'rouw commentaar eene ongeoorloofde verhouding aiboek voor Straatsburg (1) Iraaiboek voor Straatsburg (3) ra MINISTER ANDRfESSEN WIL HALF MILJARD SNOEIEN IN BOUW.- Spel zonder verliezers Spel zonder verliezers (2) Spel zonder verliezers (3) Geen propaganda Agenda tijger wolvenzang donald duck JSDAG 12 JUNI 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 PARLEMENTPARLEMENTAIRPARLEMENTARIËRSPARLEMENTARISMEPARLEMENT Redactie: Ferry Mingelen Bijdragen: Bram Pols. i verder met het rechtstreeks gekozen Euro- parlement? In de afgelopen dagen zijn de jgen of peilingen van de Europese verkiezingen te na gebruikt om de positie van de nationale fringen te toetsen; hoewel ieder van de commen- Jren zich beijverde in één adem door te verklaren, Teen zodanig gebruik eigenlijk niet mocht. Maar jook van locale politici kruipt het bloed waar het Lgaan kan. Vandaag, nu de uitslagen uit de negen Jen van de Europese Gemeenschap bekend zijn, nropa aan de orde en niets anders. eerste wat opvalt in de samenstelling van het jve Europese parlement is een sterkere rechtse 111 lens. De socialisten mogen er dan trots op zijn, zij de grootste fractie vormen zij hebben nog ,g niet de meerderheid, zelfs al zou je de twijfel in nt m voordesl laten geleden door de 44 communisten ht j (je 111 socialisten op te tellen. De socialisten in S raaiboek voor Europa (2) iel lgl het in dat geval en reeds in dit stadium te gedurfd Nl het Europees parlement te vragen deze wanver- mding onder ogen te zien? Tijdens de verkiezings- jnpagne hebben de kandidaten gewezen op de ogelijkheid om de commissie naar huis te zenden, aar daarvan is nooit gebruik gemaakt. ipteyn en Ver Loren van Themaat schrijven in hun 1970 verschenen inleiding tot het Europees recht, il de parlementsleden de regeringen kunnen dwin- i alleen die kandidaten tot commissie-lid te benoe- n, van wie gebleken is dat zij voor het parlement eptabel zijn en dat het daarna ook weer het recht jft om net zolang commissies naar huis te zenden it de. regeringen zwichten. Voorlopig ziet het daar et naar uit dat het daarvan kan komen, aldus apteyn en Verloren van Themaat in 1970. „Een rgelijke crisis die over de hoofden van de commis- leden ?ou worden uitgevochten, zou de toch al tcaire voortgang van de EG-werkzaamheden ge- me tijd stil leggen, terwijl de uitkomst waarschijn- ten nadele van het Europees parlement zou Europa vormen daarvoor trouwens nog een te weinig homogeen blok om dat aan te durven. Wat moet de meerderheid in Straatsburg nu doen? De uitslag van gisteren kan binnen het Europese recht nog aller minst vertaald worden in een nieuwe samenstelling vun de commissie. Het nieuwe parlement kan daar zelfs geen enkele invloed op uitoefenen, want op dat punt zijn de Europese verdragen duidelijk: de natio nale regeringen houden de touwtjes in handen en het aantal commissarissen ligt vast. Feit is evenwel ook, dat de politieke herkomst van de commissarissen (zes socialisten, vier christen-demo craten, één liberaal, één gaullist en één technocraat) geen weerspiegeling vormt van het nieuwe parle ment. Het zou logisch zijn als de regeringen van de negen EG-landen deze consequentie onder ogen zouden zien, maar of de regeringen dat stuk voor stuk voor elkaar zouden durven, is de vraag. u tvallen, omdat het over een veel geringer politiek gezag beschikt dan de in deze fase der integratie nog zo machtige nationale regeringen". Het is duidelijk: alleen óm dit punt al zou het boek van Kapteyn en VerLoren van Themaat moeten worden herschreven en herdrukt, want na de Euro pese Verkiezingen van 1979 liggen de kaarten van het Europese parlement veel beter ten minste als de nieuw gekozen parlementariërs van hun kansen ge bruik durven te maken. Het is allerminst onze bedoeling een draaiboek aan te geven voor de eerste krachtmeting in Straatsburg. Wel sporen wij het nieuwe parlement aan, nu duide lijk en doelbewust te zoeken in welke mate door gewoontevorming en praktijk het Europese recht nieuwe inhoud te geven precies zoals in 1867 het Nederlandse parlement in zijn conflict met koning Willem III (over het ontslag en herbenoeming van minister Van Zuylen van Nijevelt) nieuwe inhoud heeft gegeven aan het grondwetsartikel: „de Koning benoemt en ontslaat ministers naar welgevallen". «Jverigens is deze scheve verhouding tussen parle ment en commissie in niet onbelangrijke mate het evolg van de lage opkomst van met name het ocialistische kiezerskorps. Engeland brak die lage iJcomst zelfs dubbel op als gevolg van het daar Chanteerde districtenstelsel. et nieuw gekozen parlement kan en mag echter op een enkele wijze rekening hquden met de thuisblij- ers. Feiten zijn immers feiten en in ons democrati ze stelsel kunnen niet-uitgebrachte stemmen nu mmaal niet worden geteld. Dat is jammer voor de icialisten althans voor degenen onder hen die iropa een warm hart toedragen. erker nog, het bewust gebruik maken van deze leve verhouding zal er wellicht toe kunnen leiden, t het aantal thuisblijyers in de toekomst wordt rkleind. Over het kiezersgedrag is betrekkelijk einig bekend. Vast staat in ieder geval wel. dat mensen met meer opleiding, een hoger inkomen dan wel de meer traditioneel ingestelden onder hen in groter getale naar de stembus plegen te komen. Mensen die het zonder deze prikkels moeten stellen en dat zijn er nogal wat komen eerst in beweging wanneer zij zien dat er echt wat op het spel staat. Welnu, dat kan in positieve zin, wanneer het Europese parlement in de komende jaren krachtig van zich zal doen spreken. Maar het kan evengoed in negatieve zin, bij voorbeeld als „links" in sterke mate de nadelen gaat ondervinden van wat al ge noemd is de ruk naar rechts. Wat dit laatste betreft er zijn nu al enkele tendenzen te bespeuren 'die wijzen op een zekere frontvorming van rechts tegen links. We zien het nog niet één-twee-drie gebeuren. Maar zo'n ontwikkeling kan niet tijdig genoeg worden onderkend. Zij zou het begin kunnen zijn van een polarisatie, die we alleen maar ten stelligste kunnen afwijzen. Die Europese verkiezingen komen hoog op de electorale toptien, dat kan Je nu al voorspellen. Niet zo zeer bij de kiezers zelf, zo valt te vrezen, maar des te meer bij de politici. Nog meer namelijk dan, bij binnenlandse verkiezingen, kan je met de Europese uitslag alle kanten op, ieder neemt er wat van mee, het is een spel zonder echte verliezers. Die indruk wek ken althans de commentaren van belanghebbenden nadat de uit slag van afgelopen donderdag be kend werd. Het commentaar van de winnaars, CDA en D'66 ligt voor de hand: toch goede lijsttrekkers, kiezers voor Europa weten te interesse ren, (voor het CDA) trouwe aan hang, loon naar hard werken. Ook voor de WD geen vuiltje aan de lucht, toegegeven: nationaal om gerekend, verlies van een paar Ka merzetels, maar toch alweer min der dan gevreesd we zitten dus weer in de lift, kortom. Ook de kleine, voornamelijk tegen Europa gerichte partijen, als PSP en CPN weten met enige vinding rijkheid hun winst te formuleren: de mensen die tegen Europa zijn hebben op ons gestemd, en de mensen die niet gestemd hebben, zijn het dus met ons eens, die zijn ook tegen Europa. Zo weet bij voorbeeld de communist Haks een aanhang van ruim veertig procent niet-stemmers achter zich te groe peren. En nu we het toch over die niet- stemmers hebben, ook de heren van het organisatiewezen die er voor moesten zorgen dat die men sen wél kwamen stemmen, beho ren niet tot de verliezers. Zoveel miljoen gulden uitgegeven en dan maar 57,8 procent opkomst, is.dat geen verlies? „Nee hoor", zegt be voegde Euorpese zijde, „we moes ten tenslotte vanaf nul beginnen", en eerlijk is eerlijk, vanaf nul is 58 procent nog zo gek niet. „Maar die PvdA dan. Die heeft toch echt verloren, je kan praten als Den Uyl, maar dat poets je niet zomaar weg. Nou, dat schijnt ook genuanceerd te liggen. Dat maatje van Den Uyl, Marcel van Dam, heeft uitgere kend dat er eigenlijk een linkse meerderheid is ontstaan, als je tenminste al die mensen in de arme wijken en die jongeren mee telt, die niet zijn komen opdagen." Van Dams rekenwerk heeft de bit tere pil voor de PvdA ontegenzeg- genlijk verzacht en verhult tege lijk dat de PvdA-campagne-stra- tegie mislukt is. Dat was de „stra tegie met de knipoog", gericht op Europa, maar toch ook met de boodschap dat een stem voor Von deling in Straatsburg, ook een stem tegen Van Agt in Den Haag is. Die knipoog was kennelijk voor de mensen die te dom of te jong waren om Europees te gaan. Maar noch Europa, noch Van Agt kon die mensen naar de stembus krij- ENIGE REACTIES OP PE EUROpESB V'ERKlEZl MGEN DIE VOOR DE LANDELIJKE VERHOUDINGEN UITERAAKJ) NIET VAN BELANG ZijN..... gen, „de knipoog was te subtiel om te kunnen overtuigen." zegt Den Uyl achteraf. „Deze kiezers hebben duidelijk ge maakt dat ze onze benadering niet waardeerden," meent de nieuwe PvdA-voorzitter Max van den Berg. „Ik zit hier nog te kort om afstand te nemen van de gevoerde campagne, dat zou goedkoop zijn. Maar duidelijk is wel dat we ons wéér moeten gaan bezinnen op het uitgangspunt dat verkiezingen zijn, waarvoor ze zijn en nergens anders voor." Inmiddels wordt er in Den Haag toch druk geliefhebberd in het trekken van nationaal-politieke consequenties uit de verkiezings uitslag. Ook daarin toont de PvdA de meesterhand. Onder het motto „achter iedere wolk schijnt de zon", wordt in socialistische kring uitgelegd dat de slechte uitslag voor de PvdA, de mogelijkheid van een kabinetscrisis wel eens zou kunnen vergroten. Tot nu toe, is de redenering, durfden CDA noch WD het kabinet te laten vallen, omdat ze in de daarop vol gende verkiezingen alleen maar zouden verliezen. Deze Europese iitslag toont aan dat dat wel mee valt. Ze zijn niet meer als zekere verliezers tot steun aan het kabi net gedoemd, worden weer zelfbe wuster en dat kan de spanning binnen de coalitie doen toenemen. Onzin? De CDA-fractieleider Lubbers ziet er wel wat waars in: Je zou uit de uitslag kunnen concluderen dat we geen electorale, maar alleen zakelijke problemen hebben met het kabinet-Van Agt. Dat lijkt echter niet helemaal waar, gezien het verloop van CDA naar PvdA. Je moet niet uitsluiten dat werk nemers onder druk van hun vak bonden het CDA niet steunen we gens het kabinetsbeleid. Ander zijds hebben we toch een mooi resultaat binnengehaald. We zijn in een positie waarin we kunnen zeggen: kom maar op, we zijn niet bang voor verkiezingen." Kamerlid Voogd (PvdA) begrijpt niet hoe een advertentie van de WD in de knipselkrant van het ministerie van volksgezondheid kan komen. Schriftelijke vragen aan minister Ginjaar daaromtrent sloegen op persreflex van vorige week. Bezijden een optocht van berichtjes uit dag-, week- en vak bladen prijkte daar opeens het aangezicht van onze minister. Daarin vertelde hij dat het milieu beleid in Nederland heel goed is. Dat de WD-/Europese liberale de mocraten de enigen zijn met een internationaal milieuprogramma. Dat we daar als lezer wel van zullen opkijken en als ons een en ander ter harte gaat, dat we dan wel op 7 juni WD/ELD moeten stemmen. Dan pas geef je je kin deren de kans om straks zich zelf te kunnen zijn. Getekend, L. Gin jaar. Een officieel orgaan als zo'n knipselkrant kan dag niet maken, meent Voogd. Partijpolitiek op zo'n manier is ongeoorloofd. „Als het een PvdA-advertentie is zou ik net zo reageren," zegt Voogd. Hoe kan zo iets gebeuren? Mevrouw Van Neden van de voor lichting van het ministerie: „Dat kan ook niet. Het is geen adver tentieblad." Het is echt zo. „Dan moet ik even kijken." Even later zegt mevrouw Van Neden: „U heeft inderdaad gelijk. Het hoofd van de voorlichting zal hier zelf op reageren." Hoofd van de stafafdeling externe betrekkingen, de heer Van Hoe- wijk: „Een advertentie meegeno men? Dat is niet gebeurd. Er is alleen een tekst uit een adverten tie meegenomen. Alle keuzen heb ben we er af geknipt Het zijn milieu-uitspraken van een milieu minister. Ik vind dat ambtenaren dat moeten weten. De minister onderstreept hier zijn beleidspun ten. Ik wil niet vervelend zijn, u hebt het recht om alles te weten, maar het is een interne krant. Kamervragen Ja, maar er zijn over gesteld. „Da's helemaal mooi, zeg. Nou, er is in de verste verte geen sprake van partijpropaganda. Dat kunt u van ons ook niet verwachten. Wij zijn natuurlijk objectief. Kijk es, we nemen ook krantestukjes waarin kritiek wordt gegeven op de minister. Daar gaat het motto op: „het is een vriend die mij mijn feilen toont" Maar wat er tussen die „beleids punten" staat, dat is toch puur propaganda? „Ja, het is natuurlijk een kwestie van interpretatie. Het gaat hier om een statement van de minister, dat door hem zelf is ondertekend. Ik vind dat verre van partijpropa ganda." De Tweede Kamer behandelt deze week onder meer: de situatie op de oliemarkt, de huisvesting van de Kamer zelf, de Almere-spoorlijn, het huurbeleid en de verwerking van radio-actief afval. De Eerste Kamer praat over ontwikkelings hulp en de begroting van volks huisvesting. De Veemarkthallen in Utrecht zijn met 12.000 mannen en vrouwen ge vuld. Veelal juist afgestu deerde onderwijzers en kleuterleidsters. Ze eisen werk. Joop is er één van. Hij is zesentwintig, een etmaal te voren geslaagd voor onder wijzer. „We zijn met een busje aangekomen, met vijfen twintig man. Da's puur slecht. We hadden met veel meer moeten zijn. Maar de genen die wel een baan hebben laten het meteen afweten". „We hebben een telegram aan de minister gestuurd, zojuist. We eisen werk en beter onderwijs. In Neder land moeten we toe naar meer individualisering van het onderwijs. De Europese maatstaf is 24 leerlingen per klas en in Nederland zitten we rondom de dertig. Er moet meer onderwijs komen voor anderstaligen, bi-cultureel onderwijs heet dat, en voor volwassenen. En verder moeten de ou- wetjes eerder met pen sioen. Iedereen heeft de> mond vol van onderwijs vernieuwing. dat kan je van die mensen niet meer verwachten". Hij heeft ruim honderd sol licitatiebrieven verstuurd. Op zeventig kreeg hij een direct afwijzende reactie, op één kreeg hij een uitno diging voor een gesprek, bij de andere school mocht hij zelfs een proefles geven. „In beide gevallen hebben ze iemand met veel erva ring genomen. Gek word je er van". „Enl dan heb je ook nog dat veel getrouwde vrouwen worden aangenomen. Op zich is dat natuurlijk te prijzen. Maar in ons geval moet je daar vind ik toch terughoudend mee zijn. Het belet namelijk an dere afgestudeerden een baan te krijgen. Dat ge trouwde vrouwen voorrang krijgen is geen goeie zaak. Gewoon even veel kansen en een baan per gezin". „Het parlement moet het nu doen. Zo niet, dan sta ken we in oktober. Dat is duidelijk". Maar de problemen zit ten toch in het feit dat er gewoon niet genoeg kin deren zijn om al die klas sen een beetje redelijk te vullen? „Jadat is waar. Op weg hierheen hebben we ook al lerlei condoomautomaten gemolesteerd. Maar op kor te termijn zet dat natuur lijk geen zoden aan de dijk". PARLEMENTPARLEMENTAIRPARLEMENTARIËRSPARLEMENTARISMEPARLEMENTE Ijijj ijjjl;!1! 8 Hoe zou u het vinden als u niet mocht stemmen, omdat u een vrouw bent? „Belachelijk na tuurlijk. Het is toch onzinnig om geen stemrecht te hebben, omdat je een vrouw bent", antwoordt een 44-jarige secretaresse in het feministisch maandblad Opzij. Een voorspelbare reactie van een vrouw van deze tijd, want zo zul len alle vrouwen er wel over den ken. Misschien hebben ze niet allemaal de vorige week meege- kozen voor het Europees Parle ment, maar stemrecht hebben ze, intussen al zestig jaar. Er moest een lange, harde strijd gestreden worden om dat recht tjj kte ver overen. De meeste vrouwen zul len er toen wel warm voor gelo pen zijn, maar toch stonden ze niet allemaal achter dat streven. Van minstens één vrouw is zelfs bekend dat ze er publiekelijk te gen protesteerde, omdat ze er grote gevaren in zag. Opzij, dat zijn juninummer geheel aan het vrouwenkiesrecht wijdt, heeft haar briqf van a tot z afgedrukt. De schrijfster was een waar schijnlijk ongetrouwde dame, die ene mevrouw Hoogendijk op 4 - augustus 1915 dit schreef: „Stel u voor. dat in een Gemeente aad eenige knappe jonge vrouwen zit ting hebben. Zij zouden er de mannen toe kunnen brengen din gen te zeggen, die zij eigenlijk niet meenen of haar door dik en dun heen gelijk te geven, alleen om haar aangenaam te wezen. En wat zou er een naijver onder de vrouwen ontstaan, die elkaar meestal elk succes misgunnen. Neen, ik stel me van die samen werking heel weinig voor. Het re sultaat is dikwijls een huwelijk, of, is dit onmogelijk, eene onge oorloofde verhouding. Ik zou U vele voorbeelden kunnen noe men hiervan en ook van instellin gen, die om die reden liever geen vrouwen meer in hun dienst nemen. Neen, Mevrouw Hoogendijk, vol komen gelijkstelling van man en vrouw is, m i., een utopie, omdat ze nu eenmaal twee volkomen ongelijke schepselen zijn met een sterke aantrekking tot elkaar. Ik geloof niet dat de maatschap pij zooveel beter gaat worden als wij een plaats zullen innemen in de verschillende besturen. Of het zouden allen vrouwen van boven de 50 moeten zijn, of vrouwen zonder eenige charme. Samen werking van mannen en vrou wen!! Het klinkt heel aardig, maar o wee, de praktijk!! Men vergeet zoo licht, dat men kwam om samen te werken en niet om te flirten. De heele boel moet wel in 't honderd loopen!" Om hier iets tegenover te stellen, nog maar gauw een paar stem men uit onze tijd. Als vrouwen nu nog niet mochten stemmen, zou een 24-jarige administratief me dewerkster zich „vreselijk min derwaardig voelen. We zijn ten slotte net zo goed burgers van de maatschappij". Een studenten journaliste (26) zou het „volko men krankzinnig" vinden. „Ik zou onmiddellijk in mijn politie ke partij een grote actie op touw zetten en net zo lang knokken tot we het hadden." Tenslotte de re actie van een 59-jarige huis vrouw: „8chandelijk. Daar zou ik me zeer tegen verzetten. „Die kip moet je niet eten hoor", zegt Heieen van zes tegen haar vijfjarige broertje. „Die hebben ze eerst doodgemaakt en dat wil ik niet. En de slager deugt ook niet, want als je paarderookvlees koopt, heeft die zo'n groot paard doodgemaakt. Dat is heel erg". Egbert kijkt zijn zusje met grote ogen aan. „O", zegt hij, „maar dan is de bakker ook stout, want die maakt tijgerbrood". (Uit een brief in Margriet). Een prent van Albert Hahn over het vrouwenkiesrecht, afgedrukt in het geheel aan dit onderwerp gewijde juninummer van Opzij Dit stond eronder: „De arbeider: Alleen als zij er ook van zal profitee- ren, zijn wij bereid, u te helpen het vrouwenkiesrecht te ver overen.'* De rubriek „wetenschap en tech niek" ging zaterdag voor een deel over wolvengehuil; over die we tenschapsman die zijn bandre corder liet afdraaien en dan af wachtte hoe, wanneer en waarom de wolven in zijn buurt huilend reageerden. Jazzmusicus Winter onderzocht niet voor de wetenschap, maar voor zijn eigen plezier of wol ven van muziek houden. Op een mistige novemberavond in 1975 (las het tijdschrift De Bejaarden in het Amerikaanse blad People) zette de Amerikaan zich met saxofoon en bandrecorder al leen om op te nemen neer in een hooggelegen natuurreservaat in de Sierra Nevada. Toen hij op zijn saxofoon begon te spelen, bleken vooral de wolven hevig geïnteresseerd, al reageerden ze aanvankelijk alleen door te luis teren. Een van de vrouwtjes „zong" als eerste mee. Tot verba zing van de musicus huilde ze precies op de maat van zijn mu ziek. „Het was het meest opwin dende duet dat ik ooit gespeeld heb", zei Winter, die sinds zijn ontdekking geregeld met dieren in het wild of in de dierentuin musiceert. Zodoende heeft hij een groot aantal banden verza meld met duetten of hele koren van mens en dier samen, waar voor de wetenschap intussen ook veel belangstelling heeft. Als Donald Duck vijftig jaar wordt krijgt hij een mooi feest aangeboden, maar zijn 45ste ver jaardag is in alle bescheidenheid door mede-eenden en andere ar tiesten onder elkaar in de Holly- woodse studio gevierd. Wat niet wegneemt dat de eigenwijze eend met zijn sterk wisselend humeur en niet aflatende kruiperigheid voor rijke oom Dagobert nu pre cies 45 jaar geleden als begin nend artiest in het verhaal „The wise little hen" debuteerde. Be zoekers van die Disney-tekenfilm hoorden toen voor het eerst zijn krijserig stemgeluid, geprodu ceerd door de nu 74-Jarige Claren ce Nash die daarmee de bijnaam „Ducky" veroverde. Nash, toen al beroemd om zijn vogel-imitaties, leerde het van zijn geit, een klein tje dat hij met de fles groot bracht. Het diertje maakte een geluid dat Nash opviel. Hij voeg de er wat volume aan toe en Walt Disney vond het meteen de idea le stem voor zijn nieuwe stripfi guur Donald. Volgens Nash heeft Donald Duck nooit een andere stem gebruikt dan de zijne

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5