Weekendpuzzel
1
5
m m m m. m
a m. M i
vi. mm
mimxum
mmmtwrm
mnLMm
MER&PLANT
Iwallen
>p het
strand
L-
SjPSjS
CHRISTELIJKE ACADEMIE VOOR
BEELDEND KUNSTONDERWIJS
KAMPEN
-3
Weinig goed
dammateriaal
voor kinderen
-
e a o e m
jAjajiijbléi
a 'V q
E§
iQ
Studies over
dubbelpionnen
1
O Ml MUI
ERDAG 30 JUNI 1979
TROUW/KWARTET 17
door henk van halm
Iet is eigenlijk rotweer als we op
ichier aankomen. Uit de laaghan-
;ende grauwe wolken striemt de
egen neer bij een harde, af en toe
eÜs stormachtige noordwesten-
rind. Het enige dat meezit, is dat
iet niet koud is.
Schiermonnikoog is een van onze
leinste Waddeneilanden. Je hoeft
jelemaal geen uitgesproken tip-
lelaar te zijn om het hele eiland
angs de waterlijn in twaalf uur
ond te wandelen. Daarvoor staan
re hier ook op de veerdam, want
ifgesproken is afgesproken. Het is
loogwater: de slikken van de
Waddenzee zijn nu niet te zien, het
reter golft tegen de onderste ste-
lenrij van de Waddenzeedijk.
,angs die dijk gaan we naar het
vesten, richting Rif, de grote
andvlakte die zich in de Wadden-
ee uitstrekt ten zuidwesten van
Josterburen. het enige dorp op
iet eiland.
)e plantenenthousiasten onder
ins buigen zich direct over de
ïeen en weer zwiepende vegetatie
ussen de stenen. Zeeweegbree
taat hier en daar tussen herts-
loomweegbree, beide bloeiend
net groenige aren, ongeveer zoals
bekendere binnenlandver-
»anten de grote en de smalle
weegbree. Ze onderscheiden zich
iaarvan vooral door hun blad-
rerm: bij de zeeweegbree heel
;mal en een beetje dik, bij de
ïertshoomweegbree gedeeld of
at de botanici veerspletig noe-
en. Heel wat mooier zijn het roze
iloeiende Engelse gras, dezelfde
ils de in tuinen als randjesplant
;ekweekte, en de paarse lamso-
en, die vaste voet vonden in de
jrasstrook langs de dijk, waar ook
lardbeiklaver groeit naast de ge
wone witte.
Via de zomerdijk kom je aan de
voet van het duin bij het Rif, een
ituk grazige grond vol geel bloei-
ind jacobskruiskruid en knikken-
le distels. Die laatste behoren tot
Ie mooiste wilde distelsoorten in
>ns land, met grote roodpaarse
loofdjes uit een kraag van zeer
itekelige groene omwinselblaad-
es. niet trots rechtop zoals bij de
indere distels, maar sierlijk ge
mikt. Op zomerdagen met minder
uig weer komen daar alle iri het
iuin nestelende hommelsoorten
en heel veel vlinders op af maar
lie laten nu verstek gaan.
^luchtplaats
!en paar honderd meter verder
biedt het duin een luwe zitplaats,
waaruit we over het Rif kun
nen kijken, dat door zijn rust voor
tllerlei wadvogels een toevlucht
Is, als ze bij hoogwater op het wad
De harde wind zwiept het zand in
brede stromen over het wester-
strand van Schiermonnikoog en
bedelft het biestarwegras en de
voetstappen van eenzame wande
laars.
geen voedsel kunnen zoeken. Een
.kleine honderd zilvermeeuwen,
bijna evenveel kleine mantel
meeuwen en stormmeeuwen, een
paar grote mantelmeeuwen en te
gen de duizend bonte strandlopers
staan er met de kop in de wind
'dicht bij de hoogwaterlijn. Daar
komen ook nog een paar honderd
scholeksters bij, die langs de
vloedlijn drentelen en soms him
snebben diep in het slikkige zand
boren. Tientallen strandplevier-
tjes ontdekken we na enige tijd,
hoofdzakelijk door hun drukke
heen en weer rennen, want hun
rug en vleugels hebben bijna de
zelfde tint als het natte zand.
De verleiding is groot om dichter
bij te gaan kijken, maar dan gaat
de hele troep de lucht in en pro
beert dan chaotisch elders een
rustplaats te vinden. Ze hebben
hun rust hard nodig, want in de
enkele uren dat de slijkplaten
droogvallen moeten ze al hun
energie gebruiken om voldoende
voedsel te vinden om in leven te
blijven. Dat geldt straks nog veel
meer voor de trekkers die een paar
dagen op doorreis naar het zuiden
in de Waddenzee komen pleiste
ren om op verhaal te komen.
De wind blaast het opdrogende
zand weg tussen de vochtige en
dus hardere delen uit, waardoor
grillige zandformaties ontstaan.
De harde wind jaagt de zandkor
rels over het brede westerstrand,
waar zich in de luwte van het lage
melkkruid eendagsduintjes vor
men. Links is de Friese wal te zien.
recht vooruit iets wat op hoge
duintoppen lijkt, maar wat later
de branding op de grote zandban
ken voor de noordwestpunt van
het eiland blijkt te zijn. Boven zee
vliegen een paar sterns, die ranke
zeezwaluwen waarvan je de ver
schillende soorten het eerst her
kent aan de roep: het harde ras
pende „pierrrr-ra" van de visdief,
het schelle „kirriek" van de grote
stem, het hoge „krie-iek" of „kie-
re-kiere-kiere" van de dwergstem.
De paar zwarte stems, die we (op
insektenjacht?) als zwaluwen laag
over de golven zien scheren, hou
den hun snavel.
Groen strand
Bij de noordwestpunt heeft de
wind opdrogend zand weggebla
zen tussen vochtige eh daardoor
hardere gedeelten en zo gezorgd
voor grillige zandformaties met
een prachtige structuur als van
moirée-zijde. Zand prikt in onze
ogen en bedelft het groene strand
#1:
Twee scholeksters drentelen
langs de vloedlijn en priemen af
en toe hun felrode snebben in het
slikkige zand.
Brandkwallen heb je in het
blauw en in het geel. Dat zijn
verschillende soorten, maar hun
netelcellen branden even fel als
je ermee in aanraking komt.
bij het badhotel, waar melkkruid
en biestarwegras lage heuveltjes
vormen, de aanzet tot een nieuw
duin. Daar zal niet veel van te
recht komen, want Schier slaat
gedurig af aan de westpunt en
groeit verder aan de oostpunt, al
dus wegwandelend in oostelijke
richting. Geen vogel is hier te zien,
maar de regen is gelukkig opge
houden en de bewolking breekt
hier en daar.
Voorbij paal vijf zakt ook de wind
wat af en komt zelfs de zon af en
toe door. Troepjes grijze vogeltjes
hollen vlak langs de aanrollende
golven voor ons uit, tot ze vinden
dat ze al te ver wegraken van het
oorspronkelijke voedselplek en
met een wijde boog over zee terug
vliegen. Sommige roepen daarbij
een zacht en kort „twit-twit". Het
zijn drieteenstrandlopers, overzo-
meraars, hier op Schier wel een
paar honderd, waarvan de broe
dende soortgenoten nu in de toen
dra's van Spitsbergen verblijven.
Tot nu toe vonden we nauwelijks
iets op het strand, hoogstens een
enkele kokkel- of mosselschelp,
aangespoeld van de wadden. Maar
aan het Noordzeestrand verandert
dat zienderogen. Eerst hier en
daar, maar verderop steeds meer
liggen er kwallen in de eerste
vloedlijn: gele en blauwe brand
kwallen, de schrik van de zwem
mer. en de veel mooiere en on
schuldige kompaskwallen met een
duidelijk kastanjebruin sterpa
troon op hun „mg", dat je met wat
fantasie voor een kompasroos
kunt uitmaken. We vinden maar
vier zeepaddestoelen, stevige
helmvormige blauwe kwallen met
een dikke geelachtige „steel" on
der hun „hoed", heel vaak juist de
meest aangespoelde kwal. Ook
oorkwallen liggen er maar weinig.
Dat zijn platte kwallen, die volko
men doorzichtig zijn, zodat de
roze of witte eierstokken dwars
door alles heen te zien zijn. Die
gebogen eierstokken hebben on
geveer de vorm van een oor en
nemen elk een kwart van het
Onschuldig is de kompaskwal,
die direct te herkennen is aan de
kastanjebruine kompasroos op
zijn „rug".
kwallelichaam in. De brandkwal
len zijn de enige die met hun gifti
ge netelcellen de huid van een
mens kunnen doorboren. En ze
kunnen dat doen op een moment
dat de zwemmer ze helemaal niet
ziet, want hun tentakels zijn soms
meters lang. Als die nog uitge
strekt zijn bij een aangespoeld
dier dat nog niet helemaal dood is,
kan je dat ook als barrevoetse
wandelaar pijnlijke verrassingen
leveren.
Ondertussen zijn we pas bij paal
elf, midden op het Noordzee
strand. We moeten nog om de
oostpunt heen langs de Eilander
Balg en dan door de kwelders te
rug naar ons beginpunt. Een wan
deling die veel te zien en te be-
schrijvengeeft, maar die u tegoed
houdt tot over veertien dagen.
Een oorkwal met de typische ge
vormde eierstokken zichtbaar in
de volkomen doorschijnende
„hoed", naast een stuk knotswier
en een paar schelpen van het
Noordzeestrand: links een half
gekndtte strandschelp, rechts een
roze nonnetje.
Horizontaal. 1. metselspecie, 4. zalf
spaan. 7. gewricht. 9. streek op de
grens van N. Br. en Limburg, 10. le
venslucht, 12. wild zwijn, 13. invorde
ren. 14. oevergewas, 15. wijnmaat, 18.
wig, 20. sober, 23. verfbordje van de
kunstschilder. 25. gezicht. 26. veter,
27. plant, 29. soort hert, 31. bedorven.
32. kleur, 37. insektenetend zoogdier,
39. bloem, 40. god van de liefde. 41.
zuiver. 42. einde, 43. plaats in Drente,
44. onderzoek naar kennis, 45. ri-
viervis.
Verticaal. 1. wijnsoort, 2. kleverige
stof, 3. bloem. 4. rank, 5. putemmer-
tje, 6. moeilijk. 8. specerij, 9. bloem
bed. 11 insekt, 16. spijker, 17. maat
van Noors hout, 18. huisdier, 19.
Spaans paard, 21. handeling. 22 inla
ge. 23. herdersgod, 24. ogenblik, 28.
soort duif, 29. klaagzang. 30. water in
N. Br. 33. honingbij, 34. vroeger, 35.
lange nekharen van dieren, 36. in
ham. 38. grondsoort, 40. bloedhuis.
Oplossing vorige puzzel
Hor, 1. madera. 5. leider, 10. ale, 12.-
are, 13. riem, 15. mas, 17. laag, 18.
lade. 20. toon, 22. el. 23. re. 25. ir, 26.
Aa, 27. menagerie, 31. Po. 32. eg, 34.
toermalijn, 41. To, 42. mi, 43. ed. 44.-
de, 45. rest, 47. aker, 49. teen, 51. els,
53. leeg, 55. Ira, 58. Ide, 59. gelaat, 60.
passer.
Vert. 1. marter, 2. Ali, 3. deel. 4. ra. 6.
eb, 7. Daan. 8. era, 9. regaal, 11. ga. 14.
mare, 15. me, 16. st, 17. lori, 19. den,
21. oir, 24. Og, 27. mot, 28. aar, 29. eva,
30. een, 33. statig, 35. omen, 36. eis, 37.
ma. 38. lek. 39. IJdel, 40 legger, 45:
real, 46. te, 47. as, 48. reis, 50. ere, 52.'
la, 54. Ede. 56. ka. 57. ha
De prijswinnaars zijn: mevr. H. J.
Janssen-Liebrecht, Slotselaan 11a,
Rossum; mevr. E. B. Wolters-Stol,
Westerseweg 2, Zuidwolde; J. Olden-
huis, 't Loug 2, Spijk.
Oplossing tot en met woensdag ajs.
per briefkaart zenden aan: Trouw/
Kwartet, Postbus 859, Amsterdam.
Linksboven vermelden: Weekend-
puzzel.
ADVERTENTIE
DE INSCHRIJVINGSTERMIJN voor het laatste TOELATINGS
EXAMEN voor het cursusjaar 1979/80 op maandag 20 augus
tus a.s. sluit op 1 augustus.
Inlichtingen en Inschrijvingsformulieren zijn verkrijgbaar aan de
Academie, Oudestraat 216, 8261 CA Kampen. Tel. 05202-
18210.
Het is al weer tien jaar geleden dat
de Amerikaanse astronaut Arm
strong de eerste menselijke voet
stappen op de maan zette Naar
aanleiding daarvan geeft de eilan
dengroep in de Stille Oceaan West
Samoa zes zegels en een herden
kingsvelletje Uit, gewijd aan dit
evenement. In het stadje Gmund
wijdt de Oostenrijkse postdienst
op 21 juli a.s. een stempel aan die
voetstappen. Van Frankrijk zijn
voor de maand juni vijf bijzondere
zegels te melden: 11 juni ter her
denking van Pierre Abélard (1079-
1142) een zegel met zijn afbeelding
en als inzet zijn nicht Heloise met
wie hij een innige verhouding had;
evenals hij zelf trad zij teleurge
steld in het klooster; voorts een
zegel ter gelegenheid van de lucht
en ruimtevaart-salon op Le Bour-
get; op 18 juni een zegel gewijd
aan twee abdijen in Normandië.
die op de postzegel evenals op
speelkaarten tegen elkaar staan
geplaatst: de abdij Bemay en die
van St Pierre-sur-Dives: dan op 25
juni twee portretzegels van be
faamde Fransen: de chirurg/uro
loog Felix Guyon (1831-1920) en de
schrijver Georges Courteline. ali
as Georges Moineaux (1858-1929)
Vatikaanstad geeft op 25 juni
twee emissies uit; ter herdenking
van de dood van de H. Basilius de
Grote (330-379), bisschop van Ce-
sarea, kerkleraar en stichter van
het ziekenhuis, naar hem Basilia-
de genoemd, twee zegels; en drie
stuks gewijd aan de vroegere
astronoom van de Vatikaanse
sterrenwacht pater Angelo Secchi.
S.J. (1818-1879).
Van Oostenrijk vragen drie nieu
we zegels onze aandacht. Een van
S 3. voor frankering geldig sinds
22 juni. toont het stadswapen van
Rottenmann in Stiermarken, dat
700 jaar geleden van koning Ru-
dolf van Habsburg stadsrechten
kreeg; dan op dezelfde dag een
zegelvan S 4.20 in de populaire
reeks „Oostenrijkse landschap
pen"; deze keer is het Kleinwalser-
tal met de plaats Hirschegg in
Noordoost-Vorarlberg aan de
beurt; het eigenaardige is dat dit
dal alleen via Duitsland bereik
baar is; een derde zegel van S 3 is
een portretzegel van de politicus
Jodor Fink (1853-1929), geldig
sinds 29 juni jl. Van de Duitse
Democratische Republiek deze
keer twee uitgiften, die 26 juni in
omloop zijn gekomen. Twee zegels
zijn gewijd aan de revalidatie van
gehandicapten door middel van
onderwijs en vakopleiding; en een
stripje van twee zegels met mid
denstuk naar aanleiding van het
feit dat de spoorwegveerdienst
tussen het Duitse Sassnitz en het
Zweedse Trelleborg 70 jaar gele
den in dienst werd gesteld en nog
steeds in een grote behoefte voor
ziet. Op de zegels de veerboten
„Rostock" en „Rügen" en op het
aanhangsel, van een situatiekaart
van het traject.
Op verzoek wijs ik de verzame
laars van het thema „religie op
postzegels" op het bestaan van de
filatelistenvereniging „St Ga-
briël", die tevens een maandblad
uitgeeft. Het contactadres is de
heer J. Zagt, Grote Beer 85. 3721
RN te Bilthoven.
Voor kinderen, maar ook voor vol
wassen beginnende dammers zijn
er maar erg weinig geschikte
boekjes. Het beste zijn nog de
Prisma-boekjes van Leen de Rooij
en Keiler en het boekje „Leer
dammen" van De Schaap, maar
echt enthousiast kun je daar toch
niet over zijn. Harm Wiersma sloot
jaren geleden een contract met
Thieme, Zutphen af over vier te
schrijven boekjes voor de jeugd,
maar na het eerste deeltje is dit
experiment geruisloos ter ziele
gegaan.
Gelukkig zag de KNDB in, dat er
iets moest worden gedaan, zodat
een commissie een aantal handlei
dingen voor jeugdige dammers
heeft gemaakt. Geïnspireerd door
het voorbeeld van de schaakbond
leidt men de dammertjes met deze
handleidingen op voor het Rand-
schijfdiploma, het Schijfdiploma
en het Kroonschijfdiploma en het
ziet er allemaal erg verzorgd en
bruikbaar uit.
Dan is nog niet zo lang geleden bij
Omega Boek/De Centaur het
„Beste Damboek voor beginners"
van Herman van Westerloo ver
schenen. Hoewel de titel preten
deert, dat dit boek het ei van Co
lumbus is, moet toch gezegd wor
den, dat het toch nog veel te hoog
grijpt. Daar komt nog bij, dat het
ondanks de bijzonder fraie uitvoe
ring niet vrij is van erg slordige en
beslist niet onvermijdelijke
fouten.
Het is niet mijn bedoeling alle
literatuur voor beginners de grond
in te boren, want elk genoemd
boekje (en dat van Bergsma mag
daarbij beslist niet ontbreken)
heeft zijn goede punten en natuur
lijk valt er dammen uit te leren.
Maar toch vind ik taalgebruik en
techniek erin nog veel te moeilijk
voor kinderen.
Zelf werk ik op school veel met
kinderen van acht tot twaalf jaar,
maar als ik mijn werkwijze te
boek zou gaan stellen, zou er denk
ik geen uitgever zijn. die niet op
zijn voorhoofd zou wijzen. Alle li
teratuur over denksporten ver
koopt namelijk bijzonder slecht.
Vooral de prijzige werken, hoe
goed ze ook mogen zijn, worden
nauwelijks verkocht. Je zou bijna
denken, dat de Nederlandse denk-
sporter liever 25 gulden uitgeeft
aan een bioscoopje met zijn vrouw
of vriendin, aan een voetbalwed
strijd of een avondje stappen, dan
aan een echt goed boek. En als je
dan ook nog hoort, dat er op de
jaarvergadering een uur wordt ge
discussieerd over een contributie
verhoging van een kwartje per
jaar, zal dat nog wel waar zijn ook.
Schande!
Dan zijn ook verschillende werk
groepen bezig geweest met het uit
dokteren van verschillende afwis
selende werkwijzen, want om het
kind te boeien moet iedere leraar
of jeugdleider mét een gevarieerd
programma voor de dag komen.
Een idee van zo'n werkgroep is het
opgeven van een probleem met
daarnaast de oplossing en daar
naast weer een leeg diagram. De
leerling moet de oplossing dan op
het bord uitvoeren en de overblij
vende stand in het lege diagram
invullen.
m m m m
Wï W//
M
diagram I
47x33 10. 39x19 48x30 11. 29-23
18x20 12. 35x4 13x24 13. 4x15 5-10
14. 15x4 3-9 15. 3x47 lxll 16. 49-43
en deze positie zal dus moeten
worden ingevuld, waarna de kin
deren het zelf aan de hand van een
al ingevuld werkblad kunnen con
troleren. Verder zijn er legio ma
nieren om de notatie op een speel
se wijze te leren, zoals b.v. het
spelen van een correspondentie-
partij met een ander uit de klas of
groep of het afbreken van een par
tij en de stand daarna laten note
ren. Later moeten ze dan aan de
hand van de notatie de stand weer
op het bord zetten.
ook altijd doe, om de kinderen de
schoonheid van het spel te laten
zien.
Zo zijn er een heleboel manieren
om beginnende dammertjes of
ook volwassen beginners gericht
Oplossing: 1. 32-27 17-21 2. 37-32 te begeleiden en daarna zal het
21-26 Zwart denkt een erg goede ook van hun eigen instelling af
stand af te dwingen, maar nu hangen of ze het nog verder zullen
volgt 3. 27-21 26x28 4. 42-37 16x27 brengen. Tenslotte nog een klein
5. 36-31 27x36 6. 37-32 28x37 7. 48- probleempje ter oplossing, zoals
42 37x48 8. 47-41 36x47 9. 30-24 ik dat zelf aan het eind van een les
Wit wint door 44-39 35x44, 32-28
24x35, 28-23 19x28, 33x22 44x33,
22-18 13x22, 45-40 35x44, 50x37!
In het schaakspel wordt de dub-
belpion altijd met een zekere af
keer bekeken. Vaak betekent de
aanwezigheid van een dubbelpion.
een positionele verzwakking en
Nimzowitsch heeft geleerd hoe je
de partij die een dubbelpion heeft
in een toestand van volstrekte
passiviteit kan "brengen. Er is ei
genlijk maar een opening, waarbij
wit er van het begin af aan op
aanstuurt om zich zelf een dubbel
pion te bezorgen de Saemisch-
variant van het Nimzo-Indisch
maar nog altijd wordt deze metho
de met een zeker wantrouwen be
keken. Als wit de partij niet voor
het eindspel kan winnen, dan zou
het er wel eens Zeer moeilijk voor
hem uit kunnen zien. In schaak
studies en composities wordt van
de dubbelpion altijd dankbaar ge
bruik gemaakt. Wat zeg ik. een
dubbelpion, sterker nog. schaak
componisten deinsen er niet voor
trippel, ja zelfs sextupel pionnen
op het bord te zetten, die zich als
een rups voortbewegen. Zo'n rijtje
pionnen op een verticaal is altijd
een nogal gedrochtelijk gezicht en
aangezien componisten er niet
voor terugschrikken zich te ver
maken met de wereld van de cu
riosa, bestaan er heel wat studies
over trippel, quartupel, quintupel
en sextupel-pionnen. Ik hoop dat
ik hierbij het goede woordgebruik
hanteer. Een bekend probleem is
dit. van Shiakman uit 1887:
zie diagram I
De opgave is: wit geeft mat in
acht. Dat gaat in zijn werk met
een voortdurende achtervolging
van de zwarte koning door de wit
te toren 1. 0-0-9! (Dat mag ln
problemen altijd, tenzij je aan de
hand van de stelling kunt bewij
zen. dat wit met de koning of de
toren gespeeld moet hebben. Dat
is hier niet het geval. Wits laatste
zet kan bij voorbeeld ba7x ge
weest zijn.) 1Ka8xa 7 2. Tdl-
d8 Ka7xa6 3. Td8-d7 Ka6xa5 4.
Td7-d6 Ka5xa4 (Haphap!) 5. Td6-
d5 Ka4xa3 (Jumjum!) 6. Td5-d4
Ka3xa2 7. Td4-d3 Ka2-al 8. Td3-a3
mat. Later is bewezen, dat wit hier
met 1. Kd2 oil een andere, zeer
plompe manier ook mat ia acht
diagram I
kan geven, maar dat doet er hier
niet veel toe.
Een andersoortig probleem is het
volgende, van Bridgewater, waar
bij een quintupelpion. wordt ge
dwongen zich als een rups voort te
bewegen, tot tenslotte de eigen
koning van zijn bescherming is
ontdaan en zwart wordt matgezet.
zie diagram II
1. Lf5-bl! b3-b2 2. Tal-a2 (Zowel
de witte als zwarte zetten, Mjn
diagram IV
praktisch gedwongen; de zwarte
nog praktischer dan de witte.) 2.
b4-b3 3 Ta2-a3 b5-b4 4. Ta3-*4
b6-b5 5. Ta4-a5 b7-b6 en nu volgt
de doodklap: 6. Lbl-e4 mat.
Zelfs de toenmalige wereldkampi
oen Emmannuel Lasker heeft eens
een probléem met een voortwag-
gelende tripelpion gemaakt. Het ls
een nogal flauw, mechanisch pro
bleem. want ongeacht zwarts zet
ten. wordt hij door 1. d6-d7, l. d5-
d6, 3. d4-d5 matgezet. Het pro
bleem zag er als volgt uit:
Maar het laatste probleem ls
werkelijk geniaal. Het is gecompo
neerd door de Rus Savshenko,
misschien wel de briljantste onder
de moderne componisten. De op
gave. zoals die in nu volgende dia
gram is weergegeven, luidt: mat in
negen!
diagram IV
Wits grote probleem is: hoe krijg
ik mij»* eigen trippel c-pion weg.
zodat ik Del mat kan geven. De
oplossing verloopt trapsgewijs: 1.
Kgl-fl! (Er dreigt nu vrij plomp
verloren 2 Te2 en mat, zodat
zwarts antwoord gedwongen is.) 1.
Ld5xd4t 2. Kfl-gl! (Nadat vrij
willig in het schaak te gaan staan,
keert de witte koning terug naar
zijn uitgangsveld. Zwart moet nu
iets doen aan 3. Dg5 mat. Dat kan
maar op één manier.) 2. Lc4d5
3. c3-c4! (De tweede c-plon wordt
geofferd, maar zwart kan nog niet
nemen, omdat op 3. .Lc4x weer
4. Dg5 mat volgt, terwijl op 3.
bc4x wit weer ongehinderd 4.
Kfl en vervolgens 5. Te2 mat kan
spelen). 3. .b5-b4 4. Kgl-fl!
(Daar is de matdreiging met 5. Te2
weer.) 4..Ld5xc4t 5. Kfl-gl Lc4-
d5 (Hij moest er weer tussen om 6.
Dg5 mat te verhinderen.) 6. c2-c4ü
(Ten derde male verschijnt er een
pion op c4. Zwart kan de pion op
geen enkele manier nemen, omdat
het zowel na bc3x e.p., alsook
Lc4x mat ln één is.) 6. ,a3-a2
(Vlugger gaat een zet als 6.
Td6x wegens 7. d5x en zwart
gaat mat met 8. Delf.) 7. Kgl-fl
Ld5xc4t 8. Kfl-gl (Voor de laatste
keer gaat wit terug naar het uit
gangspunt, maar nu ls dan einde
lijk een dubbele dreiging gescha
pen.) 8. .Lc4-d5 9. Dc5-cl mat!
Zo ruim Je dus een trippelpion op.
zult u dat goed onthouden. Het
vergt overigens nog wel een
avondje om aan te tonen, dat ln
deze compositie van Sevshenko
alle stukken noodzakelijk zijn om
nevenoptoMingm te voorkomen.