Albeda voelt zich niet afgegaan Tekening van een lezer gaan nooit met vakantie en andere 'Voorden geteld Groningen wil per wijk auto 'stallen' Trouw Commentaar uikreclame (1) uikreclame (2) Alleen VVD overeind in Kamerdebat juli-bezuinigingen Minister geeft uitleg over 'onaanvaardbaar' Werkgevers weigeren nieuw gesprek over haven-cao Discussienota van gemeentebestuur IIJDAG 29 JUNI 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 concept-nota van minister Gar- niers van CRM over (sluik)re- in radio en televisie is op :er dan één punt tweeslachtig, iar het ergste is wel dat de minis- hopeloos in de knel komt met uitgangspunten van de om- •pwet. kan geen misverstand over zijn, de omroepwet op het punt dubbelzinnig is. Uitzendingen, staat er, mogen niet dienstbaar n aan reclamedoeleinden, tenzij minister daarvoor toestemming :ft gegeven (en dat deed zij H pen in het geval van de STER; ^lere zendgemachtigden hebben toestemming niet gekregen), artikel II uit de omroepwet had uitgangspunt voor de nota van nister Gardeniers moeten zijn. de minister vindt, dat zij met huidige wet niet uit de voeten dan had zij met een voorstel wijziging van de wet moeten Liften. Nu kan je uit de nota dat de minister de bepalin- van de wet handhaaft, maar op eigen en nogal subjectieve rs° zc ®aat 'nterPretercn- ind eeslachtig is de nota ook ten izien van de reclame. Een deel irvan is kennelijk wél en een mdler deel niet acceptabel. Het is duit naïef als zij daarbij o.a. als angspunt de formule hanteert: et is toegestaan reclame die inelijk met het oog op de uit- ding is aangebracht". Immers: idi t(6h nieuws, de uitslagen dat s kan evenwel in andere vorm even worden en behoeft zeker de radio geen enkel probleem ie leveren. Daar kan de verslag er zonder meer de zichtbaar gebrachte reclame-uitingen mijden en de koppeling van de n met, de reclame laten voor zij is: onnodig en van geen lfng' fe het consequent hanteren van bestaande wetgeving zou de lister ook aan een ander, bijna ■zei aandoende misstand een maken, namelijk aan het dat de omroeporganisaties altijd flinke sommen moeten ..ekken om de reclame-uitingen j[ derden (die ten overvloede ira*' anderen ten goede komen) te :en uitzenden. jun idt echter de minister, en met 8 uur het parlement, dat buiten de ER-uitzendingen op een of an- manier een zekere reclame op scherm geoorloofd is, dan zal het üitzenden van die reclame laid moeten worden. Vóór al- ient dan achter de opbrengst iedere reclame wordt aangebracht om gezien te worden, zeker in die accommodaties waar de televisie camera een regelmatige gast is, zoals voetbalstadions, sporthallen of congrescentra. Zonder de aan wezigheid van die televisiecamera toch is de aangebrachte reclame voor de reclamemaker minder in teressant en voor de eigenaar/ex ploitant minder lucratief. Wat is er op tegen bij een televisie-uitzen ding voor zover nodig alle reclame- uitingen te bedekken of te verwij deren? Tweeslachtig is de concept-nota ook als de minister de eigen ver antwoordelijkheid min of meer af schuift door te verwijzen naar de Europese richtlijnen, zoals die el ders worden gehanteerd. Heel wat landen kennen een commerciële radio en televisie. Een van de aardige dingen van ons land is, dat het een heel eigen situatie met een unieke omroepwet kent. De wet rechtvaardigt eigen richtlijnen. De minister is belast met de uitvoering van die wet en van daaruit dient zij haar eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat een strak vasthouden aan de huidige wetgeving consequenties heeft is duidelijk. Een mogelijk alternatief zou zijn, dat er heel wat minder (of zelfs géén) uitzendin gen van bijvoorbeeld sportgebeur tenissen op het scherm te zien zouden zijn. Ook dat is duidelijk. van die commerciële activiteiten niet de exploitanten van stadions e.d. ten goede te komen, maar direct of indirect de gehele Neder landse omroep. Verlaging of zelfs afschaffing van de omroepbijdrage door kijkers en luisteraars is dan evenmin een onlogische maat regel. Maar in dat geval (overigens wel liggend in het verlengde van de opvattingen van de minister) zijn wij wél een heel eind verwijderd van de uitgangspunten van onze omroepwet. Juist daarom verdient deze concept-nota van minister Gardeniers naar onze mening een uiterst kritische begeleiding. Ten slotte nog een praktisch, maar al lerminst onbelangrijk detail, na melijk het toezicht van de reclame codecommissie. Op het ogenblik zijn reclame-uitingen voor tabak en alcohol voor radio en televisie verboden, maar door middel van sluikreclame komen zij keer op keer en uitgebreid aan bod. Doch ook hier geldt: er zou geen pro bleem zijn als de minister zich eenvoudig aan artikel 11 van haar eigen omroepwet hield. pa. 3 OV 82 Ke^ 1636 JWS ment onze redacteur weten- chappen DHOVEN Het op twee na leest gebruikte woord in het esproken Nederlands is „eh". let aarzelingstussenwerpsel, )als de taalkundigen dat noe- (ïen, beslaat 2,7 procent van ons t Joipondeling woordgebruik, dat ordt slechts overtroffen door (2,9 procent) en „ik" (3,4). 'eze gegevens komen uit de tel- ngen van de Werkgroep fre- uentieonderzoek van het Ne- erlands, die daarmee een itaalfjarig project heeft afgeslo- In 1975 verscheen al het andaardwerk Woordfrequen- es, waarin soortgelijke tellin- in steekproeven van ge- toeven Nederlands werden ge- ibliceerd. Dat was ook een Dodzakelijke voorbereiding, gt prof dr B. Th. Vervoort, om t methodiek te pakken te krij- n voor het moeilijker ireektaalonderzoek. Behalve >or theoretisch taalonderzoek jn de frequentielijsten van be ng voor het onderwijs (wat oeten we kinderen van gastar- tiders aan woordenschat leren) ihandeling van taaistoringen ijvoorbeeld een basis-woor- tnlijst voor doof geboren kin- :ren). spreektaal minder gecompli ceerd is dan schrijftaal. Er ko men meer werkwoorden in voor, en minder zelfstandige naam woorden: typische eigenschap pen van kortere zinnen. Illustra tief is ook het gebruik van het betrekkelijk voornaamwoord (die, dat), dat in schrijftaal meer dan een procent van de woorden uitmaakt, in formele spreektaal krap een procent, en in informele spreektaal nog geen half pro cent. Je kunt je afvragen, aldus Uit den Boogaard, of het betrek kelijk voornaamwoord niet aan het verpieteren is. Dat geldt ze ker voor „dat" in constructies als „het huis dat daar staat". Het komt in het totale materiaal van 120.000 woorden acht maal in die betekenis voor. Het is in de spreektaal van jong en oud, on geacht opleiding, verdrongen door „wat", dat in deze beteke nis 350 maal werd geregistreerd. „Het huis wat daar staat". Het moet op de schrijfmachine toch nog even wennen. Jet gebruik van „eh" blijkt in formele interview-situatie er voor te komen (3,3 pro nt) dan in een spontaan infor- eel gesprek (2,1). Mannen zeg- in duidelijk vaker „eh" (3,1 pro nt) dan vrouwen (2,4). Dit laat- e kan uiteraard op twee manie ën worden geduid: óf mannen tnken meer na voordat ze iets ggen, óf ze kunnen minder >ed uit hun woorden komen, at illustreert, zij het op een wat ■npel niveau, de waarde van de euwe publikatie. Als er al geen increte antwoorden in te vin- n zijn, stimuleert het in elk val nieuwe vraagstellingen. >or onderzoeker drs Piet uit n Boogaart leverde het de be- ©Qa'lstiging van het vermoeden dat door Johan van Workum DEN HAAG „Minister Albeda werd tot complete afgang gedwongen", stond er zaterdag in „Trouw" boven een be schouwing over de afloop van het Kamerdebat over de juli- maatregelen van het kabinet. Deze week behandelde de Eerste Kamer het juli-pakket. En zoals wel vaker gebeurt, selecteerde PvdA-woordvoerder Nagel weer precies die punt jes uit „Trouw" die tegen het kabinet of tegen het CDA kunnen worden gebruikt. „Trouw noemde het acht kolom men breed een complete afgang", aldus de socialistische senator Nagel. Hij was benieuwd of de minister daar van terug had. Maar Albeda voelde zich allerminst „compleet afgegaan". Hij kwam met een nieuwe bekentenis die een nog beter licht op de parle mentaire gebeurtenissen van vorige week mogelijk maken. Om het geheugen op te frissen nog even waar het om ging. Het kabinet stelde voor de prijscompensatie af te toppen voor Inkomens vanaf 55.000 gulden bruto per jaar. Het CDA wilde persé een aftopping. maar liever bij 50.000. D'66 dacht er precies zo over De PvdA wilde geen aftopping. maar als die er toch zou komen, dan liever bij 50 dan bij 55.000. De VVD stelde zich van meet af aan teweer tegen de aftopping, en had zelfs meer dan gro te bezwaren als ook de grens nog naar 50.000 zou gaan. Minister Albeda (sociale zaken) wilde de aftopping, maar kon het weinig schelen als de Kamer de grens zou verlagen naar 50.000. Tot een paar men ook een meerderheid.) De WD uren voordat de Kamer moest stem- was bovendien met handhaving van men. Toen had Albeda ineens „de de grens op 55.000 niet van dit plan af Albeda beweert nu dus in feite dat onderdelen van het wetsontwerp dreigden te worden verworpen als de aftoppingsgrens 50.000 werd, en dat dit niet dreigde als die grens 55.000 bleef. Deze bewering van de minister is echter onjuist Het was wel juist dat enige CDA'ers twijfelden of ze tegen de korting op de sociale uitke ringen zouden stemmen. Maar het was bekend dat die twijfels aanzien lijk minder zouden worden als de aftopping naar 50.000 ging. Wilde de regering ook het risico van een paar uit de boot vallende CDA'ers niet lopen, dan zou het „onaanvaardbaar" jüist niet gericht moeten worden te gen verandering van de aftoppings grens, maar uitsluitend tegen het stemmen tegen onderdelen van het wetsontwerp. Voorts was het juist dat de WD- fractie serieus van plan was tegen de aftopping te stemmen, waardoor die uit het wetsontwerp zou verdwijnen aangezien ook de PvdA tegen zou stemmen. (WD en PvdA vormen sa- grootst mogelijke moeite" met ver legging van de grens naar 50.000, evenals met verwerping van de aftop ping als zodanig of van de korting op sociale uitkeringen, een ander on- derdeej van het juli-pakket. Even la ter sprak de minister zelfs het „on aanvaardbaar" uit. Op deze reuzen zwaai van de minister sloeg de kwali ficatie „complete afgang". In de Eerste Kamer legde Albeda als volgt uit waarom de reuzenzwaai zijns inziens in het geheel geen zwaai zou zijn geweest was: „Ik had er geen twijfel over laten bestaan dat een wat andere grens dan 55.000 niet onmogelijk zou zijn ge weest. Vandaar dat het kabinet het exact bepalen van de grens in eerste instantie aan de Kamer overliet." In het eindstadium van het debat kwam de minister niettemin tot de „grootst mogelijke moeite" als de grens gewij zigd zou worden, want „het gevaar dreigde dat belangrijke onderdelen (Albeda doelt op aftopping en kor ting) van het wetsontwerp geen Ka mermeerderheid zouden ontmoeten. Het kabinet zou op zichzelf kunnen instemmen zowel met een grens van 50 als van 55.000, maar het was voor het kabinet niet aanvaardbaar wan neer onderdelen van het wetsontwerp geen wet zouden worden." te brengen. De WD zou ook tegen aftopping bij 55.000 stemmen. Daar om kon alleen een „onaanvaardbaar" tegen verwerping van onderdelen van het wetsontwerp de WD in het gareel brengen. Maar ook geldt, dat het ka binet rustig had kunnen toezien hoe CDA met steun van PvdA en D'66 eerst de grens naar 50.000 zouden verlagen. De WD zou immers zo mocht worden aangenomen zelfs een aftopping bij 50.000 slikken als het alternatief de val van het kabinet Een bezorgde Albeda tijdens het Kamerdebat over de julibezuinigingen vorige weck temidden van staatssecretaris De Graaf, VVD-woordvoerder De Korte en minister An- driessen. van een inconsequentie in zijn eigen opstelling. De PvdA stemde immers uiteindelijk voor het verlagen van de grens naar 50.000, daarmee te kennen gevend de afgewezen aftopping wanneer die er toch moest komen liever te hebben bij 50 dan bij 55.000. Albeda's stelling, dat korting of af topping als zodanig in gevaar kwa men als de grens 50.000 zou worden, gaat dus niet op. De regering had haar zware geschut niet voor de af toppingsgrens in stelling hoeven brengen, maar alleen voor de comple te onderdelen van het wetsontwerp. Dan zou echter wel het geschut in wezen alleen tegen de WD gericht zijn geweest. Dat zou stellig binnen het kabinet en in de Kamer tot nog meer spanning in de coalitie van CDA en WD hebben geleid. Inslikken Door op uitnodiging van de CDA- fractie het geschut mede te richten op de aftoppingsgrens, stelde Albeda het CDA in staat de wens voor een grens van 50.000 in te slikken. Daar door leek het dat zowel CDA- als WD-fractie worden genoodzaakt vu rige wensen te laten vallen voor hun gezamenlijke, nog hogere doel: voort bestaan van het kabinet-Van Agt. De CDA-fractie had dus best die 50.000- grens kunnen binnenhalen zonder de aftopping als zodanig of het voortbe staan van het kabinet in gevaar te brengen. In de berichtgeving is algemeen, ook in Trouw, gesteld dat het CDA is gezwicht voor het „onaanvaardbaar" van het kabinet. Lezing van het stenogram van de roerige slotfase van het debat in de Tweede Kamer leert echter, dat dit feitelijk onjuist is. Aanvankelijk had Albeda gezegd dat „de regering de grootst mogelijke moeite zou hebben met elke wijziging van meer dan technische betekenis die in onderdelen van het wetsont werp door de Kamer worden aange bracht." Op doorvragen van de oppositie kwam later het „onaanvaardbaar" over Albeda's lippen, maar slechts in de volgende zinsnede. en dat het voor de regering onaanvaarbaar zou zijn wanneer onderdelen (van het wetsontwerp) of het geheel zouden worden verworpen". De woorden na „onaanvaardbaar" gingen echter ver loren in het geroezemoes dat meteen omhoog druiste. Maar Albeda's „on aanvaardbaar" betrof dus uitsluitend het stemmen tegen de gehele aftop ping, of tegen de korting. Het verla gen van de aftoppingsgrens viel uit sluitend onder „grootst mogelijke moeite". Toch stemde de CDA-fractie uitein delijk tegen de 50.000. Eens te meer dwingt dat tot de enig mogelijke con clusie dat het CDA op het laatst het maken van een gebaar naar coalitie partner WD belangrijker vond dan die 50.000-grens. Inconsequent CDA-fractieleider Lubbers verweet nu de PvdA „een gemiste kans" om dat de 50.000§ grens binnengehaald had kunnen worden als de PvdA met het CDA had samengewerkt. Den Uyl noemde dit verwijt van Lubbers „een afleidingsmanoeuvre," en had daarin, gezien het bovenstaande, gelijk. Den Uyl leidde met zijn kritiek op Lub bers echter tegelijk de aandacht af Welnu, de aftopping is er gekomen, maar niet bij 50.000, hoewel daarvoor een meerderheid van PvdA, CDA en D'66 was in de Kamer. Die meerder heid had echter alleen effectief ge maakt kunnen worden als de PvdA het CDA zekerheid had gegeven uit eindelijk ook voor de aftopping als zodanig te stemmen. Nu had het CDA voor die tweede stemming de steun van de WD nodig om een meerder heid te maken. En daarvoor heeft het CDA de wens van 50.000 ingeleverd. Vrijwillig, want nodig was het niet. omdat immers de WD voor het „on aanvaardbaar" betreffende de aftop ping als zodanig toch wel gezwicht zou zijn. Hoewel de PvdA-fractle zich niet consequent heeft gedragen, deed derhalve het verwijt van Lubbers toch niet meer terzake. Alles overziende heeft er van de hoofdrolspelers Albeda, CDA, PvdA, WD slechts een niet ge schipperd en niets te camoufleren. Dat is de WD-fractie. Die heeft zich van meet af aan consequent opge steld tegen de aftopping, en is even consequent uiteindelijk toch door de pomp gegaan omwille van het voort bestaan van het kabinet. Tekeningen, bij voorkeur in liggend for maat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859, 1000 AW Amster dam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. ROTTERDAM (ANP) De werkge vers in de Rotterdamse en Amster damse haven willen geen heropening van de besprekingen met de werkne mers over de nieuwe haven-CAO. Het resultaat van het principe-akkoord is door de CAO-groepsraad van de Ver- voersbonden FNV afgewezen. De vervoersbonden zijn teleurgesteld in de weigering van de werkgevers om niet verder te praten. Zij hebben de Terwijl het volgens een voordvoerder toch gemakkelijk genoeg was om de vlam in de pan te laten slaan. Het centraal overleg heeft voor 12 juli een CAO-groepsraadsvergadering uitgeroepen. Het principe CAO-akkoord voorziet wel in een vervroegde uittreding op 63-jarige leeftijd, maar niet in de eis van een verkorting van de arbelds- werkgevers gisteren laten weten elke week. De doorberekening van allerlei verantwoordelijkheid voor acties in toeslagen in de lonen is eveneens een de haven af te wijzen. De afgelopen punt van discussie tussen de CAO- weken hebben de Vervoersbonden al- groepsraad en de samenstellers van les gedaan om acties te voorkomen, het principe-akkoord. ADVERTENTIES Van een onzer verslaggevers GRONINGEN Autobezittende stadsbewoners van Gronin gen kunnen hun vervoermidden straks wellicht „stallen". Dit ter onderscheiding van het gewone „parkeren" door anderen. Het gemeentebestuur heelt gisteren een discussienota uitge bracht waarin wordt geopperd om per buurt of wijk een soort gezamenlijk autobox te creëren. Stadsbewoners die hun auto willen de binnenstad werd gemaakt stallen zullen ongeveer 45 gulden per maand moeten betalen. Voordeel is dat ze niet meer steeds een parkeer- plaatsje behoeven te zoeken. Het idee maakt deel uit van een discussienota van verkeer en vervoer, die b. en w. na de vakantie tot onderwerp van een inspraakprocedure willen maken De nota borduurt voort op het nog steeds omstreden verkeerscirculatie plan dat anderhalf jaar geleden voor waarbij de nadruk kwam te liggen op meer rechten voor fiets, voetgangers en openbaar vervoer De nota is bedoeld om een verkeers plan gebaseerd op dezelfde visie voor de gehele stad te maken. Het ringwegenstelsel (de „diepenring" rond de binnenstad en een ringweg om de gehele stad) bepalen groten deels de hoofdstructuur. Tussen deze beide „ringen" komen zogeheten be reikbaarheidsroutes en daarnaast vormen bepaalde hoofdontsluitings- wegen de toegangspoorten naar de diverse wijken en buurten. In principe zijn die buurten onderling niet verbonden maar alleen via die hoofdontsluitingswegen en het ring wegenstelsel te benaderen. Dit is ove rigens geen hard gegeven, zo zei giste ren wethouder J. Wallage. Die hard heid is er overigens blijkbaar ook voor de binnenstad wat af Het stadsbestuur schijnt niet meer zoals tot nu toe bikkelhard vast te houden aan het feit dat de zogenoem de sectorgrenzen in de binnenstad niet overschreden mogen worden door auto's. Dit althans viel op te maken uit opmerkingen van wethou der Wallage dat ook dit onderdeel onderwerp van discussie kan zijn. De binnenstad is verdeeld in vier sec toren Wie van de ene naar de nadere sector wil moet omrijden via de die penring. de verdeelring om de bin nenstad heen. De sectorgrenzen wa ren ingesteld om doorgaand verkeer via de binnenstad onmogelijk te ma ken. De hinder die er door wordt ondervonden is voor sommige bedrij ven echter aanleiding geweest om te vertrekken. Volgens de nu gekomen nota zal er ook per wijk een apart verkeersplan moeten komen, waarin het doorgaande verkeer ook zoveel mogelijk wordt geweerd en autoluwe straten woiden gecreëerd. Maar u wel. Neem daarom desinfekterende Unicura zeep mee. Opgewassen tegen binnen-en buitenlandse bacteriën bevat 1% TCC Iniet gebruiken voor kinderen beneden 3 jaarl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5