)oe-Het-Zelvers kochten
oor 150 miljoen aan verf
Teruggang textiel lijkt te minderen
rweespalt in Mexico
verdeling olierijkdom
r>
L»
over
5% extra verstandig met energie
móet toch haalbaar zijn:
brug open? motor af.
OESO is somber
~5rdere groeimogelijkheden beperkt
pxtielgroep Twenthe niet pessimistisch over eigen bedrijf
Beneluxlanden gaan samen
olieschaarste bestrijden
Bruidjes niet
zo gelukkig
Benzine op Curasao
gerantsoeneerd
RDAG 2 JUNI 1979
FINANCIEN EN ECONOMIE
TROUW/KWARTET
27
n een onzer verslaggevers
ÏSTERDAM In ons land werd vorig jaar voor een bedrag van 860 miljoen gulden aan verf
'kocht. Een groei van ongeveer drie procent vergeleken met het jaar daarvoor. Van de totale
fverkopen had 130 a 150 miljoen betrekking op de Doe-Het-Zelf-sector.
Doe-Het-Zelf (DHZ)-markt voor
t werd de laatste jaren, aldus de
ictie van de verffabriek Brink/Mo-
Beheer, in positieve zin beïnvloed
ir stijgende welvaart, vrije tijd en
in woningbezit. Schilderen is de
►ste verrichte DHZ-activiteit in
land.
hoge verfverbruik en de opkomst
i nieuwe DHZ-activiteiten waar-
ir geen verf vereist is te denken
t aan de verwerking van hardhout,
[ïwe vormen van wandbekleding
beperken echter de verdere groei-
jelijkheden van verf in de DHZ-
,or. Dit neemt niet weg, dat de
wachtingen van Brink/Molyn voor
5HZ-markt positief zijn. De huidi-
landacht voor de verfraaiing van
ruimten en het scheppen van
t kan bijvoorbeeld een marktver-
nend effect hebben.
directie van Brink/Molyn, één van
belangrijkste producenten in Eu-
a van zogenaamde „private label"
der eigen merk) verven voor groot-
ikelbedrijven, waartoe in Neder-
d o.a. de Hema kan worden gere
id, meent dat de kleinere DHZ-
en het voortdurend moeilijker
gen door de vele bouwmarkten en
Z-supermarkten, die zich nog
irtdurend in aantal uitbreiden,
ie grote zaken willen overigens
Is meer volledige pakketten. Dat
zeggen, zij willen niet alleen bus-
verf afnemen, maar wensen ook
ndbekleding, gereedschap voor
verven e.d.
Duwmarkt
S gevolg van de DHZ-activiteiten
I de toepassing van vervangende
materialen ziet de directie in de
bouwmarkt voor de verffabrikanten
vooralsnog weinig groei. Daarente
gen lijkt een verdere vermindering
van het verfgebruik in de woning
nauwelijks denkbaar. De toepassing
van hout, dat beantwoordt aan de
groeiende behoefte aan meer variatie
in de bouw kan zelfs een stimulerend
effect hebben. Bovendien, aldus de
directie, heeft ten gevolge van bezui
nigingen het verfonderhoud in ons
land een achterstand opgelopen. Er is
dus een inhaalvraag aanwezig.
Van nog gToter gewicht is het over
heidsbeleid, dat bepalend is voor de
omvang van de nieuwbouwactivitei-
ten in Nederland, maar ook voor de
renovatiebouw. Juist deze sector
kampt met de trage beslissingssnel
heid van overheidsinstanties. Ander
zijds kan de toepassing van verf als
kleurgever een duidelijke rol vervul
len bij de verbetering van het leef- en
woonmilieu. Sommige naoorlogse
grauwe betonnen stadswijken drei
gen te verpauperen en veroorzaken
sociale problemen. Een toepassing
van kleur zou veel aan wijk verbete
ring kunnen bijdragen, gelooft de di
rectie.
Kleur in woestijn
Een belangrijke ontwikkeling bij
Brink/Molyn is het streven naar inter
nationalisatie van het bedrijf. In de
ontwikkelingslanden, aldus de direc
tie, en met name in de rijke olielan
den, neemt het verfgebruik recht
evenredig met de inkomsten van die
landen toe. „Er komt kleur in de
woestijn. Door het oliegeld dat bin
nenstroomt, worden alsmaar meer
tenten verwisseld voor huizen en wor
den oude krotten opgeruimd. Kort
om, er is sprake van een grote bouw
activiteit in die landen en daarmede
gepaard gaat een toenemend verfge
bruik."
Het opnamevermogen van de Saoedi-
Arabische markt noemt de directie
aanzienlijk. De uitbreiding van be
schermende overheidsmaatregelen
onderstreept daarbij het belang van
een lokale vestiging. In andere lan
den van het Midden-Oosten is dat
trouwens eveneens het geval. Niet
alleen de bouwactiviteit in de olielan
den van het Midden-Oosten staat
overigens borg voor een goede afeet
van verf, ook de oliewinning speelt
een rol. De zwavel, die in de olie zit,
veroorzaakt namelijk aan de be
staande olie-installaties de nodige
corrosie (roest), zodat het zaak is deze
projecten van een goed beschermen
de verflaag te voorzien.
In Egypte dat, naar het zich laat
aanzien in de toekomst van toene
mend belang zal worden als oliepro
ducent, wil de vennootschap samen
met een lokale partner ook een verf
fabriek opzetten. De politieke ont
wikkelingen het conflict tussen de
Arabische wereld en Egypte heeft
■er echter toe geleid, dat op dit mo
ment even de kat uit de boom wordt
gekeken.
„We proberen trouwens bij voorkeur
in die ontwikkelingslanden te gaan
zitten waar de bevolking niet met een
lege maag rondloopt. Dat laatste be
vordert namelijk de kansen op revo
luties e.d. Een politiek stabiel kli
maat in een land is van belang."
Vorig jaar betreurde Brink/Molyn
het, dat de onderhandelingen over de
vestiging van een verffabriek in Iran
werden afgebroken omdat een moge
lijke partner in dat land te veel vroeg.
Achteraf is de directie blij, dat dit zo
is gelopen.
Het jubileumjaar is voor het bedrijf
een gunstig jaar geweest. De omzet,
incl. die van minderheidsdeelnemin
gen, steeg tot in totaal 92 miljoen.
Ongeveer 25 procent hiervan heeft op
de staalsector, zoals industriële con
structies en scheepsbouw, betrek
king. Het restant wordt in grote lij
nen gelijkelijk verdeeld tussen de
sector bouwnijverheid en Doe-Het-
Zelf
in een onzer verslaggevers
IjMELO Het lijkt erop dat in de textielindustrie de
ggang in de werkgelegenheid begint te verminderen en in
:ele sectoren tot staan is gebracht. Dat schrijft de directie
de Textielgroep Twenthe in het jaarverslag.
directie wijst erop dat nu de
van textiel groten-
pis is verdwenen naar de ontwikke-
m gslanden het overgebleven deel
Ih heeft gespecialiseerd op produk-
fi met een modieus aspect. Op hoge
jhnische kwaliteit, op flexibiliteit
een hoge servicegraad. Deze for
ties zijn ook voor de toekomst be
llend. Voor het eigen concern is de
rectie niet pessimistisch.
it de Textielgroep Twenthe een
rlies van 125.000 in 1977 kon om-
;ten in een winst van 1,11 miljoen
is grotendeels te dhnken aan het
koppelen van de spinnerijactivi-
Iten, die samen met andere spin-
rijen zijn ondergebracht in het
euwe bedrijf Spinnerij Nederland,
tor de overblijvende bedrijven in
•xtielgroep Twenthe (Wisselink we-
rij in Enschede), De Gunne (confec-
in Weerselo, Koala Tricotage in
ilten en Textieldrukkerij Swinkels
Geldrop ziet de directie duidelijk
ogelijkheden. In 1978 steeg de om-
t van deze bedrijven met 2 procent.
>or 1979 wordt een verdere beschei-
in omzetgroei verwacht en een ten-
inste gelijk resultaat.
VOLVO: Directeur Gyllenhammar
m het Volvo-concern heeft op de
larvergadering in Gothenburg ge-
!gd dat de onderhandelingen met de
iederlandse regering over steun aan
blvo Car binnen een maand afge
rond zullen worden. Gyllenhammar is
optimistisch. Uitgangspunt bij het
overleg is dat Volvo Car in 1980 winst
moet gaan opleveren.
Het concern heeft tot nu toe ƒ250
miljoen in Volvo Car gestoken. Maar
als wij voor de ontwikkeling van een
middelgrote auto (de Volvo 343) een
bedrijf in Zweden hadden moeten op
zetten had dat minstens ƒ500 mil
joen gekost, aldus de directeur. De.
Volvo-groep heeft in het eerste kwar
taal 112 miljeon verdiend tegen 72
miljoen in dezelfde periode van 1978.
WOOLWORTH Het Canadese
concern Brascan heeft zijn bod van
1,25 miljard dollar (ƒ2,6 miljard) op
de warenhuisgroep Woolworth zon
der opgaaf van reden ingetrokken.
Brascan is steeds dwarsgezeten door
zijn grootaandeelhouder, de beleg
gingsmaatschappij Edper Equities.
Waarschijnlijk is het belang van Ed
per in Brascan door middel van aan
kopen op de New Yorkse beurs intus
sen groter dan 31 procent.
HOLEC doet een openbaar bod op
alle nog uitstaande aandelen in de
handelsonderneming Reiss. Holec
geeft 105 per aandeel van nominaal
25. Het bestuur van Reiss gaat met
het bod akkoord maar voorwaarde is
nog dat de fusiecommissie van de
SER geen openbare berisping uit
spreekt. Holec heeft al 45 procent van
de aandelen Reiss in handen. Door
eenmalige ooizaken verloor Reiss vo
rig jaar 6.4 miljoen. Winst in 1977
was 1.6 miljoen. Dividend 1978:
nihil
PEEK CLOPPENBURG De
winst na belastingen steeg in 1978
met 45 procent tot 13,8 miljoen
waaruit een dividend van 36 (26) is
voorgesteld. De omzet nam met 18
procent toe, deels door uitbreiding
van het aantal zaken. Er kwamen in
1978 vijf Mac en Maggie-filialen bij
(jonge mode), dit jaar volgen er nog
negen vestigingen bij waardoor er in
totaal 23 zullen zijn. Er komen dit
jaar drie gewone P&C-zaken bij, die
het totaal op 33 brengen. Daarnaast
zijn er nog twintig filialen van Lam-
pe-Haags Modehuis (damesmode).
Ook hier zijn plannen voor verdere
uitbreiding. In België zijn nu vier
P&C-zaken. De omzetstijging zal in
1978 minder groot zijn dan vorig jaar.
Mede gezien de zeer forse winstgroei
in 1978 kan het netto-resultaat dit
jaar lager uitkomen.
•NATIONALE NEDERLANDEN
zette in het eerste kwartaal 11 pro
cent meer om. De nettowinst per aan
deel zal naar verwachting in 1979
evenveel stijgen als in 1978 (10 pro-
ADVERTENTIE
PARIJS (Reuter) De economische vooruitzichten voor de
belangrijke niet-communistische industrielanden in de we
reld zijn somber.
Een vertrouwelijk rapport van de Or
ganisatie voor Economische Samen
werking en Ontwikkeling (OESO)
aan haar commissie voor het econo
mische beleid vermeldt, dat de indu
strielanden gevangen zitten in een
vicieuze cirkel waaraan de stijging
van de energiekosten, de inflatie en
de starre aard van hun economieën
ten grondslag liggen.
De OESO raamt de economische
groei in de 24 landen van de OESO in
1979 op 3,4 procent, 0,3 procent min
der dan in 1978. De inflatie in de
meeste OESO-landen zal toenemen.
Deze ramingen zijn gebaseerd op de
vooronderstelling dat de prijzen van
ruwe olie dit jaar met 16 procent
stijgen. De nieuwste gegevens tonen
echter aan, dat de OESO-landen nu
al 28 procent meer voor hun ingevoer
de ruwe olie moeten betalen dan aan
het begin van dit jaar. Als de prijzen
in de loop van het jaar op het huidige
niveau blijven, houdt dat in dat de
gemiddelde prijsverhoging voor ge
ïmporteerde ruwe olie dit jaar 22 pro
cent zal bedragen.
De groei van de Amerikaanse econo
mie zal dit jaar 3,1 procent bedragen,
verwacht de OESO, dat is 0,3 procent
minder dan de gemiddelde groei in de
OESO-landen. Deskundigen hechten'
daarom veel belang aan het economi- j
sche beleid in de Westeuropese lan-,
den. De economische groei in deze(
landen moet krachtig gestimuleerd'
worden zonder dat de inflatie uit de1
hand loopt. De consumentenprijzen
in de VS zullen dit jaar met 8,3 pro
cent stijgen, verwacht de OESO. te
gen 6,8 procent in 1978. De inflatie in i
alle OESO-landen zal gemiddeld 7.8
procent gaan bedragen.
Van een onzer verslaggevers
BRUSSEL Als de olienood aan de man komt, zullen de drie
Beneluxlanden samen de problemen het hoofd bieden.
In een ministersbijeenkomst in Brus
sel, waaraan van Nederlandse zijde
werd deelgenomen door Van Aarden-
ne (economische zaken) en Albeda
(sociale zaken), is besloten dan te
nemen maatregelen op elkaar af te
stemmen. Bij maatregelen wordt in
de eerste plaats gedacht aan een rij
verbod voor voertuigen en aan een
beperkte openstelling van pompsta
tions. Samengewerkt zal er worden
als bepaalde vormen van voorraad-
vorming moeten worden verboden,
bij het beperken van de snelheden
voor auto's en bij een eventueel in te
voeren distributiesysteem. Over za
ken, zoals normen voor de verwar
ming van gebouwen en verlichting
daarin, zal men elkaar raadplegen
alvorens tot maatregelen over te
gaan.
Van Aardenne wees er zijn Belgische
en Luxemburgse collega's op, dat de
Nederlandse regering de zomer af
wacht voordat wordt overwogen of
verdergaande maatregelen nodig zijn
dan tot nu toe getroffen zijn. Dit
houdt overigens niet in, dat niet eer
der maatregelen zullen worden geno
men als dat nodig blijkt.
cent). Dit inclusief de onlangs verwor
ven Life Insurance Company of
Georgia.
BEERS (import en verkoop van
Scania Vabis-vrachtauto's) zag het
nettoresultaat vorig jaar dalen van
7,66 tot 7,23 miljoen, maar dat
kwam grotendeel door achterstand in
de afleveringen. De omzet steeg 2,5
procent. De gang van zaken is tot nu
toe zodanig dat handhaving van het
dividend mogelijk lijkt.
SRV: de detailhandelsomzet van
deze rijdende winkelorganisatie steeg
in 1978 met 10,7 procent en over
schreed de anderhalf miljard. SRV
ziet nog zo'n 700 800 bakkers en
groentezaken verdwijnen, wier klan
dizie voor een deel door de SRV zou
den kunnen worden overgenomen.
VAN REEUWIJK (woninginrich
ting) ziet betere resultaten in 1979.
Maatregelen die gedeeltelijk al zijn
uitgevoerd zullen (zo verwacht men)
het marktaandeel vergroten. Er zijn
kleinere filialen gesloten en nieuwe
grote geopend. Nettowinst 1978: 1,0
(0,82) miljoen.
Voor SCHOKBETON zal 1979
moeilijk worden, aldus het jaarver
slag. Schokbeton leverde op grote
schaal betonelementen voor het
Ogem-project in Saoedi-Arabië maar
nu dit project bijna klaar is, laten
nieuwe opdrachten op zich wachten.
Er is nu overcapaciteit. De fabriek in
Vianen gaat dicht, die in Zwijndrecht
blijft. Door het Arabische project
(Schokbeton is een meerderheidsbe
lang van Ogem) steeg de winst vorig
jaar van 0,5 tot 5,4 miljoen. De
omzet groeide van 80 tot 112 mil
joen. Het Arabische project droeg
voor 55 miljoen in de omzet bij.
De belangstelling voor siera
den met kleine diamanten
groeit nog steeds, meldt de die-
rectie van Eduard Goudsmit in
Rotterdam. Er is in dit land
echter ook sprake van een flin
ke achterstand op de ons om
ringende landen. „Zo werden
bijvoorbeeld in 1977 slechts ne
gen van de honderd bruidjes in
Nederland gelukkig gemaakt
met een diamanten ring, in
Groot-Brittannië waren het er
66, in België 46 en in Duitsland
27 van de honderd, staat in het
jaarverslag. Als Nederlandse
bruidegommen net zo diep in
de beurs tasten als buitenland
se „zijn er grote mogelijkheden
tot omzetverbetering".
Diamant is in de loop van 1978
duurder geworden. De prijsstij
gingen werden deels veroor
zaakt door de afkalvende dol
lar. deels door politieke span
ningen in verschillende delen
van de wereld met als gevolg
vraag naar waardevaste artike
len en speculatieve vraag, al
dus Goudsmit. Gouden siera
den bleven vorig jaar eveneens
in trek. Wel werden ze, door de
oplopende prijs van het edele
metaal, lichter. Goudsmit be
haalde in 1978 een 7.5 procent
hogere omzet en een winst van
422.000 (324.000) gulden.
In Brussel is verder afgesproken, dat
de Benelux maandelijks overleg zal
plegen over de energiesituatie. In dat
overleg zullen vooral de bevoorrading
en het verbruik van aardolie ter spra
ke komen.
Door staking bij Shell
WILLEMSTAD (ANP) Het be
stuurscollege van Curacao heeft de
benzinevoorziening op het eiland aan
banden gelegd. Naar het zegt heeft
het deze maatregel genomen uit voor
zorg in verband met de staking bij de;
Shell-bedrijven. De maatregel houdt!
in, dat met ingang van donderdag 5'
pompen per dag van benzine worden
voorzien.
De staking verloopt overigens rustig,
maar dreigt wel over te slaan naar
andere sectoren. Gisteren zijn alle
scholen op Curagao gesloten in ver
band met de benzineschaarste. De
bevoorrading van de benzinepompen
was ook gestaakt, maar wordt mo
menteel verzorgd door stafleden van
Shell, die in plaats van de chauffeurs
achter het stuur van de vrachtwagens
kruipen.
Eergisteravond zou een vergadering
plaatsvinden van de petroleumwer-
kersfederatie PWFC. Onder de sta
kers zou grote ontevredenheid be
staan over het doorgaan van de leve
ringen aan de pompen, omdat daarbij
de veiligheidsvoorschriften zouden
worden verontachtzaamd. Van vak
bondszijde beschuldigt men Shell er
verder van voor bepaalde werkzaam
heden mensen aan te trekken,- die
niet bij het bedrijf werken.
ADVERTENTIE
m
Maak medische hulp voor
het Palestijnse volk
mogelijk
MEDISCH KOMITEE
PALESTINA
GIRO
SI68300
[EXICO-STAD Nu Mexico binnen niet al te lange tijd zal behoren tot de grootste olie-
ïporterende landen, maken economen en andere geleerden zich al druk over de verdeling van
e verwachte inkomsten. De ruzie over de richting waarin het land zich moet ontwikkelen.
Kitst zich steeds meer toe op de vraag: sterke economie of een sociaal bewustzijn?
bor Marion Laudy
uwweg zijn de Mexicaanse geleer
en verdeeld in twee kampen. Aan de
ie kant staan de „desarrollistas"
ntwikkelaars), de aanhangers van
en snelle economische groei ten kos-
van elke prijs. Zij gaan er van uit
at hieruit te zijner tijd de welvaart
utomatisch zal neerdruppelen op
11e sociale lagen van de bevolking,
ij staan recht tegenover de „hervor-
lers", die vinden dat eerst de hele
ructuur in Mexico moet worden ver-
nderd. Deze laatste groep zegt dat
e politiek van de desarrollistas juist
e schuld is van de. op z'n zachtst
ezegd, ongelijke verdeling van de
felvaart.
iet verschil tussen de twee stromin-
n komt duidelijk tot uiting in Mexi-
o's „nationaal ontwikkelingsplan
oor wetenschap en techniek". In dit
ilan ligt de nadruk sterk op toege-
laste wetenschap natuurlijk van
lelang voor een ontwikkelingsland,
laar de zuivere wetenschap wordt
ehandeld als een stiefkind: de moge-
jkheden hiervan worden onderge
waardeerd en slechts beoordeeld op
het onmiddellijk nut of het ontbre
ken daarvan.
Er is natuurlijk niets op tegen om de
dingen te beoordelen op hun prak
tisch nut. Het nationale ontwikke
lingsplan van Mexico gaat echter
slechts over een wetenschap, die eco
nomisch rendement moet opleveren.
De echte beoefening van de weten
schap is naar de achtergrond ver
schoven, wegens gebrek aan direct
economisch nut. Het grote sociale
nut wordt vergeten.
Want de basiswetenschap heeft on
der meer als taak een kritisch gewe
ten te ontwikkelen, hetgeen inhoudt
dat moderniseringen kritisch moeten
worden bekeken en de sociale be
wustwording gestimuleerd. Deze fac
toren zijn onmisbaar voor een goede
opleiding van beroepskrachten, een
van de grootste behoeften van ont
wikkelingslanden. Maar omdat dit
niet direct bijdraagt tot de materiële
welvaart van het land. wordt het be
schouwd als een slechte investering.
De „hervormers" zijn echter van me
ning dat het stimuleren van de econo
mische groei in Mexico de huidige
ongelijke verdeling van de welvaart
alleen maar zal vergroten. Kijk maar
naar de snel groeiende sloppenwij
ken, de ondervoeding van meer dan
de helft van de bevolking en de crisis
in de agrarische sector, waar van de
zeven miljoen boeren er slechts twee
miljoen werk hebben. Meer dan de
helft van de bewoners op het platte
land heeft geen stromend water en de
meeste gezinnen leven van een inko
men van minder dan tachtig gulden
per maand. Deze situatie zal niet van
zelf verbeteren, hoe groot de inkom
sten van de olie ook zullen zijn. De
Arabische landen zijn daar een spre
kend voorbeeld van.
De miserabele omstandigheden van
de plattelandsbevolking waren voor
een groep jonge economen aanleiding
de koppen bij elkaar te steken en
geen genoegen te nemen met het dooi
de regering voorgestelde „ontwikke
lingsprogramma". Als het al waar is
dat door een grote economische groei
de welvaart uiteindelijk ook naar de
allerarmsten zal doorsijpelen, dan
kan dat nog generaties duren, ver
moeden deze economen. Zij wantrou
wen dan ook de uitspraken van presi
dent Lopez Portillo, dat de oliewel
vaart hoofdzakelijk ten goede zal ko
men aan de Mexicanen die dat het
hardste nodig hebben.
De tegenstanders van louter econo
mische ontwikkeling krijgen steun
van sociologen, die denken dat de
keuze beperkt is: óf de regering ver
andert het ontwikkelingsmodel ten
gunste van de allerarmsten, öf er
komt een nieuwe revolutie. Want het
elan van de revolutie van 1910, waar
bij de boeren een belangrijke rol heb
ben gespeeld, sluimert nog steeds op
het platteland. Het is niet uitgesloten
dat zij de revolutionaire geest over
brengen naar de grote steden, omdat
steeds meer boeren de moed opgeven
en naar de sloppenwijken trekken,
waar hun een bedelaarsbestaan
wacht.
Het beeld van de agrarische sector
van Mexico, toch nog altijd een ont
wikkelingsland, is bijna surrealis
tisch. Enorme agrarische bedrijven
nemen steeds meer goede en met
overheidssteun geïrrigeerde grond in
beslag voor de produktie van export
gewassen. De kleine boeren zijn niet
meer in staat tegemoet te komen aan
Mexico's eigen behoefte aan voedsel,
omdat ze geen geschikte grond krij
gen. De invoer van voedsel stijgt de
laatste jaren snel. terwijl de kleine
Door de ontwikkelingsplannen van de Mexicaanse regering zal dit gezin weinig baat hebben bij de olierijkdom van
het land.
boeren letterlijk van hun land wor
den gedreven, zodat grote bedrijven
door exportgewassen kunnen telen.
Nooit hebben deze boeren systema
tisch technische hulp gekregen. Dat
hoeft helemaal niet zo duur te zijn,
indien „mobiele eenheden" van stu
denten letterlijk in het veld onder
richt zouden geven. Er is slechts wei
nig technische hulp nodig om de boe
ren op een aanzienlijk beter be-
staansniveau te helpen. Maar door de
obsessie van „het grote geld" bestaat
er een gebrek aan belangstelling voor
de problemen van de plattelandsbe
woners.
Deskundigen wijzen er tevergeefs op
dat als de regering een deel van de
financiële steun aan commerciële gi
ganten op een goede manier zou be
steden om de landarbeiders en kleine
boeren op weg te helpen, het beeld
van het platteland drastisch zou ver
anderen De bewoners zouden in
staat zijn zichzelf en hun gezinnen te
voeden en de produktie zodanig te
verhogen dat Mexico in zijn eigen
voedselbehoeften kan voorzien. Bo
vendien zouden ze wat zelfvertrou
wen herwinnen: de tijd dat zij bloot-
voets naar de steden trekken om de
rest van hun leven in sloppen door te
brengen, zou voorbij zijn.