed verdwij nen" worden halfslachtig en sma keloos genoemd. De kritiek op deze manier van ac tievoeren wordt gedeeld door Hoek van Dijke. „Aan paniek zaaien hebben we geen enkele behoefte. Maar ook moeten we de zaak niet zonniger voorstellen als die is, zo in de trant van: het is zo goed voor de werkgelegenheid. LPG is en blijft gevaarlijk onder bepaalde omstan digheden." Dat er, mocht de LPG-terminal er komen, niet gesjoemeld zal worden met de veiligheidseisen, staat voor de milieugecommitteerde als een paal boven water. De provincie Zuid-Holland hanteert al verreweg de zwaarste eisen op dat punt, zegt hij. „Dat ls ook volkomen terecht want dit deel van het land is zeer dicht bevolkt, niet alleen met men sen, maar ook met industrieën". Hét grote probleem is dat er geen vergelijkingsmateriaal is. Welis waar zijn er her en der in ons land al LPG-opslagplaatsen, maar die vallen in het niet bij de hoeveel heid van vijf miljoen ton vloeibaar gas, die Shell en BP Jaarlijks willen aanvoeren. In het buitenland zijn wel enkele LPG-terminals met de zelfde omvang als die ook in de Europoort zou moeten komen, maar deze staan in een zeer dunbe volkt gebied. Toch is in de ogen van Hoek van Dijke een geconcentreerde aan voer van het gas de veiligste oplos sing. „Je kunt alle aandacht con centreren op één punt. Als er wat gebeurt is de klap enorm, dat weet ik, maar de kans dat er iets mis gaat is kleiner dan bij een hele keten van LPO-opslagplaatsen". Het feit dat de komst van een grote terminal ln Europoort niet inhoudt dat de bestaande, kleinere opslag plaatsen verdwijnen, maakt de be slissing dan ook extra moeilijk. Overigens staan Shell en BP een „open karakter van de LPG-termi nal voor. Dat wil zeggen dat andere oliemaatschappijen er „tegen de normale commerciële voorwaar den" gebruik van kunnen maken. Dan hebben we het nog niet gehad over de afvoer van het LPG. „De vervolgproblematlek is „een heet hangijzer", zegt gecommitteerde Hoek van Dijke. „De afvoer per binnenschip iets dat ik toch wel zie toenemen is een probleem apart." De veiligste maar ook duurste oplossing is de afvoer per pijpleiding. Dit ls echter alleen haalbaar bij super-terminals, maar dan nog zullen er altijd binnen schepen nodig zijn om het gas af te voeren. Dat ook de regering deze (vervolg- )problematiek onderkent blijkt uit het feit dat TNO ln opdracht van de minister van volksgezondheid en milieuhygiëne de risico's van LPG bestudeert. Alle aspecten worden daarbij bekeken: van het aan land brengen per schip tot het campingblikje toe worden de „gan gen" van het gas gevolgd, bij wijze van spreken. De resultaten van deze studie worden pas volgend Jaar verwacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 9