Holland Festival ingezet met veel voorstellingen 1&» Beeldrijk theater met wat weinig spanning. i 4 \b Magnifiek orkest in 'Tristan' 'De Vrede' miste theatrale vertaling Reconstructie 'Rêlache' maar half geslaagd. Soberheid en verspilling in dansmanifestaties Het martelaar schap van Sint Magnus Theatron Technis uit Athene to f V- VOOR MAZDA De Vorstenlikker bij het Ro-theater DINSDAG 5 JUNI 1979 KUNST/RADIO/TELEVISIE TROUW/KWARTET 4 Dl' door R. N. Dogont Het Holland Festival Is dit weekeinde met een groot aan tal voorstellingen ingezet. De officiële opening was vrijdag avond in het Rotterdamse Luxor Theater waar in een eigen Festivalproduktie drie korte opera's, een theater stukje en het ballet „Relë- che" werden uitgevoerd. Diezelfde avond was in De Brakke Orond In Amsterdam Chalm Levano bezig met de slachting en de weder opstanding van een ui. waarmee hij ren een aantal medewerkers) een op merkelijk stuk totaaltheater aan het Holland Festival bijdroeg dat in di verse plaatsen tot en met 16 Juni te zien is. Wij komen er nog op terug Verder was hier en daar op straat het Mobilodroom van Michael Fahres te zien en te horen: een auto met elek tronische apparatuur die o.a. de ge luiden van de uitstervende walvis produceert onder invloed van licht, lucht, water wind en temperatuur Een soort milieu-muziek. Dan was er maandag nog (in De Meer vaart. Amsterdam) het eerste optre den van de Waterland Big Band. een door Loek Dikker opgezette manifes tatie met toonaangevende musici op het gebied van de geïmproviseerde muziek. En in Utrecht gaf het Radio Kamerorkest onder Ernest Bour za terdagavond zijn eerste concert in dit festival met een 20ste eeuws Frans Programma. Allemaal zaken waarop we wegens tijd- en plaatsgebrek nu niet verder kunnen ingaan De openingsavond in Rotterdam gaf al aanleiding genoeg tot een wat uit gebreider bespreking. Opzet was een reconstructie te geven van een aantal stukken waarmee het Parijse theater publiek zich in de jaren twintig amu seerde: twee opera's-mlnutes (van minder dan tien minuten speelduur) waarin Darius Milhaud tegelijk het Griekse drama en het fenomeen ope ra parodieert, een wat langer werkje van Hindemith waarin de handeling (moord op een ontrouwe echtgenote) halverwege naar het begin terugloopt (vandaar de titel „Hin und zurück") en een toneelstukje met muziek van Eric Satle ..Le piège de Méduse". Een twintigtal zangers en toneelspelers en het Nederlands Kamerorkest onder Reinbert de Leeuw hebben in kwali tatief sterk uiteenlopende vertolkin gen wel aangetoond hoe ontluiste rend gedateerd de verbale en muzika le humor van deze stukken is. Dat speelde zich in het uitverkochte Luxor allemaal voor de pauze af. Daarna kwam „RelAche", in dit ope ningsprogramma het ..pièce de resis tance" waarover elders op deze pagi na wordt geschreven. >1 V* t door R. N. Degens door Eefje van Schaik ..RelAche (Heden geen voorstelling) is het leven zoals ik ervan houd: leven zonder gisteren, het leven van vandaag, niets voor gisteren, niets voor mor gen Dit schreef Fran cis Picabia op 4 december 1924 in het programma bij zijn Dada-ballet RelAche. een werk dat samen met Eric Satie. Jean Borlin en René Clair tot stand kwam en dat nóch ballet nóch an ti-ballet moest zijn. Deze Picabia. die destijds de de cors en de choreografie maakte, schreef verder: „Wanneer zal iedereen de gewoonte verliezen om al les uit te leggen RelAche (ballet instantanéiste en deux actes, un entr'acte clnémato- graphique, et la queue du chien). is dan ook niet uit te leggen. Het volgt geen dramatisch verhaal en door de samenbundeling van be weging. show. film en vooral ironie lijkt ook de vorm ontweken te worden Men kan zich afvragen of zo n hap pening uit de Parijse jaren '20 we! aannemelijk te reconstrueren is. De oorspronkelijke, authentieke spot móét ruim vijftig Jaar later wel veranderen in een gekunsteld en opgelegd ratjetoe. Van de eer ste voorstelling zijn bovendien te genstrijdige informaUes over en behalve de muziek, de film van René Clair, enkele foto's en cho reografische aanwijzingen tast men zeker wat betreft de dansbe weging in het duister. Het moet dan ook voor Eddy Habbema (re gie) en Jochen Ulrich van het Keulse Tanzforum (choreografie) en de Knete Kompanie Köln, de „Arbeitsgruppe Bewegungsthea- ter der Deutschen Sporthochschu- le". een hele uitdaging zijn ge weest om deze dadaïstische opga ve te vervullen. In mijn ogen is het hen niet ge lukt. In plaats van een levendig en onverwacht ballet, werd het een te traag verlopend spektakel, dat nét de nodige verfijnde humor miste. En van dans was nauwelijks meer sprake in het statische toneel beeld van een dame (Svenbjörg Alexanders), een man (Ralf Has ten, een andere man (Jimmy Berg hout) en acht Duitse sportheren in rok en wit satijn. Wat deze recon structie bezienswaardig maakte was het ongelooflijke decor van zilveren schijven en de autentieke. goed bewaarde entr'acte film van René Clair waarbij het Neder lands Kamerorkest onder leiding van Reinbert de Leeuw een zeer synchrone vertolking gaf van Sa- ties eerste en enige filmmuziek. Net als bij de première van 1924 in Parijs waren er ook nu mededelin gen voor het publiek, dat ze fluit jes konden kopen bij de kassa, als ze hun ongenoegen wilden beto nen. Picabia en Satie hadden er destijds over de duizend laten aanrukken tevergeefs overi gens. In Rotterdam afgelopen vrij dag had men de aanschaf maar achterwege gelaten. Tot mijn spijt, want misschien had dat wat meer levendigheid in deze maar half geslaagde reconstructie ge bracht. Scène uit „Relache" door Dirkjo Houtman AMSTERDAM Aristophanes schreef „De Vrede" in 421 v. Chr.. enkele maanden voordat de Pelopennesische oorlog werd beétngd. Het mist daardoor veelal de cynische benade ring van oorlogsaanvoerders uit zijn vorige stukken, maar toont de vreugde overeen geslaagde oorlogsmissie naar de Olympos. Theatron Technis uit Athene brengt dit stuk in de regie van Karolos Koun in het Holland Festival, na de premiè re in Amsterdam, tot en met 8 Juni nog in Utrecht. Haarlem en Rotter dam. De verwachtingen ten aanzien van dit veelgeroemde gezelschap dat in Oriekenland de afgelopen 25 jaar theatervemieuwend werk heeft ver richt. werden niet ingelost, omdat de taalbarrière onvoldoende werd opge vangen door theatraal sterke vond sten De Vrede" heeft een simpel hande lingsverloop. Het is terug te brengen tot de schildering van een reeks ge beurtenissen waar nauwelijks een vonflict ln te bespeuren valt. Hoofd persoon is de wijnboer Trygaios. Hij vertrekt op een mestkever naar de Olympos om daar samen met de be volking de vredesgodin uit haar ker ker te bevrijden en Oriekenland voor nog meer oorlogsleed te behoeden. Voor zijn werk en de belofte de vrede te bewaren mag Trygaios de wulpse O po ra als vrouw naar de aarde mee nemen Niet iedereen is echter even gelukkig met de vrede. De oorlogs profiteurs komen hun beklag doen maar worden trefzeker weggejaagd waarna vredes- en huwelijksfeest ge vierd kunnen worden Speciaal vandaag Doordat het handelingsverloop zo simpel ls. ontleent een voorstelling van dit stuk haar kracht aan sterke ensceneringsgrappen en dubbelzin nigheden. die ook naar het publiek worden uitgespeeld Maar door een niet te overbruggen taaibarrière ging de essentie van de meeste grappen en scheldkanonna des naar de zaal verloren. De knappe enscenering van een in, door en uit elkaar schuivende mensenmassa, ge zongen koren (overigens wel op elek tronisch versterkte Griekse muziek) en een ontwapenende hoofdrolspeler konden niet verhoeden dat de voor stelling op den duur toch statisch werd en ging vervelen door het ont breken van gepeperde grappen. Bo vendien resulteerde de synthese tus sen twee tijden (421 v. Chr. en nu) die Koun met zijn regies van klassieken probeert te bereiken, in voor ons cli chématige oplossingen. Het volk is hier nog steeds een was lijn met vaal verwassen goed. waar mee het toneel overigens volhing; de boosdoeners, degenen die aan de oor log verdienen worden uitgebeeld als de ons welbekende kapitalisten met dikke buiken, zwarte pakken en hoge' hoeden. En diè fase van vormingsto neel zijn we hier allang te boven. - -- door Ineke Sluiter AMSTERDAM In het kader van het Holland Festival begon het Nationale Ballet zaterdag een serie van 6 voorstel lingen van een produktie, die speciaal voor theater Carré gemaakt is: „Live/Life", van Hans van Manen, Rudi van Dantzig en Toer van Schayk. Carré, dat een toneel zowel als een piste bezit, is al eerder een uitdaging geweest voor theatermakers: Koert Stuyf heeft in het verleden het theater verschillende malen optimaal gebruikt. AMSTERDAM Peter Max well Davies (1934) zou zei naar Nederland komen oni zijn kerkopera „The martyr dom of Saint Magnus" te diri geren. Op het laatste ogenblik liet hij verstek gaan wegenj drukke compositorische be zigheden. Zijn taak werd overgenomen dooi Richard Dufallo. Maxwell Davies is een van de vruchtbaarste hedendaag se Britse componisten die men niet alleen daarom wel met Benjamin Britten vergelijkt. Evenals bij Britten nemen vocale werken een belangrijke plaats in zijn oeuvre in en met de beroemd geworden „Eight songs for mad king" uit 1969 bewees hij met vrij simpele middelen een grote dra matische geladenheid te kunnen rea liseren. In „Het martelaarschap van St. Magnus" (1976)staat Magnus, graaf van Orkney in zijn geweldloze strijd tegen zijn rivaal Hakon cen traal. Magnus delft het onderspit, maar wordt in de twaalfde eeuw hei lig verklaard. In negen scènes worden de verzoekingen van Magnus, zijn ge weldloos verzet en zijn marteldood verbeeld. Het stuk is geschreven voor vijf zangers (die een veelvoud aan rollen vertolken) en tien instrumenta listen. Scène uit „De Vrede" gespeeld door Theatron Technis Deze voorstelling laat zien hoe de choreografen de uitdaging hebben opgepakt en hoe twee zeer uiteenlo pende opvattingen zichtbaar worden: öf Je gebruikt heel weinig dansers, zodat de immense ruimte medespeler wordt, of je vult deze op met zoveel mogelijk dansers in het misschien al lang gekoesterde verlangen je bood schap zo sterk mogelijk te laten over komen. Hans van Manen heeft in Live met twee dansers, het gebouw en het ver rassend gebruik van video een over tuigend pleidooi gehouden voor het eerste. Door middel van de video wordt ieder element heel dicht bij je gebracht, je krijgt er een binding mee. Met het wezen van Coleen Da- vis, haar relatie met Hennie Jurriëns, het gebouw, met name de hal. de uitgang, zelfs de straat ervoor, met cameraman Henk van Dijk. heel functioneel in de choreografie gepast, alles schitterend tegen elkaar afge wogen in een vlekkeloze uitvoering ook van de laatste pianowerken van Franz Liszt, gespeeld door Ed Span- door Adr. Hager SCHEVENINGEN Omdat een Festival-voorstelling van Wagners opera „Tristan und Isolde" meer te bieden heeft voor het oor dan voor het oog, kan men tijdens de langduri ge voorstelling met een gerust hart voor meerdere ogenblik ken de ogen sluiten. De niet- muzikale aspecten: regie, de cors en kostuums respectieve lijk van Götz Friedrich, Hein- rich Wendel en Jan Skalicky, zijn dermate strak, kleurloos en saai. dat men er spoedig op uitgekeken is. De decors zijn opgebouwd op de idee van het schuin oplopende podium. Dat wekt in het eerste bedrijf de indruk, dat het schip zwaar slagzij maakt. Op zich niet zo bezwaarlijk, omdat uit niets blijkt, dat hier sprake is van een schip. Al evenmin is de functie duidelijk van de mannen die op de bovenste rand van het podium met de rug naar het publiek zitten tezitten. In het tweede bedrijf is daaraan een soort zitkuil toegevoegd. Het verrassingseffect is, dat het bos waarin het langste liefdesduet ooit geschreven, zich afspeelt op slag ver andert in een kille sfeer van schijn werpers. Isolde wordt vertokt door de Ameri kaanse Roberta Knie, die in vocale prestatie minder werd naarmate de voorstelling vorderde. Wel een echte Wagner-zangeres. Hanna Schwarz zong de Brangane zeer indrukwek kend! Ulrik Cold als Marke bewoog zich in zijn kostuum moeizaam, in die geest kwamen ook zijn op zich fraaie vocale prestaties over. Pas send in dit geheel: Jan Blinkhof, An- dré Spijker en Arthur Schildmeyer. De ovaties en toejuichingen van het publiek golden in de eerste plaats Hans Vonk. Hij heeft het Radio Fil harmonisch Orkest zo wonderschoon en meeslepend laten spelen, dat men zich afvroeg, welk topensemble in de orkestbak zat. Daarvan kan men in Amsterdam ge tuige zijn op 5, 8, 11 en 17 juni. jaard, die door hun soberheid uitste kend pasten in het geheel. Het resul taat mag zonder meer een meester werk genoemd worden. Rudi van Dantzig en Toer van Schayk hebben voor de andere moge lijkheden gekozen. Er zijn 73 dansers 17 andere medewerkers, één acteur de pianist Ed Spanjaard en de zange res Roberta Alexander, het Balletor kest onder leiding van Adam Gate house, bandopnamen van David Bo wie en Russische revolutionaire liede ren. Ook weerklonken de Internatio nale en het Wilhelmus en er was een boodschap: wat we met elkaar van deze samenleving maken, is niet veel zaaks, met als overheersend thema de verspilling van mensen en energie en het verlangen naar sociale eenheid en solidariteit. Nu eens heel direct, dan weer symbolisch neergezet. Veel contrasterende danstaferelen, vaak massaal, maar ook soli of duetten, nogal wisselend van kwaliteit. De massascènes niet optimaal gerepe teerd. wat soms storend werkte (de majorettes en de Robert Browning ouverture). Namen noemen is ondoenlijk, wie in een massascène zit, kampt met de euvelen van dien. Een solo of duet is gemakkelijker te repeteren, maar ge zegd moet worden, dat de dansers "zich kranig geweerd hebben en dat hun zangprestaties best het aanhoren waard zijn. Dat een deel van het publiek na het zingen van de Interna tionale het theater verliet, lag dan ook niet aan hen. Een heel kaleidos- copisch gebeuren, dat tweeëneenhalf uur duurt (de hele voorstellingen drieëneenhalf uur!). Het is duidelijk, dat liefhebbers van beide bovenge noemde mogelijkheden om theater Carré te gebruiken aan hun trekken komen. Ik vind het wel frappant, dat in „Life" geageerd wordt tegen ver spilling, maar dat dit zo massaal ge beurt. dat dat op zichzelf een verspil ling lijkt, terwijl „Live" van Van Ma nen. dat uiterste soberheid ten toon spreidt, het perfecte antwoord zou kunnen zijn op „Life". Het begin, waar de „Blinde Maria'1 een oud Vikingenlied zingt, is indruk wekkend door de duistere dreiging die ervan uitgaat. De tweede scène waarin Magnus de verzoekingen van Satan weerstaat,boeit ook nog doo de onderhuidse dramatische krach die Maxwell Davies in de combinatl n! van vocale en instrumentale stem men weet te leggen. Al doet een ii sterkte toenemende tromroffel, in d passage waar Magnus het hem gege ven zwaard in tweeën zal breken, al aan de traditionele begeleiding van een acrobaten-hoogstandje denken En naarmate het stuk vordert gaat de innerlijke spanning dan ook plaats maken voor dergelijke uiterlijke ef fecten, zowel muzikaal als scènisch Met als dieptepunt de „waarschu wende" omzwaai naar het heden in de zevende scène, waar gangsterachtige verslaggevers zoeklichten en mega foons schreeuwend tussen het pu bliek rennen Zij hebben dan het podium dat voor deze voorstelling in Amsterdams Oude Kerk stond opgesteld, verlaten En Maxwell Davies heeft daarmee zijn talent en zijn goede naam in de steek gelaten voor een goedkoop stukje actueel realisme. En als het werk dan eindigt met een koor van monniken dat „Ora pro nobis" zin gend achter in de kerkruimte ver dwijnt is er eens te meer reden on Maxwell Davies te vergelijken mei Britten, van wiens kerkparabelen dll stuk in feite een heel zwakke afspie geling is. Niet alleen aan het eind, maar in de gehele opzet, die overigens bij vlagen toch van de sterke schep pingskracht van Maxwell Davies getuigt. Er was veel belangstelling voor deze uitvoering door Neil Mackie, Michael Rippon. Brian Rayner Cook. Ian Comboy. Mary Thomas en „The fires of Londen" o.l.v. Richard Dufallo. ADVERTENTIE EN ECHTE SERVICE MOET U NAAR Sam v. Houtanatr. 199 A dam. Gauzanvald BIJ het CBR Tal. 135103-113016 SPFCIAAI VOOR GROTE WAGENPARKEN Het wekelijkse programma J. J. de Bom vlh De Kinder vriend met Wieteke van Dort. Joost Prinsen en Aart Staartjes. Ned. U 18.59 DE EO zendt een program ma met pinksterliederen uit die worden gezongen in de Jo- riskerk in Amersfoort. Ned. 1 20.00 Met voorbedachte rade is een televisiespel van Dirk Ay- elt Kooiman naar een verhaal van Withold Gombrowicz. Ned. 2/ 21.50 Waar ligt de grens? is een NOS-film over de problemen van Oost-Groningen. Ned. 1 22.10 VARA Visie besteedt uitge breid aandacht aan de situatie van de internationale olie- markt. In de uitsendlng inter views met Rene Ortis, secreta ris-generaal van de OPEC en Doekc Elsma van de besin- ningsgroep energiebeleid. Ver der een reportage van Johan van Minnen over de Europese verkiezingstournee van Willy Brandt. Ned. 2 22.25 Leven op aarde is een der tiendelige serie over de ont wikkeling vanaf de eerste pri mitieve rellen tot de planten en dieren. BRT I 21.30 Rechtstreekse uitzending vsn het Holland Festival 1979 vanuit de Brakke Grond in Amsterdam. Hllv. 2' 29.99 door André Ruttan ROTTERDAM Franz Marijnen draagt met zijn Ro-theater aan het Holland Festival twaalf voorstelling bij van ..De Vorstenlikker'' van Lars Norén (geb. 1944), door kenners Zwedens belangrijkste lyricus genoemd. De première was zaterdag. Zijn stuk is de dichterlijke verbeel ding van een Europeaan, die zich bewust is van wat er in Europa, in het bijzonder in Duitsland, gebeurd is van de zestiende eeuw af tot heden, of tot gisteren Hij doet dat in zevenen twintig taferelen (verdeeld over zeven bedrijven), uiteenlopend van aard en lengte, maar geen van alle historische schetsen Eerder droombeelden met elementen van nachtmerries, waarin details van handelingen worden uit gebeeld en de entourage vaag en on bestemd blijft. Middelpunt erin is de Jonge compo nist Andreas, een van de weinige figu ren die een eigen naam heeft De Zweedse dichter laat eigenlijk zien. hoe die jongeman zijn ervaringen als nachtmerries ondergaat. Met in het midden een kortstondige gelukkige droom. In het begin, bij de dood van zijn moeder, jaagt zijn vader hem het huis uit. met woorden die vader Mo zart aan zijn later beroemde zoon geschreven heeft Hij wil zich verder bekwamen bij Gesualdo (1560-1613). de enige historische figuur, vernieu wer van de Europese muziek, maar in zijn nadagen getoond). Door hem wordt "hij hofcomponist bij de Vorst, niet met een naam getooid, maar in hem zijn trekken herkenbaar van Fredertk de Grote, de heilige Roomse keizers. Napoleon. Hitier (de grote opdracht van de vorst aan zijn com ponist is „een opera over mijn over winning op de Joden"), Mussolini. Je ziet de vorst een paar keer aan het hof, of op het slagveld. Een decadent, wreed, onbeheerst heerschap, dat in het openbaar verkondigt, dat hij „de wereld wil reconstrueren zoals hij weet dat God het bedoeld heeft" en die zijn soldaten voor hun overdaad aan geweld, luxe en kwaad bestraft. Zijn hofcomponist zuigt hij lichame lijk en geestelijk uit Hij geeft hem wel twee maanden verlof om met zijn Anna op het platteland te werken, maar ook de opera eist hem dag en nacht op. Een reeks nachtmerries dus. waarin ook de persoonlijke frus traties van de man zichtbaar worden als een gevolg van maatschappelijke omstandigheden, die met niet zo we zenlijke wijzigingen voor de mens ook nu zijn blijven gelden. Larsen heeft bij het schrijven de logi ca vermeden, omdat hij het over din gen wilde hebben die niet onder woor den te brengen zijn en hij hoopte, dat de beelden, die hij opriep, zijn lezers of kijkers daar wel naar zouden ver wijzen. Het waarmaken van die beel den op het toneel stelt geen geringe eisen. Het is Franz Marijnen en de ontwerper Jean-Marie Fiévez wel en tegelijk ook niet gelukt. De opeenvol gende toneelbeelden die je te zien Lou Landré als de Vorst, René van Asten als zijn hofcomponist Andreas, de Vorstenlikker. krijgt zijn prachtig, maar er hapert iets aan de invulling ervan: zij komen dikwijls te weinig op spanning De teksten van Larsen. vertaald door Karst Woudstra. zijn meestal niet eenvoudig, geen voor de handliggen de mededelingen. Je zou ze tenminste goed willen verstaan, en daar hapert te veel aan Er hapert meer aan de tekstbehande ling. en dat houdt verband met de spelopvatting. De meeste figuren krijgen, zowel op zichzelf als in hun onderlinge verhoudingen, weinig spanning, weinig uitstraling, en dat moet te maken hebben met de ma nier waarop de regisseur hen zich laat gedragen én laat praten. Ze blijven, denk ik. te realistisch, te gewoon, te klein, in een spel dat je moeilijk rea listische kunt noemen gel SU gel bei he wo Ne gu gr< lar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 4