Je hoeft niet meer te komen )oorbreek impasse estigingsbeleid oor huisartsen órster I Universiteit speelt hoofdrol in modernisering van China Spoor moordaanslag rts-assistenten vragen: 15.000 beloning of meer ASOCIAAL BERECHTW^^^V^V^X^^I Chinese studenten lijden sober leven Kans van 1 op 20 bij toelatingsexamen fERDAG 24 MAART 1979 TROUW/KWARTET 9 een onzer verslaggevers j.JTRECHT Het landelijk overleg van arts-assistenten (LO- tA) heeft er bij de landelijke huisartsenvereniging (LHV) op ngedrongen met alle kracht te streven naar een vestigings- leid dat gepaard gaat met praktijkverklelning. i, LHV moet zich daarbij niet vast- gen op eisen over het inkomen die m bespreekbaar zijn. Dergelijke jms zouden volgens het LOVAA leens als een boemerang kunnen a werken en dat is niet in het ang van werkloze huisartsen en - iënten. ïrj landelijk overleg staat achter de •n jonge artsen, die onlangs bij Jlhv aan de bel hebben getrokken ]rerband met het steeds toenemen- aantal werkzoekende huisartsen. Is eveneens van mening dat de 2{ asse rond het vestigingsbeleid ad tt worden doorbroken. „Het is on- m-^vaardbaar, dat honderden huis- na hun beroepsopleiding jaren i wachten, voordat ze het ge- en-Jde of inmiddels afgeleerde in praktijk kunnen brengen of dat n misschien helemaal niet als karts aan de slag kunnen komen,' M-fcs het LOVAA. arts-assistenten zijn het echter niet eens met de eis van „dertien" dat praktijkverklelning niet mag leiden tot verlaging van het zogenaamde norm-inkomen. De noodzaak van praktijkverkleining staat bulten kijf, maar de inkomenskwestie is daarbij wat het LOVAA betreft een discussie punt. Alle hulsartsen willen werken, maar hun financiële verlangens kun nen verschillen. De één zal inderaaad het norminkomen willen verdienen of dat wel moeten verdienen om hoge pensioenpremies en goodwill-som- men te kunnen betalen; anderen zul len voor minder willen werken. Het LOVAA vindt dat er op dit mo ment ook door de LHV te weinig wordt gedaan om arbeidsplaatsen te scheppen voor aankomende artsen. Daarom zoekt het op dit moment naar mogelijkheden om dit gat in de belangenbehartiging op te vullen. Zo wel landelijk als in de verschillende opleidingsplaatsen, waarbij gehoopt wordt op medewerking van de LHV. Politieagenten zijn een buurtonderzoek begonnen naar de moord op de Britse ambassadeur Sykes en zijn Nederlandse huisknecht. Door buurtbewoners en voorbijgangers te on dervragen, hoopt de politie een signalement van de daders te krijgen. Vervolg van pagina 1 Hoewel men niet over bewijzen be schikt, acht de gerechtelijke politie het niet onmogelijk dat de daders daarop naar Den Haag zijn gereisd om daar een aanslag te plegen op de Britse ambassadeur Sykes. Na de moord op deze diplomaat donderdag morgen in het Haagse Westelnde zou den de daders alsnog naar Brussel zijn teruggekeerd om hun aanvanke lijke plan uit te voeren. v. 'ervolg van pagina 1 ise Raw, de leider van de conser- eve Nieuwe Republikeinse partij dat Vorster onmiddellijk moest toleden omdat hij zijn ambt in op- 'i had gebracht door zich te ;n in een politiek conflict. Vannacht ontkende premier Botha echter dat Vorster een constitutione le crisis had geschapen. De president verdedigde zichzelf alleen maar en had niet deelgenomen aan een partij politieke botsing, aldus Botha. Donderdag had Vorster de voor een president ongebruikelijke stap geno men door op een persconferentie te ontkennen dat hij wist van de onre gelmatigheden in de geheime projec ten en details te geven van de con frontatie tussen hem en Connie Mul- ADVERTENTIE voor diegene, die ons aan een winstgevend produkt kan helpen of een idee waaruit een winstgevend produkt kan voortkomen. Technische produkten zijn ook welkom. Hiervoor bezitten wij een technische handelmij. en een kleine doch goed geoutilleerde machinefabriek. Discretie verzekerd. Voldoende kapitaal aanwezig. Brieven ond. nr. 7120, Trouw A'dam. der, de vroegere minister Hij had de premier of de regering niet van te voren geraadpleegd, maar voelde zich gedwongen zich uit te spreken. Dit is in strijd met het con stitutionele gebruik, dat een presi dent niet mag handelen zonder dat het kabinet daar toestemming voor heeft gegeven. Oppositieleider Eglln zei dat de actie van Vorster strijdig was met het fun damentele principe dat een president alleen op advies van zijn kabinet zich in de politiek kan mengen. Volgens Eglin heeft Vorster de Eras mus-commissie, die een onderzoek in stelt naar het schandaal, danig in verlegenheid gebracht. „De president zelf stelde de commissie aan om te onderzoeken of kabinetsleden afwis ten van het opzetten van „The Citi zen" en of er sprake was van andere onregelmatigheden op het ministerie van informatie. Terwijl de commissie bezig is met haar werk, heeft Vorster het nodig geacht commentaar te ge ven op deze zaken en uitspraken te doen over bewijsstukken die door de commissie nog onderzocht moeten worden." 'N- gr Pi Toen de financiële storm was gaan liggen, bekeek de de manager de aangerichte schade. De aanblik was bedroevend. De moedermaat schappij was failliet verklaard en in haar val had zij ook de dochtermaatschappij, waar de manager werkte, meegesleept. „Het is afgelopen dacht hij bij zichzelf. De hele zaak is als een kaartenhuis in elkaar gestort." Nu ging het hier om een energiek man. Jaren lang had hij in de internationale zeevishandel gezeten en hij was niet van plan om bij de pakken neer te gaan zitten. Van de nood een deugd makend besloot hij een Jeugddroom te verwezenlijken: „Ik begin voor mij zelf, zei hij en hij bracht onmiddellijk een bod uit op het pand en de Inboedel van de failliete zeevishan del. Maar in dit soort gevallen zit de concurren tie meestal niet stil. HIJ had zijn bod nat uitgebracht of de eerste kaper verscheen op de kust. Het was de directeur van een concurre rende zeevishandel. „Daar moet je op Jouw leeftijd niet meer aan beginnen," zei de concurrent. „Waarom zou je je op 55-jarige leeftijd nog zoveel zorg op de hals halen? Nooit doen! Ik heb trouwens een veel beter plan: Ik koop het pand, de inventa ris, neem een deel van het personeel over en dan benoem ik Jou tot coördinator van de in- en verkoop en van de produktie. Op die manier houd je je baantje als manager cn je draagt niet de last van het ondernemersrisico. Lijkt Je dat wat?" Eigenlijk had de manager niet veel keus. Hij had de nasleep van het faillissement nauwe lijks verwerkt en door dit aanbod zou niet' alleen hijzelf maar ook een deel van het perso neel in een groter concemverband kunnen gaan werken. HIJ stemde toe en trad bij zijn voormalige concurrent in dienst. Het was geen onbezonnen stap, maar hij zou er nog spijt van krijgen als haren op zijn hoofd. Eenmaal in het bedrijf bleek dat hij samen met de bedrijfslei der naar de visafslag mocht. Dat duurde van 's morgens zeven tot tien uur. Terug in het be drijf vulde hij de exportdocumenten in. Verder had hij volstrekt niets te doen. Vaak ging hij 's middags om twee uur bij gebrek aan bezighe den maar naar huis. door Huub Elzerman Later zou hij tegen de rechter zeggen dat hij bij zijn vorige firma een beroerde tijd had meege maakt, omdat hij het faillissement zag aanko men. „Dat is geen leuke tijd geweest, zei hij. Maar niets doen is ook erg frustrerend." Ook de houding van het overige personeel was niet om over naar huis te schrijven: „Ik had geen. l6 volledige dagtaak," vertelde de manager, „en de anderen wilden hun werk niet aan mij overdragen. Zij zagen mijn komst als een aan val op hun positie. Dat kon ik wel billijken." De manager begon overal werk te zoeken, ging factuurtjes tikken, hielp bij kleine reorganisa ties. Maar het was werk beneden zijn niveau. Meermalen klampte hij zijn directeur aan: „Ik wil werk en wel verantwoordelijk werk. Ik ben zo te duur voor Jou," klaagde hij dan, maar het hielp niets. De directeur liep over begrip, deed allerlei toezeggingen en liet het vervolgens geheel afweten. De manager liep Intussen geheel vast Het frustrerende gevoel onnuttig te zijn, greep hem aan. Hij voelde zich steeds beroerder worden en via zijn huisarts belandde hij bij een inter nist, die prompt een gestoord hart-ritme con stateerde. „Dat komt waarschijnlijk door al die frustraties," zei de arts. Na enkele gesprek ken met de Internist nam de manager opnieuw een besluit: Hij zou een volgende poging gaan doen om een eigen bedrijf op poten te zetten. Hij stak zijn voelhorens uit en net als de eerste keer lekten zijn pogingen om een bedrijfspand te vinden uit en net als de eerste keer was de. directeur er als de kippen bij. „Ik hoor," zei hij, „dat Je bezig bent een eigen bedrijf op te zetten. Is dat waar?" „Ik kan het niet ontkennen," zei de manager en hij vertelde nog maar eens het verhaal dat hij teveel verdiende voor het weinige werk dat hij deed, dat hij hartklachten had en dat hij zich met de situatie allesbehalve happy voelde. „Dat begrijp ik," hernam de directeur. „Hoe zou Je het vinden als ik Je tot coördindator van het personeelsbeleid zou benoemen?" De manager hapte onmiddellijk toe: „Als ik een taakuitbreiding krijg, dan is die eigen zaak voor mij over." Al gauw bleek dat het een zoethoudertje was. De directeur kwam voor de zoveelste keer zijn beloften niet na en de manager besloot daarop zijn plannen niet ge heel te laten varen. Hij bleef uitkijken naar een leeg pand en toen hij er een vond, ging hij toch eens informeren. Een paar dagen later het was op een zaterdag hing de directeur alweer aan de telefoon. „Ik hoor dat Je nog steeds •bezig bent," zei hij. „Ik heb van die taakuitbreiding in het geheel niets meer gehoord," antwoordde de manager. „Als de zaken er zo voorstaan, dan hoef Je maandag niet meer te komen," baste de direc teur. „Je bent onslagen." „Dat gaat zomaar niet," riep de manager. „Ik kom maandag op kantoor." Die maandag werd een droevige dag, want de manager werd met al zijn energie en inzet èn met al zijn plannen naar huis gestuurd. En alsof dat nog niet erg genoeg was bleek de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau niet alleen toestemming te geven voor het ontslag van de manager zelf. ook diens zoon mocht op straat worden gezet. Ook deze tot treurigheid stemmende gebeurtenissen kon den de manager niet stuiten. Met dubbele energie wierpen hij en zijn zoon zich op de poging om een eigen bedrijf op te richten. Met behulp van zware hypotheken op zijn huis en op zijn levensverzekering lukte het hem geld bij de bank los te krijgen en al na vier maanden begon hij met de bouw van een geheel nieuw bedrijfspand. Na ruim een half Jaar ging het bedrijf draaien en na een jaar waren er al tien vaste en twaalf part-time krachten in de Jonge onderneming aan het werk. Achteraf bezien ging het allemaal heel voor spoedig. Maar toen de man op die maandag de verdere toegang tot het bedrijf werd gewei gerd, Zi de toekomst er uiteraard somberder uit." Hij kon weinig anders doen dan een WW- uitkering aanvragen. Dat pakte evenwel fout uit. De bedrijfsvereniging meende dat hij zijn ont slag aan zichzelf had te wijten en weigerde op grond daarvan een uitkering. „Het moet u toch duidelijk zijn, schreef de bedrijfsvereniging, dat de door u beoogde ves tiging van een concurrerend bedrijf door uw werkgever bezwaarlijk kon worden geaccep teerd." De manager mocht het dan razend druk hebben met de oprichting van zijn be drijf, hij kon nog wel tijd vinden om beroep aan te tekenen tegen deze weigering. „We leven in een vrij land," redeneerde hij. „Bij mijn indiensttreding is er niets afgesproken over een concurrentiebeding en bovendien heeft mijn werkgever zich niet aan de afspraken gehouden. Integendeel, hij heeft me alleen aan het lijntje gehouden, omdat hij concurrentie vreesde." De Raad van Beroep stelde de manager in het gelijk. De raad vond dat de manager wel dege lijk recht had op een WW-uitkering. De man ager zelf dacht dat hem met deze uitspraak de gang naar de sociale dienst werd bespaard, maar hij rekende buiten de bedrijfsvereniging. De sociale verzekeringsmannen weigerden op nieuw uit te betalen. Nu gingen zij op hun beurt in beroep. Zo kwam de zaak voor de Centrale Raad van Beroep. „Het kan best waar zijn," merkte de centrale raad op, „dat de directeur zijn voormalige concurrent in dienst heeft genomen om te voorkomen dat hij een eigen bedrijf zou begin nen. Maar kennelijk was hem er niet zoveel aan* gelegen om de manager een positie te geven, waarin hij de overeengekomen beloning ook werkelijk waar zou kunnen maken. Ook nam de centrale raad aan dat er bij het personeel slechts een geringe neiging bestond om plaats te maken voor de „nieuwkomer" en dat daaruit voor de manager een uiterst onbevredigende situatie voortvloeide. Een zo frustrerende situ atie, dat zelfs zijn gezondheid daaronder leed. „Onder die omstandigheden, oordeelde de cen trale, kan de manager niet worden tegengewor pen dat hij zijn plannen om een eigen bedrijf te beginnen weer opvatte, ook al kon hij uiter aard verwachten dat zijn werkgever daarin aanleiding zou vinden om hem te ontslaan." Vooral toen duidelijk werd dat de werkgever in het geheel niet van plan was zijn toezeggingen na te komen, kon de manager volgens de centrale raad niet worden verweten dat hij naar een meer bevredigend emplooi ging om zien. „Aan zijn belang bij het zo spoedig moge lijk verwerven van een andere baan mocht hij zodanige waarde toekennen dat dit opwoog tegen het risico werkloos te worden vóór hij zijn doel zou hebben bereikt. Aan zijn werk loosheid kan dan ook het onvrijwillige karak ter niet worden ontzegd," aldus de centrale raad. Zo kreeg de manager, toen hij alweer geruime tijd een goedbelegde boterham in zijn eigen zeevishandel verdiende, te horen dat hij alsnog een cheque tegemoet mocht zien. Het was een pleister op de wonde, maar de herinnering aan zijn voormalige baas kon hem niet opvrolijken. Chinese studenten lijden een sober leven en moeten hard werken, 's Morgens om een uur of res opstaan, ochtendgymnastiek en ontbijt en dan college lopen en studeren, min stens negen uur per dag. Als je ou ders het kunnen betalen moeten rij voor Je levensonderhoud zorgen. Is het ouderlijk huis dichtbij, dan blijf je tijdens Je studie thuis wonen. Studenten wier ouders niets kunnen bijdragen in de studiekosten krijgen een beurs van ongeveer vijfentwin tig gulden per maand. Minstens driekwart daarvan gaat op aan voe ding en kleding. Voor zakgeld blijft weinig over. Geld voor boeken is er nauwelijks. Wie studeert, blijft onge trouwd. Dat is in China niet zo vreemd, want er is een ongeschreven wet die jongeren zoveel mogelijk na hun vijfentwintigste doet trouwen. Dat scheelt ook in de bevolkings groei. Seksueel verkeer tussen jongens en meisjes is aan de universiteit taboe. Voor gehuwden zijn anticonceptie middelen gratis beschikbaar, maar ongetrouwde studenten kunnen ze niet krijgen. Komt seks dan hele maal niet voor? Ach, zeggen ze me op de universiteit van Hangrhou, op alle regels bestaan uitzonderingen. Ook op deze. De woonhuizen op de campus zijn zeer primitief. Vaak zitten studenten met vijf, zes man op één kamer. Als je overdag of 's avonds studeren wilt, ga je in een collegezaal zitten of gewoon buiten tegen een boom staan. Net als middelbare scholieren moe ten studenten vier weken per Jaar (soms iets meer) produktieve arbeid verrichten. Dat kan soms in de werk plaatsen van de school of universi teit. In veel gevallen gebeurt dit in fabrieken of op het land. Op het moment van de aanslag in Ukkel woonde Killick een receptie bij op de Turkse ambassade In de Belgi sche hoofdstad. Mlchaux werd zit tend in zijn auto dooc twee mannen benaderd en van dichtbij neergescho ten. Na de aanslag vluchtte het twee tal in een gereedstaande witte Peuge ot 404 met een derde man achter het stuur. In Den Haag zelf kwamen gisteren twee rechercheurs van Scotland Yard aan om de vijftig Nederlandse politie agenten gegevens te verschaffen over van moord verdachte IRA-leden. In Groot-Brittannië zelf is een onder zoek aan de gang onder personen, die daar in kringen rond Sykes hebben vertoefd. Dat gebeurt tevens in de plaatsen waar Sykes als diplomaat heeft gewerkt. Volgens woordvoerder Laterveer berust dit onderzoek niet op „speciale verdenkingen", maar ge beurt het „omdat men met alle moge lijkheden rekening houdt". Het is nog niet bekend waar en wan neer ambassadeur Sykes begraven wordt. Een woordvoerder van de am bassade verklaarde gisteren dat de teraardebestelling in alle stilte in de familiekring zal plaats vinden. Na mens de Nederlandse regering zal woensdag in Den Haag een rouw dienst worden gehouden. De ouders van de bij de aanslag op- Sykes omgekomen huisknecht Staub hebben gisteren een bzoek gebracht aan de weduwe van de ambassadeur. BIJ die glegenheid betuigde de Britse zaakgelastigde Hervey het medele ven met de familie Staub namens de Britse regering. door Piet Hagen Het onderwijs heeft altijd een belangrijke rolgespeeld In de opbouw van China. Al vanaf het begin van de communistische revolutie legde Mao grote nadruk op scholing van de massa. Nog altijd kunnen de „boeren-scholen" uit de Jaren twintig en dertig andere ontwikkelingslan den als voorbeeld dienen vanwege de creatieve en praktische manier van lesgeven. En een van de grootste successen van het na-oorlosge China is ongetwijfeld geweest, dat het analfabetis me in het grootste deel van het land is overwonnen. Tegen deze achtergrond ls het niet verwonderlijk, dat de huidige macht hebbers voor de modernisering van het land alle hoop vestigen op onder wijs en technologie. Voor de verbete ring van landbouw en industrie ls een goed geschoold kader een eerste ver eiste. Het zal niet makkelijk zijn de schade te herstellen die in de afgelopen tien, vijftien Jaar door de radicale vleugel in de partij aan het onderwijs is toe gebracht. Veel onderzoekinstituten en universiteiten zijn lange tijd geslo ten geweest, goede instrumenten en bibliotheken ontbreken in de opbouw van de wetenschappelijke staf zitten grote gaten en door het verval van het middelbaar onderwijs tijdens de „bende van vier" kunnen jongeren van twintig tot dertig jaar goeddeels als „verloren generatie" worden afge schreven. Struikelblok Deng Xiaoping, de sterke man in Peking, wil alles op alles zetten om het onderwijs uit te breiden en te verbeteren. Jonge studenten en erva ren wetenschapsmensen worden met honderden tegelijk naar het buiten land gestuurd. Een streng selectiesys teem moet de kwaliteit van het on derwijs verhogen. Vooral op het ge bied van natuurwetenschappen en technologie wordt een uitgebreid uit wisselingsprogramma op touw gezet met Amerika, Japan en WestrEuropa. De geringe capaciteit van het Chine se hoger onderwijs zal de eerstko mende Jaren het grote struikelblok blijven voor de ontwikkeling van het land. Op dit moment kan niet meer dan één op de vijftig Chinezen univer sitair onderwijs volgen. Hoewel de vergelijking niet eerlijk is, in Neder land is dat één op de tien. Voor de zes miljoen kandidaten die vorig Jaar aan het landelijke toelatingsexamen meededen waren ngo geen driehon derdduizend plaatsen beschikbaar. Dat komt neer op een slaagkans van één op twintig. Als je bedenkt dat 35 procent van de bevolking Jonger is dan 35 Jaar, dan is het probleem waarvoor China staat bijna onoplosbaar. Maar met behulp van gastdocenten uit het buitenland en met inschakeling van avonduni-- verslteiten en schriftelijk onderwijs hoopt de regering toch binnen een Jaar of tien het kader weer op peil te hebben. Prof Thoe Peiyan Vuurvreters Bij de toelating tot deunlversiteit wordt nog wel gekeken naar je al dan niet revolutionaire afkomst, maar het ls niet meer zo dat kinderen van boe ren en arbeiders een streepje voor hebben. Hun kansen zijn nu, net als bij ons, eerder te klein dan te groot. Ook partijbonzen slagen er niet meer in hun kinderen door een achterdeur naar binnen te loodsen, verzekeren enkele docenten van de universiteit van Hangzhou mij. Als bewijs daar van melden ze, dat zelfs de dochter van partijvoorzitter Hua Guofeng bij het toelatingsexamen is afgewezen. Voor de opbouw van een modern Chi na zijn geen Ideologische vuurvreters, maar bekwame wetenschapsmensen nodig. Niet alleen het universitaire onderijs, ook het wetenschappelijk onderzoek wordt krachtig gestimuleerd. De lei ding van onderzoekscentra is weer toevertrouwd aan directeuren. De on derzoekers zelf moeten tenminste vijfzesde van hun erktijd besteden aan research. Zells „bourgeois-intel- lectuelen" (die schijnen er na dertig jmaar communistische propaganda nog altijd te bestaan) mogen meehel pen aan de modernisering van het land. Einstein Wetenschappelijke congressen moe ten het belang van de research onder strepen. In februari werd bijvoor beeld de honderdste geboortedag van Einsteln gevierd met een symposium onder voorzitterschap van prof. Zhoe Peiyuan, rector van de universiteit van Peking, die zelf in de jaren dertig nog met Elnstein heeft samenge werkt. Uitvinders kunnen rekenen op een forse beloning, variërend van dui zend tot meer dan tienduizend gulden. In de nationale bibliotheek van Pe king krijgen we te horen dat de uit breiding van het tien miljoen boeken tellende bezit vooral wordt gezocht in de richting van (westerse) natuurwe tenschap en technologie. Een kwart van de boeken ls al Engels en Japans en dat aandeel zal ongetwijfeld groei en. Om die reden wordt ook hard gewerkt om de talenkennis van de studenten te verbeteren. Bijna, zo hoor Je nu in China vertel len. was dit land met zijn indrukwek kende traditie op het gebied van on derwijs en wetenschap teruggevallen in een „eeuw van obscurantisme". Alleen een nieuwe sprong voorwaarts kan China weer in de pas brengen bij de geavanceerde landen van de wereld. Ademnood De nieuwe ontwikkeling ls niet zon der gevaren. Om te beginnen dreigt er een technocratie te ontstaan, die een zijdig aandacht geeft aan natuurwe tenschappen en techniek. Een van de sterke kanten van het Chinese onder wijs in de laatste halve eeuw is ge weest, dat het nauw verbonden bleef met sociale en politieke vorming. Door toedoen van de „bende va* vier" is die band te knellend gewor den, waardoor heel het onderwijs rood aanliep en bijna aan ademnood bezweek. Maar dat neemt niet weg dat het Chinese ontwikkelingsmodel nog al tijd de beste mogelijkheden biedt, wanneer het onderwijs aansluit bij de directe behoeften van de nog groten deels uit boeren bestaande bevol king. Geleidelijk zullen meer mensen In de industrie werk kunnen vinden. De regering wil het deel van de be roepsbevolking dat in de landbouw werkt terugbrengen van driekwart tot de helft. Maar dat proces zal velt aren vergen. Westerse bezoekers zullen het al gauw mooi vinden, dat het aantal uren politieke vorming (lees: indoctri natie) drastisch is terug gebracht. En het overdreven bijgeloof in de citaten van voorzitter Mao kan ook best wor den gemist. Maar we moeten niet vergeten dat het Chinese onderwijs, zowel voor als na de revolutie, altijd sterk moralistisch is geweest. Mao's grote leus: „Vertrouw op eigen kracht en dien het volk" sluit wonderwel aan bij de oproep van confuclus tot sober heid, discipline en deugdzaamheid. Ik denk dat China het zich voorlopig niet kan permitteren die wijsheid van Confuslus èn Mao in de wind te slaan. Dit is het tweede en laatste artikel over het Chinese onderwijs. Het eer ste stond in de krant van donderdag De bibliotheek van de universiteit van Hangzhou.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 9