J -Nieuwe onderwijs explosie voorspeld Een zware dyspnoe Het vuur brandde niet voort iSOCIAAL BERECHT! IBitOAG 9 JUNI 1979 TROUW/KWARTET 17 'BINNENLAND! Het onderwijs aan volwassenen zal in de nabije toekomst-sterk uitgebreid worden. Zowel het dag-als avondonderwijs voor volwassenen kreeg een sterke stimulans toen het mogelijk werd in etappes examen te doen. Ook versnelde cursussen zijn nu mogelijk. ap r ee agsi i hi door Piet Hagen DEN HAAG Nederland staat aan het begin van een nieuwe onderwijsexplosie. Volgens dr. René Hoksber-' gen, sinds juni vorig jaar beleidsadviseur van minis ter Pais, loopt de groei van het onderwijs aan jeugdi gen langzaam op zijn eind. In plaats daarvan zullen we in de nabije toekomst te maken krijgen met een sterke uitbreiding van het onderwijs aan 'volwas senen. Sinds de invoering van de leer plicht in 1900 gingen steeds meer kinderen steeds langer naar school. 3ijna alle jongeren volgen nu tenminste tien jaar volledig dagonderwijs en daarna zijn ze nog één jaar lang gedeeltelijk leer plichtig. Het percentage jongeren dat na zijn achttiende verder stu deert neemt nog gestaag toe. Maar het verzadigingspunt komt in zicht. Tegelijkertijd zien we dat volwas senen in steeds groteren getale dag- en avondscholen bezoeken, schriftelijke lessen nemen, cursus sen volgen en naar vormingscen tra gaan. Door de opkomst van de moedermavo heeft de volwasse nen-educatie, zoals dat met een mooi woord heet, een geweldige impuls gekregen. De start van de Open School en de aankondiging van de Open Universiteit beteke nen opnieuw een stroomversnel- René Hoksbergen is zelf via de avondschool op de universiteit be land. In 1972 promoveerde hij op het proefschrift „Profiel van een avondlyceïst". Nu is hij weten schappelijk medewerker aan de rijksuniversiteit te Utrecht. Een deel van de week werkt hij als adviseur van minister Pais op het terrein van de volwassenen-educa tie. De eerste stelling bij het proef schrift van Hoksbergen luidde destijds: „De avondscholenge meenschap draagt wezenlijk bij tot de democratisering van het algemeen voortgezet onderwijs". Zeven Jaar later lijkt dat in ver sterkte mate waar voor het hele gebied van onderwijsvorming voor volwassenen. Groei houdt uuum i Sinds 1972 is het aantal leerlingen aan dag- en avondscholen voor volwassenen gegroeid van onge veer 25.000 tot ongeveer 75.000. Hoksbergen verwacht dat het er weldra meer dan 100.000 zullen zijn en dat deze groei in de jaren tachtig zal aanhouden. Vooral door het verschijnsel „moederma vo" (een onjuiste benaming voor een school die ook door vrouwen zonder-kinderen en door mannen wordt bezocht) is het vrouwelijk aandeel in deze~ sector gestegen van nog geen kwart tot meer dan tweederde. Een prachtig staaltje van spontaan opbloeiende eman cipatie. Een nieuwe stimulans kreeg het dag- en avondonderwijs voor vol wassenen vorig jaar, toen het mo gelijk werd het examen in etappes af te leggen. Zo kun Je bij voor-' beeld de mavo in zes in plaats van in drie jaar doen. Mensen die geen volledig schooldiploma begeren kunnen ook met één of twee vak ken volstaan. Bij voorbeeld Ne derlands en maatschappijleer. Of alleen Spaans. Wat deze ontwikkeling betekent voor het op commerciële leest ge schoeide onderwijs is nog niet dui delijk, maar het lijkt waarschijn lijk dat een deel van de mensen die vroeger hun heil zochten bij het schriftelijk onderwijs of bij taleninstituten nu liever een ge richt pakket zal kiezen aan een gesubsidieerde dag- en avond school. Alleen al omdat dit aan zienlijk goedkoper is. Dat wordt nog aanlokkelijker nu fieze scholen ook versnelde cur sussen geven. Dan kun je een be paald vak in één of twee in plaats van in drie jaar afronden. Scholen kunnen zelfs lessen buiten het of ficiële examenprogramma om ge ven. Die extra ruimte kan bij voor beeld benut worden voor conver satielessen in de moderne talen. Volgens René Hoksbergen is nu ook de weg vrij om de dag- en avondscholen in te schakelen bij de aanvulling van onvolledige vakkenpakketten. Daarmee zou nog een van zijn stellingen uit 1972 in vervulling gaan. Iemand die bijvoorbeeld psychologie wil studeren, maar wiskunde in zijn examenpakket mist, kan dat gat dan wegwerken via een snelle cur sus aan een dag- en avondschool. Voor de universiteiten zou dat een hele zorg minder zijn. Schoolgelden""""""» De schoolgelden voor dag- en avondonderwijs worden met in gang van het volgende cursusjaar wel iets verhoogd. Wie één of twee vakken volgt betaalt, afhankelijk van het schooltype, 45 75 gulden. Voor een volledig programma wor den de schoolgelden verhoogd tot 70 120 gulden. In de komende jaren zullen nog twee verhogingen volgen. Maar het prijsverschil met de commerciële instellingen zal aanzienlijk blijven. Bijna ongemerkt heeft de regering steeds grotere bedragen in deze sector gestoken. In het Kamerde bat over de korting op de begro ting van de Open School heeft minister Pais becijferd dat de uit gaven voor het dag- en avondon derwijs voor volwassenen in twee jaar tijd zijn gestegen van 45 tot 76 miljoen gulden. Dat heeft ook Dr René Hoksbergen een flink aantal arbeidsplaatsen opgeleverd. Hoksbergen erkent wel dat het onderwijs aan volwassenen nog niet ideaal is. De leerboeken zijn meestal niet afgestemd op oudere leerlingen. Bij het laatste eindexa men werden vijftigjarigen nog uit genodigd een opstel te schrijven over een onderwerp als „crossen". Maar in dat soort dingen komt wel verbetering. De eerste leerboeken speciaal voor volwassenen zijn al verschenen. De begeleiding wordt verbeterd. Er komt geld beschik baar voor studiebeurzen, zodat bij voorbeeld gescheiden vrouwen die van de bijstand leven een vergoe ding kunnen krijgen voor schooi en boekengeld. Beroepsgericht Behalve de scholen voor mavo- havo-vwo trekt ook het beroepsge richte onderwijs steeds meer vol wassenen aan. Er zit een duidelij ke groei in de avondscholen voor middelbaar en hoger economisch en administratief onderwijs. Ook het middelbaar beroepsonderwijs profiteert van deze ontwikkeling. Hoksbergen hoopt dat steeds 'meer cursussen voor lager be roepsonderwijs in samenwerking met de bestaande dag- en avond scholen voor mavo-havo-vwo ge geven zullen worden. Tenslotte zouden de centra voor vakoplei ding van volwassenen aantrekke lijker gemaakt kunnen worden. Alles bij elkaar levert het geregel de onderwijs voor volwassenen een florissant beeld. Maar hoe staat het met de proefprojecten van de Open School en andere meer vormingswerkachtige activi teiten? Zitten die niet wat in het slop? Nog altijd is bij voorbeeld niet bekend hoe de Open School zal worden voortgezet, wanneer de bestaande proefprojecten met vijftienhonderd deelnemers me dio volgend jaar aflopen. Hoksbergen voelt niet veel voor een al te scherpe scheiding tussen de begrippen „onderwijs" en „vor ming". Het genoemde dag- en avondonderwijs is ook vormend. En wat te boek staat als vormings werk bevat allerlei leermomenten. In verband met de Open School spreekt Hoksbergen liever over „open-schoolachtige" activiteiten. Hij denkt dan aan V.O.S.-cursus- §en, volksuniversiteiten, volksho gescholen, vormingscentra en der gelijke, maar even goed aan de dag- en avondscholen. Al die voor zieningen moeten plaatselijk ge coördineerd worden via educatie ve centra, die de mensen wegwijs kunnen maken in de warwinkel van het „wederkerend onderwijs". Welke kant het precies Uitgaat, kan Hoksbergen nog niet zeggen. Wel verzekert hij dat deze regering voorrang zal geven aan onderwijs voor analfabeten (het zijn er meer dan we denken), anderstaligen en mensen met weinig meer dan eni ge jaren lager onderwijs. Sluitstuk van de „permanente educatie" is de Open Universiteit, die behalve universitaire leergan gen ook bepaalde onderdelen van het hoger beroepsonderwijs zal omvatten. De commissie-De Moor heeft in zijn advies 1981 als begin datum genoemd, maar het zal wel 1982 worden voordat de eerste stu denten kunnen worden ingeschre ven. Na een aantal jaren zou de Open Universiteit plaats bieden aan twintigduizend studenten. Hoksbergen heeft zijn mening 1 over de Open Universiteit wel iets gewijzigd. Aanvankelijk heeft hij bepleit dat de bestaande instellin gen van hoger onderwijs ruimere mogelijkheden aan volwassenen zouden bieden. Nu meent hij dat het toch beter is dat er een afzon derlijke Open Universiteit komt. Hij is bang dat het anders te lang gaat duren voordat er iets uit de bus komt. Anders dan buitenland se zusterinstellingen hebben de Nederlandse universiteiten nooit zoveel belangstelling getoond voor onderwijs aan volwassenen. Financiering De volwassenen-educatie breidt zich al met al snel uit (Hoksbergen zou een aparte staatssecretaris geen overbodige luxe vinden) en daarmee wordt de vraag urgent hoe deze nieuwe tak van staats zorg moet worden gefinancierd. Hardop denkend noemt Hoksber gen een paar mogelijkheden. Om te beginnen kun je een deel van het geld gebruiken dat vrijkomt doordat de kosten voor het onder wijs aan jeugdigen naar verhou ding gaan afnemen. In de tweede plaats kan er geld worden gereser veerd uit het fonds voor de vermo- gensaanwasdeling. Ook los daar van zouden werkgevers en werk nemers potjes kunnen vormen voor educatieve voorzieningen. Tenslotte mag van de deelnemers zelf een bijdrage in de kosten wor den verwacht. Hoksbergen vindt dat die eigen bijdrage gekoppeld moet worden aan het aantal jfiren dat mensen al onderwijs hebben genoten. Wie in zijn jeugd al eens hoger onder wijs heeft gevolg zal voor de Open Universiteit meer moeten betalen dan een analfabeet voor een cur sus Nederlands. Educatief verlof—^ Dat principe zou je ook kunnen toepassen op het educatief verlof. Jongeren die met hun zestiende van ^chool af willen moet je niet via een leerplicht dwingen, zegt Hoksbergen. Je moet ze een leer recht geven. Je moet garanderen dat ze in het onderwijs kunnen terugkeren, zodra ze daar jveer zin in hebben. Na een paar jaar wer ken zou ierpand dan niet alleen recht moeten hebben op een stu dietoelage (dat bestaat nu al), maar op een zodanige vergoeding dat je eventueel je gezin ervan kunt onderhouden. De werkgever zou in dat geval behoud van de arbeidsplaats mpeten garanderen, net zoals nu gebeurt met iemand die in militaire dienst gaat. „Het belangrijkste van alles", zegt Hoksbergen, „is dat er een andere mentaliteit komt. Jongeren op school moet Je al bijbrengen, dat ze vroeg of laat terug zullen keren in het onderwijs. Je moet het besef aankweken dat scholing en vor ming nooit ophouden. Op die ma nier is het ook minder rampzalig als iemand vroeg uit het onderwijs stapt en een baan neemt. In een systeem van wederkerend onder wijs kan het best zinvol zijn eerst eens een paar jaar te gaan werken". door Huub Elzerman Hijgend en piepend van benauwdheid kwam de bouwvakker bij zijn huisarts op het spreekuur. „Ik heb het benauwd", zei hij geheel overbodig. De arts knikte hem bemoedigend toe en hield de stethoscoop al klaar. „Een zware dyspnoe", prevel de hij, toen hij de slangetjes van de stethoscoop uit zijn oren trok. De bouwvakker keek van dat potjes latijn niet eens vreemd op. Hij leed al tijden aan een chronische bronchitis en hij was toen zijn kwaal verergerde een week eerder al op het spreekuur geweest. De behandeling had niets geholpen en nu kwam er bij het uitademen soms letterlijk een piepend geluid uit zijn borst. Dyspnoe is gewoon de medische term voor kortademigheid of benauwd heid. „Ik zal u antibiotica geven", zei de arts. „De bronchitis zal daar wel van wegtrekken, maar blijf in ieder geval nog een tijdje thuis". De bouwvakker vertrok en meldde zich nog diezelf de middag bij de controlerend arts van de bedrijfs vereniging. Daar herhaalde zich het ritueel met de stethoscoop, maar de uitslag van het onderzoek viel heel anders uit. „Niets bijzonders", zei deze arts opgewekt. „Gaat u morgen maar weer werken." Nu was de bouwvakker wijs genoeg om te beseffen dat hij bij een weigering om aan deze opdracht te voldoen kon fluiten naar zijn uitkering. Hij koos, na' wat tevergeefse tegenwerpingen, eieren voor zijh geld en meldde zich de volgende ochtend op de bouwplaats. De gevolgen laten zich raden. Alleen al het beklimmen van een steiger was voldoende om hem de adem gierend door de keel te jagen en na precies één uur meldde hij zich weer ziek. Hij vertrok naar zijn huisarts. De arts hoorde zijn verhaal met misprijzen aan en verbood de bouwvakker vervolgens elke arbeid. „U blijft nog tenminste een week thuis om de behande ling met de antibiotica af te maken. Ik zal zelf wel contact opnemen met de verzekeringsarts van de bedrijfsvereniging. Maakt u zich daar maar geen zorgen over", zei hij. De bouwvakker ging naar huis, slikte zijn pillen en hij werd na die week ook door zijn huisarts hersteld verklaard. Dat er iets mis was gegaan merkte hij eigenlijk pas na een paar maanden. Toen kreeg hij namelijk een briefje van de bedrijfsvereniging in de bus, waarin hij nog eens werd herinnerd aan de twee weken, die hij had doorgebracht in de ziekte wet. „De verzekeringsarts heeft u op 30 augustus hersteld verklaard", schreven de sociale verzeke- i ringsmannen. „In de week daarna had u dus geen recht op een ziekengelduitkering. Bovendien is in punt tien van de controlevoorschriften van de be drijfsvereniging voor de bouwnijverheid bepaald dat een verzekerde, indien hij na werkhervatting zijn werk binnen drie dagen opnieuw staakt, op het eerst volgende spreekuur van de verzekeringsarts dient te verschijnen en in geval van verhindering dit terstond aan de verzekeringsarts dient te be richten." De strekking was duidelijk. Na dat ene uurtje werken had de bouwvakker op het eerstvolgende spreekuur van de verzekeringsarts moeten verschij nen. „Dat levert een overtreding van de controle voorschriften op", zeiden de sociale verzekerings mannen en ze citeerden voor alle duidelijkheid het bijpassende wetsartikel: „Het bestuur van de be drijfsvereniging of van de afdelingskas is bevoegd de uitkering van ziekengeld geheel of ten dele te weigeren, indien de verzekerde zijn verplichtingen niet nakomt of zich niet houdt aan de controle voorschriften," Van die bevoegdheid maakte de bedrijfsvereniging gebruik. De bouwvakker kreeg over de week van 30 augustus tot 6 september géén uitkering. Nu kon de man de redelijkheid van deze weigering niet inzien en hij wendde zich tot de Raad van Beroep. De beroepsrechter haalde er op zijn beurt een deskundige bij en hij vroeg aan een district- TBC-arts om de brochitis van de bouwvakker aan een ander onderzoek te onderwerpen. „Deze man", zo liet de districtsarts na zijn onder zoek weten, was op 30 augustus nog ongeschikt tot het verrichten van zijn arbeid." De bedrijfsvereniging kon dus niet zonder meer beweren dat de verzekeringsarts hem terecht aan het werk had gezet. Betekende dit dat de bouwvak ker en diens huisarts gelijk kregen nu vast stond dat de man inderdaad ziek was? Nee, dat niet. De bedrijfsvereniging beriep zich immers ook op de overtreding van de controlevoorschriften. En daar over zei de beroepsrechter: „Het staat vast dat de bouwvakker zich na zijn tweede ziekmelding op 30 augustus niet opnieuw naar de verzekerings arts heeft begeven, ofschoon hij daartoe op grond van de controlevoorschriften verplicht was. Door deze nalatigheid kon de verzekeringsarts het verde re verloop van de ziekte niet beoordelen.". Kortom, de beroepsrechter vond de weigering van de zieken gelduitkering „niet in strijd met de redelijkheid". De bouwvakker dacht daar nog steeds heel anders over. „Die verzekeringsarts interesseerde zich hele maal niet voor het verdere verloop van mijn ziekte, want hij nam van meet af aan dat ik niets mankeer de. Bovendien heeft mijn huisarts toch contact opgenomen met die verzekeringsarts. Hij wist toch wat er aan de hand was?" De bouwvakker stapte naar de hoogste instantie in dit soort zaken, de Centrale Raad van Beroep, en hij legde daar zijn probleem voor. Was hem terecht de ziekengelduitkering,ontzegd? De centrale raad merkte het volgende op: „Tot driemaal toe heeft de bouwvakker ter verontschul diging aangevoerd, dat zijn huisarts na de mislukte poging tot werkhervatting op 30 augustus nog telefonisch contact heeft gehad met de verzeke ringsarts, waardoor hij in he mening verkeerde dat zijn bezoek aan deze arts niet nodig zou zijn. Weliswaar moet worden gezegd, zo vervolgde de centrale raad, dat deze mening zich ten onrechte bij hem heeft postgevat, maar hij mocht erop vertrou wen dat zijn huisarts hem alsnog zou hebben gead viseerd naar het eerstvolgende spreekuur van de verzekeringsarts te gaan, wanneer het collegiale contact tussen beide artsen qiet het gewenste resul taat zou hebben opgeleverd. Per slot van rekening is achteraf gebleken dat de huisarts goede gronden had om de bouwvakker de werkhervatting op 30 augustus te verbieden. Nu de bedrijfsvereniging in gebreke is gebleven de juistheid van de veront schuldiging van de bouwvakker bij de verzekerings arts te controleren is niet komen vast te staan of het collegiale contact tussen de artsen heeft plaatsge vonden, noch wat het resultaat van dit overleg is geweest. In dat geval kunnen de geldelijke gevolgen daarvan niet op de bouwvakker worden afgewen teld." Tot zover de centrale raad. De bouwvakker kreeg dus achteraf alsnog zijn week ziekengeld. Maar het was wel kantje boord. Hij was weliswaar ten onrechte hersteld verklaard, maar hjj had zich na dat ene uurtje werken behalve bij zijn huisarts óók bij de verzekeringsarts moeten mel den. Hij zat dus fout. Louter en alleen omdat de bedrijfsvereniging de procedure niet vlekkeloos af wikkelde en in hoogste instantie alsnog op een fout werd betrapt kon de bouwvakker de dans ontspringen. Wie zich erop verheugd iiad don derdagavond, nadat de „Europe se,' stembussen in ons land ge- sloteri waren, een sprankelende politieke discussie mee te ma ken. kwam bedrogen uit. De in de televisiestudio's verzamelde kopstukken zaten er nogal mat en vermoeid bij en wat zij zeiden was met die hóuding in overeen stemming. De slechte opkomst naar de stembussen had de her ren. zo leek het althans, elke neiging om in vuur te raken ont nomen, terwijl toch een opmer king van PSP'er Bouwe Kalma alle aanleiding had kunnen ge ven om in vuur te ontsteken en misschien wel enkele flinke krachttermen van stal te halen. Kalma zei dat hij het prachtig vond dat zo weinig kiezers de tocht naar de stembus gemaakt hadden. VVD'er Berkhouwer, even te voren in het journaal nog in sportief wit te zien doch nu keurig met jas, overhemd en das, was de enige die flink op Kal- ma's opmerking inhakte: hij noemde het een „onzinnige rede nering", want waarom deed je anders mee dan om gekozen te worden De overige politici reageerden niet of nauwelijks op Kalma's kwalijke wodrden en lieten daar mee een kans voorbij gaan om de essentie van de democratie weer eens in de schijnwerpers te plaatsen. Wat had je iemand graag horen zeggen: mensen, voor welke partij je ook voelt, kom in elk geval naar het stem lokaal, want het is toch niet niks dat je zo onbespied en zonder dwang mag meebeslissen hoe „Den Haag" (of in dit geval: „Eu ropa") er straks uit zal zien, Maar die kans lieten de heren passeren of misschien heeft een van de „kleintjes" wel zoiets willen zeg gen. maar die zaten er wat won derlijk aan een apart tafeltje bij en kregen nauwelijks de kans om één behoorlijke zin tot en met het laatste woord toe af te maken. Natuurlijk Nederland blijft immers Nederland rolde er die Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman. avond wel een gewichtig-klin kend woord door de ether: Aar de Goede van D'66, die er in de prettige positie van „winnaar" zat, zag als oorzaak van de ge rings opkomst de „informatie- kloof" die in de laatste twintig jaar gegroeid is. Met zo'n woord in je oren ga je natuurlijk zitten denken: wat zou de man ermee bedoeld hebben? Een kloof tus sen twee groepen die allebei goed op de hoogte waren zal hem wel niet voor de geest gestaan hebben. Een kloof tussen een groep die niét en een groep die wél op de hoogte is dan? Of heeft de spreker gewoon willen zeggen dat overdracht van kennis niet naar tevredenheid verlopen is en heeft hij niet beseft dat hij dan wel een voor veel kijkers erg mis tig woord gebruikte? Ook de taal van PvdA'er Vondeling, die zich nogal druk pleegt te maken voor het zuiver gebruik van het Ne derlands. gaf donderdagavond te denken. Zei hij niet dat vol gens hem de slechte opkomst van de jongeren de „reden" moest zijn van het slechtere re sultaat van de PvdA? Ai, zou hij niet „oorzaak" bedoeld hebben? Zoals gezegd, het geheel was mat; om op de titel van de herin neringen van Henriëtte Roland Holst te variëren: het vuur brandde niet voort. Zelfs kreeg je nauwelijks kans om je te erge ren en weer eens na te gaan of de neerlandicus J. Verdam soms ge lijk had toen hij tegen het eind van de vorige eeuw betoogde dat we met onze taal vaak maar wat aanrommelen, dat onze spreek taal „als het ware in het wild is opgegroeid". Nog een andere overpeinzing drong zich die avond op: een kleine eeuw geleden werd er in ons land nog een ware strijd ge streden om het kiesrecht niet alleen aan de ontwikkelden en bemiddelden maar ook aan de „massa" te geven. Nu. in 1979. blijkt als de onderzoekers donderdag gelijk hadden dat buurten zoals de Haagse Schil derswijk slecht opkwamen. De „massa" mocht, maar wilde niet! Jé vraagt, je af hoe de in 1924 overleden jhr. mr. A. F. de Savor nin Lohman over dat verschijn sel geoordeeld zou hebben. Deze c.h. voorman heeft namelijk lang aarzelend gestaan tegenover het alemene kiesrecht, waarvoor het volk volgens hem nog niet rijp was. Nog in 1907 schreef hij dat het weliswaar niet rechtvaardig was om het kiesrecht onder meer te binden aan „het bezit van kentekenen van maatschappelij ke welstand", maar „bij gebrek aan beter" vond hij het toch wel goed Want een eis van recht vaardigheid was volgens hem óók „dat niet de onbemiddelde klassen die numeriek de sterkste zijn. alleen alle macht in handen krijgen". Ook Abraham Kuyper stond niet te juichen over het algemene, individuele kiesrecht. Zelfs heeft hij eens voorgesteld een belasting op het officieel voeren van titels in te stellen het gevolg zou zijn dat de men sen met een titel 'een „elite" dus) zoveel belasting zouden betalen dat ze voldeden aan de toen gel dende eisen van het „censuskies recht" (alleen wie een bepaald bedrag aan de fiscus offerde mocht meekiezeni. Of de a r. lei der dat echt serieus gemeend heeft? Je zou haast denken dat hij eens lekker geschertst heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 17