Simone Veil doorbreekt
de harde technocratie
Duitsers
zoeken
het midden
r
Beieren
blijft
het
buiten
beentje
.JAG 24 MAART 1979
BUITENLAND
TROUW/KWARTET
15
„Deze vrouw is goed voor een half
miljoen stemmen", heeft onlangs
een naaste medewerker van de
Franse president Valéry Giscard
d'Estaing gezegd. Dat lijkt niet
overdreven, want sinds jaar en
dag is ze veruit de populairste
politicus in Frankrijk. Hoogst op
merkelijk, want ze heeft altijd
geweigerd partijpolitieke kleur te
bekennen. De vrouw in kwestie:
Simone Veil, nu nog minister van
gezondheidszorg en gezinszaken
maar op 10 juli lijsttrekker van de
giscardisten bij de Euro-verkie
zingen en daarna waarschijnlijk
voorzitter van het nieuwe Euro
pese parlement.
Ze is zeker een boeiende vrouw. Door haar
bewogen verleden, dat in het heden nog
dikwijls haar doen en laten beïnvloedt.
Door de wijze waarop zij zeer gevoelige
zaken heeft aangepakt en afgehandeld.
Door haar bijna demonstratieve houding
binnen het woelige partijenwereldje van
de Franse politiek.
Simone Veil is Jodin. Dat feit bracht haar,
16 Jaar oud, samen met haar ouders, broer
en zusje in maart 1944 in het nazi-vemieti-
gingskamp Auschwitz-Birkenau. Vader
André Jacob, een befaamd architect in
Nice, was er tot dan met met zijn gezin in
geslaagd uit de handen van de Gestapo te
blijven. Hun vervalste identiteitsbewijzen
bleken niet voldoende. Het gezin werd
verraden en met uitzondering van Simo-
nes oudste zuster Denise, die in het verzet
zat, afgevoerd. Haar vader en broer heeft
ze nooit teruggezien, haar moeder stierf
voor haar ogen in Bergen-Belsen. Alleen
de twee meisjes overleefden de kampen.
Een hel
„Het was een hel. die ik nooit zal verge
ten", heeft ze over die 13 maanden gezegd.
En onlangs, tijdens een vraaggesprek
naar aanleiding van de vertoning van Ho
locaust op de Franse televisie, merkte ze
op dat mensen in de kampen te aardig
waren uitgebeeld. „Het is jammer dat de
film de Joden als zulke aardige mensen
toont; het is een optimistische film gewor
den waarin men vriendelijk met elkaar
omgaat. In werkelijkheid werd de mense
lijkheid van de Joden totaal vernietigd
voordat zij ter dood werden gebracht. In
de kampen waren wij werkelijk beesten."
Simone Veil heeft zich met heel haar poli
tieke gewicht ingezet voor de vertoning
van Holocaust. Een invloedrijke maat
schappelijke lobby onder aanvoering van
krantenmagnaat Robert Hersant tus
sen '40 en '45 heulend met de nazi's
voelde er niets voor deze episode uit de
geschiedenis op te rakelen. Ze herinner
den zich nog de consternatie rond het
Express-vraaggesprek met Darquier de
Pellopoix de Vichybestuurder, die de
Franse Joden bij duizenden aan de Gesta
po overdroeg wiens uitspraak „In
Auschwit zijn alleen maar luizen vergast"
een storm van verontwaardiging oogste.
door Bert van Panhuis
Simone Veil sprak de angst uit dat als het
publiek dit soort zaken maar vaak genoeg
zou horen, het tenslotte nog zou gaan
geloven. Ze voelt zich nog met al haar
vezels tot het Joodse volk gehoren, ook al
praktiseert zij het geloof niet. „Eén keer
per Jaar op Jom Kippoer ga ik uit een
soort gewoonte naar de synagoge."
Topambtenaar
Na terugkeer in Frankrijk hervatte Simo
ne Jacob haar rechtenstudie en trouwde
als 19-jarige met medestudent Antoine
Veil, die een opleiding volgde tot belas
ting-Inspecteur. Na lange tijd in over
heidsdienst te zijn geweest, leidt Veil nu
de UTA, de grote particuliere binnenland
se luchtvaartmaatschappij. Zijn vrouw
liet zich na haar studie afbrengen van het
voornemen in de advocatuur te gaan en
begon een loopbaan in de magistratuur.
Aan het einde van de Jaren zestig stapte ze
over naar het ministerie van justitie en
werd een topambtenaar van minister
René Pleven.
Toen Valéry Giscard d'Estaing in april
1974 de presidentsverkiezingen won, belde
zijn kandidaat-premier Jacques Chirac
tijdens de formatie Simone Veil op en
vroeg haar minister van gezondheidszorg
te worden. Al tijdens het telefoongesprek
zei ze ja. „Zomaar aan de telefoon?" vroeg
een paar Jaar geleden een verbaasde ver
slaggever van het weekblad Le Point. Veil:
„Ik ken de stem van de premier. Maar als
hij tien dagen eerder had gebeld had ik
toch wel even teruggebeld want er werd in
de pers gespeculeerd over een minister
spost voor mij en het had natuurlijk een
grap kunnen zijn." Ze trad toe tot de ploeg
van Chirac, als enige en eerste vrouw met
een eigen departement. Nummer elf in de
in Frankrijk heilige hiërarchie.
Abortus
Binnen een half jaar stond ze voor de
moeilijkste taak uit haar loopbaan. In het
kader van zijn hervormingspolitiek wilde
Giscard ook de mogelijkheden voor zwan
gerschapsafbreking verruimen. Tot dan
was abortus op grond van een napoleonti
sche wet streng verboden. Niettemin von
den er per Jaar naar schatting 300.000 tot
400.000 illegale abortussen plaats.
Veil stelde in een wetsontwerp voor zwan
gerschapsafbreking tot de tiende week toe
te staan. De vrouw zou eerst een consulta
tiebureau moeten raadplegen en toestem
ming hebben van twee artsen. Gewetens
bezwaarde artsen en verpleegsters zouden
hun medewerking mogen weigeren. Bij
aanvaarding door het parlement van het
voorstel zou Frankrijk het eerste katholie
ke land worden dat bij wet afwijkt van de
opvattingen van Rome.
Tijdens een vier dagen durend debat ver
dedigde ze haar wet tegen vaak heftig
vereet in. Eenmaal barstte ze in huilen uit.
Een afgevaardigde beschuldigde haar er
van ongeboren kinderen na^r de verbran
dingsovens te sturen. Na haar „U kent
mijn verleden en weet dat u dit niet mag
zeggen," nam de parlementariër zijn woor
den terug.
Bij de stemming bleken 284 afgevaardig
den voor de wet te zijn en 189 tegen. Na
afloop weerde ze gelukwensen af. „Dit is
geen overwinning, maar een stap vooruit."
De afgelopen Jaren heeft ze behoedzaam
vragen over haar persoonlijke opvattin
gen over abortus omzeild. Wel vindt ze het
verontrustend dat er onder het Franse
volk een groter taboe rust op anti-concep
tie dan op abortus.
Sympathie
Het abortusdebat heeft haar landelijke
bekendheid en veelal ook sympathie be
zorgd. De nu 51-Jarige grootmoeder heeft
veel kwesties aangepakt zoals campagnes
tegen het roken, het drinken en verkeerd
eten, maar echte successen zijn tot nu toe
uitgebleven.
Hoezeer ze een potje kan breken blijkt uit
de reactie op haar Jongste begroting. In
het kader van de algemene bezuinigingso
peratie moest ook zij fors snijden in de
sociale voorzieningen. Het socialistische
dagblad Le Matin prees Veil voor haar
doordachte aanpak Een paar maanden
daarvoor had premier Barre exact hetzelf
de voorgesteld. Hij was nog te slecht voor
de goot.
Maar de kleine gedrongen Simone, die al
haar vrije tijd aan haar gezin besteedt en
nooit politieke boeken leest „ik loop
liever één keer per week een galerie bin
nen, dat verrijkt me meer" heeft in haar
optreden kennelijk zoveel charme dat
men haar een verademing vindt in het
wereldje van de harde technocraten. Toch
is ze geen lam; de minister staat bekend
als autoritair op haar departmeent en fel
in het kabinet. Ze schijnt in staat te zijn
tot enorme woede-aanvallen.
Socialistisch
De niet partijgebonden wijze waarop ze
zich in de Franse politiek beweegt is ook
opmerkelijk. Antoine Veil zit al vele jaren
in de Parijse gemeenteraad, eerst als cen
trist en nu voor de partij van Jacques
Chirac maar zijn echtgenote heeft steeds
pertinent geweigerd lid van een partij te
worden. „Dan moet Je ook achter het
programma staan en dat kan ik bij geen
enkele groepering." Ze zegt in het verle
den wel socialistisch te hebben gestemd
en sluit niet uit dat ze in 1974 ook een
kabinetspost zou hebben aanvaard als de
socialist Francois Mitterrand de presi
dentsverkiezingen had gewonnen. „Dat
zou afhangen van wie er nog meer in
zitten Met de communisten kan en wil ik
niet samenwerken."
Aan het eind van de Jaren zestig voerden
de twee Veils campagne voor de liberale
gaullist Jacques Chaban-Delmas. Een
mooi voorbeeld van de onbegrensdheid
van haar relaties is Simone's hechte
vriendschap met Jacques Chirac, haar
oude premier en nu de grootste rivaal van
de president. Als enige van Chiracs kabi-
netsploeg eet zij nog wekelijks met de
omstreden gaullistische leider. Deze
noemt haar vertederend „poussinette"
(kuikentje), een opvallend menselijk trek
je van „de bulldozer".
Ze staat in grote trekken achter de Ideeën
van Giscard maar wachtte bij de algeme
ne verkiezingen van vorig Jaar maart tot
het allerlaatste moment voor ze reclame
ging maken voor de Unie voor de Franse
Democratie fUDF), de nieuwe giscardisti-
sche groepering. Ze vond de UDF nog te
veel banden hebben met Discards eigen
republikeinse partij en wilde pas op de tv
verschijnen toen ook het centrum en de
regeringsgezinde radicalen gingen mee
doen. Tijdens de verkiezingsstrijd weiger
de ze voor een partij te kiezen, ze prees
slechts haar eigen sociale inbreng in het
regeringsbeleid aan.
Huivering
De huivering zich te binden heeft ook
gespeeld bij de vraag of ze ai dan niet de
UDF-lijst zou gaan aanvoeren bij de Euro
verkiezingen. Uiteindelijk heeft ze op twee
voorwaarden Ja gezegd. Ten eerste wilde
ze niet met Jan en alleman op de lijst en
moesten de kandidaten uit het centrum
komen of er verwant aan zijn. Mensen als
Jean Lecanuet, de president van de UDF
bijvoorbeeld, die nu tweede staat. En
voorts moest de lijst een open karakter
hebben. Er zou meer moeten worden gelet
op mentaliteit dan partij lidmaatschap.
Overigens schijnt Giscard niet alleen uit
electorale overwegingen de keus op haar
te hebben laten vallen. Hij hoopt dat ze
een dusdanige band met de socialisten zal
weten op te bouwen Mitterrand leidt de
Franse socialistische lijst dat in
Straatsburg het fundament kan worden
gelegd voor een centrum-links bewind in
Frankrijk.
Aangezien een kabinetspost niet te vere
nigen is met het lidmaatschap van het
Europees parlement zal Veil spoedig aftre
den als minister. De suggestie dat Europa
voor haar een stap is op de weg naar het
premierschap of zelfs het presidentschap
in 1988, lijkt vooralsnog te ver gezocht.
Simone Veil heeft de afgelopen jaren na
drukkelijk gezegd geen premier te willen
worden omdat die functie te veel van haar
al povere vrije tijd zou opeisen. „Mijn man
verbiedt het", is haar argument en gezien
het feit dat ze het gezin boven het werk
stelt is de kous hiermee waarschijnlijk af.
De komende tijd zal Simone proberen in
het Europarlement dezelfde aanhang te
krijgen als ze op het thuisfront achterlaat.
De verkiezingen van afgelopen zondag in West-Berlijn hebben het
weer eens duidelijk gemaakt: de Duitsers moeten niets weten van
uitersten, van links noch van rechts. Het blijkt uit de politieke
praktijk en uit de praktijk van alle dag. Gematigdheid is troef.
Bij de verkiezingen in Berlijn behaalden
de drie belangrijkste partijen van de
bondsrepubliek, de sociaal-democratische
SPD, de christen-democratische CDU en
de liberale FDP tesamen ruim vijfenne
gentig procent van de stemmen. Van de
rest ging 3,7 procent naar de „alternatieve
lijsten", een mengvat van milieube
schermers, huurdersverenigingen, femi
nisten en linkse coöperaties vertegen
woordigers van een kleinschalige politiek
waarvoor zeker CDU en SPD te groot zijn
geworden. De Socialistische Eenheidspar
tij van West-Berlijn, het zusje van de SED
in Oost-Duitsland en alleen daarom al de
„muurpartij" genoemd, kreeg 1,1 procent
en de Communistische Bond van West-
Duitsland een schamele 0,1 procent. Ui
terst rechts kwam er helemaal niet aan te
pas. De Bond Vrij Duitsland, die vorige
keer nog 3,4 procent haalde, had zijn aan
hang in een grote campagne geadviseerd
om te stemmen op Richard von Weizsöc-
ker, de lijsttrekker van de CDU.
De afkeer van uitersten blijkt niet alleen
uit de politieke stellingname van de
bondsburgers maar ook uit hun dagelijkse
houding. Ze accepteren met grote vanzelf
sprekendheid de uiterst scherpe veilig
heidsmaatregelen die genomen worden
wanneer er weer eens „aanwijzingen voor
te verwachten links terroristische activi
teiten" zijn.
De woordvoerder van de libe
rale senator van justitie in Berlijn merkt
hierover nogal laconiek op: „Ach, de zon
schijnt weer eens, en dat dringt ook in de
cellen door. De uitgelaten stemming daar
wordt dan geïnterpreteerd als een aanwij
zing voor bevrijdingsacties".
De afkeer van uitersten blijkt ook uit het
recente optreden van Berlijners tegen
Café Vaterland. Op een steenworp afstand
van de Gedöchtnlsklrche hadden Jeugdi
ge warhoofden getracht in een café de
sfeer van weleer op te roepen: veel laarzen
en uniformen, achteloos rondgestrooide
zandzakken, opruiende aanbevelingen
voor allerlei soorten drank en „officiers
bordelen". Dat alles toegedekt door muf
ruikende camouflagenetten.
Het was eigenlijk een mislukking. De uni
formen doen vooral denken aan een twee
de klas circus of operette, de versierselen
uit de tweede wereldoorlog zitten steevast
verkeerd opgespeld. De chansons van de
naoorlogse, uit de anti-autoritaire traditie
voortkomende Juliette Oréco slaan hele
maal nergens op. Het portret van een
magere, blote Hitier op de WC, die kramp
achtig probeert zijn schaamte te bedek
ken, zou de warhoofden destijds niet in
dank zijn afgenomen. Toch verstoorde
Café Vaterland zo zeer het beeld van het
nieuwe Duitsland, dat het deze week kort
en klein geslagen is. Niet tolerant, wel
begrijpelijk.
Gat in markt
De afkeer van de uitersten betekent voor
de grote politieke partijen, dat ze zich op
èlle Duitsers moeten richten. De SPD kan
niet de partij van het proletariaat zijn,
want alleen met de steun van deze bevol
kingsgroep, die bepaald niet omvangrijk
meer is, zouden de socialisten nooit meer
in de regering komen. De CDU kan even
min uitsluitend mikken op de trouwe gelo
vigen. De FDP is niet meer de vertegen
woordigster van de werkgevers en de ho
gere functionarissen die zij vroeger was.
Misschien is het voor de liberalen nog het
eenvoudigste om een nieuwe rol te vinden.
De verkiezingen van de laatste maanden
hebben laten zien dat er een gat in de
markt zit op de plaats waar nu de „groe-
door Jaap Timmers
ne" of „alternatieve" lijsten opereren. Als
betrekkelijk kleine partij heeft de FDP de
kans om dit gat te dichten, met behoud
van het huidige liberale karakter.
Er zijn al duidelijk aanwijzingen dat de
FDP dat ook wil, zeker in de steden. Het
goede resultaat dat de liberalen zondag in
Berlijn boekten, is daarop mede terug te
voeren. Zo houdt de FDP-senator voor
Justitie Meyer elke week een spreekuur
voor burgers die zijn vastgelopen in de
warwinkel van Justitie. Wanneer het
spreekuur uitloopt, dan laat de senator
andere verplichtingen gewoon schieten,
ook al roepen zijn ambtenaren: „Gooi die
burgers er toch uit".
Spectaculair is zo'n initiatief niet. Maar in
een stad, waar de bureaucratie als een van
de knellendste problemen wordt ervaren,
is het wel belangrijk. Geen formulieren in
drievoud, maar gewoon naar de „Justtzse-
nator" stappen om te vragen of Je zoon
wat eerder uit de gevangenis mag, omdat
zijn moeder zo ziek is.
Zwevende kiezers
Voor de SPD en de CDU ligt dat allemaal
moeilijker. Met uitvallen naar links of
rechts valt weinig eer te behalen. Ze moe
ten het hebben VEm de zwevende kiezers in
het midden, die nu eens CDU, dan weer
FDP of SPD stemmen. Het zijn meestal
niet de Ideeën, maar de gezichten waar
door de kiezers in het centrum gewonnen
kunnen worden. Sterker nog dan in Neder
land, bepalen mensen mannen, uiter
aard het gezicht van de politiek. De
SPD zit vast in het zadel dankzij Helmut
Schmidt. De Beierse CSU wordt door nie
mand anders belichaamd dan Franz Josef
Strauss.
Hier ligt een van de grootste problemen
van de CDU. Deze partij mist een leider
die het kan opnemen tegen Schmidt. De
eerste man van de christen-democraten,
Helmut Kohl, heeft maar één kans om
volgend Jaar bondskanselier te worden:
als de SPD hem vanuit de arrogantie van
dc macht zo denigrerend behandelt dat
hij als underdog kan toeslaan. Naarmate
een overwinning van de links-liberale coa
litie zekerder lijkt, wordt de opkomst van
de kiezers geringer. Ook daar zou Kohl
dan nog van kunnen profiteren, want de
CDU profiteert traditioneel het meest van
een laag opkomstpercentage.
Het is echter niet waarschijnlijk dat
Kohls eigen CDU en de Beierse CSU hem
deze kans zullen laten. Kohl is alleen nu
kandidaat-kanselier voor het onwaar
schijnlijke geval dat Schmidt voortijdig
ten val komt. Voor de verkiezingen van
volgend jaar moet de CDU nog haar lijst
trekker aanwijzen. Vermoedelijk zal die
man geen Helmut Kohl heten. Hoe zijn
naam wel zal luiden, blijft voorlopig de
grote vraag.
Juist wel eens geheel buiten spel zou kun
nen zetten.
Vierde partij:
Helmut Schmidt
Beieren neemt een vreemde
plaats in de bondsrepubliek
Duitsland in. De „vrijstaat"
Beieren is een buitenbeentje,
dat al een „land" was lang voor
dat Duitsland één geheel werd.
De unieke positie van Beieren
blijkt ook uit het bestaan van
een zelfstandige Beierse partij,
de christelijk-sociale unie
(CSU).
In de rest van de bondsrepu
bliek opereren drie In het parle
ment vertegenwoordigde partij
en: de sociaal-democratische
SPD, de christen-democratische
CDU en de liberale FDP. Maar
de CDU heeft aan de grenzen
van Beieren halt gehouden en
het terrein overgelaten aan de
CSU. De twee andere bondspar-
tijen, FDP en SPD, hebben het
in deze nog ouderwets-gelovige,
van een Beiers nationalisme
doortrokken deelstaat, dan ook
moeilijk. Ze zijn er veroordeeld
tot een machteloze oppositie
tegen een overmachtige CSU.
De politieke tegenstellingen
tussen de CSU enerzijds en FDP
en SPD anderzijds zijn groot en
grenzen aan vijandigheid. Beide
groeperingen spreken met min
achting over elkaar. „Strauss",
zegt de tweede man van de SPD
ir. Beieren. „Strauss is geen poli
tieke tegenstander voor wie je
achting kunt hebben; het is een
politieke vijand. Voor de Euro
pese verkiezingen heeft de CSU
de Oostenrijker Otto von Habs-
burg kandidaat gesteld. Ze spre
ken hem zelfs aan met Keizerlij
ke Hoogheid. Waar leven we
hier eigenlijk? Dit is toch een
republiek?"
De houding van de CSU is al
niet veel vriendelijker. Een uit
spraak van CSU-leider Strauss
maakt dat wel duidelijk: „De
Nederlandse vrienden van het
CDA verzetten zich helaas tegen
samenwerking in het Europees
parlement met de Britse conser
vatieven. Wij willen graag sa
menwerken met alle anti-socia
listische krachten". Een andere
uitspraak zegt minstens even
veel: „U hebt gelijk, het is niet
goed dat één partij tientallen
Jaren achtereen regeert. Dat ziet
u In Berlijn, waar de SPD meer
dan dertig jaar de macht heeft.
Maar voor een wisseling is een
alternatief nodig. Dat is er hier
niet".
De polarisatie in Beieren is voor
de bondsrepubliek vrij uniek.
Natuurlijk schelden politici van
de twee grote partijen elkaar
overal voor rotte vis uit. Uiter
aard zeggen ze aan wie het maar
horen wil, dat de geachte poli
tieke tegenstander destijds
maar beter naar de ambacht
school had kunnen gaan om een
vak te leren. Maar als regel
schuilt achter die facade waar
dering en de erkenning dat de
verschillen nu ook weer niet zo
vreselijk groot zijn. Maar ja,
Beieren
Paradijsvogels:
Om in 1980 te ontkomen aan een strijd
van sterpolltlci tegen elkaar, is er ook een
draaiboek dat voorziet in de oprichting
van een vierde partij. De Beierse CSU van
Strauss zou in dat geval de samenwerking
met de CDU moeten verbreken en in de
hele bondsrepubliek met eigen kandida
ten moeten komen. Een federale CSU
dekt de hele rechterzijde van het politieke
spectrum, waardoor de CDU wat meer
naar links kan opschuiven en zo kiezers
van FDP en SPD overnemen. CDU en
CSU zouden dan zo sterk worden, dat zij
het „linkse" blok van FDP en SPD over
vleugelen en in Bonn de wacht kunnen
overnemen.
CSU-leider Strauss speelt telkens weer
met deze gedachte. Maar hij schrikt er ook
telkens weer voor terug. De consequenties
ervan zijn namelijk moeilijk te overzien.
Want in dat geval zou de CDU ook in zijn
eigen deelstaat Beieren gaan opereren.
Verder moet de CSU in het hele land een
geld verslindend partijapparaat op poten
zetten. Ze zal uitspraken moeten doen
over kwesties die voor andere deelstaten
wellicht voordelig zijn, maar nadelig voor
Beieren.
Door in het hele land te gaan opereren zou
de CSU dan ook haar karakter als puur-
Belerse partij ondergraven. En juist aan
het zuiver Beierse heeft de partij haar
IJzersterke positie te danken. En wie ga
randeert Strauss dat een wat naar links
opgeschoven CDU geen coalitie aangaat
met de sociaal-democraten? In alle partij-
-en leeft dan ook de gedachte dat het
stichten van een vierde partij Strauss
Duitsland houdt dus voorlopig twee blok
ken die alle stromingen in zich bergen van
gematigd links tot gematigd rechts. De
liberalen hebben daarin de rol dat zij een
van deze twee en voorlopig zijn dat de
sociaal-democraten aan een meerder
heid kunnen helpen. In zo'n coalitie kun
nen ze als remmende factor optreden,
wanneer bepaalde voorstellen toch weer
wat naar een uiterste doorslaan. De hoofd
rol in dat tweestromenland wordt ge
speeld door de „paradijsvogels", zoals de
Frankfurter Allgemeine Zeitung de stem-
mentrekkende kopmannen aanduidt.
De meeste Duitsers hebben vrede met hun
politieke systeem. In de Republiek van
Weimar hadden we veel politieke partijen,
zeggen ze. en dat bood Hitler zijn kans.
Dat nooit weer.
Maar er zit wel een schoonheidsfoutje aan
het systeem. Steeds weer duiken de „groe
ne" en „alternatieve" partijen op. Zeven
tig procent van de kiezers op deze partijen
is nog geen dertig jaar. Ze voelen zich niet
thuis bij de gevestigde partijen. Ze zijn
tussen de wal en het schip gevallen, verge
ten door de één en verguisd door de ander.
BIJ de Europese verkiezingen in juni zal
voor de eerste keer blijken hoe groot hun
aanhang in de hele bondsrepubliek is. Als
deze beweging blijkt aan te slaan, dan kan
ze de grote partijen dwingen niet alleen op
het midden te letten en op de paradijsvo
gels. Ze zullen dan ook moeten nadenken
over de vraag hoe ze kunnen voorkomen
dat steeds meer mensen uit de boot
vallen.
Helmut Kohl