'Binnen vijf minuten iedereen gereed' UTERDAG 5 MEI 1979 REPORTAGE TROUW/KWARTET 13 Een kindertekening uit Theresienstadt. De vijfde mei: bevrijdingsdag in Nederland, I nen voor. Herinneringen aan een vreemde Voor de Joden die de concentratiekampen reis. Brood, en worst, harmonicamuziek. Ver- overleefden, kwam de verlossing soms pas woeste Duitse steden. Vlaggen in Maastricht, weken later. Opnieuw reden er goederentrei-1 en een donderend Wilhelmus. Terugreis uit Theresienstadt door Johan Meijers Met deze gedenkwaardige woor den, welke voor enige honderden de verlossing betekenden, kwam op de morgen van 6 juni 1945 een vrouwelijke Franse luitenant in haar jeep het terrein bij het kas teel te Falkenau aan de Eger bin nenstormen. Een groep uit There sienstadt afkomstige Nederlan ders wachtte daar met spanning de komende gebeurtenissen af. Weliswaar was hun nog geen kwartier tevoren verzekerd, dat die dag van een transport naar huis geen sprake zou zijn. En nu, eindelijk de kans om na zovele maanden, voor sommigen ook ja ren, het moederland terug te zien, in vrijheid; na weken van traine ren, beloften, soms vaag, soms duidelijker, plannen, die onuit voerbaar bleken, berichten over de toestand in Nederland, welke niet altijd hoopvol klonken, ein delijk de beslissing: „En cinq mi nutes, tout le monde prêt: Binnen vijf minuten iedereen gereed. Niet dat we het in Falkenau slecht had den, integendeel. Zelden zijn we zo ver wend als gedurende de twee nachten en een dag, die we daar doorbrachten. Een kasteel, ruim driehonderd jaar oud; prachtige zindelijke kribben, alles reeds voorzien van een deken. Bij het ontbijt havermout, die we in jaren niet hebben O- geproefd (met suiker), brood met jam en uitstekende koffie naar believen; voor de l^( middagmaaltijd prima tomatensoep, eer ste kwaliteit aardappels en voor de kinde ren tapiocapap. Wie had er in Theresien stadt ooit van rijstpudding gehoord? Maar het meest merkwaardige van alles: het eten werd ons gebracht en wel op echte borden. Waar waren de blikken pan netjes? We hielden ze in ere, tijdens de reis hebben ze nog vele diensten bewezen! Nog iets vreemds: er verschenen keurige ver pleegsters in Rode-Kruisuniform met be- rems, die de vloer onder de tafels en bedden gingen vegen; wij behoefden ons J tlleen maar te laten bedienen en toe te f kijken. Gelukkig, de toiletten waren zeer onzindelijk! Anders was de overgang ook J 1e groot geweest. 4 Het reizen per open vrachtauto had aan- fename maar ook minder aangename I kanten. De laatste kwamen vooral tot hun y recht toen or de route van Theresienstadt naar Falkenau hoeveel moeite het kost te om uit het voormalige getto weg te k0"16" is een geschiedenis op zichzelf fr ten van de acht overvolgepropte wagens I panne kreeg en zijn niet zeer lijd- en rreedzame inhoud over zijn reeds overla den collega's moest verdelen. Of toen een landloper, die deed of hij erbij hoorde. Üch in een van de wagens tussen een troep vrouwen en kinderen in zette en noch door vriendelijke woorden, noch 1 loor geweld te verwijderen was. Of toen uffrouw Snip en juffrouw Snap ruzie kre ten over de levensmiddelenverdeling en eerste beweerde, dat haar kind een kwart deciliter minder melk had ontvan gen dan de spruit van haar rivale. Voor al dergelijke moeilijkheden en geschillen werd een beroep gedaan op de wagenlei der; de man moest een Salomons oordeel, een engelengeduld en een onbeperkt ge voel voor humor hebben! De goederentrein is het Ideale vervoer middel voor de lange afstand. Tenminste, wanneer de reis in vrijheid wordt ge maakt. Ook de heenreis maakten we in een goederentrein. Deze duurde „slechts" veertig uur; het is niets als men weet, dat groepen uit concentratiekampen, die van daar in de loop van april naar Theresien stadt werden overgebracht, twee tot drie weken reisdenzonder voedsel. Onze trein was heel comfortabel; of schoon de Franse wagon in Falkenau nog geheel leeg was. vertrok hij keurig gestof feerd met kisten, lange banken, die haas tig in elkaar waren getimmerd, en zelfs ontbraken niet de leren autozittingen en trijpen tweede-klassekussens. Waar we al die rommel zo gauw vandaan hadden ge sleept, is mij nog een raadsel, maar vele handen maken licht werk en het devies „help uzelf" heeft een ieder die in kampen heeft doorgebracht, leren toepassen. De service was enorm: vlak voor het ver trek bijvoorbeeld kwam er een heer, die blijkbaar niets anders te doen had, de trein langs met een pot witte verf en een grote kwastof we de wagens niet een beetje wilden beschilderen? Natuurlijk hebben we hiervan dankbaar gebruik ge maakt. Nationale en andere opschriften ontbraken evenmin als het doel van onze reis in Russische karakters althans de schilder beweerde, dat de verzameling omgekeerde N's en H's. die hij produceer de, „Amsterdam" moest voorstellen. De trein zou overigens niet daarheen gaan Niemand wist trouwens precies het doel van de reis; ons was gezegd Metz en dan verder naar Parijs. De machinist wist het al evenmin en trok er zich bitter weinig van aan. want precies over de Beierse grens werd de Tsjechische machine afge koppeld en verdween weer vanwaar hij gekomen was. Een andere machine was er niet en zou volgens de laconieke medede ling van de Duitse stationschef aan de woedende Franse treincommandant ook niet komen. Toen deze zijn orders toonde -- het doel van de reis bleek nu Bonn te zijn verklaarde de chef zich bereid per fiets een op een ander station te gaan kijken, of daar misschien een locomotief was. Brood en soep De onvolprezen meat-and-vegetables van de Amerikanen, die we in de auto hadden meegekregen waren al lang op, maar ook hier gold: help uzelf. Een kort gesprek van de transportleider met de burgemeester van het stadje, waar we gestrand wa ren en voordat de trein, na ruim twin tig uur oponthoud vertrok nu liefst, blijkbaar als compensatie, voorzien van drie locomotieven verschenen er wa gens met brood, soep met worst, ja zelfs was er bier. De burgemeester, van het type kaal hoofd, dikke neus en grijs jasje met groene zomen en tegenstander van het Hitlerregime (vroeger zouden we het soort „gemütlich" genoemd hebben) hielp zelf mee met uitdelen. Twee beren en drie olifanten van Hans Stosch Sarassani, wiens circustrein ook op dit station ge strand was, keken toe. Toen ten slotte nog een negerkolonne. de eerste die we ooit zagen, in auto's opdaagde, kort voor ons vertrek, was het spul compleet en ons onvrijwillig maar niet ongezellig verblijf eindigde in een groots bal-chaznpêtre van circusartiesten, Amerikaanse soldaten en repatriërende Hollanders onder de wellui dende tonen van twee harmonica's en een saxofoon. Deuren open— Die dingen hebben ons anders wat uit de slaap gehouden: Elke avond, zo om een ounrruNGüBER k ZWAN f IG KRONEN 1. Blijvende herin nering aan jaren in Theresienstadt: Joods noodgeld uit het kamp. Het station "Ro- the Erde" in Aken, grotendeels ver woest na bittere straatgevechten iiè Een kleine jongen uit Praag, een Jodenster op de borst, een van de ontelbaren in de Duitse kampen. uur of tien, begonnen ze te spelen, net als we de hele bodem van onze wagen keurig met stro hadden bedekt en onder zeil gingen. Niet. dat we toch niet voortreffe lijk onze nachtrust genoten: de deuren bleven wijd openstaan, alsmede de vier zijluiken, de lucht was en bleef zodoende goed en het ritme van de rijdende trein waarborgt een prima rust voor wie er even aan gewend is, mits Je maar vrij kan liggen en de bodem geen oneffenheden vertoont. Opvallend was trouwens het ontbreken van luizen, onze trouwe mak kers zolang we in Theresienstadt waren. Ze hadden de reis tóch niet overleefd want zowel bij het vertrek uit het kamp als bij de aankomst in Nederland zijn we grondig ontluisd. Het meest treffende moment van de reis speelde zich te Bamberg af. We waren heel vroeg in de morgen aldaar aangekomen en verscheidenen van onze groep gingen, daar de trein minstens een uur of vijf zou blijven staan, in de stad fourageren. Bam berg was namelijk nog geheel intact. Dat fourageren ging heel eenvoudig in zijn werk: op vertoon van een of ander bewijs, dat Je doorreizend was in een transport, gaf de plaatselijke distributiedienst voor een of twee dagen bonnen af en daarvoor kocht Je brood en worst. De Russen had den ons namelijk allemaal wat Duits geld meegegeven. De moeilijkheid was alleen, dat een en ander nogal tijdrovend was en dat Je nooit precies kon weten, wat zo'n trein in die tussentijd zou doen: later bleken dan ook een paar Hollanders in Bamberg te zijn achtergebleven. Een kapitein! - Maarhet fourage halen bleek niet meer nodig te zijn. Plotseling, tussen al de Amerikaanse en Franse uniformen, waar van het perron wemelde, vertoonde zich de Nederlandse uniform een kapitein, een luit en een paar manschappen. Het was de eerste keer, dat we de Hollandse uniform weer zagen, ik kan wel zeggen na vijf Jaren, en het enthousiasme van onze mensen laat zich niet beschrijven. En men is nu eenmaal materialist dit werd nog groter, toen de kapitein onmiddellijk energieke maatregelen nam om in de voedselschaarste te voorzien. Amerikaan se kisten met grote blikken verschenen ergens vandaan: ik zal u de inhoud bespa ren, maar het was enorm. Naast onze trein stond een andere met een Amerikaanse veldkeuken: iets mooiers en moderners op dit gebied hadden wij nog niet gezien. De militaire koks waren direct tot alle mogelijke assistentie bereid en de, onze omstandigheden in aanmerking ge nomen, fantastische maaltijd van die dag zullen degenen die de reis hebben meege maakt niet licht vergeten. Maar zeker moment evenmin. Bij het vertrek uit Bamberg verzamelden alle Hollanders zich voor de open deuren; op het moment, dat de machine aantrok werd, prachtig gelijk, in alle wagons het Wilhelmus inge zet. Heel langzaam schoof de trein het station uit: de officieren en manschappen namen de houding aan. Kapot Duitslandkapotte spoorlijnen, ge kronkelde telegraafpalen, vernielde brug gen. totaal, maar dan ook totaal verwoes te steden, waar niets levends meer te zien viel, geen hond of kat tussen de puinho pen. Emplacementen vol vernielde loco motieven. meest Duitse, ofschoon ook vele met het opschrift Ostbahn. Honder den onbruikbare wagons uit alle mogelij ke landen: de nog wel bruikbare exempla ren waren dikwijls overgeschilderd, zo staat op oorspronkelijke Nederlandse wa gons dikwijls een B van België en werden ook DR en SNCF vaak op elkanders wa gens verwisseld gevonden. BIJ Würzburg, dat ook helemaal kapot was, een verras sing: daar stond zowaar een elektrische motorwagen BD 9900 zoveel van de lijn Amsterdam-Rotterdam. Weer een Neder landse vriend, zij het dan een zwaar be schadigde. Hoe verder we naar het Westen kwamen, hoe beter het materiaal eruit zag en steeds meer Amerikaanse locomotieven en wa gons. Op een van de grote stations, waar we zoals gewoonlijk uren stilstonden, kwamen twee U. S. militairen met een grote verfpot en een schlabone en in een minimum van tijd waren bijna alle wa gens van onze trein voorzien van het op schrift: „Allied Forces". Onze Franse wa gon, een oud geval, sloegen ze over. ..Why not our car?" „Oh, it is for the Russians!" Pannekoeken Kamperen heeft zijn bekoring, vooral als Je Je eigen potje moet koken. De heerlijk heden van Bamberg waren nog wel niet op. maar enige aanvulling was altijd wel kom; waarom stond de trein in Duitsland anders midden tussen de kersenbomen en akkers met andere lekkernijen stil? Al weer was het: „Help u zelf!" In normale tijden en in een normaal land is dit een bedenkelijke mentaliteit, maar hier had niemand enig bezwaar. Een houtvuurtje op een emplacement was gauw gemaakt, in vijf minuten kookte een grote ketel met water al. En zelfs daarin had de kapitein te Bamberg voorzien, want de pakketten bevatten onder meer materialen om met behulp van een uitgesneden blikje des noods in een rijdende trein een oventje te maken. Op deze wijze had de hele wagon uitstekende pannekoeken gehad, die de kok van de Wagons-Lits niet had kunnen verbeteren! Scheren, dat ging wel wat moeilijker; beter was het daarmede te wachten tot een van de menigvuldige hal tes. Dan was mr. Engineer op de locomo tief altijd gaarne bereid zijn clientèle aan heet water te helpen, al moet je er een flinke wandeling voor over hebben. Die Amerikaanse machinisten waren toch ge zellig. een hunner kwam in onze wagon een tegenbezoek brengen. Hij zag er aller minst uit of hij zo van de machine komt en was royaal met sigaretten: waar ze zouden heengaan kan hij echter niet zeggen, hij had slechts orders tot Aken. Vlaggetjes Toen we daar eindelijk aankwamen, was het al zeer laat; het was tevens de laatste avond van de reis. Reeds 's middags, toen men rekende nog die dag in Nederland aan te komen, zijn alle „wandschilderin gen" nog eens vernieuwd en was de hele trein met verse bloemen en groene takken versierd. Overal wapperden de driekleuri ge en oranje vlaggetjes, het geheel gaf een feestelijke aanblik. Maar ook het kli maat maakte duidelijk, dat we ons land naderden: het weer. dat zich de hele reis schitterend had gehouden, sloeg om. In een stortregen rangeerden we over de emplacementen van wat eens Aken was. Eerst toen bleek het dak van een der wagons volkomen lek te zijn. zodat de mensen daar in het water zaten of lagen. Het ding moest onmiddellijk ontruimd worden, niet zo eenvoudig, want de men sen in alle andere wagons moesten gewekt worden, ze moesten ruimte maken voor reizigers en bagage uit de onbruikbaar gewordene. Ook onze wagon kreeg zijn deel: van slapen was die nacht geen spra ke meer, wel begonnen de lange reis, de spanning van het ogenblik en het slechte weer hun invloed op de stemming te doen gelden, een zekere prikkelbaarheid dreig de de overhand te krijgen. Dan werd het dag en de regen minderde; een miezerige, grijze morgen deed zijn intrede. Een nieuwe locomotief verscheen met opschrift „USA 2577 LANDEN" Lan den is een plaats in de buurt van Luik. kennelijk was de machine in België gesta tioneerd en hij was „bemand" door een Amerikaanse, een Belgische, een Neder landse machinist en een juffrouw in Amerikaans uniform een „stookster"? Al dit internationaal vertoon! Bestonden in West-Europa dan geen grenzen meer? Ze bestonden nog wel degelijk. Op zijn best Om kwart over vijf zette de trein zich in beweging, alle reizigers stonden nu voor de deuropeningen of hingen uit de lui ken om vijf minuten over half zes veranderde de zwarte-koolondergrond van de spoorbaan in een van wit grint, tegelijkertijd namen de wielen een ander ritme aan en even later passeerden we het bordje met de leeuwen en de nuchtere tekst: „Directe Belastingen, Invoerrech ten Si Accijnzen". Een man met een N S. pet op en een fiets aan de hand stond in de miezerige motregen, die ons verwelkom de. enthousiast te wuiven. Dit was Neder land op zijn best, niets ontbrak om het beeld te volmaken, we waren weer thuis. Moet ik de ontroering schetsen, die zich van velen meester maakte, juist bij het zien van dit doodgewone bordje. Of de triomftocht naar Maastricht? Hoe in Sim- pelveld weer een donderend Wilhelmus over het perron schalde, terwijl de trein "heel langzaam door dit station reed en de wisselman met de ene hand zijn installatie bediende, terwijl hij met de andere het saluut bracht, evenals de naast hem staande marechaussee Of de ontvangst ln Maastricht zelf. waar men niet wist wat te doen om ons hartelijkheid te bewijzen, meisjes in het wit langs de trein renden met soep en andere heerlijkheden, de kin deren hun handen volgestopt kregen met allerlei snoepgoed en waar Juist toen wij binnenliepen een dergelijke trein als de onze. maar vol Juichende Franse soldaten onder het spelen van de Marseillaise het station verliet? Maastricht, hartader van het interg^alli- eerde verkeer, met zijn reusachtige sta tion, de tientallen treinen en dampende locomotieven, met soldaten van alle geal lieerde nationaliteiten, de grote wel komstborden op de perrons in de Neder landse kleuren, de vlaggen, de muziek het was als een geweldige apotheose van een moeilijke reis. Mr. S. J. Meijers schreef dertig Jaar gele den zijn herinneringen aan zijn terugreis uit het concentratiekamp Theresienstadt op. Voor het eerst worden ze thans gepu bliceerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 13