Je hoeft niet meer te komen
)oorbreek impasse
estigingsbeleid
oor huisartsen
órster
I
Universiteit speelt hoofdrol
in modernisering van China
Spoor moordaanslag
rts-assistenten vragen:
15.000 beloning of meer
ASOCIAAL BERECHTW^^^V^V^X^^I
Chinese studenten
lijden sober leven
Kans van 1 op 20 bij toelatingsexamen
fERDAG 24 MAART 1979
TROUW/KWARTET
9
een onzer verslaggevers
j.JTRECHT Het landelijk overleg van arts-assistenten (LO-
tA) heeft er bij de landelijke huisartsenvereniging (LHV) op
ngedrongen met alle kracht te streven naar een vestigings-
leid dat gepaard gaat met praktijkverklelning.
i,
LHV moet zich daarbij niet vast-
gen op eisen over het inkomen die
m bespreekbaar zijn. Dergelijke
jms zouden volgens het LOVAA
leens als een boemerang kunnen
a werken en dat is niet in het
ang van werkloze huisartsen en
- iënten.
ïrj landelijk overleg staat achter de
•n jonge artsen, die onlangs bij
Jlhv aan de bel hebben getrokken
]rerband met het steeds toenemen-
aantal werkzoekende huisartsen.
Is eveneens van mening dat de
2{ asse rond het vestigingsbeleid
ad tt worden doorbroken. „Het is on-
m-^vaardbaar, dat honderden huis-
na hun beroepsopleiding jaren
i wachten, voordat ze het ge-
en-Jde of inmiddels afgeleerde in
praktijk kunnen brengen of dat
n misschien helemaal niet als
karts aan de slag kunnen komen,'
M-fcs het LOVAA.
arts-assistenten zijn het echter
niet eens met de eis van „dertien" dat
praktijkverklelning niet mag leiden
tot verlaging van het zogenaamde
norm-inkomen. De noodzaak van
praktijkverkleining staat bulten kijf,
maar de inkomenskwestie is daarbij
wat het LOVAA betreft een discussie
punt. Alle hulsartsen willen werken,
maar hun financiële verlangens kun
nen verschillen. De één zal inderaaad
het norminkomen willen verdienen of
dat wel moeten verdienen om hoge
pensioenpremies en goodwill-som-
men te kunnen betalen; anderen zul
len voor minder willen werken.
Het LOVAA vindt dat er op dit mo
ment ook door de LHV te weinig
wordt gedaan om arbeidsplaatsen te
scheppen voor aankomende artsen.
Daarom zoekt het op dit moment
naar mogelijkheden om dit gat in de
belangenbehartiging op te vullen. Zo
wel landelijk als in de verschillende
opleidingsplaatsen, waarbij gehoopt
wordt op medewerking van de LHV.
Politieagenten zijn een buurtonderzoek begonnen naar de
moord op de Britse ambassadeur Sykes en zijn Nederlandse
huisknecht. Door buurtbewoners en voorbijgangers te on
dervragen, hoopt de politie een signalement van de daders te
krijgen.
Vervolg van pagina 1
Hoewel men niet over bewijzen be
schikt, acht de gerechtelijke politie
het niet onmogelijk dat de daders
daarop naar Den Haag zijn gereisd
om daar een aanslag te plegen op de
Britse ambassadeur Sykes. Na de
moord op deze diplomaat donderdag
morgen in het Haagse Westelnde zou
den de daders alsnog naar Brussel
zijn teruggekeerd om hun aanvanke
lijke plan uit te voeren.
v. 'ervolg van pagina 1
ise Raw, de leider van de conser-
eve Nieuwe Republikeinse partij
dat Vorster onmiddellijk moest
toleden omdat hij zijn ambt in op-
'i had gebracht door zich te
;n in een politiek conflict.
Vannacht ontkende premier Botha
echter dat Vorster een constitutione
le crisis had geschapen. De president
verdedigde zichzelf alleen maar en
had niet deelgenomen aan een partij
politieke botsing, aldus Botha.
Donderdag had Vorster de voor een
president ongebruikelijke stap geno
men door op een persconferentie te
ontkennen dat hij wist van de onre
gelmatigheden in de geheime projec
ten en details te geven van de con
frontatie tussen hem en Connie Mul-
ADVERTENTIE
voor diegene, die ons aan een winstgevend produkt kan
helpen of een idee waaruit een winstgevend produkt kan
voortkomen.
Technische produkten zijn ook welkom.
Hiervoor bezitten wij een technische handelmij. en een
kleine doch goed geoutilleerde machinefabriek.
Discretie verzekerd.
Voldoende kapitaal aanwezig.
Brieven ond. nr. 7120, Trouw A'dam.
der, de vroegere minister
Hij had de premier of de regering niet
van te voren geraadpleegd, maar
voelde zich gedwongen zich uit te
spreken. Dit is in strijd met het con
stitutionele gebruik, dat een presi
dent niet mag handelen zonder dat
het kabinet daar toestemming voor
heeft gegeven.
Oppositieleider Eglln zei dat de actie
van Vorster strijdig was met het fun
damentele principe dat een president
alleen op advies van zijn kabinet zich
in de politiek kan mengen.
Volgens Eglin heeft Vorster de Eras
mus-commissie, die een onderzoek in
stelt naar het schandaal, danig in
verlegenheid gebracht. „De president
zelf stelde de commissie aan om te
onderzoeken of kabinetsleden afwis
ten van het opzetten van „The Citi
zen" en of er sprake was van andere
onregelmatigheden op het ministerie
van informatie. Terwijl de commissie
bezig is met haar werk, heeft Vorster
het nodig geacht commentaar te ge
ven op deze zaken en uitspraken te
doen over bewijsstukken die door de
commissie nog onderzocht moeten
worden."
'N-
gr
Pi Toen de financiële storm was gaan liggen,
bekeek de de manager de aangerichte schade.
De aanblik was bedroevend. De moedermaat
schappij was failliet verklaard en in haar val
had zij ook de dochtermaatschappij, waar de
manager werkte, meegesleept.
„Het is afgelopen dacht hij bij zichzelf. De hele
zaak is als een kaartenhuis in elkaar gestort."
Nu ging het hier om een energiek man. Jaren
lang had hij in de internationale zeevishandel
gezeten en hij was niet van plan om bij de
pakken neer te gaan zitten. Van de nood een
deugd makend besloot hij een Jeugddroom te
verwezenlijken: „Ik begin voor mij zelf, zei hij
en hij bracht onmiddellijk een bod uit op het
pand en de Inboedel van de failliete zeevishan
del. Maar in dit soort gevallen zit de concurren
tie meestal niet stil. HIJ had zijn bod nat
uitgebracht of de eerste kaper verscheen op de
kust. Het was de directeur van een concurre
rende zeevishandel.
„Daar moet je op Jouw leeftijd niet meer aan
beginnen," zei de concurrent. „Waarom zou je
je op 55-jarige leeftijd nog zoveel zorg op de
hals halen? Nooit doen! Ik heb trouwens een
veel beter plan: Ik koop het pand, de inventa
ris, neem een deel van het personeel over en
dan benoem ik Jou tot coördinator van de in-
en verkoop en van de produktie. Op die manier
houd je je baantje als manager cn je draagt
niet de last van het ondernemersrisico. Lijkt Je
dat wat?"
Eigenlijk had de manager niet veel keus. Hij
had de nasleep van het faillissement nauwe
lijks verwerkt en door dit aanbod zou niet'
alleen hijzelf maar ook een deel van het perso
neel in een groter concemverband kunnen
gaan werken. HIJ stemde toe en trad bij zijn
voormalige concurrent in dienst. Het was geen
onbezonnen stap, maar hij zou er nog spijt van
krijgen als haren op zijn hoofd. Eenmaal in het
bedrijf bleek dat hij samen met de bedrijfslei
der naar de visafslag mocht. Dat duurde van 's
morgens zeven tot tien uur. Terug in het be
drijf vulde hij de exportdocumenten in. Verder
had hij volstrekt niets te doen. Vaak ging hij 's
middags om twee uur bij gebrek aan bezighe
den maar naar huis.
door Huub Elzerman
Later zou hij tegen de rechter zeggen dat hij bij
zijn vorige firma een beroerde tijd had meege
maakt, omdat hij het faillissement zag aanko
men. „Dat is geen leuke tijd geweest, zei hij.
Maar niets doen is ook erg frustrerend." Ook
de houding van het overige personeel was niet
om over naar huis te schrijven: „Ik had geen.
l6 volledige dagtaak," vertelde de manager, „en
de anderen wilden hun werk niet aan mij
overdragen. Zij zagen mijn komst als een aan
val op hun positie. Dat kon ik wel billijken."
De manager begon overal werk te zoeken, ging
factuurtjes tikken, hielp bij kleine reorganisa
ties. Maar het was werk beneden zijn niveau.
Meermalen klampte hij zijn directeur aan: „Ik
wil werk en wel verantwoordelijk werk. Ik ben
zo te duur voor Jou," klaagde hij dan, maar het
hielp niets. De directeur liep over begrip, deed
allerlei toezeggingen en liet het vervolgens
geheel afweten.
De manager liep Intussen geheel vast Het
frustrerende gevoel onnuttig te zijn, greep hem
aan. Hij voelde zich steeds beroerder worden
en via zijn huisarts belandde hij bij een inter
nist, die prompt een gestoord hart-ritme con
stateerde. „Dat komt waarschijnlijk door al
die frustraties," zei de arts. Na enkele gesprek
ken met de Internist nam de manager opnieuw
een besluit: Hij zou een volgende poging gaan
doen om een eigen bedrijf op poten te zetten.
Hij stak zijn voelhorens uit en net als de eerste
keer lekten zijn pogingen om een bedrijfspand
te vinden uit en net als de eerste keer was de.
directeur er als de kippen bij.
„Ik hoor," zei hij, „dat Je bezig bent een eigen
bedrijf op te zetten. Is dat waar?"
„Ik kan het niet ontkennen," zei de manager en
hij vertelde nog maar eens het verhaal dat hij
teveel verdiende voor het weinige werk dat hij
deed, dat hij hartklachten had en dat hij zich
met de situatie allesbehalve happy voelde.
„Dat begrijp ik," hernam de directeur. „Hoe
zou Je het vinden als ik Je tot coördindator van
het personeelsbeleid zou benoemen?"
De manager hapte onmiddellijk toe: „Als ik
een taakuitbreiding krijg, dan is die eigen zaak
voor mij over." Al gauw bleek dat het een
zoethoudertje was. De directeur kwam voor de
zoveelste keer zijn beloften niet na en de
manager besloot daarop zijn plannen niet ge
heel te laten varen. Hij bleef uitkijken naar een
leeg pand en toen hij er een vond, ging hij toch
eens informeren. Een paar dagen later het
was op een zaterdag hing de directeur alweer
aan de telefoon. „Ik hoor dat Je nog steeds
•bezig bent," zei hij.
„Ik heb van die taakuitbreiding in het geheel
niets meer gehoord," antwoordde de manager.
„Als de zaken er zo voorstaan, dan hoef Je
maandag niet meer te komen," baste de direc
teur. „Je bent onslagen."
„Dat gaat zomaar niet," riep de manager. „Ik
kom maandag op kantoor."
Die maandag werd een droevige dag, want de
manager werd met al zijn energie en inzet èn
met al zijn plannen naar huis gestuurd. En
alsof dat nog niet erg genoeg was bleek de
directeur van het gewestelijk arbeidsbureau
niet alleen toestemming te geven voor het
ontslag van de manager zelf. ook diens zoon
mocht op straat worden gezet. Ook deze tot
treurigheid stemmende gebeurtenissen kon
den de manager niet stuiten. Met dubbele
energie wierpen hij en zijn zoon zich op de
poging om een eigen bedrijf op te richten. Met
behulp van zware hypotheken op zijn huis en
op zijn levensverzekering lukte het hem geld
bij de bank los te krijgen en al na vier maanden
begon hij met de bouw van een geheel nieuw
bedrijfspand. Na ruim een half Jaar ging het
bedrijf draaien en na een jaar waren er al tien
vaste en twaalf part-time krachten in de Jonge
onderneming aan het werk.
Achteraf bezien ging het allemaal heel voor
spoedig. Maar toen de man op die maandag de
verdere toegang tot het bedrijf werd gewei
gerd, Zi de toekomst er uiteraard somberder
uit." Hij kon weinig anders doen dan een WW-
uitkering aanvragen. Dat pakte evenwel fout
uit.
De bedrijfsvereniging meende dat hij zijn ont
slag aan zichzelf had te wijten en weigerde op
grond daarvan een uitkering.
„Het moet u toch duidelijk zijn, schreef de
bedrijfsvereniging, dat de door u beoogde ves
tiging van een concurrerend bedrijf door uw
werkgever bezwaarlijk kon worden geaccep
teerd." De manager mocht het dan razend
druk hebben met de oprichting van zijn be
drijf, hij kon nog wel tijd vinden om beroep
aan te tekenen tegen deze weigering. „We leven
in een vrij land," redeneerde hij. „Bij mijn
indiensttreding is er niets afgesproken over
een concurrentiebeding en bovendien heeft
mijn werkgever zich niet aan de afspraken
gehouden. Integendeel, hij heeft me alleen aan
het lijntje gehouden, omdat hij concurrentie
vreesde."
De Raad van Beroep stelde de manager in het
gelijk. De raad vond dat de manager wel dege
lijk recht had op een WW-uitkering. De man
ager zelf dacht dat hem met deze uitspraak de
gang naar de sociale dienst werd bespaard,
maar hij rekende buiten de bedrijfsvereniging.
De sociale verzekeringsmannen weigerden op
nieuw uit te betalen. Nu gingen zij op hun
beurt in beroep. Zo kwam de zaak voor de
Centrale Raad van Beroep.
„Het kan best waar zijn," merkte de centrale
raad op, „dat de directeur zijn voormalige
concurrent in dienst heeft genomen om te
voorkomen dat hij een eigen bedrijf zou begin
nen. Maar kennelijk was hem er niet zoveel aan*
gelegen om de manager een positie te geven,
waarin hij de overeengekomen beloning ook
werkelijk waar zou kunnen maken. Ook nam
de centrale raad aan dat er bij het personeel
slechts een geringe neiging bestond om plaats
te maken voor de „nieuwkomer" en dat daaruit
voor de manager een uiterst onbevredigende
situatie voortvloeide. Een zo frustrerende situ
atie, dat zelfs zijn gezondheid daaronder leed.
„Onder die omstandigheden, oordeelde de cen
trale, kan de manager niet worden tegengewor
pen dat hij zijn plannen om een eigen bedrijf te
beginnen weer opvatte, ook al kon hij uiter
aard verwachten dat zijn werkgever daarin
aanleiding zou vinden om hem te ontslaan."
Vooral toen duidelijk werd dat de werkgever in
het geheel niet van plan was zijn toezeggingen
na te komen, kon de manager volgens de
centrale raad niet worden verweten dat hij
naar een meer bevredigend emplooi ging om
zien. „Aan zijn belang bij het zo spoedig moge
lijk verwerven van een andere baan mocht hij
zodanige waarde toekennen dat dit opwoog
tegen het risico werkloos te worden vóór hij
zijn doel zou hebben bereikt. Aan zijn werk
loosheid kan dan ook het onvrijwillige karak
ter niet worden ontzegd," aldus de centrale
raad.
Zo kreeg de manager, toen hij alweer geruime
tijd een goedbelegde boterham in zijn eigen
zeevishandel verdiende, te horen dat hij alsnog
een cheque tegemoet mocht zien. Het was een
pleister op de wonde, maar de herinnering aan
zijn voormalige baas kon hem niet opvrolijken.
Chinese studenten lijden een sober
leven en moeten hard werken, 's
Morgens om een uur of res opstaan,
ochtendgymnastiek en ontbijt en
dan college lopen en studeren, min
stens negen uur per dag. Als je ou
ders het kunnen betalen moeten rij
voor Je levensonderhoud zorgen. Is
het ouderlijk huis dichtbij, dan blijf
je tijdens Je studie thuis wonen.
Studenten wier ouders niets kunnen
bijdragen in de studiekosten krijgen
een beurs van ongeveer vijfentwin
tig gulden per maand. Minstens
driekwart daarvan gaat op aan voe
ding en kleding. Voor zakgeld blijft
weinig over. Geld voor boeken is er
nauwelijks. Wie studeert, blijft onge
trouwd. Dat is in China niet zo
vreemd, want er is een ongeschreven
wet die jongeren zoveel mogelijk na
hun vijfentwintigste doet trouwen.
Dat scheelt ook in de bevolkings
groei.
Seksueel verkeer tussen jongens en
meisjes is aan de universiteit taboe.
Voor gehuwden zijn anticonceptie
middelen gratis beschikbaar, maar
ongetrouwde studenten kunnen ze
niet krijgen. Komt seks dan hele
maal niet voor? Ach, zeggen ze me op
de universiteit van Hangrhou, op
alle regels bestaan uitzonderingen.
Ook op deze.
De woonhuizen op de campus zijn
zeer primitief. Vaak zitten studenten
met vijf, zes man op één kamer. Als
je overdag of 's avonds studeren
wilt, ga je in een collegezaal zitten of
gewoon buiten tegen een boom
staan.
Net als middelbare scholieren moe
ten studenten vier weken per Jaar
(soms iets meer) produktieve arbeid
verrichten. Dat kan soms in de werk
plaatsen van de school of universi
teit. In veel gevallen gebeurt dit in
fabrieken of op het land.
Op het moment van de aanslag in
Ukkel woonde Killick een receptie bij
op de Turkse ambassade In de Belgi
sche hoofdstad. Mlchaux werd zit
tend in zijn auto dooc twee mannen
benaderd en van dichtbij neergescho
ten. Na de aanslag vluchtte het twee
tal in een gereedstaande witte Peuge
ot 404 met een derde man achter het
stuur.
In Den Haag zelf kwamen gisteren
twee rechercheurs van Scotland Yard
aan om de vijftig Nederlandse politie
agenten gegevens te verschaffen over
van moord verdachte IRA-leden. In
Groot-Brittannië zelf is een onder
zoek aan de gang onder personen, die
daar in kringen rond Sykes hebben
vertoefd. Dat gebeurt tevens in de
plaatsen waar Sykes als diplomaat
heeft gewerkt. Volgens woordvoerder
Laterveer berust dit onderzoek niet
op „speciale verdenkingen", maar ge
beurt het „omdat men met alle moge
lijkheden rekening houdt".
Het is nog niet bekend waar en wan
neer ambassadeur Sykes begraven
wordt. Een woordvoerder van de am
bassade verklaarde gisteren dat de
teraardebestelling in alle stilte in de
familiekring zal plaats vinden. Na
mens de Nederlandse regering zal
woensdag in Den Haag een rouw
dienst worden gehouden.
De ouders van de bij de aanslag op-
Sykes omgekomen huisknecht Staub
hebben gisteren een bzoek gebracht
aan de weduwe van de ambassadeur.
BIJ die glegenheid betuigde de Britse
zaakgelastigde Hervey het medele
ven met de familie Staub namens de
Britse regering.
door Piet Hagen
Het onderwijs heeft altijd een belangrijke rolgespeeld In de opbouw van China. Al vanaf het
begin van de communistische revolutie legde Mao grote nadruk op scholing van de massa.
Nog altijd kunnen de „boeren-scholen" uit de Jaren twintig en dertig andere ontwikkelingslan
den als voorbeeld dienen vanwege de creatieve en praktische manier van lesgeven. En een van
de grootste successen van het na-oorlosge China is ongetwijfeld geweest, dat het analfabetis
me in het grootste deel van het land is overwonnen.
Tegen deze achtergrond ls het niet
verwonderlijk, dat de huidige macht
hebbers voor de modernisering van
het land alle hoop vestigen op onder
wijs en technologie. Voor de verbete
ring van landbouw en industrie ls een
goed geschoold kader een eerste ver
eiste.
Het zal niet makkelijk zijn de schade
te herstellen die in de afgelopen tien,
vijftien Jaar door de radicale vleugel
in de partij aan het onderwijs is toe
gebracht. Veel onderzoekinstituten
en universiteiten zijn lange tijd geslo
ten geweest, goede instrumenten en
bibliotheken ontbreken in de opbouw
van de wetenschappelijke staf zitten
grote gaten en door het verval van
het middelbaar onderwijs tijdens de
„bende van vier" kunnen jongeren
van twintig tot dertig jaar goeddeels
als „verloren generatie" worden afge
schreven.
Struikelblok
Deng Xiaoping, de sterke man in
Peking, wil alles op alles zetten om
het onderwijs uit te breiden en te
verbeteren. Jonge studenten en erva
ren wetenschapsmensen worden met
honderden tegelijk naar het buiten
land gestuurd. Een streng selectiesys
teem moet de kwaliteit van het on
derwijs verhogen. Vooral op het ge
bied van natuurwetenschappen en
technologie wordt een uitgebreid uit
wisselingsprogramma op touw gezet
met Amerika, Japan en WestrEuropa.
De geringe capaciteit van het Chine
se hoger onderwijs zal de eerstko
mende Jaren het grote struikelblok
blijven voor de ontwikkeling van het
land. Op dit moment kan niet meer
dan één op de vijftig Chinezen univer
sitair onderwijs volgen. Hoewel de
vergelijking niet eerlijk is, in Neder
land is dat één op de tien. Voor de zes
miljoen kandidaten die vorig Jaar aan
het landelijke toelatingsexamen
meededen waren ngo geen driehon
derdduizend plaatsen beschikbaar.
Dat komt neer op een slaagkans van
één op twintig.
Als je bedenkt dat 35 procent van de
bevolking Jonger is dan 35 Jaar, dan is
het probleem waarvoor China staat
bijna onoplosbaar. Maar met behulp
van gastdocenten uit het buitenland
en met inschakeling van avonduni--
verslteiten en schriftelijk onderwijs
hoopt de regering toch binnen een
Jaar of tien het kader weer op peil te
hebben.
Prof Thoe Peiyan
Vuurvreters
Bij de toelating tot deunlversiteit
wordt nog wel gekeken naar je al dan
niet revolutionaire afkomst, maar het
ls niet meer zo dat kinderen van boe
ren en arbeiders een streepje voor
hebben. Hun kansen zijn nu, net als
bij ons, eerder te klein dan te groot.
Ook partijbonzen slagen er niet meer
in hun kinderen door een achterdeur
naar binnen te loodsen, verzekeren
enkele docenten van de universiteit
van Hangzhou mij. Als bewijs daar
van melden ze, dat zelfs de dochter
van partijvoorzitter Hua Guofeng bij
het toelatingsexamen is afgewezen.
Voor de opbouw van een modern Chi
na zijn geen Ideologische vuurvreters,
maar bekwame wetenschapsmensen
nodig.
Niet alleen het universitaire onderijs,
ook het wetenschappelijk onderzoek
wordt krachtig gestimuleerd. De lei
ding van onderzoekscentra is weer
toevertrouwd aan directeuren. De on
derzoekers zelf moeten tenminste
vijfzesde van hun erktijd besteden
aan research. Zells „bourgeois-intel-
lectuelen" (die schijnen er na dertig
jmaar communistische propaganda
nog altijd te bestaan) mogen meehel
pen aan de modernisering van het
land.
Einstein
Wetenschappelijke congressen moe
ten het belang van de research onder
strepen. In februari werd bijvoor
beeld de honderdste geboortedag van
Einsteln gevierd met een symposium
onder voorzitterschap van prof. Zhoe
Peiyuan, rector van de universiteit
van Peking, die zelf in de jaren dertig
nog met Elnstein heeft samenge
werkt. Uitvinders kunnen rekenen op
een forse beloning, variërend van dui
zend tot meer dan tienduizend
gulden.
In de nationale bibliotheek van Pe
king krijgen we te horen dat de uit
breiding van het tien miljoen boeken
tellende bezit vooral wordt gezocht in
de richting van (westerse) natuurwe
tenschap en technologie. Een kwart
van de boeken ls al Engels en Japans
en dat aandeel zal ongetwijfeld groei
en. Om die reden wordt ook hard
gewerkt om de talenkennis van de
studenten te verbeteren.
Bijna, zo hoor Je nu in China vertel
len. was dit land met zijn indrukwek
kende traditie op het gebied van on
derwijs en wetenschap teruggevallen
in een „eeuw van obscurantisme".
Alleen een nieuwe sprong voorwaarts
kan China weer in de pas brengen bij
de geavanceerde landen van de
wereld.
Ademnood
De nieuwe ontwikkeling ls niet zon
der gevaren. Om te beginnen dreigt er
een technocratie te ontstaan, die een
zijdig aandacht geeft aan natuurwe
tenschappen en techniek. Een van de
sterke kanten van het Chinese onder
wijs in de laatste halve eeuw is ge
weest, dat het nauw verbonden bleef
met sociale en politieke vorming.
Door toedoen van de „bende va*
vier" is die band te knellend gewor
den, waardoor heel het onderwijs
rood aanliep en bijna aan ademnood
bezweek.
Maar dat neemt niet weg dat het
Chinese ontwikkelingsmodel nog al
tijd de beste mogelijkheden biedt,
wanneer het onderwijs aansluit bij de
directe behoeften van de nog groten
deels uit boeren bestaande bevol
king. Geleidelijk zullen meer mensen
In de industrie werk kunnen vinden.
De regering wil het deel van de be
roepsbevolking dat in de landbouw
werkt terugbrengen van driekwart
tot de helft. Maar dat proces zal velt
aren vergen.
Westerse bezoekers zullen het al
gauw mooi vinden, dat het aantal
uren politieke vorming (lees: indoctri
natie) drastisch is terug gebracht. En
het overdreven bijgeloof in de citaten
van voorzitter Mao kan ook best wor
den gemist. Maar we moeten niet
vergeten dat het Chinese onderwijs,
zowel voor als na de revolutie, altijd
sterk moralistisch is geweest. Mao's
grote leus: „Vertrouw op eigen kracht
en dien het volk" sluit wonderwel aan
bij de oproep van confuclus tot sober
heid, discipline en deugdzaamheid.
Ik denk dat China het zich voorlopig
niet kan permitteren die wijsheid van
Confuslus èn Mao in de wind te slaan.
Dit is het tweede en laatste artikel
over het Chinese onderwijs. Het eer
ste stond in de krant van donderdag
De bibliotheek van de universiteit van Hangzhou.