Simone Veil doorbreekt de harde technocratie Duitsers zoeken het midden r Beieren blijft het buiten beentje .JAG 24 MAART 1979 BUITENLAND TROUW/KWARTET 15 „Deze vrouw is goed voor een half miljoen stemmen", heeft onlangs een naaste medewerker van de Franse president Valéry Giscard d'Estaing gezegd. Dat lijkt niet overdreven, want sinds jaar en dag is ze veruit de populairste politicus in Frankrijk. Hoogst op merkelijk, want ze heeft altijd geweigerd partijpolitieke kleur te bekennen. De vrouw in kwestie: Simone Veil, nu nog minister van gezondheidszorg en gezinszaken maar op 10 juli lijsttrekker van de giscardisten bij de Euro-verkie zingen en daarna waarschijnlijk voorzitter van het nieuwe Euro pese parlement. Ze is zeker een boeiende vrouw. Door haar bewogen verleden, dat in het heden nog dikwijls haar doen en laten beïnvloedt. Door de wijze waarop zij zeer gevoelige zaken heeft aangepakt en afgehandeld. Door haar bijna demonstratieve houding binnen het woelige partijenwereldje van de Franse politiek. Simone Veil is Jodin. Dat feit bracht haar, 16 Jaar oud, samen met haar ouders, broer en zusje in maart 1944 in het nazi-vemieti- gingskamp Auschwitz-Birkenau. Vader André Jacob, een befaamd architect in Nice, was er tot dan met met zijn gezin in geslaagd uit de handen van de Gestapo te blijven. Hun vervalste identiteitsbewijzen bleken niet voldoende. Het gezin werd verraden en met uitzondering van Simo- nes oudste zuster Denise, die in het verzet zat, afgevoerd. Haar vader en broer heeft ze nooit teruggezien, haar moeder stierf voor haar ogen in Bergen-Belsen. Alleen de twee meisjes overleefden de kampen. Een hel „Het was een hel. die ik nooit zal verge ten", heeft ze over die 13 maanden gezegd. En onlangs, tijdens een vraaggesprek naar aanleiding van de vertoning van Ho locaust op de Franse televisie, merkte ze op dat mensen in de kampen te aardig waren uitgebeeld. „Het is jammer dat de film de Joden als zulke aardige mensen toont; het is een optimistische film gewor den waarin men vriendelijk met elkaar omgaat. In werkelijkheid werd de mense lijkheid van de Joden totaal vernietigd voordat zij ter dood werden gebracht. In de kampen waren wij werkelijk beesten." Simone Veil heeft zich met heel haar poli tieke gewicht ingezet voor de vertoning van Holocaust. Een invloedrijke maat schappelijke lobby onder aanvoering van krantenmagnaat Robert Hersant tus sen '40 en '45 heulend met de nazi's voelde er niets voor deze episode uit de geschiedenis op te rakelen. Ze herinner den zich nog de consternatie rond het Express-vraaggesprek met Darquier de Pellopoix de Vichybestuurder, die de Franse Joden bij duizenden aan de Gesta po overdroeg wiens uitspraak „In Auschwit zijn alleen maar luizen vergast" een storm van verontwaardiging oogste. door Bert van Panhuis Simone Veil sprak de angst uit dat als het publiek dit soort zaken maar vaak genoeg zou horen, het tenslotte nog zou gaan geloven. Ze voelt zich nog met al haar vezels tot het Joodse volk gehoren, ook al praktiseert zij het geloof niet. „Eén keer per Jaar op Jom Kippoer ga ik uit een soort gewoonte naar de synagoge." Topambtenaar Na terugkeer in Frankrijk hervatte Simo ne Jacob haar rechtenstudie en trouwde als 19-jarige met medestudent Antoine Veil, die een opleiding volgde tot belas ting-Inspecteur. Na lange tijd in over heidsdienst te zijn geweest, leidt Veil nu de UTA, de grote particuliere binnenland se luchtvaartmaatschappij. Zijn vrouw liet zich na haar studie afbrengen van het voornemen in de advocatuur te gaan en begon een loopbaan in de magistratuur. Aan het einde van de Jaren zestig stapte ze over naar het ministerie van justitie en werd een topambtenaar van minister René Pleven. Toen Valéry Giscard d'Estaing in april 1974 de presidentsverkiezingen won, belde zijn kandidaat-premier Jacques Chirac tijdens de formatie Simone Veil op en vroeg haar minister van gezondheidszorg te worden. Al tijdens het telefoongesprek zei ze ja. „Zomaar aan de telefoon?" vroeg een paar Jaar geleden een verbaasde ver slaggever van het weekblad Le Point. Veil: „Ik ken de stem van de premier. Maar als hij tien dagen eerder had gebeld had ik toch wel even teruggebeld want er werd in de pers gespeculeerd over een minister spost voor mij en het had natuurlijk een grap kunnen zijn." Ze trad toe tot de ploeg van Chirac, als enige en eerste vrouw met een eigen departement. Nummer elf in de in Frankrijk heilige hiërarchie. Abortus Binnen een half jaar stond ze voor de moeilijkste taak uit haar loopbaan. In het kader van zijn hervormingspolitiek wilde Giscard ook de mogelijkheden voor zwan gerschapsafbreking verruimen. Tot dan was abortus op grond van een napoleonti sche wet streng verboden. Niettemin von den er per Jaar naar schatting 300.000 tot 400.000 illegale abortussen plaats. Veil stelde in een wetsontwerp voor zwan gerschapsafbreking tot de tiende week toe te staan. De vrouw zou eerst een consulta tiebureau moeten raadplegen en toestem ming hebben van twee artsen. Gewetens bezwaarde artsen en verpleegsters zouden hun medewerking mogen weigeren. Bij aanvaarding door het parlement van het voorstel zou Frankrijk het eerste katholie ke land worden dat bij wet afwijkt van de opvattingen van Rome. Tijdens een vier dagen durend debat ver dedigde ze haar wet tegen vaak heftig vereet in. Eenmaal barstte ze in huilen uit. Een afgevaardigde beschuldigde haar er van ongeboren kinderen na^r de verbran dingsovens te sturen. Na haar „U kent mijn verleden en weet dat u dit niet mag zeggen," nam de parlementariër zijn woor den terug. Bij de stemming bleken 284 afgevaardig den voor de wet te zijn en 189 tegen. Na afloop weerde ze gelukwensen af. „Dit is geen overwinning, maar een stap vooruit." De afgelopen Jaren heeft ze behoedzaam vragen over haar persoonlijke opvattin gen over abortus omzeild. Wel vindt ze het verontrustend dat er onder het Franse volk een groter taboe rust op anti-concep tie dan op abortus. Sympathie Het abortusdebat heeft haar landelijke bekendheid en veelal ook sympathie be zorgd. De nu 51-Jarige grootmoeder heeft veel kwesties aangepakt zoals campagnes tegen het roken, het drinken en verkeerd eten, maar echte successen zijn tot nu toe uitgebleven. Hoezeer ze een potje kan breken blijkt uit de reactie op haar Jongste begroting. In het kader van de algemene bezuinigingso peratie moest ook zij fors snijden in de sociale voorzieningen. Het socialistische dagblad Le Matin prees Veil voor haar doordachte aanpak Een paar maanden daarvoor had premier Barre exact hetzelf de voorgesteld. Hij was nog te slecht voor de goot. Maar de kleine gedrongen Simone, die al haar vrije tijd aan haar gezin besteedt en nooit politieke boeken leest „ik loop liever één keer per week een galerie bin nen, dat verrijkt me meer" heeft in haar optreden kennelijk zoveel charme dat men haar een verademing vindt in het wereldje van de harde technocraten. Toch is ze geen lam; de minister staat bekend als autoritair op haar departmeent en fel in het kabinet. Ze schijnt in staat te zijn tot enorme woede-aanvallen. Socialistisch De niet partijgebonden wijze waarop ze zich in de Franse politiek beweegt is ook opmerkelijk. Antoine Veil zit al vele jaren in de Parijse gemeenteraad, eerst als cen trist en nu voor de partij van Jacques Chirac maar zijn echtgenote heeft steeds pertinent geweigerd lid van een partij te worden. „Dan moet Je ook achter het programma staan en dat kan ik bij geen enkele groepering." Ze zegt in het verle den wel socialistisch te hebben gestemd en sluit niet uit dat ze in 1974 ook een kabinetspost zou hebben aanvaard als de socialist Francois Mitterrand de presi dentsverkiezingen had gewonnen. „Dat zou afhangen van wie er nog meer in zitten Met de communisten kan en wil ik niet samenwerken." Aan het eind van de Jaren zestig voerden de twee Veils campagne voor de liberale gaullist Jacques Chaban-Delmas. Een mooi voorbeeld van de onbegrensdheid van haar relaties is Simone's hechte vriendschap met Jacques Chirac, haar oude premier en nu de grootste rivaal van de president. Als enige van Chiracs kabi- netsploeg eet zij nog wekelijks met de omstreden gaullistische leider. Deze noemt haar vertederend „poussinette" (kuikentje), een opvallend menselijk trek je van „de bulldozer". Ze staat in grote trekken achter de Ideeën van Giscard maar wachtte bij de algeme ne verkiezingen van vorig Jaar maart tot het allerlaatste moment voor ze reclame ging maken voor de Unie voor de Franse Democratie fUDF), de nieuwe giscardisti- sche groepering. Ze vond de UDF nog te veel banden hebben met Discards eigen republikeinse partij en wilde pas op de tv verschijnen toen ook het centrum en de regeringsgezinde radicalen gingen mee doen. Tijdens de verkiezingsstrijd weiger de ze voor een partij te kiezen, ze prees slechts haar eigen sociale inbreng in het regeringsbeleid aan. Huivering De huivering zich te binden heeft ook gespeeld bij de vraag of ze ai dan niet de UDF-lijst zou gaan aanvoeren bij de Euro verkiezingen. Uiteindelijk heeft ze op twee voorwaarden Ja gezegd. Ten eerste wilde ze niet met Jan en alleman op de lijst en moesten de kandidaten uit het centrum komen of er verwant aan zijn. Mensen als Jean Lecanuet, de president van de UDF bijvoorbeeld, die nu tweede staat. En voorts moest de lijst een open karakter hebben. Er zou meer moeten worden gelet op mentaliteit dan partij lidmaatschap. Overigens schijnt Giscard niet alleen uit electorale overwegingen de keus op haar te hebben laten vallen. Hij hoopt dat ze een dusdanige band met de socialisten zal weten op te bouwen Mitterrand leidt de Franse socialistische lijst dat in Straatsburg het fundament kan worden gelegd voor een centrum-links bewind in Frankrijk. Aangezien een kabinetspost niet te vere nigen is met het lidmaatschap van het Europees parlement zal Veil spoedig aftre den als minister. De suggestie dat Europa voor haar een stap is op de weg naar het premierschap of zelfs het presidentschap in 1988, lijkt vooralsnog te ver gezocht. Simone Veil heeft de afgelopen jaren na drukkelijk gezegd geen premier te willen worden omdat die functie te veel van haar al povere vrije tijd zou opeisen. „Mijn man verbiedt het", is haar argument en gezien het feit dat ze het gezin boven het werk stelt is de kous hiermee waarschijnlijk af. De komende tijd zal Simone proberen in het Europarlement dezelfde aanhang te krijgen als ze op het thuisfront achterlaat. De verkiezingen van afgelopen zondag in West-Berlijn hebben het weer eens duidelijk gemaakt: de Duitsers moeten niets weten van uitersten, van links noch van rechts. Het blijkt uit de politieke praktijk en uit de praktijk van alle dag. Gematigdheid is troef. Bij de verkiezingen in Berlijn behaalden de drie belangrijkste partijen van de bondsrepubliek, de sociaal-democratische SPD, de christen-democratische CDU en de liberale FDP tesamen ruim vijfenne gentig procent van de stemmen. Van de rest ging 3,7 procent naar de „alternatieve lijsten", een mengvat van milieube schermers, huurdersverenigingen, femi nisten en linkse coöperaties vertegen woordigers van een kleinschalige politiek waarvoor zeker CDU en SPD te groot zijn geworden. De Socialistische Eenheidspar tij van West-Berlijn, het zusje van de SED in Oost-Duitsland en alleen daarom al de „muurpartij" genoemd, kreeg 1,1 procent en de Communistische Bond van West- Duitsland een schamele 0,1 procent. Ui terst rechts kwam er helemaal niet aan te pas. De Bond Vrij Duitsland, die vorige keer nog 3,4 procent haalde, had zijn aan hang in een grote campagne geadviseerd om te stemmen op Richard von Weizsöc- ker, de lijsttrekker van de CDU. De afkeer van uitersten blijkt niet alleen uit de politieke stellingname van de bondsburgers maar ook uit hun dagelijkse houding. Ze accepteren met grote vanzelf sprekendheid de uiterst scherpe veilig heidsmaatregelen die genomen worden wanneer er weer eens „aanwijzingen voor te verwachten links terroristische activi teiten" zijn. De woordvoerder van de libe rale senator van justitie in Berlijn merkt hierover nogal laconiek op: „Ach, de zon schijnt weer eens, en dat dringt ook in de cellen door. De uitgelaten stemming daar wordt dan geïnterpreteerd als een aanwij zing voor bevrijdingsacties". De afkeer van uitersten blijkt ook uit het recente optreden van Berlijners tegen Café Vaterland. Op een steenworp afstand van de Gedöchtnlsklrche hadden Jeugdi ge warhoofden getracht in een café de sfeer van weleer op te roepen: veel laarzen en uniformen, achteloos rondgestrooide zandzakken, opruiende aanbevelingen voor allerlei soorten drank en „officiers bordelen". Dat alles toegedekt door muf ruikende camouflagenetten. Het was eigenlijk een mislukking. De uni formen doen vooral denken aan een twee de klas circus of operette, de versierselen uit de tweede wereldoorlog zitten steevast verkeerd opgespeld. De chansons van de naoorlogse, uit de anti-autoritaire traditie voortkomende Juliette Oréco slaan hele maal nergens op. Het portret van een magere, blote Hitier op de WC, die kramp achtig probeert zijn schaamte te bedek ken, zou de warhoofden destijds niet in dank zijn afgenomen. Toch verstoorde Café Vaterland zo zeer het beeld van het nieuwe Duitsland, dat het deze week kort en klein geslagen is. Niet tolerant, wel begrijpelijk. Gat in markt De afkeer van de uitersten betekent voor de grote politieke partijen, dat ze zich op èlle Duitsers moeten richten. De SPD kan niet de partij van het proletariaat zijn, want alleen met de steun van deze bevol kingsgroep, die bepaald niet omvangrijk meer is, zouden de socialisten nooit meer in de regering komen. De CDU kan even min uitsluitend mikken op de trouwe gelo vigen. De FDP is niet meer de vertegen woordigster van de werkgevers en de ho gere functionarissen die zij vroeger was. Misschien is het voor de liberalen nog het eenvoudigste om een nieuwe rol te vinden. De verkiezingen van de laatste maanden hebben laten zien dat er een gat in de markt zit op de plaats waar nu de „groe- door Jaap Timmers ne" of „alternatieve" lijsten opereren. Als betrekkelijk kleine partij heeft de FDP de kans om dit gat te dichten, met behoud van het huidige liberale karakter. Er zijn al duidelijk aanwijzingen dat de FDP dat ook wil, zeker in de steden. Het goede resultaat dat de liberalen zondag in Berlijn boekten, is daarop mede terug te voeren. Zo houdt de FDP-senator voor Justitie Meyer elke week een spreekuur voor burgers die zijn vastgelopen in de warwinkel van Justitie. Wanneer het spreekuur uitloopt, dan laat de senator andere verplichtingen gewoon schieten, ook al roepen zijn ambtenaren: „Gooi die burgers er toch uit". Spectaculair is zo'n initiatief niet. Maar in een stad, waar de bureaucratie als een van de knellendste problemen wordt ervaren, is het wel belangrijk. Geen formulieren in drievoud, maar gewoon naar de „Justtzse- nator" stappen om te vragen of Je zoon wat eerder uit de gevangenis mag, omdat zijn moeder zo ziek is. Zwevende kiezers Voor de SPD en de CDU ligt dat allemaal moeilijker. Met uitvallen naar links of rechts valt weinig eer te behalen. Ze moe ten het hebben VEm de zwevende kiezers in het midden, die nu eens CDU, dan weer FDP of SPD stemmen. Het zijn meestal niet de Ideeën, maar de gezichten waar door de kiezers in het centrum gewonnen kunnen worden. Sterker nog dan in Neder land, bepalen mensen mannen, uiter aard het gezicht van de politiek. De SPD zit vast in het zadel dankzij Helmut Schmidt. De Beierse CSU wordt door nie mand anders belichaamd dan Franz Josef Strauss. Hier ligt een van de grootste problemen van de CDU. Deze partij mist een leider die het kan opnemen tegen Schmidt. De eerste man van de christen-democraten, Helmut Kohl, heeft maar één kans om volgend Jaar bondskanselier te worden: als de SPD hem vanuit de arrogantie van dc macht zo denigrerend behandelt dat hij als underdog kan toeslaan. Naarmate een overwinning van de links-liberale coa litie zekerder lijkt, wordt de opkomst van de kiezers geringer. Ook daar zou Kohl dan nog van kunnen profiteren, want de CDU profiteert traditioneel het meest van een laag opkomstpercentage. Het is echter niet waarschijnlijk dat Kohls eigen CDU en de Beierse CSU hem deze kans zullen laten. Kohl is alleen nu kandidaat-kanselier voor het onwaar schijnlijke geval dat Schmidt voortijdig ten val komt. Voor de verkiezingen van volgend jaar moet de CDU nog haar lijst trekker aanwijzen. Vermoedelijk zal die man geen Helmut Kohl heten. Hoe zijn naam wel zal luiden, blijft voorlopig de grote vraag. Juist wel eens geheel buiten spel zou kun nen zetten. Vierde partij: Helmut Schmidt Beieren neemt een vreemde plaats in de bondsrepubliek Duitsland in. De „vrijstaat" Beieren is een buitenbeentje, dat al een „land" was lang voor dat Duitsland één geheel werd. De unieke positie van Beieren blijkt ook uit het bestaan van een zelfstandige Beierse partij, de christelijk-sociale unie (CSU). In de rest van de bondsrepu bliek opereren drie In het parle ment vertegenwoordigde partij en: de sociaal-democratische SPD, de christen-democratische CDU en de liberale FDP. Maar de CDU heeft aan de grenzen van Beieren halt gehouden en het terrein overgelaten aan de CSU. De twee andere bondspar- tijen, FDP en SPD, hebben het in deze nog ouderwets-gelovige, van een Beiers nationalisme doortrokken deelstaat, dan ook moeilijk. Ze zijn er veroordeeld tot een machteloze oppositie tegen een overmachtige CSU. De politieke tegenstellingen tussen de CSU enerzijds en FDP en SPD anderzijds zijn groot en grenzen aan vijandigheid. Beide groeperingen spreken met min achting over elkaar. „Strauss", zegt de tweede man van de SPD ir. Beieren. „Strauss is geen poli tieke tegenstander voor wie je achting kunt hebben; het is een politieke vijand. Voor de Euro pese verkiezingen heeft de CSU de Oostenrijker Otto von Habs- burg kandidaat gesteld. Ze spre ken hem zelfs aan met Keizerlij ke Hoogheid. Waar leven we hier eigenlijk? Dit is toch een republiek?" De houding van de CSU is al niet veel vriendelijker. Een uit spraak van CSU-leider Strauss maakt dat wel duidelijk: „De Nederlandse vrienden van het CDA verzetten zich helaas tegen samenwerking in het Europees parlement met de Britse conser vatieven. Wij willen graag sa menwerken met alle anti-socia listische krachten". Een andere uitspraak zegt minstens even veel: „U hebt gelijk, het is niet goed dat één partij tientallen Jaren achtereen regeert. Dat ziet u In Berlijn, waar de SPD meer dan dertig jaar de macht heeft. Maar voor een wisseling is een alternatief nodig. Dat is er hier niet". De polarisatie in Beieren is voor de bondsrepubliek vrij uniek. Natuurlijk schelden politici van de twee grote partijen elkaar overal voor rotte vis uit. Uiter aard zeggen ze aan wie het maar horen wil, dat de geachte poli tieke tegenstander destijds maar beter naar de ambacht school had kunnen gaan om een vak te leren. Maar als regel schuilt achter die facade waar dering en de erkenning dat de verschillen nu ook weer niet zo vreselijk groot zijn. Maar ja, Beieren Paradijsvogels: Om in 1980 te ontkomen aan een strijd van sterpolltlci tegen elkaar, is er ook een draaiboek dat voorziet in de oprichting van een vierde partij. De Beierse CSU van Strauss zou in dat geval de samenwerking met de CDU moeten verbreken en in de hele bondsrepubliek met eigen kandida ten moeten komen. Een federale CSU dekt de hele rechterzijde van het politieke spectrum, waardoor de CDU wat meer naar links kan opschuiven en zo kiezers van FDP en SPD overnemen. CDU en CSU zouden dan zo sterk worden, dat zij het „linkse" blok van FDP en SPD over vleugelen en in Bonn de wacht kunnen overnemen. CSU-leider Strauss speelt telkens weer met deze gedachte. Maar hij schrikt er ook telkens weer voor terug. De consequenties ervan zijn namelijk moeilijk te overzien. Want in dat geval zou de CDU ook in zijn eigen deelstaat Beieren gaan opereren. Verder moet de CSU in het hele land een geld verslindend partijapparaat op poten zetten. Ze zal uitspraken moeten doen over kwesties die voor andere deelstaten wellicht voordelig zijn, maar nadelig voor Beieren. Door in het hele land te gaan opereren zou de CSU dan ook haar karakter als puur- Belerse partij ondergraven. En juist aan het zuiver Beierse heeft de partij haar IJzersterke positie te danken. En wie ga randeert Strauss dat een wat naar links opgeschoven CDU geen coalitie aangaat met de sociaal-democraten? In alle partij- -en leeft dan ook de gedachte dat het stichten van een vierde partij Strauss Duitsland houdt dus voorlopig twee blok ken die alle stromingen in zich bergen van gematigd links tot gematigd rechts. De liberalen hebben daarin de rol dat zij een van deze twee en voorlopig zijn dat de sociaal-democraten aan een meerder heid kunnen helpen. In zo'n coalitie kun nen ze als remmende factor optreden, wanneer bepaalde voorstellen toch weer wat naar een uiterste doorslaan. De hoofd rol in dat tweestromenland wordt ge speeld door de „paradijsvogels", zoals de Frankfurter Allgemeine Zeitung de stem- mentrekkende kopmannen aanduidt. De meeste Duitsers hebben vrede met hun politieke systeem. In de Republiek van Weimar hadden we veel politieke partijen, zeggen ze. en dat bood Hitler zijn kans. Dat nooit weer. Maar er zit wel een schoonheidsfoutje aan het systeem. Steeds weer duiken de „groe ne" en „alternatieve" partijen op. Zeven tig procent van de kiezers op deze partijen is nog geen dertig jaar. Ze voelen zich niet thuis bij de gevestigde partijen. Ze zijn tussen de wal en het schip gevallen, verge ten door de één en verguisd door de ander. BIJ de Europese verkiezingen in juni zal voor de eerste keer blijken hoe groot hun aanhang in de hele bondsrepubliek is. Als deze beweging blijkt aan te slaan, dan kan ze de grote partijen dwingen niet alleen op het midden te letten en op de paradijsvo gels. Ze zullen dan ook moeten nadenken over de vraag hoe ze kunnen voorkomen dat steeds meer mensen uit de boot vallen. Helmut Kohl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15