Gré de Reus, de Ramses haffy onder lederlandse uteurs Niet van adel 'Ik heb het gevoel op een tweesprong te zijn gekomen' fj lANOAG 26 MAART 1979 VARIA TROUW/KWARTET Dor Fred Lammers OORN „Mijn uit- ever, Gottmer in aarlem, noemt me Ramses Shaffy on er de Nederlandse uteurs, en waar- [hijnlijk heeft hij wel ilijk, hoewel ik Ram- niet zo goed ken. aar het chaotische it hem kenmerkt, e wisselende stem ingen, heb ik ook. Ik 'n iemand die tussen tersten leeft. Te van angst, en twijfel mijn idden inhoop ltstaan leken." irgreet van Hoorn, pseu- niem voor Gré de Reus, idt dat het er helemaal hoort. Zonder die span- ig zou ze geen 23 boeken bben kunnen schrijven, eken die de deur uitvlie- Zelf zal zij het uit be- lieidenheid niet vertellen, iiar als ik het ter sprake eng geeft ze toe dat haar (eemiljoenste boek bin- i afzienbare tijd zal wor- i verkocht en dat er in in de bibliotheken honderdduizend keer i van haar werken is uit- leend. zijn indrukwekkende Iers, die Gré uiteraard sti leren in haar bezig zijn. fee boeken per jaar, daar lent haar uitgever op. Te- Moederdag moet haar Igende boek „Alles rijpt eigen tijd" in de winkels ;en. Gré is nog druk be- aan de laatste hoofd- :ken. Het zal er wel komen, even als in december haar Jubi leumboek, waaraan ze nog maar niet te veel denkt, maar de nu 46-jarige schrijf ster is naar ze me vertelt niet van plan bij leven en welzijn tot haar zeventigste op deze manier door te gaan. „Als ik de boeken die ik nu op mijn naam heb staan doorblader, ontdek ik daar duidelijk een opgaande lijn in. Ik merk dat ik ben ge groeid in de loop der jaren. Omdat je meer hebt meege maakt krijg je een bredere kijk op de dingen. Je krijgt steeds meer levenservaring., Op het ogenblik heb ik het gevoel op een tweesprong te zijn aangekomen. Ik voel er gens dat ik een andere weg moet inslaan, maar ik weet nog niet precies welke. Het is bij mij op het ogenblik: Gré, wat nu?" Moeilijker n^e; Ikl jet ko scD ik gutst die k(ir i )e idru erUyer. rt *ot kost me moeite. Nu altijd iemand ge gutst die een stok achter de klir moet hebben. Onder (druk van een vastgestel- verschijningsdatum kom ot prestaties, maar met bock. dat aansluit bij boeken die ik een jaar a|wat terug heb geschre- is het echt zwoegen." Als ik vraag wat haar voor ogen staat, kijkt ze me enigszins vorsend aan en zegt dan: „Ik wil meer de literaire kant op. Mijn boe ken zullen daardoor in de toekomst waarschijnlijk moeilijker worden. Degenen die ze lezen zullen meer moeten nadenken. Mogelijk zal ik daardoor mensen te leurstellen, maar ik kan me er niet aan onttrekken. Het gaat onbewust. Het is een groeiproces en ik schrijf nu eenmaal niet wat mijn le zers van mij verlangen, maar wat ik vind dat ge schreven moet worden. Ik schrijf wat ik zelf van mij verlang. Vandaar ook mijn aarzeling mijn nieuwe boek af te maken. Ik kan en ik wil het niet meer doen zoals ik het tot nu toe steeds heb gedaan. Ik geloof ook dat dit goed is. Een mens moet zich kunnen vernieuwen. Misschien ga ik wel minder vaak boeken uitgeven, wat ik schrijf nog meer overwe gen, er nog meer gedachten van mezelf in leggen." Gré de Reus is een vrouw die niet aan de leiband wil lopen en evenmin in een vakje wil worden geplaatst. Als Gottmer het over „zijn vrouwen" heeft en daarbij doelt op de schrijfsters die in zijn fonds zitten en waar van naast Gré ook de bijna tachtigjarige Jannetje Vis- ser-Roosendaal deel uit maakt, overigens een van haar beste vriendinnen, voelt zij zich altijd enigszins genomen. „Ik vind dat ik daar eigenlijk niet bij hoor. Dat is geen hoogmoecf van me, maar ik ben nu eenmaal geen schrijfster van streek romans, hoewel ze me dat etiket vaak opplakken. Zelf noem ik mijn boeken psy chologische familieromans. Hoewel ik in Hoorn ben ge"- boren en er mijn jeugd heb doorgebracht, heb ik, voor dat ik hier weer terugkwam, op tal van plaatsen gezeten, ook in het buitenland. Die ervaringen verwerk ik in mijn boeken. Mijn romanfi guren zijn allemaal mensen die ik heb meegemaakt of samensmeltingen van men sen, maar ze zijn niet, zoals bij mevrouw Visser, aan wijsbaar." Zelfanalyse In haar boeken stopt Gré wel veel van zichzelf. „Schrijven is een ernstige^ zaak. Het is eigenlijk Je eer ste ik, een voortdurende zelfanalyse. De vrouwsper soon die er de hoofdrol in speelt ben ik in de regel zelf. In mijn jongste boek „Af scheid van een vlinder" heb ik bijvoorbeeld de ervarin gen verwerkt, die ik een paar jaar geleden opdeed toen ik een ingrijpende ope ratie moest ondergaan. Ik krijg er veel positieve reac ties op van vrouwen die het zelfde hebben doorge maakt. Daar ben ik blij om, maar eerlijk gezegd vind ik dat boek zelf niet zo gewel dig. Mijn .Verbroken ak koord', dat een jaar of tien geleden uitkwam, is mij per soonlijk veel dierbaarder. Bij tal van mensen viel dat echter niet zo in de smaak. Zij accepteerden het niet dat de hoofdpersonen op het eind gingen scheiden. De mensen lezen mijn boe ken voor ontspanning en dan willen ze geen triest ein-' Gré de Reus, alias Margreet van Hoorn geluk heeft zoveel vormen (foto: Dirk Ketting) de. Tegenwoordig geef ik, hoewel er vaak heel trieste zaken in worden behandeld daar ontkom je niet aan, TfSQIGk zo is het leven mijn boe ken meestal een open slot. De mensen kunnen dan zelf invullen hoe het afloopt en dat is geloof ik Juist, want het leven is nooit een afge rond geheel. Dat zie ik bij mezelf." haar vader: „Soms kan ik zo verlangen naar de handen van mijn vader en naar zijn zacht gezicht, waarop een goede glimlach was Soms kan ik zo verlangen naar zijn zangerige praten en naar het langzaam voort gaan van zijn pas." Teleurstellingen Het leven is voor Gré de Reus anders geworden dan ze als Jong meisje dacht. „Ik had graag getrouwd willen zijn, moeder van een gezin. Het heeft niet zo mogen zijn, denk ik tegenwoordig vaak. Teleurstellingen ma ken een mens rijker en ster ker. Als Je de dingen die je in het leven meemaakt posi tief kunt verwerken, kun je er verder mee komen, waar mee ik niet wil zeggen dat mij dat altijd lukt. Als je denkt aan wat Je niet hebt word Je een doodongelukkig mens, maar als Je oog krijgt voor wat Je hebt, wat heb je dan ontzettend veel. Dat heb ik ten tijde van die ope ratie gemerkt. Geluk heeft zoveel vormen, bijvoorbeeld zo maar een bos bloemen kopen, voor mijn part je hele huls er vol mee zetten in plaats van te zeggen: het ls nog geen zaterdag, ik koop nog geen bloemen. Dat speelt bij het schrijven ook heel sterk. De verwon dering over alle mogelijke kleine dingen, als je dat niet hebt, kun Je geloof ik wel ophouden." Gré maakt ook gedichten. Als meisje van twaalf won ze al een eerste prijs met haar in het Westfries ge schreven „Moidje" en in 1955 bekroonde de NCRV een Hollands volksliedje van haar, dat door Wouter Paap op muziek werd gezet. In de plaatselijke courant is in de loop der jaren ook het nodige verschenen, zoals het gevoelige gedicht over Gré kent het begin uit haar hoofd." Misschien heb ik hem geïdealiseerd. Ik heb zo vaak het gevoel, dat ik mijn vader eigenlijk nooit goed heb gekend. Dat is de tra giek die veel mensen zullen hebben, vooral wanneer Je ouders jong zijn overleden." Gré dicht de laatste Jaren meer dan vroeger. „Als ik er op de fiets op uittrek, lekker in de wind over de dijk naar Schellinkhout heb ik in mijn Jaszak altijd een blok- nootje en een balpen en soms stop ik dan onderweg om zo maar wat gedachten, die me te binnen schieten, op te schrijven. Thuis werk ik het dan wel verder uit. Vorige week had ik nog, toen het ineens voorjaar werd. Ik kwam in zo'n fees telijke stemming en als Je dan ook nog een plaat van Mozart opzet komen de dichtregels vanzelf." Toen ontstond het volgende ge dichtje: „Het begin van alle dingen is het licht de warmte en de grote horizon Een wonderlijk door God gemaakt gedicht Waarmee de wereld groeide en begon Eerst kind zijn, later mens Daartussen in verlangen naar een durend nieuw be gin Misschien is dat de zin van ons bestaan In liefde en verwondering verder gaan." Gré heeft er bij haar uitge ver nooit over durven begin nen een selectie uit haar ge dichten te bundelea" Maar ik zou het best willen, als ik de mensen er een plezier mee kan doen, als het een functie heeft. In gedichten kun je nog veel meer zeggen dan in boeken. Je legt Je hele gevoelswereld erin. Als ik dicht ben ik zeer bewo gen. Soms zit ik er tranen met tuiten bij te huilen en als het naar mijn gevoel lukt kan ik wel zingen en huilen tegelijk." door Mink van Rijsdijk Dank zij de kennis en de vriendelijkheid van tientallen Trouw-abonnees heeft mijn algemene ontwikkeling een positief zetje gekregen. In mijn stukje over de vrouw die meende niet meer op wintersportvakantie te kunnen omdat tegenwoor dig „iedereen" dat doet, strandden Van Dale en ik op het woordje snob. Nu mij in vele brieven duidelijk is gemaakt wat of wie er nu eigenlijk een snob is, mag ik natuurlijk niemand meer in het ongewisse laten, over de betekenis van dat woord. Welnu, oorspronkelijk mochten in Oxford en Cambridge alleen jongelui studeren die van adel waren. Later werden er op deze maatregel uitzon deringen gemaakt. In de registers schreef men achter de namen van die „gewone" jongelui: s.nob en dat betekende sine nobilitate (geen adel), wat in het Latijn toch nog lekker chic stond. Nu hoop ik maar dat deze wetenschap,' zo zij nieuw voor u is, even activerend werkt als dat bij mij het geval was. Het kan ook best ergens anders door zijn veroorzaakt, maar hoe dan ook, ik kreeg een niet te stuiten opruimwoede. Ten slotte kende mijn ijver geen grenzen meer en toog ik ook nog met twee niet meer lopende horloges naar de reparateur, annex juwelier. Voor mij was een meisje aan de beurt, dat gaatjes in haar oren liet prikken. Vroeger deed men dat gewoon thuis met een gloeiende stopnaald, waarbij een kurk werd gehanteerd om uitscheuren te voorkomen. Tegen woordig wordt een pistooltje van plastic gebruikt en schiet men in één handeling een piepklein knopje in een gaatje. Pang-knal en klaar. Ter plekke werd toen het plan in mij geboren mezelf ook op gaatjes te trakteren. „Deed het zeer?" vroeg ik nog aan het meisje, eigelijk een beetje verbouwereerd over de overhaaste beslis sing. Ze verzekerde me dat ik niet in de rats hoefde te zitten. Zo kon ik, als ik gewild zou hebben, niet meer terug op het pad der ijdelheid, het was gewoon een kwestie van prestige gewor den. Toch nog wat onzeker wachtte ik op het schietklaar maken van het pistool. Waarom dat nou zo nodig de vorm van een wapen moest hebben, ontging me geheel. „Handig ding, hoor," vertelde de horlogemaker. Vroeger gebruikte men een stopnaald." Ineens herinnerde ik me dat in het ene oor van mijn grootmoeder twee scheurtjes zaten, als blij vend souvenir aan verkeerd ingrijpen. Op dat moment voelde ik even een pfikje cn hoorde ik zeggen: „Ziezo, dat was er een." Vlot was dat gegaan. Wat minder vlot ging was het verwijderen van het pistool, het ding zat namelijk muurvast. Lelijke woorden in en rukken aan mijn oor mochten niet baten. Daar zat ik dan, geheel ontredderd met een punkachtig oorversiersel. De verzekering van de man dat zoiets hem nog nooit was overkomen, leverde me geen spiertje troost. Ik zag zweetdruppeltjes van ellende en spanning op zijn gezicht heel dicht bij het mijne. Er werden pincetten en tangen aangevoerd. Voor mijn gees tesoog bewoog steeds het gescheurde oorlelletje van mijn grootmoeder. Ik dacht: als ik met gaatjes in mijn oren zou zijn geboren, zat ik hier vast en zeker om ze dicht te laten maken. Na tien heel lange minuten was de operatie zomaar gelukt. Even was ik laf genoeg om het verder maar voor gezien te houden, tenslotte lopen er zo veel sterren in den lande rond met slechts één oorver- siersel. Toch liet ik gedwee nogeens aanleggen. Waar ik maar mee zeggen wil dat er in een achternamiddag veel gebeuren kan. Het ene ogen blik weet je niet precies wat een snob is, dan komt de post en voor de avond valt loop je voor de rest van je leven met gaatjes in je oren. Overigens: er vloeide geen bloed. Zou dat wel het geval zijn geweest helaas helaas blauw bloed kan ik nooit produceren, ik ben immers maar heel gewoon: S. nob. In de NCRV-studio in Hilversum is zaterdag de Imitatie Ome Joop gekozen. Hier de echte Ome Joop met links Christiaan Schurink, winnaar bij de junioren en rechts de heer S. B. J. Donley, die bij de senioren de prijs veroverde. Onder redactie van mevrouw J. Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM Voorburg. Per vraag een gulden In postzegels, het liefst In waarden van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde t c 101 k imi In het nieuwe boek van de (van Chriet Titulaer) vond ik tl moois, en interessants, maar twee verschijnselen, waar ik 'an weet, namelijk het Elms- n de Bolbliksem. In allerlei 'erhalen leest men daar wel 'er. ord: Wij hebben uw vraag legd aan onze eigen weerman Jong. Hij schrijft in zijn rhaal binnenkort over die bol- en dat elmsvuur. irift Mijn glaceehandschoenen sp igenlijk glacee) worden altijd, nei i één poosje gedragen heb. erg u kocht ik ze aan de kleine aar het helpt niets. Ze worden d. Is er niet een trucje om ze krimpen? :en rd: glacee is een goede soort :r. speciaal geglansd. Mijn iwe sprak zelfs over „gepo- andschoenen moet men altijd iet tfappe kant kopen, want elke va tr rekt uit bij het buigen en Tur van de vingers en ook van n ntrekken. De handschoen m dus groter en wijder. Het is rel aan te raden, de hand- i voorzichtig aan te trekken vingers en die zo ver moge- iwen en daarna de duim pas), als je haast hebt... Vraag: Enige Jaren geleden was er voor de TV een uitzending over de opleving van de zijde-rupsenteelt in Frankrijk. De vrouw van de burge meester van een Ingeslapen Frans dorpje, wist de produktie van natuur zijde via uitgezette zijderupsen der-( mate te stimuleren, dat het dorpje weer floreerde, de kapel gerestau reerd kon worden, enz. Welk dorp is dit, want we willen er erg graag eens naar toe. Antwoord: Het geval van het dorp met de zijderupsen staat niet op zich zelf. Nu allerwegen het verlangen naar creativiteit tot uiting komt, zijn het vooral de vroegere huishoud- en landbouwbezlgheden, die boeien, de creativiteit stimuleren en zo mogelijk geld in het laatje brengen. In verschil lende streken is een opbloei van de zijdecultuur waar te nemen. De moer beitoppen ruisen in een mild klimaat de rupsen uitnodigend tegemoet (met excuses aan Beets). Men (en dat was een radsprekende meneer op de Fran se ambassade en een nog raddere jongedame) noemde mij: Corsica, de „bouche", dat wil zeggen de streek van de monding van de Rhöne, de Ardèche en de Var, altemaal streken, waar dit dorpje kón liggen, waarop ik in goed Nederlands verzuchtte: Ga d'r maar eens an staan. Uit deze uitla ting begreep men, dat u en ik aan de opsomming van al die mooie plaatsen niet zoveel hebben, en men ging die per en radder op de zaak in. Het resultaat was: Le Station de Serlcl- culture (zoiets als het zijderupsen schap) dAlès, 28 Quai Bassier des Sauvages, 3000 Alès. Dit plaatsje ligt tegen de Pyreneeën aan. Ik hoop dat dit uw dorp is. In vloeiende bewoor dingen vertelde men mij, dat in een paar jaar tijds een bepaalde cultuur een grote vlucht kan nemen, maar als het eerste enthousiasme voorbij is, hoort men er niet veel meer van. Ik elk geval verwacht men er veel van, als u eens contact met dat Station opneemt. Uit het voorgaande blijkt wel dat ik helaas niet degene ben, aan wie u het schrijven van een indruk wekkende brief zou kunnen dele geren. Vraag: Weet u hoe ik de vogels uit mijn markies moet houden? De stof gaat er niet op vooruit. Vraag, die hier wel wat op lijkt: Als ik buiten ga zitten, zijn er Steeds spreeuwen die mijn tuinstoelen bevuilen. Antwoord: Laat men de zonnescher men in de winter buiten, dan moeten ze wel goed ingepakt worden, want zo'n scherm onder een beschermende plank ls natuurlijk een heerlijk plekje voor allerlei bibberende vogels. Wordt het scherm nu uitgerold, dan zullen de vogels waarschijnlijk niet zo vaak op die vrij sterke helling gaan zitten. Op dagen dat de zon niet schijnt, is het toch wel goed een keer het scherm uit te rollen, zodat de vogels pogingen om een nest te bou wen al gauw opgeven. Verder geldt voor beide vragen hetzelfde: U zou uw balkon of terrasje kunnen pavoiseren met fladderende bootvlaggetjes of sliertjes blik of allumlnium. Als u de stoeltjes niet gebruikt, moeten ze met een stuk doorzichtig plastic worden bedekt. Wen uw poes nu alvast aan een bepaalde stoel met een bepaald kussentje, dan heeft u tegen de tijd dat uw probleem werkelijk acuut is geworden (ik kan het me niet inden ken, dat, terwijl ik dit schrijf, u in de scherpe wind geplaagd wordt door de spreeuwen boven uw hoofd) een goe de vogelverschrikster op uw terrasje. Vraag een oude Chinese naaidoos, ganzend zwart en ingelegd met parel moer, is helaas dof en vuil. Hoe krijg ik alles weer schoon, zonder de lak te beschadigen? Antwoord: antieke schalen en dozen bestaan soms uit vele lagen lak, aan gebracht op een uiterst dunne onder laag. Een naaidoos is, allicht, van steviger makelij en zou wel te reini gen zijn met een zacht sponsje en gewoon water. Is de doos schoon, maar wel dof, dan zou ik hem bespui ten met schllderijvernls of een kleur loze lakvernis. Wel spuiten, want met een kwastje krijgt een leek het nooit zo mooi als een vakman. Als Je het griezelig vindt, de doos schoon te moeten maken, neem hem dan eens mee naar het Volkenkundig museum aan de Steenstraat te Leiden. Daar lopen altijd wel vriendelijke mensen rond. die verstandige raad kunnen geven. Vraag: over Clara Jansdochter van Spaerwoude en haar huwelijksfonds. Antwoord: een paar jaar geleden was er eens een zeer grote stroom vragen betreffende de bovengenoemde dame en eveneens over Neeltje Pater en haar dukaten. Wij hebben naarstig allerlei spullen en archieven daarvoor overhoop gehaald en de resultaten van dat zoeken verwerkt in een ver- slagje en wat stencils. Daar zijn nog wel verschillende exemplaren van over. Belangstellenden kunnen op de gebruikelijke manier (zie kop ru briek) deze stencils bij ons aan vragen. Vraag: we wonen nog niet lang in een huis met een echte tuin, al is die klein. We weten niet wat de vorige bewoners erin gehad hebben aan planten. Wat mooi is. zullen we allicht laten staan, maar hoe doen we het nu zo goed mogelijk? Antwoord: het is altijd heel verstan dig eens te kijken, wat er wel uit de grond komt. Ik houd het altijd maar op mevrouw Muller-Idzerda, die mij al zo vaak goede raad gaf met haar boekje over kamerplanten en haar tuinplanten ABC en nu weer met de zoveelste druk van haar boekje Klei ne tuinen (Kosmos, voor nog geen tientje). Als er echter een boom in uw tuintje staat, waar u nu al het land aan heeft, haal dat ding er dan uit vóór u met bergen bladeren zit. Vraag: er is een minimum tempera tuur maar ook een maximale Hoe meet men die? Alle stoffen zijn dan in gasvorm overgegaan, ook alle ge steenten, zelfs diamant. Antwoord: Behalve deze vragen vuurde u nog een paar andere op ons af. Ik heb me gewend tót de stichting IVIO, Postbus 37 8200 AA Lelystad en zowaar bleek uit de eerste Jaren van de AO-boekJes nog een ouderwets aandoend boekje aanwezig. Steeds kouder. (Ik zond het aan de vragen steller. maar zou het te zijner tijd toch wel graag terug willen hebben!). Uw vragen over het vaststellen van' de hoogste temperaturen, heb ik aan de redactie van IVIO doorgegeven. De opmerking, dat zelfs diamant zo danig verhit zou kunnen worden, dat het tot gas zou overgaan, wat theore tisch mogelijk zou kunnen zijn, is inderdaad een loze kreet, zolang een wetenschappelijke beschrijving van het vaststellen van de waarheid van die opmerking niet overgelegd wordt Men heeft mij beloofd over deze zaak contact met Lelden op te nemen en ik hoop, dat men op het verzoek van de redactie van IVIO zal Ingaan. Wij zullen dat dan wel merken en de verschijning van dat AO-boekJe zal ik In mijn rubriek opnemen. Vraag: Enige tijd geleden fcerd te Weert het graf van de onthoofde graaf van Hoorne geopend. Naast het skelet vond men een loden koker met het hart. Waarom werd dat hart af zonderlijk begraven? Antwoord: Reeds de oude Egyptena- ren verwijderden voor het balsemen het hart, de ingewanden enz. Deze delen werden dan apart in een urn bijgezet. Deze methode werd de eeu wen door bij balsemen gevolgd. Zelfs wanneer geen balseming plaats had, maar de overledenen geruime tijd werden opgebaard, voor ze werden bijgezet (dat duurde soms wel maan den), werden vaak de Ingewanden verwijderd en elders begraven of bij gezet. Vraag: Uit Indonesië kreeg ik de ge droogde wortel van Comfrey Symp hytum. Thee uit deze wortel getrok ken wordt gebruikt tegen verschillen de ziekten. Welke bestanddelen zit ten er in? Antwoord: In de meeste oude en nieuwe kruidenboeken is de door u gezochte plant/wortel te vinden, ech ter niet onder het eerste gedeelte van de naam. die de Engelse benaming ls van de Symphytum, onze echte Hol landse Smeerwortel, die elders ook wel Wael of Waalwortel heet. De Griekse naam duidt op samengroei en. In het grijs verleden werden de produkten van deze plant gebruikt bij wonden en beenbreuken, vandaar de naam. Men vindt de plant (Fam. Boragie-ruwbladigen) op vochtige plaatsen bloeiend van mei-augustus met rode, paarse en wittige bloemen. De korte wortelstok heeft sterke, van buiten zwarte wortels, die van binnen wit en slijmig zijn. Men drqogt de wortels bij een temp. van 35 C. Dat neemt wel wat tijd. Bewaren in goed gesloten bruine stopflessen. Bladeren en wortels bederven echter spoedig en zijn niet lang houdbaar. De geur ontbreekt, de smaak is slijmig. In houd: Veel slijm, looistof, zetmeel, asparaglne, allantolne, alkaloïden, et herische oliën en andere weinig be kende stoffen. Compressen met af treksels worden gebruikt bij wonden, kneuzingen enz. In de homeopathie wordt de tinctuur gebruikt inwendig bij beenderziekten, uitwendig met water vermengd voor compressen bij beenbreuk, kneuzing, verwondingen der beenderen en van 't beenvlies. Als ik nu ln al mijn handboeken lees hoe verschrikkelijk veel ziekten en kwa len behandeld worden met drankjes, aftreksels en pleisters van deze plant, geloof ik toch wel, dat men bij alle gebruik van deze en dergelijke ge neesmiddelen, waarvan men de zelf- werklng niet voor 100% kent, ln de eerste plaats het voorschrijven daar van moet overlaten aan de arts. De homeopaat zal daar eerder gebruik van maken, maar zijn collega vindt wellicht dezelfde plant weer ergens ln de pharmaceutlsche Industrie terug. Als laatste bijzonderheid: de smeer wortel werd en wordt gebruikt bij de samenstelling van varkensvoer. Wat nu de uit Indonesië afkomstige wor tel betreft: Uit eigen tropenervarlng weet ik, hoe en waar vaak de kruiden werden geoogst en behandeld. Uw vrienden moeten wel weten, waar die wortel vandaan komt. Hoe oud het 'preparaat is, weet u niet. Een beetje voorzichtigheid is steeds geboden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 9