s Rozegeur en zonneschijn Weekendpuzzel W> n mjs mm r bah m UIRit PLANT .mw Meesterwerk |A0 1* 1 Koeperman als vanouds l-: "«"H wt ERDAG 16 JUNI 1979 TROUW/KWARTET 33 door henk van halm iet is weer zo ver: de rozen uren en de zon schijnt. Én tegelijk met de eerste ezen verscheen een tuin- Kiek met de titel „Roze- fur en zonneschijn". De luchtere variant van de taande uitdrukking laakt duidelijk dat colle- i-tuinjournaliste Marja loscam Abbing, die al vele jaren haar tuinervaringen m -gedachten met de lezers ,an NRC/Handelsblad leelt. ver af staat van de naneschijn. Ze staat met beide voeten stevig in de arde en verheugt zich op ai in de resultaten van laar ploeteren. Zij houdt van rozen, maar niet door dik en dun. Vaak schrijft ze rernietigend over wat gewoonlijk voor rozen doorgaat: „De moderne pootbloemige rozen die op bijna bloeddorstige wijze de macht heb ben overgenomen in onze voortui nen, bevallen me steeds minder. Dat komt doordat de verschillen- de tinten roze, rood en geel vaker vel dan niet bij elkaar vloeken, en doordat de mooiste van alle bloe men groeit aan de lelijkste van alle struiken." Om daarna een lans te breken voor de oude rozen, je voorouders van de theehybri den, die in de negeniiende-eeuwse tuinen geurden, de naaste verwan ten van de wilde rozen met zachte re kleuren dan de tegenwoordige Iweekprodukten, met zoeter geu ren, fijner loof en een sierlijker heestervorm bovendien. Ze bloei- »n juist in juni, de rozenmaand bij uitstek. Tilde rozen h mijn tuin groeien en bloeien pen rozen. Wellicht heb ik een nog grotere afkeer van gekweekte rozen dan Marja. En voor de wilde is mijn tuin niet geschikt. Een van de mooiste is de egelantier, de toms wel drie meter hoge roze bloeiende roos die zoveel heggen in Engeland siert, dat hij best de Ingelse roos zou mogen heten. Sturend, niet alleen als hij in bloei staat, maar vanaf het prille intluiken van zijn mat glanzende, blad tot het moment dat het be gint te vergelen en te verbruinen. Die geur wordt afgescheiden door lierhaartjes op de bladeren en ige twijgen en doet denken aan van zure appeltjes. In tegen- ling tot de gevulde gekweekte - Rozekevertje in het hart van een duinroos. Een menuetzweefvlieg op de bloem van de duinroos. De roze bloeiende egelan tier, een wilde robs. rozen vliegen insekten af en aan om te eten van het overvloedige stuifmeel, want rozen hebben maar weinig nectar. Vandaar dat vliegen en stuifmeel verzamelende honingbijen en hommels de voor naamste bestuivers zijn. Onder de vliegen zijn het niet de staalblau we brommers en de vaal geblokte dambordvliegen, maar de veel kleuriger, meest zwart met geel getekende zweefvliegen, die zich aan het eiwitrijke stuifmeel verza digen. En in de duinen zie je nu de rozenkever, net een miniatuur- meikever, die grote stukken weg vreet uit het hart van de witte duinroosjes. Bij de geweldige mas sa bloemen die hele duinhellingen het aanzien kunnen geven of ze met sneeuw bedekt zijn, maakt die vraatschade weinig uit. In een tuin is het een andere zaak, maar gelukkig voor veel rozenliefheb bers komt het rozenkevertje lang niet overal voor, het meest nog in de duinstreek. Grotere tuin Egelantier en duinroos, ondanks, hun vrij korte bloei zou ik ze best willen hebben, maar ze vragen een grotere tuin dan de mijne. De ege lantier is het best op zijn plaats in een wilde haag, waar hij zijn door nige takken vrij kan Uitstrekken tussen hazelaar, mei- en sleedoorn 'en wilde kornoelje. De duinroos moét een flink stuk open, zandige grond'tot zijn beschikking hebben om het net zo glorieus te doen als in de duinen, waar hij*thuishoort. De duinroos is de kleinste inheem se roos, groeiend als een kniehoog struweel, behalve waar hij voed selrijker grond vindt dan door gaans in de duinen voorkomt. Hij kan dan tot de taille reiken, zoals ook de kraagroos doet, die in juli donkerpurperen scheuten om hoog zendt die zich na verloop van tijd naar de aarde buigep en zo doende vele vierkante meters be- - dekt met struikgewas dat in steke ligheid niet onderdoet voor een bramenrimboe. Zo'n wilde roos in toom houden terwille van de ruimte gaat ten koste van haar schoonheid. Pre cies zoals een vlier pas werkelijk mooi is in al zijn majestueuze breedte.-een koepel van groen, nu grotendeels wit. omdat juni ook de maand is van de vlierenbloei. Van rozen geniet ik dus in het wild. Of in grote tuinen van gelijk gestemde zielen. Wie de ruimte ervoor heeft, vindt goede tips in Marja's tuinboek. „Ook als je be slist de hele zomer en herfst bloei- ende rozen wilt hebben, kuh je kiezen uit vele oude variëteiten. Doorbloeiend zijn de Chinese roos, de noisetteroos, Rosa mo- schata, Rosa rugosa en de bour bonroos." Zij gaat in juni kijken en ruiken en nu alvast bestellen bij de enkele gerenommeerde kwekers, die deze oude rozen nog in hun sortiment hebben. Originele toon „Rozegeur en zonneschijn" gaat over meer dan de titel uitdrukt. Het is het verslag van haar kleine triomfen en grote illusies met al lerlei tuinplanten, variërënd van de trotse keizerskroon „Verschil lende tuinauteurs schrijven wal gend over „yosselucht". Ik heb altijd' vereuimd aan een vos te ruiken, en ben van plan vol te houden dat vossen naar keizers kronen ruiken, niet andersom") tot de schitterend blauwe meco- nopsis (,,'s winters droog en 's zo mers vochtig, zure grond, beschut ting, een combinatie die in de Hi malaya vaker voorkomt dan in mijn achtertuin"). Bizarre gedach ten wisselen af met praktische tips in een hoofdstuk als „Laven del op'mijn graf", over grafbeplan tingen: „Rondom het crematori um te Westervelcf kunnen nabe staanden zich weinig veroorloven zoals een functionaris opmerkt: „Je raakt de harmonie van je ur- nentuin kwijt, hè." Overigens is het crematorium gelegen op slech te grond, zodat veel privé gewas- l jes wel even door de vingers gezien worden onder het motto „het gaat toch dood". Als ik daar iemand had liggen zou ik op die arme grond wel eens stiekem wat Oost- indische kers zaaien" en „Rozen zijn wel romantisch, maar ik zie niemand elke herfst met emmers stalmest over de dodenakker zeu len maar als de grond niet te arm is, zou een bottelroos het al- leep wel redden." Marja's schrijftrant slaat nergens een bevelende toon aan: zij ver pletterd niemand onder deskun digheid. De originele toon en de onbevangenheid van opinie zijn het voornaamste kenmerk van haar tuindagboek dat ter illustra tie prenten uit oude tuin- en plan tenboeken en afbeeldingen van curiosa op tuin- en botanisch ge bied heeft meegekregen. Zo pas sen wonderwel bij de ontboeze mingen van een schrijfster die de tuin ziet als een avontuur en een uitdaging. Per slot van rekening is ze ooit begonnen te planten op een paar honderd vierkante meter stukgereden boerenerf Marja Roscam Abbing: Ro zegeur en zonneschijn. Uitg. Ploegsma, Amster dam. 128 blz. 29,50. Horizontaal. 1. toonladder, 5. witte suiker, 9. familielid, 13. tijding, 15. vernis, 16. gewicht, 17. muzieknoot, 19. uitdrukking, 21. achten, 22. rode kruis (afk.), 23. vooreetsel, 25. strem ming, 28. buitenhaven, 29. soort struis, 31. plaaggeest, 32. voorzetsel. 33. roofvogel, 34. zwemvogel, 36. hoog bouwwerk, 38. precies, 40. strak, 42. vooreetsel, 43. opdracht, 45. voertuig, 47. water in Nr. Br., 49. losgerafelde naad, 50. sportterm, 51. gordel, 52. borstwering, 53. part, 54. afnemend getij, 55. insekteneter, 57. half, 59. Japans spel, 60. lor, 61. verkeerd, 63.schijf vis, 65. lichaamsdeel, 66. proef, 68. boom, 70. telwoord, 71. plechtige gelofte, 72. gravure, 74. soort gebakje, 76. lof, 77. doordrin gend, 80. honingdrank, 81. boom, 82. koemestvocht, 83. waterbekken, 85. rijschool (afk.), 86. gewoonterecht (indn.), 87. kathedraal. 89. godin van de tweedracht, 91. slaapmatje, 92. dwaze gewoonte, 93. kerkzang. Verticaal. 1. gebaar, 2. lengtemaat (afk.), 3. dof, 4. oorlogsgod, 6. lengte maat, 7. dreef, 8. pers. voornaamw., 9. deel van een trap, 10. vooreetsel, 11. maanstand, 12. hoekbalkon, 14.-delf stof, 16. gemalen schelpen, 18. ho ningbij, 20. makker, 21. voedsel, 22. handegge, 24. lichte bedwelming, 26. spelonk, 27. water in N. Br. 28. land- bouwvork, 30. beginnen, 33. groots, 35. waterkering, 37. handelsbetrek king, 38. voertuig, 39. schildpad, 41. vlaskam, 43. stamsymbool, 44. zuil, 46. gebogen been, 48. vogel, 49. jon gensnaam, 50 wig, 56. vrijgevig, 58. insekteneter, 60. vrucht, 61. manier van kleden, 62. hemellichaam, 64. slaginstrument, 65. maaltand, 66. kraam, 67. deel van een boom, 69. wending, 70. kweek, 71. verharde huid, 73. wonde, 75. oliehoudend zaad, 77. tweetal, 78. klank, 79. opge worpen hoogte, 82. Holl. gravin, 84. reeks, 86, afdelingskas (afk.), 87. dona (afk.), 88. muzieknoot, 90. welaan. Oplossing tot en met woensdag a s. per briefkaart zenden aan: Trouw/ Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Linksboven vermelden: weekend puzzel Oplossing vorige puzzel Hor. 1. rank, 5. lans, 9. roman, 14. ereis, 16. rapé, 18. tali,119. nepent, 21. part, 22. nee, 23. es, 24. reek, 26. na, 27. vier, 29. emelt, 31. teer, 32. mat, 34. are, 35. keer, 37. mores, 39. modern, 41 t.n.. 42. Ada, 43. lee, 45. ode, 46. sen, 47. re, 48. passer, 50. notie, 52. maat, 53. Epe, 55. sol, 56. terp, 57. krent, 60. Gent, 61. ma, G2. lied, 64. r.i. 65. Ira. 66. mare, 68. gereed, 70. nego, 72. keet, 74. noria, 75. akela, 76. tree, 77. mens. Vert. 1. renet, 2. Ares, 3. nep, 4. kier, 6. ar, 7. nap, 8. spant, 10. O.T., 11. ma nier, 12. aleer, 13. nier. 15. snee, 17 era, 20. tema, 25. kermes, 27. veen, 28. Sara, 30. Leo, 31. teren, 32. mode, 33. te, 35. ked, 36. Anne, 37. mars, 38. slaap, 40. dorpel., 41. teil, 44. E$t, 46. stop, 48. part., 49. eer, 51. os, 52. menage, 54. enig, 56. Terek, 57. karet, 58. teen, 59. Midas, 60. Gina, 61. mak, 63. drom, 64. rein, 67. eer, 69. ere, 71. o.l. 73. te. De prijswinnaars zijn: de heer A. M. Hermans, Lessinglaan 58, Utrecht; de heer Jac. de Wolf, Boudewijn- plantsoen 2, Nunspeet; de heer B. Snippe, Vaartweg 9, Smilde. Tijdens de AMSTERPHILA is de eerste aflevering van de eerste Ne derland Filatelie-Encyclopedie ten doop gehouden. Dit naslag werk bestrijkt nagenoeg het hele terrein van het postzegelvereame- len; het zal verschijnen in zestien 'rijk geïllustreerde maandelijkse afleveringen van 64 pagina's en wordt uitgegeven door Samsom's Uitgeverij te Alphen aan den Rijn. Ten grondslag, diende het Duitse Lexikon der Philatelie van Ullrich Hüger, dat echter geheel is be werkt en aangevuld voor Neder land en België; het is een uitste kend handboek voor de serieuze verzamelaar en voor hem die clat wil worden. De prijs per aflevering is 12.50. U kunt zich abonneren of eerst een gratis proefaflevering met uitgebreide informatie zonder enige verplichting aanvragen bij: Filatelie Encyclopedie, antwoord nummer 2000, 2400 VB Alphen a d. Rijn. Voor de eerstehelft van deze maand worden de volgende Itali aanse zegels verwacht: twee stuks ter gelegenheid van de derde We reldtentoonstelling van gebruiks- machines; een zegel wegens de eerste Rotary-conferentie in Italië en een zegel ter propagering van het voorkomen en genezen van ziekten. i De Ver. Staten gaven deze maand twee blokjes van vier zegels a 15 c uit; op 4 juni een viertal gewijd uit de 18e en 19e eeuw; het tweede viertal dat 7 Juni in omloop kwam vraagt aandacht voor evenzovele bloemen, die met uitsterven wor den bedreigd. Ook Luxembrug doet mee met een zegel ter gelegenheid van de eerste verkiezingen voor een Euro pees parlement. Van de negen EEG-landen hebben bovendien soorgelijke zegels laten verschij- aan de Amerikaanse architectuur nen: België, W.-Duitsland, Frank rijk, Groot-Brittannië, Nederland en Italië. In het programma van Denemarken is zo'n zegel voorals nog niet voorzien en van Ierland is terzake niets bekend. In Liechten stein kwam 7 juni de gecombi neerde zomeremissie uit; drie ze gels met afbeeldingen van het wa pen van belangrijke personen uit de geschiedenis van het land, ont leend aan oude glas-in-loodramen; een zegel wegens het 50-jarig be staan van het CCIRv(Comité Con- sultatif, International des Radio- communications); een zegel we gens de toelating van het vorsten dom tot de Raad van Europa en een zegel gewijd aan ontwikke lingshulp. De nominale waarde van de zes zegels bedraagt samen Zwfr. 4^50. Van Groot-Brittannië zijn vier heel fraaie zegels te mel den, die 6 juni versbhenen naar aanleiding van het feit dat dit Jaar de 2Ó0e Derby-rennen plaats vin den. 'Het heeft nog een lange tijd ge duurd, maar ten slotte heb ik het toch te pakken gekregen: „The Chess Struggle in Practice". Deze pil van David Bronstein, dat de ondertitel draagt: „Lessons from the famous Zürich Candidates Tournement of 1953", is het op zienbarendste schaakboek dat de laatste jaren is gepubliceerd. Het boek was al een mythe geworden voordat het eindelijk in een Engel se vertaling op de Westerse markt kwam. Wij wisten van horen zeg gen dat Bronstein een klassiek meesterwerk had geschreven, dat in 1962 in de 'Sowjet-Unie zijn tweede druk had beleefd, maar het Russisch is voor de meesten hier ontoegankelijke taal, waarbij kwam dat geen Westerse uitgever het risico durfde te nemen om een schaakboek van vijfhonderd pagi na's uit te geven. Zo gaat het nou altijd! Voor flin terdunne prullaria is altijd wel een uitgever te vinden, maar als er dan eens een echt mooi boek wordt geschreven, diepzinnig. door wrocht. geschreven door iemand die zich nu eens niet aan geestelij ke luiheid heeft overgegeveh, dan beginnen uitgevers te twijfelen en te aareelèn. Zoiets wordt tóch niét verkocht, hoor je ze denken, het lijkt wel kunst en kunst dat is nu eenmaal iets om gesubsidieerd te worden. In 1962 waren de Amerikaanse schakers Oscar Freedman en Burt Hochberg begonnen aan de verta ling. Op de schaakclub lazen zij elkaar het boek tot diep in de nacht voor en zij kwamen zo onder de indruk dat zij besloten een uit gever te zoeken. Maar overal wer den zij uitgelachen en toen Freed man in '68 overleed, was er een keurig manuscript dat vrijwelfvol tooid was. Het heeft toen nog ja ren geduurd voordat Hochberg, ongetwijfeld geholpen door de schaakhausse die in de Verenigde Staten was ontstaan naar aanlei ding van het optreden van Bobby Fischer, te horen kreeg dat het boek in een hardcover zou worden uitgebracht. Het boek ligt -nu voor mij; in Ne derland is het nauwelijks te krij gen je moet het echt bestellen. Maar wie daaf de moeite voor neemt, wordt niet teleurgesteld. The Chess Struggle is het ideale leerboek. Het is geen dorre opsom ming van strategische principes, maar een origineel betoog over ideeën en plannen. Bronstein heeft bovendien geen saaie op somming van varianten gegeven. Naar zijn opvatting hoort het re kenen natuurlijk wel bij het schaakspel, maar het is een Secon dair bijverschijnsel. Het grappige van dit schaakboek is, dat de auteur nauwelijks ge ïnteresseerd lijkt te zijn in dè uit slag van de partijen en van het toernooi. Het boek volgt het toer nooi ronde voor ronde, maar hoe de stand op een bepaald ogenblik is, dat vermeld Bronstein niet eens. Alleen voor de platten van geest tellen de knikkers, lijkt zijn mening. In de tijd dat schakers onderling nogal eens een puntje aan elkaar verkopen, is zo'n boek een verade ming. Het is bovendien onmisbaar voor hen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de schaak ideeën. Bronstein laat zeer helder zien, wat op schaakgebied de ja ren vijftig hebben toegevoegd. Het toernooi van '53 is natuurlijk geen toevallige keuze. Slechts zel den heeft men zo'n rijkdom aan ideeën gezien en is er met zoveel inzet gevochten om elke meter grond. Wit: Smyslow Zwart: Petrosjan (Zürich 1953) i li d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 e7-e6 3. Pbl-c3 Lf8-b4 4. e2-e3 0-0 5. Lfl-d3 c7-c5 6. Pgl-f3 d7-d5 7. 0-0 Pb8-c6 8. a2-a3 Lb4xc3 9. b2xc3 b7-b6 10. c4xd5 e6xd5 11. Lcl-b2 c5-c4 12. Ld3-c2 Lc8-g4 13. Ddl-el Pf6-e4 (14. Lf3x versterkt slechts het witte centrum en bevordert de op mars e4 juist met grote kracht.) 14. Pf3-d2 Pe4xd2 15. Delxd2 Lj4-h5 16. f2-f3 Lh5-g6 17. e3-e4 Dd8-d7 18. Tal-el Ï7-Ï5 (in de tweede ron de van hetzelfde toernooi speelde Petrosjan tegen Reshevsky 18. Te8 en maakte na enige moei lijke ogenblikken remise.) 19. e4xd5 Dd7xd5 20. «3-a4 Tf8-e8 21. Dd2-g5 Dd5-f7 22. Lb2-a3 h7-h6 23. Dg5-g3 Te8xel 24. Tflxel Ta8-e8 25. Telxe8 Df7xe8 26. Kgl-f2 (Zwart is overspeeld. Zowel zijn pionnenstructuur op de dame- als op de koningsvleugel is mijider, terwijl wit niet alleen over een vrijpion, maar ook over het loper- paar beschikt. Bronstein acht zwart hier reeds verloren.) 26. Pc6-a5 27. Dg3-f4 Pa5-b3 (Petro- sjan in een moedige bui. Hij vreest niet: 28. d5 Da4x 29. d6 Da3x 30. d7 Df8 31. Dc7 dat zou verliezen. Zwart speelt echter 29. Dc6 en moet dan na 30. Lf5x overeind zien te blijven.) 28. Lc2xf5 Lg6xf5 29. Df4xf5 De8xa4 30. Df5-c8+ Kg8- h7 31. Kc8-f5 Kh7-g8 32. Df5- e6 Kg8-b7 33. De6-e4+ Kh7-g8 34. De4-a8 Kg8-h7 (Om tijd te winnen, geeft wit eerst wat schaakjes, m^ar om niet drie maal dezelfde stelling te krijgen, doet hij dat steeds om een ander veld.) 35. Da8-e4 Kh7-g8 36. De4-d5 Kg8-h7 37. La3-e7 Pb3-cl 38. Dd5- f5 Kh7-g8 39. Df5-f8 Kg8-h7 40. Df8-f5+ Kh7-g8 41. d4-d5 (Zeer slim van Smyslof. Eindelijk komt deze noodzakelijke zet en nu moest Petrosjan lang nadenken welk antwoord hij in de enveloppe zou doen bij het afbreken.) 41. Da4-a2+ 42. Kf2-g3 Da2-d2 43. d5- d6 (De briljante verdediger heeft zijn eerste val opgesteld: 43. De6 Kh8 44. d6 Pe2+ 45. Kg4 Df4 46. Kh5 Dh2x met eeuwig schaak. Na 46. Kh3 is 46. Pgl zelfs mat!) 43. Dd2-el 44. Kg3-g4 Pcl-d3 45. Df5-d5 (Nu faalt 45 d7 op 45. h5+ 46. Kh5x De7x 47. Dd5 Kh7 48 d8D Pf4 fterwijl 48 De4 De4x 49. e4x Pf4+ zelfs verliest) 45. Kg8-h7 46. d6-d7 Del-e5! In het boek van Bronstein zal men zeer weinig uitroeptekens vinden. Maar dit is er dan één. De verdedi- gingszet is ongemeen fraai. Als wit 47. d8D speelt, gaat hij mat in twee: 47. Df4+ 48 Kh3 Pf2 Ook kan wit de dames niet ruilen, terwijl op 47. Dd4 Dh2x volgt met onvermijdelijk eeuwig schaak. Geschokt speelde Smyslow 47. Dd5xd3 c4xd3 48. d7-d8D remise. Een poging van zwart om door middel van 48. De2 te winnen, wordt beantwoord met: 49. Kh3 d2 50. Dd7 hoe plotseling zijn nu de rollen omgedraaid! 50. dlD 51. Df5+ en eeuwig schaak. De vraag was nu waar heeft wit de winst laten schieten? Zelf zegt Bronstein het niet te kunnen vin den. tot plotseling een Zweedse amateur een verbetering vond. De schitterende 46e zet De5! van zwart, is toch niet voldoende. Wit moet spelen: 47. Dd6! en wint dan studieachtig. De zwakke pion h2 is gedekt, terwijl wit na 47. Pf2 48. Kh4! g5 49 Kh5 doet. Plotse ling staat dan zijn koning veilig en _kan hij rustig promoveren. The Chess Struggle in Practice uit gever Chess Live Review staat vol met dit soort staaltjes. s In het eerste Alukontoemooi. dat in de provincie Groningen is ge houden. hebben de twee clubgeno ten van mij die het hardst aan de weg timmeren, te weten de oudwe reldkampioen Wiersma en Koe perman gezamenlijk beslag ge legd op de eerste plaats voor Bies, Van Harten, Van der Wal en de openbaring van het jongste Ne derlandse kampioenschap Jos Stokkel. Verder heeft mijn vrouwelijke clubgenoot Lenie Geurts op over tuigende wijze het Nederlands da meskampioenschap op haar naam gebracht, zodat wel gesteld mag worden, dat dat kleine maar o zo actieve clubje aan de Waal wel weer wat publiciteit verdiend heeft. In ons interessante club blad. de Orkaan, waarvan het typ werk ook al aan Lenie Geurts te danken is. besteedt Isser Koeper man veel aandacht aan zijn partij tegen Jannes van der Wal uit de hierboven vermelde zeskamp. Wit: Isser Koeperman Zwart: Jannes van der Wal 1. 32-28 16-21 2. 31-26 11-16 3. 37-32 18-22 4. 41-37 11-16 5. 37-31 21-27 6. 32x21 16x27 7. 34-29. Hier, is 46-41 ook goed maar wit wil sneller naar een minder bekende stand. 71-7 8. 38-32 27x38 9. 43x32 13- 18 10. 49-43 19-23 11. 38x19 14x34 12. 40x29 10-14 13. 42-38 14-19 14. 47-42 9-13 15. 46-41 19-24. In deze bijzondere flankopstelling is het niet eenvoudig de juiste strategie te bepalen. 16. 41-37. Snijdt zichzelf de weg af voor de ruil 31-27x37 en kiest hier mee bewust voor een scherp spel- patroon. 16. 11-16. Niet de beste, zoals uit het vervólg zal blijken. Met 16. 5-10 was 39-34 te verhinderen door 22-28 met dam of schijfwinst. Nu volgt wel 17. 39-34. Voor het vinden van een juiste strategisch speelplan gebruikt zwart veel be denktijd waardoor hij later in deze partij in tijdnood komt. 17. 5-10 18. 34-30 3-9 19. 30x19 13-X24 20. 45-40 9-13 21. 40-34 4-9 22. 32-28 7-11 23. 44-39 9-14. Op 23. 22-27 24. 31x22 18x27 volgt 25. 37-31 12-18 26. 31x22 18x27 27. 28- 23 20-25 28. 29x20 25x14 met posi tievoordeel voor wit. 24. 50-14 44-19 (ook hier zou op 22- 27x27 hetzelfde zijn gevolgd met zelfs directe winst). 25. 37-32 2-7 26. 34-30 20-25 27. 29x20. Op 45x24 om wit in temponood te brengen wint wit verrassend door 28. 28-23 19x37 29. 30x19 13x24 30 38-32 37x28 31 31.27 enz 2725x34 28. 39x30 15x24 29. 44- 40 10-15 i i i i SR e i m 'it. m Zwarts laatste zet is niet de beste. Natuurlijk zou op 18-23 de hielslag met 26-21 17x37; 32x41! enz. zijn gevolgd maar na 22-27 is het witte voordeel minimaal. In de partij vervolgt Koeperman met 30. 33-29. maar mist daardoor de directe winst met 30. 40-34! Men zie dan 30. 40-34 15-20 (om op 30-25 te vervolgen met het gemene dammetje met 22-27, 13-19 en 19- 23!) 31. 32-27! en nu blijken de varianten na 20-25 en 32. 38-32 19- 23 33. 30x19 23x14 43-38 geforceerd te winnen en na 31. 17-21 32. 28x17 21x32 33. 38x27 12x32 wint wit door het waarlijk schitterende 34. 26-21 16x27 35. 31x22 18x27 36. 30-25! en op 7-12 gevolgd door 13- 18 volgt weer het tegenoffer 23-19 gevolgd door 34-29 met onvermij delijke doorbraak en na 8-12 en afwachten met 11-16 is het kleine zetje met 33-29, 23-19 en 43-38x8! mogelijk. In de diagram volgt na 30. 40-34 op 22-27 31. 31x22 18x27 32 32x21 16x27 33 43-39 17-22 34. 28x17 11x22 35 30-25 12-18 36. 25- 20 24-30 37. 35x24 19x30 38 34x25 15X24 39 39-34 (op 24-30 volgt de plakker 26-21!) 27-32 40. 38x27 22x31 41 36x27 24-30 42. 25-20 30x28 43. 20-14 28-33 44. 14-10 33-39 45. 10-4 7-11 en nu 48-43 en 27-22 met winst. Verder verliest in de diagramstand 30. 40-34 19-23 door 31 28X19 22-27 32 31x22 17x39 door het simpele zetje 33.19-14! en. zwart staat voor het grote dilemma. In de partij volgde dus 30. 33-29 24x33 31. 28x39 18-23! Speelt op een combinatie, maar verzuimt daardoor met 22-27 naar een remi seachtig afspel af te wikkelen, al moet een en ander dan nog wel omzichtig gespeeld worden. Zwart hoopt met de tekstzet op 32-27 23- 29; 27x9 29-33; 39x28 17-21; 26x17 11x33. 38x29 8-13; 9x18 12x45. Ver rassend. maar iemand als Koeper man met al zijn routine zal daar natuurlijk niet meer inlopen. 32. 40-34 12-18. Hoewel 19-24 stra tegisch erg slecht is, is het zeker niet zo zwak als de tekstzet Nu gaat het Groningse talent ra zendsnel ten onder. 33. 30-24 19x30 34. 35x24 7-12 (op 8- 12 wint wit snel door 32-27 23-28; 38-33) 35. 32-27 23-28 36. 34-29 17- 21. Op 28-33x33 zou wit gewonnen hebben door 42-37, 24-19 en 27-21 met dam en op 28-32 zou de door braak met 38-33 en 24-20x20 wel voldoende zijn. 37. 26x17 12x21 38. 38x27 11-17 39. 31-26! 22x31 40. 36x27. Zwart staat al verloren. Hier is geen kruid meer tegen gewassen. 40. 8-12 41. 39-33 28x39 «2. 43x34 17-22 43. 42-38 22x31 44. 26x37 en tegen 38-33 gevolgd door 24-20x20 is niets meer te doen. Een positioneel erg sterk gespeelde partij van de ex-Rus. die herinnert aan overwinningen uit zijn beste jaren, maar Van der Wal was in dit duel toch ook wel het ideale slachtoffer, doordat hij de nodige vereenvoudiging op de 31e zet naliet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 33