Gré de Reus,
de Ramses
haffy onder
lederlandse
uteurs
Niet van adel
'Ik heb het gevoel op een
tweesprong te zijn gekomen'
fj lANOAG 26 MAART 1979
VARIA
TROUW/KWARTET
Dor Fred Lammers
OORN „Mijn uit-
ever, Gottmer in
aarlem, noemt me
Ramses Shaffy on
er de Nederlandse
uteurs, en waar-
[hijnlijk heeft hij wel
ilijk, hoewel ik Ram-
niet zo goed ken.
aar het chaotische
it hem kenmerkt,
e wisselende stem
ingen, heb ik ook. Ik
'n iemand die tussen
tersten leeft. Te
van angst,
en twijfel
mijn
idden
inhoop
ltstaan
leken."
irgreet van Hoorn, pseu-
niem voor Gré de Reus,
idt dat het er helemaal
hoort. Zonder die span-
ig zou ze geen 23 boeken
bben kunnen schrijven,
eken die de deur uitvlie-
Zelf zal zij het uit be-
lieidenheid niet vertellen,
iiar als ik het ter sprake
eng geeft ze toe dat haar
(eemiljoenste boek bin-
i afzienbare tijd zal wor-
i verkocht en dat er in
in de bibliotheken
honderdduizend keer
i van haar werken is uit-
leend.
zijn indrukwekkende
Iers, die Gré uiteraard sti
leren in haar bezig zijn.
fee boeken per jaar, daar
lent haar uitgever op. Te-
Moederdag moet haar
Igende boek „Alles rijpt
eigen tijd" in de winkels
;en. Gré is nog druk be-
aan de laatste hoofd-
:ken.
Het zal er wel komen, even
als in december haar Jubi
leumboek, waaraan ze nog
maar niet te veel denkt,
maar de nu 46-jarige schrijf
ster is naar ze me vertelt
niet van plan bij leven en
welzijn tot haar zeventigste
op deze manier door te
gaan.
„Als ik de boeken die ik nu
op mijn naam heb staan
doorblader, ontdek ik daar
duidelijk een opgaande lijn
in. Ik merk dat ik ben ge
groeid in de loop der jaren.
Omdat je meer hebt meege
maakt krijg je een bredere
kijk op de dingen. Je krijgt
steeds meer levenservaring.,
Op het ogenblik heb ik het
gevoel op een tweesprong te
zijn aangekomen. Ik voel er
gens dat ik een andere weg
moet inslaan, maar ik weet
nog niet precies welke. Het
is bij mij op het ogenblik:
Gré, wat nu?"
Moeilijker
n^e;
Ikl
jet ko
scD ik
gutst die
k(ir i
)e idru
erUyer.
rt *ot
kost me moeite. Nu
altijd iemand ge
gutst die een stok achter de
klir moet hebben. Onder
(druk van een vastgestel-
verschijningsdatum kom
ot prestaties, maar met
bock. dat aansluit bij
boeken die ik een jaar
a|wat terug heb geschre-
is het echt zwoegen."
Als ik vraag wat haar voor
ogen staat, kijkt ze me
enigszins vorsend aan en
zegt dan: „Ik wil meer de
literaire kant op. Mijn boe
ken zullen daardoor in de
toekomst waarschijnlijk
moeilijker worden. Degenen
die ze lezen zullen meer
moeten nadenken. Mogelijk
zal ik daardoor mensen te
leurstellen, maar ik kan me
er niet aan onttrekken. Het
gaat onbewust. Het is een
groeiproces en ik schrijf nu
eenmaal niet wat mijn le
zers van mij verlangen,
maar wat ik vind dat ge
schreven moet worden. Ik
schrijf wat ik zelf van mij
verlang. Vandaar ook mijn
aarzeling mijn nieuwe boek
af te maken. Ik kan en ik wil
het niet meer doen zoals ik
het tot nu toe steeds heb
gedaan. Ik geloof ook dat
dit goed is. Een mens moet
zich kunnen vernieuwen.
Misschien ga ik wel minder
vaak boeken uitgeven, wat
ik schrijf nog meer overwe
gen, er nog meer gedachten
van mezelf in leggen."
Gré de Reus is een vrouw
die niet aan de leiband wil
lopen en evenmin in een
vakje wil worden geplaatst.
Als Gottmer het over „zijn
vrouwen" heeft en daarbij
doelt op de schrijfsters die
in zijn fonds zitten en waar
van naast Gré ook de bijna
tachtigjarige Jannetje Vis-
ser-Roosendaal deel uit
maakt, overigens een van
haar beste vriendinnen,
voelt zij zich altijd enigszins
genomen. „Ik vind dat ik
daar eigenlijk niet bij hoor.
Dat is geen hoogmoecf van
me, maar ik ben nu eenmaal
geen schrijfster van streek
romans, hoewel ze me dat
etiket vaak opplakken. Zelf
noem ik mijn boeken psy
chologische familieromans.
Hoewel ik in Hoorn ben ge"-
boren en er mijn jeugd heb
doorgebracht, heb ik, voor
dat ik hier weer terugkwam,
op tal van plaatsen gezeten,
ook in het buitenland. Die
ervaringen verwerk ik in
mijn boeken. Mijn romanfi
guren zijn allemaal mensen
die ik heb meegemaakt of
samensmeltingen van men
sen, maar ze zijn niet, zoals
bij mevrouw Visser, aan
wijsbaar."
Zelfanalyse
In haar boeken stopt Gré
wel veel van zichzelf.
„Schrijven is een ernstige^
zaak. Het is eigenlijk Je eer
ste ik, een voortdurende
zelfanalyse. De vrouwsper
soon die er de hoofdrol in
speelt ben ik in de regel zelf.
In mijn jongste boek „Af
scheid van een vlinder" heb
ik bijvoorbeeld de ervarin
gen verwerkt, die ik een
paar jaar geleden opdeed
toen ik een ingrijpende ope
ratie moest ondergaan. Ik
krijg er veel positieve reac
ties op van vrouwen die het
zelfde hebben doorge
maakt. Daar ben ik blij om,
maar eerlijk gezegd vind ik
dat boek zelf niet zo gewel
dig. Mijn .Verbroken ak
koord', dat een jaar of tien
geleden uitkwam, is mij per
soonlijk veel dierbaarder.
Bij tal van mensen viel dat
echter niet zo in de smaak.
Zij accepteerden het niet
dat de hoofdpersonen op
het eind gingen scheiden.
De mensen lezen mijn boe
ken voor ontspanning en
dan willen ze geen triest ein-'
Gré de Reus, alias
Margreet van Hoorn
geluk heeft zoveel
vormen
(foto: Dirk Ketting)
de. Tegenwoordig geef ik,
hoewel er vaak heel trieste
zaken in worden behandeld
daar ontkom je niet aan, TfSQIGk
zo is het leven mijn boe
ken meestal een open slot.
De mensen kunnen dan zelf
invullen hoe het afloopt en
dat is geloof ik Juist, want
het leven is nooit een afge
rond geheel. Dat zie ik bij
mezelf."
haar vader: „Soms kan ik zo
verlangen naar de handen
van mijn vader en naar zijn
zacht gezicht, waarop een
goede glimlach was Soms
kan ik zo verlangen naar
zijn zangerige praten en
naar het langzaam voort
gaan van zijn pas."
Teleurstellingen
Het leven is voor Gré de
Reus anders geworden dan
ze als Jong meisje dacht. „Ik
had graag getrouwd willen
zijn, moeder van een gezin.
Het heeft niet zo mogen
zijn, denk ik tegenwoordig
vaak. Teleurstellingen ma
ken een mens rijker en ster
ker. Als Je de dingen die je
in het leven meemaakt posi
tief kunt verwerken, kun je
er verder mee komen, waar
mee ik niet wil zeggen dat
mij dat altijd lukt. Als je
denkt aan wat Je niet hebt
word Je een doodongelukkig
mens, maar als Je oog krijgt
voor wat Je hebt, wat heb je
dan ontzettend veel. Dat
heb ik ten tijde van die ope
ratie gemerkt. Geluk heeft
zoveel vormen, bijvoorbeeld
zo maar een bos bloemen
kopen, voor mijn part je
hele huls er vol mee zetten
in plaats van te zeggen: het
ls nog geen zaterdag, ik
koop nog geen bloemen.
Dat speelt bij het schrijven
ook heel sterk. De verwon
dering over alle mogelijke
kleine dingen, als je dat niet
hebt, kun Je geloof ik wel
ophouden."
Gré maakt ook gedichten.
Als meisje van twaalf won
ze al een eerste prijs met
haar in het Westfries ge
schreven „Moidje" en in
1955 bekroonde de NCRV
een Hollands volksliedje
van haar, dat door Wouter
Paap op muziek werd gezet.
In de plaatselijke courant is
in de loop der jaren ook het
nodige verschenen, zoals
het gevoelige gedicht over
Gré kent het begin uit haar
hoofd." Misschien heb ik
hem geïdealiseerd. Ik heb zo
vaak het gevoel, dat ik mijn
vader eigenlijk nooit goed
heb gekend. Dat is de tra
giek die veel mensen zullen
hebben, vooral wanneer Je
ouders jong zijn overleden."
Gré dicht de laatste Jaren
meer dan vroeger. „Als ik er
op de fiets op uittrek, lekker
in de wind over de dijk naar
Schellinkhout heb ik in
mijn Jaszak altijd een blok-
nootje en een balpen en
soms stop ik dan onderweg
om zo maar wat gedachten,
die me te binnen schieten,
op te schrijven. Thuis werk
ik het dan wel verder uit.
Vorige week had ik nog,
toen het ineens voorjaar
werd. Ik kwam in zo'n fees
telijke stemming en als Je
dan ook nog een plaat van
Mozart opzet komen de
dichtregels vanzelf." Toen
ontstond het volgende ge
dichtje: „Het begin van alle
dingen is het licht de
warmte en de grote horizon
Een wonderlijk door God
gemaakt gedicht Waarmee
de wereld groeide en begon
Eerst kind zijn, later mens
Daartussen in verlangen
naar een durend nieuw be
gin Misschien is dat de zin
van ons bestaan In liefde
en verwondering verder
gaan."
Gré heeft er bij haar uitge
ver nooit over durven begin
nen een selectie uit haar ge
dichten te bundelea" Maar
ik zou het best willen, als ik
de mensen er een plezier
mee kan doen, als het een
functie heeft. In gedichten
kun je nog veel meer zeggen
dan in boeken. Je legt Je
hele gevoelswereld erin. Als
ik dicht ben ik zeer bewo
gen. Soms zit ik er tranen
met tuiten bij te huilen en
als het naar mijn gevoel
lukt kan ik wel zingen en
huilen tegelijk."
door Mink van Rijsdijk
Dank zij de kennis en de vriendelijkheid van
tientallen Trouw-abonnees heeft mijn algemene
ontwikkeling een positief zetje gekregen. In mijn
stukje over de vrouw die meende niet meer op
wintersportvakantie te kunnen omdat tegenwoor
dig „iedereen" dat doet, strandden Van Dale en
ik op het woordje snob. Nu mij in vele brieven
duidelijk is gemaakt wat of wie er nu eigenlijk een
snob is, mag ik natuurlijk niemand meer in het
ongewisse laten, over de betekenis van dat woord.
Welnu, oorspronkelijk mochten in Oxford en
Cambridge alleen jongelui studeren die van adel
waren. Later werden er op deze maatregel uitzon
deringen gemaakt. In de registers schreef men
achter de namen van die „gewone" jongelui:
s.nob en dat betekende sine nobilitate (geen adel),
wat in het Latijn toch nog lekker chic stond.
Nu hoop ik maar dat deze wetenschap,' zo zij
nieuw voor u is, even activerend werkt als dat bij
mij het geval was. Het kan ook best ergens anders
door zijn veroorzaakt, maar hoe dan ook, ik kreeg
een niet te stuiten opruimwoede. Ten slotte kende
mijn ijver geen grenzen meer en toog ik ook nog
met twee niet meer lopende horloges naar de
reparateur, annex juwelier. Voor mij was een
meisje aan de beurt, dat gaatjes in haar oren liet
prikken. Vroeger deed men dat gewoon thuis met
een gloeiende stopnaald, waarbij een kurk werd
gehanteerd om uitscheuren te voorkomen. Tegen
woordig wordt een pistooltje van plastic gebruikt
en schiet men in één handeling een piepklein
knopje in een gaatje. Pang-knal en klaar.
Ter plekke werd toen het plan in mij geboren
mezelf ook op gaatjes te trakteren. „Deed het
zeer?" vroeg ik nog aan het meisje, eigelijk een
beetje verbouwereerd over de overhaaste beslis
sing. Ze verzekerde me dat ik niet in de rats
hoefde te zitten. Zo kon ik, als ik gewild zou
hebben, niet meer terug op het pad der ijdelheid,
het was gewoon een kwestie van prestige gewor
den. Toch nog wat onzeker wachtte ik op het
schietklaar maken van het pistool. Waarom dat
nou zo nodig de vorm van een wapen moest
hebben, ontging me geheel. „Handig ding, hoor,"
vertelde de horlogemaker. Vroeger gebruikte men
een stopnaald."
Ineens herinnerde ik me dat in het ene oor van
mijn grootmoeder twee scheurtjes zaten, als blij
vend souvenir aan verkeerd ingrijpen. Op dat
moment voelde ik even een pfikje cn hoorde ik
zeggen: „Ziezo, dat was er een." Vlot was dat
gegaan. Wat minder vlot ging was het verwijderen
van het pistool, het ding zat namelijk muurvast.
Lelijke woorden in en rukken aan mijn oor
mochten niet baten. Daar zat ik dan, geheel
ontredderd met een punkachtig oorversiersel. De
verzekering van de man dat zoiets hem nog nooit
was overkomen, leverde me geen spiertje troost.
Ik zag zweetdruppeltjes van ellende en spanning
op zijn gezicht heel dicht bij het mijne. Er werden
pincetten en tangen aangevoerd. Voor mijn gees
tesoog bewoog steeds het gescheurde oorlelletje
van mijn grootmoeder. Ik dacht: als ik met gaatjes
in mijn oren zou zijn geboren, zat ik hier vast en
zeker om ze dicht te laten maken. Na tien heel
lange minuten was de operatie zomaar gelukt.
Even was ik laf genoeg om het verder maar voor
gezien te houden, tenslotte lopen er zo veel
sterren in den lande rond met slechts één oorver-
siersel. Toch liet ik gedwee nogeens aanleggen.
Waar ik maar mee zeggen wil dat er in een
achternamiddag veel gebeuren kan. Het ene ogen
blik weet je niet precies wat een snob is, dan komt
de post en voor de avond valt loop je voor de rest
van je leven met gaatjes in je oren. Overigens: er
vloeide geen bloed. Zou dat wel het geval zijn
geweest helaas helaas blauw bloed kan ik nooit
produceren, ik ben immers maar heel gewoon: S.
nob.
In de NCRV-studio in Hilversum is zaterdag de Imitatie Ome Joop gekozen. Hier de echte
Ome Joop met links Christiaan Schurink, winnaar bij de junioren en rechts de heer S. B. J.
Donley, die bij de senioren de prijs veroverde.
Onder redactie van
mevrouw J. Wentink-Frumau
en mr J. J. Wentink
Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM
Voorburg. Per vraag een gulden In postzegels, het liefst In waarden
van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken.
Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde
t c
101 k
imi
In het nieuwe boek van de
(van Chriet Titulaer) vond ik
tl moois, en interessants, maar
twee verschijnselen, waar ik
'an weet, namelijk het Elms-
n de Bolbliksem. In allerlei
'erhalen leest men daar wel
'er.
ord: Wij hebben uw vraag
legd aan onze eigen weerman
Jong. Hij schrijft in zijn
rhaal binnenkort over die bol-
en dat elmsvuur.
irift Mijn glaceehandschoenen
sp igenlijk glacee) worden altijd,
nei i één poosje gedragen heb. erg
u kocht ik ze aan de kleine
aar het helpt niets. Ze worden
d. Is er niet een trucje om ze
krimpen?
:en
rd: glacee is een goede soort
:r. speciaal geglansd. Mijn
iwe sprak zelfs over „gepo-
andschoenen moet men altijd
iet tfappe kant kopen, want elke
va tr rekt uit bij het buigen en
Tur van de vingers en ook van
n ntrekken. De handschoen
m dus groter en wijder. Het is
rel aan te raden, de hand-
i voorzichtig aan te trekken
vingers en die zo ver moge-
iwen en daarna de duim pas),
als je haast hebt...
Vraag: Enige Jaren geleden was er
voor de TV een uitzending over de
opleving van de zijde-rupsenteelt in
Frankrijk. De vrouw van de burge
meester van een Ingeslapen Frans
dorpje, wist de produktie van natuur
zijde via uitgezette zijderupsen der-(
mate te stimuleren, dat het dorpje
weer floreerde, de kapel gerestau
reerd kon worden, enz. Welk dorp is
dit, want we willen er erg graag eens
naar toe.
Antwoord: Het geval van het dorp
met de zijderupsen staat niet op zich
zelf. Nu allerwegen het verlangen
naar creativiteit tot uiting komt, zijn
het vooral de vroegere huishoud- en
landbouwbezlgheden, die boeien, de
creativiteit stimuleren en zo mogelijk
geld in het laatje brengen. In verschil
lende streken is een opbloei van de
zijdecultuur waar te nemen. De moer
beitoppen ruisen in een mild klimaat
de rupsen uitnodigend tegemoet (met
excuses aan Beets). Men (en dat was
een radsprekende meneer op de Fran
se ambassade en een nog raddere
jongedame) noemde mij: Corsica, de
„bouche", dat wil zeggen de streek
van de monding van de Rhöne, de
Ardèche en de Var, altemaal streken,
waar dit dorpje kón liggen, waarop ik
in goed Nederlands verzuchtte: Ga
d'r maar eens an staan. Uit deze uitla
ting begreep men, dat u en ik aan de
opsomming van al die mooie plaatsen
niet zoveel hebben, en men ging die
per en radder op de zaak in. Het
resultaat was: Le Station de Serlcl-
culture (zoiets als het zijderupsen
schap) dAlès, 28 Quai Bassier des
Sauvages, 3000 Alès. Dit plaatsje ligt
tegen de Pyreneeën aan. Ik hoop dat
dit uw dorp is. In vloeiende bewoor
dingen vertelde men mij, dat in een
paar jaar tijds een bepaalde cultuur
een grote vlucht kan nemen, maar als
het eerste enthousiasme voorbij is,
hoort men er niet veel meer van. Ik
elk geval verwacht men er veel van,
als u eens contact met dat Station
opneemt. Uit het voorgaande blijkt
wel dat ik helaas niet degene ben, aan
wie u het schrijven van een indruk
wekkende brief zou kunnen dele
geren.
Vraag: Weet u hoe ik de vogels uit
mijn markies moet houden? De stof
gaat er niet op vooruit. Vraag, die hier
wel wat op lijkt: Als ik buiten ga
zitten, zijn er Steeds spreeuwen die
mijn tuinstoelen bevuilen.
Antwoord: Laat men de zonnescher
men in de winter buiten, dan moeten
ze wel goed ingepakt worden, want
zo'n scherm onder een beschermende
plank ls natuurlijk een heerlijk plekje
voor allerlei bibberende vogels.
Wordt het scherm nu uitgerold, dan
zullen de vogels waarschijnlijk niet
zo vaak op die vrij sterke helling gaan
zitten. Op dagen dat de zon niet
schijnt, is het toch wel goed een keer
het scherm uit te rollen, zodat de
vogels pogingen om een nest te bou
wen al gauw opgeven. Verder geldt
voor beide vragen hetzelfde: U zou uw
balkon of terrasje kunnen pavoiseren
met fladderende bootvlaggetjes of
sliertjes blik of allumlnium. Als u de
stoeltjes niet gebruikt, moeten ze met
een stuk doorzichtig plastic worden
bedekt. Wen uw poes nu alvast aan
een bepaalde stoel met een bepaald
kussentje, dan heeft u tegen de tijd
dat uw probleem werkelijk acuut is
geworden (ik kan het me niet inden
ken, dat, terwijl ik dit schrijf, u in de
scherpe wind geplaagd wordt door de
spreeuwen boven uw hoofd) een goe
de vogelverschrikster op uw terrasje.
Vraag een oude Chinese naaidoos,
ganzend zwart en ingelegd met parel
moer, is helaas dof en vuil. Hoe krijg
ik alles weer schoon, zonder de lak te
beschadigen?
Antwoord: antieke schalen en dozen
bestaan soms uit vele lagen lak, aan
gebracht op een uiterst dunne onder
laag. Een naaidoos is, allicht, van
steviger makelij en zou wel te reini
gen zijn met een zacht sponsje en
gewoon water. Is de doos schoon,
maar wel dof, dan zou ik hem bespui
ten met schllderijvernls of een kleur
loze lakvernis. Wel spuiten, want met
een kwastje krijgt een leek het nooit
zo mooi als een vakman. Als Je het
griezelig vindt, de doos schoon te
moeten maken, neem hem dan eens
mee naar het Volkenkundig museum
aan de Steenstraat te Leiden. Daar
lopen altijd wel vriendelijke mensen
rond. die verstandige raad kunnen
geven.
Vraag: over Clara Jansdochter van
Spaerwoude en haar huwelijksfonds.
Antwoord: een paar jaar geleden was
er eens een zeer grote stroom vragen
betreffende de bovengenoemde dame
en eveneens over Neeltje Pater en
haar dukaten. Wij hebben naarstig
allerlei spullen en archieven daarvoor
overhoop gehaald en de resultaten
van dat zoeken verwerkt in een ver-
slagje en wat stencils. Daar zijn nog
wel verschillende exemplaren van
over. Belangstellenden kunnen op de
gebruikelijke manier (zie kop ru
briek) deze stencils bij ons aan
vragen.
Vraag: we wonen nog niet lang in een
huis met een echte tuin, al is die
klein. We weten niet wat de vorige
bewoners erin gehad hebben aan
planten. Wat mooi is. zullen we allicht
laten staan, maar hoe doen we het nu
zo goed mogelijk?
Antwoord: het is altijd heel verstan
dig eens te kijken, wat er wel uit de
grond komt. Ik houd het altijd maar
op mevrouw Muller-Idzerda, die mij
al zo vaak goede raad gaf met haar
boekje over kamerplanten en haar
tuinplanten ABC en nu weer met de
zoveelste druk van haar boekje Klei
ne tuinen (Kosmos, voor nog geen
tientje). Als er echter een boom in uw
tuintje staat, waar u nu al het land
aan heeft, haal dat ding er dan uit
vóór u met bergen bladeren zit.
Vraag: er is een minimum tempera
tuur maar ook een maximale Hoe
meet men die? Alle stoffen zijn dan in
gasvorm overgegaan, ook alle ge
steenten, zelfs diamant.
Antwoord: Behalve deze vragen
vuurde u nog een paar andere op ons
af. Ik heb me gewend tót de stichting
IVIO, Postbus 37 8200 AA Lelystad en
zowaar bleek uit de eerste Jaren van
de AO-boekJes nog een ouderwets
aandoend boekje aanwezig. Steeds
kouder. (Ik zond het aan de vragen
steller. maar zou het te zijner tijd
toch wel graag terug willen hebben!).
Uw vragen over het vaststellen van'
de hoogste temperaturen, heb ik aan
de redactie van IVIO doorgegeven.
De opmerking, dat zelfs diamant zo
danig verhit zou kunnen worden, dat
het tot gas zou overgaan, wat theore
tisch mogelijk zou kunnen zijn, is
inderdaad een loze kreet, zolang een
wetenschappelijke beschrijving van
het vaststellen van de waarheid van
die opmerking niet overgelegd wordt
Men heeft mij beloofd over deze zaak
contact met Lelden op te nemen en ik
hoop, dat men op het verzoek van de
redactie van IVIO zal Ingaan. Wij
zullen dat dan wel merken en de
verschijning van dat AO-boekJe zal ik
In mijn rubriek opnemen.
Vraag: Enige tijd geleden fcerd te
Weert het graf van de onthoofde
graaf van Hoorne geopend. Naast het
skelet vond men een loden koker met
het hart. Waarom werd dat hart af
zonderlijk begraven?
Antwoord: Reeds de oude Egyptena-
ren verwijderden voor het balsemen
het hart, de ingewanden enz. Deze
delen werden dan apart in een urn
bijgezet. Deze methode werd de eeu
wen door bij balsemen gevolgd. Zelfs
wanneer geen balseming plaats had,
maar de overledenen geruime tijd
werden opgebaard, voor ze werden
bijgezet (dat duurde soms wel maan
den), werden vaak de Ingewanden
verwijderd en elders begraven of bij
gezet.
Vraag: Uit Indonesië kreeg ik de ge
droogde wortel van Comfrey Symp
hytum. Thee uit deze wortel getrok
ken wordt gebruikt tegen verschillen
de ziekten. Welke bestanddelen zit
ten er in?
Antwoord: In de meeste oude en
nieuwe kruidenboeken is de door u
gezochte plant/wortel te vinden, ech
ter niet onder het eerste gedeelte van
de naam. die de Engelse benaming ls
van de Symphytum, onze echte Hol
landse Smeerwortel, die elders ook
wel Wael of Waalwortel heet. De
Griekse naam duidt op samengroei
en. In het grijs verleden werden de
produkten van deze plant gebruikt
bij wonden en beenbreuken, vandaar
de naam. Men vindt de plant (Fam.
Boragie-ruwbladigen) op vochtige
plaatsen bloeiend van mei-augustus
met rode, paarse en wittige bloemen.
De korte wortelstok heeft sterke, van
buiten zwarte wortels, die van binnen
wit en slijmig zijn. Men drqogt de
wortels bij een temp. van 35 C. Dat
neemt wel wat tijd. Bewaren in goed
gesloten bruine stopflessen. Bladeren
en wortels bederven echter spoedig
en zijn niet lang houdbaar. De geur
ontbreekt, de smaak is slijmig. In
houd: Veel slijm, looistof, zetmeel,
asparaglne, allantolne, alkaloïden, et
herische oliën en andere weinig be
kende stoffen. Compressen met af
treksels worden gebruikt bij wonden,
kneuzingen enz. In de homeopathie
wordt de tinctuur gebruikt inwendig
bij beenderziekten, uitwendig met
water vermengd voor compressen bij
beenbreuk, kneuzing, verwondingen
der beenderen en van 't beenvlies. Als
ik nu ln al mijn handboeken lees hoe
verschrikkelijk veel ziekten en kwa
len behandeld worden met drankjes,
aftreksels en pleisters van deze plant,
geloof ik toch wel, dat men bij alle
gebruik van deze en dergelijke ge
neesmiddelen, waarvan men de zelf-
werklng niet voor 100% kent, ln de
eerste plaats het voorschrijven daar
van moet overlaten aan de arts. De
homeopaat zal daar eerder gebruik
van maken, maar zijn collega vindt
wellicht dezelfde plant weer ergens ln
de pharmaceutlsche Industrie terug.
Als laatste bijzonderheid: de smeer
wortel werd en wordt gebruikt bij de
samenstelling van varkensvoer. Wat
nu de uit Indonesië afkomstige wor
tel betreft: Uit eigen tropenervarlng
weet ik, hoe en waar vaak de kruiden
werden geoogst en behandeld. Uw
vrienden moeten wel weten, waar die
wortel vandaan komt. Hoe oud het
'preparaat is, weet u niet. Een beetje
voorzichtigheid is steeds geboden.