Scholierenleed genoeg
oor nieuwe organisatie
Fruithandelaar
Een huldebetoon
van 96 pagina's
ra n'
iSOCIAAL BERECHT!
IF IDAG 23 JUNI 1979
TROUWKWARTET
19
eft de scholierenbeweging in de afgelopen
ien iets bereikt? Wam Kat, student in
Jemborg en drijvende kracht in het pas
opgerichte Landelijk Overleg Orgaan Scholieren,
is niet pessimistisch. In september is er een
congres.
eM LEMBORG Het
nakkelijker een lan-
ijke organisatie van
lolieren op te rich-
dan in stand te
aden. Dat leert de
ichiedenis van dik
jaar scholierenbe-
ging in Nederland.
>r Piet Hagen
is een wat cynisch uit-
igspunt voor een ver-
i over de nieuwste po-
g om de krachten op het
lerwijsfront te bunde-
Want het ziet er best
ieus uit.
ten vergadering in Culemborg
»t afgelopen weekend besloten
oprichting van een Landelijk
rleg Orgaan Scholieren (afge
wordt dat L.O.O.S.). Daar-
it blijft het Landelijk Informa-
Bntrum voor Scholieren (post-
332, Culemborg) bestaan. Dat
compleet met eigen krant:
List.
zou er nog twijfelen aan de
eving van de scholierenbewe-
In ieder geval niet Wam Kat,
vende kracht achter het hier-
en vermelde postbusnummer,
inisator van het congres in Cu-
borg en bewoner van het huis
de Westersingel, waar, nieuws-
ige journalisten de deur plat
q noemer*
a Kat (22) is student aan de
ale academie De Nijenburg te
imborg. Als jong scholier heeft
V |n 1968 bewust meegedaan aan
oprichting van de Scholieren
Belangen Organisatie. Door de ja
ren heen is hij steeds betrokken
gebleven bij de voortdurend op
flakkerende scholierenacties. Nu
acht hij de tijd rijp om de overal
weer opgeschoten plaatselijke
scholierenorganisaties op één noe
mer te verenigen. Vandaar de
LOOS
Het lijkt allemaal een beetje op
tien jaar geleden. Marja Ooster
man, de oprichtster van de Scho
lieren Belangen Organisatie, zei
toen: „Er moet op elke school een
leerlingenparlement komen, dat
een doorslaggevende stem heeft in
zaken die rechtstreeks betrekking
hebben op leerlingen. Leerpro
gramma, lesrooster, koffieauto-
maten, waar en wanneer mag ge
rookt worden, fietsen op het
schoolplein stallen, dat zijn alle
maal zaken waarover leerlingen
moeten kunnen meebeslissen".
Voeg daar aan toe de kritiek op
het autoritaire onderwijs, de pro
testen tegen censuur in school
krant en op aanplakborden, de
roep om projectonderwijs en nog
een paar van die punten en het
aktieprogramma is compleet.
Niet pessimistisch
Telkens wanneer de scholierenbe
weging uit zijn as herrijst draait
de stencilmachine geduldig het
verhaal af. Het Onderwijsfront
(opgezet vanuit de studentenbe
weging), de Twickelaktie (een uit
vloeisel van een actie van leraren
tegen de mammoetwet), de actie
krant Hadiemeester, stakingen als
gevolg van de bezetting van de
Pedagogische Akademie in Bever
wijk, acties tegen examens („Wat
examen, niks examen) en tegen
wiskunde als selectiemiddel en
tussendoor allerlei pogingen om
het landelijk overleg nieuw leven
in te blazen.
Is er dan in al die jaren nooit iets
bereikt? Wam Kat is niet pessi-,
mistisch. Er zijn in het begin van
de jaren zeventig schoolparlemen-
ten en schoolraden gekomen, zegt
hij, en op sommige scholen stelt
dat heus wel wat voor. Maar op tal
van scholen zijn die raden een
wassen neus gebleken, een zoet
houdertje. Wat je wel als een ver
worvenheid van vorige acties kunt
beschouwen is, dat je niet hele
maal opnieuw hoeft te beginnen.
Voor rijksscholen, voor een deel
van het gemeentelijk voortgezet
onderwijs en voor sommige bij
zondere scholen bestaan nu regle
menten die althans op papier een
zekere inspraak garanderen. Het
zijn iirTeder geval aangrijpings
punten om op door te gaan.
In de besluiten van het jongste
congres komen echter tal van ei
sen voor die regelrecht afkomstig
lijken uit de nalatenschap van ter
ziele gegane voorgangers van de
L.O.O.S. Onvrede met het onder
wijssysteem dat geen ruimte laat
voor je eigen interesse. Projecton
derwijs als alternatief voor het
huidige stampwerk. Afschaffing
van onnodige straffen. Medebes
lissingsrecht voor scholieren bij
benoeming en ontslag van docen
ten. Openbaarheid bij alle school-
zaken die voor leerlingen van be
lang zijn. Schoolkranten onder
uitsluitende verantwoordelijkheid
van scholieren. Vrije meningsui
ting. Vrij gebruik van ruimte,
stencilmachine en telefoon. Waar
borgen voor de privacy (geen ge
heime persoonlijke dossiers en
geen gesnuffel in persoonlijke ei
gendommen). Weg met de leerfa
briek. Enzovoorts, enzovoorts.
Leed genoeg—
Wam Kat laat een stapel krantjes
zien die door plaatselijke scholie
renorganisaties worden uitgege
ven. In Hilversum wordt actie ge
voerd tegen een leraar die zo
slecht les zou geven dat leerlingen
bijles moesten nemen om het exa
men te halen. In Breda wordt ge
signaleerd dat meisjes lichtere
straffen krijgen dan jongens. En
spijbelkaarten. worden gepropa
geerd als oplossing voor het pro
bleem van de baaldagenm In Rot
terdam schijnt er nog een leraar te
zijn die zijn gezag via lijfstraffen
probeert te handhaven. In Eind
hoven wordt de strijdcultuur en
de graswortelrevolutie gepredikt.
Er is genoeg scholierenleed dat als
voer voor een nieuwe organisatie
kan dienen. Paul van der Vlis (15)
en Jeroen van Rossum (18) schud
den moeiteloos een serie punten
uit hun mouw die hun hoog zitten.
Een van hun belangrijkste actie
punten blijft de schoolraad. Zowel
de PvdA-fractie als minister Pais
hebben wetsontwerpen gemaakt
waarin de medezeggenschap op
scholen wordt geregeld. Paul en
Jeroen vonden dat in beide geval
len de invloed van scholieren te
gering is. Vooral in het ontwerp
van Pais zijn de bevoegdheden
van zo'n raad volstrekt onvol
doende. Paul vindt dat tenminste
de helft van de zetels in de school
raad aan scholieren moet worden
toegedeeld.
Ingepakt
Op het volgende congres in sep
tember zal stevig worden gedis
cussieerd over de vraag of de
L.O.O.S. eigenlijk wel voelt voor
dit soort raden. Er zijn vertegen
woordigers die niet veel zien in
zulke inspraak-organen. Als je
niet oppast word je toch ingepakt.
Het dragen van medeverantwoor
delijkheid heeft zijn voordelen,
maar er zitten ook gevaarlijke
kanten aan. Misschien is het be
ter, zeggen sommigen, eerst te
mikken op een goede regeling van
de rechten van scholieren. Want
als dat niet in orde is, kunnen
scholieren die actief zijn makke
lijk via de cijfers genekt worden.
Veel vertrouwten in de goede be
doelingen van leraren blijkt niet
uit deze zienswijze.
Bang voor teveel medeverant
woordelijkheid hoeven de scholie
ren voorlopig niet te zijn. Het Ne
derlands Genootschap van Lera
ren heeft bijvoorbeeld al laten we
ten dat medezeggenschap van
scholieren bij benoemingen ontoe
laatbaar is. Veel leraren, zowel
binnen als buiten het genoot
schap, hebben het ook op andere
punten moeilijk met inspraak.
Leerlingengeneraties wisselen el
kaar zo snel af, dat een afspraak
die het ene jaar gemaakt is een
volgend jaar al weer ter discussie
kan staan.
Het probleem van de continuïteit
speelt ook de scholierenorganisa-,
tie zelf parten. Scholieren hebben
het druk (sommigen gaan elke dag
om zeven uur de deur uit en zijn 's
avonds nog met hun huiswerk be
zig), hebben weinig geld (wie be
taalt de reis naar Culemborg?) en
blijven afhankelijk van ouders die
schoolcijfers belangrijker vinden
dan scholierenacties.
Secretariaat?
Wam Kat en de zijnen hopen dit
probleem nu te overwinnen door
een secretariaat in het leven te
roepen met vaste krachten. Dan
heb je in ieder geval een basis om
op terug te vallen. Maar de finan
ciering blijft een probleem. Er is al
gepraat met onderwijsbonden, er
is overwogen om subsidie te vra
gen, maar voorlopig ziet Wam Kat
zijn eigen beurs nog slinken in het
belang van het grote doel.
En dan is er nog de politieke splijt
zwam die elke scholierenorganisa
tie ln dit land bedreigt. Ook nu ligt
dat gevaar op de loer. Kleine mar-
xistisch-leninistische groepjes en
andere politieke scherpslijpers
blijven pogingen in het werk stel
len zo'n landelijke organisatie in
hun greep te krijgen. Met als onaf
wendbaar gevolg dat de organisa
tie een zachte dood sterft omdat
de rest dat al gauw niet meer pikt.
Vandaar dat Wam Kat ervoor
waakt dat de L.O.O.S. niet in han
den komt van één bepaalde rich
ting. „Het landelijk overleg moet
een soort algemene vakbond wor
den die scholieren op gemeen
schappelijke belangen aan
spreekt. Een progressieve organi
satie, dat wel, maar toch met
ruimte voor verschillende politie
ke standpunten".
door Huub Elzerman
kruidenier op de hoek, de bakker, de kapper, de
ountant, de arts of advocaat hebben één ding
leen: Het zijn allemaal zelfstandigen en uit dien
»fde niet verplicht verzekerd tegen ziekte of
:kloosheid.
de werkgever of mede-firmant staat in de
iale verzekering te boek als een zelfstandige,
ar zodra een werkgever bij zichzelf in dienst
idt en zich directeur noemt is hij plotseling
verplicht verzekerd voor de werknemersverze-
Ingen. Tegenover het personeel blijft hij uiter-
d optreden als werkgever, maar als directeur-
knemer kan hij in geval van nood een graantje
de sociale verzekeringskas meepikken. Nu staan
icteuren er niet om bekend dat ze slecht voor
ïzelf zorgen, dat neemt niet weg dat zij er
iwlettend op dienen toe te zien dat zij hun status
werknemer behouden. Voor de zelfstandige
kgever blijven de kassen van de Ziektewet, de
kloosheidswet. de Ziekenfondswet en de Wet op
Arbeidsongeschiktheid stevig op slot.
fruithandelaar heeft onlangs nog eens op pijn-
wijze ondervonden dat de sociale verzeke-
jsmannen de grens tussen werknemers en zelf-
ndigen scherp trekken. De man was als het ware
egroeid in de groente- en fruithandel; als kind
lp hij al in de zaak van zijn vader, later trad hij in
ndienst bij een groothandel in groente en fruit,
volgens werkte hij weer enkele jaren in de zaak
zijn vader om ten slotte zijn grote slag te slaan:
begon een eigen zaak.
de geneugten van de sociale welvaartstaat niet
ontlopen trad hij als directeur-werknemer in
nst van zijn eigen fruithandel. Achteraf bezien
i dat uitermate verstandig óm zich op die manier
beschermen tegen de gevolgen van ziekte en
enslag, want de fruithandel ging na drie jaar op
fles.
t doe je in zo'n geval? Wegwezen natuurlijk! Drie
(en voordat het faillissement werd uitgesproken
de fruithandelaar ijlings de algemene aandeel-
ïdersvergadering bijeen. Dat moet een vreemde
gadering zijn geweest, want het hele gezelschap
itond uit de fruithandelaar zelf met twintig
idelen en zijn vrouw met één aandeel.
nen ontsloegen ze de directeur. Nadat de fruit-
ïdelaar zichzelf op de keien had gezet, meldde hij
i als werk'oos directeur op het arbeidsbureau en
de bedrijfsvereniging. „Ik ben als directeur-
rknemer door de algemene aandeelhoudersver-
llering van de besloten vennootschap De FTuit-
idel ontslagen," klaagde hij. „Kan ik een WW-
kering krijgen? En," voegde hij er aan toe, „ik
nog recht op achterstallig loon. Kan daar óók
regeling voor worden getroffen?"
t kon. Formeel stond de fruithandelaar geheel in
a recht. Hij was op 1 maart met ingang van 1 mei
telagen. De zaak ging op 4 maart failliet. Er werd
een regeling getroffen voor het achterstallig
n. maar daar bleef het bij. De fruithandelaar
kreeg geen WW, niet vanaf 1 maart en ook niet
vanaf 1 mei. Heeft een ontslagen directeur dan geen
recht op WW? Jawel, lieten de sociale veizekerings-
marmen weten, maar meneer heeft kennelijk onvol
doende beseft dat alléén werknemers recht hebben
op een WW-uitkering."
Hoe had de fruithandelaar zijn status als werkne
mer zo snel verspeeld? Dat ging zo: Direct na het
faillissement begon hij energiek aan het opbouwen
van een nieuwe zaak. Om te voorkomen dat hij al
zijn voormalige klanten zou kwijtraken, kwam hij
voor eigen rekening zijn leveringsverplichtingen na-
Zo leverde hij sinaasappelen tegen inkoopsprijs.
Dat duurde tot half mei. Toen was het seizoen voor
sinaasappelen voorbij. Na half mei hield hij de
markt in het oog, onderhield contacten met klanten
die hij wilde houden en probeerde als bemiddelaar
transacties tot stand te brengen. Verdienen deed hij
met dit alles nauwelijks iets. Eigenlijk waren al zijn
activiteiten er op gericht om potentiéle afnemers te
behouden en te voorkomen dat zij zich tot andere
leveranciers zouden wenden. Uiteindelijk is het
hem nog gelukt ook om weer een groothandel in
groente en fruit van de grond te krijgen. „De zaak
loopt weer als een trein", zei hij niet zonder trots
tegen de beroepsrechter.
De bedrijfsvereniging vond het uiteraard ook uit
stekend, dat de fruithandelaar na zijn faillissement
niet in ledigheid rondlummelde, maar pogingen
deed om zijn zaak zo snel mogelijk weer op poten te
zetten. Dat weerhield de bedrijfsvereniging er ech
ter niet van aan de fruithandelaar een WW-uitke
ring te onthouden. En wel om twee redenen.
„Tot aan het eind van het sinaasappelseizoen
half mei," schreef de bedrijfsvereniging, „hield u
zich als zelfstandige bezig met het invoeren en
verkopen van sinaasappelen. Als zelfstandige hebt
u geen recht op een uitkering, maar bovendien was
u in die periode helemaal niet werkloos. U verricht
te arbeid."
„Maar," vroeg de fruithandelaar, „was ik dan na het
sinaasappelselzoen niet werkloos?"
„Nee," zei de bedrijfsvereniging. „Na half mei zou u
niet méér hebben gedaan dan het contact onder
houden met mensen uit de branche. Een en ander
om bij het begin van het nieuwe sinaasappelseizoen
een afeet voor uw sinaasappels te vinden. Naar onze
opvatting is het aan de sinaasappel-handel inhe
rent dat er in een bepaalde periode geen direct werk
of beduidend minder werk is. Dat betekent hele
maal -hiet dat er dan sprake is van werkloosheid in
de zin van de werkloosheidswet. Per medio roei
bent u nog steeds als zelfstandige actief en derhalve
niet werkloos.
De fruithandelaar liet het hierbij niet zitten en hij
stapte naar de Raad van Beroep, die hem vervol
gens in het ongelijk stelde. Ook dat schrok hem niet
af en hij zocht zijn recht opnieuw hoger op. Zo
kwam hij terecht bij de Centrale Raad van Beroep.
„Het is waar," zei de fruithandelaar tegen de be
roepsrechter, „dat ik tot half mei vrijwel dagelijks
enige uren, soms zelfs hele dagen, werkzaam ben
geweest als zelfstandige. Daarna bleef ik mij oriën
teren op de groente- en fruitmarkt met de bedoeling
een come-back te maken. Juist voor de periode,
waarin ik bezig was om een nieuwe bestaan op te
bouwen en waarin ik nauwelijks iets verdiende
heb ik het GAK om een aanvullende uitkering
gevraagd. Op het districtskantoor van het GAK is
mij toen te verstaan gegeven dat er een goede kans
bestond dat er over mijn verzoek welwillend zou
worden beslist, al zou uiteraard in deze zaak het
bestuur van de bedrijfsvereniging het laatste woord
hebben."
Maar ook de Centrale Raad van Beroep zag geen
reden om de weigering van de bedrijfsvereniging
teniet te doen. „U verichtte nu eenmaal werkzaam
heden als zelfstandige, u stond niet ter beschikking
van de arbeidsmarkt voor een andere baan. U was
er uitsluitend op uit om weer een bestaan als
zelfstandige op te bouwen. Onder die omstandighe
den kan aan de bedrijfsvereniging geen onredelijk
heid worden verweten, omdat zij weigerde u een
uitkering te geven."
Ook wees de centrale raad erop dat de indruk die
hij bij het GAK had opgedaan aan die beslissing
niets afdeed. „De beambte heeft u gezegd dat het
bestuur moest beslissen en de bedrijfsvereniging is
uiteraard niet gehouden aan verwachtingen, die
niet berusten op eventueel onbevoegd gedane toe
zeggingen. Kortom, zei de centrale raad, u kunt
geen aanspraak maken op een uitkering omdat u
uw werknemerschap hebt verloren en omdat u niet
onvrijwillig werkloos was".
Zo verloor de fruithandelaar op een voor hem
spijtige manier zijn geding. Dat zijn nieuwe zaak
nog steeds liep als een trein zal voor hem een
schrale troost zijn geweest
Tot de herinneringen uit mijn-
jeugd behoort de dagelijkse
komst van „De Standaard". Het
a.r. dagblad arriveerde met de
middagpost en bevatte, hoewel
het al een reis van een paar uur
achter de rug had als het in onze
brievenbus plofte soms toch nog
een nieuwtje van diezelfde och
tend. Ook toen al actualiteit dus!
Als jongere garde vlogen we niet
bepaald op de krant af: niet al
leen was de eerste kennisneming
daarvan in die dagen strikt aan
het hoofd van het gezin voorbe
houden, menigmaal ging de
eerlijkheid gebiedt het te zeggen
een belangrijk deel van de
inhoud ons een flink eindje bo
ven de pet. Mijn vader echter zat
na thuiskomst van zijn dagelijk
se arbeid geruime tijd in diepe,
schier gewijde, stilte met de
krant voor zich en wij vonden
dat een indrukwekkend gezicht.
Halverwege de avond volgde er
een tweede ceremonie: De Stan
daard begon dan een nieuw le
ven bij een bevriende, ook in
degelijke voorlichting geïnteres
seerde dorpsbewoner en aan ons
jongeren viel de taak toe het
blad aan deze „medelezers" te
overhandigen.
Deze gedachten kwamen boven
toen ik een kleine herdenking
organiseerde met mijzelf als eni
ge aanwezige. Gisteren was het
namelijk precies veertig jaar ge
leden dat „De Standaard" met
een voor Nederlandse begrippen
zeer ongewoon nummer. De
Standaard van 22 juni 1939 was
96 pagina's dik en was geheel
gewijd aan één mens: Hendrikus
Colijn, als oud-Atjeh-strijder
drager van de Militaire Willems
orde. vele jaren partijleider, Ka
merlid en minister en nu al voor
de vierde keer leider van een
kabinet. Dat kabinet kraakte in
zijn voegen na het aftreden, een
goeie maand tevoren, van de mi
nister van financiën mr. J. A. de
Wilde, maar Nederland schoof
een paar dagen alle crisisgedach
ten naar de achtergrond om de
in brede kring bewonderde poli
ticus Colijn te huldigen ter gele
genheid van zijn zeventigste ver
jaardag. Dat Colijn's „eigen"
krant. De 8tandaard, daarbij
niet achterbleef is begrijpelijk,
maar dat de loftrompet zó luid
en ook zó eentonig weerklonk
doet, althans veertig jaar later,
wat wonderlijk aan. De Stan
daard-redactie schreef wel op de
eerste pagina: „8oberheid in het
toezwaaien van lof is geboden.
De jubilaris zou het ons euvel
duiden indien we geen maat wis
ten te houden", maar naar die
maat zoek Je op de volgende 95
pagina's tevergeefs. Een lange rij
vooraanstaande Nederlanders
put zich uit in krachtig geformu
leerde lofprijzingen.
Ik doe maar een kleine greep:
prof. mr. A. Anema zegt dat Co
lijn „tot in hart en nieren door
drongen is van de constitutione
le grondgedachten", collega-mi
nisters noemen de jarige „een
nationaal bezit" (dr. J. J. C. van
Dijk) en een „verdediger van de
democratie" (mr. J. A. N. Patijn)
en de pas afgetreden mr. De Wil
de meent dat onder Colijn's be
wind „onze hoogste rechten vei
lig zijn". Prof. mr. P. A. Diepen
horst ziet in Colijn „een eco
noom met singuliere gaven", ge
neraal L. F. Duymaer van Twist
noemt hem „een ridder zonder
vrees of blaam", de Journalist D.
Hans getuigt niet alleen van „be
wondering voor den staats
man" en „sterke genegenheid
voor den mensch", maar hij
noemt Colijn ook de „volstrekt
beheerschende figuur in onze
staatkunde". Ook rooms-katho-
lieken en vrijzinnig-democraten
dragen in het feestconcert bij,
zelfs is er een socialistische
stem: volgens dr. J. van den
Tempel is Colijn een democraat
en „een hoekig, wilskrachtig en
toch gemoedelijk mensch".
Twee fotopagina's tonen Colijn
in de familiekring en op de och
tendwandeling en een forse foto
strip brengt van moment tot mo
ment in beeld hoe hij een sigaar
opsteekt. Een broer van de Jari
ge, burgemeester P. A. Colijn
van Alphen aan den Rijn,
schrijft drie pagina's vol. Zelfs
blijkt dat de een maand tevoren
overleden dichter Willem de Mé-
rode een sonnet aan Colijn opge
dragen heeft en daarin komt de
regel voor „De eerste der broe
deren leidt goed en gerecht".
Wie een half uurtje in de krant
gelezen heeft raakt wel wat afge
stompt voor alle superlatieven.
Bij zo'n gelegenheid moet Je
daaraan misschien niet al te
zwaar tillen, maar soms dringt
zich toch de vraag op of het
allemaal wel zo fijn is. Zo wordt
onder meer beschreven hoe de
minister-president op zondag in
de Haagse Noorderkerk „vol
spanning indrinkt het wondere
Woord des Levens Dan valt
alles, letterlijk alles van hem
af". Elders wordt onthuld hoe
groot Colijn ook thuis is. Als de
beschrijving nadert tot de huise
lijke godsdienstoefening staat
er: „Het is wonderlijk hoe de
stoere klare bijbelwoorden één
worden met hem. Dan vouwen
zich zijn handen. Dan bidt hij".
Het was toen een heel andere
tijd, maar behoorden zulke ogen
blikken ook toen eigenlijk al niet
tot wat we nu de persoonlijke
levenssfeer noemen?
Een golf van publiciteit kreeg de
zeventigjarige dr. H. Colijn, zó
veel dat sommigen het zelfs had
den over een „Colijn-industrie".
In het gedenkboek „Ridder zon
der vrees of blaam" werd elk
hoofdstuk afgesloten met dit
vignet.