J In 't spoor van de walvisvaarders rrouw De tekening van een lezer Commentaar een erfenis voor hond of kat Expeditie naar Spitsbergen om raadsels te ontsluieren Veel romantiek in verhaten over Smerenburg te gulzig sterallures eerherstel valt mee alternatieven iNDERDAG 12 JULi 1979 TROUW/KWARTET tLijgende de jaren twintig, dertig zo gaat het haal beschikte het communistische blad „De Tribune" over een speciale redacteur. Die man moest, voor het id^al de krant weer eens wat geschonden of and beledigd had, tegen de justitie de intwoordelijkheid voor het hele gebeu- op zich nemen en desnoods (want de de tot een beweging kan ver gaan) de 5] ntueel daaraan verbonden gevangenis- f uitzitten. Een rationele oplossing, it de krant moest met een kleine staf laakt worden en de gestaalde kaders van redactie konden dergelijke sores niet aan hoofd hebben. zx functie van zit-redacteur schijnt niet U er voor te komen, maar er begint zich gelukkige ontwikkeling af te tekenen, gj dit ogenblik worden kennelijk de hoofd- r acteuren aangesproken en dat moet rden toegejuicht. Nu binnen de meeste acties van Nederlandse kranten de de- B( cratisering heeft toegeslagen, is het ver en igend dat althans de buitenwereld er nog hecht dat de krant een meneer, ja zelfs «rijgende journalisten (2) journalisten (1) één meneer is. Zo'n dertig jaar geleden moest Voskuil, de hoofdredacteur van „Het Vrije Volk" nog tevergeefs opkomen voor zijn rechten om hoogstpersoonlijk gegijzeld te worden, toen de justitie zich vergreep aan de tegenover de autoriteiten zwijgende Zaanse redacteur Hommerson van zijn krant. Maar nu heb ben de hoofdredacteuren van „De Limbur ger" en „De Stem" het genoegen mogen smaken persoonlijk aangepakt te worden over een in hun kranten verschenen bericht; ook al hadden ze er misschien tot het ogenblik van publikatie geen flauw idee van dat dat bericht er überhaupt was. laat staan hoe het tot stand was gekomen en ergens in de kolommen van die dikke krant terecht was gekomen. Misschien waren ze wel met vakantie wie weet. Maar het is te hopen dat ook zij een „eindelijk gerechtigheid" hebben gemom peld toen zij persoonlijk krachtig werden aangepakt voor een door hun Haagse re dacteur geschreven bericht. als ook niet-abonnees van „De Stem" en e Limburger" inmiddels weten, behels- dat bericht de mededeling dat een aantal derlanders van linkse huize optrad als leim agent van de KGB, de Russische i. leime dienst. De bron van dat bericht s een niet nader aangeduide zegsman. n van de met name in dat bericht ge- I emden, het toenmalige Kamerlid voor de Bram van der Lek nam het niet en 5jleg via de rechter' aan de twee verant- JQ ordelijke hoofdredacteuren om open- prmaking van die bron, zodat Van der c die man of vrouw wegens smaad, laster wat dan ook zou kunnen vervolgen. beschikt over zegslieden die hij vertrouwen kan, maar ook omgekeerd; zegslieden moe ten op hun beurt de journalist kunnen vertrouwen dat hij in voorkomende geval len wèl op eigen gezag de meegedeelde feiten zal publiceren, maar voor de rest zijn mond houdt. Een democratie kan immers alleen gedijen als de pers meer is dan een weerspiegeling van woorden, daden en gedachten van regeerders en andere machtshebbers. Die stelling is altijd al waar, maar het lijkt wel of de waarheid daarvan elke dag dringender wordt, nu kennelijk geen enkel zichzelf respecterend gezaghebber het meer kan stellen zonder een woordvoerder of voor lichter om woorden, daden en gedachten naar journalisten (en dus naar lezers en kiezers) door te sluizen. Nee het hebben van ijverige journalisten die eigen informatiebronnen buiten de offi ciële kanalen om exploiteren, is een goed dat een samenleving niet hoog genoeg kan schatten. Wie het niet gelooft omdat ook deze regels door een journalist zijn opge- e achtergrond daarvan is duidelijk; een schreven, moet maar eens een boek lezen lurnalist kan zijn werk slechts doen als hij over de persgeschiedenis. n principiële zaak, want enerzijds had )r. n der Lek het niet op die journalisten ;r f voorzien (hij wilde het varkentje per- inlijk met de zegsman wassen); ander- ds hielden de journalisten het op een zo Et eeuwen, dan toch zeker 125 jaar oude y iditie dat journalisten nooit en te nimmer naam van hun bron zullen noemen. d Je iwijgende journalisten (3) it en vervelende praktische bijkomstigheid idat er in dergelijke gevallen een eigenaar de spanning van tegengestelde belangen ■Jan ontstaan: boosheid bij de autoriteiten, "tn begrijpelijk gepikeerd zijn (als in het kf pval van Van der Lek) of soms de belem- lering van een justitieel onderzoek. Wat ij voorbeeld te denken van een Engelse 0 lurnalist. die een gesprek heeft met een 1A-Ieider om óp die manier in bredere J ing iets te laten weten van de beweegre- eI enen van dat geheime leger? Met publika- 1e van een dergelijk gesprek kan een pu- Mliek belang gediend zijn, maar kan die Wnalist daarna verplicht worden ook alle over die IRA-leider aan de jolitie te vertellen. De vraag stellen, is hem beantwoorden. Als er ook maar een kleine ;ans was dat de journalist zou babbelen bij Ie politie, zou er van een dergelijk gesprek 0\n dus van een discussie in bredere kring jeen sprake zijn geweest. Uit het voorbeeld van de IRA is duidelijk, lat de zaak niet alleen in Nederland speelt. Het speelt in alle landen waar de samenle- ÉIIÉtiHH e landen is het recht van de journalist om igenover de autoriteiten over dit soort aken te zwijgen, zelfs erkend en door wel iwijgende journalisten (4) la en nare kwestie, waarvan het enige ver- eugende is dat Leijendekker en Hulskorte ndanks de mallotigheid van het hele KGB- *3 ericht de zaak zo principieel hebben uitge- II achten. Begrijpelijk is daarom ook, dat de [^1 lederlandse Vereniging van Journalisten ij monde van secretaris Gerard Schuyt in et laatste nummer van „De Journalist" log eens pleit voor een goede regeling van et verschoningsrecht voor journalisten. ie lok een zo vooraanstaande jurist als Koop- lans (hij is rechter in het Europese hof in 1 uxemburg) heeft het in zo even al ge- ei oemde pre-advies om principiële redenen r pgenomen voor een dergelijke regeling. in r schuilt echter één addertje onder het ras. Koopmans schrijft in zijn pre-advies Over de vraag wat een journalist is, kan len misschien twisten" en al haalt hij dan 1W fat voorbeelden uit buitenlandse regelin- m cn aan om de mogelijkheid van dat twisten t illustreren, hij beantwoordt de vraag e' iet. En toch is dat de kern van de zaak, die !C1 en regeling zo moeilijk maakt, onl 10 We een verschoningsrecht voor journalis- en erkent, zal ook moeten aangeven wie Durnalist is en aan welke voorwaarden hij ko,, zij dient te voldoen een omschrijving k ie dan vooral niet op gespannen voet mag door Haro Hlelkema of gewoonte vastgelegd. De journalist heeft daar dus net als bij ons de dominee, de dokter, de notaris een beroepsgeheim waarop hij zich kan beroepen. In Nederland, waar toch al zeker een eeuw over dit probleem wordt gediscussieerd, is dat niet het geval. Vorig jaar heeft prof T. Koopmans in een pre-advies voor de Vere niging voor Rechtsvergelijking wel voor een dergelijke regeling gepleit, maar onlangs heeft de Hoge Raad het beroep van Leijen dekker en Hulskorte op het verschonings recht van journalisten niet ontvankelijk verklaard. Gijzelen (dat was vroeger het dwangmid del) was er in dit geval niet meer bij omdat Van der Lek zelf dat zo'n ongelukkig mid del vindt, maar deze week stond dan toch maar in de krant dat Leijendekker cn Hulskorte elk aan Van der Lek een bedrag van 36.500 gulden zullen betalen (een jaar lang een dwangstom van honderd gulden per dag) omdat zij principieel in hun zwij gen blijven volharden. Dat Van der Lek het ig een vrije pers op prijs stelt. In sommi- geld zal doorgeven aan Amnesty Internatio nal is een sympathieke geste, die echter aan de principiële kant van de zaak niets afdoet. AMSTERDAM „De met zo veel legenden omgeven wal visvaart staat op het punt en kele raadsels aan de weten schap prijs te geven." Het staat er zo mooi aan het einde van een persbericht, dat het vertrek aankondigt van een expeditie naar Spitsbergen. Het klinkt bijna on-weten- schappeiijk, omdat het nog moeilijk voorspelbaar is met welke resultaten het onder zoeksteam onder leiding van drs. Louwrens Hacquebord (31) over ruim zeven weken terugkomt. De expeditie, die door acht man wordt uitgevoerd en die 16 juli begint, is overigens wel degelijk wetenschap pelijk opgezet. De tocht maakt deel uit van een project, dat opheldering moet geven over de culturele en soci aal-economische aspecten van de Ne derlandse walvisvaart in de zeven tiende eeuw. Het ondeizoèk zou je ook een promotie-studie kunnen noe men, want fysisch geograaf Hacque bord is door de Groningse universi teit voor vijf jaar aangetrokken om de geschiedenis van de Nederlandse walvisvaart op Spitsbergen vast te leggen (en daar dan eventueel op te promoveren). Hoe hard het nodig is om een „objec tief beeld" te constureren van de Ne derlandse walvisvaart in de zestiende en zeventiende eeuw, blijkt wel uit de plaatjes die er over die tijd bestaan. Of uit de verhalen, die in de geschie denislessen op de lagere school nog niet zo lang geleden de ronde deden. Zag je daarin niet de Amsterdam mers paraderen over de kaden van Smerenburg, in een mooi zwart la kens pak en met een hoge hoed op? Geïdealiseerd Het leven op Spitsbergen (een naam die Willem Barentsz aan de eilanden groep gaf, toen hij haar in 1596 her ontdekte is sterk geïdealiseerd en ge romantiseerd. Het is een van de laat ste mysteries van onze nationale ge schiedschrijving en met behulp van het Spitsbergen-project moet dat maar eens ontsluierd worden, aldus nogmaals het uitbundige persbe- Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859,1000 AW, Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. komen met artikel 7 van de grondwet: „niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoe lens te openbaren". Want niet alleen journalisten die hun ge dachten of gevoelens dagelijks via de rota tiepers openbaren, zal dan een dergelijk recht worden toegekend, maar ook de ac tievoerders die met hun stencilmachine of een ander goedkoop drukprocedé hun jour nalistieke producten vermenigvuldigen, zul len zo'n recht kunnen claimen. En zoals voor de grondwet de rotatiepers en de stencilmachine gelijk zijn, zo mag er princi pieel gezien evenmin onderscheid worden gemaakt tussen de dagelijks voor die rota tiepers werkende beroepsjournalist en de aan een dagblad meewerkende publicist. Het enige wat je kan hopen is dat de directies van al die kranten en krantjes goeie verzekeringen hebben afgesloten voor het bedrijfsrisico, dat op een zekere dag een vaste journalist of losse medewer ker eens op zijn zwijgzaamheid moet wor den gètoetst, want zoiets is door de afloop van de zaak-Van der Lek in de toekomst wel nodig. En anders moet die zit-redacteur maar weer regel worden (met zijn of haar naam als vlag in de kop van de krant). richt; de expeditie zal het weten schappelijk antwoord geven op de chaos van feiten en fantasieën rond de vroegere Nederlandse walvisvaart. Zo'n afbeelding van een Amsterdam mer in een lakens pak kan natuurlijk nooit juist zijn," zegt Hacquebord. „De walvisvaart is een keihard be drijf geweest. Op Spitsbergen moeten ontzettend veel mensen omgekomen zijn, jonge kerels vaak tussen de twintig en de dertig jaar. Naar mijn idee is die bedrijfstak te veel heroïsch gezien, net als bij voorbeeld de mijn bouw in Limburg. Wij leerden vroeger op school dat de walvisvaart in open boten plaatsvond; het was allemaal reuze spannend. Je had het idee dat je erbij had willen zijn. Maar hoe meer je met dit onderwerp bezig bent, des te minder graag had je het mee willen maken." Duidelijk tfer SC/ZOT uoofi pe zzoeG Het expeditieteam van het Arctisch Centrum van de Groningse rijksuni versiteit (dat zich met de noordpool streken bezighoudt) moet een duide lijk beeld geven van de ontwikkeling en de betekenis van de walvisvaart. Hacquebord en zijn reisgenoten moe ten zich verdiepen in de leefgewoon ten (bij voorbeeld de behuizing, de vaartuigen, de gereedschappen, de kleding) van de zeventiende-eeuwse walvisvaart, en met name de Neder landse, en in hun relatie met de na tuurlijke omgeving. Wat was de in vloed van het ijskoude en onherberg zame gebied op de Nederlanders en welke invloed hebben de walvisvaar ders op Spitsbergen gehad? Wat voor mensen gingen naar die streek op tachtig graden noorderbreedte? En wat deden ze als ze terugkwamen? Hoe leefden ze, daar en hier, en wat was de invloed van het poolverblijf als ze terugkwamen? De tweede doelstelling van de expedi tie is totaal anders. Hacquebord wil aan de-hand van de reis (en eventuele volgende tochten) duidelijkheid ver krijgen omtrent de waarde van archeologische opgravingsgegevens. Hij wil een vergeiljkingsonderzoek van archeologische vondsten en his torische bronnen. Maandag vertrekt de expeditie weliswaar, maar komen de winter duikt Hacquebord in de archieven om te zien wat er volgens de geschreven bronnen is gebeurd. Hij hoopt daama conclusies te kun nen trekken over perioden waaruit geen geschreven bronnen bekend zijn. „Ik ga de interpretatie van ar cheologische vondsten controleren," zegt hij. Basiskamp De expeditie gaat proberen nederzet tingen, ankerplaatsen, traankokerij- en en begraafplaatsen van de Neder landers te localiseren in noord-west- Spitsbergen. Het eiland Amsterdam, waarop Smerenburg lag, vormt het basiskamp voor de groep, die met rubberboten de kust van het eiland gaat afstropen op zoek naar histori sche informatie. Hacquebord en zijn reisgenoten hopen een plattegrond te localiseren van een huls en een traan- oven om zo een idee te krijgen waar de Nederlanders woonden en werk ten. Er zal een proef op graving uitge voerd worden om inzicht te krijgen in het leefpatroon van de Nederlandse walvisvaarders. Volgens verhalen moet Smerenburg een nederzetting geweest zijn met zo'n tienduizend inwoners. Het moet een druk stadje geweest zijn, met wallen en een kerk, met winkels en grote opslagruimten. In de zomerpe riode moeten er twaalf- tot achttien duizend mensen zijn geweest, aange voerd door zo'n twee- tot driehonderd schepen. „Daar geloof ik allemaal niks van," zegt Hacquebord. „Vol gens de contracten en scheepsjourna len die bekend zijn, ging het om niet meer dan vijftien tot twintig schepen, die hooguit duizend man aangevoerd hebben." Overblijfselen Is er op Spitsbergen dan nog zoveel over, dat herinnert aan het verblijf van Nederlandse walvisvaarders? Ruim driehonderd jaar geleden werd Smerenburg verlaten. Veel overblijf selen zijn „weggeërodeerd". De ge bouwen waren van hout, met slechts een stenen schoorsteen. Maar in de vrieskou van Spitsbergen is geen bac teriewerking, de kans is groot dat er nog stukken textiel aan vorige eeu wen herinneren. En aan de lijken van omgekomen walvisvaarders is daar meer te zien dan in Nederland. Noor se archeologen hebben bij opgravin gen van achttiende-eeuwse nederzet tingen lijken gevonden met het haar nog op de schedels en delen van de hoofdhuid. Hacquebord en zijn reisgenoten moe ten het dan ook vermoedelijk vooral van de begraafplaatsen hebben. „Men kon met zo diep graven, hoog stens een halve meter. Dan werden er keien om het graf geplaatst. En er bovenop. Verder werd er een kruis bij gezet met de naam van de overledene en zijn schip. Ook hopen we resten te vinden, die vroeger in een net gehakt gat zijn gegooid en die als het waren in een diepvriestoestand zijn geble ven. Mogelijk vinden we prachtig ge conserveerde dingen." Tot 1650 In 1514 voeren de eerste schepen naar Spitsbergen om er op uitgebreide schaal de walvisvaart te bedrijven. Tot 1650 werd er op walvissen ge jaagd, daarna gebeurde er op het eiland vrijwel niets meer. „Mogelijk vinden we in die toestand nog dingen die heel typerend zijn voor het leven in de zeventiende eeuw," zegt Hac quebord. Vorig jaar vertoefde de conservator van het Amsterdamse Rijksmuseum Bas Kist ruim drie weken op het eiland Amsterdam. In z'n eentje ging hij op verkenning uit. Zijn bevindin gen gaven de stoot voor een expeditie van het Arctisch Centrum in Gronin gen. Aan de hand van een proefopgra- ving in de buurt van Smerenburg kan er volgend Jaar mogelijk een nog uit gebreidere tocht gemaakt worden. Eerst moet maar eens afgewacht wor den, wat Hacquebord en zijn reisge noten weten op te diepen. Sponsors De opzet van de expeditie is zo uitge breid, dat de reis niet alleen door het Arctisch Centrum gefinancierd kan worden. „Het probleem is dat we met sponsors in zee moesten gaan," ver zucht Hacquebord aan de vooravond van de tocht. Zo is een luchtvaart maatschappij gecharterd om de over tocht te bewerkstelligen, kan een (wa- ter-)sportartikelenleverancier dit na jaar reclame maken met foto's over de expeditie (omdat de uitrusting als rubberboten, tenten en kleding gele verd worden) en financiert een lande lijk weekblad een deel van de kosten in ruil voor de deelname van een verslaggever, die dan ook het alleen recht voor publikatie wil hebben. De wetenschappelijke basis onder de expeditie lijkt er niet al te zeer onder ,te lijden, want naast Hacquebord rei zen nog een assistent-archeoloog, twee fysische geografen en een we tenschappelijk fotograaf mee. Het ge zelschap wordt gecompleteerd met de al eerder genoemde journalist en een technisch medewerker, die belast is met de zorg over motoren, radio en aggregaat. Het is nog maar de vraag of het verblijf op Spitsbergen zo boeiend en spannend wordt als het op het eerste gezicht lijkt. Het gebied is vrijwel boomloos en grote delen komen nau welijks onder de sneeuwlaag van daan. „Toch is Spitsbergen boeiend om zijn eenvoud en zijn magische karakter," voorspelt Hacquebord. „Het moet al enorm imposant zijn door zijn gletsjers." Reuma-weer Spitsbergen is echter ook bekend om zijn ongenietbare klimaat; reuma- weer is het, met veel regen en mist. Voedselbronnen zijn er voor het expe ditieteam nauwelijks. Hacquebord en zijn collega's zullen het moeten doen met noodrantsoenen van het Neder landse leger. En met wapens (tegen eventuele ijsberen), die door de rijk spolitie in Utrecht in bruikleen zijn gegeven. „We hebben enorm veel me dewerking gekregen," zegt Hacque bord. „In het begin lachte ik er een beetje om, maar bij voorbeeld bij het uitlenen van wapens merkte ik dat de expeditie toch een beetje met nationale gevoelens bekeken werd, dat er een beetje nationale geschiede nis beschreven gaat worden." lil Een Londense kater blijkt in het testament van zijn baas goed te zijn bedacht. Hij erfde een be drag van 12.500, plus het geld dat het huis van de overleden baas zal opbrengen. Na verkoop zal er naar schatting dan nog eens het lieve sommetje van zo'n 150.000 voor de kat aan zitten, meldde het persbureau Reuter kort geleden. Zulke gebeurtenissen komen wel vaker voor. Vooral in de Verenig de Staten, en ook in Engeland trouwens, erven dieren nogal eens belangrijke bedragen, en de heer J. H. Kruizinga te Amster dam heeft daar enkele voorbeel den van op papier gezet. Meestal gaat het om katten en honden, schrijft hij, maar ook paarden, ezels, apen en schildpadden wor den wel tot erfgenamen gebom bardeerd. Zo erfde in Oklahoma een muilezel een grote boerderij. Meer dan eens hebben belasting ambtenaren een poging gedaan om van deze vierbenige huiseige naar een bijdrage voor de belas- tingpot los te krijgen, maar het is hun tot nu toe niet gelukt; de wet voorziet nu eenmaal niet in de mogelijkheid om ook dieren een belastingaanslag te sturen. Meer nog dan door de fiscus wordt deze gang van zaken be treurd door een andere groep die er minstens even bekaaid af komt; de verwanten die op een erfenis rekenen, maar moeten ho ren dat alles naar een of ander dier gaat. yiet zelden proberen ze een rechter te bewegen zo'n- tes tament ongeldig te verklaren. Zo procedeerde onlangs in Arizona een teleurgestelde familie tegen een hond, die zij van verspilling beschuldigde. Star zo heet het dier heeft dit voorjaar van zijn meesteres niet minder dan hon derdduizend dollar geërfd. In het testament was bepaald, dat de hond in alle opzichten een geluk kig leven moest hebben. Pas na zijn dood mochten de erfgenamen van de overledene het restant van de erfenis delen. De familie, toch al matig ingeno men met de voorkeur voor Star, kreeg nog meer te slikken; alleen al in de eerste drie maanden bleek niet minder dan zevendui zend dollar aan het welzijn van de hond gespendeerd. Kennelijk gaf het dier het geld met poten- vol tegelijk uit. De rechter stond voor de moeilij ke opgave om vast te stellen hoe veel geld een hond eigenlijk no dig heeft om „een gelukkig le ven" te leiden. De met de verzor ging van het dier belaste advo caat kwam het haarfijn voorreke nen. Om te beginnen had die ad vocaat zijn zoon tot vaste bege leider van Star aangesteld; de jongen ontving daarvoor een maandelijkse beloning van drie honderd dollar. En verder was het niet voldoende dat Star altijd het sappigste vlees op zilveren schalen kreeg, nee, het dier moest ook „ontwikkelingsreizen" maken en die excursies door het hele land brachten natuurlijk de nodige kosten mee. Dat kon de gewetensvolle advocaat ook niet helpen. Zijn opdracht was de hond een gelukkig leven te bezor gen en daar hield hij zich nauw gezet aan. De rechter kon er geen speld tussen krijgen. De mense lijke erfgenamen wachten nu maar tot Star het tijdelijke met het eeuwige verwisselt, en de ad vocaat en zijn zoon verliezen de hond geen moment meer uit het oog. Dit geval staat niet op zichzelf. In San Francisco liet een dieren- vriendin haar echtgenoot welge teld één dollar na, haar zoon erf de een halve dollar en de rest van haar vermogen, zeshonderddui zend dollar, moest gebruikt wor den voor de oprichting van een marmeren gedenkteken voor haar hond Bingo. Ook dit testa ment werd zonder mankeren uit gevoerd. Een zekere mevrouw Mc Dermott liet zestigduizend gulden na aan haar hond Spitz. De familieleden die geen rooie cent hadden gekre gen, begonnen onmiddellijk een proces. Maar de rechter was van mening dat mevrouw Mc Der mott verstandig had gehandeld door Spitz al haar geld na te laten. De hond was namelijk het enige levende wezen dat haar tij dens haar leven vriendschap had betoond. Op het fietspad van de Oostvaar- dersdijk, langs het IJsselmeer, vond de heer Zijlstra van de Rijksdienst voor de IJsselmeer- polders een dood visdiefje. Zoals uit de naam al duidelijk is, pikt deze vogel dagelijks een visje of wat mee om in leven te kunnen blijven. Dat is dus niets bijzon ders, net zomin als de dood van zo'n dier. Maar de RlJP-mede- werker merkte, dat het dier wél op een merkwaardige manier het leven had gelaten: het visdiefje, lezen we in Cultuurrijp, het per soneelsblad van de RIJP, had zich ondanks zijn ruime ervaring op dit gebied kennelijk vergist in de grootte van zijn prooi en was gestikt in zijn vis. Zijn gulzigheid was hem noodlottig geworden. Chimpansee Mickey is de ster in een ijsrevue en hij wil het weten ook. Het dier heeft zijn eigen kleedkamer, waar het tussen de bedrijven door van zijn welver diende rust geniet. Mickey heeft er ook zijn eigen kleuren-t.v. en videotoestel, waarop de banden met de opnamen van zijn show afgedraaid kunnen worden. Zo kan de aap vanuit zijn luie stoel zijn eigen optreden zien, wat hij trouwens graag doet. Trainer David Cowen en Mickey zitten momenteel in voorstellingen in de Australische stad Sydney. Dagelijks krijgt president Jimmy Carter verzoeken om gratie voor misdadigers op zijn bureau, maar nu heeft hij een verzoek gekregen om de veroordeling ongeldig te verklaren van een man die al lang dood is. Het gaat om de arts die het gebroken been zette van John Wilkes Booth, nadat die president Abraham Lincoln in 1865 vermoord had. Die arts, dr. Samuel Mudd, werd indertijd veroordeeld, omdat hij de moor denaar zou hebben geholpen te ontsnappen. Booth werd overi gens toch gegrepen. Al minstens veertig jaar doen kleinkinderen van de arts pogingen hun groot vader postuum in ere te laten herstellen. Volgens de 62-jarige Louise Mudd Arehart en haar neef dr. Richard Mudd heeft grootvader Mudd niet anders ge daan dan zijn plicht als arts, dienst aan de mensheid. Welis waar schonk president Andrew Johnson de veroordeelde gratie, toen deze kon voorkomen dat een gele koorts-epidemie zich uit breidde over Keys Island in Flori da, waar hij vier jaar gevangen zat, maar de kleinkinderen vin den dat niet voldoende. Gratie betekent, zeggen ze, dat grootva der iets verkeerds gedaan had, en dat is nu net het punt. Zij eisen volledig eerherstel, maar daar zijn de twee voorgangers van Carter al niet op ingegaan. Toen de piranja's bekend als de bloeddorstlgste vissen van de Amazonerivier naar het nieu we ondergrondse aquarium van Ouwehands Dierenpark verhuis den was er even een probleem; stel je voor dat een bezoeker zijn hand in de aquariumbak zou ste ken en er zonder vingers weer uit zou komen? Eerst dus maar uit proberen hóe bloeddorstig de vis sen eigenlijk zijn. De vissen kre gen bevleesde kippenkluifjes die ze in een mum van tijd tot op het bot afvraten. Ze wierpen zich als kannibalen op lekker bloederige stukjes vlees of vis. Maar al gauw werd ook iets anders duidelijk; serveer je het voeüsel niet al te bloederig en zorg je er voor dat de vissen goed doorvoed zijn, dan valt het met hun bloeddorstig heid best mee. De proefkonijnen lopen nog steeds met alle tien vingers rond. maar het blijft na tuurlijk veiliger toch maar geen hand in de bak te steken. „Laten we hopen dat ze alterna tieven vinden ter bestrijding van de energiecrisis. Zo lopen we nog de kans dat we straks geen plaat jes meer kunnen draaien". Een verzuchtig van een niet met name genoemde discjockey, door Skip Voogd voor de NCRV-gids opgevangen op Hilversum 3.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5