Woningnood is hét probleem
rot/iv
e tekening van een lezer
de enige feministe van de klas
Ds. B. K. W. Dijkstra: Alles is in een draaikolk geraakt
keS
Commentaar
vrouw de voorzitter
D'66 bepleit
huisarrest voor
zieke arrestant
Zeer lichte
aardbeving
bij Nijmegen
etentje
beroepskeuze
beroepskeuze (2)
ijzersterk
goeie grap
ERDAG 19 JULI 1979
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
•ennig en bij tijden chaotisch
l het nieuwe Europese parle-
t een begin gemaakt met zijn
dsjzaamheden. Dat is niet zo
elljonderlijk. Per slot van reke-
1 pis bijna vijfzesde deel van de
difmentariërs nieuw in Straats-
;n"j. Bovendien moeten zowel de
kQvaren voorzitter en haar
ivervangers nog wegwijs wor-
het orde-reglement van de
;enwoordiging.
on
vallen er nu reeds enkele
'e ferkingen te maken. Aan de
tenant lijkt de voorzitter nogal
doein het hanteren van het regle-
fdej" w'ize waaroP Simone
rad) 8'steren vertegenwoordigers
erdde kleine politieke partijen in
cU» tot bijzitters maakte wekt de
"ik dat de macht van het getal
zal zijn in ons rechtstreeks
it ijzen Europees parlement,
tr d
Goede van D'66 een
horen tegen het mond-
van de kleintjes liet
subiet zijn microfoon dicht-
jen daarmee ten overvloede
Hqi illustratie leverend van de
ceieid van De Goede's opmer-
on| Het valt daarom te vrezen
en|olang de Nederlandse demo-
,mJn niet een vorm van fractie-
e tfnd aangaan, zij nauwelijks
t <ks hoeven te koesteren over
;h^ate waarin zij een wezenlijke
'J^ge kunnen leveren aan het
i wpese debat. Veil wil kennelijk
io torzeis met hun horzelfunctie
de deur houden.
evo
Lstejkan zijn dat de voorzitter de
_^nde weken de touwtjes wat
lten vieren. De manier waarop
de vriendelijke, maar niet door de
wol geverfde Franse gaulliste Loui
se Weiss in haar gastvoorzitter-
schap zich liet overdonderen door
haar gewiekste partijgenoot en
fractieleider ook in het oude
parlement Christian de la Male-
ne heeft Veil misschien huiverig
gemaakt.
Het is overigens verbazingwek
kend hoe gemakkelijk Veil toch in
de voorzittersstoel is gekomen.
Uiteindelijk heeft toch het meren
deel van de christen-democratische
en conservatieve fracties zijn steun
aan Veil gegeven. De christen
democraten zouden dit hebben ge
daan na de toezegging van de libe
ralen dat men (als dat wenselijk
zou zijn) Veil over 2'A jaar kan
vervangen door een christen-de
mocraat.
Of het uiteindelijk nodig zal zijn
Veil weg te sturen, is nu nog niet te
zeggen. Veil draagt nu nog een
forse last mee. Haar opvattingen
liggen niet ver van die van de
gaullisten en de Franse president
Giscard zelf. En dat betekent:
geen uitbreiding van de bevoegd
heden van het parlement.
De Europarlementariërs zullen
Veil hoogstwaarschijnlijk tot actie
moeten pressen. Als zij de wens
naar meer bevoegdheden negeert,
zal haar waarschijnlijk geen lange
carrière als voorzitter zijn be
schoren.
Of zij zo'n afgang durft te riskeren
zeker met haar ambitie op een
Frans presidentschap blijft ech
ter de vraag.
iuiH-
«tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent,
ofttbus 859. lopo AW. Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden,
t- Ibr geplaatste prenten is er een boekenbon.
or
„Er valt niet aan te ontkomen dat een deel van
de stad Rotterdam straks duidelijke overeen
komsten vertoont met Harlem, het neger-get
to van New York. Bepaalde wijken van Rot
terdam, met name in de binnenstad, trekken
nu eenmaal veel buitenlanders. Daar kan het
gemeentebestuur misschien een tijdje iets te
gen doen, maar op den duur houd je concen
tratievorming niet tegen. Het gemeentebe
stuur doet er in feite beter aan bet spreidings-
beleid de rug toe te keren, want het is zinloos.
Bovendien: import op landelijk niveau ver
draagt geen plaatselijk deportatiebeleid."
Deze visie is afkomstig van (ds) B. K. W.
Dijkstra <52). adjunct-chef van de dienst
woonruimtezaken van de gemeente Rotter
dam en geen onbekende in volkshuisvestings
kringen. Niet alleen Rotterdam, maar ook
steden als Amsterdam en Den Haag moeten
zijns inziens rekening houden met een derge
lijke ontwikkeling.
Dijkstra houdt zich al jarenlang bezig met
wat hij noemt hét grondprobleem van onze
samenleving: de woningnood. De komst van
grote aantallen buitenlanders naar ons land.
die zich bij voorkeur in de dichtbevolkte
grote steden vestigden, begint nu pas goed
door te werken op de woningmarkt, meent
Dijkstra.
De gezinshereniging begint op gang te komen.
Steeds meer buitenlanders en ex-rijksgenoten
laten vrouw en kinderen overkomen en ne
men niet langer genoegen met een pension
maar willen net als de Nederlander een
huis om in te wonen. „En terecht," zegt Dijk
stra.
..En dan heb ik het nog niet eens gehad over (Je
stroom van jongeren die steeds vroeger op
zoek gaan naar eigen woonruimte, de krepeer-
gevallen, de medisch urgente gevallen, en zo
kun je wel doorgaan."
Dijkstra: „Hét grote pont is dat de bestuur
ders van dit land en van de grote steden te
laat tot de conclusie zijn gekomen dat de
woningnood nog lang niet opgelost Is, zoals in
het verleden geruime tijd werd verondersteld.
De rekening daarvan krijgen we nu gepresen
teerd."
door Henny de Lange
ROTTERDAM Jarenlang
heeft men een vertekend
beeld van de woningnood in
dit land gehad. Een duidelijk
beeld van de werkelijke wo
ningbehoefte ontbrak, door
dat alleenstaanden in Rotter
dam pas een huurmachtiging
kregen als ze dertig jaar wa
ren (in Den Haag zelfs pas op
veertig-jarige leeftijd). Tot die
tijd kwamen ze niet in aan
merking voor woonruimte.
Echtparen kregen pas een
huurmachtiging als ze drie
jaar getrouwd waren.
Als Je bedenkt dat jongeren nu al
vanaf hun achttiende jaar in aanmer
king komen voor een bewijs van in
schrijving voor woonruimte, is het
duidelijk dat het aantal ingeschreven
woningzoekenden fors is gestegen en
de druk op de toch al krappe woning
markt ernstig is toegenomen door het
verruimen van de normen. Daar staat
echter tegenover dat nu wel de werke
lijke woningbehoefte op tafel is ge
bracht. Voor Rotterdam levert dat de
volgende frappante cijfers op: in 1976
werden er zevenduizend huurmachti-
gen uitgegeven; nu zijn er 25.000 inge
schreven woningzoekenden.
Maar niet alleen het verruimen van
de normen heeft de woningnood een
fikse duw in de min gegeven, zegt de
heer Dijkstra. Ook tal van andere Kerken
ontwikkelingen hebben bijgedragen
tot deze negatieve situatie. De rand
stad is duidelijk het grootste pro
bleemgebied en Rotterdam springt er
helemaal uit met zijn schrikbarende
woningnood, meent hij.
De ellende is volgens hem al begon
nen na de Tweede Wereldoorlog. In
die tijd van de wederopbouw was alle
aandacht gericht op de haven en het
herstel van de verwoeste stad. „Maar
de oudere woonwijken zijn toen ver
geten. Tien jaar geleden leefde men
in Rotterdam nog in de veronderstel
ling dat de woningnood weldra een
aflopende zaak zou zijn. Het is de
verdienste geweest van de huidige
wethouder van stadsvernieuwing (J.
van der Ploeg, red.) dat hij zag dat de
woningnood nog steeds afschuwelijk
was."
Draaikolk
Maar dat is nog lang niet alles, ver
volgt Dijkstra. Het gigantische pro
bleem van de stadsvernieuwing
kwam om de hoek kijken. Vele wonin
gen blijken zo slecht dat ze mosten
worden gesloopt. Andere woningen
worden samengevoegd. Al met al
gaan heel wat woningen voor de wo
ningmarkt verloren. Daar komt een
telkens stagnerende bouwproduktie
bij en het probleem ligt daar in volle
omvang.
Alles is in feite in een draaikolk ge
raakt, zegt Dijkstra. De stroom gast
arbeiders kwam op gang; de Surina-
mers kwamen in grote aantallen; het
aantal echtparen of samenwonenden
dat gaat scheiden is groeiende, waar
door ook van die kant een aanslag op
de schaarse woonruimte wordt ge
daan. En dan hebben we het nog niet
eens gehad over de maatschappelijk
zwakkeren als drugsverslaafden, dak
lozen en zwervers.
Van onze parlementsredactie
DEN HAAG Een zieke arrestant
moet je niet in een politiecel stoppen,
maar huisarrest opleggen, zeker als
hij een minder ernstig vergrijp heeft
begaan. Dit bepleit het-"D'66-Kamer-
lid mevrouw Wessel-Tuinstra in vra
gen aan de ministers van justitie en
binnenlandse zaken naar aanleiding
van het overlijden van een arrestant
in een Rotterdamse politiecel.
Het Kamerlid wil weten waarom de
poli tie-arts in dit geval oordeelde, dat
opname in een ziekenhuis niet nodig
was en of er 's nachts nog iemand, al
ian niet medisch geschoold, naar de
arrestant heeft gekeken. Mevrouw
Wessel vraagt verder of er in zulke
gevallen ooit wel acht wordt geslagen
pp arrestanten. Als dat niet zo is,
moet dat in de toekomst wel gebeu
ren, vindt ze.
De 59-jarige man die in het Rotter
damse politiebureau overleed zou
daags voor zijn overlijden geklaagd
hebben over pijn in zijn borst. Het
Kamerlid wil weten of dat waar is. Zij
.vraagt tot slot inlichtingen over de
toestand van de politiecellen in de
Maasstad en de controle daarop van
wege volksgezondheid en het gevan
geniswezen.
Hier ligt duidelijk niet alleen een
taak voor de overheid, meent ds.
Dijkstra. Tijdens zijn Haagse periode
is hem duidelijk geworden dat de
kerken een belangrijke rol kunnen
spelen bij het structureel en prak
tisch bestrijden van woningnood. In
Den Haag heeft deze gedachte inder
tijd geleid tot de oprichting van de
IKW, de Interkerkelijke Kommissie
Woonruimtebemiddeling. Dijkstra
was geruime tijd directeur van de
IKW, een niet-ambtelljke, laagdrem
pelige instelling, die uitstekende con
tacten heeft met huiseigenaren én de
gemeentelijke overheid. „In Rotter
dam laten de kerken toch duidelijk
een steek vallen op dit punt," meent
hij. „Ze zouden een voorbeeld kunnen
nemen aan hun Haagse zusterkerken.
Deze geven een heel goed voorbeeld
hoe de kerken ook een stuk verant
woordelijkheid kunnen dragen voor
DE BILT (ANP) Bij Nijme
gen heeft zich een lichte aard
beving voorgedaan. De trillin
gen waren te licht om schade
aan te richten.
De trillingen (het KNMI sprak
gistermorgen van een „zeer
lichte" aardbeving) deden zich
voor dinsdagavond om tien
voor zeven. Dinsdagavond nog
werd het KNMI gebeld door
enkele mensen uit Mook,
Beers, Grave en Nijmegen, die
de trillingen gevoeld hadden.
Dat die waarnemingen juist
waren kon het KNMI gister
morgen zien aan het seismo
gram. Het middelpunt („epi
centrum") van de beving lag
acht kilometer ten zuiden van
Nijmegen.
Ds. B. K. W. Dijkstra
het oplossen van de grondproblemen
in onze samenleving".
Dijkstra is verder voorzitter geweest
van het LWH, het Landelijk Werkver
band Huisvestingsnood. Het LWH be
staat uit een groep mensen variërend
van juristen tot dominees, pastoors,
psychcaters en maatschappelijk wer
kers. Kortom de mensen bij wie over
het algemeen huisvestingsproblemen
het eerst op tafel komen.
„Ik heb in die tijd wat afgestoeid met
minister Schut (de toenmalige minis
ter van volkshuisvesting, red.), want
het was in de eerste plaats onze taak
om de woningbouwproduktie in dit
land kritisch te begeleiden". In die
periode was ds. Dijkstra (hervormd
theoloog met de bevoegdheden van
emeritus-predikant) zeer betrokken
bij de landelijke problematiek rond
de volkshuisvesting. Preken heeft hij
in al die jaren overigens niet verleerd,
want hij staat vrijwel elke zondag wel
ergens op de kansel.
Ambtenaar
„Dat ik op een gegeven moment toch
ambtenaar ben geworden eerst een
korte tijd in Leiden, daarna in Rotter
dam was vanuit mijn verlangen om
ook eens aan de andere kant van het
loket te staan. Ik wist wat er omging
in woningzoekenden. Met die erva
ring zou ik aan de andere kant van
het loket ook in staat zijn een bijdra
ge te leveren, meende ik. Ik kende
immers het gevoel van onmacht te
gen onwillig lijkende ambtenaren."
Toen Dijkstra in Rotterdam kwam,
trof hij naar zijn zeggen ..zo'n club
ambtenaren" aan. Zijn duim gaat
omhoog. „Uit de kunst, 't waren hele
maal niet die ambtenaren waarover
gemakkelijk moppen de ronde doen,
maar het bleken mensen te zijn die
werkten vanuit een diepe bewogen
heid met de woningzoekenden."
Helaas zijn mijn bevindingen met de
bestuurlijke kant minder positief. Ik
heb duidelijk het gevoel dat van be
stuurlijke kant onvoldoende wordt
ingespeeld op de gigantische woning
noodproblemen. Het roept bij mij
vaak het beeld op van een varkens
trog met een klein beetje voer erin,
terwijl er zich steeds meer varkens
om de trog komen verdringen. Maar
de hoeveelheid voer blijft hetzelfde.
Er wordt gewoon veel te weinig ge
bouwd, dat is mijn overtuiging, maar
ook te weinig geïnvesteerd in het ap
paraat woonruimtezaken Maar zo
lang men in Rotterdam kennelijk ui
termate veel belang hecht aan het
verfraaien van de Coolsingel voor et
telijke miljoenen guldens en het be
schilderen van trams, zet ik toch wel
wat vraagtekens bij dat geldpro
bleem."
Nachtmerries
Een grief van Dijkstra is dat zijn
ambtelijk apparaat niet is meege
groeid met de enorme toename van
het aantal woningzoekenden. ..We
hebben gewoon te weinig mankracht.
Weet je wat er hier wel gebeurt? Reor
ganiseren en reorganiseren. Dat zal
best nodig zijn maar dat gebeurt hier
op een verschrikkelijke manier. Er
wordt met mensen geschoven. Er
wordt niet gekeken naar vakbe
kwaamheid. Als Je politieke kleur
nlet in het straatje past, kan het
gebeuren dat je uitgerangeerd wordt,
ook al sta Je bij wijze van spreken bol
van kennis op volkshuisvestingsge-
bied. Er wordt hier maar manage
ment in gepompt, maar zolang er niet
meer personeel komt, werpt dat ma
nagement ook geen vruchten af. Veel
collega's heb ik al met stress-ver
schijnselen zien vertrekken. Van twee
kanten worden deze mensen in feite
belaagd. Dag-in-dag-uit de stroom
woningzoekenden, die je nooit naar
tevredenheid kunt helpen. En wat
veel erger is daarnaast het gemis
aan steun van bovenaf.
Ondankbaar gedrag
Veel ambtenaren hebben nachtmer
ries over de ellende van de woning
nood, maar in bestuurlijke kring ligt
men, denk ik. wakker van wat poli
tiek opportuun is. Ik ben een verdrie
tig man, dat kun je wel stellen, ja."
Niet alleen naar de bestuurders
steekt Dijkstra een beschuldigende
vinger uit. Ook de cliënten de wo
ningzoekenden gedragen zich soms
op zeer ondankbare wijze, meent hij.
„Het is gewoon waar dat veel mensen
niet bereid zijn een reëel deel van hun
inkomen voor goede woonruimte uit
te geven. Na de oorlog zijn hier de
huren bevroren en dat heeft tot ge
volg dat velen een schijntje betalen.
Op een gegeven moment krijgen ze
een betere woning aangeboden, maar
dan is Leiden In last want de huur ls
niet op te brengen, vinden ze.
Andere woningzoekenden, urgente
gevallen, stellen soms de meest
krankzinnige eisen en wijzen elke wo
ning bij voorbaat af. Ze zijn .urgent*
en daarom denken ze dat ze Alles
kunnen eisen. Maar deze mensen ver
geten dat door hun gedrag andere,
misschien nog dringender gevallen,
nog later of helemaal niet aan de bak
komen."
Berustend: .Ach, woningnood zal al
tijd een probleem blijven, maar dat
mag ons niet weerhouden om alert te
reageren en hard te werken voor men
sen die het echt moeilijk hebben."
Volgende maand wordt ds. B. K. W.
Dijkstra weer full-time-predikant in
Groningen-Hoogkerk. Waarom? Mijn
besluit tot terugkeer in het ambt was-
er niet van de ene dag op de andere.
Ook het aanvaarden van het beroep
uit Groningen-Hoogkerk niet. Maar
mijn vertrek uit Rotterdam is me wel
een stuk gemakkelijker gemaakt
door de uitzichtloosheid hier, de te
genstelling tussen de bewogenheid
van mijn ambtenaren en de gesloten'
ogen bij het bestuur voor wat er wér
kelijk leeft.
„Men vindt ons een tandeloos clubje,
een club „uit het gameveren tijd
perk" (letterlijke uitspraak van wet
houder Van der Ploeg, red.), maar ik
ben ervan overtuigd dat men hier
harder werkt aan de verlichting van
de woningnood dan men zich op het
stadhuis realiseert." Glimlachend:
„Maar deze ervaringen beletten me in
ieder geval alleen maar verticaal be
zig te zijn, straks in mijn kerkelijk
werk."
Predikant
De predikant in hem komt aan het
eind van het gesprek duidelijk om
de hoek kijken. „Toch ben ik in mijn
werk ook wel „predikant" geweest,
zegt hij. „Ik heb dikwijls tegen mijn
ambtenaren gezegd dat Matthéus 25
in dit werk tot een levende praktijk ls
geworden. „Ik ben een vreemdeling
geweest en gij hebt MIJ gehuisvest",
zegt Jezus daar. Ik denk dat mijn
mensen hier, zonder dat ze er erg in
hadden, heel vaak Jezus aan hun
balie hebben gehad voor een huis ^n
Hem hebben gehuisvest
Weet Je wat de tekst voor mijn intre
depreek ls? „Vergeet de herberg
zaamheid niet" uit de Hebreeënbrief."
Ja, ik ben en blijf van mening dat de
woningnood het grondprobleem ls
van onze samenleving. Ik ben ervan
overtuigd dat een eigen deur ontzet
tend belangrijk ls om je achter thuis
te voelen en met Je problemen bezig
te zijn. Mijn conclusie na al die jaren
gewerkt te hebben In dit deel van het
land, waar de woningnood het grootst
is, is dan ook: Pak eerst het grondpro
bleem van onze samenleving aan en
vele andere problemen zullen zich
automatisch oplossen: een natuurlij
ke renovatie van mensen en menselij-
ke verhoudingen.
Ik denk dat onze Heer ook in deze
nood ondergedoken is geweest HU
zei toch: „De vossen hebben holen en
de vogels hebben nesten, maar de
Zoon des mensen heeft niets om ZUn
hoofd neer te leggen." Over woning
nood gesproken."
Ze noemen zich feministes en ko
men daar rond voor uit. Maar
allebei hebben ze het er erg moei
lijk mee, voornamelijk in de klas.
Want ze zitten nog op school, in
een tweede klas. Marieke 't Hart
uit Zaandam is veertien, Artjette
de Pree uit Leeuwarden dertien
jaar. Waaruit die moeilijkheden
bestaan en waarom ze feministe
willen zUn, vertelden ze samen
aan het feministisch maandblad
OpzU-
Het is echt „rot", zegt Arjette, om
de enige feministe in de klas te
zijn, „want je staat helemaal al
leen, terwijl Je er zo graag eens
met iemand over zou willen pra
ten, maar dat kan niet, want dan
is het onmiddellijk, daar heb je
haar weer". Bij Marieke is dat
precies hetzelfde: „Wanneer Ik ln
de klas weer eens iets zeg over
vrouwenemancipatie, zeggen de
jongens; hou jij nou maar Je kop,
rooie feministe. Toen lk
pas m'n haar rood had gemaakt
met henna konden ze helemaal
hun lol niet op; toen was het
voortdurend: nu ben Je echt een
rooie vrouw".
Met de meisjes in haar klas kan
Arjette nog wel opschieten, maar
ach, die Jongens. „Sommige jon
gens zijn van die echte pubers,
soms best aardig hoor, maar je
kunt niet echt met ze praten over
belangrijke dingen Ze gie
chelen vaak zo stom om dingen
die bijvoorbeeld met seks te ma
ken hebben. Daar kunnen ze niet
normaal over praten". Marieke
kan zelfs met de meisjes in haar
klas niet praten, tenminste niet
over emancipatie of zo. Het enige
wat ze antwoorden, is dan: „Ma
rieke, JU krijgt met zulke ideeën
nooit een vriend. Want verkering
en vriendjes hebben is vreselijk
belangrijk bU ons in de klas.
Daar hebben die melden het al
tijd over. Nou, als een jongen het
niet eens is met mijn ideeën, dan
gaat-ie maar, dan hoef ik 'm al
helemaal niet meer."
De meisjes hebben beiden uitge
sproken ideeën over het feminis
me. Marieke: „Feminisme zUn
betekent voor mij, dat man en
vrouw helemaal dezelfde rechten
hebben. Man en vrouw zijn voor
mij helemaal gelijk. Als er in een
huwelijk of relatie bijvoorbeeld
kinderen zijn, moet Je samen
maar uitmaken wie daarvoor
zorgt. Dat hoeft voor mij beslist
niet zonder meer de moeder te
zUn. Het lijkt me het best. dat je
dan alle twee een part-time baan
neemt, waardoor je a^._ twee
werkt en voor de kinderen zorgt.
Als dat niet kan, moet Je maar
bekijken wie het meeste plezier
heeft in het werk en wie het mak
kelijkst een deel van dat werk wil
opgeven. Verder vind lk als femi
niste, dat Je als meisje een oplei
ding moet volgen, een baan moet
hebben en dat Je, ook na Je huwe-
Ujk, zoveel mogelijk moet blijven
werken. Arjette wil later graag in
de vrouwenbeweging werken.
Voor haar betekent feminisme,
„dat Je als meisje en vrouw kunt
kiezen wat jezelf wilt in Je leven,
niet alleen wat Je werk en je
school betreft, maar ook hoe Je
dat leven verder wilt inrichten, of
Je met een man wilt samenwo
nen, of met een vriendin, of je een
kind wilt of niet."
Voor het huwelijk voelen ze alle
bei voorlopig niet veel. „Nee zeg,"
zegt Arjette, „zo'n huwelijk zou
ik beslist niet willen. Wr' "-»n
sleur, zeker elke dPf V^'.un vooi
die man en Je kinderen. Elke keer
weer horen: is het eten nog niet
klaar? Ik doe dat zelf thuis ook.
hoor. Ik snap niet. dat m'n moe
der dat niet zat wordt en roept:
koken julLe nou maar voor Jezelf,
ik vertik het verder." Zegt Marie
ke „Moet je nagaan, mijn ouders
zijn achttien Jaar getrouwd.
Achttien Jaar.
Voor een etentje ter afsluiting
van een festival van een week in
de Westduitse stad Kassei heb
ben de organisatoren daarvan
sijn ze tenminste self overtuigd
de langste tafel ter wereld
nodig gehad: de vijfhonderd ta
fels waaraan xevenduizend eters
aanzaten, waren samen drie ki
lometer lang. Reuze gexellig,
daar niet van. Maar die afwas!
Kleuters van de Comeniusschool
in Zeist weten nu el wat ze willen
worden, althans wat ze op dit
moment zouden willen. Vier van
de zeventien hebben volgens de
schoolkrant De 8chakel wel zin
.om iets medisch te doen; dokter,
verpleegster of zuster, zeggen ze.
Twee tekenen er voor kapper, één
voor schilder en één voor „chuf-
feur van een vrachtwagen met
bomen". Een meisje vertrouwde
de leidster toe dat ze ook „Juf"
wil worden, en vier kinderen be
perken hun toekomstdromen tot
„vader" of „moeder" Terwijl een
van de meisjes absoluut geen
idee heeft, weet een ander al heel
zeker dat ze later het liefst een
jongetje zou willen zijn. Een van
de kinderen heeft blijkbaar nu al
meer dan genoeg van al dat gró
te-mensen-gedoe; als dat kind
mocht kiezen, zou het altijd als
baby door het leven willen gaan.
Een stukje ouder zijn de kinde
ren van de Amsterdamse Van
Heemstraschool die hun toe
komstplannen voor hun school
krant De Zoemer hebben opge
schreven Ellen weet het nog niet
zo precies. Eerst maar de mavo
en daarna de havo, zegt ze, want
met dat diploma kun je veel kan
ten op. En dan misschien dieren
artsassistente. handwerkjuf
frouw of „iets ln het ziekenhuis".
„Vroeger", schrijft ze. „dacht ik
dat lk stewardess wilde worden.
Maar toen lk van die vliegtuig
rampen hoorde, ben ik er maar
van af gaan zien."
Voor Hugo was de keus niet zo
moeilijk: „Ik dacht eens goed na.
toen wist lk het: gymleraar. Maar
een poosje later dacht lk toch:
nee! Ik wou een winkel. Een die
renwinkel. want ik houd veel van
dieren. Maar nu zou Je denken:
hoe kom lk op een winkel? Dat
komt zo. Mijn opa heeft ook een
winkel. Maar geen dierenwinkel,
een werkkleding-wlnkel en daar
kom ik wel eens. En dat vind ik zo
leuk. En ik dacht, ik hou van
dieren, en ik vind een winkel
leuk. dus een dierenwinkel. Ik
wou eerst nog een ijzerhandel,
maar een dierenwinkel vind ik
toch leuker
De zesde klas van de basisschool
Livingstone in Gouda gooit er in
de laatste schoolkrant van het
seizoen wat afscheidswoorden te
genaan. De meesten vonden het
leuk op school, hoewel een enke
ling wat aarzelend opschrijft
„soms was het best leuk". Eén
laat merken ook iets van de Fran
se lessen opgestoken te hebben
(„11 était agréable ici"). een ander
toont zich dankbaar voor de les
sen („bedankt"). Een paar laten
duidelijk merken blij te zijn ein
delijk naar een andere school te
kunnen („Hiep, hiep, hoi, ik ga
naar de mavo". „Verlost! We
hebben het weer gehad. Einde
lijk!"). en twee noemen hun lage
re schooltijd „leerzaam". Een wat
trieste opmerking tot slot: „Ik
vond het erg rijn. maar nu ga ik".
Lindsay Wagner, die in de tv-
serie „De bionische vrouw" zoiets
als „de man van zes miljoen"
was. maar dan in het vrouwelijk,
heeft veel aan die serie overge
houden. Niet alleen een vorstelijk
kapitaal ize kreeg er een gigan
tisch honorarium voor. lezen we
in Televizieri. maar ook het ima
ge van de IJzersterke vrouw, dat
niet kapot te krijgen ls. Nóg
klampen de mensen haar soms
op straat aan om te vragen of ze
even hun auto wil optillen, en dat
vindt ze nu echt niet leuk meer
Tussen de vele notabelen op de
Utrechtse Maliesingel woont ook
de „gewone" meneer J. M. Wit.
Het ergerde hem een beetje, ver
telt hij ln het Utrechts Nieuws
blad, dat al die dure notabelen
van die opvallende, sjleke naam
borden met vermelding van hun
kwaliteiten op de gevels van hun
deftige huizen gezet hebben, en
daarom heeft hij er ook een groot
naambord tegenaan gegooid. Be
halve tandartsen, advocaten, art
sen en notarissen zie Je er nu dit
bord: J. M. Wit. ongesch. maga
zijnbediende". wat ongeschoold
magazUnbedlende betekent. De
meeste mensen vinden het bord
een goeie grap, op één buurman
na; die kan er de leut niet van
inzien.