Kiinee-Bissau bouwt op eigen kracht
Mleen de armoede hebben we verdeeld'
Ijg
,G 19 MEI 1979
25
BUITENLAND
Banneke Wijgb
,U Precies om zes uur
elke avond op het Plein
Nationale Helden de
5eel-groene vlag gestre-
De plechtigheid heeft
reg van de Nederlandse
jherdenking op 4 mei.
s stoppen, toevallige
nten onderbreken hun
:ling. Ernstig en stil
naar de vlag gekeken.
A vanuit de ooghoeken
het gedrag van de me-
t nauwlettend in de ga-
touden.)
ijkse ceremonie heeft nog
n betekenis ingeboet. De vlag
rotse symbool van de gewon
ijd voor een onafhankelijk
Bissau. Meer dan elf jaar is
de dorpen strijd geleverd te-
Portugese overheersers, die
f eeuwen oude kolonie niet
isten te geven aan de enige
eigenaars: de bewoners van Guinee-
Bissau. De vlag is tevens het symbool
van de wederopbouw van het land.
Sinds 24 september 1973, de dag
waarop de vrijheidstrijders de onaf
hankelijkheid uitriepen, zijn de
schouders onder deze gigantische
operatie gezet.
De Portugezen hebben de Guineeërs
niets cadeau gedaan. Na hun vertrek
de officiële overdracht vond plaats
op 10 september 1974 troffen de
vrijheidstrijders een nagenoeg lege
schatkist aan. Het land was een puin
hoop, dè bruggen waren opgeblazen,
de wegen vernield. De elektriciteits
centrale was door de Portugezen op
het laatst nog onklaar gemaakt. In
Bissau, de hoofdstad die tot het einde
in Portugese handen was gebleven,
was het leven onder invloed va* het
westen nogal verloederd. De prostitu
tie tierde welig, het drankmisbruik
had ongekende proporties aange
nomen.
Slavenhandel
Nee, goed werk hebben de Portuge
zen in Guinee-Blssau niet verricht. In
1446 in de tijd van de grote ontdek
kingsreizen, werd Gulnee tot Portu
gees grondgebied verklaard. Het land
werd de bakermat voor de slavenhan
del. De Indianen in Brazilië, dat even
eens door de Portugezen was ver
overd, bleken niet bestand tegen de
barre werkomstandigheden op de
plantages. Hun plaats werd ingeno
men door negers uit Guinee. Later
gingen de Portugezen ook goedkope
werkkrachten leveren aan de Caribi
sche eilanden, aan Mexico en aan
Noord-Amerika.
In de twintigste eeuw greep het fas
cistische bewind van de Portugese
dictator Salazar nog dieper in op het
leven in Guinee. Daarvoor waren de
boeren betrekkelijk met rust gelaten,
voorzover je de bemoeienissen van de
slavenhandelaren rustig kunt noe
men. Salazar dwong de boeren tot het
betalen van hoge belastingen. Nu is
Guinee een vruchtbaar land, maar de
slopende temperaturen en de vele
tropische ziektes laten geen overvloe
dige oogsten toe. De vrouwen moes
ten wegen aanleggen, van zonsop
gang tot zonsondergang, zonder een
minuut rust om wat rijst te eten.
Voor de inspanningen van de vrou
wen en de boeren hebben de Portuge -
zen weinig terug gedaan. Het onder-
inee-Bissau is bijna
i groot als Nederland,
i land telt een miljoen
oners. De belangrijk-
bron van bestaan is de
jdbouw. De industrie le-
één procent van het
tonale inkomen. De lo-
i zijn laag. Gemiddeld
fdt 4000 pesos verdiend,
I is nog geen 320 gulden
I maand. Het minimum-
ai ligt op 2400 pesos (200
Hen). De president ver-
nt 19000 pesos, onge-
•r 1500 gulden. Werk
meid komt vooral voor
|e hoofdstad Bissau. De
kswinkels vormen het
|otste staatsbedrijf.
1977 waren er al 129
kswinkels, die de han-
tussen de boeren en de
ticulieren stevig in de
id houden. Een handi
voor de handel zijn de
ihte wegen en de gerin-
transportmogelijkhe-
Er rijden geen treinen
er zijn onvoldoende
chtwagens. Het komt
ge r dat in het zuiden de
rijst ligt te rotten, terwijl
in de hoofdstad de mensen
doodgaan van de honger.
Van het 3500 km tellende
wegennet is slechts 420 km
geasfalteerd. Tijdens de
regentijd, die duurt van
mei tot november, maken
de zware regenbuien de
zandpaden onbegaanbaar.
De kindersterfte in Gui-
nee-Bissau is hoog. Drie
van de vijf kinderen ster
ven voor hun vijfde ver
jaardag. Oorzaken zijn
vooral ondervoeding en
slechte hygiëne. De ziektes
die het meest voorkomen
zijn malaria, infecties aan
de ingewanden, oogziektes
en bronchitis.
wijs werd overgelaten aan de paar
missionarissen die voet aan wal zet
ten. De medische verzorging was uit
sluitend bestemd vóór de kolonisten,
die zich in Bolama, de vroegere
hoofdstad, en in Bissau hadden ge
vestigd. Vanuit het gezichtspunt van
de Portugezen viel er ook niet veel te
halen in Guinee. Er zijn geen bodem
schatten zoals in Angola, een andere
Portugese ex-kolonie. Het land
neemt geen strategische positie in
zoals de Kaapverdische Eilanden.
Amilcar Cabral
Een handvol Guineeërs kreeg de rol
toebedeeld van „assimilado". Zij
mochten naar het lyceum, een enke
ling kon zelfs in Lissabon studeren.
Na hun studie kwamen zij in dienst
van de Portugese kolonisten. Het ef
fect van deze elitevorming was twee
ledig: de Portugezen beschikten over
inheemse ambtenaren en tegelijk
werdde massa berooidvan haar voor
mannen. Zij die op hadden moeten
komen voor hun volk, schaarden zich
in de rijen van de overheersers. De
oude verdeel en heerstruc was weer
gelukt.
Een van de uitverkorenen was Amil
car Cabral. Hij werd in 1924 geboren
in Bafata. Tijdens zijn studie in Lis
sabon voor landbouwkundig inge
nieur kwam hij in contact met
Agostinho Neto en Mario de Andrade,
twee Angolezen, die later een belan
grijke rol hebben gespeeld in de
MPLA, de bevrijdingsbeweging van
Angola. Gezamenlijk richtten zij het
Centrum voor Afrikaanse Studies op.
Officieel een studieplaats voor de
Afrikaanse talen, maar in feite diende
het centrum de vrijheidsstrijd. Hier
hervonden de Afrikaanse studenten
hun Afrikaanse identiteit.
In 1956 werd Cabral een van de op
richters van de PAIGC, de Afrikaan
se Partij voor de Onafhankelijkheid
van Guinee en de Kaapverdische Ei
landen. Het plan om via onderhande
lingen met de Portugese kolonisten
de onafhankelijkheid te verkrijgen
lieten Cabral en de zijnen snel varen
toen op 3 augustus 1959 een staking
van havenarbeiders bloedig werd
neergeslagen. Vijftig mannen werden
door agenten van de Portugese gehei
me politie gedood. Deze reactie op
een rechtvaardige els was zo absurd,
dat een maand later de leiders van de
PAIGC de strijd verklaarden aan de
Portugezen „met alle middelen, in
clusief de oorlog".
Als in april 1960 de Portugezen men
sen van de PAIGC arresteren, wijkt
Amilcar Cabral uit naar Guinee-Co-
nakry. Daar ontwikkelt hij zich tot de
theoreticus van de Afrikaanse bevrij
dingsbeweging. Hij baseert zijn ge
schriften op het marxisme-leninisme,
maar past zijn analyse aan bij de
Afrikaanse werkelijkheid. Tot op de
dag van vandaag wordt verwezen
naar zijn uitspraak: „De mensen zijn
alleen bereid zich opofferingen voor
de strijd te getroosten als het gaat om
een directe verbetering van het le
venslot. om een betere toekomst voor
hun kinderen. Men is niet bereid te
strijden voor de prachtige theorieën,
die de leiders van de strijd in hun
hoofd hebben".
Vrijheidsstrijd
Vanuit de buurlanden Gulnee-Cona-
kry en Senegal wordt vanaf 1963 de
vrijheidsstrijd gevoerd. Hele gebie
den worden op de Portugezen ver
overd. Twee jaar later is reeds de
helft van het land in handen van de
PAIGC.
De aanhang groeit. Vooral in de dor
pen, waar eeuwenoude tradities het
dagelijks ritme bepalen, weet Cabral
nieuwe strijders aan te trekken, ook
onder de vrouwen.
Tweemaal trachten de Portugezen de
aanval te keren. In 1970 vallen huur
lingen het hoofdkwartier van de
PAIGC in Conakry binnen, echter
zonder Cabral te vinden. In 1972 voe
ren de Portugezen een grootscheepse
landing uit in het bevrijde zuiden.
Maar noch deze aanvallen, noch de
vele bombardementen kunnen de
vrijheidsstrijders tegenhouden. Ook
de moord op Amilcar Cabral in janua
ri 1973 dooft het vuur niet. Daarvoor
zijn hun verlangens te rechtvaardig.
De ironie wil dat de Guinese vrijheid
strijders uiteindelijk een handje ge
holpen worden door Antonio de Spi-
nola, die van 1968 tot 1973 de Portu
gese legers in Guinee heeft aange
voerd. De Spinola, die de zinloosheid
van de militaire acties in de kolonie-
ën inziet, wordt de inspirator van de
Anjerrevolutie, die in april 1974 een
einde maakt aan de fascistische dic
tatuur in Portugal. Vijf maanden la
ter erkent generaal De Spinola in zijn
nieuwe functie als hoofd van de revo
lutionaire regering de onafhankelijk
heid van Guinee-Bissau. De wederop
bouw kan beginnen.
roblemen waar de Guinese vrijheidstrijders na
Bachtsoverdracht voor staan zijn gigantisch,
iwaar hebben ze in de bevrijde gebieden enige
lurservaring opgedaan, maar een heel land van
nd af opbouwen vraagt grote deskundigheid.
ijebrek aan kader knelt het meest. Er zijn geen ambtena-
ji a het werk op de ministeries uit te voeren. Er zijn geen
lei, die reparaties kunnen verrichten. Er zijn onvoldoen
den en verpleegsters, die de talrijke oorlogsslachtoffers
en verzorgen. Er zijn te weinig leerkrachten om het
12 wijs op poten te zetten. Het koloniale beleid van de
3jé gezen in Guinee-Bissau wreekt zich andermaal
IBU
Ho:
we regering doet 'n beroep op
landen die de vrijheidstrijders
i gesteund. Op de Sowjet-Unie,
uitsland, China, Cuba, Brazi-
enNen, Frankrijk en Nederland,
ook op Portugal. Met de voor
bezetters zijn nauwe banden
Doopt. Van rancune is geen
Tomas Soares Paquete, jour-
bij de radio, vindt dat een nor-
ppak „We vochten niet tegen de
we vochten tegen een
n. Nu de vertegenwoordigers
it systeem zijn afgezet en het
is kapotgemaakt kunnen we
ted samenwerken met de nieu-
mocratische leiders. Ach, de
®se boer heeft de Portugese
itf! nooit gewild".
den, waarop een beroep wordt
L zenden technici, landbouw-
MÜgen, pedagogen, onderwij-
verpleegsters, ingeni-
'oedseldeskundigen, analisten,
U's. Als „coöperanten", zoals
"den genoemd, nemen zij tijde-
Plaatsen in van het kader, dat
rtormd moet worden. Het is
or niets dat het onderwijs een
rioriteit heeft gekregen in Gui-
»au. Van de totale begroting is
locent bestemd voor het minis-
M» onderwijs.
- *xisme -
vakmensen sturen de hulp-
l,i; te landen ook geld. Tachtig
Pt van het nationale inkomen
't uit giften en leningen uit het
tend. Deze financieel wankele
positie heeft echter niet tot een nieu
we afhankelijkheid geleid. De leiders
van Guinee-Bissau waken angstval
lig over de vrijheid. De Sowjet-Unie
heeft nogal wat druk uitgeoefend op
de regering van Guinee-Bissau om
zich officieel uit te spreken voor het
marxisme-leninisme. Tot nog toe
heeft de PAIGC die druk weten te
weerstaan. In Nó Pintcha, de enige
krant in Guinee-Bissau, verklaart
partijfunctionaris José Araujo op 20
augustus 1977: „We laten ons niet
verleiden tot deze of gene verklaring,
uitsluitend omdat het goed staat, in
de mode is, of om sommige oren een
plezier te doen. De enige leidraad die
we hebben, zijn de belangen van ons
volk".
Deze afwerende houding ten opzichte
van het socialisme en het communis
me is niet nieuw. In oktober 1971,
toen de vrijheidsstrijd nog volop aan
de gang was, antwoordde Amilcar
Cabral op de vraag of het marxisme
een rol speelde in de strijd: „U moet
me beoordelen op mijn handelingen
in de praktijk. Als u beslist dat het
marxisme is, zeg tegen iedereen dat
het marxisme is. Als u besluit dat het
geen marxisme is, zeg het eveneens.
De benamingen zijn uw zaak. Wij
houden er niet van. Vraag me alleen
of ik succes heb in de strijd. Zijn we
werkelijk bezig ons volk te bevrijden
van allerlei soorten onderdrukking?
Vraag me dat en trek uw eigen con
clusies".
Lucette Tavares. lerares op het ly
ceum in Bissau, vindt het voorba
rig om haar land socialistisch te noe
men. „Eerst moet iedereen te eten
hebben, een goed huis om in te wo
nen, een goede gezondheid. Dan pas
kun Je zeggen dat we een socialistisch
land hebben opgebouwd". Mario Go-
mes, hoofd van het departement voor
de volwasseneneducatie: „Tot nog
toe hebben we alleen de armóede
eerlijk verdeeld".
De eerste mei
Marx en Lenln zijn ook nauwelijks in
het straatbeeld terug te vinden. Een
vergeelde poster met een uitspraak
.van Lenln erop is de enige aanwij
zing. In het Huis van Cultuur staan
weliswaar de complete werken van
Marx en Lenin, in het Frans en Portu
gees. maar het wekt niet de Indruk
dat er veel wordt verkocht. Op de
eerste mei zijn geen verhoogde actlvl -
teiten te bespeuren. Nergens staan
metershoge portretten van Marx of
Lenin. Ook vindt er geen parade
plaats. De ministers en de partijfunc
tionarissen hebben deze dag uitgeko
men om hun verbondenheid met de
boeren te onderstrepen. Massaal zijn
ze die ochtend landinwaarts getrok
ken om met de boeren te picknicken.
De regering en de partij die twee
zijn nauw met elkaar verweven
hebben grote prioriteit gegeven aan
de ontwikkeling van de landbouw.
Negentig procent van de bevolking
bestaat uit boeren. Het eerste streven
is om de landbouwproduktie zo op te
voeren dat er voldoende eten is On
der druk van de Portugezen is jaren
lang sterk de nadruk gelegd op de
verbouw van aardnoten. Die lijn is
omgebogen. De produktie kent nu
een grotere variatie: rijst, bananen,
sinaasappelen, tomaten, palmnoten,
ananas, mango's en cashew-vruch-
ten.
Tegenstellingen
Toch deelt niet iedereen aan de top
de voorkeur voor de ontwikkeling
van de landbouw. Er is een kleine
stroming die meer ziet in industrial!
sa tie.
De tegenstellingen tussen de klein
schalige en de grootschalige denkers
hebben tot vreemde beslissingen ge
leid. Luis Cabral, de president en de
halfbroer van Amilcar Cabral. heeft
zijn zinnen gezet op een assemblage
fabriek van Citroen. Hij heeft zijn
tegenstanders vermurwd met de op
merking, dat de oud-strijders zo trots
zullen zijn op auto's, die in Guinee-
Bissau worden gemaakt. Cabral is
ook de initiatiefnemer voor de zes-
baanse autoweg, die het vliegveld
Bissalanca met de hoofdstad Bissau
verbindt. Dat voor de autoweg hon
derden hulzen en hutten moeten wor
den afgebroken, wordt voor lief geno
men. Nederland draagt bijna zes mil
joen bij aan dit prestigeproject.
Er zijn meer voorbeelden te noemen,
pe enorme rijstpellerij in Cumere
maakt volgens insiders weinig kans.
De slechte verbindingen vormen een
handicap bij de aan- en de afvoer.
Ook de vruchtensappenfabriek in Bo
lama, eveneens door de Nederlandse
regering mede-gefinancierd, is een
flop gebeleken.
Wordt er dan geld over de balk ge
smeten? Nee, dat zeker niet. De fa
brieken en projecten, die de op ex
pansie gerichte ministers hebben ge
wild, zullen op den duur wel hun geld
opbrengen. Alleen, hét is niet de eer
ste prioriteit. De kleinschalige den
kers zijn ook bevreesd dat op deze
manier vreemd kapitaal de overhand
krijgt in Guinee-Bissau. waardoor
een nieuwe afhankelijkheid wordt ge
creëerd. Zij blijven aandringen op de
ontwikkeling van de landbouw, om in
de eerste behoeften van de Guineeërs
te kunnen voorzien. En dergelijke
ontwikkeling maakt hen minder af
hankelijk van het buitenland.
Vertrouwen
Er is weinig reden om pessimistisch
te zijn. De vrijheidstrijd heeft veel
mensen gemobiliseerd. Het politieke
bewustzijn groeit met de dag. dankzij
de scholing die op alle onderwijsin
stellingen wordt gegeven. Ondanks
de nog alom aanwezige armoede, heb
ben de meeste inwoners van Guinee-
Bissau vertrouwen in de toekomst.
Hun zelfverzekerdheid is ongeschokt.
De regering is niet corrupt, de partij
evenmin. Het neo-kolonialisme heeft
tot nog toe geen kansen gekregen in
Guinee-Bissau. Voor een deel is dit te
verklaren uit de machtsstructuur,
zoals die bij de Balantes, de grootste
etnische groepering heeft bestaan.
Deze horizontale structuur liet geen
eigenzinnige leiders toe. De beslissin
gen werden zoveel mogelijk door alle
stamleden genomen. Een tweede ver
klaring is het ontbreken van een ge
goede burgerij. De Portugese kolonis
ten hadden het aantal „assimilado's"
zo gering gehouden in 1959 vorm
den zij 0.3 procent van de bevolking
dat zij geen machtsfactor van bete
kenis konden vrijheidsstrijd vrlbeids-
kenis konden worden.
De vrijheidsstrijd heeft een einde ge
maakt aan alle minderwaardigheids
gevoelens. Het idee een derderangs-
burger te zijn heeft plaats gemaakt
voor een sterk gevoel voor de eigen
identiteit Ze zijn Afrikaners en ze
willen het weten Augusta Henriques
zegt dan ook met trots: „Ik ben niet
in Europa geïnteresseerd, wél in Afri
ka. Daar ligt onze toekomst".