s
Rozegeur en zonneschijn
Weekendpuzzel
W>
n
mjs mm
r bah
m
UIRit PLANT
.mw
Meesterwerk
|A0
1*
1
Koeperman
als vanouds
l-:
"«"H wt
ERDAG 16 JUNI 1979
TROUW/KWARTET 33
door henk van halm
iet is weer zo ver: de rozen
uren en de zon schijnt.
Én tegelijk met de eerste
ezen verscheen een tuin-
Kiek met de titel „Roze-
fur en zonneschijn". De
luchtere variant van de
taande uitdrukking
laakt duidelijk dat colle-
i-tuinjournaliste Marja
loscam Abbing, die al vele
jaren haar tuinervaringen
m -gedachten met de lezers
,an NRC/Handelsblad
leelt. ver af staat van de
naneschijn. Ze staat met
beide voeten stevig in de
arde en verheugt zich op
ai in de resultaten van
laar ploeteren.
Zij houdt van rozen, maar niet
door dik en dun. Vaak schrijft ze
rernietigend over wat gewoonlijk
voor rozen doorgaat: „De moderne
pootbloemige rozen die op bijna
bloeddorstige wijze de macht heb
ben overgenomen in onze voortui
nen, bevallen me steeds minder.
Dat komt doordat de verschillen-
de tinten roze, rood en geel vaker
vel dan niet bij elkaar vloeken, en
doordat de mooiste van alle bloe
men groeit aan de lelijkste van
alle struiken." Om daarna een
lans te breken voor de oude rozen,
je voorouders van de theehybri
den, die in de negeniiende-eeuwse
tuinen geurden, de naaste verwan
ten van de wilde rozen met zachte
re kleuren dan de tegenwoordige
Iweekprodukten, met zoeter geu
ren, fijner loof en een sierlijker
heestervorm bovendien. Ze bloei-
»n juist in juni, de rozenmaand bij
uitstek.
Tilde rozen
h mijn tuin groeien en bloeien
pen rozen. Wellicht heb ik een
nog grotere afkeer van gekweekte
rozen dan Marja. En voor de wilde
is mijn tuin niet geschikt. Een van
de mooiste is de egelantier, de
toms wel drie meter hoge roze
bloeiende roos die zoveel heggen
in Engeland siert, dat hij best de
Ingelse roos zou mogen heten.
Sturend, niet alleen als hij in
bloei staat, maar vanaf het prille
intluiken van zijn mat glanzende,
blad tot het moment dat het be
gint te vergelen en te verbruinen.
Die geur wordt afgescheiden door
lierhaartjes op de bladeren en
ige twijgen en doet denken aan
van zure appeltjes. In tegen-
ling tot de gevulde gekweekte
-
Rozekevertje in het hart
van een duinroos.
Een menuetzweefvlieg op
de bloem van de duinroos.
De roze bloeiende egelan
tier, een wilde robs.
rozen vliegen insekten af en aan
om te eten van het overvloedige
stuifmeel, want rozen hebben
maar weinig nectar. Vandaar dat
vliegen en stuifmeel verzamelende
honingbijen en hommels de voor
naamste bestuivers zijn. Onder de
vliegen zijn het niet de staalblau
we brommers en de vaal geblokte
dambordvliegen, maar de veel
kleuriger, meest zwart met geel
getekende zweefvliegen, die zich
aan het eiwitrijke stuifmeel verza
digen. En in de duinen zie je nu de
rozenkever, net een miniatuur-
meikever, die grote stukken weg
vreet uit het hart van de witte
duinroosjes. Bij de geweldige mas
sa bloemen die hele duinhellingen
het aanzien kunnen geven of ze
met sneeuw bedekt zijn, maakt
die vraatschade weinig uit. In een
tuin is het een andere zaak, maar
gelukkig voor veel rozenliefheb
bers komt het rozenkevertje lang
niet overal voor, het meest nog in
de duinstreek.
Grotere tuin
Egelantier en duinroos, ondanks,
hun vrij korte bloei zou ik ze best
willen hebben, maar ze vragen een
grotere tuin dan de mijne. De ege
lantier is het best op zijn plaats in
een wilde haag, waar hij zijn door
nige takken vrij kan Uitstrekken
tussen hazelaar, mei- en sleedoorn
'en wilde kornoelje. De duinroos
moét een flink stuk open, zandige
grond'tot zijn beschikking hebben
om het net zo glorieus te doen als
in de duinen, waar hij*thuishoort.
De duinroos is de kleinste inheem
se roos, groeiend als een kniehoog
struweel, behalve waar hij voed
selrijker grond vindt dan door
gaans in de duinen voorkomt. Hij
kan dan tot de taille reiken, zoals
ook de kraagroos doet, die in juli
donkerpurperen scheuten om
hoog zendt die zich na verloop van
tijd naar de aarde buigep en zo
doende vele vierkante meters be-
- dekt met struikgewas dat in steke
ligheid niet onderdoet voor een
bramenrimboe.
Zo'n wilde roos in toom houden
terwille van de ruimte gaat ten
koste van haar schoonheid. Pre
cies zoals een vlier pas werkelijk
mooi is in al zijn majestueuze
breedte.-een koepel van groen, nu
grotendeels wit. omdat juni ook
de maand is van de vlierenbloei.
Van rozen geniet ik dus in het
wild. Of in grote tuinen van gelijk
gestemde zielen. Wie de ruimte
ervoor heeft, vindt goede tips in
Marja's tuinboek. „Ook als je be
slist de hele zomer en herfst bloei-
ende rozen wilt hebben, kuh je
kiezen uit vele oude variëteiten.
Doorbloeiend zijn de Chinese
roos, de noisetteroos, Rosa mo-
schata, Rosa rugosa en de bour
bonroos." Zij gaat in juni kijken
en ruiken en nu alvast bestellen
bij de enkele gerenommeerde
kwekers, die deze oude rozen nog
in hun sortiment hebben.
Originele toon
„Rozegeur en zonneschijn" gaat
over meer dan de titel uitdrukt.
Het is het verslag van haar kleine
triomfen en grote illusies met al
lerlei tuinplanten, variërënd van
de trotse keizerskroon „Verschil
lende tuinauteurs schrijven wal
gend over „yosselucht". Ik heb
altijd' vereuimd aan een vos te
ruiken, en ben van plan vol te
houden dat vossen naar keizers
kronen ruiken, niet andersom")
tot de schitterend blauwe meco-
nopsis (,,'s winters droog en 's zo
mers vochtig, zure grond, beschut
ting, een combinatie die in de Hi
malaya vaker voorkomt dan in
mijn achtertuin"). Bizarre gedach
ten wisselen af met praktische
tips in een hoofdstuk als „Laven
del op'mijn graf", over grafbeplan
tingen: „Rondom het crematori
um te Westervelcf kunnen nabe
staanden zich weinig veroorloven
zoals een functionaris opmerkt:
„Je raakt de harmonie van je ur-
nentuin kwijt, hè." Overigens is
het crematorium gelegen op slech
te grond, zodat veel privé gewas-
l
jes wel even door de vingers gezien
worden onder het motto „het gaat
toch dood". Als ik daar iemand
had liggen zou ik op die arme
grond wel eens stiekem wat Oost-
indische kers zaaien" en „Rozen
zijn wel romantisch, maar ik zie
niemand elke herfst met emmers
stalmest over de dodenakker zeu
len maar als de grond niet te
arm is, zou een bottelroos het al-
leep wel redden."
Marja's schrijftrant slaat nergens
een bevelende toon aan: zij ver
pletterd niemand onder deskun
digheid. De originele toon en de
onbevangenheid van opinie zijn
het voornaamste kenmerk van
haar tuindagboek dat ter illustra
tie prenten uit oude tuin- en plan
tenboeken en afbeeldingen van
curiosa op tuin- en botanisch ge
bied heeft meegekregen. Zo pas
sen wonderwel bij de ontboeze
mingen van een schrijfster die de
tuin ziet als een avontuur en een
uitdaging. Per slot van rekening is
ze ooit begonnen te planten op een
paar honderd vierkante meter
stukgereden boerenerf
Marja Roscam Abbing: Ro
zegeur en zonneschijn.
Uitg. Ploegsma, Amster
dam. 128 blz. 29,50.
Horizontaal. 1. toonladder, 5. witte
suiker, 9. familielid, 13. tijding, 15.
vernis, 16. gewicht, 17. muzieknoot,
19. uitdrukking, 21. achten, 22. rode
kruis (afk.), 23. vooreetsel, 25. strem
ming, 28. buitenhaven, 29. soort
struis, 31. plaaggeest, 32. voorzetsel.
33. roofvogel, 34. zwemvogel, 36. hoog
bouwwerk, 38. precies, 40. strak, 42.
vooreetsel, 43. opdracht, 45. voertuig,
47. water in Nr. Br., 49. losgerafelde
naad, 50. sportterm, 51. gordel, 52.
borstwering, 53. part, 54. afnemend
getij, 55. insekteneter, 57. half, 59.
Japans spel, 60. lor, 61. verkeerd,
63.schijf vis, 65. lichaamsdeel, 66.
proef, 68. boom, 70. telwoord, 71.
plechtige gelofte, 72. gravure, 74.
soort gebakje, 76. lof, 77. doordrin
gend, 80. honingdrank, 81. boom, 82.
koemestvocht, 83. waterbekken, 85.
rijschool (afk.), 86. gewoonterecht
(indn.), 87. kathedraal. 89. godin van
de tweedracht, 91. slaapmatje, 92.
dwaze gewoonte, 93. kerkzang.
Verticaal. 1. gebaar, 2. lengtemaat
(afk.), 3. dof, 4. oorlogsgod, 6. lengte
maat, 7. dreef, 8. pers. voornaamw., 9.
deel van een trap, 10. vooreetsel, 11.
maanstand, 12. hoekbalkon, 14.-delf
stof, 16. gemalen schelpen, 18. ho
ningbij, 20. makker, 21. voedsel, 22.
handegge, 24. lichte bedwelming, 26.
spelonk, 27. water in N. Br. 28. land-
bouwvork, 30. beginnen, 33. groots,
35. waterkering, 37. handelsbetrek
king, 38. voertuig, 39. schildpad, 41.
vlaskam, 43. stamsymbool, 44. zuil,
46. gebogen been, 48. vogel, 49. jon
gensnaam, 50 wig, 56. vrijgevig, 58.
insekteneter, 60. vrucht, 61. manier
van kleden, 62. hemellichaam, 64.
slaginstrument, 65. maaltand, 66.
kraam, 67. deel van een boom, 69.
wending, 70. kweek, 71. verharde
huid, 73. wonde, 75. oliehoudend
zaad, 77. tweetal, 78. klank, 79. opge
worpen hoogte, 82. Holl. gravin, 84.
reeks, 86, afdelingskas (afk.), 87. dona
(afk.), 88. muzieknoot, 90. welaan.
Oplossing tot en met woensdag a s.
per briefkaart zenden aan: Trouw/
Kwartet, Postbus 859, Amsterdam.
Linksboven vermelden: weekend
puzzel
Oplossing vorige puzzel
Hor. 1. rank, 5. lans, 9. roman, 14.
ereis, 16. rapé, 18. tali,119. nepent, 21.
part, 22. nee, 23. es, 24. reek, 26. na, 27.
vier, 29. emelt, 31. teer, 32. mat, 34.
are, 35. keer, 37. mores, 39. modern, 41
t.n.. 42. Ada, 43. lee, 45. ode, 46. sen,
47. re, 48. passer, 50. notie, 52. maat,
53. Epe, 55. sol, 56. terp, 57. krent, 60.
Gent, 61. ma, G2. lied, 64. r.i. 65. Ira. 66.
mare, 68. gereed, 70. nego, 72. keet, 74.
noria, 75. akela, 76. tree, 77. mens.
Vert. 1. renet, 2. Ares, 3. nep, 4. kier, 6.
ar, 7. nap, 8. spant, 10. O.T., 11. ma
nier, 12. aleer, 13. nier. 15. snee, 17
era, 20. tema, 25. kermes, 27. veen, 28.
Sara, 30. Leo, 31. teren, 32. mode, 33.
te, 35. ked, 36. Anne, 37. mars, 38.
slaap, 40. dorpel., 41. teil, 44. E$t, 46.
stop, 48. part., 49. eer, 51. os, 52.
menage, 54. enig, 56. Terek, 57. karet,
58. teen, 59. Midas, 60. Gina, 61. mak,
63. drom, 64. rein, 67. eer, 69. ere, 71.
o.l. 73. te.
De prijswinnaars zijn: de heer A. M.
Hermans, Lessinglaan 58, Utrecht;
de heer Jac. de Wolf, Boudewijn-
plantsoen 2, Nunspeet; de heer B.
Snippe, Vaartweg 9, Smilde.
Tijdens de AMSTERPHILA is de
eerste aflevering van de eerste Ne
derland Filatelie-Encyclopedie
ten doop gehouden. Dit naslag
werk bestrijkt nagenoeg het hele
terrein van het postzegelvereame-
len; het zal verschijnen in zestien
'rijk geïllustreerde maandelijkse
afleveringen van 64 pagina's en
wordt uitgegeven door Samsom's
Uitgeverij te Alphen aan den Rijn.
Ten grondslag, diende het Duitse
Lexikon der Philatelie van Ullrich
Hüger, dat echter geheel is be
werkt en aangevuld voor Neder
land en België; het is een uitste
kend handboek voor de serieuze
verzamelaar en voor hem die clat
wil worden. De prijs per aflevering
is 12.50. U kunt zich abonneren
of eerst een gratis proefaflevering
met uitgebreide informatie zonder
enige verplichting aanvragen bij:
Filatelie Encyclopedie, antwoord
nummer 2000, 2400 VB Alphen a d.
Rijn.
Voor de eerstehelft van deze
maand worden de volgende Itali
aanse zegels verwacht: twee stuks
ter gelegenheid van de derde We
reldtentoonstelling van gebruiks-
machines; een zegel wegens de
eerste Rotary-conferentie in Italië
en een zegel ter propagering van
het voorkomen en genezen van
ziekten.
i De Ver. Staten gaven deze maand
twee blokjes van vier zegels a 15 c
uit; op 4 juni een viertal gewijd
uit de 18e en 19e eeuw; het tweede
viertal dat 7 Juni in omloop kwam
vraagt aandacht voor evenzovele
bloemen, die met uitsterven wor
den bedreigd.
Ook Luxembrug doet mee met
een zegel ter gelegenheid van de
eerste verkiezingen voor een Euro
pees parlement. Van de negen
EEG-landen hebben bovendien
soorgelijke zegels laten verschij-
aan de Amerikaanse architectuur nen: België, W.-Duitsland, Frank
rijk, Groot-Brittannië, Nederland
en Italië. In het programma van
Denemarken is zo'n zegel voorals
nog niet voorzien en van Ierland is
terzake niets bekend. In Liechten
stein kwam 7 juni de gecombi
neerde zomeremissie uit; drie ze
gels met afbeeldingen van het wa
pen van belangrijke personen uit
de geschiedenis van het land, ont
leend aan oude glas-in-loodramen;
een zegel wegens het 50-jarig be
staan van het CCIRv(Comité Con-
sultatif, International des Radio-
communications); een zegel we
gens de toelating van het vorsten
dom tot de Raad van Europa en
een zegel gewijd aan ontwikke
lingshulp. De nominale waarde
van de zes zegels bedraagt samen
Zwfr. 4^50. Van Groot-Brittannië
zijn vier heel fraaie zegels te mel
den, die 6 juni versbhenen naar
aanleiding van het feit dat dit Jaar
de 2Ó0e Derby-rennen plaats vin
den.
'Het heeft nog een lange tijd ge
duurd, maar ten slotte heb ik het
toch te pakken gekregen: „The
Chess Struggle in Practice". Deze
pil van David Bronstein, dat de
ondertitel draagt: „Lessons from
the famous Zürich Candidates
Tournement of 1953", is het op
zienbarendste schaakboek dat de
laatste jaren is gepubliceerd. Het
boek was al een mythe geworden
voordat het eindelijk in een Engel
se vertaling op de Westerse markt
kwam. Wij wisten van horen zeg
gen dat Bronstein een klassiek
meesterwerk had geschreven, dat
in 1962 in de 'Sowjet-Unie zijn
tweede druk had beleefd, maar
het Russisch is voor de meesten
hier ontoegankelijke taal, waarbij
kwam dat geen Westerse uitgever
het risico durfde te nemen om een
schaakboek van vijfhonderd pagi
na's uit te geven.
Zo gaat het nou altijd! Voor flin
terdunne prullaria is altijd wel een
uitgever te vinden, maar als er dan
eens een echt mooi boek wordt
geschreven, diepzinnig. door
wrocht. geschreven door iemand
die zich nu eens niet aan geestelij
ke luiheid heeft overgegeveh, dan
beginnen uitgevers te twijfelen en
te aareelèn. Zoiets wordt tóch niét
verkocht, hoor je ze denken, het
lijkt wel kunst en kunst dat is nu
eenmaal iets om gesubsidieerd te
worden.
In 1962 waren de Amerikaanse
schakers Oscar Freedman en Burt
Hochberg begonnen aan de verta
ling. Op de schaakclub lazen zij
elkaar het boek tot diep in de
nacht voor en zij kwamen zo onder
de indruk dat zij besloten een uit
gever te zoeken. Maar overal wer
den zij uitgelachen en toen Freed
man in '68 overleed, was er een
keurig manuscript dat vrijwelfvol
tooid was. Het heeft toen nog ja
ren geduurd voordat Hochberg,
ongetwijfeld geholpen door de
schaakhausse die in de Verenigde
Staten was ontstaan naar aanlei
ding van het optreden van Bobby
Fischer, te horen kreeg dat het
boek in een hardcover zou worden
uitgebracht.
Het boek ligt -nu voor mij; in Ne
derland is het nauwelijks te krij
gen je moet het echt bestellen.
Maar wie daaf de moeite voor
neemt, wordt niet teleurgesteld.
The Chess Struggle is het ideale
leerboek. Het is geen dorre opsom
ming van strategische principes,
maar een origineel betoog over
ideeën en plannen. Bronstein
heeft bovendien geen saaie op
somming van varianten gegeven.
Naar zijn opvatting hoort het re
kenen natuurlijk wel bij het
schaakspel, maar het is een Secon
dair bijverschijnsel.
Het grappige van dit schaakboek
is, dat de auteur nauwelijks ge
ïnteresseerd lijkt te zijn in dè uit
slag van de partijen en van het
toernooi. Het boek volgt het toer
nooi ronde voor ronde, maar hoe
de stand op een bepaald ogenblik
is, dat vermeld Bronstein niet
eens. Alleen voor de platten van
geest tellen de knikkers, lijkt zijn
mening.
In de tijd dat schakers onderling
nogal eens een puntje aan elkaar
verkopen, is zo'n boek een verade
ming. Het is bovendien onmisbaar
voor hen die geïnteresseerd zijn in
de geschiedenis van de schaak
ideeën. Bronstein laat zeer helder
zien, wat op schaakgebied de ja
ren vijftig hebben toegevoegd.
Het toernooi van '53 is natuurlijk
geen toevallige keuze. Slechts zel
den heeft men zo'n rijkdom aan
ideeën gezien en is er met zoveel
inzet gevochten om elke meter
grond.
Wit: Smyslow
Zwart: Petrosjan (Zürich 1953) i
li d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 e7-e6 3.
Pbl-c3 Lf8-b4 4. e2-e3 0-0 5. Lfl-d3
c7-c5 6. Pgl-f3 d7-d5 7. 0-0 Pb8-c6
8. a2-a3 Lb4xc3 9. b2xc3 b7-b6 10.
c4xd5 e6xd5 11. Lcl-b2 c5-c4 12.
Ld3-c2 Lc8-g4 13. Ddl-el Pf6-e4
(14. Lf3x versterkt slechts het
witte centrum en bevordert de op
mars e4 juist met grote kracht.) 14.
Pf3-d2 Pe4xd2 15. Delxd2 Lj4-h5
16. f2-f3 Lh5-g6 17. e3-e4 Dd8-d7
18. Tal-el Ï7-Ï5 (in de tweede ron
de van hetzelfde toernooi speelde
Petrosjan tegen Reshevsky 18.
Te8 en maakte na enige moei
lijke ogenblikken remise.) 19.
e4xd5 Dd7xd5 20. «3-a4 Tf8-e8 21.
Dd2-g5 Dd5-f7 22. Lb2-a3 h7-h6 23.
Dg5-g3 Te8xel 24. Tflxel Ta8-e8
25. Telxe8 Df7xe8 26. Kgl-f2
(Zwart is overspeeld. Zowel zijn
pionnenstructuur op de dame- als
op de koningsvleugel is mijider,
terwijl wit niet alleen over een
vrijpion, maar ook over het loper-
paar beschikt. Bronstein acht
zwart hier reeds verloren.) 26.
Pc6-a5 27. Dg3-f4 Pa5-b3 (Petro-
sjan in een moedige bui. Hij vreest
niet: 28. d5 Da4x 29. d6 Da3x 30. d7
Df8 31. Dc7 dat zou verliezen.
Zwart speelt echter 29. Dc6 en
moet dan na 30. Lf5x overeind zien
te blijven.) 28. Lc2xf5 Lg6xf5 29.
Df4xf5 De8xa4 30. Df5-c8+ Kg8-
h7 31. Kc8-f5 Kh7-g8 32. Df5-
e6 Kg8-b7 33. De6-e4+ Kh7-g8
34. De4-a8 Kg8-h7 (Om tijd te
winnen, geeft wit eerst wat
schaakjes, m^ar om niet drie maal
dezelfde stelling te krijgen, doet
hij dat steeds om een ander veld.)
35. Da8-e4 Kh7-g8 36. De4-d5
Kg8-h7 37. La3-e7 Pb3-cl 38. Dd5-
f5 Kh7-g8 39. Df5-f8 Kg8-h7
40. Df8-f5+ Kh7-g8 41. d4-d5 (Zeer
slim van Smyslof. Eindelijk komt
deze noodzakelijke zet en nu
moest Petrosjan lang nadenken
welk antwoord hij in de enveloppe
zou doen bij het afbreken.) 41.
Da4-a2+ 42. Kf2-g3 Da2-d2 43. d5-
d6 (De briljante verdediger heeft
zijn eerste val opgesteld: 43. De6
Kh8 44. d6 Pe2+ 45. Kg4 Df4 46.
Kh5 Dh2x met eeuwig schaak. Na
46. Kh3 is 46. Pgl zelfs mat!)
43. Dd2-el 44. Kg3-g4 Pcl-d3
45. Df5-d5 (Nu faalt 45 d7 op 45.
h5+ 46. Kh5x De7x 47. Dd5
Kh7 48 d8D Pf4 fterwijl 48 De4
De4x 49. e4x Pf4+ zelfs verliest)
45. Kg8-h7 46. d6-d7 Del-e5!
In het boek van Bronstein zal men
zeer weinig uitroeptekens vinden.
Maar dit is er dan één. De verdedi-
gingszet is ongemeen fraai. Als wit
47. d8D speelt, gaat hij mat in
twee: 47. Df4+ 48 Kh3 Pf2
Ook kan wit de dames niet ruilen,
terwijl op 47. Dd4 Dh2x volgt met
onvermijdelijk eeuwig schaak.
Geschokt speelde Smyslow 47.
Dd5xd3 c4xd3 48. d7-d8D remise.
Een poging van zwart om door
middel van 48. De2 te winnen,
wordt beantwoord met: 49. Kh3 d2
50. Dd7 hoe plotseling zijn nu de
rollen omgedraaid! 50. dlD
51. Df5+ en eeuwig schaak.
De vraag was nu waar heeft wit de
winst laten schieten? Zelf zegt
Bronstein het niet te kunnen vin
den. tot plotseling een Zweedse
amateur een verbetering vond. De
schitterende 46e zet De5! van
zwart, is toch niet voldoende. Wit
moet spelen: 47. Dd6! en wint dan
studieachtig. De zwakke pion h2 is
gedekt, terwijl wit na 47. Pf2
48. Kh4! g5 49 Kh5 doet. Plotse
ling staat dan zijn koning veilig en
_kan hij rustig promoveren. The
Chess Struggle in Practice uit
gever Chess Live Review staat
vol met dit soort staaltjes.
s
In het eerste Alukontoemooi. dat
in de provincie Groningen is ge
houden. hebben de twee clubgeno
ten van mij die het hardst aan de
weg timmeren, te weten de oudwe
reldkampioen Wiersma en Koe
perman gezamenlijk beslag ge
legd op de eerste plaats voor Bies,
Van Harten, Van der Wal en de
openbaring van het jongste Ne
derlandse kampioenschap Jos
Stokkel.
Verder heeft mijn vrouwelijke
clubgenoot Lenie Geurts op over
tuigende wijze het Nederlands da
meskampioenschap op haar naam
gebracht, zodat wel gesteld mag
worden, dat dat kleine maar o zo
actieve clubje aan de Waal wel
weer wat publiciteit verdiend
heeft. In ons interessante club
blad. de Orkaan, waarvan het typ
werk ook al aan Lenie Geurts te
danken is. besteedt Isser Koeper
man veel aandacht aan zijn partij
tegen Jannes van der Wal uit de
hierboven vermelde zeskamp.
Wit: Isser Koeperman
Zwart: Jannes van der Wal
1. 32-28 16-21 2. 31-26 11-16 3. 37-32
18-22 4. 41-37 11-16 5. 37-31 21-27 6.
32x21 16x27 7. 34-29. Hier, is 46-41
ook goed maar wit wil sneller naar
een minder bekende stand.
71-7 8. 38-32 27x38 9. 43x32 13-
18 10. 49-43 19-23 11. 38x19 14x34
12. 40x29 10-14 13. 42-38 14-19 14.
47-42 9-13 15. 46-41 19-24. In deze
bijzondere flankopstelling is het
niet eenvoudig de juiste strategie
te bepalen.
16. 41-37. Snijdt zichzelf de weg af
voor de ruil 31-27x37 en kiest hier
mee bewust voor een scherp spel-
patroon.
16. 11-16. Niet de beste, zoals
uit het vervólg zal blijken. Met 16.
5-10 was 39-34 te verhinderen
door 22-28 met dam of schijfwinst.
Nu volgt wel 17. 39-34. Voor het
vinden van een juiste strategisch
speelplan gebruikt zwart veel be
denktijd waardoor hij later in deze
partij in tijdnood komt.
17. 5-10 18. 34-30 3-9 19. 30x19
13-X24 20. 45-40 9-13 21. 40-34 4-9
22. 32-28 7-11 23. 44-39 9-14. Op 23.
22-27 24. 31x22 18x27 volgt 25.
37-31 12-18 26. 31x22 18x27 27. 28-
23 20-25 28. 29x20 25x14 met posi
tievoordeel voor wit.
24. 50-14 44-19 (ook hier zou op 22-
27x27 hetzelfde zijn gevolgd met
zelfs directe winst). 25. 37-32 2-7 26.
34-30 20-25 27. 29x20. Op 45x24 om
wit in temponood te brengen wint
wit verrassend door 28. 28-23
19x37 29. 30x19 13x24 30 38-32
37x28 31 31.27 enz
2725x34 28. 39x30 15x24 29. 44-
40 10-15
i i i i
SR
e i
m 'it. m
Zwarts laatste zet is niet de beste.
Natuurlijk zou op 18-23 de hielslag
met 26-21 17x37; 32x41! enz. zijn
gevolgd maar na 22-27 is het witte
voordeel minimaal. In de partij
vervolgt Koeperman met 30. 33-29.
maar mist daardoor de directe
winst met 30. 40-34!
Men zie dan 30. 40-34 15-20 (om op
30-25 te vervolgen met het gemene
dammetje met 22-27, 13-19 en 19-
23!) 31. 32-27! en nu blijken de
varianten na 20-25 en 32. 38-32 19-
23 33. 30x19 23x14 43-38 geforceerd
te winnen en na 31. 17-21 32.
28x17 21x32 33. 38x27 12x32 wint
wit door het waarlijk schitterende
34. 26-21 16x27 35. 31x22 18x27 36.
30-25! en op 7-12 gevolgd door 13-
18 volgt weer het tegenoffer 23-19
gevolgd door 34-29 met onvermij
delijke doorbraak en na 8-12 en
afwachten met 11-16 is het kleine
zetje met 33-29, 23-19 en 43-38x8!
mogelijk. In de diagram volgt na
30. 40-34 op 22-27 31. 31x22 18x27
32 32x21 16x27 33 43-39 17-22 34.
28x17 11x22 35 30-25 12-18 36. 25-
20 24-30 37. 35x24 19x30 38 34x25
15X24 39 39-34 (op 24-30 volgt de
plakker 26-21!) 27-32 40. 38x27
22x31 41 36x27 24-30 42. 25-20
30x28 43. 20-14 28-33 44. 14-10 33-39
45. 10-4 7-11 en nu 48-43 en 27-22
met winst. Verder verliest in de
diagramstand 30. 40-34 19-23 door
31 28X19 22-27 32 31x22 17x39
door het simpele zetje 33.19-14! en.
zwart staat voor het grote
dilemma.
In de partij volgde dus 30. 33-29
24x33 31. 28x39 18-23! Speelt op
een combinatie, maar verzuimt
daardoor met 22-27 naar een remi
seachtig afspel af te wikkelen, al
moet een en ander dan nog wel
omzichtig gespeeld worden. Zwart
hoopt met de tekstzet op 32-27 23-
29; 27x9 29-33; 39x28 17-21; 26x17
11x33. 38x29 8-13; 9x18 12x45. Ver
rassend. maar iemand als Koeper
man met al zijn routine zal daar
natuurlijk niet meer inlopen.
32. 40-34 12-18. Hoewel 19-24 stra
tegisch erg slecht is, is het zeker
niet zo zwak als de tekstzet Nu
gaat het Groningse talent ra
zendsnel ten onder.
33. 30-24 19x30 34. 35x24 7-12 (op 8-
12 wint wit snel door 32-27 23-28;
38-33) 35. 32-27 23-28 36. 34-29 17-
21. Op 28-33x33 zou wit gewonnen
hebben door 42-37, 24-19 en 27-21
met dam en op 28-32 zou de door
braak met 38-33 en 24-20x20 wel
voldoende zijn.
37. 26x17 12x21 38. 38x27 11-17 39.
31-26! 22x31 40. 36x27. Zwart staat
al verloren. Hier is geen kruid
meer tegen gewassen.
40. 8-12 41. 39-33 28x39 «2.
43x34 17-22 43. 42-38 22x31 44.
26x37 en tegen 38-33 gevolgd door
24-20x20 is niets meer te doen. Een
positioneel erg sterk gespeelde
partij van de ex-Rus. die herinnert
aan overwinningen uit zijn beste
jaren, maar Van der Wal was in dit
duel toch ook wel het ideale
slachtoffer, doordat hij de nodige
vereenvoudiging op de 31e zet
naliet.