J
In 't spoor van de walvisvaarders
rrouw
De tekening van een lezer
Commentaar
een erfenis voor hond of kat
Expeditie naar Spitsbergen om raadsels te ontsluieren
Veel romantiek
in verhaten
over Smerenburg
te gulzig
sterallures
eerherstel
valt mee
alternatieven
iNDERDAG 12 JULi 1979
TROUW/KWARTET
tLijgende
de jaren twintig, dertig zo gaat het
haal beschikte het communistische
blad „De Tribune" over een speciale
redacteur. Die man moest, voor het
id^al de krant weer eens wat geschonden of
and beledigd had, tegen de justitie de
intwoordelijkheid voor het hele gebeu-
op zich nemen en desnoods (want de
de tot een beweging kan ver gaan) de
5] ntueel daaraan verbonden gevangenis-
f uitzitten. Een rationele oplossing,
it de krant moest met een kleine staf
laakt worden en de gestaalde kaders van
redactie konden dergelijke sores niet aan
hoofd hebben.
zx
functie van zit-redacteur schijnt niet
U er voor te komen, maar er begint zich
gelukkige ontwikkeling af te tekenen,
gj dit ogenblik worden kennelijk de hoofd-
r acteuren aangesproken en dat moet
rden toegejuicht. Nu binnen de meeste
acties van Nederlandse kranten de de-
B( cratisering heeft toegeslagen, is het ver
en igend dat althans de buitenwereld er nog
hecht dat de krant een meneer, ja zelfs
«rijgende journalisten (2)
journalisten (1)
één meneer is.
Zo'n dertig jaar geleden moest Voskuil, de
hoofdredacteur van „Het Vrije Volk" nog
tevergeefs opkomen voor zijn rechten om
hoogstpersoonlijk gegijzeld te worden, toen
de justitie zich vergreep aan de tegenover
de autoriteiten zwijgende Zaanse redacteur
Hommerson van zijn krant. Maar nu heb
ben de hoofdredacteuren van „De Limbur
ger" en „De Stem" het genoegen mogen
smaken persoonlijk aangepakt te worden
over een in hun kranten verschenen bericht;
ook al hadden ze er misschien tot het
ogenblik van publikatie geen flauw idee van
dat dat bericht er überhaupt was. laat staan
hoe het tot stand was gekomen en ergens in
de kolommen van die dikke krant terecht
was gekomen.
Misschien waren ze wel met vakantie wie
weet. Maar het is te hopen dat ook zij een
„eindelijk gerechtigheid" hebben gemom
peld toen zij persoonlijk krachtig werden
aangepakt voor een door hun Haagse re
dacteur geschreven bericht.
als ook niet-abonnees van „De Stem" en
e Limburger" inmiddels weten, behels-
dat bericht de mededeling dat een aantal
derlanders van linkse huize optrad als
leim agent van de KGB, de Russische
i. leime dienst. De bron van dat bericht
s een niet nader aangeduide zegsman.
n van de met name in dat bericht ge-
I emden, het toenmalige Kamerlid voor de
Bram van der Lek nam het niet en
5jleg via de rechter' aan de twee verant-
JQ ordelijke hoofdredacteuren om open-
prmaking van die bron, zodat Van der
c die man of vrouw wegens smaad, laster
wat dan ook zou kunnen vervolgen.
beschikt over zegslieden die hij vertrouwen
kan, maar ook omgekeerd; zegslieden moe
ten op hun beurt de journalist kunnen
vertrouwen dat hij in voorkomende geval
len wèl op eigen gezag de meegedeelde
feiten zal publiceren, maar voor de rest zijn
mond houdt.
Een democratie kan immers alleen gedijen
als de pers meer is dan een weerspiegeling
van woorden, daden en gedachten van
regeerders en andere machtshebbers. Die
stelling is altijd al waar, maar het lijkt wel
of de waarheid daarvan elke dag dringender
wordt, nu kennelijk geen enkel zichzelf
respecterend gezaghebber het meer kan
stellen zonder een woordvoerder of voor
lichter om woorden, daden en gedachten
naar journalisten (en dus naar lezers en
kiezers) door te sluizen.
Nee het hebben van ijverige journalisten
die eigen informatiebronnen buiten de offi
ciële kanalen om exploiteren, is een goed
dat een samenleving niet hoog genoeg kan
schatten. Wie het niet gelooft omdat ook
deze regels door een journalist zijn opge-
e achtergrond daarvan is duidelijk; een schreven, moet maar eens een boek lezen
lurnalist kan zijn werk slechts doen als hij over de persgeschiedenis.
n principiële zaak, want enerzijds had
)r. n der Lek het niet op die journalisten
;r f voorzien (hij wilde het varkentje per-
inlijk met de zegsman wassen); ander-
ds hielden de journalisten het op een zo
Et eeuwen, dan toch zeker 125 jaar oude
y iditie dat journalisten nooit en te nimmer
naam van hun bron zullen noemen.
d
Je
iwijgende journalisten (3)
it
en vervelende praktische bijkomstigheid
idat er in dergelijke gevallen een eigenaar
de spanning van tegengestelde belangen
■Jan ontstaan: boosheid bij de autoriteiten,
"tn begrijpelijk gepikeerd zijn (als in het
kf pval van Van der Lek) of soms de belem-
lering van een justitieel onderzoek. Wat
ij voorbeeld te denken van een Engelse
0 lurnalist. die een gesprek heeft met een
1A-Ieider om óp die manier in bredere
J ing iets te laten weten van de beweegre-
eI enen van dat geheime leger? Met publika-
1e van een dergelijk gesprek kan een pu-
Mliek belang gediend zijn, maar kan die
Wnalist daarna verplicht worden ook alle
over die IRA-leider aan de
jolitie te vertellen. De vraag stellen, is hem
beantwoorden. Als er ook maar een kleine
;ans was dat de journalist zou babbelen bij
Ie politie, zou er van een dergelijk gesprek
0\n dus van een discussie in bredere kring
jeen sprake zijn geweest.
Uit het voorbeeld van de IRA is duidelijk,
lat de zaak niet alleen in Nederland speelt.
Het speelt in alle landen waar de samenle-
ÉIIÉtiHH
e landen is het recht van de journalist om
igenover de autoriteiten over dit soort
aken te zwijgen, zelfs erkend en door wel
iwijgende journalisten (4)
la
en nare kwestie, waarvan het enige ver-
eugende is dat Leijendekker en Hulskorte
ndanks de mallotigheid van het hele KGB-
*3 ericht de zaak zo principieel hebben uitge-
II achten. Begrijpelijk is daarom ook, dat de
[^1 lederlandse Vereniging van Journalisten
ij monde van secretaris Gerard Schuyt in
et laatste nummer van „De Journalist"
log eens pleit voor een goede regeling van
et verschoningsrecht voor journalisten.
ie lok een zo vooraanstaande jurist als Koop-
lans (hij is rechter in het Europese hof in
1 uxemburg) heeft het in zo even al ge-
ei oemde pre-advies om principiële redenen
r pgenomen voor een dergelijke regeling.
in
r schuilt echter één addertje onder het
ras. Koopmans schrijft in zijn pre-advies
Over de vraag wat een journalist is, kan
len misschien twisten" en al haalt hij dan
1W fat voorbeelden uit buitenlandse regelin-
m cn aan om de mogelijkheid van dat twisten
t illustreren, hij beantwoordt de vraag
e' iet. En toch is dat de kern van de zaak, die
!C1 en regeling zo moeilijk maakt,
onl
10 We
een verschoningsrecht voor journalis-
en erkent, zal ook moeten aangeven wie
Durnalist is en aan welke voorwaarden hij
ko,,
zij dient te voldoen een omschrijving
k ie dan vooral niet op gespannen voet mag
door Haro Hlelkema
of gewoonte vastgelegd. De journalist heeft
daar dus net als bij ons de dominee, de
dokter, de notaris een beroepsgeheim
waarop hij zich kan beroepen.
In Nederland, waar toch al zeker een eeuw
over dit probleem wordt gediscussieerd, is
dat niet het geval. Vorig jaar heeft prof T.
Koopmans in een pre-advies voor de Vere
niging voor Rechtsvergelijking wel voor een
dergelijke regeling gepleit, maar onlangs
heeft de Hoge Raad het beroep van Leijen
dekker en Hulskorte op het verschonings
recht van journalisten niet ontvankelijk
verklaard.
Gijzelen (dat was vroeger het dwangmid
del) was er in dit geval niet meer bij omdat
Van der Lek zelf dat zo'n ongelukkig mid
del vindt, maar deze week stond dan toch
maar in de krant dat Leijendekker cn
Hulskorte elk aan Van der Lek een bedrag
van 36.500 gulden zullen betalen (een jaar
lang een dwangstom van honderd gulden
per dag) omdat zij principieel in hun zwij
gen blijven volharden. Dat Van der Lek het
ig een vrije pers op prijs stelt. In sommi- geld zal doorgeven aan Amnesty Internatio
nal is een sympathieke geste, die echter aan
de principiële kant van de zaak niets afdoet.
AMSTERDAM „De met zo
veel legenden omgeven wal
visvaart staat op het punt en
kele raadsels aan de weten
schap prijs te geven." Het
staat er zo mooi aan het einde
van een persbericht, dat het
vertrek aankondigt van een
expeditie naar Spitsbergen.
Het klinkt bijna on-weten-
schappeiijk, omdat het nog
moeilijk voorspelbaar is met
welke resultaten het onder
zoeksteam onder leiding van
drs. Louwrens Hacquebord
(31) over ruim zeven weken
terugkomt.
De expeditie, die door acht man
wordt uitgevoerd en die 16 juli begint,
is overigens wel degelijk wetenschap
pelijk opgezet. De tocht maakt deel
uit van een project, dat opheldering
moet geven over de culturele en soci
aal-economische aspecten van de Ne
derlandse walvisvaart in de zeven
tiende eeuw. Het ondeizoèk zou je
ook een promotie-studie kunnen noe
men, want fysisch geograaf Hacque
bord is door de Groningse universi
teit voor vijf jaar aangetrokken om
de geschiedenis van de Nederlandse
walvisvaart op Spitsbergen vast te
leggen (en daar dan eventueel op te
promoveren).
Hoe hard het nodig is om een „objec
tief beeld" te constureren van de Ne
derlandse walvisvaart in de zestiende
en zeventiende eeuw, blijkt wel uit de
plaatjes die er over die tijd bestaan.
Of uit de verhalen, die in de geschie
denislessen op de lagere school nog
niet zo lang geleden de ronde deden.
Zag je daarin niet de Amsterdam
mers paraderen over de kaden van
Smerenburg, in een mooi zwart la
kens pak en met een hoge hoed op?
Geïdealiseerd
Het leven op Spitsbergen (een naam
die Willem Barentsz aan de eilanden
groep gaf, toen hij haar in 1596 her
ontdekte is sterk geïdealiseerd en ge
romantiseerd. Het is een van de laat
ste mysteries van onze nationale ge
schiedschrijving en met behulp van
het Spitsbergen-project moet dat
maar eens ontsluierd worden, aldus
nogmaals het uitbundige persbe-
Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent,
postbus 859,1000 AW, Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden.
Voor geplaatste prenten is er een boekenbon.
komen met artikel 7 van de grondwet:
„niemand heeft voorafgaand verlof nodig
om door de drukpers gedachten of gevoe
lens te openbaren".
Want niet alleen journalisten die hun ge
dachten of gevoelens dagelijks via de rota
tiepers openbaren, zal dan een dergelijk
recht worden toegekend, maar ook de ac
tievoerders die met hun stencilmachine of
een ander goedkoop drukprocedé hun jour
nalistieke producten vermenigvuldigen, zul
len zo'n recht kunnen claimen. En zoals
voor de grondwet de rotatiepers en de
stencilmachine gelijk zijn, zo mag er princi
pieel gezien evenmin onderscheid worden
gemaakt tussen de dagelijks voor die rota
tiepers werkende beroepsjournalist en de
aan een dagblad meewerkende publicist.
Het enige wat je kan hopen is dat de
directies van al die kranten en krantjes
goeie verzekeringen hebben afgesloten
voor het bedrijfsrisico, dat op een zekere
dag een vaste journalist of losse medewer
ker eens op zijn zwijgzaamheid moet wor
den gètoetst, want zoiets is door de afloop
van de zaak-Van der Lek in de toekomst
wel nodig. En anders moet die zit-redacteur
maar weer regel worden (met zijn of haar
naam als vlag in de kop van de krant).
richt; de expeditie zal het weten
schappelijk antwoord geven op de
chaos van feiten en fantasieën rond
de vroegere Nederlandse walvisvaart.
Zo'n afbeelding van een Amsterdam
mer in een lakens pak kan natuurlijk
nooit juist zijn," zegt Hacquebord.
„De walvisvaart is een keihard be
drijf geweest. Op Spitsbergen moeten
ontzettend veel mensen omgekomen
zijn, jonge kerels vaak tussen de
twintig en de dertig jaar. Naar mijn
idee is die bedrijfstak te veel heroïsch
gezien, net als bij voorbeeld de mijn
bouw in Limburg. Wij leerden vroeger
op school dat de walvisvaart in open
boten plaatsvond; het was allemaal
reuze spannend. Je had het idee dat
je erbij had willen zijn. Maar hoe
meer je met dit onderwerp bezig bent,
des te minder graag had je het mee
willen maken."
Duidelijk
tfer SC/ZOT uoofi pe zzoeG
Het expeditieteam van het Arctisch
Centrum van de Groningse rijksuni
versiteit (dat zich met de noordpool
streken bezighoudt) moet een duide
lijk beeld geven van de ontwikkeling
en de betekenis van de walvisvaart.
Hacquebord en zijn reisgenoten moe
ten zich verdiepen in de leefgewoon
ten (bij voorbeeld de behuizing, de
vaartuigen, de gereedschappen, de
kleding) van de zeventiende-eeuwse
walvisvaart, en met name de Neder
landse, en in hun relatie met de na
tuurlijke omgeving. Wat was de in
vloed van het ijskoude en onherberg
zame gebied op de Nederlanders en
welke invloed hebben de walvisvaar
ders op Spitsbergen gehad? Wat voor
mensen gingen naar die streek op
tachtig graden noorderbreedte? En
wat deden ze als ze terugkwamen?
Hoe leefden ze, daar en hier, en wat
was de invloed van het poolverblijf
als ze terugkwamen?
De tweede doelstelling van de expedi
tie is totaal anders. Hacquebord wil
aan de-hand van de reis (en eventuele
volgende tochten) duidelijkheid ver
krijgen omtrent de waarde van
archeologische opgravingsgegevens.
Hij wil een vergeiljkingsonderzoek
van archeologische vondsten en his
torische bronnen. Maandag vertrekt
de expeditie weliswaar, maar komen
de winter duikt Hacquebord in de
archieven om te zien wat er volgens
de geschreven bronnen is gebeurd.
Hij hoopt daama conclusies te kun
nen trekken over perioden waaruit
geen geschreven bronnen bekend
zijn. „Ik ga de interpretatie van ar
cheologische vondsten controleren,"
zegt hij.
Basiskamp
De expeditie gaat proberen nederzet
tingen, ankerplaatsen, traankokerij-
en en begraafplaatsen van de Neder
landers te localiseren in noord-west-
Spitsbergen. Het eiland Amsterdam,
waarop Smerenburg lag, vormt het
basiskamp voor de groep, die met
rubberboten de kust van het eiland
gaat afstropen op zoek naar histori
sche informatie. Hacquebord en zijn
reisgenoten hopen een plattegrond te
localiseren van een huls en een traan-
oven om zo een idee te krijgen waar
de Nederlanders woonden en werk
ten. Er zal een proef op graving uitge
voerd worden om inzicht te krijgen in
het leefpatroon van de Nederlandse
walvisvaarders.
Volgens verhalen moet Smerenburg
een nederzetting geweest zijn met
zo'n tienduizend inwoners. Het moet
een druk stadje geweest zijn, met
wallen en een kerk, met winkels en
grote opslagruimten. In de zomerpe
riode moeten er twaalf- tot achttien
duizend mensen zijn geweest, aange
voerd door zo'n twee- tot driehonderd
schepen. „Daar geloof ik allemaal
niks van," zegt Hacquebord. „Vol
gens de contracten en scheepsjourna
len die bekend zijn, ging het om niet
meer dan vijftien tot twintig schepen,
die hooguit duizend man aangevoerd
hebben."
Overblijfselen
Is er op Spitsbergen dan nog zoveel
over, dat herinnert aan het verblijf
van Nederlandse walvisvaarders?
Ruim driehonderd jaar geleden werd
Smerenburg verlaten. Veel overblijf
selen zijn „weggeërodeerd". De ge
bouwen waren van hout, met slechts
een stenen schoorsteen. Maar in de
vrieskou van Spitsbergen is geen bac
teriewerking, de kans is groot dat er
nog stukken textiel aan vorige eeu
wen herinneren. En aan de lijken van
omgekomen walvisvaarders is daar
meer te zien dan in Nederland. Noor
se archeologen hebben bij opgravin
gen van achttiende-eeuwse nederzet
tingen lijken gevonden met het haar
nog op de schedels en delen van de
hoofdhuid.
Hacquebord en zijn reisgenoten moe
ten het dan ook vermoedelijk vooral
van de begraafplaatsen hebben.
„Men kon met zo diep graven, hoog
stens een halve meter. Dan werden er
keien om het graf geplaatst. En er
bovenop. Verder werd er een kruis bij
gezet met de naam van de overledene
en zijn schip. Ook hopen we resten te
vinden, die vroeger in een net gehakt
gat zijn gegooid en die als het waren
in een diepvriestoestand zijn geble
ven. Mogelijk vinden we prachtig ge
conserveerde dingen."
Tot 1650
In 1514 voeren de eerste schepen naar
Spitsbergen om er op uitgebreide
schaal de walvisvaart te bedrijven.
Tot 1650 werd er op walvissen ge
jaagd, daarna gebeurde er op het
eiland vrijwel niets meer. „Mogelijk
vinden we in die toestand nog dingen
die heel typerend zijn voor het leven
in de zeventiende eeuw," zegt Hac
quebord.
Vorig jaar vertoefde de conservator
van het Amsterdamse Rijksmuseum
Bas Kist ruim drie weken op het
eiland Amsterdam. In z'n eentje ging
hij op verkenning uit. Zijn bevindin
gen gaven de stoot voor een expeditie
van het Arctisch Centrum in Gronin
gen. Aan de hand van een proefopgra-
ving in de buurt van Smerenburg kan
er volgend Jaar mogelijk een nog uit
gebreidere tocht gemaakt worden.
Eerst moet maar eens afgewacht wor
den, wat Hacquebord en zijn reisge
noten weten op te diepen.
Sponsors
De opzet van de expeditie is zo uitge
breid, dat de reis niet alleen door het
Arctisch Centrum gefinancierd kan
worden. „Het probleem is dat we met
sponsors in zee moesten gaan," ver
zucht Hacquebord aan de vooravond
van de tocht. Zo is een luchtvaart
maatschappij gecharterd om de over
tocht te bewerkstelligen, kan een (wa-
ter-)sportartikelenleverancier dit na
jaar reclame maken met foto's over
de expeditie (omdat de uitrusting als
rubberboten, tenten en kleding gele
verd worden) en financiert een lande
lijk weekblad een deel van de kosten
in ruil voor de deelname van een
verslaggever, die dan ook het alleen
recht voor publikatie wil hebben.
De wetenschappelijke basis onder de
expeditie lijkt er niet al te zeer onder
,te lijden, want naast Hacquebord rei
zen nog een assistent-archeoloog,
twee fysische geografen en een we
tenschappelijk fotograaf mee. Het ge
zelschap wordt gecompleteerd met
de al eerder genoemde journalist en
een technisch medewerker, die belast
is met de zorg over motoren, radio en
aggregaat.
Het is nog maar de vraag of het
verblijf op Spitsbergen zo boeiend en
spannend wordt als het op het eerste
gezicht lijkt. Het gebied is vrijwel
boomloos en grote delen komen nau
welijks onder de sneeuwlaag van
daan. „Toch is Spitsbergen boeiend
om zijn eenvoud en zijn magische
karakter," voorspelt Hacquebord.
„Het moet al enorm imposant zijn
door zijn gletsjers."
Reuma-weer
Spitsbergen is echter ook bekend om
zijn ongenietbare klimaat; reuma-
weer is het, met veel regen en mist.
Voedselbronnen zijn er voor het expe
ditieteam nauwelijks. Hacquebord en
zijn collega's zullen het moeten doen
met noodrantsoenen van het Neder
landse leger. En met wapens (tegen
eventuele ijsberen), die door de rijk
spolitie in Utrecht in bruikleen zijn
gegeven. „We hebben enorm veel me
dewerking gekregen," zegt Hacque
bord. „In het begin lachte ik er een
beetje om, maar bij voorbeeld bij
het uitlenen van wapens merkte ik
dat de expeditie toch een beetje met
nationale gevoelens bekeken werd,
dat er een beetje nationale geschiede
nis beschreven gaat worden."
lil
Een Londense kater blijkt in het
testament van zijn baas goed te
zijn bedacht. Hij erfde een be
drag van 12.500, plus het geld
dat het huis van de overleden
baas zal opbrengen. Na verkoop
zal er naar schatting dan nog
eens het lieve sommetje van zo'n
150.000 voor de kat aan zitten,
meldde het persbureau Reuter
kort geleden.
Zulke gebeurtenissen komen wel
vaker voor. Vooral in de Verenig
de Staten, en ook in Engeland
trouwens, erven dieren nogal
eens belangrijke bedragen, en de
heer J. H. Kruizinga te Amster
dam heeft daar enkele voorbeel
den van op papier gezet. Meestal
gaat het om katten en honden,
schrijft hij, maar ook paarden,
ezels, apen en schildpadden wor
den wel tot erfgenamen gebom
bardeerd. Zo erfde in Oklahoma
een muilezel een grote boerderij.
Meer dan eens hebben belasting
ambtenaren een poging gedaan
om van deze vierbenige huiseige
naar een bijdrage voor de belas-
tingpot los te krijgen, maar het is
hun tot nu toe niet gelukt; de wet
voorziet nu eenmaal niet in de
mogelijkheid om ook dieren een
belastingaanslag te sturen.
Meer nog dan door de fiscus
wordt deze gang van zaken be
treurd door een andere groep die
er minstens even bekaaid af
komt; de verwanten die op een
erfenis rekenen, maar moeten ho
ren dat alles naar een of ander
dier gaat. yiet zelden proberen ze
een rechter te bewegen zo'n- tes
tament ongeldig te verklaren. Zo
procedeerde onlangs in Arizona
een teleurgestelde familie tegen
een hond, die zij van verspilling
beschuldigde. Star zo heet het
dier heeft dit voorjaar van zijn
meesteres niet minder dan hon
derdduizend dollar geërfd. In het
testament was bepaald, dat de
hond in alle opzichten een geluk
kig leven moest hebben.
Pas na zijn dood mochten de
erfgenamen van de overledene
het restant van de erfenis delen.
De familie, toch al matig ingeno
men met de voorkeur voor Star,
kreeg nog meer te slikken; alleen
al in de eerste drie maanden
bleek niet minder dan zevendui
zend dollar aan het welzijn van
de hond gespendeerd. Kennelijk
gaf het dier het geld met poten-
vol tegelijk uit.
De rechter stond voor de moeilij
ke opgave om vast te stellen hoe
veel geld een hond eigenlijk no
dig heeft om „een gelukkig le
ven" te leiden. De met de verzor
ging van het dier belaste advo
caat kwam het haarfijn voorreke
nen. Om te beginnen had die ad
vocaat zijn zoon tot vaste bege
leider van Star aangesteld; de
jongen ontving daarvoor een
maandelijkse beloning van drie
honderd dollar. En verder was
het niet voldoende dat Star altijd
het sappigste vlees op zilveren
schalen kreeg, nee, het dier
moest ook „ontwikkelingsreizen"
maken en die excursies door het
hele land brachten natuurlijk de
nodige kosten mee. Dat kon de
gewetensvolle advocaat ook niet
helpen. Zijn opdracht was de
hond een gelukkig leven te bezor
gen en daar hield hij zich nauw
gezet aan. De rechter kon er geen
speld tussen krijgen. De mense
lijke erfgenamen wachten nu
maar tot Star het tijdelijke met
het eeuwige verwisselt, en de ad
vocaat en zijn zoon verliezen de
hond geen moment meer uit het
oog.
Dit geval staat niet op zichzelf. In
San Francisco liet een dieren-
vriendin haar echtgenoot welge
teld één dollar na, haar zoon erf
de een halve dollar en de rest van
haar vermogen, zeshonderddui
zend dollar, moest gebruikt wor
den voor de oprichting van een
marmeren gedenkteken voor
haar hond Bingo. Ook dit testa
ment werd zonder mankeren uit
gevoerd.
Een zekere mevrouw Mc Dermott
liet zestigduizend gulden na aan
haar hond Spitz. De familieleden
die geen rooie cent hadden gekre
gen, begonnen onmiddellijk een
proces. Maar de rechter was van
mening dat mevrouw Mc Der
mott verstandig had gehandeld
door Spitz al haar geld na te
laten. De hond was namelijk het
enige levende wezen dat haar tij
dens haar leven vriendschap had
betoond.
Op het fietspad van de Oostvaar-
dersdijk, langs het IJsselmeer,
vond de heer Zijlstra van de
Rijksdienst voor de IJsselmeer-
polders een dood visdiefje. Zoals
uit de naam al duidelijk is, pikt
deze vogel dagelijks een visje of
wat mee om in leven te kunnen
blijven. Dat is dus niets bijzon
ders, net zomin als de dood van
zo'n dier. Maar de RlJP-mede-
werker merkte, dat het dier wél
op een merkwaardige manier het
leven had gelaten: het visdiefje,
lezen we in Cultuurrijp, het per
soneelsblad van de RIJP, had
zich ondanks zijn ruime ervaring
op dit gebied kennelijk vergist in
de grootte van zijn prooi en was
gestikt in zijn vis. Zijn gulzigheid
was hem noodlottig geworden.
Chimpansee Mickey is de ster in
een ijsrevue en hij wil het weten
ook. Het dier heeft zijn eigen
kleedkamer, waar het tussen de
bedrijven door van zijn welver
diende rust geniet. Mickey heeft
er ook zijn eigen kleuren-t.v. en
videotoestel, waarop de banden
met de opnamen van zijn show
afgedraaid kunnen worden. Zo
kan de aap vanuit zijn luie stoel
zijn eigen optreden zien, wat hij
trouwens graag doet. Trainer
David Cowen en Mickey zitten
momenteel in voorstellingen in
de Australische stad Sydney.
Dagelijks krijgt president Jimmy
Carter verzoeken om gratie voor
misdadigers op zijn bureau, maar
nu heeft hij een verzoek gekregen
om de veroordeling ongeldig te
verklaren van een man die al lang
dood is. Het gaat om de arts die
het gebroken been zette van
John Wilkes Booth, nadat die
president Abraham Lincoln in
1865 vermoord had. Die arts, dr.
Samuel Mudd, werd indertijd
veroordeeld, omdat hij de moor
denaar zou hebben geholpen te
ontsnappen. Booth werd overi
gens toch gegrepen. Al minstens
veertig jaar doen kleinkinderen
van de arts pogingen hun groot
vader postuum in ere te laten
herstellen. Volgens de 62-jarige
Louise Mudd Arehart en haar
neef dr. Richard Mudd heeft
grootvader Mudd niet anders ge
daan dan zijn plicht als arts,
dienst aan de mensheid. Welis
waar schonk president Andrew
Johnson de veroordeelde gratie,
toen deze kon voorkomen dat een
gele koorts-epidemie zich uit
breidde over Keys Island in Flori
da, waar hij vier jaar gevangen
zat, maar de kleinkinderen vin
den dat niet voldoende. Gratie
betekent, zeggen ze, dat grootva
der iets verkeerds gedaan had, en
dat is nu net het punt. Zij eisen
volledig eerherstel, maar daar
zijn de twee voorgangers van
Carter al niet op ingegaan.
Toen de piranja's bekend als
de bloeddorstlgste vissen van de
Amazonerivier naar het nieu
we ondergrondse aquarium van
Ouwehands Dierenpark verhuis
den was er even een probleem;
stel je voor dat een bezoeker zijn
hand in de aquariumbak zou ste
ken en er zonder vingers weer uit
zou komen? Eerst dus maar uit
proberen hóe bloeddorstig de vis
sen eigenlijk zijn. De vissen kre
gen bevleesde kippenkluifjes die
ze in een mum van tijd tot op het
bot afvraten. Ze wierpen zich als
kannibalen op lekker bloederige
stukjes vlees of vis. Maar al gauw
werd ook iets anders duidelijk;
serveer je het voeüsel niet al te
bloederig en zorg je er voor dat de
vissen goed doorvoed zijn, dan
valt het met hun bloeddorstig
heid best mee. De proefkonijnen
lopen nog steeds met alle tien
vingers rond. maar het blijft na
tuurlijk veiliger toch maar geen
hand in de bak te steken.
„Laten we hopen dat ze alterna
tieven vinden ter bestrijding van
de energiecrisis. Zo lopen we nog
de kans dat we straks geen plaat
jes meer kunnen draaien".
Een verzuchtig van een niet met
name genoemde discjockey, door
Skip Voogd voor de NCRV-gids
opgevangen op Hilversum 3.