luimt
uimten en relaties
in opspraak
s
Een strijd om
macht en invloed
in gezondheidszorg
ogezegd
De methode-Moerman
voor kankerbestrijding
I jf 13 APRIL 1979
BINNENLAND
TROUW/KWARTET P 13 - RHS 15
Guus van Hemert
s heeft een groot centrum voor
»rne kunst gebouwd, het
•e Pompidou of. zoals anderen
zeggen, de Beaubourg. In de
alen die je erover hoorde, klonk
eker bevreemd ontzag door:
was iets te zien van een haast
iwillige ongebruikelijkheid.
at is ook zo. Het lijkt meer op
nachine dan op een gebouw,
rige motorfietsen in de
tjes eromheen zouden gejongd
ien zijn door de immense
constructie die daar oprijst,
en koppelingen houden alles
n. Daartussen veel buizen, in
>r blauw of aluminium. Grote
n buizen ook met roltrappen
ïensen te vervoeren. Vreemd,
tegelijk en dat was men
ïten mij te zeggen allerminst
reemdend. Als je erdoorheen
dt. blij kt het bouwwerk op de
van de mens.
jetekent eigenlijk twee dingen,
eerst is het een eigenschap van
yote architectuur dat mensen
?rin thuis voelen. Dat ligt aan
ibtiele verhouding tot het
jelijk lichaam waar goede
jtecten het geheim van hebben.
Beauborg is dat te merken:
sen worden er door de grote
ten niet verpletterd maar
id. Ze voelen dat ze er mogen
Het lichaam en het gevoel
?n er ja op.
behalve de bekwaamheid
mee architectuur ruimten
geeft, is er ook voor ieder
erk de speciale kijk op mensen
rin tot uitdrukking komt. En
sin dit geval de
jcratisering. Niet alleen in die
at de cultuur die hier
poseerd wordt, een groter
al mensen bereikt, maar ook
e wijze van aanbieden zelf
idert. Een democratisch
uw. Mensen worden er niet tot
.hoogs" gedwongen. Dat is er
n als uitnodiging.
egane grond is een soort plein,
arbeiders, toeristen, Fransen
»n er in een hoekje naar een
video-uitzending of een expositie.
Je kunt er zitten, liggen, staan,
dromen. De ruimten willen niets
van de mensen, tiranniseren ze niet.
ook niet met de beste bedoelingen.
En zou je zeggen: de mensen
worden toch door al dat glas en ijzer
vervreemd van hun natuur, dan zou
je eraan kunnen denken dat de hier
als in een chemische fabriek
overheersende, buisachtige vormen
óók een gegeven zijn dat vanaf
holtedieren en zeeanemonen tot
onze spijsvertering en
bloedsomloop toe een
belangrijke rol speelt in de evolutie
van het leven.
De manier van daar samenzijn is
natuurlijk wel een heel bepaalde. Je
bent geborgen binnen één ruimte,
maar loopt toch langs elkaar heen.
Je maakt waar wat een zin van
Einstein zegt, die daar ergens in een
expositie gebruikt wordt: „Perfecte
gereedschappen maar onduidelijke
doelen zijn het karakteristiek van
onze tijd". Dat is niet alleen
negatief. Het gebouw laat dat zien.
Een eenheid van mensen die geen
speciaal doel maar wel een band
hebben. Misschien het menszijn
zelf?
Maar er zijn uitdrukkelijker vormen
van eenheid denkbaar. Die hebben
bestaan. Dat heb ik eens heel sterk
gevoeld, een paar jaar geleden. Men
had mij gevraagd mee te doen in
een oecumenische avonddienst op
Witte Donderdag, die zou gehouden
worden in de grote oude Sint
Stevens-kerk midden in Nijmegen.
Door de invallende schemer fietste
ik naar het centrum. Een
verdwaalde natte sneewbui biesde
de daken wit af. Het bleek
koopavond te zijn. Maar ik was deze
keer niet op weg om iets te kopen.
Dat kwam plotseling als een
vreugde over me: dat ik op weg was
om iets te vieren. Mijn doel was de
donkere toren die daar tegen de
avondhemel stond.
Op hetzelfde moment dat ik
daaraan dacht, leek het of de
structuur van de stad pas duidelijk
werd. De straten vielen in een
oorspronkelijker orde. Ze liepen uit
op dat gotische gebouw. En ik
voelde opeens naast mij de
onzichtbare menigte die eeuw na
eeuw was opgegaan naar die plek,
in middeleeuwse of
achttiende-eeuwse kleren, want de
kleding van gewone mensen zal
door de tijden wel gelijker geweest
zijn dan de staatsieportretten ons
doen vermoeden.
Wat vonden zij in zo'n kerk? Dat
wat ik, binnenkomend, ook zag. De
ruimte bleek prachtig
gerestaureerd. Blank. En groot.
Ook wijd: hele akkers grond. Een
plek voor mensen. En omdat het
goede architectuur is: naar
menselijke maat. Juist als in de
Beaubourg wordt de mens er
beschermd en erkend. Maar het
idee is anders. Toen niet perfecte
werktuigen en vage doelen, maar
eenvoudige werktuigen en een
duidelijk doel. Ook al waren er toen
de verwarrende politieke twisten
waar Marieken van Nimwegen voor
vluchtte en het rauwe leven waarin
zij verzield raakte: daaroverheen
was er het besef dat mensen
uitgaan van God en terugkeren
naar Hem en dit was in leerstukken,
riten en wetten uitgedrukt. Doel en
eenheid. Dat is te zien aan het
gemak waarmee zo'n kerk een heel
volk onder een baldakijn met
flonkerende ramen kon veizamelen.
Als je een moment opgaat in die
oude eenheid zoals mij
overkwam op die avond van Witte
Donderdag moet je wel weten dat
het over verleden gaat. Voorbii
verleden. De beleving heeft een
zekere culturele waarde. Het maakt
je meer Europeaan. Je bent even
dieper geworteld in de wereld waar
je uitkomt. Maar het is reiken naar
een voorbije tijd.
Dit viel des te meer op omdat de
dienst die toen gehouden werd,
geheel in het teken van 'heden'
stond'. Er waren niet veel mensen.
De vorm bleek niet ideaal. Wel een
goed woord van de dominee over
Jezus die deze avond geheel alleen
staat. Er was brood en wijn. Wat
ondanks alles deze bijeenkomst zijn
eigen helderheid gaf. was. dat hij op'
een definitief ander vlak lag dan het
romantisch en esthetisch
terugdenken aan de stad van de
middeleeuwen. Dat laatste
omspande een tijd van zes eeuwen.
Maar in die viering was de tijd
verdwenen. Het was nu. Het had de
smaak en de ernst van het heden.
Keiharde herdenking van een
gemartelde mens. En daarom van
anderen die nu gemarteld worden.
Dit was geen cultuur. Ook niet
helemaal religie. Dit was Christus.
Een man in angst voor zijn
terechtstelling.
Het gebouw doet er dan niet meer
toe. Avondmaal of eucharistie kan
overal gebeuren waar mensen
samenzijn. Herdenken van de
gekruisigde, en beleven dat hij
aanwezig is. Dat is van een anderé
orde dan architectuur. Het heeft
alleen mensen nodig, het is de
windstille kern waar eventueel
architectuur uit voortkomt maar
die zelf zonder kan.
Daarom is het eigenlijk
merkwaardig dat eenzelfde woord
gebruikt wordt kerk—zowel voor
een vast gebouw als voor die uit
vlees en zenuwen opgebouwde
stroom van mensen die een eenheid
zoeken in het lijden en de
opstanding van Jezus. Misschien
moet er voor deze tweede betekenis
wel een nieuwe woord gevonden
worden.
door Jelle Jan Klinkert
Moerman is weer in het nieuws. De therapie van de beurte
lings als duivenfokker, wonderdokter en charlatan afge
schilderde arts uit Vlaardingen was aanleiding tot kamer
vragen en een groot aantal tijdschrift- en kranteartikelen.
De vraag die speelt is: verdient Moerman een nieuw onder
zoek of niet. In het volgende zal ik me verre houden van enig
oordeel over de waarde van Moermans therapie voor het
genezen van kanker ik kan daar niets over zeggen. Maar
het lijkt me wel de moeite waard om iets van de achtergron
den van de vraag naar nieuw onderzoek te schetsen.
Het Is al weer 21 jaar geleden dat er
door een commissie van de Stich
ting Landelijke Organisatie voor de
Kankerbestrijding een rapport
werd gepubliceerd over de beteke
nis van de zogenaamde Moerman
methode voor de „genezing van
kanker en aanverwante kwalen."
De voorzitter van de commissie was
de arts dr. C. H. Delprat, en het
rapport werd dan ook bekend als
het Delprat-rapport. Dit rapport re
kende. om het maar kort te zeggen,
'geheel en grondig af met de metho
de-Moerman. Van de zestien punten
tellende conclusie citeer ik als voor
beeld conclusie nr. 4:
„Onder het groot aantal gevallen
welke ter kennis van de commissie
is gekomen, bevindt zich geen enkel
geval, waarin uitsluitend de toepas
sing van de specifieke Methode-
Moerman een patiënt, lijdende aan
eijser,: „Het excuus „dat is een
e van de computer" is al even
lair als „dan ben ik verkeerd
Dnden." (V.U.-Amsterdam).
Dekkers: „Tijdens vergaderin-
llent het gebruik van het woord
aaide" zoveel mogelijk verme-
te worden." (V.U.-Amsterdam).
A. Eijkman: „Veel tandartsen
te snel." (V.U.-Amsterdam).
van Paassen: „Mede gezien de
dsmarkt wordt het tijd dat ook
n een normale werkweek ac-
sren". (R.U.-Utrecht).
M. van Wegen: „De geschiede-
leeft ons geleerd en de heden-
realiteit leert ons nog
Is, dat het beschikken over een
naat aan bodemschatten na-
kan zijn voor de vooruitgang
ontwikkelingslanden" (R.U.-
cht).
M. H. de Leij: „Om vele erger-
in te voorkomen zou de PTT
mogelijk moeten maken men-
die langdurig in gesprek zijn
middel van een duidelijk sig-
te laten merken, dat zij door
nd anders worden gebeld."
.-Groningen).
Lambers: „Ureum is geen mi-
'riendelijk middel ter vervan-
van wegenzout. De botanische
enstelling van wegbermen
het gevaar in ongunstige zin
iranderen" (R.U.-Groningen).
r H. J. Neuman
aat bijna geen week voorbij of
bereikt wel het bericht dat de
liting van het zogenaamde
de Salt-verdrag nu werkelijk
taande is. SALT is de afkor-
van de Engelse benaming voor
lussisch-Amerikaanse bespre-
en over de beperking van de
tegische (kern-)wapens. De bui-
gereld verkeert nog enigszins
et onzekere over wat nu precies
aatste knelpunten zijn, maar
is nog maar zelden gebeurd dat
„vooravond" van een histori-
gebeurtenis zo lang duurde,
ssen dreigt zelfs de eerste serie
.T akkoorden in opspraak te
ken.
Nieuw is deze bedreiging niet. Vrij
kort nadat in mei 1972 het verdrag
inzake de beperking van de raket
afweersystemen en het interim-ak-
koord inzake offensieve kernwa
pens tot stand waren gekomen,
brandde de kritiek los op president
Nixon en Henry Kissinger. 1972
was een verkiezingsjaar en Nixon
wilde kosten noch moeiten sparen
om een tweede termijn in het Witte
Huis te veroveren. Sommige leden
van het Congres in Washington die
toch al niet veel moesten hebben
van een beperking van Amerika's
strategische kernbewapening vroe
gen zich af of een president die zo
diep in de electorale bekommer-
missen zat wel zijn uiterste best
zou hebben gedaan de belangen
van de Verenigde Staten tegenover
die van de SowjetUnie te behar
tigen.
Hoe dit zij, Nixon en Kissinger
waren er kennelijk op uit de glorie
van het succes voor zich alleen te
behouden. Vooral in de laatste fase
werd het speciale ontwapenings
bureau van de Amerikaanse rege
ring („Arms Control and Disarma
ment Agency" of ACDA) buiten
spel gezet. De directeur van ACDA.
Gerard Smith, vond het uiterst
pijnlijk dat zijn mensen en hij, die
gedurende tweeëeenhalf jaar de ei
genlijke onderhandelingen in Hel
sinki en Wenen hadden gevoerd,
niet tegelijk met Nixon en Kissin
ger naar Moskou mochten komen.
Want terwijl daar de laatste kno-
i werden doorgehakt en de ak
koorden hun definitieve vorm kre
gen, moest de Amerikaanse delega
tie in Helsinki blijven en uit de
verte toezien. Pas op het laatste
moment, toen alles al in kannen en
kruiken was, kreeg zij verlof óók
naar de Russische hoofdstad te
reizen.^
Op de avond van de dag .dat de
beide overeenkomsten in de Grote
Zaal van het Kremlin werden gete
kend kreeg de internationmale
pers van Amerikaanse zijde twee
„briefings". De eerste was kort en
oppervlakkig. Zowel Kissinger als
Smith voerden daar het woord.
Vervolgens werd een tweede „brie
fing" gegeven in een nachtclub van
het hotel waar de Amerikaanse
correspondenten logeerden. De eni
ge die daar optrad was Kissinger.
Smith kreeg uit de omgeving van
de president te horen dat hij daar
beter weg kon blijven. Zowel het
gedwongen verblijf in Helsinki als
de „desinvitatie" van het Witte
Huis irriteerde Smith; hij vond dat
hij een „shabby treatment" (slordi
ge behandeling) had ondergaan.
In het najaar van 1972 werden in
Amerika allerlei beschuldigingen
geuit aan het adres van de Sowjet
Unie, die zich niet aan de afspraken
zou hebben gehouden, en van Kis
singer, die zich óf te gemakkelijk in
de luren had laten leggen óf even
tuele schendingen met de mantel
der liefde had willen bedekken. Ar
tikel V van het verdrag inzake de
beperking van de raket-afweersys
temen verbood niet alleen de op
stelling, maar ook het ontwikkelen
en beproeven van mobiele syste
men voor de afweer van raketten.
Tevoren had de Sowjet-Unie ermee
ingestemd dat dit een verbod in
hield van alle componenten van
mobiele anti-raketsystemen. Niet
temin zijn er enige tijd sterke aan
wijzingen geweest dat de Russen
wel degelijk proeven hebben geno
men met componenten van mobie
le anti-raketsystemen, en wel in
Kapustin Jar en Sary Sagan. Toen
de Amerikaanse regering in janua
ri 1975 om opheldering verzocht
hielden deze activiteiten weer op.
In december 1975 kwamen de Ame
rikanen erachter dat de Sowjet
Unie proefvaarten was begonnen
met vier nieuwe nucleaire onder
zeeboten zonder dat zij eerst
zoals de conversie-afspraken uit de
interim-overeenkomst inzake of
fensieve strategische wapens zou
den hebben vereist 51 oude, op
het land gestationeerde lanceerin-
richtingen hadden ontmanteld. De
regering in Moskou erkende dat zij
fout was geweest, maar zij beriep
zich op het slechte weer en bepaal
de technische problemen.
Vorig jaar februari publiceerde de
regering-Carter een rapport waar
in gezegd werd dat men eigenlijk
niet van schendingen kon spreken,
hoogstens van „dubbelzinnig ge
drag" van de Russen. De Sowjet
Unie van haar kant, zo stond in
hetzelfde rapport, had in vijf ge
vallen geklaagd over Amerikaans
gedrag. Deze klachten betroffen
onder meer het bouwen van schut
daken boven raketsilo's, de wijze
waarop sommige van deze silo's
werden ontmanteld en de opstel
ling van een nieuwe radarpost in
Alaska.
Een gewezen medewerker van de
CIA die tegenwoordig deel uit
maakt van de staf van senator
Lloyd Bentsen, Barry Sullivan,
heeft nu de beschuldiging her
nieuwd, dat Nixon en Kissinger
zich destijds door de Russen om de
tuin hebben laten leiden. In een
artikel voor „Strategie Review",
een tijdschrift van het United Sta
tes Strategie Institute, probeert
Sullivan aan te tonen dat Nixon en
Kissinger hebben nagelaten de
Russen vast te pinnen op een defi
nitie van wat nu precies „zware
raketten" waren. Het gevolg was
dat de Russen veel meer SS-19-ra-
ketten in hun arsenaal konden op
nemen dan in het Amerikaanse be
lang was. Sullivan meent dat de
Russen de heren Nixon en Kissin
ger ook te slim zijn af geweest, toen
zij wisten te bedingen dat de Sow-
jet-Unie er meer vanaf onderzeebo
ten af te vuren raketten op na
mocht houden dan de Verenigde
Staten. De Russen zeiden dat de
Amerikanen vooruitgeschoven ba
ses hadden op Guam, in Spanje en
in Engeland en zij zelf niet. Maar in
werkelijkheid beschikte de Sowjet
Unie over de SSN-8 die Amerikaan
se doelen kon raken zonder zelfs
maar de thuishaven te verlaten.
Het artikel van Sullivan zal er ze
ker toe bijdragen dat het vervolg
op SALT I extra-kritisch zal wor
den bekeken.
kwaadaardige nieuwvorming, gene
zen heeft."
En conclusie nr. 13 luidt: „Bij geen
enkel geval is de commissie iets
gebleken van verlenging der levens
duur ten gevolge van uitsluitend de
specifieke Moerman-behandeling."
Klare taal van de commissie die
leidde tot een genadeloze afreke
ning in een wetenschappelijk rap
port. In 1960 kwam daar voor de
Vlaardinger nog een veroordeling
wegens „ondermijning van het ver
trouwen in de medische stand"
bovenop.
Merkwaardig genoeg is Moerman
echter al die jaren daarna doorge
gaan met zijn werk; de laatste jaren
is voor hem zelfs een wat gunstigeil
klimaat ontstaan. Op het ogenblik
is het zo dat een aantal artsen de
methode-Moerman of varianten
daarvan toepassen. Bovendien weet
de geneesheer zich omringd door
een aantal ex-patiënten die op be
vlogen wijze voor de omstreden arts
in het krijt springen.
Dieet
Voordat ik iets zeg over de beoorde
ling van de waarde van de Moer
man-methode allereerst iets over
het uitgangspunt en de inhoud er
van. Het meest opvallende punt van
Moerman is zijn uitgangspunt. De
„gewone" geneeskunde ziet kanker
als het in de fout gaan van een
lichaamscel; deze gaat zich oncon
troleerbaar vermenigvuldigen. De
kankerbestrijding is dus een strijd
tegen kwaadaardige lichaams
cellen.
Moerman draait deze gedachten-
gang om: het optreden van een
kwaadaardige celwoekering is vol
gens hem niet het begin van de
ziekte maar het is een gevolg van
een reeds langer bestaande ontspo
ring van de stofwisseling in het ge
hele lichaam. De behandeling van
kanker moet dan ook, nog steeds
volgens Moerman, niet plaatsvin
den door behandelingen die zich
uitsluitend richten op het vernieti
gen van kankercellen. Nee. het is
allereerst zaak de ontspoorde stof
wisseling te herstellen: zo kan de
weerstand van de patiënt van bin
nenuit zo zeer worden opgevoerd,
dat kankercellen zich niet kunnen
handhaven.
Op basis van deze gedachtengang
ontwikkelde Moerman zijn befaam
de of beruchte Moerman-dieet:
verse groenten en groentesappen,
vers fruit, zilvervliesrijst enz. Niet
toegestaan onder andere: suiker,
vlees, aardappels, koffie, thee, alco
hol en tabak.
Hierbij kan aangetekend worden
dat Moerman dit dieet ontwikkelde
op basis van experimenten met dui
ven. Dat feit alleen al heeft talloze
misverstanden gewekt. Zo hoorde
ik laatst nog in een gesprek hierover
een arts, volstrekt serieus, opmer
ken: „Moerman? Dat is toch die
•man die zijn patiënten duivenvoer
geeft?"
oplosbare methodologische proble
men houden.
Beter zou een onderzoeksopzet zijn
waarbij twee groepen patiënten
werden uitgezocht, van welke de
ene groep met de Moerman-metho
de wordt behandeld en de andere
met gewone therapieën. Maar ook
dan rijzen problemen, die voor een
deel van ethische aard zijn. De be
langrijkste is wel: mag Je zulke pa
tiënten blootstellen aan een thera
pie waarvan de werking uiterst on
zeker is? En mag de patiënt zelf
weten in welke onderzoeksgroep hij
zit; die wetenschap kan immers de
uitslag beïnvloeden?
Maar naast deze problemen van
methodologische aard is nog een
andere factor van belang. Want de
hele strijd om de methode-Moer
man en andere alternatieve ge
neeswijzen is niet slechts een
strijd van zuiver wetenschappelijke
aard, maar tevens een strijd om
macht en Invloed in de gezond
heidszorg. In onze samenleving
heeft de „gewone" geneeskunde het
monopolie; afwijkende genezers
zijn daarom per definitie kwakzal
vers die een bedreiging van de posi
tie van de gevestigde geneeskunde
vormen.
Dit machtsaspect verklaart voor
een deel de felheid, soms overgaand
in irrationaliteit, waarmee de dis
cussies gevoerd worden. Een voor
beeld: een medische medewerker
van een landelijk dagblad besloot
zijn artikel over de Moerman-me
thode (titel: „Dieet Moerman, helpt
geen moer, man" Je moet er maar
opkomen!) met de zinssnede: „De
lezers gelieven hierover niet met mij
te corresponderen want ik geloof
toch geen enkele door dit dieet ge
nezen patiënt."
Een voorbeeld van felheid is ook de
kritiek die al snel aan de publikatie
van het rapport-Delprat werd gege
ven, onder meer in een tegenrap-
port met de titel: „Het schaamte
loos bedrog". Dat sloeg dan op het
rapport-Delprat, waarin opzettelij
ke vervalsing van de theorie van
Moerman, van zijn praktijk en vele
andere euveldaden werden gesigna
leerd.
Het zal na het voorgaande duidelijk
zijn dat bij de beoordeling van een
nieuwe medische therapie, met de
methodologische problemen die
daarbij horen en de machtsstrijd
die hierbij steeds om de hoek loert,
met de groots mogelijke zorgvuldig
heid te werk gegaan dient te
worden.
Opnieuw
Oordeel
Het spreekt vanzelf dat, toen de
verhalen over Moermans successen
de ronde begonnen te doen. de
vraag rees, of deze arts inderdaad
kon wat werd beweerd. Om dat te
onderzoeken werd de eerder ge
noemde commissie-Delprat inge
steld.
Hierbij wil ik in het algemeen een
tweetal opmerkingen maken. Deze
hangen samen met het feit dat wei
nig onderzoek zo moeilijk is als dat
naar het effect van medische thera
pieën.
Ten eerste geeft dit onderzoek pro
blemen van methodologische aard.
Hoe moet Je zo'n onderzoek opzet
ten? Stel je wilt, zoals in het geval-
Moerman, weten of deze nieuwe
therapie positieve effecten heeft.
Kan Je dan Je onderzoek beperken
tot patiënten die door hem behan
deld zijn? De vraag rijst dan meteen
of deze mensen als ze genezen
zijn inderdaad kanker hadden.
En vervolgens of de genezing wel
door Moerman bewerkstelligd is. of
door eerdere therapieën uit de „ge
wone" geneeskunde, die vrijwel ie
dere patiënt van Moerman wel on
dergaan heeft. Dergelijk retrospec
tief onderzoek blijft deze moeilijk
De vraag die nog steeds gesteld kan
worden is: heeft de commissie-Del
prat twintig jaar geleden voldoende
zorgvuldigheid bij haar onderzoek
betracht? Is zij tussen de klippen
van de methodologie en de machts
strijd doorgezeild?
Twee artsen, twee biologen en twee
sociologen hebben zich onlangs op
nieuw op deze vraag geworpen. Hun
antwoord, gepubliceerd in Interme
diair (23 maart) is duidelijk: Moer
man heeft in het geheel geen faire
behandeling gekregen. De conclu
sies van het rapport-Delprat kun
nen krachtig aangevochten worden.
Tegenover de conclusies van de
commissie stellen zij In een door
timmerd betoog, dat er ernstige
methodologische fouten zijn ge
maakt en dat het door de commis
sie verzamelde feitenmateriaal be
vooroordeeld, en daardoor verkeerd
is geïnterpreteerd.
Het is niet toevallig dat in deze tijd
de aandacht voor dit alternatief in
de kankerbestrijding weer is opge
komen. De ziekte zelf is sinds de
jaren vijftig alleen maar toegeno
men. Bovendien wordt tegenwoor
dig steeds meer de nadruk gelegd
op de vrijheid van de patiënt wat
betreft de keuze van de therapie.
Het feit dat patiënten Moerman en
zijn methode zijn blijven kiezen,
ondanks het Delprat-rapport, is op
zich een reden tot hernieuwde be
langstelling.
Belangrijk echter nog lijkt mij het
feit, dat deskundigen het over deze
voor veel mensen zo belangrijke
zaak nog zo fundamenteel oneens
kunnen zijn. Zoiets pleit krachtig
voor een nieuw en grondig onder
zoek naar de waarde van Moermans
therapie. Indien deze genezing kan
brengen dan dient dat wetenschap
pelijk aangetoond te worden; maar
de verwerping van deze therapie
dient even wetenschappelijk te ge
beuren. En daar lijkt het tot nu toe
aan ontbroken te hebben.
Drs. J. J. Klinkert is wetenschap
pelijk medewerker van de vak
groep gedragswetenschappen van
de faculteit der geneeskunde aan
de V.U. te Amsterdam.