ijf eeuwen van onderdrukking en uitbuiting idiaan zijn is geen schande' OAG 17 MAART 1979 BUITENLAND TROUW/KWARTET 15 ll indianen in Zuid-Amerika horen liever niet dat ze een lo" zijn. Voor hen is dat nog steeds een scheldwoord. Toch jtde golf van herwaardering van de indiaanse cultuur jzaam van de Verenigde Staten over naar het zuiden. fZuidamerikaanse indiaan bestaat niet. Er leven in ;-Amerika meer volken en er worden meer talen roken dan in Europa Toen de Spanjaarden en Portugezen Ibet begin van de zestiende eeuw dit enorme continent erden. was het grootste deel zeer dun bevolkt met iden. vissers en boeren. Vier culturen hadden een hoge dvan beschaving bereikt: de Inca's in het Andesgebergte. hibchas in Colombia, de Maya's in Guatemala en het n van Mexico en de Azteken in Midden-Mexico. Als gevolg Kieen kleine geografische vergissing van Columbus kregen (bewoners de naam „indiaan" mee, ook degenen die ren later werden ontdekt, tg steeds vegen we alle afstammelingen van de pronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika bij [aar onder de noemer „indianenInde meeste landen >en zij het onderspit moeten delven. In Argentinië, Uruguay, [lien het zuiden van Brazilië wonen vrijwel alleen nog maar nken. Slechts in de Andeslanden, Mexico en Guatemala it de meerderheid van de bevolking uit indianen. Dat wil kter niet zeggen dat zij daar ook de dienst uitmaken. underen honderd jaar geleden was er plaats genoeg in ijns-Amerika. Het overgrote deel was onbewoond. In plaats izelf land te bebouwen volgden de veroveraars het spoor qsde indianendorpen: daar waren zielen te winnen en daar was het niet moeilijk zilver en goud te plunderen uit de rijke tempels van de indianen. Deze rijkdommen verlieten letterlijk met scheepsladingen tegelijk het continent. Aanvankelijk probeerden de Europeanen nog op een vreedzame manier land te krijgen door het te ruilen tegen kralen en spiegeltjes. Voor „deze kinderen der natuur", zoals Columbus de indianen nog romantisch noemde in een brief aan de Spaanse koning, was en is de grond echter heilig het levert het voedsel voor alle leven. De blanken zagen zich daarom al snel genoodzaakt met geweld het land af te pakken Ook de missionarissen hebben hierin een dubieuze rol gespeeld. Op hun missieposten kregen zij een goed beeld van de lokale situatie. En omdat ze beter op de hoogte waren van de koloniale wetten dan de inheemse bevolking, was het voor hen meestal niet moeilijk de grond legaal in eigendom te krijgen. Daarna was de weg vrij voor blanke kolonisten. Zij deden dit vrijwel nooit te kwader trouw: de missie was er van overtuigd dat de indianen door aanraking met een nieuwe beschaving een beter leven zouden gaan leiden. Oorlogen Aan het begin van de negentiende eeuw was vrijwel heel Latijns-Amerika het toneel van bloedige onafhankelijkheidsoorlogen tegen de koloniale onderdrukkers, waaraan in veel gevallen ook de indianen deelnamen. De oorlogen waren begonnen door in Zuid-Amerika geboren blanken van Spaanse afkomst. Zij vormden een welgestelde middenklasse en hadden genoeg van de hoge belastingen die ze aan het verre en onbekende Spanje moesten betalen De onafhankelijkheidsoorlogen waren een succes, maar niet voor de indianen. Voor hen maakte het weinig verschil dat ze nu niet meer aan de koning van Spanje maar aan de blanke regering hun belastingen moesten afdragen. De grote verovering van het continent had plaats gemaakt voor vele kleine territoriale machtstrijden tussen de blanken onderling. De indianen, die van tijd tot tijd zonder succes in opstand waren gekomen, leden nu een slavenbestaan op hun eigen grond Ze berustten in de macht van hun landheren, die bij het nieuwe systeem hoorde en onvermijdelijk leek Toch vormden de indianen in die tijd geen vergeten groep Allerlei verlichte wetenschappers hadden fraaie theorieen over de vraag hoe de indiaanse bevolking in de nationale samenleving moest worden opgenomen. Voor de blanke Boliviaanse historicus Alcides Arguedas was dat geen probleem. Hij hanteerde een evolutiemodel dat een snel uitsterven van het zwakke indiaanse ras voorspelde. Hele wetenschappelijke beschouwingen over de inferieure kwaliteit van dit ras deden in die jaren de ronde op de universiteiten van Latijns-Amerika. Revolutie Het kwam daarna nog vaak tot revoluties. Zo heeft Bolivia in de eerste honderd jaar van zijn onafhankelijkheid zestig revoluties meegemaakt Alleen die van 1952 bracht enige verbetering voor de indianen. De enige keer dat de indianen echt massaal in opstand kwamen, was in 1910 in Mexico De verworvenheden van die omwenteling zijn de laatste decennia echter sterk verwaterd Als gevolg van de eeuwenlange onderdrukking raakte de indiaan ervan overtuigd dat hij inderdaad een minderwaardig wezen is Als je in een van de Andeslanden een normaal gesprek voert met een indiaan, kan het gebeuren dat hij midden onder de conversatie zegt: „U bent heel intelligentDie opmerking komt voort uit pure nederigheid. De landbouwhervormingen, die in 1968 in Peru tot stand kwamen, mislukten voor een deel door gebrek aan inzet van de indianenbevolking Ineens bevrijd van hun slavenbestaan. wisten ze geen raad met de organisatie van hun land Ze waren niet gewend beslissingen te nemen Ook de kennis ontbrak Zelfvertrouwen De laatste paar jaar krijgt de positie van de indianen ook in Zuid-Amerika weer meer aandacht. Van de zijde van de blanken blijft dat beperkt tot een curieuze belangstelling voor exotische gebruiken en kleding van de indianen. Voor de indianen zelf ligt dat iets anders: zij hebben na de bezetting van Wounded Knee door hun Noordamerikaanse lotgenoten weer zelfvertrouwen gekregen. Toen drong het tot de bewoners van de Verenigde Staten door dat de indianen in hun land meer waren dan een grappig folkloristisch verschijnsel In Latijns-Amerika schieten de indianenbewegingen als paddestoelen uit de grond. Veel ruimte krijgen ze meestal niet van de. hoofdzakelijk militaire, regeringen. Zij hebben ook geen oude verdragen om zich aan vast te klampen, zoals de indianen in de Verenigde Staten en Canada. De verklaring van de Indiaanse Verdragsraad in 1977 in Genève. dat alle indiaanse volken het recht hebben op zelfbeschikking, is hun enige strohalm Foto: Karin Ratrrlnf Arnta 'im Jansen sef, dat het geen schande is i te zijn, begint ook tot de Bolivianen door te drin- an alle Latijns-Amerikaan- «ien heeft Bolivia, relatief de meeste indianen: ruim ig procent van de bewoners nog rechtstreeks af van de ing. die de Spanjaarden vijf eeuwen geleden hier Ifen. Slechts vijf procent is Het overige deel van de nen bestaat uit mestiezen, tengsel van indiaans en bloed. ndianen in Bolivia voldoen aan antische Westerse beeld dat wij hebben, in lendedoekjes gehulde len, die gewapend met pijl en or een uitbundige tropische na men en 's avonds tevreden een Ie roosteren op het vuurtje voor i hutten. Het overgrote deel van nen woont op de schrale hoog- van het Andesgebergte. Ze zijn leider, mijnwerker of werkloze. Ze rondkomen met een gemiddeld van nog geen duizend gulden per vijl het gemiddelde inkomen van procent blanken ligt op 14.000 er jaar. and' ne geen Boliviaan", waarschuwt ino Lima. „dat ben ik niet. Ik ben ian en mijn land heet al duizen- n Kollasuyo. Onze overheersers iet Bolivia, maar daar hebben wij te maken". Hij vat dit heel p: je zegt toch ook niet tegen een op de Westelijke Jordaanoever en Israëliër is, omdat Israël zijn et houdt? voorzitter van de indianenbewe- aj Katari. de enige beweging van die absoluut niets meer met de lite te maken wil hebben. Het is leke organisatie, die alle andere partijen, zowel links als rechts, omdat die in handen van de zijn. ken hebben ons land geroofd en rworpen. De ene groep probeert n uit te moorden, de andere het beste met ons voor hebben ons in hun samenleving laten Allerlei linkse partijen zeggen willen helpen, maar dan moéten ten dat we indiaans zijn. Ze ft eens de morele capaciteiten om ons te helpen. Na vijfhonderd jaar slechte ervaring hebben we daar geen enkele hoop meer op." Constantino Lima beschouwt de repu bliek Bolivia als een voortzetting van de voormalige Spaanse kolonie, maar dan met een ander jasje aan. Voor de indianen veranderde er wezenlijk niets toen de gro te bevrijder Simon Bolivar in 1825 de Spanjaarden verjoeg en een „onafhanke lijk" Bolivia stichtte. Ook nu nog kom je geen indiaan in de regering of op andere hoge posten tegen. Die kleine bovenlaag van vijf procent blanken beheerst het hele politieke en financiële leven. Als je een blanke in het regeringscentrum in La Paz vraagt waarom er geen indianen hogere posten bezetten, krijg je steevast te horen „dat ze daar eigenlijk niet de capaciteit voor hebben". Aan zijn manier van praten is duidelijk te horen dat hij zijn best doet het zo beleefd mogelijk te omschrijven. Stom Constantino Lima: „Ja, de blanken zeg gen altijd dat wij stom zijn. Volgens de Westerse normen zijn we ook dom: we kunnen meestal niet lezen en schrijven. Dat komt doordat de blanken ons de mogelijkheden daartoe altijd hebben ont houden. Wij hanteren hele andere nor men. waarbij het niet zo belangrijk is of je kunt lezen of schrijven. Vijfhonderd jaar geleden hadden wij in de Andes een per fect georganiseerde maatschappij, met een hoogstaande cultuur." Hij doelt op het Inca-tijdperk. Toen de Spanjaarden aan het begin van de zestien de eeuw ook tot de Andeslanden in Zuid- Amerika doordrongen, troffen ze daar een centraal geregeerd rijk aan, dat zich uit strekte van Zuid-Colombia tot en met het noorden van Chili en Argentinië. Het was een van de grootste geplande samenlevin gen, die de wereld ooit gekend heeft. De regering in Cuzco bestuurde het hemels breed meer dan vierduizend kilometer lange rijk en stelde alle plannen voor de landbouw, textielweverij en metaalbewer king op. Alle bezit was gemeengoed. Hoewel de Inca's het wiel niet hadden uitgevonden en ook geen paarden kenden, hadden ze een uitstekend net van verbin dingswegen, waarover voortdurend koe riers naar alle uithoeken van het land renden. Een schrift hadden de Inca's niet. de koeriers brachten de regeringsdecreten over met behulp van een zeer ingewikkeld systeem van in code geknoopte touwtjes. Ondanks de handicap van het ontbreken van een geschreven taal waren de Inca- wetenschappers in die tijd nauwkeuriger op de hoogte van bewegingen van de hemellichamen, dan de Europeanen. Bo vendien was er een redelijke mate van welvaart voor iedereen, omdat alle bezit gemeenschappelijk was. Schoolboekjes Voor Constantino Lima is alleen de herin nering aan het Incarijk bewijs genoeg dat de indianen niet „van nature dom" zijn. zoals de Boliviaanse blanken zo vaak be weren Ook dat de Indianen in hun situa tie berusten en nu apathisch wachten op wat komen gaat, bestrijdt hij. Hij voert aan dat vooral de Boliviaanse geschiede nis bol staat van Indianenopstanden. maar in de Spaanstalige geschiedenis boekjes van de Boliviaanse scholen lees je daar niets over. Alle indianenleiders zijn altijd systematisch vermoord, of ze zich nu mèt of zonder geweld tegen de blanke overheersing verzetten. De indianenbewe- ging van Lima heeft haar naam ontleend aan de indiaanse vrijheidsstrijder Tupaj Katari, die in 1780 in de gevangenis van de Spanjaarden stierf. Ook Constantino Lima heeft het niet ge makkelijk in zijn land. In Juni 1976 dron gen militairen zijn woning binnen en na men hem en een aantal belastende papie ren mee. De documenten bevatten verkla ringen die Lima op een Indianenconferen- tie in Canada had afgelegd. Daarin be schreef hij de miserabele toestand van zijn volk. Het was voor de Boliviaanse autoriteiten voldoende om hen een jaar achter de tralies te zetten, de derde keer dat hij wegens politieke activiteiten in de gevangenis terecht kwam. Vergeten Lima: „De blanken verwijten ons dat wij lui zijn en liever arm blijven. Maar zodra wij ons proberen te verenigen in een coöperatie of vakbond, om gezamenlijk te werken aan een beter bestaan, schieten ze ons neer. Ze weten dat ze ons niet van de kaart kunnen vegen, omdat we nu een maal het overgrote deel van de bevolking van Bolivia vormen. Daarom proberen ze ons te laten vergeten dat we indianen zijn.' ze doen hun best om ons wijs te maken dat dat iets minderwaardigs is. Ze probe ren de groei van het aantal indianen te beperken door ongevraagd geboortecon trole op ons toe te passen. Aan de andere kant doen ze hun best het blanke over wicht veilig te stellen door de immigratie van blanken naar Bolivia op te voeren." Hij snijdt hiermee twee kwesties aan. die veel beroering onder de indianen in Boli via hebben gebracht De omstreden plan nen voor de komst van tienduizenden blanken uit zuidelijk Afrika zijn inmid dels algemeen bekend. Lima kan er alleen nog aan toevoegen dat hij onlangs met eigen ogen een paar zojuist gearriveerde Rhodesische gezinnen heeft gezien in de streek Alto Beni, een tropisch gebied ten noordoosten van La Paz. Sterilisatie De indiaanse bevolking reageerde zeer verontwaardigd toen bekend werd dat de Boliviaanse regering bezig is met een gro te campagne, die een daling van het ge- boortencijfer onder de indianen moet be werkstelligen. Volgens Lima trekt een mo biele kliniek van de regering langs de indianendorpen, zogenaamd om een be volkingsonderzoek naar de een of andere ziekte uit te voeren. De regeringsartsen zouden vrouwen die een inwendig onder zoek moeten ondergaan, zonder hun me deweten steriliseren. Ook in de ziekenhui zen komen veel gevallen van illegale steri lisatie voor. De katholieke kerk en de Boliviaanse assemblee voor de rechten van de mens stellen op dit moment een onderzoek naar deze beschuldigingen in. Een aantal Jaren geleden werd ook de Amerikaanse vrijwilligersorganisatie Pea ce Corps beschuldigd van onvrijwillige geboortenbeperking onder de Indianen. Nu is de Boliviaanse organisatie CENFA (Nationaal Centrum voor het Gezin) be last met de campagne voor geboortenbe perking onder de indianen. De CENFA vertelt de indianen dat hun armoede en ellende alleen het gevolg is van het grote aantal kinderen. De organisatie krijgt daarvoor financiële steun van de UNFPA, een fonds van de Verenigde Naties voor bevolkingsproblemen Maar van zulke problemen is in het uiterst dunbevolkte Bolivia geen sprake. Er komen steeds meer geloofwaardige be richten dat de CENFA met geld van de Verenigde Naties vele indiaanse vrouwen tegen hun wil steriliseert. In een van de documenten van de CENFA staat te lezen dat de (vrijwillige) campagne voor geboor tenbeperking is bedoeld „om de kwaliteit van de bevolking te verbeteren". Voor een indiaanse vrouw is sterilisatie het ergste dat haar kan overkomen, in de cultuur van de indianen speelt de vruchtbaarheid van de grond én van de vrouw een centrale rol. Stemmen De Movemiento Indio Tupaj Katari <MIT- KA). zoals de indianenbeweging voluit heet. haalde tijdens de verkiezingen van vorig jaar slechts honderdduizend stem men. op een totaal van twee miljoen kie zers. Ook al houd Je rekening met het feit dat de verkiezingen wegens vervalsingen ten gunste van de militaire kandidaat ongeldig zijn verklaard dan lijkt dat toch nog een klein aantal. Constantino Lima: „Dat is ook zo. Voor een deel komt dat door het feit dat het onze eerste verkiezingen waren: we heb ben nog geen organisatie die sterk genoeg is om alle afgelegen dorpen te bereiken en grootscheepse propaganda te voeren. De kranten weigerden vorig jaar zelfs adver tenties van ons. Voor een ander deel is het geringe aantal stemmen te wijten aan de twijfel, die bij veel indianen leeft. Ze den ken nog steeds dat ze als indiaan minder waardig zijn en willen er liever niet voor uitkomen. Zij staan op het punt om. als enige redding uit de misère, de cultuur van de blanken over te nemen. Daarom zien wij als een van onze belangrijkste taken het bewustmaken van de bevolking dat het geen schande is om indiaan te zijn". Zelfbestuur Constantino Lima spreekt niet van „be vrijding", maar van „herovering" van zijn land. Zijn beweging wil volledig zelfbe stuur, waar geen enkele blanke meer aan te pas komt. Hij geeft toe dat dit nogal racistisch klinkt, maar voert aan dat de indianen nu al bijna vijfhonderd Jaar om hun ras worden gediscrimineerd. De blan ken die dat willen, mogen van hem best in zijn land blijven wonen, maar dan onder indiaans bestuur. Voorlopig is het echter nog lang niet zo ver. Er bestaan in Bolivia vrij veel groepen indianen, kunnen die wel met elkaar één land besturen? (Lima. boos: „De solidariteit is groot. De blanken wijzen voortdurend op die ver schillen om ons te verdelen. De ene groep bestaat uit kleine boeren, de andere uit mijnwerkers. Ze hebben het echter alle maal even slecht en ze hebben dezelfde vijand". De meeste indianen in Bolivia zijn campe- sino's, kleine boeren die een stukje land hebben op de winderige hoogvlakte, drie tot vierduizend meter boven zeeniveau. Ze spreken nog vrijwel geen Spaans Alleen hun eigen taal, die zelfs onder de Indianen in de hoofdstad La Paz nog steeds de voertaal is. De boeren hebben wat scha pen en verbouwen aardappelen en bonen De oogsten worden belaagd door hagel, nachtvorst en droogte. Ze weven hun ei gen kleding en hebben daardoor nauwe lijks contact met de buitenwereld Dat is er ook de oorzaak van dat de MITKA moeilijk steun onder deze groep krijgt. Strijdbaar Veel strijdbaarder zijn de indianen, die in de grote mijnen in het centrum van Boli via wonen. Zij hebben de afgelopen jaren voortdurend van zich doen spreken, hoofdzakelijk door hun stakingen en klei ne opstanden. De omstandigheden in de mijnen zijn er naar. In een mijn in Potosi, die ik bezocht, hangen buiten de ijspegels voor de ingang. Binnen werken ongeveer tweeduizend Indianen, vijfhonderd meter diep, bij een temperatuur van 35 graden. Ze dragen alleen een korte broek en moe ten voortdurend chicha, een uit maïs ge brouwen bier. drinken om het door zweten verloren vocht aan te vullen. Met grote drilboren maken ze gaten in wanden en plafonds. Stofmaskers dragen ze niet. omdat die volgens de indianen altijd verstopt raken Per dag verdienen ze drie gulden, waarvan ze hun eigen bier moeten betalen. De losse mijnwerkers zijn er nog beroer der aan toe. Die krijgen per uur uitbe taald, maar weten nooit zeker of er werk is. Als er een nieuwe ader is ontdekt, kunnen ze aan de slag. Zodra die ader is uitgeput, staan ze weer op straat. Volgens een Indiaan, die in een witte Jas gehuld de EHBO-post van de mijn bemant, gebeu ren er gemiddeld vier ongelukken per dag; de Boliviaanse tinmijnen staan bekend als de onveiligste ter wereld De indianen, die in barakken bij de mijnen wonen, worden door het stof in hun longen zelden ouder dan 45 jaar. Getuigenis In 1975 legde Domitila. een mijnwerkers vrouw uit het plaatsje Slglo Velnte. haar getuigenis af over de situatie waaronder de indianen in de mijnen leven. Zij deed dit in Mexico op een congres van de Vere nigde Naties ter gelegenheid van het inter nationaal jaar van de vrouw Sinds die getuigenis is de belangstelling voor de positie van de indianen in de wereld aan zienlijk toegenomen. Constantino Lima vindt dat een goede ontwikkeling. Door die internationale be langstelling worden ook andere indianen dan de mijnwerkers zich bewust van hun onderdrukte positie: „In buitenlandse hulp, die gericht is op plaatselijke verbe tering van de omstandigheden, zie ik niet veel heil Dat zijn tijdrovende doekjes voor het bloeden. Aan politieke steun heb ben we veel meer. Laat ons zelf maar ons land opbouwen." Het relaas van Domitila is onlangs ook in een (enigszins rammelende) Ne derlandse vertaling uitgegeven onder de titel: „Mag ik zo vrij zijn Het aangrijpende boek kost 22,75 en is uitgegeven door Kritakfonds, Postbus 636, 3800 AP Amersfoort.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15