Darter en het Amerikaanse geloof
renge eisen voor LPG-station in Europoort'
Bekering, inkeer
en herbevestiging
van het geloof
DAG 24 JULI 1979
TROUW/KWARTET
DOT J. W. Schulte Nordholt Hoogleraar in de Noordamerikaanse geschiedenis en cultuur nan de rijksuniversiteit van Leiden.
I het al zo is dat er iets of
ichien zelfs heel wat van de
el op aarde verwerkelijkt kan
len, als het christelijk geloof
iral gericht moet zijn op de
:te, op de betere samenleving,
de secularisatie zinvol is en de
komst afhankelijk van onze
t en zulke dingen hoort
tegenwoordig meer en meer
eren dan is Amerika eigen
een paradigma, een voorbeeld
onze hele westerse samenle-
Want daar is dat proces van
dsing al lang aan de gang,
het is misschien eén van de
st wezenlijke trekken van de
b óerikaanse geschiedenis.
Amerikanen hebben een staat ge-
!ht, ruim tweehonderd jaar geleden,
t een geweldig religieus optimisme, dat
tun voorspoedige negentiende eeuw
versterkt is. Zij meenden, toen zij zich
len vrij gevochten van Engeland, dat
voltooiing der geschiedenis repre-
iteerden, met andere woorden aan de
Tchiedenis konden ontkomen. Want ge-
Jedenis in de oude wereld was gevan-
R-39i, zo geloofden zij in de wisseling der
len. draalde rond met het rad der for-
l\. Bloei en verval, voorspoed en ram-
l wisselde* daar elkander af in eindelo-
Cirkels. Maar in de nieuwe wereld was
mogelijk om eindelijk echt helemaal
leuw te beginnen. Zo ontstond het
;he geloof in de tegenstelling tus-
het oude corrupte Europa en het jonge
ledorven Amerika, „God's own
intry".
tuurlijk, ook wij Europeanen hadden in
ie diverse naties geleden aan soortgelij-
zelfoverschattingen. Wij in Nederland
fden vaak opgevoed met de leuze „God,
Herland en Oranje", en wat de grote
om ons heen op dit gebied te zien
|ben gegeven is ook niet gering
feest.
it nieuve^HHHM
ar het bijzondere in Amerika was dat
»ect van het nieuwe. Daar had zulk
nonalisme geen historische wortels,
lar was gericht op de toekomst. Geloof
pe toekomst, in een betere wereld, een
fcenleving waar vrijheid en gelijkheid
toend zouden zijn. was de kern van het
(erikaanse bewustzijn, republikeins en
(ionalistisch.
Ëerika hoopte men er in te slagen een
vorm te vinden die blijvend zou zijn
t onderhevig aan de omwentelingen,
revoluties, die de geschiedenis der
de Wereld hadden gekenmerkt. De
lerikaanse samenleving werd doortrok-
van het geloof in een betere wereld,
ar seculiere optimisme had een eigen-
•dig religieus élan. De politeia, de poli-
ke samenleving, werd een soort eccle-
I een gemeenschap van geroepenen. Er
n daarin dan ook geen christelijke
len nodig, en inderdaad de partijen
onstonden, beschouwden zichzelf als
Istelijk, en gezang en gebed waren en
k wezenlijke onderdelen van hun bij
lkomsten. Elke politicus was dan ook,
"is dan ook, in zekere zin een prediker,
4heel het politieke bedrijf zou kunnen
fe,
worden bestempeld als „civil religion, een
in Amerika ook in zwang geraakte term.
„Civil Religion", dat is het geloof in de
bijzondere roeping van Amerika. Het is
een godsdienstig nationaal besef, een ei
gensoortig idealisme, met de „American
Dream" zoals dat dan heet, in het vaandel.
Maar dit zo simpel schijnende geloof is in
wezen complex, of laten we zeggen: be
hept met de innerlijke tegenstelling het
land eigen. Want enerzijds kan men dit
Amerikaanse geloof wel omschrijven als
een gemeenschappelijk bewustzijn van
waarden, als een sociaal gerichte, moralis
tisch gestempelde godsdienst hoeveel
Amerikaanse politici hebben niet beweerd
dat de „Golden Rule" (Mattheus 7:12) hun
principe was? met een puriteinse ge
hechtheid aan soberheid en een zeer hoge
waardering van de arbeid.
Maar het Amerikaanse credo houdt an
derzijds nadrukkelijk de aanspraak in op
de rechten van de enkeling, en onder die
rechten, zo heeft Thomas Jefferson het in
de onafhankelijkheidsverklaring al gefor
muleerd, is „the pursuit of happiness", het
najagen van geluk.
De Amerikaanse inspanning en toewij
ding heeft inderdaad in twee eeuwen ge
leid tot een individuele welvaart voor ve
len zonder veel bekommernis om de
achterblijvers tot een gaandeweg zich
nestelen in een vanzelfsprekend comfort.
De Amerikaanse droom lijkt verstikt in de
luxe, precies het gevaar waar de vaderen
in de achttiende eeuw voor gewaarschuwd
hebben.
Wat wil dat zeggen? Dat Amerika niet
anders is dan wij, dat het niet werkelijk
aan de geschiedenis kon ontkomen en-
ontkomen is. Zo zeggen wij het. Maar zijn
jullie, zeggen de Amerikanen, met de last
van het verleden altijd bij Je, niet te
fatalistisch, te cynisch? Is er niet altijd
een nieuw begin mogelijk, een bekering.
De wezenlijk religieuze samenleving kan
toch tot inkeer komen? Na een lange
periode van stilstand en zelfgenoegzaam
heid kan de natie toch ontwaken en op
staan en terugkeren tot de wet en de
getuigenis?
Maar wat is dat dan anders, zeggen wij,
dan dezelfde onderworpenheid aan het
rad van het fortuin die ook de geschiede
nis van de oude wereld altijd gekenmerkt
heeft? Het andere, antwoorden de Ameri
kanen, is dat wij in de Nieuwe Wereld, hoe
ook geschokt en geslagen, blijven geloven
in de toekomst, in een betere wereld.
Schok
Objectief: men kan de Amerikaanse ge
schiedenis het best bekijken als een afwis
seling van lange perioden van stilstand
met plotselinge momenten van vurige en
radicale hervorming. Telkens weer na tij
den van vertraging en conservatisme
komt er weer zo'n schok. Het woord
„nieuw" is dan steeds weer het grote mo
dewoord, de luxe waarmee alles op gang
komt „New Freedom" (Wilson), „New
Deal" (Roosevelt) „New Frontier" (Ken
nedy).
De voorwaarden voor zo'n critische veran
dering zijn een algemeen besef van de
nood onder het volk en de aanwezigheid
van een leider die aan dat besef stem en
richting kan geven (en wat er eerder is, de
leider of het besef, dat is niet zo makkelijk
te zeggen).
Alles wat ik hier tot nu toe ge
schreven heb is in zekere zin my
thologie. De Amerikaanse werke
lijkheid is oneindig veel ingewik
kelder dan hier staat. Maar de
hier beschreven mythologie is zelf
een essentiële werkelijkheid ge
worden. Hoe essentieel dat besef
te ik weer eens toen ik de volledi
ge tekst van Carters toespraak
las in een Amerikaanse krant. Al
de themata die ik hierboven aan
roer zijn er ln vervat. Het is
werkelijk een rede die een klas
siek voorbeeld is van Amerikaans
geloof, Amerikaanse „civil reli
gion".
De gemeente van het volk wordt opgeroe
pen tot bekering door een leider die zelf
het voorbeeld geeft, schuld bekent, tot
inkeer komt, maar dan uitkomt bij een
her-bevestiging van zijn geloof, het geloof
in de toekomst. Inkeer dat betekent, ge
heel klassiek-christelijk, allereerst een na
druk op geestelijke waarden. Het gaat
niet om de olie, niet om de welvaart maar
om het geloof. Als we dat verliezen, valt
onze hele samenleving in elkaar. Een ge
loof in wat boven de materie uitgaat: „Wij
hebben ontdekt dat dingen bezitten, din
gen consumeren, ons verlangen naar een
zin in het leven niet bevredigt. We hebben
geleerd dat het opstapelen van materiële
goederen de leegheid niet kan vullen van
die levens die geen vertrouwen en geen
doel hebben."
Brede en smalle weg
En de prediker blijft vervolgens niet staan
bij zulke algemeenheden. Hij is als Ameri
kaanse christen reëel genoeg om de te
kortkomingen met naam en toenaam te
noemen: de moorden op de Kennedy's en
King, de oorlog in Vietnam, het schandaal
van Watergate, de verspilling van de na
tuurlijke rijkdommen, de verwarring van
het Congres, de macht van de financiële
belangen. Kortom: „paralysis, stagnation,
and drift", verlamming, stilstand en doel
loosheid.
Wat er wat gebeuren moet, is duidelijk, zo
vervolgt hij dan. Eén van de vele stemmen
die hij gehoord heeft, en die hij in het
begin van zijn rede zo aardig aanhaalt,
maande hem. typisch Amerikaans, om
moedig te zijn, om in elk geval iets te
doen: „Wij kunnen fouten maken, maar
wij zijn bereid om te experimenteren.
Maar de prediker zelf moet nauwkeuriger
zijn. En, alweer klassiek-christelijk,
spreekt hij nu van twee wegen, een brede
en een smalle. De ene weg is die van
individualisme, van ieder voor zich: „het
recht om onszelf te bevoordelen boven
anderen." Die weg loopt dood: „het is de
zekere weg naar de mislukking." De ande
re weg is die van opoffering, gemeen
schapszin, „het pad van een gezamenlijk
doel en van het herstel van Amerikaanse
waarden".
Waar halen de mensen de kracht vandaan
om daartoe terug te keren? De prediker
beroept zich op het verleden, op de bijzon
dere kracht van Amerika, dat zovele grote
crises heeft doorstaan. Hij herinnert aan
de wereldoorlogen, aan de „New Deal",
aan de tocht naar de maan.
Sprookje
De ware energie, zou men kunnen parafra
seren. zit niet in de grond maar in onszelf,
in het Amerikaanse volk. Dat is ook één
van de artikelen van de „civil religion":
dat er in het volk een reservoir te vinden is
van goedheid en kracht. Het is een oud
artikel, al uit de revolutie, toen het zo met
klem werd gezegd, dat het volk koning is.
Een romantisch artikel, door alle grote
presidenten onderschreven, Lincoln, Wil
son, Roosevelt.
Het krijgt soms een ietwat sprookjesach
tig aspect, het volk is goed, maar het heeft
een slechte regering. In dit opzicht doet
Carters rede mij sterk denken aan de
oproepen die Woodrow Wilson tot het volk
richtte.
Toen de oorlog met Duitsland begon (april
1917) verklaarde Wilson dat het alleen
ging tegen de Duitse regering, en niet
tegen het goede, maar misleide Duitse
volk. Toen in Rusland de revolutie kwam
(in datzelfde Jaar) kon hij direct uitleggen
dat daar nu het goede, in wezen democra
tische volk zegevierde over de boze heer
sers. Toen zijn eigen Congres, speciaal de
Senaat, hem de voet dwars zette bij zijn
vredes- en volkenbondsplannen, deed hij
over hun hoofden heen een beroep op het
volk, op het ware Amerika. Want: „naties
bestaan niet uit regeringen maar uit vol
keren (rede 4 sept. 1919).
Carter, half in zelfbeschuldiging, half met
de vinger naar het Congres wijzend („U
ziet een Congres dat in alle richtingen
wordt getrokken en geduwd. Met honder
den goed gefinancierde en machtige spe
ciale belangen"), verklaart dat het ware
Amerika niet in Washington te vinden is.
maar in het land: „Een weg zoekend uit de
crisis heeft ons volk zich gericht tot de
federale regering en bemerkt dat zij geïso
leerd is van de „mainstream" van het
leven van ons volk. Washington D.C. is
een eiland geworden. De kloof tussen onze
burgers en onze regering is nog nooit zo
breed geweest."
Ironie
Tot zover het sublieme verhaal, dat zoals
veel van Benéts verhalen een fijnzinnig
ironisch commentaar geeft op Amerika's
geschiedenis en hier ook op de „civil reli
gion".
Want natuurlijk, er is een ironie in dit
alles, dezelfde ironie die Reinhold Niebuhr
zo subliem ontleed heeft in zijn korte boek
The Irony of American History". „Civil
Religion" houdt in dat het heil der natie
gelijk gesteld wordt met de heilsgeschie
denis, dat de „vox populi" werkelijk de
„vox Del" wordt geacht, dat wij Gods
wegen weten en zijn koninkrijk stichten,
dat inderdaad onze politeia Zijn ecclesia
wordt Niebuhr waarschuwt daartegen en
daarmee heeft hij in Amerika een enorme
invloed gehad. Op tenminste, zo leek het
in de diepe crisis van de Vietnam-tijd.
Maar ik had al bij recente verblijven in
Amerika de indruk dat Niebuhrs Europe
se ideeën niet werkelijk het Amerikaanse
volk geraakt hadden, dat het nog altijd de
natie is met de voor ons bijna onvoorstel
bare veerkracht, dat Amerika alleen be
staan kan als het ergens in geloven kan,
onbelemmerd, regelrecht.
Carters rede bevestigt dat. De bazuinen
klinken weer. het is weer een strijd tussen
goed en kwaad, weer een beslissend mo
ment, „a turning point in our history".
Naar de bron
Terug tot het volk, terug tot de bron van
alle waarheid en alle energie: „Wij kunnen
uitgeven tot onze schatkisten leeg zijn, en
we kunnen al de wonderen der weten
schap ophelderen, maar we kunnen alleen
slagen als we onze grootste reserves aan
boren: Amerika's volk, Amerika's waar
den. Amerika's vertrouwen. Ik heb de
kracht van Amerika gezien in de onuitput
telijke rijkdommen van ons volk".
De Amerikaanse prediker is praktisch, hij
somt een aantal maatregelen op die hij
zelf toch denkt te nemen (en over de
economische aspecten daarvan kan ik als
leek niets zinnigs zeggen). Maar de toepas
sing van zijn preek, Ja eigenlijk de rode
draad die er geheel en al door loopt, is dat
onze hulp is in de naam van het volk dat
Amerika gemaakt heeft, dat trouw zal
blijven aan zijn roeping en ook deze crisis
zal doorstaan.
God komt er natuurlijk ook wel aan te
pas, maar meer ln het algemeen, mooi aan
het slot: „Met Gods hulp en terwille van
onze natie, is het nu de tijd in Amerika om
de handen ineen te slaan." Het deed me
denken aan dat aardige verhaal van Ste
phen Vincent Benét (een helaas vergeten,
meesterlijke schrijver van korte verhalen
uit de jaren dertig) „Johnny Pye and the
Fooi-Killer". Pat gaat over een Jongetje
die bang is voor de „gekken-doder", een
gestalte in zijn verbeelding, die langs alle
wegen der wereld gaat en iedereen mee
neemt die iets dwaas doet. Als de jongen
opgroeit tracht hij die angst kwijt te ra
ken, maar in zijn dromen en soms zelfs
overdag hoort hij stappen naderen waar
hij zijn oren niet voor dicht kan stoppen.
Tot hij op audiëntie mag gaan bij de
President. Als er iemand is, denkt hij, die
veilig is voor de gekkendoder, dan is het
die man, die de hele natie bestuurt.
Gretig vraagt Johnny Pye: „Meneer de
President, wij hebben zo'n groot land, en
er zijn zoveel verbazend verschillende
mensen in. Hoe kan een president al die
mensen tegelijk tevreden stellen? Kunt u
dat, meneer de President?"
De President leek even uit het veld gesla
gen. Maar toen keek hij Johnny Pye aan
met een staatsmansblik.
„Met Gods hulp", zei hij plechtig, „en in
overeenstemming met de beginselen van
onze grote partij ben ik van plan
Maar Johnny hoorde niet eens het eind
van de zin. Want terwijl de President nog
sprak, hoorde hij een stap in de gang en
hij wist. op een of andere manier, dat het
niet de stap was van een secretaris of een
wacht. Hij was blij dat de President had
gezegd „met Gods hulp". Dat verzachtte
de stap nog een beetje.
Of het dat werkelijk is is natuurlijk de
vraag. Carter wil het graag, en in dit kader
van het nieuwe begin past ook precies de
hervorming van het hele kabinet. Zeker,
de meeste ministers zullen wel niet ver
dwijnen, maar de indruk van een totale
verandering moest gewekt worden. Volgt
nu ook het volk? En dan ook automatisch
het eigenwillige Congres? Het is waar, als
er werkelijk crisisbewustzijn is, zal het
Congres als vanzelf volgen, zoals in de
eerste dagen van de New Deal, of ln de
burgerrechten-crisis van 1963-64.
Maar komt het nu ook zover? Men moet
het wensen. Dat Amerika weer op gang
komt. Dat Carter in plaats van een angst
vallige manager een royale leider wordt.
Onze hele Westerse wereld heeft daar be
lang bij.
Vraagtekens
Maar met alle elan en alle overtuigings
kracht die de Amerikaanse president ein
delijk toont, blijven er vraagtekens. Er ls
een tegenspraak, een anomalie in de hele
rede, hoe sympathiek ook. Want het zuive
re volk dat zich herstelt als het maar
opgeroepen wordt bestaat natuurlijk ei
genlijk niet. Zeker niet zonder dat de man
in het Witte Huis er blijvend bewust lei
ding aan geeft.
Wat betekent het als de president zegt dat
de federale regering het contact met het
volk heeft verloren? Is hij niet zelf de
uitvoerende macht van dat federale gou
vernement? Wat is dat voor romantiek als
hij bezweert: „De kracht die wij nodig
hebben zal niet van het Witte Huls komen
maar van ieder huis in Amerika?"
Hoe fraai, hoe treffend Carters toespraak
ook is, hartverwarmend zelfs hier en daar.
het is zeer de vraag of er veel blijvend
effect uit zal voortkomen. De president
heeft gepreekt, maar wat voor zedelijke
waarden zijn er eigenlijk in het geding,
vergelijkbaar met de armoede van 1933 of
de ontrechting van de negers in 1963? Nu
zal het integendeel gaan over uitermate
praktische en nogal ingewikkelde proble
men, en de vrees is dat de hele boel zal
vastlopen in parlementair gepraat en bu
reaucratie; een vrees die nog verhevigd
wordt als men ziet dat Carter weer een
heel nieuw lichaam, een „Energy Security
Corporation" wil instellen. Alsof het be
staande nieuwe departement van Energie
met zijn twintig duizend ambtenaren nog
niet gewicht genoeg is.
Nee, het is zeer de vraag of Carter de natie
weer kan bezielen en dat nog wel op zo
korte termijn dat hij in 1980 herkozen
wordt. Zo snel zal het rad van het fortuin
nu ook weer niet omhoog gaan en Ameri
ka er weer bovenop komen. Het is al veel
als de zaak weer wat in beweging komt.
Ontsnappen aan de geschiedenis, het ko
ninkrijk Gods stichten in zijn eigen land,
dat zal voorlopig niet lukken. En dat is
maar goed ook, want waar moest de presi
dent dan zo hartverwarmend over preken?
kor Henny de Lange
letters LPG staan voor „liquified pe-
leum gas", ofwel: vloeibaar gemaakt
roleumgas. Het is een verzamelnaam
>r butaan en propaan (en mengsels
irvan), die tot de lichtste delen van de
e behoren. Onder normale omstandig-
len zijn butaan en propaan gassen,
idat ze in vloeibare toestand 250 keer
ider ruimte innemen dan in gasvormi
ge toestand, worden ze in vloeibare vorm
getransporteerd. Butaan wordt bij een
temperatuur van vijf tot tien graden Cel
sius onder nul vloeibaar en propaan bij
48 graden Celsius onder nul.
Er zal de komende jaren snel veel LPG
beschikbaar komen, voor een deel bij de
oliewinning op de Noordzee maar vooral
in de olielanden die LPG nu nog groten
deels verbranden. Verwerking van LPG
is namelijk (nog) een kostbare zaak.
Verwacht wordt dat het gebruik van
LPG de komende tijd enorm zal toene
men. Steeds meer auto's zullen geschikt
worden gemaakt voor hev verbranden
van deze energiesoort. Maar ook de petro
chemische industrie zal in de toekomst
veel meer gebruik gaan maken van LPG
ter vervanging van nafta (ruwe benzine).
LPG is verder bekend in de vorm van
flessengas de bekende campingblikjes
en als (schone)brandstof voor verwar
ming in de land- en tuinbouw.
Nadeel van LPG is dat het onder bepaal
de omstandigheden zeer gevaarlijk is: het
gas is licht ontvlambaar. Met name bij
het transport (lekkages) en het overpom
pen van het gas in havens, tankauto's of
LPG-benzinestations moeten strenge vei
ligheidseisen worden gehanteerd. LPG
valt onder de wet gevaarlijke stoffen.
Tankauto's die het gas vervoeren hoeven
echter (nog) geen gebruik te maken van
de verplichte routes voor het vervoer van
gevaarlijke stoffen. De provincie Zuid-
Holland, het openbaar lichaam Rijn
mond en de gemeente Rotterdam hebben
er vorige week bij de minister van
verkeer
en waterstaat op aangedrongen dat óók
LPG-wagens verplicht worden gebruik
te maken van de routes voor gevaarlijke
stoffen.
OTTERDAM „Er is
en sprake van dat wij het
momisch belang zwaar-
r laten wegen dan de vei
heid van de bevolking in
t Rijnmond-gebied. Wel
het zo dat de komst van
LPG-terminal een be-
igrijker effect op de be-
jvigheid en werkgelegen-
id zal hebben dat de ves-
ing van een LNG-termi-
gehad zou hebben. Maar
wil niet zeggen dat
arom minder stringente
lieu- en veiligheidseisen
•rden gesteld".
Is de reactie van Jan Hoek van
ke, Zuidhollandsgecommit-
rde voor milieuzaken, op de ver
ten die in toenemende mate te
en zijn vooral uit kringen van
lieu-)actiegroepen. Omdat een
lagplaats voor LNG (vloeibaar
dgas) vorig Jaar aan de neus
Rijnmond voorbijging ten
ïste van Groningen, zouden de
ionale en provinciale bestuur-
s nu koste wat het kost de LPG-
ninal naar Rijnmond willen
en.
«huldigingen in deze trant wa-
onder meer te horen op de
ste van twee hoorzittingen,
ïe zittingen zijn georganiseerd
de bevolking de kans te geven
eventuele bezwaren naar voren te
brengen tegen het plan van Shell
en BP om een grote op- en over
slagplaats voor vloeibaar petro-
leumgas te bouwen in de Euro
poort.
Met name het feit dat deze hoorzit
tingen midden in de vakantiepe
riode vallen, is de tegenstanders
van de LPG-terminal in het ver
keerde keelgat geschoten. De be
stuurders wordt verweten „als die
ven in de nacht" te handelen en
bewust deze stille tijd te hebben
uitgekozen om zo'n belangrijk be
sluit erdoor te Jagen.
Niet alleen actiegroepen hebben
deze beschuldiging geuit. Ook le
den van provinciale staten (uit de
fractie van D '66) hebben gedepu
teerde staten gevraagd in ieder ge
val de tweede hoorcitting, die voor
7 augustus staat gepland, te ver
schuiven naar september.
Volgens Hoek van Dijke hebben de
bestuurders al meer gedaan dan
verplicht is. Zo is de inspraakpro
cedure verlengd tot ruim zeven we
ken en bovendien is een extra
hoorzitting georganiseerd. Daar
mee acht hij het nadeel dat deze
zaak zich in de vakantietij d af
speelt, voldoende gecompenseerd.
„We zitten aan een strak tijdsche
ma vast. omdat afgesproken is
eind dit Jaar een beslissing te ne
men over de vergunningaanvragen
van Shell en BP".
Een overzicht van het ter
rein van de BP-raffinaderij
in Europoort. Het witte ge
bied op deze foto is de
plaats waar Shell en BP
een LPG-terminal willen
bouwen.
Hoe staat de milieu-gecommitteer
de zélf tegenover de eventuele aan
leg van een LPG-terminal (aanleg-
kosten 350 miljoen gulden). Als mi
lieuman heb ik dat goedje hier
natuurlijk liever niet. maar het is
net als een heleboel andere dingen
van onze maatschappij, waarmee
we moeten leren leven". Een offi
cieel standpunt wil hij overigens
niet kwijt, want dat zou de stem
ming maar beïnvloeden, meent hij.
„Maar ik heb niet alleen rekening
te houden met milieu- en veilig
heidseisen. Berekend ls dat de
LPG-terminal in eerste instantie
achthonderd mensen werk ver
schaft. Op langere termijn zouden
duizenden arbeidsplaatsen in de
petrochemische industrie verloren
gaan, als die terminal er niet zou
komen. Met LNG lag dat allemaal
wat gemakkelijker. Daar ging het
voornamelijk om de opslag. Bij
LPG staat er een hele petrochemi
sche industrie achter, die in toene
mende mate afhankelijk wordt
van LPG, dat nafta gaat ver
vangen".
Wat is wijsheid? Over een aantal
Jaren zullen we pas zien of we de
juiste beslissing hebben genomen,
vervolgt hij.
Tot nu toe zijn er zo'n honderd
bezwaarschriften binnengekomen
tegen de vergunningaanvragen
van Shell en BP. Het leeuwedeel,
meer dan 95 procent, bestaat uit
voorgedrukte brieven, die door de
afdelingen Rijnmond van de PSP
en PPR zijn opgesteld voor men
sen die verontrust zijn over de
LPG-plannen. De actie die PPR en
PSP voeren tegen het verlenen van
vergunningen aan de belde olie
maatschappijen wordt niet door
ieder in dank afgenomen. Onlangs
heeft een aantal werknemers in de
petro-chemische industrie de PPR
en PSP in een open brief gevraagd
of deze partijen bereid en in staat
zijn vervangend werk te vinden of
de uitkeringen te garanderen voor
de werknemers.in deze industrie.
„Wij komen zonder werk als de
grondstof nafta nog schaarser
wordt en het vervangende LPG
niet in voldoende mate kan wor
den aangevoerd", aldus de boze
werknemers.
Met name zijn ze geïrriteerd over
de voorlichting die deze partijen
geven. Kreten als „U weet wel, dat
gas dat na een ontploffing een hele
Spaanse camping deed verdwij
nen" worden halfslachtig en sma
keloos genoemd.
De kritiek op deze manier van ac
tievoeren wordt gedeeld door Hoek
van Dijke. „Aan paniek zaaien
hebben we geen enkele behoefte.
Maar ook moeten we de zaak niet
zonniger voorstellen als die is, zo in
de trant van: het is zo goed voor de
werkgelegenheid. LPG is en blijft
gevaarlijk onder bepaalde omstan
digheden."
Dat er, mocht de LPG-terminal er
komen, niet gesjoemeld zal worden
met de veiligheidseisen, staat voor
de milieugecommitteerde als een
paal boven water. De provincie
Zuid-Holland hanteert al verreweg
de zwaarste eisen op dat punt, zegt
hij. „Dat ls ook volkomen terecht
want dit deel van het land is zeer
dicht bevolkt, niet alleen met men
sen, maar ook met industrieën".
Hét grote probleem is dat er geen
vergelijkingsmateriaal is. Welis
waar zijn er her en der in ons land
al LPG-opslagplaatsen, maar die
vallen in het niet bij de hoeveel
heid van vijf miljoen ton vloeibaar
gas, die Shell en BP Jaarlijks willen
aanvoeren. In het buitenland zijn
wel enkele LPG-terminals met de
zelfde omvang als die ook in de
Europoort zou moeten komen,
maar deze staan in een zeer dunbe
volkt gebied.
Toch is in de ogen van Hoek van
Dijke een geconcentreerde aan
voer van het gas de veiligste oplos
sing. „Je kunt alle aandacht con
centreren op één punt. Als er wat
gebeurt is de klap enorm, dat weet
ik, maar de kans dat er iets mis
gaat is kleiner dan bij een hele
keten van LPO-opslagplaatsen".
Het feit dat de komst van een grote
terminal ln Europoort niet inhoudt
dat de bestaande, kleinere opslag
plaatsen verdwijnen, maakt de be
slissing dan ook extra moeilijk.
Overigens staan Shell en BP een
„open karakter van de LPG-termi
nal voor. Dat wil zeggen dat andere
oliemaatschappijen er „tegen de
normale commerciële voorwaar
den" gebruik van kunnen maken.
Dan hebben we het nog niet gehad
over de afvoer van het LPG. „De
vervolgproblematlek is „een heet
hangijzer", zegt gecommitteerde
Hoek van Dijke. „De afvoer per
binnenschip iets dat ik toch wel
zie toenemen is een probleem
apart." De veiligste maar ook
duurste oplossing is de afvoer per
pijpleiding. Dit ls echter alleen
haalbaar bij super-terminals, maar
dan nog zullen er altijd binnen
schepen nodig zijn om het gas af te
voeren.
Dat ook de regering deze (vervolg-
)problematiek onderkent blijkt uit
het feit dat TNO ln opdracht van
de minister van volksgezondheid
en milieuhygiëne de risico's van
LPG bestudeert. Alle aspecten
worden daarbij bekeken: van het
aan land brengen per schip tot het
campingblikje toe worden de „gan
gen" van het gas gevolgd, bij wijze
van spreken. De resultaten van
deze studie worden pas volgend
Jaar verwacht.