Of het nu om een merkbanaan gaat of kunnen lezen, van de bananenplant
niet, een banaan is en blijft een banaan. per abuis vaak boom genoemd, omdat
Een vrucht. Een natuurprodukt.
Afhankelijk van gezonde
planten, vruchtbare aarde
en veel tropische zon.
Een banaan is dus
het werk van moedertje
natuur.
Maar ook van mensen.
Van de mensen die
de goede grond kiezen,
en de goede plant.
En die er voor zor
gen dat de banaan zo
onbekommerd mogelijk
kan groeien en bloeien.
Bovendien komt er
nogal wat voor kijken om
een banaan gaaf en geel
op de plaats van
bestemming te krijgen.
Het is dus niet zo gek dat
de mensen die dat vak
werk leveren, ook graag
laten weten wie ze zijn.
Daarom zit er, hoe
wel ze er niet mee worden
geboren, een etiket op
een banaan.
En terecht
Want op die manier
weet u wanneer u met
een goede banaan van
doen hebt
Een merkbanaan.
Wat niet wegneemt dat u,
wat ons van Dole betreft,
een banaan gewoon
banaan mag noemen.
Want we vinden het wat ver gaan
om het werk van moedertje natuur te
verloochenen.
De banaan komt, zoals u heeft
de dicht ineengestrengelde bladeren
er uitzien als de stam van
een boom.
Uit het hart van de bana
nenplant bloeit een bloe-
mentros die zo zwaar is
dat hij naar beneden hangt.
Uit die bloemen-
tros groeien wel zo'n 500
enorme vingerachtige
vruchten: de bananen.
Aanvankelijk groei
en ze, omdat de bloemen-
tros naar de grond hangt,
naar de grond.
Maar naarmate ze
groter groeien zoeken ze
de zon op waardoor ze als
het ware de bocht om de
lucht in gaan. (Daarom
zijn de bananen krom.)
Als de bananen
mooi volwassen en groen
zijn, worden de enorme
trossen geplukt
Heel voorzichtig,
met de hand, want
bananen zijn gevoelig.
Daarna worden de
trossen, weer met de
hand, in kammen (vak
taal: handen) verdeeld
en op maat en kwaliteit
geselekteerd.
Alleen de aller
beste mogen, nadat
ze gewassen en in
speciale dozen ver
pakt zijn, mee met de speciale
bananenschepen waarin de
lange reis naar ons landje,
bij een konstante tempera
tuur van 13.5 graden, wordt gemaakt.
Dat is nodig, want alleen zo kunnen
we er voor zorgen dat de bananen gaaf
in ons land slankomen.
En groen. Ja groen.
Als een banaan naar ons landje
komt is hij nog zo groen als gras.
En zo hoort het ook.
De groene bananen namelijk, gaan
in Nederland naar bananenrijpers:
Dat zijn vakmensen de er, in
speciaal uitgeruste rijperijen, voor zorgen
dat de bananen in precies het juiste
tempo van groen naar geel rijpen.
Want wanneer dat te vlug of te
langzaam zou gaan, zouden de bananen
aan smaak verliezen.
En dat is niet de bedoeling.
Wanneer de bananen mooi gaaf-
geel zijn, met nog een klein groen puntje,
zijn ze rijp.
Voor de groenteman, de markt
de supermarkt en voor u.
Een geheel gele banaan is kon-
sumptierijp, een banaan met een groen
puntje mag u nog een paar
dagen laten liggen.
Als u daarop let en op
het rode Dole-etiket bent u
altijd zeker van een
stevige, lekkere banaan.
Natuurlijk is het
rode Dole-etiket niet het
enige etiket
We zijn zelfs vrij
nieuw voor Nederland.
Maar daarom doen
we juist extra ons best om u
te laten weten, merken en
proeven dat een Dole
banaan een hele goeie banaan is.
Wat niet wegneemt
dat u een Dole gewoon banaan
mag blijven noemen.
tegen een Dole.
Honderden jaren voor het begin van de
jaartelling kwam de banaan naar Afrika.
Waarschijnlijk daar gebracht door
Arabieren.
Zij hebben misschien ook de naam
gegeven.
Banaan is namelijk het Arabische
woord voor vinger.
Na 1500 werden in Amerika bananen
ingevoerd.
Thans worden bananen geteeld in
alle tropische delen van de wereld.
De plant, waaraan bananen groeien,
wordt meestal een boom genoemd,
maar in feite is het dat niet.
Het is een, weliswaar reusachtig,
maar toch kruidachtig gewas, waarvan
de 'stam' wordt gevormd door de elkaar
overlappende bladscheden - de onderste
gedeelten van de bladstengels.
Een bananenplant kan 3 tot 10 meter
hoog worden.
Onder de grond bevindt zich een
knolvormige wortelstok.
Uit deze wortelstok vormen zich
spruiten.
Nadat de oorspronkelijke plant
vrucht heeft gedragen en is afgestorven
vormen deze spruiten (scheuten) de
nieuwe planten.
In cultuur laat men genoeg scheuten
staan, om elke 4 tot 6 maanden te oogsten.
Ook worden bepaalde scheuten
afgestoken en opnieuw geplant
Elke nieuwe plant is dus een deel
van de oorspronkelijke plant, zodat men
zou kunnen zeggen, dat bananen geoogst
worden van planten, die al duizenden
jaren oud zijn.
Dole banaan.
Negen maanden met zorg gekweekt, handgeplukt, groen
verscheept, gerijpt in Nederland en gaafgeel afgeleverd.