Brussel gaat zijn netronet verdubbelen In het kerkje van Hall 'fluiten vogels in en uit' Speciaal vervoer voor gehandicapten wintig stationsparkeerplaatsen in randgemeenten Restauratie van merkwaardig godshuis (DERDAG 21 JUNI 1979 TROUWKWARTET RHS 15 or Jan Roelfs ÏUSSEL „Onze usselse binnenstad Et haar middeleeuwse ;st was aan het ver lachten. In het begin n deze eeuw droomden al van een metro, en wisten we nog gans Et dat de wereldten- onstelling en later de iropese gemeenschap andere internationale janen de stad onvoor- tlbare impulsen zou- geven. We hebben sinds drie jaar het be- van een metronet, Et de uitbouw daarvan an we verder." Leo Camerlynck, die aan het woord is, behandelt de „pu blic relations" van de „Maat schappij voor het Intercom munaal Vervoer" in Groot- Brussel, dit jaar een duizend jaar oude stad. Zijn maatschappij is een rijksinstel- ling en dat betekent onder meer dat de negentien zelfstandige gemeenten van het Brusselse gebied, geen ingrij pende zorgen hebben voor de finan ciering en exploitatie voor wat het bovengrondse- en ondergrondse openbare vervoer aangaat. Het rijk draait jaarlijks voor de onvermijde lijk grote verliezen op. Bijna verdubbeling De toekomstige uitbreiding van het benedengrondse stadsspoor nu dertien kilometer is aanstaande. De komende jaren worden de beide aftakkingen aangevuld tot een totaal traject van ongeveer 23 kilometer, onder meer met een aansluiting met de Brusselse universiteit. In dat op zicht is er een groot verschil met bij voorbeeld Amsterdam, waar de voltooiing van de Bijlmer-CS-metro- lijn najaar 1980 politiek en eco nomisch gezien vooralsnog de finale betekent van de nauwelijks meer le vende metro-ambitie. Tram-metro-spoor Brussel wil in de jaren tachtig vijf metro-lijnen, vier begintrajecten zijn er nu in functie. Ze spreken in de eerste stad van onze Zuiderburen van de premetro en de metro. Dat laatste slaat op toekomstige metrotrajecten, aanwezige buizen of tunnels en via ducten, die nog niet gereed zijn voor stadsspoorverkeer, maar wel voor de tram. De railbreedte is namelijk, zoals over al op het metronet, ook geschikt voor tramtreinen. De tunnels, buizen en stations, zijn dan voorlopig van een tweeledig in- en uitstapprofiel voorzien. Met dit systeem is men ze ven jaar geleden al begonnen. Niet altijd behoeft een latere omvorming een metro-verbinding tot gevolg te hebben. De premetro, uiteraard ook voor een groot deel bovengronds, is er vooral om de verkeersproblemen van de tram in bepaalde belemmerende zones te verminderen. Sinds 1969 heeft Brussel 20 kilometer aan kunst werken, buizen, tunnels, viaducten en langgerekte overbruggingen, waar van er tien kilometer als metro en bijna evenveel kilometers als preme tro worden geëxploiteerd. Met daar bij heel wat kunstwerken van 25 he dendaagse Belgische kunstenaars. De Kunstcommissie verklaart dit aldus: „Nu de man in de straat de in musea opgesloten kunst meer en meer de rug toekeert, tienduizenden me trogebruikers hierdoor kennis zullen kunnen maken met hedendaagse kunst en bewust of onbewust on der de betovering zullen komen van de schoonheid." Waardering Groot-Brussel is snel vertrouwd ge raakt met zijn nieuwe voorzieningen op het terrein van het openbaar ver voer. Uit het jaarverslag van de Maat schappij: „Tijdens de laatste vijf jaar is het reizigersverkeer met gemiddeld 2,3 procent per jaar toegenomen, zo dat we thans zowat 200 miljoen ver plaatsingen per jaar hebben. Met een gemiddelde van ruim 600.000 passa giers per dag, een cijfer dat overeen- Brussel Het openbaar vervoer in de Belgische hoofdstad kent, ln navolging van de Scandinavische landen, een systeem voor speciaal vervoer voor lichamelijk gehandicapten. Brussel beschikt over speciale busjes, die zijn ingericht voor het vervoer van invaliden, voor onder meer vier personen in een rolstoel. Een ivalide, die een manifestatie op de Grote Markt in het raam van de feesten Duizend jaar Brussel wil meemaken, of een familielid, elders in de stad woonachtig, wil bezoeken, kan zich 48 uur van tevoren melden bij het speciale invalidentransport van de openbare vervoersmaatschappij. Hun staan tien busjes ter beschikking met een bestuurder, die vertrouwd is met de omgang met gehandicapten. Een rit kost ongeveer twee gulden, dat is aanmerkelijk minder dan een taxirit. „We zouden wel het dubbele aantal busjes kunnen laten rijden," aldus een zegsman, die eraan toevoegde, dat dit onderdeel van het dienstbetoon van het Brusselse vervoerbedrijf wel een verliespost is. Maar het rijk meent deze boogst gewaardeerde service in stand te moeten houden. In andere Belgische steden zijn voorbereidingen gaande om tot een dergelijk vervoer van minder validen te komen. Op de foto is te zien, dat een invalide in een invalidenwagentje gemakkelijk vervoerd kan worden. gomt met meer dan de helft van de bevolking van de door het net bedien de streek." Rijden en parkeren Hoewel Brussel over een indrukwek kend aantal (min. vierduizend) plaat sen in tal van parkeergarages in de oude stad is komen te beschikken, is de mogelijkheid voor de ongeveer 400.000 forensen uit de randsteden en de agglomeratie om naar de binnen stad te komen vrij onaantrekkelijk en kostbaar. Toch is er in de binnen stad met haar oppervlakte van twee bij drie vierkante kilometer nog een netwerk van straatparkeermeters, met het bezwaar dat de overheid er heel wat verkeersluwe gebieden heeft ingesteld, alsmede voor vele straten een-richtingsverkeer heeft voorge schreven. Evenals in andere steden wordt het kort-parkeren sterk gesti muleerd. hoewel een uur parkeren toch nog maar ongeveer drie kwartjes vergt. Dat woon-werkverkeer speelt zich af over een afstand van vijftien tot veer tig kilometer. Het groeiend aantal forensen zeggen ze bij de Maat schappij dient daadwerkelijk in metro- en snelbussen te worden geïn teresseerd. Het aanbod is: openbaar vervoer is goedkoper dan autokilo meters en parkeergeld. Een metro- kaartje met twee overstappen kost in Brussel 1,30, een tienrittenkaart 7,50. Vandaar meer parkeerplaatsen aan beginstations in het randgebied. Er is een geslaagde proef genomen met het (aan)rij en dagparkeren nabij het agglomeratiestation Delta, aan de autoweg naar. de Ardennen. De ac commodatie is reeds iedere ochtend omstreeks acht uur volledig bezet. Twintig mogelijkheden Een urgente en doelmatige ontwikke ling is de aanleg in de jaren tachtig van twintig overeenkomstige par keerterreinen, garages in het randge bied. De staat betaalt de aanleg en het verlies op de exploitatiekosten, zoals de staat jaarlijks voor twee derde van het totale exploitatie van het openbaar vervoer in Groot-Brus sel opdraait. Dat andere, resterende deel, komt uit de passagiersgelden. Men wil gaan tot ongeveer 600 par keerplaatsen per eindstation in de randgebieden en meent dan dat de oude stad en haar negentiende eeuw- se omgeving steeds meer gevrijwaard worden van de komst van auto's. Daarbij wordt gesuggereerd, dat de forens-automobilist tot gemeen schappelijk vervoer moet overgaan, in die zin: combineren, twee tot drie personen in één wagen, economisch en milieubevorderend. Forenzen, die een abonnement of een meerritten- kaart van het openbaar vervoer kun nen tonen, genieten voorrang bij het parkeren aan de beginstations. Metro-politie De Brusselse gemeenten zijn uiter aard betrokken bij verscheidene uit breidingen van het openbaar vervoer. Opmerkelijk in dit verband is hun bijdrage tot veiligheid. De gemeenten stellen politiemannen ter beschik king ter bescherming van reizigers en voor het handhaven van de openbare orde. Te samen 34 politie-agenten, die de letter M- van metropolitie op de uniformmouw dragen. Bij de huidige verhoudingen betekent dit drie poli tiemensen per kilometer. Camerlynck zegt, dat dit voortreffe lijke werkt, ook het tram- trein- en busvandalisme is in Brussel aanwe zig. Geleidelijk gaat Brussel over tot het aanbrengen van zeer harde plas tic bekleding, een „ramp" voor vilt stift of mes. Zwart-rijden Behalve surveillance door de sterke arm, zijn er systematische prikacties door kaartjescontroleurs met het oog op het zwart-rijden. Dat laatste is de afgelopen jaren gedaald van vijf tot drie procent, vooral ook als gevolg van de verhoogde boetes, een kleine vijftig gulden (veertig gulden basis boete en vijf gulden administratie kosten) en dan nog de verschuldigde ritprijs. Wie binnen een Jaar opnieuw wordt betrapt, komt voor de rechter. Gastarbeiders Op de ongeveer een miljoen inwo ners, die Groot-Brussel telt. is er een kwart deel, dat niet de Belgische na tionaliteit bezit. De Brusselse Ver voersmaatschappij kampt met uit zondering van de administratieve sector met een personeelstekort. Een vijfde deel van de meer dan zes duizend medewerkenden is buiten lander, samen vertegenwoordigen ze 29 nationaliteiten. De gemiddelde Belg beschouwt het vrije weekeinde als een heilig goed, is niet gebrand op avond- of nachtwerk en heeft ook zijn mening over de sterke verinternationalisering van zijn woongebied. Waarom zou hij op alle „oneigenlijke" uren voor ande ren, .ook voor die vele buitenlanders gaan werken? Daarbij slinkt het aan tal autochtone Brusselaars met de dag. De leegstand aan woningen en kantoren in stedelijk Brussel is gemeten naar Nederlandse maatsta ven meer dan opvallend. Verkeersdeskundigen in de Belgische hoofdstad, waar de vele internationa le vestigingen het prijspeil ongunstig hebben beïnvloed, zijn van mening dat de aanpassing van openbare transportsystemen zich gunstig ont wikkelt na een wat langdurige gewen ningsproces. Ook het verzet van ac tiegroepen tegen de metrobouw is min of meer weggeëbd. Niet ontkend mag worden, dat Brus sel met zijn Amerikaans getinte door gaande wegen, de autoboulevards, de grote en kleine ringweg, het beeld van de stad grondig heeft aangetast. De intimiteit van de stad beperkt zich tot de omgeving van de Grote Markt, die na veel geharrewar autovrij is gemaakt en het feestelijke hart vormt in een historische decoratie ve omlijsting van de tien eeuwen, die over deze toch wel Bourgondisch getinte stad zijn heengegaan. door Jac. Lelsz HALI Het merk waardigste in het kerk je van Hall zijn de ge welven. Een plafond vol met takken, bloe men en ander lofwerk waartussen zich vele vogels ophouden. Het is een bont en vrolijk, bijna paradijselijk wereldje daar in die hoge, eeuwenou- sferen. Willem Barnard heeft, al dacht hij daarbij niet aan het godshuis in Hall, ge zegd: „op takken van verle den tijd/fluiten de vogels in en uit." In zijn „Geografie van Veluwe" 11796). waarin ds Ahasverus van den Berg als reisgids optrad, zei hij wat Hall betreft alleen maar: ..Het is van weinig belang." Om vervolgens zijn lezers de mogelijk heid aan de had te doen van ,,ee- nen uitstap naar Zutfen", dat even over de IJssel lag, en hun te advi seren daarna naar Arnhem terug te keren, van welke plaats uit de Veluwse reis vervolgd zou kunnen worden. Ahasverus van den Berg heeft Hall te laag aangeslagen Zeker, de kerk was een bezoekje meer dan waard geweest, en een man als ds D R. Jonker hoopt dan ook dat de NCRV het nog eens in haar Kerkepaa-plan zal opnemen. Zaterdag zal, intussen, het kleine, landelijke, verstilde Hall, gelegen in het grensgebied van Veluwe en Het Hervormde kerkje te Hall. IJsselvallei, vol gedruis zijn. Ge stimuleerd door mevrouw Jonker, de enthousiaste predikantsvrouw, houdt een actiegroep van jonge ren dan voor de vierde keer een aantal manifestaties, die ten doel hebben gelden bijeen te brengen voor de zo noodzakelijke verdere restauratie van de kerk. Op het programma onder meer spelen, kruutmoes eten, 's middags een veiling van waardevolle goederen, 's avonds een Tlroler feest in de pastorietuin, verder rondleidingen in de kerk en orgelbespelingen. Inclusief toezeggingen is nu tach tigduizend gulden bijeen en ge hoopt wordt dat dit bedrag 'dit maal oploopt totzo'n negentigdui zend gulden, het deel dat de her vormde gemeente in het duizend inwoners tellende Hall (gemeente Brummen) zelf ongeveer moet bij dragen. Rondom het kerkje van Hall staan vele vraagtekens. In 1650 of daar omtrent brandde het dorp af, met uitzondering van het bedehuis. Ook ging de pastorie in vlammen op. En daarmee het kerkelijk ar chief. Vandaar dat er tegenwoor dig veel is, dat men niet weet. Ja, er bestaat-een cahier van een schoolmeester uit de vorige eeuw. Dat bevat wat artikeltjes over de geschiedenis van de kerk. Maar waterdicht is die niet. Het ls een laat-gotische kerk, daterend uit de •tweede helft van de vijftiende eeuw. Sommigen denken dat lang voordien, in de achtste eeuw. de geloofsprediker Ludger op deze plaats al een kapel stichtte, maar zeker is dat helemaal niet. Ludger. een Fries van afkomst, was door Karei de Grote met missie belast en werd in 804 bisschop van Mün- ster. Eén van de fresco's in het koor van de kerk in Hall stelt vermoedelijk Ludger voor. De gewelven van het geheel in baksteen opgetrokken kerkje, be houdens een enkele speklaag van tufsteen, zijn als gezegd het merk waardigst. De schilderingen moe ten dateren van begin 1500. Ze zijn uniek, of op z'n minst zeldzaam. Een parallel is wel eens geconsta teerd met schilderingen in de r.k. parochiekerk in het Westduitse Kranenburg, aangebracht op last van Hertog Adolf I van Kleef te gen het midden van de vijftiende eeuw, maar de overeenkomst be treft meer de dichtheid dan de stijl. Onder leiding van dr O. J. H. Cuypers zijn de zwaar verwaar loosde schilderingen in het schip van de kerk tussen 1911 en 1914 gerestaureerd, misschien een beetje geprononceerd, maar goed, dat zal nog wel de invloed van de- Jungendstil zijn geweest. Vele ja ren later, van 1969 tot 1972, heeft Jelle Otter de schilderingen in het koor gerestaureerd, en hij deed het in kleuren, die aanmerkelijk ingetogener en devoter zijn en au thentieker ook waarschijnlijk. Evangeliste Het netgewelf van het schip der kerk is verdeeld in vier traveeën. In het hart ervan bevinden zich de evangelisten, Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes, schrijvend aan een lessenaar of gewoon op de knie. Toortsvormige takken, bloe men, andere soortgelijke orna menten en vogels van verschillen de pluimage omranken hen. Ver volgens is er een triomfboog, ver siers met acht geslachtswapens, onder meer die van Nassau. Lippe, Bergh en Bronckhorst Het zijn de blazoenen van de in 1516 hier in het huwelijk getreden Joost van r««- Irnrlrin in Unll T„1O14 Het kerkje in Hall, zoals Johan Spee het zag. Bronckhorst en Maria van Hoya. De gewelfschilderingen in het koor kunnen wat ouder zijn. Ook in dit geval geslachtswapens, hoe wel minder. En verder, behalve de reeds met enige reserve genoemde Sint Ludger. afbeeldingen van een martelaar, van Christus als redder der wereld en Maria met het kind, het laatste deels weinig fraai ge schilderd. Een Jaar of tien geleden is de kerk van Hall voor een deel gerestaureerd. Buiten de schilde ringen betrof dat vooral het dak. De hervormde gemeente had geen geld meer; stond voor de keuze óf verder restaureren óf een predi kant beroepen. Het werd het laat ste Geïspireerd vanuit de pastorie startte er toen echter al gauw een actie ..Hall maakt zich sterk voor de kerk". Veilingen en andere eve nementen brachten sindsdien tachtigduizend gulden op. CRM draalde inmiddels helaas de subsi diekraan dicht, maar in Hall trekt men zich nochtans op aan een destijds gedane belofte van die zijde. Akelig bruin Wat men nu verder wil. dat is restauratie van de kerk. uitwendig voorzover nodig en speciaal ook wat het interieur betreft. De psal mist van 1773 spreekt van akelig zwart, maar in Hall kan gesproken worden van akelig bruin, namelijk met betrekking tot de banken, die overigens intiem rond de kansel zijn gegroepeerd Dat meubilair moet vervangen Aan het volge stouwde koor moet ook het een ander gebeuren Het dient een be stemming te krijgen ten aanzien van de eredienst, waarbij men het best kan denken in termen van ruimte, stilte en wijding Voorts ziet hervormd Hall gaarne dat de sacristie wordt herbouwd, maar dan voor allerlei kerkelijke activi teiten, die nu elders gebeuren Resteert het orgel Een instru ment van de Zwollenaar J van Loo. die enkele kleinere orgels heeft gebouwd. Het orrrl m Hall werd in 1866 in gebruik genomen Gezegd wordt dal het orgel nog praktisch helemaal oorspronke lijk is. tot en met het ene ivoren klavier, de registratieknoppen en de dispositie, wat op zichzelf al een bij/onderheid is Niettemin heeft het orgel dringend een beurt nodig, waarbij wat ongerechtigde den moeten worden weggewerkt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15