en moderne Medea
Ruimtevaart
onder glorie
Meubelfabriek Oisterwijk
Nostalgische schoolheibel
eel beeldgrappen
jl
Politieke
Spaanse
thriller
De Tovenaar van Oz
opnieuw verfilmd
earn of Passion
rk Star
carapate
K
The Wiz
The class of miss MacMichael
Omdat wij alles in eigen hand houden, vanaf het met
zorg selekteren van het hout, het drogen, het met liefde bouwen
van het meubel, tot en met de aflevering bij u thuis, durven wij die
lange garantie te geven van 12 jaar op het hout en de konstruktie.
The Dog
JDAG 29 JUNI 1979
TROUW/KWARTET
tfcr W. Wielek-Berg
n
li klassieke Griekse tragedies zijn
f, d weer een uitdaging voor regis-
die er hun tanden in wensen te
id ïn: de verwoording van al te men
ie en altijd menselijke emoties in
entourage van vreemde, verre,
ische zeden, gewoonten en gods-
itriten heeft een aantrekkings-
jht waaraan weinigen zich kun-
en willen onttrekken. Natuurlijk
de drama's voor een deel, zoals
meesterwerken van de kunst,
alle eeuwen geldig, maar het
t gezegd dat in de loop der tijden
toneelmakers zich in bochten
n<i>en gewrongen om èlles begrijpe-
te maken voor de later levenden
n het moderne (om over het modi-
maar te zweijgen) extra te bena-
,u*ken en hoe krampachtiger dat
t nagestreefd, hoe fataler het
wordt gemist. Het uitgangspunt
v Jules Dassins „A Dream of Pas-
it leunend op Euripides' „Medea'
tk v.Chr.), het drama van de vrouw
ït]iit woede en wraakzucht tegen de
die haar verstoot en vernedert
kinderen vermoordt, is zeker
aardbaar. Een beroemde, ouder
ende actrice (Merlina Mercour)
v uit het buitenland naar Grie-
and terug om „Medea" te spelen,
eeft moeilijkheden met haar rol
aar regisseur, die woedend wordt
e haar Medea-opvatting voorziet
feministische franje, daarom
lijkt het haar welhaast een geschenk
van de goden als ze attent wordt
gemaakt op een moderne Medea, die
in Athene gevangen zit: Brenda Col
lins, een Amerikaanse, een vreemde
linge dus evenals Euripides' Medea,
die haar twee kinderen doodde toen
haar man haar bedroog en verneder
de (dit deel van het verhaal heeft
overigens een authentieke basis). Het
eerste bezoek van de actrice, met de
televisie-camera's als loerende der
den, wordt een ramp, maar toch
krijgt ze enig contact met Brenda, ze
gaat zich zelfs zozeer in haar ver
plaatsen dat er bijna van een dubbel-
persoonlijkheid a la Bergmans „Per
sona" gesproken kan worden (Dassin
is eerlijk genoeg om ronduit te zeggen
waar hij zijn inspiratie vandaan heeft
gehaald). Het zou misschien allemaal
best goed hebben kunnen worden als
Merlina Mercouri, overlopend van ex
hibitionisme, compleet met een tot
het publiek gerichte vrouwenbiecht
(die in het geheel niets met het onder
werp te maken heeft) zich niet te
buiten was gegaan aan ster-allures en
pathetische uitbarstingen waar de
honden geen brood van lusten. Naar
mate de film vordert krijg je een
steeds grotere hekel aan haar exube
rante acteurspersoonlijkheid die aan
alle kanten over het doek heenpuilt
(ze kan in het gewone leven overigens
best een aardige vrouw zijn, daar
hebben we het nu niet over). Ook het
scenario wordt alsmaar kronkeliger:
haar relaties met de regisseur (haar
vroegere minnaar) en haar man ko-
D. Ouwendljk
Celoof aan de science fiction, die
^owel in geschreven als gefilmde
^len, op de mysteries van compu-
■robots en „de ruimte" heeft ge-
ntreerd, wordt op een uiterst
nde manier belachelijk ge-
t in John Carpenters film Dark
Er wordt in de film een loopje
len 'met alle mogelijke veron-
ellingen orer vertraagde duur
iet leven als je eenmaal door
eid voorbij de tijdsgrens bent
d, over invriezen van levende
is, verzelfstandiging van com-
s en al dat soort dingen meer.
umor in die supposities schuilt
l in de alledaagsheid waarmee
ior de bemanning van het super
eschip, de „Dark Star", worden
vXeard. We zijn uiteraard al een
pn de eenentwintigste eeuw ge-
•d, want de grens van de suppo-
naar de realisering ervan is
ihreden. Een computer blijkt al
lat om weerwoord te geven en
inafhankelijk van zijn mechani-
op te stellen. In zekere zin
de „Dark Star" door de ruim-
tls in oude tijden wrakke schui-
ïet avonturierende bemannin-
}ver de zeeën zwierven. Als het
;schip vergaat, klampt een van
imanningsleden zich vast aan
tuk wrakijzer en zeilt dan zo, op
tar het onbekende, verder door
ite. Aan ruimte-fantasieën, of
in geschreven verhalen zijn
[t dan wel in films, ligt een be-
mystiek denken ten grondslag.
De ruimte is geen natuurlijk gegeven
meer, maar Het Onbekende dat geëx
ploreerd moet worden. Voor zover
Het er zich niet tegen verzet. De om
standigheden aan boord van de
„Dark Star" zijn hiermee in ironische
tegenspraak. Vier mannen bemannen
het schip, drie in de romp, een in de
koepel de oude scheepsuitkijk. Die
man in de koepel kijkt uit naar bewe
gende planeten, zoals vroeger de man
op de mast-uitkijk speurde naar op
doemende eilanden. De drie mannen
in de romp van het schip „jagen" op
die planeten, die ze met computer-
bommen vernietigen. Deze jacht is
een gevolg van verveling. De mannen
zitten al twintig jaar in het schip; zij
zijn voorbij de tijdgrenzen geko
men drie jaar ouder geworden,
althans in aardse fysionomie. Alle
glorie van de ruimtevaart is inge
krompen tot: zitten op je krent en
wachten. Dit had een eeuwigheid
kunnen duren, als er aan de compu-
terbom geen schade was ontstaan,
zodat die aan zelfstandige filosofie
gaat doen. De bom is een gevaar
geworden voor het schip en wordt
door loos gepraat tot twijfel aan zich
zelf gebracht. In die twijfel barst de
bom ten slotte uit elkaar en dan is er
niets meer over dan „beweging van
delen in de oneindigheid". Er is in het
schip geen angst. Ten minste niet de
gespannenheid van de angst. Gevoe
lens zijn tot schema's teruggebracht.
Wat overheerst is, de eindeloze relati
vering. In laatste instantie is „Dark
Star" een wijsgerige film.
Amsterdam, City 2, 16 jr.
^Pr D. Ouwendijk
ier dan twintig bioscopen, ver
over het hele land, gaat Gerard
jongste film La carapate
itige spoed is zelden goed") in
lière. Een typische Oury-film,
Veel grappigheid in beeld-verras-
n. Oury is vooral bekend gewor-
ioor films, waarin aan komische
iten de gelegenheid gegeven
om zich volledig te laten gaan.
daarbij bleef Oury toch steeds
:n eigen manier de touwtjes in
en houden. Zijn acteurs konden
in grappigheid uitleven, maar
ils „typetjes". Zij bleven en blij-
dienstbaar aan de humor die
in gedachten had. Een man die
name zijn grote faam als ko-
acteur aan Oury te danken
gehad is b.v. Louis de Funès. Bij
wordt een acteur door de film
etrokken; niet andersom. Wat
een acteurs-type als de Funès
veldaad kan zijn. In „Haastige
is zelden goed" heeft Oury
twee bekende komische acteurs
i gebracht, Pierre Richard en. al
deze acteur meer pijlen op zijn
Victor Lanoux. De twee vor-
zoals dat in komische films ge-
is, een contrasterend paar: Ri-
kC' als de advocaat Duroc, een
baasje, met een naieve kijk op
^flen en situaties en daardoor ie-
ll I die makkelijk in de knoei
IT Lanoux, als de zware jongen
bl'ilal Gaulard, slim en berekend,
^iespeend van loyaliteit; het idea-
t^Bje om met een naieveling als
op te trekken. De geschiede-
k^Hie in „La carapate" is verfilmd,
i it zich af in de woelige dagen van
a de dagen van de rellen, waar-
en periode van sociale omme-
icheen te zijn ingeluid (al is daar
fjvan terecht gekomen).
I heeft die tijdsomstandigheden
;ebruikt om zich op de een of
manier kritisch te uiten. Soci-
kltiek ligt hem niet, In zijn film
i hij er nu en dan wel naar, maar
£elt dan weer snel over op de
(ïte vrolijkheid van zijn beeld-
De rellen gebruikt Oury om
vaart aan zijn film te kunnen
(gevangenis van Lyon zit Martial
ird in de afdeling ter dood ver
men zo bleekjes uit de verf, dat ze
beter helemaal weggelaten hadden
kunnen worden. Erg is ook, dat de
moord op Brenda's kinderen vol
strekt onnodig in gefantaseerde
flash-backs wordt vertoond: dat
doodt waarlijk elke droom van pas
sie. Jammer van Ellen Brustyn, die
als de „Medea van Glyfada" een van
haar beste rollen speelt: naief, infan
tiel, schuw, godsdienstwaanzinnig,
gewoon gek, tierend als een viswijf,
geremd als een non, vertwijfeld en
diep beklagenswaardig. Waarom
komt dan altijd die Melina weer met
rauwe stem en fladderende handen
alle aandacht opeisen?
Amsterdam, Uitkijk
Kriterion
16 jr
door D. Ouwendijk
Merlina Mercouri en Ellen Burstyn in „Dream of Passion"
door D. Ouwendijk
De film The class of miss MacMi
chael is gebaseerd op een roman van
Sandy Hutson, die in haar boek een
reconstructie zou hebben gegeven
van feiten, die zij zelf in haar school
jaren heeft meegemaakt. Er is ter
nauwernood sprake van een verhaal,
het gaat vooral om de uitbeelding
van „toestanden", zoals meestal bij
films over „moeilijke" scholen. Om
dat de makers graag bepaalde stand
punten of, in het ergste geval, bood
schappen er in willen verwerken. Nu
mag de producent van de film, Judd
Bernard, die ook het scenario ervoor
heeft geschreven, wel beweren dat
het niet in de bedoeling heeft gelegen
om „een oordeel uit te spreken over
opvoedkundige systemen noch om
een óf andere oplossing uit te dra
gen". De manier waarop er op de
„wantoestanden" in de school zoals
die op de film wordt vertoond een
school dus voor moeilijke leerlingen
wordt gereageerd, wekt onvermij
delijk de suggestie, dat de makers
bewust en al „boodschap brengend"
gekozen hebben voor de „vrije beje
gening van jeugdigen, die door zwak
ke begaafheid of zwak sociaal milieu,
toch al in het verdomhoe van de
opvoedingssystemen tere zijn ge
komen". Judd Bernard z dan ook,
dat „als hij iets zou willen stellen dan
is het, dat er, ondanks alle goede
bedoelingen de mensen inbrengen,
nooit iets zal veranderen moeilijk
opvoedbaren blijven wat ze zijn,
schoolbesturen idem Voor de
rest is het typisch een film, waarin
geprobeerd is het midden te vinden
tussen (onvermijdelijk nostaligsch
getinte) schoolheibel en een min of
meer idealiserende vertekening van
het moeilijke kind. Niet het kind be
neden maar boven de tien jaar. Ze
zijn vroeg rijp, amoreel, onbehouwen,
erop uit om elkaar te treiteren en te
vernederen, soms bezield met opwel
lingen van loyaliteit, maar doorgaans
onbetrouwbaar. In de toestanden die
uit een dergelijke levenshouding
want het is niet in de eerste plaats
een schoolhouding voortvloeien,
worden de jongelui nog gestijfd door
het protserige optreden van hun
schooldirecteur (een bar slechte crea
tie via Oliver Reed). Er zou nog rëd-
De „headmaster" en Miss MacMi
chael.
ding voor „het uitschot" mogelijk
zijn, als er maar beter geluisterd werd
naar miss MacMichael, een vijandin
van de headmaster en bereid om voor
„haar kinderen" te vechten. Wie dit
soort films er zijn er ettelijke ge
maakt geregeld gevolgd heeft kent
alle trucjes en gewoontetjes. Judd
Bernard zegt, dat er veel humor in de
film is verwerkt; ze is bijna niet te
vinden. Behalve dan in gepatenteer
de vormen.
Amsterdam, Alhambra 2, 16 jr.
Niet lang geleden heeft men op de
televisie de musical kunnen zien „De
tovenaar van Oz", gemaakt in de tijd,
toen de musical door velen ten
onrechte als het hoogtepunt van
filmkunst werd beschouwd. Je had er
alles bij elkaar: de dynamiek van de
film, de dynamiek van de dans, van
het drama en van de muziek. Maar in
alle opzichten was het een schijn-
dynamiek. In feite was het steeds
filmisch opgeklopte toneel-beweeg
lijkheid, met nu en dan uitbarstingen
in zang en ballet. De simili glitter-
weelde (of, naar de andere kant toe,
simili armoe) van de décors moest de
indruk versterken, dat de bioscoop
bezoeker te maken had met toppun
ten van artistiek kunnen. Wat deze
opzet betreft is er ook nu nog in de
musicals, zoals ze geconcipieerd en
uitgewerkt worden, maar bar weinig
veranderd. Je moet nog steeds bereid
blijven om voor veel onderdelen, die
zuiver filmkitsch zijn, bewust je ogen
te sluiten. Alleen wanneer je dat doet
valt er, in details, het een en ander te
genieten. Dat geldt ook voor de jong
ste musical versie van The Wiz (tove
naar van Oz), geregisseerd door Sid
ney Lumet. Het verhaal wekt - in
afgeleide zin vage reminiscenties
aan de diverse wederwaardigheden
van Alice in Wonderland, zij het dat
de poëtische inslag veel zwakker is.
Het meisje Dorothy (Diana Ross)
leert door allerlei wonderlijke erva
ringen, dat het leven veel droomkan-
ten heeft. Die droomkanten zijn niet
altijd even plezierige vervormingen
van de dingen uit het dagelijkse be
staan, maar ze geven toch wel uit
zicht op een herziene waardering van
dat bestaan. Die droomkanten zijn in
de film soms meesterlijk uitgewerkt,
met alle verve, die door een regisseur
als Sidney Lumet (een regisseur met
vele thema's) kan worden opge
bracht. Het begin van de film is een
beetje taai. De jonge Dorothy woont
ten huize van haar tante Em. die bij
gelegenheid van een familiefeestje
haar nichtje graag aan een man wil
koppelen. In elk geval vindt zij dat
Dorothy minder huisbakken moet
zijn en moet leren haar blik te verrui
men. Dorothy denkt, klets maar raak,
al is er toch een gevoelige snaar bij
haar getroffen. Hoe sterk zelfs, blijkt
uit het feit dat zij, in de jachtsneeuw
Pierre Richard als Duroc
oordeelden. Hoewel onschuldig, is hij
veroordeeld wegens moord. Zijn ad
vocaat Duroc komt hem melden, dat
zijn verzoek tot hoger beroep is afge
wezen en hij zijn nek alleen nog kan
redden door een eventueel gratiebe-
sluit van generaal De Gaulle. Tijdens
het bezoek van Duroc aan de gevan
genis breekt daar, onder invloed van
de studenten- en arbeidersrellen in
Parijs en Lyon zelf, een oproer onder
de gevangenen uit en Gaulard slaagt
er in te ontsnappen. Hij wordt daarbij
opgezadeld met het gezelschap van
Duroc en de twee trekken als dief en
diefjesmaat door Frankrijk naar
Parijs.
Die tocht wordt herhaaldelijk onder
broken door komische situaties met
sterk werkende lachprikkels. De ti
ming van deze situaties is de hele film
door zeer bevredigend, zodat, on
danks een dikwijls te grote nadruk-
kerlijkheid in de grappen, de film je
van het begin tot het einde amusant
bezig houdt. En daar is het Oury
vooral om te doen. Hij is geen hoog
vlieger, maar een degelijk vakman,
die het luchtige van zijn talent vlot
bespeelt. Een vlotheid die soms het
echte raffinement nadert. En dat is al
veel.
In 21 theaters, a.l.
Garantie tot 1992
12 jaar garantie
Massief Europees eiken
geloogd volgens oud recept
ongekende service ook na jaren
voorzien van eigen brandmerk
op zoek naar haar weggelopen hond
je, plotseling door de windvlaag van
de verbeelding wordt meegenomen
naar het toverland van de verlangens.
Dé£r zal zij leren, dat iedereen zijn
geluk in zich zelf kan vinden. Zoals al
gezegd zijn de vervormende droom
kanten van het bestaan door Lumet
hier en daar meesterlijk verbeeld.
Dan noem ik in de eerste plaats, de
ontmoeting van Dorothy met de Vo
gelverschrikker, die hulpeloos aan
zijn stellage vastgebonden door een
stel kraaien getreiterd wordt. De Vo
gelverschrikker blijft in zijn goedige
trouwhartigheid volharden tot het
moment, dat Dorothy het land van de
verbeelding weer verlaat. Verder
noem ik de ontmoeting met de slech
te Heks met het ballet van de onder
drukking. Voor de rest: middelmatig.
Amsterdam, Tuschinski I. Den Haag
Metropole I. Rotterdam, Lumière I.
Eindhoven, Chicago.
Jason Miller in „The Dog"
Amsterdam, Leidsckade 98-99, Berkel (ZH), Noordcindsewcg 116, Rcverwijk, Parallelweg 100,
Fide. Groicstraar 72/74, Hccrcnvecn, Drachl 142. Ilcngcio (O), Dddcncr\rraat 1-5,
Oiatcrwijk, I Icusdcnscbaan 65. Roosendaal, Dokter Brabemiraai 21, Utrecht, I lollanilaan 2ft,
Valkenburg (L), Reinaldsiraat 7. Zuidlaren, DeMillytsrast 7, Zwolle, Mclkmarki 48
door W. Wielek-Berg
Het is niet nieuw, dat een politieke
film gekleed wordt in een populair
pak (van thriller- of avonturen-snit)
teneinde voor het goede doel zoveel
mogelijk publiek te trekken. Costa
Gavras is de grote voorman van het
genre, de Spaanse regisseur Antonio
Isasi volgt hem na. Zonder zijn ni
veau te bereiken, maar het is ook een
riskante onderneming om het Juiste
evenwicht te vinden tussen eerlijk
engagement en lonken naar de zaal.
„The Dog" („De Hong"), gebaseerd
op een roman- van Alberto Vanques
Flguero en een beetje hinderlijk na
gesynchroniseerd in het Engels,
speelt in een midden-Amerikaanse
republiek met dictatoriaal bewind
(de naam wordt In het midden gela
ten, maar helaas is het niet moeilijk
uit een hele serie een keuze te ma
ken).
De grote baas martelt en
moordt, zijn trawanten worden bijge
staan door bloeddorstige Duitse her
ders, die ook in het Duits worden
toegesproken: een navrant trekje als
men weet hoeveel Duitse oorlogsmis
dadigers daar vlijtig meebouwen aan
de instandhouding van de hel. Een
politieke gevangene, een professor in
de wiskunde, weet herhaalde malen
te ontsnappen maar wordt telkens
weer opgespoord: uiteindelijk schiet
hij zijn achtervolger neer, doch wordt
door diens onafscheidelijke hond ge
jaagd, overal waar hij gaat of staat.
Hij weet zijn politieke vrienden te
bereiken, hij heeft ook een kort en
droefgeestig rendez-vous met zijn
grote liefde, die gedwongen door
nood en marteling de maltresse van
een der opperbeulen is geworden
maar steeds opnieuw valt de hond
aan. Hoe het afloopt moet u zelf maar
gaan zien, want het is een redelijk
spannende film geworden, waarin de
bloedige werkelijkheid van een deel
van de derde wereld betrekkelijk wei
nig geweld wordt aangedaan. „De
Hond" heeft een neven-effect, dat
door de maker waarschijnlijk in het
geheel niet bedoeld is, want Span
jaarden staan niet bekend om hun
dierenliefde medelijden met het
beest, dat zo is geperverteerd, wiens
trouw zo wordt misbruikt.
Amsterdam, Rembrandtpleinthea-
ter, 16 jr.