Bijna iedereen heeft 'zijn' boom
Assistent-accountant Jan Willem ter Beek
kiest de Nutsspaarbank voor verstandig sparen
En straks óók voorin hypotheek!
m
Miiiilit u
Foto's leggen stemmingen van landschap vast
NUTSSPAARBANK
DONDERDAG 19 JULI 1979
TROUW/KWARTET -ERI
door Henk van Halm
Hebt u een boom? Ik bedoel
niet zo maar een boom in uw
tuin, maar dé boom die u
ogenblikkelijk voor ogen
staat als u aan een boom
denkt.
Bijna iedereen heeft zo'n boom. Oalt
Berk vroeg het aan twee bekende
Nederlanders: Jan Wolkers, Anne
Vondeling En omdat ze nu eenmaal
oog voor het landschap hebben, aan
twee fotografen Ernst Nleuwenhuls
en Ger Dekkers. Wolkers" boom is een
elk achter kasteel Poelgeest In de
plaats waar hij zijn Jeugd doorbracht,
een gehavende boom. met vier dikke
stompe armen, stammen bijna, in een
star redeloos gebaar reikend naar de
hemel Vondeling heeft geen speciale
boom. maar een hele rij: de zesUg Jaar
oude sparren aan weerszijden van
een oude veenvaart in het Ravens-
woud in zijn geboorteplaats Appel
scha. ..Het lijkt een beetje op het
befaamde donkerebomenbos van
heer Bommel'"
De boom van Ernst Nleuwenhuls was
de door Cornells Jetses op een school
plaat getekende kastanje. „Zelfs als
er luchtalarm was en de hele klas op
de gang moest 'schuilen', zag je door
het raampje van de deur nóg het
vertrouwde beeld van de boom met
het hele gezellige gebeuren erom
heen" Zo heeft hij door het hele land
een paar kastanjes lief gekregen die
hij even „gedag moet zeggen" als hij
in de buurt is. en kijken hoe ze er dit
jaar bijstaan. Ger Dekkers noemde
zonder aarzelen: „Drie bomen bij
Windeshelm", half wilde linden die
Zo schilderachtig worden
berken, als ze in de duinen te
weinig bescherming tegen de
aanleiding waren voor een serie bij
zondere landschapsfoto's, die evenals
foto's van de andere genoemde bo
men de aanloop vormen voor Berks
boek „Zwerven door ons Bomen-
land". een soort vervolg op het drie
jaar eerder verschenen „Ons Bomen-
land".
Om zo'n vraag „Hebt u een boom?"
kom je niet heen zonder daar zelf over
na te denken. Mijn bomen bestaan
niet meer. Mijn boom was de enorme
papierberk ln het Amstelveense park
De Braak, waar ik een van mijn eer
ste mooie foto's van maakte als en
tourage voor een close-up van mijn
meisje. Berken leven niet lang
Voor de bijl gingen ook de prachtige
paardekastanjes achter het Rijksmu
seum. waar ik dagelijks langs kwam.
Ze waren de eerste kastanjes, die ln
maart of april ln blad schoten, de
eerste cue hun kaarsjes in mei aansta
ken. Ze werden geveld door de ho-
ningzwam
In „Ons Bomenland" heeft Gait Berk
zlln lievelingsbomen zijn geen ber
ken, maar beuken zich leren ken
nen als de fotografische en woordelij
ke vasUegger van bomen zoals ieder
een bomen waardeert: als onontbeer
lijk landschapselement, als stoffe
ring. merkteken en accent. Zijn twee
de boek wijkt er in zoverre van af dat
de individuele boom nu meer aan
dacht krijgt. Anders dan ln „Ons Bo
menland" zijn het voor een groot deel
niet de van huis uit Inheemse soorten,
waarvan takken, stam, blad en alge
heel aanzien zijn niet van humor ge-
zeewind hebben. Foto: Henk
van Halm.
speende teksten begeleiden. Hij be
zocht kerkhoven en pinetums, kroon
domeinen, doolhoven en dorpsplei
nen en reserveerde een apart hoofd
stuk voor ..Oranjebomen". De naald
bomen. die in Berks eerste boek er
nogal bekaaid afkwamen, zijn in zijn
tweede ruim vertegenwoordigd. Geen
wonder, want op jeneverbes en taxus
na zijn ze geen van alle van oorsprong
inheems. De grove den misschien nog
een beetje, omdat die kort- na de
laatste ijstijd een hele poos samen
met berken het aanzien van het land
schap bepaalde tot hij door de loofbo
men totaal verdrongen werd.
Wezen van de boom
Galt Berk heeft niet zo maar een
Gait L. Berk: Zwerven door
ons Bomenland. Uitg. Ro
men, Bussum. 176 blz., ca. 350
foto's, 32 in kleur, 27,50.
Hugo Schöttle: Landschap
pen in kleur. Uitg. Focus El
sevier, Amsterdam en Brus
sel. 96 blz., 60 foto's in kleur,
30,75.
R. Bouillot en A. Thevenet:
Het kleinbeeldreflexboek.
Uitg. Focus Elsevier, Amster
dam en Brussel. 240 blz., 550
afbeeldingen in zwart-wit en
kleur, 41,
-v.
v.*. *-•
"••tsf fvr:
■iS 't*
V; V> 'ljC
tj» i>
.Ur>3* r'js
- "*-
Zonlicht, spelend tussen de
beukestammen in de bossen
van Drie op de Veluwe. Foto:
Henk van Halm.
tweede deel toegevoegd aan zijn eer
ste geesteskind. Het is anders, per
soonlijker, zoals ook de boom als in
dividu wordt benaderd. Hij heeft ge
probeerd het wezen van de verschil
lende bomen weer te geven en is daar
verscheidene malen zeer wel in ge
slaagd.
Berks specialiteit hij zegt het een
maal met zoveel woorden is de
landschapsfotografie. Wie zich daar
mee bezig gaat houden, zal snel mer
ken hoe bepalend bomen zijn voor de
sfeer van een landschap, hoezeer zij
de compositie van een foto kunnen
versterken of helemaal teniet doen.
Een landschapsfotograaf kan niet om
bomen heen; gelukkig maar, want de
kille stadslandschappen, die als voor
beelden ter illustratie zijn gekozen
voor „Landschappen in kleur" van
Hugo Schöttle, zijn wel fascinerend,
maar hebben ook iets zeer onbehaag
lijks. Zee. woestijn en kale rotspieken
leveren schitterende platen, maar
hebben tegelijkertijd zo iets verla
tens, zo iets onherbergzaams, dat je
het bijna als vijandig ondergaat. Net
als in de schilder- of de dichtkunst
kun je in de fotografie je gevoelens
uitdrukken. Het landschap leent zich
daar bijzonder toe. omdat je in het
landschap stemmingen ondergaat
die erom vragen vastgelegd te wor
den. Daarom is landschapsfotografie
niet alleen mooi-weerfotografie; wol
ken, zon, mist en nevel, regen en
sneeuw geven hetzelfde landschap
verschillende stemmingen evenals de
tijd van het jaar. Het landschap biedt
een overvloed aan motieven en daar
bij kan het zo veelomvattend zijn als
het hart van New York, het in vorige
eeuwen zorgvuldig ontworpen land
schap op een Engels landgoed, lucht
bellen in ijs en ondergelopen uiter
waarden langs onze rivieren.
Schöttle geeft uitgebreide vingerwij
zingen over de keuze van het motief,
de compositie en de kleurvervreem-
ding. Vooral het laatste kan een zeer
schilderachtig effect hebben, waar
mee men een individueel uitdruk
kingsmiddel in handen heeft om on
dergane gevoelens visueel over te
brengen.
De meeste voorbeelden in dit boek
zijn afkomstig uit een tijdschrift voor
kleinbeeldfotografen. Ze bewijzen
dat de kleinbeeldreflex zich zeker
even goed leent voor de landschaps
fotografie als de rolfilmcamera. Met
als groot voordeel boven de laatstge
noemde het geringere gewicht en de
compactheid van de uitrusting, die
aardig kan uitdijen als je ook voor de
landschapsfotografie verschillende
objectieven gebruikt. Juist land
schappen gefotografeerd met een
Een paar van de oudste Liba- gels landhuis. Foto:
nonceders, die in Europa te van Halm.
vinden zijn, bij een oud En-
Kreupele elzen, de voet in het
water, aan een van de Vecht-
kort teleobjectiet of met een groot
hoeklens geven een andere kijk op
het onderwerp dan we gewend zijn,
omdat toch meestal het standaardob
jectief wordt gebruikt. Wie zich goed
wil oriënteren over de eigenschappen
en de mogelijkheden van de klein-
beeldreflexcamera, vindt alle infor
matie die hij nodig heeft in „Het
kleinbeeldreflexboek", waarvan de
laatste uitgave van 1976 dateert. De
ontwikkeling van de kleinbeeldre-
flexcamera gaat zo snel dat van de
meeste merken alweer nieuwe typen
op de markt zijn, zodat de afgebeelde
zoekerbeelden van de meest gangba
re camera's al weer achterhaald zijn.
Belangrijk is dat niet, want het boek
gaat vooral over de toepassingsmoge
lijkheden van de reflexcamera. Het is
plassen. Foto: Henk Ai
Halm.
het meest uitgebreide en pri irel
handboek over de totale kle uit
fotografie, dat de veelzijdigh ii
de reflexcamera volledig faai
recht laat komen. Je vindt er|aai
over de constructie, de werkpek
jectieven en ander toebehoregon
en filters, kunstlichtbronnen
vormen van fotografie die
k.b.r. te bedrijven zijn. benev
groot aantal tabellen met nai
het gebruik van filters, kui
bronnen en voorzetlenzen en
n
CI' p i
bepaling van de scherptedit
gebruik van verschillende o vj
ven. Een zeer nuttig boek,
bijna elke bladzijde een of n
grafische voorbeelden van d<
lijkheden. Ook de landschap:
fie komt ruim'aan zijn trekki
Jan Willem. Studeert driekwart van
z'n vrije tijd om vooruit te komen in de
maatschappij. Werkt hard. Alles bijelkaar
heeft Jan Willem maar heel weinig vrije tijd.
En de uren, die hij over heeft, besteedt-ie
aan z'n enige hobby: z'n verloofde Els.
Voor haar koopt Jan Willem nog wel 'ns
een aardig kadootje.
Maar voor de rest heeft hij gewoon
weg geen gelegenheid om geld uit te geven.
Dus wat moet hij er voorlopig mee?
Sparen! Jan Willem zoekt en vindt de
Nutsspaarbank; onderdeel van een groter
geheel. Dat zag hij meteen aan die S.
Toch werd Jan Willem op een manier te
woord gestaan, waarvan hij dacht: 't lijkt
wel of ik hier bij m'n privé-bank ben.
In alle 80 kantoren in en rond
Den Haag is dat exact hetzelfde.
We verlenen diensten in alle facetten van
't geldverkeer. En dat is een heel
persoonlijke zaak. Hypotheken,
persoonlijke leningen,
salarisrekeningen,
vreemde valuta, verzekeringen, speciale
rekeningen voor jongeren en 'n aantal
verschillende manieren van sparen en
beleggen.
Jan Willem had dat allemaal gauw
door. Waarschijnlijk kiest-ie straks óók de
Nutsspaarbank voor 'n hypotheek.
Zou inderdaad voordelig zijn. Maar daar
praten we met hem over als-ie vindt dat-ie 'r
aan toe is. Dan wipt hij wel even binnen
tussen negen en kwart voor vijf. Of op een
koopavond.
Misschien maakt hij eerst wel 'n afspraak;
wat hèm het beste uitkomt. Inmiddels heeft
hij het eerste afschrift van z'n nieuwe
spaarrekening al in de bus. Administratief
gaat 't razendsnel bij de Nutsspaarbank.
Kwestie van modern zijn. Wat wordt 't Jan
Willem? 'n Flat of een eengezinswoning?
Dag meneer ter Beek!
Inlichtingen: Jan Hendrikstraat 4,
2512 GL Den Haag Tel. 070-469490