Onder tafel zitten en een hutje maken Een kouwe bedoening Ik ben echt voor het huiselijke *TERDAG 7 APRIL 1979 TROUWKWARTET 13 limit; Interieurs door Jan van Vlodrop Vooral zo rond de wisseling der seizoenen wil een mens nog wel eens last krijgen van gevoelens, die onderhuids een paar duizend jaar van beschaving hebben overleefd. Gelukkig brengen we onze diepe dhften terug tot heel acceptabele uitingen. Zo worden in de lente paardrift en nestdwang gesublimeerd tot handzamer vormen als „eens wat anders willen": er op uit willen trekken, je garderobe willen vernieu wen of je interieur. En in deze tijd van paasfeest en als herinnering aan de oorspronkelijke vruchtbaarheidsfeesten paaseieren, bete kent dat achtereenvolgens paasdrukte, paasbest gekleed gaan en paasshows. Op deze pagina beperken we ons tot de meubel-paasshows en tot de ermee samenhangende drang tot vernieuwing en verbetering van het interieur. Wat beweegt mensen om zich zo druk te maken om het interieur? Wie de Amerikaanse film „Interiors" heeft gezien zal duidelijk zijn, dat er veel verband bestaat tussen het interieur van het huis en dat van zijn bewoner. Voor wie hem niet zag de volgende beginregels uit het boek „Het moderne interieur" van A. A. Patijn (1971): „Wonen is iets waar niemand buiten kan. Het wordt geduldig beoefend door gezinnen, ijverig verwaarloosd door studenten, vlot begon nen door tieners, stug volgehouden door bejaarden; om kort te gaan. wij kunnen het nooit laten. Ergens is die eigen plek ter wereld waar wij voor korte of lange tijd neergestreken zijn. en trachtten onze ideeën op die omgeving over te brengen. Dat is toch eigenlijk pas echt wonen te noemen: ideeën hebben en die tot materiële werkelijkheid maken". Er is dus duidelijk een verband tussen onze ideeën en onze interieurs. Daarom op naar de meubelbeurs, opdat we de ware Nederlandse volksaard kunnen leren kennen. De Nationale Woonbeurs, gehouden in de Haagse Houtrusthal- len van 21 tot en met 25 maart jl. We wandelden er rond met de Haagse interieurarchitect Chong Kok Sing en tekenden zijn reacties op en die van enkele willekeurige beursbezoe kers. Nederlanders geven meer geld uit aan hun interieur dan de meeste andere Europeanen. De fikse ruimte van de Hout- rusthallen bleek onvoldoende om alle exposanten te kunnen herbergen, er werd een extra hal van tweeduizend vierkante meter bijgebouwd. Redenen te over, om de woonbeurs met hooggespannen verwachtingen te betreden Het grote hoekbad op de Woonbeurs trekt veel belangstelling. Inte rieurarchitect Chong Kok Sing: „Best aardig hoor, zo'n hoekbad. Maar er is praktisch geen enkel huis, waar het in kan. Dat geldt voor veel dingen hier, die zijn niet gebaseerd op kleine woonruimten, op flatwoningen, op de manier waarop de door snee Nederlander leeft. De mensen zien een mooie keuken, vooral in eikenhout natuurlijk, en dan zeggen ze: ja, dat wil ik ook thuis. Maar het staat helemaal niet in dat keukentje en dat wordt er nooit bijverteld. De meeste meubels zijn ook veel te pompeus, te zwaar. Maar dat is weer nodig vanwe ge de status. Het resultaat is een interieur, waar je over de meubels struikelt en met ban ken. waar je niet meer uit om hoog kunt komen. Hoe gaat zoiets? De mensen zien wat. in televisieprogram ma's of in folders, bij kennis sen thuis, er wordt een bepaal de sfeer gesuggereerd en ze kopen het. de gebreken wor den pas achteraf duidelijk. Steeds weer iets nieuws, daar draait de maatschappij op. Maar weinig mensen houden het sober, rustig, wegen heel bewust zaken tegen elkaar af als ze dan eens iets nieuws gaan kopen. Ik geloof niet. dat dat met be paalde groepen te maken. Goed. mensen in huurhuizen zullen wat meer uitgeven aan hun interieur, wie een eigen woning heeft zal eerst de repa raties. verbouw, uitbouw ter hand nemen Wie gestudeerd heeft zal zich soms wat minder snel iets aantrekken van de staat en prijs van z'n meubels. Die heeft al status en behoeft niet direct compensatie van: ik koop een leren bankstel, want dan hoor ik er ook bij. Het kan wel eens tot houdink- je worden, dat nadrukkelijk nonchalante. Maar op den duur. als het inkomen maar blijft groeien, gaan die ook voor de bijl. Die groot-vuil-dag in Den Haag brengt wel aardig een scheiding der geesten aan het licht. De ene groep, die ieder jaar een aantal meubel stukken langs de stoep zet. de andere groep, die ze dankbaar weer binnenhaalt". We wandelen verder over de beurs. Een verzameling open haarden dient zich aan. Een van de haarden is wel mooi. ..Maar dat is eigenlijk het oude model van de potkachel. Er is weinig nieuws. Wel worden er wat oude dingen op een nieu we manier gebracht. De enige duidelijke waarde, waar veel mensen aan vasthouden, is de gezelligheid. Neem een kroeg, daar wordt ook zo veel moge lijk troep aan de muur gehan gen. Dat is gezellig. Verder zit er geen lijn in, alleen dat het allemaal naar het knusse toe gaat, het vormeloze. Bij voorbeeld plantjes. De Ne derlanders zijn plantjesziek. Als ze naar de markt gaan ko pen ze altijd een plantje. Waar om? Het verzorgende element, het moedertje spelen. Die ven sterbank staat vol. Misschien zou men beter één goeie plant kunnen kopen, waar men niet naar om hoeft te kijken. Maar dan kunnen ze hun zorg niet kwijt. Ook in de alternatieve kringen in de jaren zestig was het mode. Terug naar de na tuur, de plantjes, het volkoren brood en de PPR. Plantjes en macramé, voor het raam en nog een stuk oud kant, een flard ouwe sprei. Van modern leven is natuur lijk geen sprake. Ik denk dat maar erg weinig mensen mo dern leven en doen, praktisch leven. Liever eenvoudige func tionele glazen kopen, die dan juist door hun eenvoud heel mooi kunnen zijn, waarbij het er niet toe doet als er eens een kapot valt. Nee, leven op de status. Pas op, dat er geen vlekje op komt! En door de ratjetoe, door de massa, die er in huis komt. ervaart men rust en bescherming. Steeds weer als ze iets krijgen of kopen spijkeren ze het er bij. Maar een mens kan hoogstens door zichzelf veranderen. Je kan suggesties doen, meer niet." Ontwikkelingen in het interi eur Vroeger had je de keu rige kamer, daar kwam je nooit, je zat altijd in de eetka mer. Die hele functie van de eetkamer, met z'n allen rond de lamp, is eigenlijk wegge schoven. In cafés heb je het nog, de stamtafel. Erg prettig, het geeft iedereen die binnen komt een gevoel van thuis te zijn. Want als je in zo'n zitje zit. niemand weet wat ie met z'n benen moet doen. Zo'n ta fel is veel meer bij elkaar zit ten, samen iets aan het doen zijn. Dat is verdwenen, het wordt steeds meer het luie zit ten. Daar wordt het interieur op aangepast. De banken zak ken. worden steeds gemakke lijker. Laten zien: ik heb niks te doen. ik neem het er van. Met als eindpunt de zitzak, maar die is niet echt doorge gaan. want die geeft geen en kele steun. Die was wel de voorbode van het absoluut he lemaal niks meer doen. Al maar zitten en praten met el kaar. Praten over je proble men terwijl die steeds groter worden De elementaire apparatuur zoals koelkast, televisie en af wasmachine is aangeschaft, het kamerbreed tapijt is ko men binnenrollen en de ka mers zijn doorgebroken. Nu is iedereen bezig met de slaapka mer en de badkamer en daar naast is er een nieuwe golf van energieverbruikende artike len. Sauna's, bruisbaden. sola riums, wasdrogers. En ineens staan we in een stand van de politie. Vol sloten en beveiligingsapparatuur. De interieurs worden rijker, maar je kan nauwelijks je huis meer uit. je moet je eigen geluk bewaken. Maar wat is nu wél mooi? „Waarom is iets mooi? Ge woon de rust die ervan uitgaat. Niet versierd om het versieren, in de pure vorm iets laten zien. Hier, neem nu deze tafel (een ronde witte tafel, bestaande uit vier segmenten). Dat is een waanzinnig mooie tafel voor die prijs Je kunt hem hele maal plat maken en in de kast zetten. De know-how, hoe dat allemaal werkt en in elkaar zit, dat vind ik klasse. Maar men ziet het niet. Er is ook nie mand, die erover schrijft, die mensen er op attendeert Kok Sing bezoekt doorgaans nooit beurzen als deze, hij haalt zijn inspiratie elders: „Ik ga wel op handarbeidbeurzen kijken. Daar heb Je wel wat aan, in verband met materia len en technieken, je kunt dan mensen adviezen geven hoe ze zelf dingen kunnen maken. Wat de vormgeving betreft, af en toe ga ik wel eens naar Milaan. De Italianen zijn nu toonaangevend. In sommige opzichten overigens duidelijk decadent." „In dat interview met de archi tect Rem Koolhaas in Vrij Ne derland, onlangs Neder land is te kneuterig, architec tuur heeft er alleen nog maar te maken met sociaal verkeer, met lekker gezellig bij elkaar. Niet functioneel, niet modern, niet desnoods gewoon gek of visionair. En wat verontrus tend is: bepaalde zaken komen weer terug, zoals de uitzet, het nestje bouwen, een huisje net als Pa en Moe. De jongeren zien er Zo modern uit in hun kleding, maar ze zijn zo ouw- bakken als de pest. Van een truttigheid, waar Je eng van wordt. Puriteins. De mensen leven meer en meer langs el kaar heen, de conversatie wordt beperkt tot: ,Ga eens voor dat beeld weg!' of: ,Zet jij koffie of zal ik het doen?' En als de teevee is afgelopen is men moe en gaat men naar bed. Moe van het op de bank liggen." Een folder, ergens in een stand. Beroemdheden in hun interieurs, met meubels van die bepaalde firma. Willem Duys natuurlijk en captain Peacock: „My home is my castle". Kok Sing: „Die recla memakers spelen een grote rol. De mensen moeten het idee krijgen van: goh, wij leven in hetzelfde huis als Willem Duys." „De teevee domineert enorm. In de interieurs, in de smaak van mensen. Neem maar die Berend Boudewijn-stoel. In in- tellectuelere milieu's schaamt men zich wat voor de teevee. Daar wordt ie in 'n kast ge stopt, of, nog ingewikkelder, ergens achter de trap. Of in een aparte kamer. Maar ze be lazeren zichzelf, kijken wel ie dere avond." De vader van Chong Kok Sing is Chinees, z'n moeder Hol landse: „Chinezen vinden het maar vreemd, mijn beroep. Die geven niet om een behangetje aan de wand. Dat is toch 'n wand, waarom zou je er dan wat tegen plakken!" Mevrouw Kuit. Ze zat langs de rand van het Woonbeurs-gebeuren op een stoel even uit te bla zen, naast de toiletjuf frouw, net zo'n schort aan. Ze had het volgen de op te merken: „Ik ben hier nog niet rond geweest, want ik sta hier achter met pa tat. Ik vind het vreselijk mooi allemaal maar. ik bedoel voor de gewone mensen is het te duur, veels te duur, zeer be slist. Moet u luisteren, de gewone doorsnee mensen kunnen dat niet betalen, of ze gaan er voor in de zorgen zitten. Ik vind het mooi, maar ik zou het zelf niet ko pen, ik vind het te mo dern allemaal. Ik hou meer van dat oudere. Klassiek. Eiken, weet u wel, dat vind ik 't mooi ste. Maar ik ben nou eenmaal een beetje an tiek ingericht, ik heb al les nog uit grootmoeders tijd. Ja, echt waar. moeders moeder, zo'n buik kastje met daarboven een kuif en alles, nou, dat vind ik ver schrikkelijk mooi. Ik ben een Friezin, ik hou vast wat ik heb. Als je toch ziet, wat er naast de stoep staat, je mag gerust we ten. ik kwam laatst van visite en er kwam een oud meneertje en die zette een theekastje bui ten, zo verschrikkelijk mooi. dat we zijn gestopt en Ik heb het gelijk weggehaald. Ik vind het heerlijk dat oude. dat lééft. Als ze bij mij thuis komen zeg gen ze hè. zalig, je komt hier thuis. D'r gaat sfeer van uit. Wat hierzo staat, die bankstel len, het is eigenlijk een kouwe bedoening. Ik heb nog, dat is nog van m'n Kijk, ik heb thuis één modern meubel staan en dat is een orgel, da's mijn liefhebberij en verders ben ik gelukkig en hoeft het voor mij niet. Ik bedoelmoet u luisteren, een heleboel mensen hebben een huis en als dan de kinde ren komen dan zeggen ze: o. daar mag je niet aankomen! Maar een huis is er om te leven. Ik hou wel van gezelligheid, kijk, ik heb twee zoons en die hebben kinderen, als ze wel eens bij mij thuis komen vind ik het zalig om de hele hap bij mekaar te hebben, vernielen doen ze 't niet. nee. een huis moet je hebben om te leven. Zo is 't maar net." Twee jonge Nederlan ders. net voorbij de twintig. Ze staan bij een kolossaal eiken meubel, boerenstijl, quasi-an- tiek, de zware scharnie ren zijn zorgvuldig roes tig gemaakt. Zij opent een van de deurtjes, er staat een televisietoe stel in. Spreekt het hen aan? Hij: „Zij vindt dit een mooie kast." Zij: „Hij imponeert me wel een beetje. Die t v past er natuur lijk niet zo bij, maar zo qua kast. het uiterlijk vind ik wel mooi." Ze zijn gewoon een beetje aan het kijken, vertel len ze. Ieder woont nog bij de eigen ouders thuis, trouwplan nen zijn er voorlopig niet. Om het woordje „uitzet" moeten ze lachen. Dat zullen ze alle maal een maand van tevoren nog wel bekijken. Hun smaak ligt wel ongeveer in dezelfde richting. Oude stijlen vinden ze leuk, niet echt antiek. Meer de boerenmeubelen en vooral in eikenhout, onbewerkt. Le ren banken, daar hadden ze het samen net nog over. Je voelt Je zo'n materialist als je dat in je huis zet, had zij ge zegd. Hij vond, dat je gewoon moet kopen wat Je leuk vindt. Over één ding zijn ze het zeer eens: ze houden niet van dat strakke, rechtlijnige. Zij: „Zoals dat witte, dat vind ik zo onpersoonlijk, ik kan daar geen gezelligheid in vin den. Ik ben echt meer voor het huiselijke." Ze voelen zich ook best thuis in de interieurs van hun ouders. Interieurs, die niet veel van elkaar verschillen. Al leen ziet het er bij hem thuis volgens haar wat duurder uit: „Wat meer materialistisch kun je wel zeggen. Bij ons is het sfeervol, gezellig. Vroeger had den wij een voorkamer en een achterkamer, de schelding is weggehaald en nu hebben we de eethoek en de zithoek." Het idee. dat er niet veel varia tie zit in interieurs, is nooit bij hen opgekomen. Je stapt je eigen huis binnen en doet zoals je het zelf leuk vindt, je trekt je toch zeker niks van de buren aan Zij: „Ik heb er nog geen voorstelling van hoe het wordt, we zien wel hoe alles loopt Ik doe gewoon wat ik leuk vind." Met dingetjes maken was hij al vroeg bezig. Zo presteerde 'hij het eens om op jeugdige leeftijd een splinternieuwe keukentafel aan stukken te za gen om er een aardige stoel voor zichzelf van te maken. Hij koos het beroep niet zo ver schrikkelijk bewust, meer om dat hij erg veel wilde, tekenen, schilderen, knutselen. Hij is het vak steeds boeiender gaan vinden. Van groot belang is het contact met de klanten: „Als ik geen contact krijg met iemand, dan kan ik het ook niet. Een tijdje terug, iemand wilde allerlei uitbundige kas ten hebben en een barretje, flink in het gezicht. Dan kan ik alleen maar zeggen: de men sen weten tóch wel. dat u geld hebt. Heerlijk is het, wanneer men zelf allerlei originele ideeën heeft. In die ideeën ga je dan een lijn trekken, want meestal weet men niet precies wat men wil. Je gaat vereen voudigen, verstrakken. Soms maak je mee, dat mensen met persoonlijke problemen blij ken te zitten. Dat denken ze dan op te kunnen lossen, door een binnenhuis te nemen. Je voelt het ook direct hè. als er iets loos is. Zo word je wel erg intiem met mensen. Het gebeurt ook wel, dat je slechts wat summiere aanwij zingen geeft. Een dame bij voorbeeld, die me opbelde. 75 jaar, haar man 82. Ze had ge noeg van haar interieur, wilde misschien uitbreken, een keu ken aanbouwen. Als je dan met haar praat blijkt, dat ze het alleen wat klein vindt ei genlijk. Zonde om dan voor dertigduizend gulden te gaan verbouwen. Ik zei. weet u wat U doet? Glasdeuren er in. dan lijkt het ruimer, schilder het eens lekker op en je kunt voor die dertigduizend gulden met vakantie gaan. Dan ben Je er een uurtje geweest, die vrouw liep al jaren rond met een vaag onbehagen en dat is dan opge lost. Het is leuk, als je samen met mensen iets tot stand kunt brengen. Zo heb ik eens een verbouwing gehad van een heel huis, mensen die niet mo dern waren. Na drie maanden met elkaar optrekken hadden we het zo bepaald, de beneden verdieping bleef nagenoeg in de oude stijl, alleen wat aange past in de kleur. De overige etages werden heel anders De eerste etage veel rust. ruimte, wit. De bovenkamers weer an dere aparte kleurcombinaties. Dat was voor hen heel modern. Maar een maand later hadden ze een collectie moderne pren ten gekocht, die perfect pasten in dat nieuwe interieur. En on langs hebben ze gebeld voor die benedenverdieping. Die moest nu toch ook anders Dat is erg goed Je hebt menserv die halsstarrig esthetisch be zig zijn, zo van: nee, dat hoort niet daar. maar ddér. twee cen timeter verder. Zetten ze het weer terug. Dat is geen leven natuurlijk. Waar ik zelf steeds meer toe neig is de zorg voor het detail. Een mooie oplos sing ergens voor zoeken. Ook versieren hoeft niet lelijk te zijn. Bij de inrichting van werk ruimtes kun je nog wel eens wat méér van je eigen ideeën kwijt. Hoewel je dat ook niet moet overdrijven, want de werknemers brengen daar toch acht uur van hun dag door. Als je dan ook soms die zeer harmonische, weloverwo gen kantoorruimtes ziet, ware toonzalen, met ook nog kunst uit de contraprestatie, en je ziet dan zo'n ambtenaar daar doodverloren tussen zitten, met als enige persoonlijke noot een piepklein fotootje van vrouw en kinderen. Men sen moeten op een plek kun nen zitten, die echt van henzelf is. Daarom zijn die kantoortui nen ook nooit een succes ge worden. Iedereen wil z'n priva cy. wil eens in zijn neus kun nen peuteren Zo niet dan gaan heel miniscule. rare din gen de territoriums aangeven Of mensen blijven zo kort mo gelijk in de werkruimte, zoals journalisten in hun onpersoon lijke rommelige redactielo kalen. Dat soort feiten en vragen vind ik belangrijk. Belangrij ker dan ergens een hele dure inrichting maken. Vragen naar het leven op zich. Er wordt erg weinig geleefd heb ik het ge voel, echt bewust geleefd Een tijdje terug moest ik een lezing houden voor zo'n zeventig da mes van een huisvrouwenvere niging. omdat een collega ineens ziek was geworden. Dan krijg je ineens vragen van: „mijnheer, denkt U dat eiken keukens lang in de mode blij ven?" Ik had ook dia's laten zien van een modern ingerich te flat Werd er gevraagd: „Heeft U ook dia's van een gewoon huis?" Wat moet je dan? Kinderen zijn ook niet gewend om met ruimte te werken, wor den er niet in opgevoed, moe ten op school te veel stilzitten, wonen in te kleine huizen. Ze zouden bewust gemaakt moe ten worden, materialen leren kennen Want de drang is er toch. om iets met Je ruimte te doen Heel kleine kinderen gaan al onder tafel zitten en maken een tent. Alleen blijven de meesten daarin hangen Knus heid, de moederschoot, de boze wereld buiten De meesten blijven angstvallig in dat zelfgemaakte tentje zitten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 13